NTC SCHOOL “HET NEST” KIGALI RWANDA
HET PEUTERBELEID
VOORWOORD Het peuterbeleidsplan vormt de basis voor de lessen aan de leerlingen van 2.5 tot 4 jaar op onze school. Vanuit de uitgangspunten en doelstellingen genoemd in dit beleidsplan ontwikkelen we een week en/of maandplanning waarvoor we gebruik maken van de methode Puk en Ko. Om de vaardigheden en voortgang van de peuters in kaart te brengen maken we gebruik van observatielijsten. We werken toe naar de leerdoelen genoemd in: Taalontwikkelingsdoelen einde peutergroep (stap 4) op de ontwikkelingslijn Taal van Peuterstappen, CED groep. (zie bijlage 1) De methode Puk en Ko is op school aanwezig en werkt toe naar het bereiken van de bij stap 4 genoemde leerdoelen. De bedoeling is dat we voor ons onderwijs in de groepen 1 en 2 van het primair onderwijs (PO) de leerdoelen gebruiken bij stap 6 van dit stappenplan. Hiermee waarborgen we een ontwikkelingslijn die loopt van peutergroep 1 tot PO groep 2 en aansluit bij de ontwikkelingslijn en leerdoelen in de groep 3 tot 8 van het PO. Voor het schrijven van ons Peuterbeleidsplan hebben we gebruik gemaakt van het peuterbeleidsplan dat Angelique Hoogstrate (NOB) geschreven heeft voor Language One.
1
INHOUD
Inleiding
3
Visie en doelstellingen
3
Leerkracht/kindratio
4
Aannamebeleid
4
Duur per week en dagschema
5
Opleiding en competenties leerkracht/ en assistent
5
Gericht ouderbeleid
6
Methode/invulling programma
6
Volgen en registreren van de ontwikkeling
7
Afspraken met groep 1/2 over de doorgaande lijn
7
Lokaal en Buitenspeelruimte
7
Verzekering/aansprakelijkheid
8
Bijlage 1: De taalontwikkeling van het jonge kind, CED groep. Bijlage 2: Observatielijsten Bijlage 3: Voorbeeld materialenlijst voor inrichting peuter/kleutergroep Bijlage 4: Ouderverslag
2
INLEIDING Kinderen die opgroeien in een meertalige omgeving krijgen als vanzelfsprekend een rugzakje taalvaardigheid mee. Wanneer ze vanaf jongs af aan twee of meer talen om zich heen horen, gaan kinderen deze talen vanzelf herkennen, begrijpen, ontwikkelen en, als het taalaanbod in de verschillende talen voldoende aanwezig is, ook spreken. Voor Nederlandssprekende ouders met jonge kinderen in het buitenland en voor NTC-scholen liggen een aantal kansen voor het grijpen: -Op een NTC-peutergroep wordt kinderen in een vroeg stadium een extra impuls van Nederlands taalaanbod geboden; -Academisch onderzoek heeft bewezen dat vroeg beginnen met onderwijs in het algemeen en taalonderwijs in het bijzonder, een langdurig positief effect heeft op de leerprestaties en taalontwikkeling van kinderen. Hoe jonger kinderen worden gestimuleerd in het begrijpen en spreken van Nederlands in een meertalige omgeving, hoe beter het uiteindelijke resultaat. Tot het vierde levensjaar is het brein het meest gevoelig voor het leren van taal; -Jonge kinderen imiteren veel, vooral leeftijdsgenootjes. Daardoor worden in een peutergroep kinderen op een andere manier gemotiveerd dan in de thuissituatie om Nederlands te begrijpen en te spreken; -Peuters wennen alvast aan de sfeer, omgeving en cultuur van de Nederlandse school; -De NTC school en ouders worden al in een vroeg stadium partners in (meer)talig opvoeden, waarbij ouders ideeën krijgen voor het stimuleren van de Nederlandse taalontwikkeling thuis en waarbij de school al in een vroeg stadium zicht krijgt op de Nederlandse taalontwikkeling van de leerling.
VISIE EN DOELSTELLINGEN Wij stimuleren doelgericht de moedertaalontwikkeling van jonge kinderen door samen spelen, ervaren en beleven. Plezier in taal(activiteiten) staat centraal, waarbij kinderen kennismaken met routines rondom mondelinge taal en geletterdheid, die worden uitgebouwd in groep 1 /2 en verder. De school verzorgt twee uur per week activiteiten die passen bij onderstaande doelstellingen: -Voor richting 1 (R1) en richting 2 (R2) leerlingen*: aansluiting op het onderwijsprogramma van de Nederlandse basisschool. Voor de omschrijving van de leerdoelen maken we gebruik van de Taalontwikkelingsdoelen einde peutergroep (stap 4) op de ontwikkelingslijn Taal van Peuterstappen, CED groep. (zie bijlage 1) Voor doorstroom naar groep 1 verwachten we: R1: Van de R1 kinderen dat ze 80% of meer beheersen binnen de beide onderdelen 3
mondelinge taalvaardigheid en ontluikende/beginnende geletterdheid. R2: Van de R2 kinderen dat ze 65% tot 80% beheersen binnen de beide onderdelen mondelinge taalvaardigheid en ontluikende beginnende geletterdheid. R3: Van de R3 kinderen dat ze 50% tot 65% beheersen binnen de beide onderdelen mondelinge taalvaardigheid en ontluikende/beginnende geletterdheid. * R1: Leerlingen met het leerdoel aansluiting op het onderwijs in Nederland / België op leeftijdsniveau R2: Leerlingen met een achterstand van maximaal twee jaar R3: Leerlingen waarbij we niet toewerken naar aansluiting op het onderwijs in Nederland of België. -Ouders informeren over de taalontwikkeling van hun kind en ideeën en adviezen geven voor stimuleren van het Nederlands thuis; ouders informeren (op website, op ouderavond) over de onderliggende taaldoelstellingen die spelenderwijs op school worden aangeboden -Het creëren van een veilig, pedagogisch klimaat, waarbij sociale interactie veel aandacht krijgt; -Het bevorderen van de communicatieve redzaamheid van kinderen (opdrachtjes begrijpen, hulp vragen, iets vertellen of beschrijven etc.); -Kinderen kennis laten maken met groepsactiviteiten rondom de Nederlandse en Vlaamse cultuur. -Veilige omgeving waarbij speciaal gelet wordt op het peuterproef maken van het lokaal: stopcontacten afschermen, kasten die om zouden kunnen vallen verwijderen of afschermen, scherpe voorwerpen verwijderen.
LEERKRACHT/KINDRATIO Door de grootte van het lokaal gaan we uit van een maximum van 8 peuters per groep. De groep zal begeleid worden door een bekwame leerkracht met een assistent. De assistent zal alleen aanwezig zijn voor de verzorgende taken met betrekking tot peuters. De leerkracht wordt aangestuurd door de schoolleider.
AANNAMEBELEID De toelatingsleeftijd is minimaal twee en half jaar en “uit de luiers”. Minimaal een van de ouders is Nederlandssprekend en is in de gelegenheid om thuis Nederlands te spreken met het kind/de kinderen. Dit wordt bij de intake gevraagd en afgesproken met de ouders. Bij aanmelding wordt de Nederlandse taalontwikkeling van het kind besproken met de ouders 4
en in kaart gebracht met ons intakeformulier. Het is daarbij belangrijk de verwachtingen en rol van de ouders t.a.v. de Nederlandse taalontwikkeling van hun kind te bespreken. Mocht na een periode van drie maanden periode blijken dat het kind zich onveilig voelt of door zijn/haar gedrag onveiligheid veroorzaakt wordt voor andere kinderen in de groep, kan worden besloten de plaatsing te beëindigen.
DUUR PER WEEK EN DAGSCHEMA Om de doelstellingen te kunnen bereiken, stellen wij 120 minuten per week/72 uur per jaar als ondergrens voor de peutergroep in het NTC. Er is een sterke voorkeur om de lessen in de ochtenden te laten plaatsvinden. Er is een lesschema dat wordt vastgelegd in de groepsmap. Daarin wordt een vaste gang van zaken beschreven inclusief de geschatte duur van de verschillende onderdelen.
OPLEIDING EN COMPETENTIES LEERKRACHT/ EN ONDERWIJSASSISTENT Een leerkracht op een peutergroep heeft idealiter een opleiding als peuterleerkracht op MBO 4 niveau, een Pabo-diploma of een Vlaams diploma kleuteronderwijs/lager onderwijs. Het zal niet altijd mogelijk zijn voor de peutergroep een bevoegde leerkracht aan te trekken. Is dat niet mogelijk dan wordt een bekwame leerkracht aangesteld die verplicht wordt de cursus kleuter/peuteronderwijs tijdens de bijscholingscursus van het NOB te volgen. De onderwijsassistent wordt in principe niet ingezet voor extra taalstimulering van de kinderen. Zij/hij zal organisatorische hand- en spandiensten verlenen bij het klaarzetten en opruimen van het materiaal en zal de peuters naar het sanitair begeleiden. Verder zijn de volgende competenties van toepassing op de leerkracht: -Activiteiten kunnen koppelen aan taaldoelen; -Eigen taalaanbod kunnen afstemmen op begripsniveau en interesse van kinderen; -Differentiëren naar taalniveau; -Kennis van de taalontwikkeling van het jonge kind en hoe deze te stimuleren en te volgen; -Kunnen inspelen op de leef- en belevingswereld van jonge kinderen; -Structuur kunnen bieden en consequent gedragsgrenzen kunnen hanteren, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van het kind; -Pedagogische tact: positieve ondersteuning kunnen bieden, kinderen benaderen vanuit hun sterke kanten;
5
-Affiniteit met de verzorging van jonge kinderen; -Aandacht hebben voor het scheppen van een veilige speel- en leeromgeving; -Flexibiliteit.
GERICHT OUDERBELEID Intakegesprek: Ouders worden vooraf geïnformeerd over de doelstellingen en gang van zaken op de peutergroep. Dit vindt plaats tijdens het intake gesprek. Tijdens dit gesprek komen de volgende punten aan de orde: algemene leerdoelen, observatielijsten, lestijden, rol van ouders thuis, wegbrengen en ophalen, wat te doen bij ziekte kind, contact ouders-leerkracht, ouderavond, gezondheid-en gedragsproblemen. Tijdens de algemene ouderavond worden het lesprogramma, de leerdoelen en het vastleggen van de vorderingen toegelicht. In de informatiebrief die na elke les naar de ouders ge-e-maild wordt, worden zij geïnformeerd over wat tijdens de les aan bod is gekomen en worden aangeleerde rijmpjes en liedjes met de ouders gedeeld. Tijdens het oudergesprek worden met de ouders het niveau en de vorderingen binnen de taalontwikkeling van hun kind besproken. Ook zullen tijdens dit gesprek de ouders gestimuleerd worden thuis met hun kind Nederlands te praten en activiteiten te organiseren die de taalontwikkeling in het Nederlands stimuleert. Via de nieuwsbrief, op de website en op de Facebook pagina, worden ouders op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op Het Nest en van de activiteiten.
METHODE/INVULLING PROGRAMMA In alle activiteiten die worden aangeboden in de NTC-peutergroep staan plezier, spel en beleven centraal. Op die manier ontstaat voor jonge kinderen ruimte om hun taal te ontwikkelen: door uit te proberen en te experimenteren en daar weer feedback op te krijgen. Het lesprogramma wordt met dit uitgangspunt ingevuld tijdens: -Terugkerende rituelen en routines, bijvoorbeeld: de startkring of liedje, tussendoortje eten, opruimen, afsluiting - De inloop waarbij ouders hun peuter brengen en op een gegeven moment vertrekken -Doelgerichte activiteiten, die passen binnen de doelstellingen (zie Bijlage 1). Hierbij wordt in peutergroepen de methode Puk & Ko gebruikt. Onder deze doelgerichte activiteiten vallen 6
liedjes, klankspelletjes, bewegingsactiviteiten, knutselactiviteiten, spel met materialen, voorlezen, drama enzovoort. Vaak zijn deze activiteiten thematisch gekozen en uitgewerkt. Een peutermethode biedt een aanbod waarbij alle taalontwikkelingsdoelen voor het jonge kind zijn uitgewerkt. De leerkracht bepaalt welke thema’s en activiteiten uit de methode passen bij de belevingswereld en leerbehoeften van de kinderen. Ze beschrijft de keuzes voor activiteiten in een week- of maandplanning, zodat vastligt welke activiteiten met onderliggende taalontwikkelingsdoelen zijn aangeboden binnen een periode. Ook wanneer een leerkracht deels met eigen thema’s werkt, wordt het lesaanbod inclusief taalontwikkelingsdoelen in een week of maandschema vastgelegd. In het geval er gekozen wordt voor een combinatiegroep peuters/jongste kleuters geldt : Afhankelijk van het niveau en de samenstelling van de groep wordt gekozen voor de peutermethode Puk & Ko of onze kleutermethode. Vervolgens worden activiteiten gedifferentieerd aangeboden: wanneer de peutermethode wordt gebruikt, worden activiteiten uitdagender gemaakt voor de kleuters, afhankelijk van het taalniveau van de kinderen in de groep. Als met de kleutermethode wordt gewerkt worden activiteiten voor de peuters aangepast. VOLGEN EN REGISTREREN VAN DE ONTWIKKELING Twee keer per schooljaar wordt de peuterobservatielijst (zie Bijlage 2) ingevuld op gebied van spraaktaalontwikkeling en sociaal emotionele ontwikkeling. Deze observatielijst volgt de Taalontwikkelingsdoelen genoemd in het CED document “De ontwikkeling van het jonge kind”. Twee keer per jaar krijgen de ouders een schriftelijk verslag van de vorderingen van hun peuter. De observaties en het verslag worden twee keer per jaar met de ouders besproken. Wanneer er zorg is over de (taal)ontwikkeling wordt deze met ouders gedeeld en wordt besproken en vastgelegd wat de extra aanpak op de peutergroep zal zijn en wat de ouders thuis oppakken. Na een afgesproken periode wordt deze aanpak met de ouders geëvalueerd. De observatiegegevens, het peuterverslag en aanvullende zorgafspraken worden geregistreerd in ons leerlingvolgsysteem.
AFSPRAKEN MET GROEP 1/2 OVER DE DOORGAANDE LIJN Voor een soepele doorstroom van de peuter- naar de kleutergroep worden door de leerkrachten afspraken afgestemd en vastgelegd rondom: -Keuze van thema’s en onderdelen in de peuter- en kleutergroep; -Regels, rituelen, signaalliedjes rondom binnenkomen en weggaan, opruimen, eten en drinken etc.
7
-Overdracht van leerlinggegevens.
LOKAAL EN BUITENSPEELRUIMTE De peuterlessen vinden plaats in de Ecole Belge de Kigali (EBK). Het lokaal op EBK voldoet aan de lokale veiligheidseisen voor deze leeftijdsgroep. De toiletruimte is geschikt voor jonge kinderen, er is een ruime hoeveelheid speel- en verbruiksmateriaal aanwezig. We kunnen gebruik maken van de buitenspeelruimte van de peuter en keuter afdeling van de Ecole Belge.
VERZEKERING/AANSPRAKELIJKHEID De peutergroep valt voor kinderen vanaf 2,5 jaar onder de WA verzekering van NOB.
8