Workshop
Het motorisch onhandige kind Signalering en doorverwijzing door de leerkracht 01-10-2014
Ester Litjens, Ergotherapeute Pia Hoezen, Kinderfysiotherapeute (Master Pediatric Physical Therapy MPPT)
DCD • Developmental Coordination Disorder (DCD) • Kinderen die moeite hebben met het coördineren van hun bewegingen, en het aanleren van verschillende activiteiten • Vrij vertaald coördinatie ontwikkelingsstoornis • Ongeveer 5 tot 10% van de kinderen op een basisschool vertoont kenmerken van DCD en het komt 3 tot 7 keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes
DCD • Onhandige, vaak houterig bewegende kinderen. • Voor het leren lopen, klimmen, zichzelf aan- en uitkleden, met bestek eten, schrijven etc. is een zekere behendigheid (met een juiste coördinatie) nodig. Voor kinderen met DCD geldt dat zij deze vaardigheden niet zo vanzelfsprekend als andere kinderen leren. Vaak kost dit hen meer moeite en energie.
DCD • Dit komt omdat kinderen met DCD (lichte) problemen met het bewegen hebben, zoals een lage of wisselende spierspanning, onrust in het bewegen en problemen in het handhaven van het evenwicht. • Veel kinderen met DCD werken hierdoor traag of presenteren onder hun niveau op school.
In het dagelijks leven zijn problemen van kinderen met DCD zeer herkenbaar:
• Onhandiger (bijv. knoeien, zich vaker stoten, dingen omstoten of laten vallen, moeite met bijv. knoopjes of ritssluitingen, eten met mes en vork etc.)
• Vaker vallen
• Moeite met aanleren van vaardigheden die andere kinderen vrijwel moeiteloos aanleren, zoals fietsen en schrijven • Moeite met het plannen en organiseren van taken
DCD
Kinderen met DCD zijn niet allemaal hetzelfde! De aard en ernst van de motorische problemen verschillen.
DCD Algemene problemen:
• Complexe motorische vaardigheden waarbij de coördinatie van een reeks bewegingen voorop staat (bijv. schrijven, kralen rijgen). Ook problemen bij groot motorische vaardigheden (vangen van een bal, evenwicht houden) komen voor.
• Vooral in dynamische, onvoorspelbare situaties, zoals bijv. bij teamsport.
Om kinderen met DCD, indien nodig, tijdig de juiste hulp/begeleiding te kunnen bieden is het belangrijk dat problemen vroegtijdig gesignaleerd worden. Leerkrachten spelen hierbij een belangrijke rol. • Goed observeren • Hulpmiddel: observatielijst GMO
Groninger Motoriek Observatieschaal voor leerkrachten (GMO) (M.M. Schoemaker 2003) • Vragenlijst voor leerkrachten • Doel: vroegtijdig signaleren van bewegingsproblemen op school • http://www.molengaard.nl/media/download_galler y/GMO-handleiding%20versie%20ouders.pdf
Groninger Motoriek Observatieschaal (GMO)
• 18 Vragen • Grove motoriek en fijne motoriek • Vierpuntsschaal: in welke mate is een bepaalde uitspraak over de motoriek van toepassing op een kind • Kinderen van 5 t/m 11 jaar • Aparte normen voor jongens en meisjes in elke jaargroep (steekproef van 1919 kinderen) • Invullen: ongeveer 5-10 minuten
Groninger Motoriek Observatieschaal (GMO)
Voorbeelden: Geef aan in welke mate de uitspraken van toepassing zijn op het kind door het juiste antwoord te omcirkelen: 1) niet van toepassing 2) meer niet dan wel van toepassing 3) meer wel dan niet van toepassing 4) wel van toepassing
Voorbeelden
• Schrijft onregelmatiger dan andere kinderen
• Moet nadenken bij bewegingen die een ander kind automatisch uitvoert • Heeft moeite met knopen vastmaken en veters strikken
Voorbeelden
• Is onhandig, laat alles uit zijn/haar handen vallen • Ziet bij balspelen geen kans tijdig op de naderende bal te reageren • Bewegingen maken een starre, houterige indruk • Is letterlijk snel uit zijn/haar evenwicht
Totaalscore
Totaalscore: scores van de afzonderlijke vragen bij elkaar optellen en opzoeken in de tabel: < 5e percentiel (indicatie voor bewegingsproblemen)
5e - 15e percentiel (motorische prestaties licht afwijkend) > 15e percentiel (geen bewegingsproblemen)
FILMPJES
Voorbeelden van filmpjes Verschillende grof- en fijnmotorische vaardigheden.
DCD??
• Wat te doen wanneer U vermoedt dat het kind mogelijk DCD heeft? • Tip voor de leerkracht: overleg met een ABer of MRT-er op school
DCD?? • Bij lichte motorische problemen: 1e - lijns kinderfysiotherapeut en/of ergotherapeut • Bij duidelijke motorische problemen, waarbij er mogelijk ook problemen op andere gebieden zijn: huisarts De huisarts verwijst naar de revalidatiearts wanneer er duidelijke problemen zijn op meerdere gebieden van de ontwikkeling, of wanneer eerder gestarte behandeling niet het gewenste resultaat oplevert
Beslisboom Beslisboom Doel: zorg op maat. D.w.z. het kind op de juiste plek, zowel voor diagnostiek als behandeling
kind
Screening school sportconsulent en/of GGD
ouders
Kind is onhandig
Overleg school/ouders GGD-arts + Afname GMO Kernprobleem licht motorisch GMO 5-15de P Kernprobleem leergedrag
Kernprobleem duidelijk motorisch GMO <5de P
KFT/ET/ oefentherapie/ Logo 1e lijn
enkelvoudig
Huisarts
complex medisch of
Revalidatie
Kinderarts
en/of Extra begeleiding school via passend onderwijs
Specialistische centra gedrag
BCO of vergelijkbare maatschappen Psy/op Lijst met afkortingen GGD: Gemeentelijke gezondheidsdienst GMO: Groninger motoriek observatielijst BCO: Begeleidings commissie onderwijs Psy : psycholoog OP: orthopedagoog KFT :kinderfysiotherapeut ET : ergotherapeut Logo: logopedist
.
• Bedankt voor uw aandacht • Vragen