Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 79
Het kind en het badwater
7 Marjet van Houten Aletta Winsemius
Inleiding
Toegenomen aandacht
Het creëren van duurzaamheid in het vrijwilligers-
De laatste tijd is er een groeiende aandacht voor
werk is de centrale these in de zoektocht van het pro-
erkenning en waardering van vrijwilligerswerk, met
ject “Is the future of voluntary work a tragedy of the
name bij gemeenten en in de vrijwilligerssector. De
commons?”. Om deze tragedie te voorkomen is het
aandacht van onderzoekers blijft hierbij achter.
optimaliseren van de voorwaarden, waaronder het
Mogelijke oorzaken voor de toegenomen aandacht
vrijwilligerswerk functioneert een belangrijke invals-
voor erkenning en waardering zijn de stimulerings-
hoek. Het geven van erkenning, waardering en belo-
maatregelen die de rijksoverheid enige jaren geleden
ning is één van die voorwaardenscheppende omstan-
heeft genomen (commissie Lokaal vrijwilligersbeleid
digheden. In dit artikel richten wij ons op de vraag
en de stimuleringsregeling). Deze maatregelen richt-
welke bijdrage verschillende vormen van (h)erken-
ten zich op gemeenten. Veel gemeenten hebben sinds
ning, waardering en beloning kunnen leveren om de
die tijd bijvoorbeeld een vrijwilligersprijs. Een tweede
duurzaamheid van het vrijwilligerswerk te behouden
oorzaak is de ontdekking van de waarde van het vrij-
of bevorderen.
willigerswerk in het kader van reïntegratie en inburgering. Steeds meer sociale activeringsprogramma´s
We richten ons in dit paper op erkenning en waarde-
en banentrajecten maken gebruik van de krachtige
ring, niet op promotie. Promotie, erkenning en waar-
oefen- en leeromgeving die het vrijwilligerswerk
dering worden veelal in één adem genoemd, maar ver-
biedt. Een derde belangrijke oorzaak ligt in de sector
tegenwoordigen wezenlijk verschillende doelen.
zelf. Het wordt moeilijker vrijwilligers te werven, in
Promotie heeft te maken met het gezicht van het vrij-
ieder geval in bepaalde sectoren (Devilee, 2005). De
willigerswerk van binnen naar buiten: hoe kun je de
centrale vooronderstelling is dat expliciete aandacht
wereld laten zien wat vrijwilligerswerk behelst en hoe
voor beloning in een organisatie de aantrekkelijkheid
fijn is het om vrijwilliger te zijn? Doel is om te
van de organisatie voor potentiële vrijwilligers ver-
bewerkstelligen dat mensen buiten de organisatie tot
groot. En dat daarmee ook de duurzaamheid van het
actie overgaan, bijvoorbeeld dat ze mee willen gaan
vrijwilligerswerk groter wordt.
doen, geld ter beschikking willen stellen of een beleid gaan maken dat het vrijwilligerswerk ondersteunt.
De toegenomen aandacht voor erkenning en waarde-
Erkenning, waardering en beloning hebben een ande-
ring heeft niet alleen oorzaken, maar ook gevolgen.
re richting; ze zijn veel meer van buiten naar binnen
Vormen van erkenning en waardering beogen vaak
gericht. Het gaat om erkenning en waardering van de
een kwaliteitsverbetering. Echter, deze vormen kun-
overheid voor de vrijwilligerssector, of om erkenning
nen ook een keerzijde hebben voor de organisatie en
en waardering binnen de vrijwilligerssector of binnen
de vrijwilligers. Kwaliteitsverbetering brengt vaak
de organisatie zelf. Dat er wellicht ook een promotio-
standaardisering en bureaucratisering met zich mee.
neel effect uitgaat, of dat er promotionele motieven
Als casus lichten we dat toe aan de hand van invoering
ten grondslag liggen aan het geven van erkenning en
van de erkenning van verworven competenties in het
waardering, is in feite een neveneffect.
vrijwilligerswerk.
80 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
Ontwikkeling van EVC
hun participatie ten grondslag liggen, bepalen in ster-
Erkenning van Verworven Competenties (EVC) is een
ke mate de behoeftes van vrijwilligers aan vormen van
methode om op een systematische wijze competen-
erkenning en beloning. Variatie is er ook in de organi-
ties, opgedaan in andere leeromgevingen dan in het
saties waar vrijwilligers voor werken. We vinden in de
onderwijs, in kaart te brengen, te toetsen aan van
vrijwillige sector een grote verscheidenheid, variërend
tevoren vastgestelde maatstaven en te voorzien van
van licht georganiseerde verbanden zonder formele
een formele erkenning. De methode wordt in ver-
structuren, tot professionele instellingen die op een
schillende Europese landen ingezet, niet alleen in het
zeer gestructureerde wijze met grote groepen vrijwilli-
vrijwilligerswerk, maar ook, juist, in de betaald-werk
gers werken.
sector. De Angelsaksische landen hebben al een lange traditie als het gaat om het uitreiken van certificaten
Voor organisaties zijn erkennings- en kwaliteitssyste-
en awards en de erkenning van niet formeel leren
men een manier om meer greep en zicht te krijgen op
(non formal education). Er zijn vele mogelijkheden
het werk van vrijwilligers. Dat lijkt nodig om de kwa-
voor het erkend krijgen van (elders of eerder) verwor-
liteit van hun handelen beter te kunnen sturen en
ven competenties. De keerzijde is dat het leidde tot
reguleren. Erkennings- en kwaliteitssystemen bren-
een wirwar van systemen die elkaar deels aanvullen,
gen met zich mee dat er meer vastgelegd moet wor-
deels overlappen, deels beconcurreren.
den, richtlijnen worden aangelegd, uitdrukkelijker eisen worden gesteld en soms ook dat er meer hiërar-
In Nederland staat de ontwikkeling van EVC nog in de
chie ontstaat. Bijvoorbeeld in situaties waar beoorde-
kinderschoenen, er is een minder gedifferentieerd
ling van iemands functioneren aan de orde is. Het
aanbod en een meer uniforme werkwijze. NIZW en
streven naar een hogere of andere kwaliteit brengt,
CIVIQ ontwikkelen een EVC systematiek voor de
met andere woorden, meer bureaucratie met zich
vrijwilligerssector (Vvan Houten, 2004). In dat kader
mee. Standaardisering en bureaucratisering verhou-
is onderzoek gedaan naar de wenselijkheid en haal-
den zich slecht tot de flexibiliteit en informele sfeer
baarheid van de systematiek. De methode geeft zowel
die veel vrijwilligerswerk kenmerkt. Het vrijwilligers-
vrijwilligers zelf als organisaties meer zicht en ook
werk vaart wel bij het feit dat het informeel is, enigs-
meer greep op hun functioneren (Nafzger, 2002). De
zins ongeregeld, flexibel, dat er een cultuur is waarin
invoering van een instrument dat ook in de betaalde
verschillen mogen bestaan en waar ook mensen
werkwereld wordt toegepast, roept echter ook grote
terecht kunnen die het op de reguliere arbeidsmarkt
vragen en weerstanden op. Vrijwilligers en hun orga-
niet redden. Kortom, de vrijwillige sector als geheel is
nisaties formuleerden een tiental randvoorwaarden
erg toegankelijk voor een grote diversiteit aan men-
waaraan de EVC-methodiek moet voldoen om een
sen, ook voor kwetsbare groepen. Regels, procedures
kans te maken in het vrijwilligerswerk. De eerste drie
en richtlijnen zetten de aantrekkelijkheid voor bepaal-
hebben betrekking op het behouden van de toeganke-
de groepen onder druk en daarmee de brede toeganke-
lijkheid en het egalitaire karakter van het vrijwilligers-
lijkheid van het vrijwilligerswerk. Erkenning en waar-
werk (Van Houten, 2004). Daaruit spreekt een zekere
dering, in wezen bedoeld om positieve effecten te
mate van angst en een gehechtheid aan de vrijwilli-
bewerkstelligen, kunnen zo verworden tot een slang
gerseigen cultuur.
die in zijn eigen staart bijt.
Plaatsbepaling
Toegenomen eisen
In dit artikel spreken we van vrijwilligers, maar uiter-
Overigens is dit een vraagstuk dat niet alleen bij
aard vormen de drie miljoen vrijwilligers in
erkenning en waardering speelt. De afgelopen jaren
Nederland geen homogene groep. Zij verschillen in
zijn de eisen en wetten waaraan bedrijven en organi-
leeftijd, geslacht, opleiding, motivatie en tal van ande-
saties moeten voldoen sterk toegenomen. Hoewel vrij-
re aspecten. Met name de motivatie is in het licht van
willigersorganisaties en vrijwilligers in organisaties
dit artikel relevant. De wensen en motieven die aan
vaak niet de primaire doelgroep zijn van deze wetten
1
1
Per 1 januari 2007 zijn de partners in dit project, CIVIQ en NIZW Sociaal Beleid, opgegaan in MOVISIE. Omdat het project waaraan in dit artikel wordt gerefereerd, is uitgevoerd voor deze datum, worden de oude namen gehanteerd.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 81
en regels, moeten ook zij zich hieraan houden.
Het artikel heeft dan ook een verkennend en tentatief
Arbowetgeving, kwaliteitsprotocollen, brandveilig-
karakter. We sluiten af met suggesties voor verder
heid, horecawetgeving en allerlei veiligheidseisen aan
onderzoek.
speeltoestellen zijn hiervan een voorbeeld. De overheid erkent dat het een reëel probleem is voor de sec-
Verheldering van begrippen
tor om met deze toenemende druk om te gaan, dat blijkt ook uit het feit dat dit een van de vier hoofdthe-
Allereerst definiëren we de begrippen herkenning,
ma´s is in de Beleidsbrief vrijwillige inzet 2005-2007
erkenning, waardering, beloning en duurzaamheid.
(VWS, 2005). De afgelopen jaren heeft CIVIQ veel aandacht besteed aan de gevolgen van de toenemende
(H)erkennen, waarderen en belonen
wet- en regeldruk op de vrijwilligerssector.
In het kader van de onderzoeksprogrammering van VWS in 2005 heeft het Verwey-Jonker Instituut samen
Dilemma in een notendop
met CIVIQ onderzocht welke vormen van erkenning
Enerzijds leiden erkennings- en beloningsinstrumen-
en waardering in het vrijwilligerswerk te onderschei-
ten dus tot kwaliteitsverbetering, zowel van de dienst-
den zijn (Plemper et al., 2005). In het rapport onder-
verlening door de organisatie als geheel als van de
scheiden zij vier begrippen die als het ware een glij-
individuele werkers. Ook beogen ze de organisatie
dende schaal vormen, namelijk herkenning, erken-
aantrekkelijker te maken voor individuele vrijwilli-
ning, waardering en beloning.
gers. Anderzijds brengen deze instrumenten bepaalde vormen van bureaucratisering met zich mee en tasten
Aan erkennen en waarderen gaat het kennen en herken-
ze de toegankelijkheid en flexibiliteit van het vrijwilli-
nen vooraf. Voordat men vrijwilligers kan erkennen of
gerswerk aan. Er is sprake van een dilemma.
waarderen, moet men bekend zijn met het verschijnsel vrijwilligerswerk en weten wat vrijwillige inzet
In dit artikel verkennen we dit dilemma. Bij deze ver-
behelst.
kenning is de volgende vraag onze leidraad:
Erkennen geeft aan dat het belang van vrijwilligerswerk wordt ingezien. Wettelijke maatregelen zijn een
Op welke wijze kunnen systemen van beloning en erken-
vorm van erkenning, maar erkenning komt ook tot
ning bijdragen aan het bevorderen van de duurzaamheid
uiting in een vrijwilligersbeleid, de formele positie
van het vrijwilligerswerk zonder de toegankelijkheid en
van de vrijwilliger in de organisatie en de aandacht
flexibiliteit nadelig te beïnvloeden?
voor individuele wensen van de vrijwilliger. Waarderen is een activiteit die gericht is op het laten
We beginnen de beantwoording van deze vraag met
zien dat inzet van de vrijwilliger op prijs wordt
een verheldering van begrippen en een inventarisatie
gesteld. Voorbeelden zijn uitstapjes, kleine presentjes,
van vormen van waardering, erkenning en beloning in
het verstrekken van lintjes of insignes: het publieke-
het vrijwilligerswerk. We richten ons met name op de
lijk uitspreken van de waardering die bestaat voor de
wat formelere vormen van erkenning en beloning.
inzet van de vrijwilliger.
Vervolgens bekijken we welke consequenties instru-
Belonen is een specifieke vorm van waarderen. Er is een
menten van waardering, erkenning en beloning heb-
stoffelijke vergoeding voor de diensten van de vrijwilli-
ben voor de organisaties waar vrijwilligers werken en
ger of organisatie, in de vorm van korting, een financië-
voor vrijwilligers zelf. Vervolgens beantwoorden we
le vergoeding of toegang tot bepaalde faciliteiten.
de vraag of deze consequenties een bedreiging vormen voor de toegankelijkheid en flexibiliteit van het vrij-
Het onderscheid tussen waarderen, erkennen en belo-
willigerswerk. Daarna schetsen we wegen uit het
nen is niet altijd scherp te trekken. Een cursus is voor
dilemma. We vermoeden dat te kunnen doen door de
vrijwilligers een vorm van waardering, maar kost de
belangen in kaart te brengen die verschillende partijen
organisatie wel degelijk geld.
hebben om met bepaalde waarderings- en erkenningssystemen te werken. Zoals gezegd, de hoeveelheid
Verschijningsvormen
onderzoeksmateriaal op dit terrein is zeer beperkt.
Erkenning, waardering en beloning in de vrijwilliger-
82 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
Tabel 1: Vormen van erkenning, waardering en beloning Gericht op organisaties
Gericht op individuele vrijwilligers
Herkenning
• Publiciteit • PR door ambassadeurs • Kennis en onderzoek
• Voorlichting over de mogelijkheden • Oefening, bijvoorbeeld maatschappelijke stage • Herkenbaarheid, door logo´s badges, kleding • Definiëring
Erkenning
• Subsidie en sponsoring • Steunpunten • Landelijk en lokaal vrijwilligersbeleid • Extra ondersteuning van organisaties • Invloed op politieke besluitvorming door deelname aan bijeenkomsten • Bemiddeling en matching maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven • Publiciteit • Ambassadeurs (bekende Nederlanders)
• Begeleiding • Flexibele tijdsindeling • Aandacht voor individuele kwaliteiten • Werksfeer creëren die past bij vrijwillige karakter van het werk • Informeren van vrijwilligers • Formele positie binnen de organisatie • Deskundigheidsbevordering, scholing • Regelingen, zoals verzekeringen en arboreglement • Onkostenvergoeding • Werkplek • Aandacht voor competentieontwikkeling • Vrijwaring van sollicitatieplicht • Certificering en competentiebeloning, • Erkenning van verworven competenties (EVC) • Vrijwilligersbeleid • Wet- en regelgeving toegespitst op vrijwilligers • Getuigschrift • Mogelijkheid bieden tot kinderopvang gedurende het vrijwilligerswerk
Waardering
• Vrijwilligersorganisatie van het jaar (lokaal of landelijk)
• Schouderklopje, privaat of publiek benoemen van waardering voor bijdrage • Attentie, klein presentje of aardigheidje • Vrijwilliger van de week, maand, jaar (binnen organisatie, lokaal of landelijk) • Koninklijke onderscheiding of lintje • Persoonlijke media-aandacht • Werkbezoek van VIP´s • Vrijwilligersuitje of feest • Geven van referenties bij sollicitaties
Beloning
• Nationaal Compliment • Nationaal ondernemerscompliment • Lokaal ondernemerscompliment • Prijzen van fondsen • Keurmerk voor goed vrijwilligersmanagement • Financiering naar prestatie • Sponsoring
• Lokaal of Gemeenten Compliment • Korting op producten of diensten van de eigen organisatie • Korting of vrije toegang op andere diensten of producten • Kleine vergoeding, vacatiegeld
Bronnen: Vrijwillig beloond (Plemper et al., 2005); Onbetaalde binding (Broenink, 2001)
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 83
sector kennen vele verschijningsvormen. Van zachte,
in deze instituties (Van Esch, 2006). Duurzaamheid is
onnadrukkelijke vormen, zoals het gebruik van de
in deze definitie verbonden aan de mate waarin bur-
algemene faciliteiten van een organisatie, tot nadruk-
gers in staat zijn maatschappelijk te participeren. Het
kelijke en geformaliseerde vormen, zoals het bieden
is in die zin feitelijk een resultante van maatschappe-
van scholing, het vastleggen van de positie van vrijwil-
lijk gedrag.
ligers in een vrijwilligersstatuut of het uitreiken van prijzen aan personen of organisaties. Om meer inzicht
Vrijwilligerswerk is één vorm van maatschappelijke
te krijgen op mogelijke vormen, hebben we een tweet-
participatie, een vorm die door vele Nederlanders
al studies samengebracht. Plemper et al (2005) maakt
wordt gekozen. In relatie tot vrijwilligerswerk vatten
een onderscheid tussen verschillende richtingen in
we duurzaamheid op twee niveaus op. In de eerste
erkenning, waardering en beloning: voor organisaties
plaats heeft duurzaamheid betrekking op de toeganke-
als geheel en voor de individuele vrijwilligers.
lijkheid en aantrekkelijkheid van vrijwilligersorgani-
Broenink (2002) exploreert de niet-financiële belo-
saties. Immers, het ligt in de verwachting dat toegan-
ningsaspecten in relatie tot de binding van medewer-
kelijke en aantrekkelijke vrijwilligersorganisaties de
kers aan een organisatie. In beide studies is onder-
kans op participatie vergroten. In de tweede plaats
zocht welke vormen van niet-financiële beloning c.q.
heeft duurzaamheid betrekking op de sector als
erkenning en waardering er zijn. De resultaten van de
geheel. Hoe kan de sector ervoor zorgen dat voldoen-
beide studies zijn hiernaast in tabel 1 samengevat.
de vrijwilligers actief blijven, liefst dat hun aantal groeit?
De verschijningsvormen kunnen worden onderverdeeld in informele en formele vormen van erkenning
De relatie tussen duurzaamheid en maat-
en waardering. Voorbeelden van informele vormen
schappelijke participatie
zijn het schouderklopje, de toespraak bij een afscheid
CINOP heeft in haar publicatie Duurzaam leren en
of andere bijzondere gebeurtenis, de dagelijkse aan-
maatschappelijke participatie de relatie tussen maat-
dacht voor het werk dat vrijwilligers verrichten.
schappelijke participatie en duurzaamheid nader uit-
Voorbeelden van formele vormen zijn prijzen, vergoe-
gewerkt. (Van Esch et al., 2006).
dingen en certificaten. De indeling in formeel en
De vorming en het behoud van sociaal kapitaal zijn in
informeel is niet strikt. Ook hier is sprake van een glij-
hun optiek de verbindende schakel tussen burger-
dende schaal. De warmere informele vormen van
schap en duurzaamheid. Sociaal kapitaal vormt ener-
waardering en erkenning zijn voor vrijwel alle vrijwil-
zijds de voorwaarde voor maatschappelijke participa-
ligers van belang. Meer formele vormen zijn voor een
tie. Alleen degenen die beschikken over een aantal
beperktere groep relevant en hangen nauw samen met
basale vaardigheden en competenties hebben de
de motieven van de vrijwilliger. Zo is de mogelijkheid
mogelijkheid om de stap te nemen richting participa-
om zich te ontwikkelen en daar ook een formele
tie in enig vrijwilligersverband. Anderzijds is de ver-
erkenning voor te krijgen vooral van belang voor hen
meerdering van sociaal kapitaal ook een opbrengst
die op zoek zijn naar aansluiting bij arbeidsmarkt
van maatschappelijke participatie. Burgerschap krijgt
en/of opleiding.
vorm in het deelnemen en mee vormgeven aan sociale verbanden en verbetert daarmee de eigen leefomge-
Duurzaamheid
ving, maar vergroot ook de eigen competenties.
Ook duurzaamheid behoeft een nadere omschrijving.
Met andere woorden: hoe groter de toegankelijkheid
Unesco heeft 2004-2015 uitgeroepen als het decenni-
van de vrijwilligersector, hoe meer mensen in staat
um voor de duurzame ontwikkeling. Unesco defi-
zijn zich sociaal kapitaal te verwerven. En hoe meer
nieert duurzaamheid op drie domeinen: de fysieke
aandacht er in organisaties is voor het functioneren en
omgeving, de economie en de samenleving. Dit laatste
ontwikkelen van vrijwilligers, hoe meer sociaal kapi-
domein is relevant voor dit artikel. In het sociaal-cul-
taal de participatie zal opleveren
turele perspectief van de samenleving heeft duur-
De vrijwilligerssector is in deze benaderingswijze
zaamheid betrekking op het begrijpen van sociale en
zowel consument als producent van sociaal kapitaal.
democratische instituties en het kunnen participeren
Juist vanwege dit regenerend vermogen is de vrijwilli-
84 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
gerssector van groot belang voor het vormgeven van
stelde dilemma zich inderdaad voordoet. Als de setting
een sociaal duurzame samenleving.
formeler wordt, de werkvormen bureaucratiseren en de toegankelijkheid vermindert, nemen de opbreng-
In vier casussen in de vrijwilligerssector - een sport-
sten voor vrijwilligers af, met name voor vrijwilligers
vereniging, een moedercentrum, een voedselvereni-
die in een kwetsbare situatie verkeren. En daarmee lij-
ging (een soort voedselbank) en een dorpshuis - heeft
ken ook de kansen op duurzaam vrijwilligerswerk te
CINOP de mogelijkheden onderzocht om het sociaal
verminderen. Vanuit een heel ander perspectief komt
kapitaal van vrijwilligers te vergroten. Ook is gekeken
de WRR tot een vergelijkbare conclusie. Deze advies-
naar de condities waaronder het vergroten van sociaal
raad richtte zich op de voorwaarden voor de realisatie
kapitaal optimaal kan plaatsvinden. Geconcludeerd
van kwalitatief goede maatschappelijke dienstverle-
wordt dat zowel non-formeel leren (niet in een onder-
ning.
wijssetting) als informeel, spontaan leren op continue basis plaats vindt in alle casussen. Deelnemers vergro-
Bedreiging van de duurzaamheid
ten zowel hun sociale als vakspecifieke competenties.
Overheden hebben belang bij een goed functionerend maatschappelijk middenveld. Een groot deel van het
Vrijwilligersorganisaties zijn van eminent belang voor
vrijwilligerswerk speelt zich af in de maatschappelijke
het scheppen van de condities voor de vorming van
dienstverlening: welzijn, gezondheidszorg, volkshuis-
sociaal kapitaal. De mate waarin deelnemers in staat
vesting, onderwijs en arbeidsvoorziening. Je vindt
zijn om te werken aan en te reflecteren op hun eigen
vrijwilligers in grote professionele organisaties zoals
handelen en functioneren, wordt in sterke mate
ziekenhuizen, verpleeghuizen, onderwijsinstellingen,
bepaald door de manier waarop de organisatie de
welzijnsorganisaties, maar ook in volledig zelfvoorzie-
begeleiding organiseert. Dit geldt in sterkere mate
nende vrijwilligersorganisaties zoals hospices, Rode
voor sociale kapitaalvorming van kwetsbare groepen.
Kruis, Zonnebloem, buurt- en bewonerscomités en
Begeleiding als vorm van het geven van erkenning,
cliëntenorganisaties.
blijkt een zinvolle investering in duurzaamheid. Het WRR-rapport Bewijzen van goede dienstverlening Bevorderen van informeel leren
analyseert de problemen rond kwaliteit toegankelijk-
De vraag is vervolgens hoe de vorming van non-for-
heid en doelmatigheid in de maatschappelijke dienst-
meel leren kan worden bevorderd. In de studie van
verlening (WRR, 2004) Er is sprake van een toene-
CINOP is gekeken welke condities organisaties moe-
mende spanning tussen de institutionele regimes
ten realiseren. Als kritische succesfactoren gelden het
waarbinnen de maatschappelijke dienstverlening
scheppen van laagdrempelige toegang tot de organisa-
functioneert, de oriëntatie van de dienstverlenende
ties en het creëren van een veilige leeromgeving. De
instellingen en de professionals die daar werken, en
informele sfeer, de gezelligheid, het samen werken
de vragen van cliënten. Het garanderen van een recht-
aan een gemeenschappelijk doel waren daarbij het
en doelmatige besteding van overheidsgelden is daar-
belangrijkst. Zodra er sprake was van externe dwang
bij het leidend principe. Het gevolg is in de ogen van
of druk, kwam dit klimaat in gevaar. Met name kwets-
de WRR dat er een geïnstitutionaliseerd wantrouwen
bare groepen, zoals sommige groepen allochtonen en
is ontstaan tussen overheden, burgers, instellingen en
uitkeringsgerechtigden, haakten af als de eisen aan
professionals, met een eenzijdige nadruk op regelen,
hun functioneren te formeel of te expliciet werden. Zij
disciplineren, afrekenen en controleren. Dit heeft
zijn dus gebaat bij losse en onnadrukkelijke vormen
geleid tot een groot aantal maatregelen van overheden
van participeren en begeleiden.
en financiers, zoals benchmarking en outputfinanciering, die vooral gericht zijn op het meetbaar maken
Samenvattend is het scheppen van een klimaat waarin
van de resultaten. Managementprocessen worden
mensen sociaal kapitaal kunnen ontwikkelen een
steeds meer dominant en raken losser van het primai-
belangrijke functie van het vrijwilligerswerk. De stu-
re proces, de uitvoering is meer naar de achtergrond
die van CINOP toont aan dat het door ons veronder-
geraakt.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 85
Meetbaarheid en transparantie
Het perspectief van vrijwilligers
Ook vrijwilligers en hun organisaties worden in toene-
Om meer zicht te krijgen op ons dilemma is het
mende mate geconfronteerd met de gevolgen van dit
belangrijk te weten hoe vrijwilligers zelf tegen waar-
paradigma. Publiek, overheid en media verwachten
dering en erkenning aankijken. Uiteraard is er niet
ook van hen dat ze openheid van zaken geven, bijvoor-
één antwoord op die vraag. Vrijwilligers zijn er in
beeld over de besteding van financiële middelen.
soorten en maten en hun wensen verschillen. Er is bij-
Maar ook verwachten zij dat organisaties inzicht
zonder weinig literatuur over hoe vrijwilligers zichzelf
geven in visie en beleidsvoornemens, en dat zij de uit-
gewaardeerd en/of erkend voelen. Toch zijn er wel
voering daarvan kunnen aantonen. Goed en transpa-
enkele tendensen te benoemen op basis van het
rant bestuur zijn daarmee essentiële onderwerpen
beschikbare onderzoeksmateriaal. We plaatsen hier de
voor maatschappelijke organisaties. Voor groot en
resultaten van vijf onderzoeken in het perspectief van
klein, landelijk en lokaal. Er zijn inmiddels diverse
dit artikel. De eerste twee onderzoeken zijn uitgevoerd
codes ontwikkeld, waaronder de code ‘Goed Bestuur
ten behoeve van het EVC-project van CIVIQ en NIZW.
voor Goede Doelen’, de ‘13 Aanbevelingen voor Goed
Het derde onderzoek gaat over de relatie tussen orga-
Sportbestuur’ en de handleiding Cultural Governance.
nisatiebinding en niet-financiële beloningsaspecten.
Deze codes geven houvast om goed bestuur in te voe-
Het vierde onderzoek heeft betrekking op vrijwilli-
ren, uit te dragen én transparant te werken (Kuipers,
gerswerk als leerplek. Ten slotte bespreken we een
2006).
onderzoek dat zijdelings licht werpt op onze vraagstelling, hierin is namelijk gekeken naar de beleving van
Veel organisaties zijn volop bezig aan deze professio-
vrijwilligers over hoe zij werden gewaardeerd.
naliseringsslag. Dit heeft echter wel gevolgen voor de wijze waarop de vrijwilligers hun werk kunnen doen.
Erkenning van verworven competenties
Vooral binnen de meer geprofessionaliseerde settings
Het Kenniscentrum Beroepsontwikkeling en Arbeids-
krijgen zij te maken met kwaliteitssystemen die soms
markt (KBA) deed onderzoek naar wenselijkheid en
haaks staan op het vrijwillige karakter van hun inzet.
haalbaarheid van het erkennen van competenties van
De ISO-normering die in de zorgsector wijd verbreid
vrijwilligers (Van Dam, 2003; Van Dam, 2004). In dit
is, is hiervan een voorbeeld.
onderzoek stonden de volgende twee onderzoeksvragen centraal:
Ander perspectief
1. Is erkenning van competenties van vrijwilligers
De WRR pleit in haar rapport voor een ander perspec-
wenselijk voor de vrijwilligerssector, voor vrijwilli-
tief, dat de zorg en het engagement van de werkers en
gersorganisaties en voor individuele vrijwilligers?
de instellingen weer centraal stelt. Als aanbevelingen
2. Wordt de invoering van een methode voor erken-
geeft de raad dat het meetbaar maken van resultaten
ning van competenties van vrijwilligers haalbaar
primair gericht moet zijn op leerprocessen en niet op
geacht door vrijwilligersorganisaties en eventuele
het afrekenen en controleren. Alleen dan kan er een
andere uitvoerders?
klimaat ontstaan waar de realisatie van een optimale
Om deze vragen te beantwoorden zijn in totaal 11 lan-
dienstverlening mogelijk is.
delijke organisaties of koepels geïnterviewd, 29 vrijwilligersorganisaties en 58 vrijwilligers.
Op grond van de rapporten van de WRR en van CINOP kunnen we stellen dat er aanwijzingen zijn dat
Wenselijkheid en haalbaarheid
het dilemma zich voordoet dat wij in onze vraagstel-
Ongeveer driekwart van de bevraagde vrijwilligersor-
ling hebben verwoord. De frictie tussen enerzijds for-
ganisaties op landelijk en lokaal niveau staat positief
malisering en anderzijds het ontoegankelijker of min-
tegenover de mogelijkheid om competenties van vrij-
der flexibeler worden van de vrijwilligerssector, is
willigers te erkennen. Zij verwachten dat het bijdraagt
vanuit verschillende perspectieven zichtbaar gewor-
aan het aantrekken van nieuwe vrijwilligers, het
den. Dit werpt echter nog geen licht op de opvattingen
behoud van zittende vrijwilligers, en de verbetering
van de vrijwilligers zelf.
van de kwaliteit van vrijwilligerswerk. Voor de vrijwilligers verwachten zij positieve effecten op hun pro-
86 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
fessionaliteit, hun motivatie, en hun kansen op de
cultuur. Veel genoemd wordt het argument dat er op
arbeidsmarkt.
geen enkele wijze een onderscheid mag gaan ontstaan
Van de geïnterviewde vrijwilligers is één op de vijf
tussen vrijwilligers die wel en die geen EVC-procedu-
positief over de mogelijkheid competenties die ze
re doorlopen hebben. Het egalitaire karakter van het
opdoen in hun vrijwilligerswerk, te laten erkennen.
vrijwilligerswerk komt hier opnieuw naar voren.
Ter vergelijking: op de betaalde arbeidsmarkt heeft slechts een op de tien werknemers belangstelling voor
Voorwaarden voor EVC
EVC (Van Houten, 2004). De meeste vrijwilligers zijn
In een vervolgonderzoek (KBA, 2004) onder 182 vrij-
bereid hierin tijd en energie te steken en vinden
willigers is nader ingegaan op de voorwaarden van
erkenning van in vrijwilligerswerk verworven compe-
vrijwilligers voor waardering en beloning. Verreweg
tenties ook belangrijk voor andere vrijwilligers.
de meesten (96%) voelen zich gewaardeerd in hun
Een grote groep ziet echter weinig in de erkenning van
werk. Ze vinden het vooral belangrijk waardering te
verworven competenties. Vanuit hun individuele
krijgen van de mensen voor wie zij het vrijwilligers-
arbeidsmarktperspectief is dat voor velen niet meer -
werk doen en stellen ook waardering van collega-vrij-
of nog niet - nodig. In die zin dus geen vreemde uit-
willigers bijzonder op prijs. Ze krijgen de waardering
komst. Veel vrijwilligers hadden echter vooral meer
het liefst informeel: liever een schouderklopje in de
fundamentele of principiële bezwaren tegen formele
wandelgangen dan een bedankje in de vergadering.
erkenning; het strookt niet met de motieven waarmee
Op de tweede plaats komt het krijgen van coaching
zij actief zijn in het vrijwilligerswerk. Het druist in
en/of begeleiding en het mogen deelnemen aan scho-
tegen het eigene van het vrijwilligerswerk, althans
ling. Voor bijna de helft van de vrijwilligers is leren
tegen wat zij als zodanig beschouwen. Zij zijn van
een belangrijk motief om te participeren. Ook een cer-
mening dat de waardering en erkenning vooral voort-
tificaat wordt als waardevolle beloning gezien.
komt uit de dankbaarheid en de waardering van degenen ten behoeve van wie het vrijwilligerswerk gedaan
Niet-financiële beloningsaspecten en binding
wordt.
aan een organisatie Broenink (2001) onderzocht de relatie tussen niet-
Opvallend is het grote verschil tussen de behoefte aan
financiële beloningsaspecten en de matie waarin vrij-
erkenning van verworven competenties bij vrijwilli-
willigers zich aan een organisatie gebonden voelen.
gers (10-20%) en de interesse hiervoor bij organisaties
Hij zoomt in op twee vormen van niet-financiële belo-
(75%). Beide groepen voeren hiervoor ook heel ver-
ning: het hebben of verkrijgen van een wij-gevoel en
schillende redenen aan. Vrijwilligers benoemen als
de mogelijkheden om werk en privé te combineren,
belangrijkste motieven de vergroting van het zelfver-
geconcretiseerd in de mogelijkheden voor kinderop-
trouwen en de mogelijkheid om de verworven compe-
vang. Broenink vergeleek een betaald-werk setting
tenties in te kunnen zetten op andere levensdomei-
met een vrijwilligersorganisatie. Hij concludeert dat
nen. Organisaties benadrukken juist de opbrengsten
niet-financiële beloningsaspecten in beide organisatie-
voor het vrijwilligerswerk zelf. Het bezwaar dat EVC
typen een belangrijke rol spelen bij de individuele
niet vrijwilligerswerk-eigen is, wordt door organisa-
relatie van de medewerker met de organisatie. Echter,
ties niet gedeeld. Zij verwachten juist dat het bijdraagt
in non-profitorganisaties worden het behoren tot een
aan de imagoverbetering van het vrijwilligerswerk.
sociaal verband en het wij-gevoel veel hoger gewaar-
Ook zien zij veel winst in het beter aansturen van de
deerd dan het kunnen combineren van werk en privé.
vrijwilligers. Wel wordt huiver uitgesproken voor sce-
Welke vormen van beloning belangrijk zijn, wordt in
nario’s waar EVC dwingend zou worden opgelegd aan
sterke mate bepaald door de organisatiecultuur. Voor
vrijwilligers.
de vrijwilligerssector in algemene zin concludeert Broenink dat bescheidenheid gewaardeerd wordt.
Zowel vrijwilligers als hun organisaties geven aan een
Ook het informele ontmoeten en het opdoen van
spanning te ervaren tussen enerzijds de opbrengsten
sociale contacten worden als een belangrijke beloning
van het invoeren van EVC en anderzijds de gevolgen
te zien.
van een dergelijke ontwikkeling voor de organisatie-
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 87
Het vrijwilligerswerk als leerplek voor goed burgerschap
De non-profitsector heeft een sterk ontwikkelde eigen
Warburton and Smith (2003) hebben een analyse
cultuur, waaraan het geven van beloningen op deze
gemaakt van twee Australische beleidsprogramma’s,
wijze wezensvreemd is. Wel blijken grote belangenor-
gericht op het stimuleren van vrijwilligerswerk. Het
ganisaties zoals Greenpeace geneigd zijn mee te gaan
eerste ging om beleid, gericht op het activeren van
in de ontwikkeling van dergelijke moderne manage-
jongeren als vrijwilliger via maatschappelijke activi-
menttechnieken. Niet zozeer omdat ze dat zelf graag
teiten gedurende hun schoolloopbaan. Het tweede
willen, maar omdat ze gebonden zijn of geraken aan
voorbeeld betrof een programma, gericht op laagge-
de meer marktconforme eisen van buitenaf. Hun
schoolde werklozen. Beide programma’s hadden een
afhankelijkheid van donateurs en sponsoring nood-
verplicht karakter. De intentie van de overheid was
zaakt deze organisaties tot transparantie. Te verwach-
om meer en kwalitatief betere, want blijvender, vor-
ten valt dat deze resultaten zich laten vertalen naar
men van maatschappelijke participatie te bewerkstel-
vergelijkbare vrijwilligersorganisaties.
ligen. De vraag die centraal stond was of dergelijke programma’s blijvend bijdragen aan actief burger-
Het onderzoek van Theuvsen richt zich op beroeps-
schap. De auteurs concluderen dat dit in deze pro-
krachten in de non-profitsector. De resultaten sluiten
gramma’s niet het geval is, er gaat zelfs een tegenover-
echter nauw aan bij de andere onderzoeken. De moti-
gesteld effect van uit. Ze constateren dat jongeren en
vatie van beroepskrachten en vrijwilligers in de non-
uitkeringsgerechtigden erg gericht zijn op leren en
profitsector lijkt sterke overeenkomsten te vertonen.
vaardigheden ontwikkelen. In de programma’s lag echter de nadruk zo sterk op de maatschappelijke
Afstemming op de motivatie van de
effecten (vermindering van werkeloosheid, creëren
vrijwilligers
van actieve burgers) in plaats van op wat de vrijwilli-
Op grond van de verschillende studies kan een aantal
gers zelf wilden, dat ze zich eerder vervreemd voelden
voorzichtige conclusies worden getrokken. Vormen
dan geactiveerd werden. Deze resultaten geven aan
van dwang hebben een averechts effect op de mate
dat de vorming van sociaal kapitaal zich niet laat
waarin vrijwilligers zich gewaardeerd, dan wel
afdwingen en dat het van belang is aansluiting te zoe-
beloond weten. Het lijkt er zelfs op, dat (sommige)
ken bij de motieven van vrijwilligers.
vrijwilligers het vrijwilliger zijn zelf definiëren als het ontbreken van een beloning voor de gepleegde inzet.
Pay for performance
De behoefte zich op die manier te profileren komt in
Theuvsen (2004) onderzocht de effectiviteit van ‘pay
allerlei vormen naar voren. De motieven van vrijwilli-
for performance’-programma’s in de non-profitsector.
gers liggen op een ander vlak dan het verkrijgen van
Deze managementtechniek is overgenomen uit de pro-
erkenning. Dat impliceert overigens niet dat vrijwilli-
fitsector en beoogt mensen te stimuleren door indivi-
gers unaniem afwijzend staan tegenover vormen van
dueel of in teamverband een geldelijke beloning in het
erkenning, beloning en waardering. Uit de studies
vooruitzicht te stellen, op basis van te behalen resulta-
wordt namelijk ook duidelijk dat verschillende vor-
ten. De beloning kan zowel het individu als de organi-
men van waarderen en erkennen een positief effect
satie ten goede komen. Doel van de techniek is de
hebben op het welbevinden en de leermogelijkheden
motivatie van werkers te vergroten. Het onderzoek
van vrijwilligers. Leren en ontwikkelen lijken vrucht-
richt zich weliswaar op betaalde krachten, maar de
bare invalshoeken waar organisaties en vrijwilligers
resultaten werpen wel meer licht op onze vraag. Het
elkaar vinden. Vrijwilligers stemmen met de voeten.
onderzoek laat zien dat dit soort systemen niet of nau-
Als het werk of de werkomgeving hen niet meer
welijks motiverend werkt voor werknemers in de non-
bevalt, zijn ze vertrokken. Systemen die aansluiten bij
profitsector. Pay for performance speelt in op de exter-
de motivatie van vrijwilligers lijken dan ook de meeste
ne motivatie, terwijl werkers in deze daarvoor geko-
kans van slagen te maken. Gezien de diversiteit in vrij-
zen hebben omdat zij zich intrinsiek aangetrokken
willigers kunnen dergelijke systemen niet anders dan
voelen tot bepaalde idealen of doelen.
maatwerk bieden.
88 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
Met belangen weg uit het dilemma?
satie. Hiervoor zijn bij uitstek de warmere, informele
De literatuur, voor zover beschikbaar, ondersteunt
vormen van waarderen geschikt. Daarbij hebben orga-
onze constatering van een spanningsvolle verhouding
nisaties er belang bij dat het werk op de goede manier
tussen de meer formele systemen voor erkenning,
gedaan wordt en dat de vrijwilligers geëquipeerd zijn
waardering en beloning enerzijds en toegankelijkheid
hun taken goed uit te voeren. Voor organisaties zijn
en flexibiliteit anderzijds. We hebben geen literatuur
erkennings- en kwaliteitssystemen ook een manier om
gevonden die een uitweg biedt uit dit dilemma. We
meer greep en zicht te krijgen op het werk van vrijwil-
doen hier een poging tot gedachtenvorming op basis
ligers. Vooral bij het werken met kwetsbare klantgroe-
van het inventariseren en benoemen van de verschil-
pen is het protocolleren van gedrag van vrijwilligers
lende belangen die ten grondslag liggen aan vormen
van belang. Erkenning en waardering is vervolgens
van (h)erkenning, waardering en beloning. De belan-
een manier om vrijwilligers te motiveren, hun inzet te
gen zijn verschillend naar aard en persoon. We onder-
continueren of te intensiveren. En tot slot kan het de
scheiden drie niveaus: dat van overheid en maatschap-
organisatie aantrekkelijk maken voor (potentiële) vrij-
pij, dat van de organisatie en dat van het individu.
willigers.
Kijkend vanuit het maatschappelijk belang is het creë-
De belangen van de individuele vrijwilliger zijn even
ren van sociaal kapitaal een belangrijke reden voor
divers. Vormen van waardering, erkenning en belo-
erkennen, waarderen en belonen van vrijwilligers-
ning vergroten het zelfvertrouwen en zelfinzicht van
werk. Ook goede en adequate dienstverlening is een
vrijwilligers. Ze borgen tevens de voorwaarden die het
motief gebaseerd op het maatschappelijke belang,
mogelijk maken het vrijwilligerswerk op een prettige,
vooral bij de overheid. In hun rol als financier speelt
goede en veilige wijze uit te voeren. Tot slot kunnen
voor overheden bovendien het belang van transparantie.
individuen baat hebben bij het formaliseren van hun ervaringen, omdat het hun mogelijkheden in andere
Ook vanuit het perspectief van organisaties zijn er ver-
levensdomeinen vergroot.
schillende redenen voor de erkenning, waardering en beloning van vrijwilligers. Om te beginnen is er het
De verschillende belangen van de diverse actoren zijn
simpelweg willen uiten van de waardering voor de tijd
samengevat in tabel 2 hieronder.
en energie die vrijwilligers aanwenden voor de organi-
Tabel 2: Verschillende belangen van diverse actoren
Belang
Organisatie
Overheid & maatschappij
Transparantie van het aanbod
X
X
Input voor organisatie
X
Controle op handelen van vrijwilligers
X
Benchmarking
Vrijwilliger
X
Aantrekkelijker worden voor klanten Aantrekkelijker worden voor vrijwilligers
X
X
X X
X
Voldoen aan wet- en regelgeving
X
X
Kwaliteitsverbetering
X
X
X
X
X
X
Vergroten van mogelijkheden tot persoonlijke groei
X
X
Betrouwbaarheid garanderen (protocollen) Leren mogelijk maken
X
Versterken van zelfvertrouwen en zelf-inzicht
X
X
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 89
Terugkerend naar het begin van dit artikel kunnen we
Suggesties voor verder onderzoek
ons afvragen of het onderscheiden van verschillende
We hebben hier verslag gedaan van een exploratief
belangen een uitweg uit het dilemma biedt. De behan-
onderzoek naar de relatie tussen duurzaamheid en
delde studies laten vooral een botsing zien tussen de
vormen van erkenning en waardering in het vrijwilli-
institutionele belangen van organisaties en de belan-
gerswerk. We hebben laten zien dat bepaalde vormen
gen van individuele vrijwilligers. In sommige gevallen
van erkenning en waardering een bedreiging kunnen
benadrukt overheidsbeleid de institutionele belangen,
opleveren voor de toegankelijkheid en flexibiliteit van
met name
waar het om verantwoording gaat. In
het vrijwilligerswerk. Er is nog weinig onderzoek
Nederland wordt in de non-profitsector nog minimaal
gedaan naar deze bedreiging als verschijnsel, laat
gebruik gemaakt van verantwoordingsmechanismen
staan naar manieren om op die bedreigingen te reage-
waarin niet de kwantiteit maar de kwaliteit centraal
ren. We hebben één weg uit het dilemma gepresen-
staat. Voor overheden lijken de opbrengsten van aan-
teerd. Met name overheden en organisaties zouden
pakken gericht op kwaliteit minder aantrekkelijk,
zich zeer bewust moeten zijn van hun motieven om
want minder hard. Het overheidsbelang zou echter
voor bepaalde instrumenten voor erkenning en waar-
ook kunnen aansluiten bij de motieven van vrijwilli-
dering te kiezen. Of dit bewustzijn de bedreiging ook
gers. Immers, ook sociaal kapitaal, participatie en
daadwerkelijk vermindert, zou nader onderzocht moe-
competentieontwikkeling nemen een belangrijke
ten worden.
plaats in op de overheidsagenda, zeker met de komst van de Wet op de maatschappelijke ondersteuning
Op grond van onze bevindingen komen wij tot de vol-
(Wmo) sinds 1 januari 2007.
gende aanbevelingen voor nader onderzoek. • Meer onderzoek naar het dilemma op zich: bestaat
Ons artikel maakt duidelijk dat van vormen van erkenning, waardering en beloning alleen dan een positief effect kan uitgaan als er een duidelijke relatie is met de intrinsieke motivatie van de vrijwilliger. Anders schiet het zijn doel voorbij. Dan is er het risico dat de effecten averechts zijn. Een uitweg uit het dilemma ligt in het zoeken naar vormen van erken-
het? Hoe kunnen we het in kaart brengen? • Onderzoek naar motieven om voor bepaalde instrumenten te kiezen. • Onderzoek naar welke vormen van erkenning en waardering aansluiten bij leren en ontwikkelen. • Onderzoek naar wegen uit het dilemma (kwalitatief, casusonderzoek, praktijkgericht).
ning en waardering die zowel aansluiten bij de belangen van vrijwilligers als bij de motieven van de andere
Erkenning en waardering zijn van groot belang, omdat
partijen. Het bieden van maatwerk is dan een eerste
zij een bijdrage leveren aan de vorming van sociaal
vereiste.
kapitaal. Sociaal kapitaal is nodig om duurzaamheid van de vrijwilligerssector te bevorderen. Tegelijkertijd
De constatering dat niet goed op de vrijiwilliger afge-
zien we dat allerhande institutionele eisen meer grip
stemde vormen van erkenning en waardering demoti-
krijgen op het vrijwilligerswerk. Deels brengt dit po-
verend kunnen werken en zelfs tot afhaken kunnen
sitieve effecten teweeg, zoals het vergroten van de
leiden, kan echter ook leiden tot een scherpere con-
zichtbaarheid van het vrijwilligerswerk. Het herbergt
clusie. Die conclusie zou kunnen leiden tot de keuze
echter ook bedreigingen. De geschetste bedreigingen
het belang van de vrijwilliger voorop te stellen en
mogen en zullen nooit de reden mogen zijn om dan
andere belangen daaraan ondergeschikt te maken. Het
maar geen aandacht te besteden aan erkenning, waar-
perspectief van het leren biedt een vruchtbare invals-
dering en beloning van vrijwilligerswerk. Er zijn
hoek waar de verschillende belangen elkaar kunnen
wegen uit het dilemma. Deze wegen moeten bewan-
raken: een lerende organisatie met lerende medewer-
deld worden, hoe mistig ze nog zijn, om te voorkomen
kers, betaald of onbetaald.
dat we het kind met het badwater weggooien.
90 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
(H)erkenning, waardering en beloning
Referenties Kuipers, C. (2006). Laat zien wat je doet. Handreiking transparantie en goed bestuur. CIVIQ, Utrecht, 2006. Houten, M. van (2004). EVC in het vrijwilligerswerk. In: Het brede perspectief van EVC: jaarboek EVC 2004. Duvekot, R. en J.Brouwer (red). Utrecht: Lemma 2004. Warburton, J. and J. Smith (2003). Out of the generosity of your heart: are we creating active citiznes through compulsory Volunteer programmes for young people in Australie? In Social Policy & Administration volume 37, no 7, december 2003, p 772-786. Theuvsen, L. (2004). Doing better while doing good: motivational aspects of pay-fo-performance effectivinees in nonprofit organizations. Voluntas; International Journal of voluntary and nonprofit organizations. Vol 15, no 2, june 2004 p117-135. Broenink, N. (2001). Onbetaalbare binding. Niet financiële beloningsaspecten en de binding van medewerkers aan een organisatie. Utrecht, Verwey-Jonker Instituut. Renes, Reint Jan (2005). Sustained Volunteerism, justification, motivation and management. Dissertatiereeks Kurt Lewin Instituut. WRR. Bewijzen van goede dienstverlening. Den Haag, 2004. Plemper et al. Vrijwillig beloond. Een onderzoek naar het erkennen en waarderen van vrijwilligers. Utrecht, Verwey-Jonker Instituut. Nafzger, J. (2002). Vrijwilligers en EVC. Verkenning van het EVC- potentieel in vrijwilligerswerk. Kenniscentrum EVC. VWS (2005). Beleidsbrief vrijwillige inzet 2005-2007. Ministerie van VWS, Den Haag. Van Esch, W. (2006). Duurzaam leren en maatschappelijke participatie. CINOP, ‘s-Hertogenbosch, juli 2006. Van Dam, E. (2003). Wenselijkheid en haalbaarheid van het erkennen van competnties van vrijwilligers. KBA, Nijmegen. Van Dam, E., A. Klaeijsen en J. Frietman (2004). EVC in de rondte. In ViO Wetenschappelijk Tijdschrift voor Onderzoek naar Vrijwilligerswerk jrg. 1, nr 2, p. 36-48. Klaeijsen, A. (2004). Erkenning van competenties van vrijwilligers: potentiële gebruikers in kaart gebracht. KBA, Nijmegen. Devilee, J. (2005). Vrijwilligersorganisaties onderzocht. SCP, Den Haag.
.