Het magazine voor openbare besturen, socialprofitorganisaties en ondernemingen
juni 2014
Contact
09
04
02
UW UITDAGINGEN
Steeds meer inwoners, zelfde levenskwaliteit? Word een ‘Smart City’!
INFOGRAFIE
Smart Cities
IN DE KIJKER Europese primeur in samenwerking met de EIB
18
13
KNOWING YOURSELF
Geen doemdenken meer, tijd voor positieve actie!
NEWS
44
TOT UW DIENST
39 @
De toekomst is aan wie de slimme netten kan beheren
ntdek de elektronische O versie van Belfius Contact op de pagina’s ‘Public & Social Banking’ en ‘Corporate’ van www.belfius.be.
FSC Contact: een uitgave van Belfius Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – RPR Brussel BTW - BE 0403.201.185 – Verzekeringsagent FSMA nr. 19649 A – Verantwoordelijke uitgever: Olivier Onclin Belfius Bank respecteert uw privacy (Wet 08-12-1992). Wenst u toegang tot of verbetering van uw gegevens, of wenst u dit magazine niet langer te ontvangen, dan kunt u dat laten weten via bovenvermeld adres of op het nummer 02 222 12 02. Lay-out: Chris Communications Agency, www.chriscom.be
3 | Contact | juni 2014
Werkten mee aan dit nummer: Christian Croon, Joost Declerck, Tom Dejonghe, Henk Deraedt, Izabel De Winne, Francis Hayen, François Franssen, Marc Lacroix, Laurence Maudoux, Els Pannecoucque, Jean-Louis Pennequin, Dominique Pireyn, An Van Moer, Ann Weemaels, Maryse Wilmet en de dienst Publicaties van Belfius Bank. Copyright : De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden op copyright van de illustraties in deze publicatie te bereiken. De rechthebbenden die zouden vaststellen dat buiten hun medeweten illustraties gereproduceerd werden, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.
Foto’s: Stefan Martens, Getty Images. De redactie streeft correcte informatie na, maar kan desondanks niet garanderen dat alle informatie absoluut volledig, juist en betrouwbaar is. Ze kan hiervoor dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. De artikels in dit magazine zijn louter informatief, wat betekent dat ze niet moeten gezien worden als een specifiek aanbod of een advies om in te tekenen. Redactiedatum: 01-06-2014
Edito
Samen bouwen aan
de stad van morgen! Marc Raisière, voorzitter van het Directiecomité
Als plaats om te wonen en te werken, om contacten te leggen en tradities te koesteren, is de stad altijd al de smeltkroes van innovatie en verandering geweest. Vandaag staat ze centraal in de strategie Europa 2020, die in het volgende decennium de strijd tegen werkloosheid, ongelijkheid, armoede, klimaatop warming, … wil aangaan en ons continent door de economische crisis wil loodsen, door de lidstaten op weg te helpen naar duurzame groei als bron van voorspoed en sociale vooruitgang.
Bij Belfius Bank & Verzekeringen zijn we daarvan overtuigd. In België werden al veel investeringen gedaan die de groei bevorderen, waarde creëren en banen scheppen (in 2013 verstrekte Belfius voor meer dan 2 miljard euro kredieten aan de openbare besturen en financierde het de ondernemingen die die projecten realiseerden). Toch kan het altijd beter, vinden wij.
De stad staat wel degelijk op een kruispunt.
We zijn dan ook trots u de lancering van ons programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’ aan te kondigen. Deze in Europa unieke globale benadering is erop gericht de Belgische openbare besturen via voordel leningen te steunen in hun duurzame projecten. Ze vormt een onderdeel van het recente cofinancieringsprogramma dat Belfius en de Europese Investeringsbank (EIB) onlangs ondertekenden en dat kredieten voorstelt speciaal voor investeringen in stadsontwikkeling, stedelijk vervoer, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.
Ze staat voor enorme socio-economische, ecologische en zelfs financiële uitdagingen, zoveel is zeker. Maar die uitdagingen vormen voor ons allemaal – lokale besturen, burgers, ondernemingen – ook een formidabele opportuniteit om blijk te geven van creativiteit en om van de stad een plaats te maken waar het aangenaam leven is.
Bovendien vormen die lokale projecten en nieuwe markten een grote groei-uitdaging voor alle onder nemingen die met de openbare besturen (willen) werken. De verandering is volop bezig. Overtuig uzelf en ga op ontdekking naar al die steden en gemeenten in België die zich sterk maken voor een slimme en duurzame benadering om de grote uitdagingen van morgen aan te gaan. Over het hele land schieten lokale initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Voor die openbare besturen, burgers, ondernemingen… en ook voor Belfius is er geen twijfel mogelijk: we zijn op de goede weg! Veel leesplezier!
De uitdagingen vormen een formidabele opportuniteit om van de stad een plaats te maken waar het aangenaam leven is.
|1
Smart Cities
Om de grote uitdagingen op het vlak van duurzame ontwikkeling succesvol aan te gaan, zullen ondernemingen en openbare besturen blijk moeten geven van creativiteit. Ze zullen intelligente steden en gemeenten moeten bouwen die duurzame vernieuwingen realiseren op het gebied van mobiliteit, bestuur, huisvesting, milieu, economie en menselijk kapitaal. Tal van dergelijke initiatieven creëren werkgelegenheid en toegevoegde waarde, maar vaak vormt de financiering een struikelblok. Om samen met u de meest geschikte oplossingen te vinden, lanceert Belfius daarom het programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’.
589
mobiliteit
governance
STEDEN en GEMEENTEN
98 %
huisvesting
mensen
van de Belgische bevolking leeft in stedelijke gebieden. economie
De gemeenten moeten ruimtes ontwikkelen waar het goed samenleven is.
Duurzame/intelligente investeringen creëren meerwaarde en jobs.
ACTOREN IN DUURZAME ONTWIKKELING
• De openbare besturen • De ondernemingen • De academische wereld • De Europese Commissie, die de normen bepaalt en subsidies toekent • De banken, die financieringsvoorstellen formuleren
milieu
EUROPESE NORMEN
(doelstellingen 2020)
20 % 20 %
CO2
20 %
energieefficiëntie
hernieuwbare energie
Hoe duurzame en intelligente projecten financieren? FINANCIERINGEN
SUBSIDIES
Voorfinanciering is mogelijk
Bancaire kredieten
Europese
EIB
Europese via de regio’s
(Europese Investeringsbank)
Leasing / huur
Regionale
Publiek-Private Samenwerking
Oplossing per project volgens: de aard van het project de schuldcapaciteit de kosten van de voorstudie de rol van het openbaar bestuur
Financiering op maat
Samenwerking tussen Belfius en de EIB Om de steden en gemeenten financieel te steunen in hun duurzame en intelligente projecten, heeft Belfius samen met de EIB het programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’ ontwikkeld. De EIB stelt 200 miljoen euro ter beschikking van Belfius die er op zijn beurt hetzelfde bedrag aan toevoegt, zodat in totaal niet minder dan 400 miljoen euro ter beschikking van de openbare besturen zal worden gesteld. Er werden drie domeinen gedefinieerd voor de projecten ‘Smart Cities & Sustainable Development’: mobiliteit, stadsontwikkeling en energie-efficiëntie.
100 %
PROJECT
Samenwerkingsdomeinen Belfius-EIB
aanvulling
Belfius max. 50 %
EIB
MOBILITEIT of
STADSONTWIKKELING of
ENERGIE-EFFICIENTIE
Voor meer details: www.belfius.be/smartcities
UW UITDAGINGEN
Steeds meer inwoners, zelfde levenskwaliteit? Word een
‘Smart City’! Overal ter wereld keren de mensen terug naar stedelijke gebieden. Die bieden hen immers veel faciliteiten. Dat is goed nieuws: steden en gemeenten hebben inwoners nodig om te bloeien. Maar hoe kunnen ze ervoor zorgen dat het er aangenaam wonen blijft, als ze steeds groter worden? Ze moeten een ‘smart city’ worden!
Steden en gemeenten moeten nieuwe uitdagingen het hoofd bieden, als ze de levenskwaliteit van hun inwoners willen behouden en versterken.
Vandaag woont al meer dan 70 % van de Europeanen in stedelijk gebied. In België doet bijna iedereen dat (98 %). En die percentages nemen alleen maar toe. Die groei brengt tal van nieuwe uitdagingen met zich mee op het vlak van mobiliteit, tewerkstelling, woningbouw, menselijk kapitaal, water- en energieverbruik, afvalbeheer … Steden en gemeenten moeten die uitdagingen het hoofd bieden, als ze de levenskwaliteit van hun inwoners willen behouden en versterken. Daarvoor moeten ze ‘smart’ worden: innovatieve oplossingen uitwerken, zodat het leven er comfortabel blijft.
Welke oplossingen kunnen dat zijn? Van alles, zoals u zult lezen in ons magazine. Maar wat veel oplossingen gemeen hebben, is dat ze gebaseerd zijn op een geïntegreerde en coherente aanpak, een of meerdere coherente plannen met een visie op middellange en lange termijn.
Het gemeenschappelijke doel: Europa 2020 Nog iets wat de oplossingen gemeen hebben: ze zijn duurzaam. Want het zijn de stedelijke gebieden die de meeste energie verbruiken (75 %) en die het meeste CO2 uitstoten (80 %). Het is dus daar dat het verschil kan worden gemaakt om de klimaatdoelstelling van Europa 2020 – de Europese groeistrategie via duurzame ontwikkeling – te realiseren. Tegen 2020 wil Europa 20 % minder CO2 uitstoten in vergelijking met
1990, 20 % van de verbruikte energie uit hernieuwbare bronnen halen en de energie-efficiëntie met 20 % verbeteren. Geen wonder dus dat Europa smartcityoplossingen massaal stimuleert en ondersteunt. Financieel. Maar ook door de ontwikkeling van Europese platformen voor kennisdeling. Zoals het Burgemeestersconvenant, een Europese beweging van lokale en regionale overheden die vrijwillig efficiënter wil omspringen met energie en die meer duurzame energiebronnen wil gebruiken om de Europese doelstelling van 20 % minder CO2-uitstoot te halen én te overtreffen. Het convenant telt ondertussen al meer dan 5 600 leden (!) waaronder ondertussen al meer dan 100 besturen uit België. Andere platformen zijn Civitas, dat al 60 Europese steden heeft geholpen duurzame mobiliteitsoplossingen te realiseren. En URBACT, een platform waarop 500 steden samenwerken om aan duurzame stadsontwikkeling te doen.
Meer dan een buzzword! Overal in Europa maken steden en gemeenten samen met academici en bedrijven werk van duurzame smartcityprojecten. Ook in België zijn er veel smartcityprojecten – ook al heten ze niet altijd zo. Zowel in grotere als kleinere gemeenten en steden, in samenwerking met bedrijven, provincies, gewesten en gemeenschappen …
|5
UW UITDAGINGEN
We halen in dit magazine tal van voorbeelden aan. Toch is er nog veel werk aan de Belgische winkel, in vergelijking met het buitenland. Bovendien stipt Freddy Vandaele, smartcityspecialist bij de federatie van de technologische industrie Agoria, twee aandachtspunten aan: “Het is belangrijk dat projecten binnen een duurzame visie over de toekomst van de stad of gemeente passen. Dat is in ons land nog niet altijd het geval. Een visie die trouwens door iedereen gedragen moet worden. Want uiteindelijk moet het project samen met de bevolking waargemaakt worden. De bevolking moet dus geïnformeerd worden over het waarom van bepaalde werken, en zich erachter kunnen scharen.” “Verder is er bij steden en gemeenten vaak nog een gebrek aan kennis over wat er kan. Ik raad hen aan om te praten met andere lokale besturen, via bijvoorbeeld de Europese en Belgische platformen voor kennisdeling, en met de ondernemingen. Zo weet je welke pro-
jecten werken en wat er technologisch kan”, besluit Freddy Vandaele. Op die manier versterken ondernemingen en besturen elkaar, zeker als ze nadien ook samen projecten realiseren.
Is ‘smart’ ook betaalbaar? Geen onbelangrijke vraag, gezien de economische context, de nieuwe boekhoudkundige vereisten voor lokale besturen, hun stijgende uitgaven voor de pensioenen, en hun dalende inkomsten … Toch lonen slimme, duurzame oplossingen, want ze leveren naast kostenbesparingen ook meer inkomsten op. De stad of gemeente krijgt immers:
→m eer inwoners: aangezien de aantrekkingskracht voor jonge gezinnen vergroot; →m eer lokale economie: er komen kansen voor ondernemingen die innovatieve oplossingen kunnen aanreiken, creatieve mensen worden aangetrokken die nieuwe bedrijven oprichten … De economie groeit en het aantal jobs neemt toe. Studies bewijzen dat investeringen in duurzame projecten ook meerdere jobs creëren. “Een stad of gemeente moet bovendien niet van de ene op de andere dag alles veranderen, maar beetje bij beetje, door zich bij elk uit te voeren werk af te vragen hoe het gerealiseerd kan worden vanuit de duurzame visie”, licht Freddy Vandaele toe.
Wilt u als onderneming een duurzaam, slim project realiseren? Voor uzelf? Of voor een gemeente of stad? Dan kunt ook u uiteraard gebruik maken van de aangehaalde subsidies en op een onderneming afgestemde financieringen. Als u voor de overheid wilt werken, moet u wel enkele regels en procedures volgen. Maar het loont de moeite! Meer info: www.belfius.be/B2G en de vorige editie van Belfius Contact, volledig gewijd aan Business2Governement.
6 | Contact | juni 2014
Hoe financieren? Toch rest de vraag hoe de duurzame, slimme keuzes gefinancierd kunnen worden. Er zijn verschillende mogelijkheden, die uiteraard te combineren vallen. Soms gebeurt de financiering volledig of gedeeltelijk met eigen middelen. Maar er bestaan ook tal van subsidieprogramma’s (van Europese tot lokale) die aangeboord kunnen worden – al dan niet in combinatie met een voorfinanciering ervan door een financiële instelling.
Wat kunnen wij voor u betekenen? Belfius kan u helpen een financiering samenstellen die perfect past bij uw project, uw financiële situatie, de socio-demografische samenstelling van uw bevolking ... En dan zijn er nog financieringsformules zoals leasing, publiek-private samenwerkingen, financieringen op maat … en, gewoon, een klassieke lening.
Geniet een gecombineerde lening van Belfius en de Europese Investeringsbank
Bij de keuze van financiering zijn een aantal factoren van belang:
Via Belfius Bank worden al zeer veel duurzame investeringen in België gefinancierd. Maar we willen extra financieringsmogelijkheden creëren voor smartcityoplossingen en slimme duurzame investeringen. Dankzij een ambitieuze en exclusieve samenwerking met de Europese Investeringsbank – een primeur in Europa – kunt u als openbaar bestuur via Belfius Bank tot 50% van uw smartcityproject extra voordelig financieren. De helft van uw krediet wordt immers verleend door de EIB tegen een verlaagde rentevoet. Lees meer over dit unieke financieringsprogramma op p. 13.
1. De aard van het project: het is evident dat een nieuw elektrisch voertuig niet dezelfde financieringsoplossing vraagt dan bijvoorbeeld een volledig stadshernieuwingsproject. 2. De financiële mogelijkheden: wat is de budgettaire ruimte bij het gemeente- of stadbestuur? Kan het zelf het volledig project dragen of moet het ook naar externe financieringsbronnen zoeken? 3. De kosten voor de voorstudie: is alle kennis voor de opmaak van het dossier meteen voorhanden? Of is eerst een uitgebreide haalbaarheidsstudie door experten nodig? 4. De rol die het bestuur wil spelen: wil het zelf de nodige verantwoordelijkheden dragen? Of alle risico’s door andere partijen laten dragen?
i Meer info over subsidies? Zie p. 11
|7
UW UITDAGINGEN
Wat de klimaaten energiedoelstellingen betreft, zit Europa op koers. Ook in België doen we het niet slecht, maar is er toch nog werk op de plank! Ivo Belet, EUROPEES GEDEPUTEERDE
Europa 2020
Sterker uit de crisis komen door smart te zijn!
Toen enkele jaren geleden de crisis losbarstte, bleef Europa niet bij de pakken zitten. Het wil sterker dan ooit tevoren worden via de Europa 2020-strategie van slimme en duurzame ontwikkeling. De Europese steden spelen hierbij een belangrijke rol. Genoeg stof voor een gesprek met Ivo Belet (CD&V), die tijdens de voorbije Europese regeerperiode deel uitmaakte van de commissie Industrie, Onderzoek en Energie van het Europees parlement.
8 | Contact | juni 2014
We kunnen de crisis achter ons laten en verder groeien als we een slimme, duurzame en inclusieve economie worden.
Ivo Belet schetst eerst even de situatie in 2010, toen de Europa 2020-strategie gelanceerd werd: “Ten gevolge van de zware financieel-economische crisis zijn heel veel jobs verloren gegaan, de schuldenlast nam enorm toe, ons sociaal stelsel kwam onder zware druk te staan … En ondertussen worden we geconfronteerd met problemen op wereldschaal: de aanpak van de klimaatverandering vraagt om ingrijpende acties. Fossiele brandstoffen en andere grondstoffen zijn niet onuitputtelijk, die moeten dus efficiënter ingezet worden en we moeten op zoek naar duurzame alternatieven. Als we zo afhankelijk blijven van fossiele brandstoffen en als we zo inefficiënt blijven omspringen met grondstoffen, zullen we onze bedrijven en consumenten blootstellen aan prijsschokken die onze economie ondermijnen en zal de klimaatverandering nog verergeren. Het gaat om fundamentele uitdagingen die de draagkracht van elke afzonderlijke lidstaat ver overstijgen. Het beste en krachtigste antwoord kan alleen via een gezamenlijke Europese aanpak komen.”
Die strategie, dat is Europa 2020? “Inderdaad. We geloven dat we de crisis achter ons kunnen laten én verder kunnen groeien als we een slimme, duurzame en inclusieve economie worden. ‘Inclusief’ betekent dat zo veel mogelijk mensen mee genieten van de groei en een job hebben. ‘Slim’ houdt in dat we onze grote troef meer uitspelen: kennis en innovatie. ‘Duurzaam’ betekent dat we erover waken dat we onze huidige behoeften invullen zonder die van de toekomstige generaties in gevaar te brengen. We streven naar een economie die competitief is maar die zuinig omspringt met de schaarse hulpbronnen.”
Wat zijn dan de concrete doelstellingen? “Tegen 2020 moeten we de CO2-uitstoot met minstens 20 % verminderd hebben ten opzichte van 1990. Het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in het totale verbruik moet met 20 % worden opgetrokken. En onze energie-efficiëntie moet met 20 % omhoog. Andere doelstellingen voor 2020 zijn: 75 % van de 20tot 64-jarigen aan het werk, veel meer investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling, minder dan 10 % voortijdige schoolverlaters, 40 % hooggeschoolden en 20 miljoen minder armen.”
Grote rol voor steden Voor het halen van de klimaatdoelstellingen van Europa 2020 spelen de stedelijke gebieden een grote rol. Waarom? “Meer dan 70 % van de Europese bevolking woont in stedelijke gebieden. De Europese steden zijn centra van economische activiteit en innovatie en kunnen dus een essentiële bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen. In samenwerking met de stedelijke spelers – ondernemingen, non-profitorganisaties, gezinnen en de academische wereld – kunnen lokale overheden werk maken van een schonere en gezondere leefomgeving. Door slimme infrastructuur kunnen ze energie besparen en schone energie optimaal gebruiken. Om het gebruik van ‘slimme’ technologie te bevorderen, lanceerde de Europese Commissie in 2011 het ‘Smart Cities and Communities European Innovation Partnership’. Dit initiatief zet de energie-, de transport- en de IT-sector aan om met een combinatie van hun technologieën de noden van stedelijke gebieden te vervullen.” Meer info over Europa 2020: ec.europa.eu/europe2020
|9
UW UITDAGINGEN
Nog werk!
Tandje bij!
De groeistrategie Europa 2020 werd in 2010 gelanceerd. Waar staan we vandaag, 4 jaar later?
Het nieuwe Europese financiële meerjarenplan geeft een boost aan Europa 2020?
“Wat de doelstellingen op het vlak van klimaat, energie en onderwijs betreft, zit de Europese Unie op koers om ze te halen. Maar wat werkgelegenheid, Onderzoek & Ontwikkeling én armoedebestrijding betreft, moeten we nog heel wat inspanningen doen om de afgesproken ‘targets’ te halen.”
“Het zwaartepunt voor het behalen van de doelstellingen ligt bij de lidstaten. Maar hun inspanningen worden wel door de Europese Unie ondersteund, onder andere door in de Europese begroting middelen te voorzien voor tal van steunprogramma’s.
En hoe zit het in België? “Wij zitten in de middenmoot: we hebben vooruitgang geboekt, maar we moeten tegen 2020 een versnelling hoger schakelen om met name onze nationale doelstellingen voor onderzoek en armoedebestrijding te halen. Ook wat hernieuwbare energie betreft, is onze doelstelling best ambitieus. In Vlaanderen hebben we niet bijzonder veel ruimte voor hernieuwbare energiebronnen. We moeten dus voluit de kaart trekken van energie-efficiëntie om onze CO2-uitstoot terug te dringen en dus blijven inzetten op innovatie. Zo creëren we voordelen, niet enkel voor het milieu maar ook voor onze bedrijven en overheden, die zo innovatief leiderschap tonen. En voor de burgers. Want als we het centrum van innovatieve oplossingen worden, groeien bestaande bedrijven en trekken we er nieuwe aan. En zo creëer je nieuwe jobs.”
na 2020
Uiteraard is met de Europa 2020-strategie de kous niet af. In januari heeft Europa de klimaat- en energiedoelstellingen voor 2030 voorgesteld: de uitstoot van broeikasgassen met 40 % terugdringen, het aandeel van hernieuwbare energie in het totale verbruik tot 27 % opdrijven … En voor 2050 is de ambitie nog veel groter: de uitstoot van broeikasgassen met 80 tot 95 % terugdringen.
de boodschap van de verenigde naties is klaar en duidelijk
Het nieuwe Klimaatrapport van de VN is duidelijk in zijn conclusies en aanbevelingen: de opwarming van de aarde moet tegen 2100 tot maximum 2 graden extra beperkt worden. Dan blijven de gevolgen en de kosten ervan voorspelbaar en beheersbaar, volgens EU-klimaattopman Jos Delbeke, directeur-generaal van de Klimaatactie bij de Europese Commissie. Het is dus nu hét moment om te investeren in innovatieve oplossingen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie, en zo de doelstellingen van Europa 2020 en de nieuwe voor 2030 en 2050 te helpen realiseren.
10 | Contact | juni 2014
Zo hebben we een belangrijk budget – bijna 80 miljard euro – goedgekeurd voor Horizon 2020, het Europese overkoepelende programma voor onderzoek en innovatie. Schone energie, milieuvriendelijk transport en een duurzame economie zijn daarbij de prioriteiten.” Europa ondersteunt daarnaast ook projecten die de samenhang tussen de verschillende Europese regio’s verbeteren. België kan hiervoor op 2,1 miljard euro rekenen. Ook hier vraagt de EU aan de lidstaten dat ze het geld inzetten om de Europese 2020-doelstellingen te halen.”
Grijp de uitgestoken hand! Het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (VLEVA) toonde via een enquête bij 545 Vlaamse bedrijven en non-profitorganisaties aan dat de Europese subsidieprogramma’s nog weinig gekend zijn in Vlaanderen: 61 % bleek geen enkel Europees subsidieprogramma te kennen, 46 % wist niet of de eigen organisatie ervoor in aanmerking komt, en 74 % vroeg de afgelopen vijf jaar geen subsidies aan. De vaststelling is toepasbaar voor gans België. Wat kunnen we hieraan doen? “Het klopt dat we vanuit België nog te weinig inspelen op de Europese programma’s. VLEVA en de nationale contactpunten van Europa proberen daar verandering in te brengen. Ze zijn ook de boer opgegaan om de Europese middelen meer bekendheid te geven. Dat is al een hele stap, maar dat is nog maar het begin van een lange weg. Actoren die een Europees project willen indienen, moeten begeleiding krijgen om hun projectvoorstel zo goed en volledig mogelijk op te stellen. Het klopt immers dat er heel wat administratie komt kijken bij zo’n Europees project. Er wordt dan ook nauw op de besteding van de Europese middelen toegekeken. Vanuit het Europees Parlement proberen we ervoor te zorgen dat de procedures zo soepel mogelijk zijn, zonder de financiële controle uit het oog te verliezen.”
Meer weten over subsidies? Ga naar p. 11
Subsidies en projectondersteuning:
geen utopie! De Europese subsidies bestemd voor slimme en duurzame projecten worden nog onvoldoende benut door onze steden en gemeenten. Ze gaan er nog te veel vanuit dat deze over het algemeen voorbehouden zijn voor grootsteden of multinationals, te moeilijk te bekomen zijn en te ingewikkeld om te beheren ... Nochtans kunnen deze steunmaatregelen een mooie financiële ruggenteun bieden bij het realiseren van uw doelstellingen. Ontdek hier een overzicht van de verschillende subsidiemogelijkheden. En weet dat ze talrijk zijn en toegankelijk voor iedereen.
Laten we meteen een misverstand de wereld uithelpen: ook lokale besturen en bedrijven kunnen subsidies krijgen, eveneens van Europa. Dat gebeurt in de praktijk zelfs vaak; veelal in het buitenland, maar het kan ook in België. Wat daarbij de doorslag geeft, is evenwel niet de grootte van uw bestuur of bedrijf. Vooral uw project is van belang: dat moet voldoen aan de voorwaarden die het subsidieprogramma stelt.
Recept voor een grotere kans op slagen Aangezien heel wat subsidies alleszins in oorsprong Europees zijn, geven we u enkele adviezen die de kans om ze te verkrijgen aanzienlijk vergroten. →S luit aan bij de groeistrategie Europa 2020 En zeker bij de 3 prioriteiten van de Europese Commissie: 1. Een economie die minder CO2 -uitstoot in de strijd tegen de klimaatverandering. 2. De ontwikkeling van een innovatieve, digitale kennismaatschappij. 3. De versterking van de werkgelegenheid en het onderwijs. Zorg er ook voor dat uw project resultaatgericht is en dat het te herhalen valt in andere lidstaten. →K ader uw project in een goed doordacht mobiliteits-, klimaat- of energieplan Zo is het duidelijk dat het geen losstaande poging tot verandering is. Promoot uw projectplan ook op internationale samenwerkingsplatformen (meer info op p. 5).
→E én project, meerdere domeinen om meer kans te maken op subsidies! Een project rond afvalvermindering past perfect binnen het Life-programma. Werkt u daarbij ook samen met een onderzoek sinstelling voor research naar nieuwe toepassingen met bioafval, dan past dit in het Horizon 2020-programma. Net als die app die u daarbij ontwikkelt, waarmee elke afvalproducent de afbouw van zijn afval en de energierecuperatie erdoor kan raadplegen. Eén project biedt dus meerdere subsidiemogelijkheden. Ruim denken en het opsplitsen van het project in meerdere projecten is de boodschap. → Werk samen met bedrijven en andere lokale besturen! Ook dit vergroot de kans op Europese subsidies. Samenwerken met buitenlandse partners kan vereist zijn, maar is dat zeker niet altijd (o.a. voor projecten binnen de programma’s EFRO en COSME).
i
Bijna nooit volledig gesubsidieerd Het is belangrijk te preciseren dat de subsidieprogramma’s haast nooit de volledige financiering van een project dekken. Op enkele uitzonderingen na kunt u een project meestal tot maximaal 70 % van het totale bedrag van de werken met subsidies gefinancierd krijgen. De subsidies worden uitbetaald in schijven, waarvan de laatste na de realisatie. Door gebruik te maken van prefinanciering kunt u de subsidies van in het begin al volledig aanwenden.
Hulp bij subsIdieaanvragen De juiste contactpersonen vinden is zeker niet altijd eenvoudig. Gelukkig kunnen tal van organisaties (publiek of privé) u daarbij helpen. Aarzel dus zeker niet om hen te contacteren.
Meer info over Europese subsidies → Website van de Europese Unie: http://ec.europe.eu/budget/MFF/programmes
Contactpunten in de gewesten → Vlaanderen: VLEVA, het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap: www.vleva.eu Specifiek voor Horizon 2020: via het Instituut voor Wetenschap en Techniek (IWT): www.europrogs.be → Wallonie: Nationaal Contact Punt Wallonië: www.ncpwallonie.be → Brussel: Nationaal Contact Punt Brussel: www.ncpbrussels.be Ontdekt de andere subsidiemogelijkheden op p.12 en op www.belfius.be/smartcities.
| 11
UW UITDAGINGEN
Subsidielandschap in kaart gebracht Het Europees meerjarenplan voor de periode 2014-2020 heeft een budget van meer dan 1 biljoen euro, waarvan een groot deel naar subsidies voor vernieuwende projecten gaat, ook lokale. De Europese Commissie wil zo tal van uitdagingen het hoofd bieden, waaronder die van het klimaat. Gemiddeld wordt 20 % besteed aan projecten die daar iets aan doen. Daarnaast zijn er tal van subsidies beschikbaar op regionaal/lokaal niveau. Het is onmogelijk ze allemaal te vermelden, maar hieronder geven we er toch een aantal bij wijze van voorbeeld.
Subsidies op Europees niveau → Horizon 2020
• Waarvoor? Projecten rond klimaat, stadsontwikkeling en innovatie. Waaronder ook voor het eerst smartcityprojecten. • Europees budget voor 2014-2020: bijna 80 miljard euro.
→C OSME
• Waarvoor? Projecten die de competitiviteit en de duurzaamheid van Europese bedrijven versterken, en het ondernemerschap aanmoedigen. • Europees budget: 2,3 miljard euro. →A ndere Europese subsidies
→ LIFE
Onze lijst is zeker niet exhaustief, er zijn soms ook andere specifieke thema’s waarvoor bijkomende steun beschikbaar is (bijvoorbeeld rond duurzame mobiliteit).
• Europees budget voor 2014-2020: 3,456 miljard euro:
Meer info over het Europees meerjarenplan en alle subsidieprogramma’s: http://ec.europa.eu/budget/mff/ programmes
• Voor welke projecten? Projecten in 2 prioriteitsdomeinen: milieu en klimaat. > Prioriteit ‘milieu’: 2,592 miljard euro (minstens 55 % naar ‘Natuur en biodiversiteit’). > Prioriteit ‘klimaat’: 864 miljoen euro. → EFRO
• Waarvoor? Projecten die de economische, sociale en interregionale samenwerking in de EU versterken. • Hoe beschikbaar? Via de gewesten. De gewestelijke invullingen worden in de volgende maanden geëvalueerd door Europa. De eerste subsidies zullen nadien worden toegekend. • Budget voor België voor 2014-2020:
> R egionale ontwikkelingsprogramma’s: - Voor de meer ontwikkelde regio’s (Vlaanderen, Brussel, provincie Waals-Brabant): 978 miljoen euro. - Voor transitieregio’s (provincies Henegouwen, Namen, Luxemburg, Luik): 1,084 miljard euro. > Grensoverschrijdende en transnationale samenwerking: 264 miljoen euro.
12 | Contact | juni 2014
Europese projectondersteuning via European Local ENergy Assistance (ELENA) • Waarvoor? Voor innovatieve projecten rond energie-efficiëntie en hernieuwbare energie kan ELENA tot 90 % van de technische ondersteuning financieren. • Europees budget voor 2014 en 2015: 1,5 miljoen euro per jaar.
Subsidies en projectondersteuning op regionaal/lokaal niveau Niet enkel Europa maar ook de regionale, provinciale of soms zelfs gemeentelijke overheden bieden subsidiemogelijkheden, naargelang hun eigen prioriteiten en/of programma’s (bv. Vlaanderen In Actie, Marshallplan 2020 of Leefmilieu Brussel).
IN DE KIJKER
Europese primeur in samenwerking met de Lancering van het programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’
EIB
Voor Pierre-Emmanuel Noël, hoofdprocuratiehouder bij de EIB, en François Franssen, Head of Strategy – Marketing Public & Wholesale Banking bij Belfius, wordt de lancering van het programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’, een Europese primeur, het startschot van een succesverhaal. Het programma ontstond uit de samenwerking tussen Belfius en de EIB, om de openbare besturen te helpen en financieel te ondersteunen bij hun toekomstige slimme en duurzame projecten. Een dubbelinterview.
| 13
IN DE KIJKER
Het programma ‘Smart Cities & Sustainable Development’ wil de steden en gemeenten begeleiden en financieel ondersteunen bij hun slimme en duurzame projecten. PIERRE-EMMANUEL NOËL, hoofdprocuratiehouder bij de EIB
‘Smart Cities & Sustainable Development’ wordt vandaag als Europese primeur gelanceerd. Wat houdt dit programma precies in? Pierre-Emmanuel Noël: “Dit nieuwe programma ontstond uit de samenwerking tussen Belfius en de EIB en biedt een globale aanpak ‘Smart Cities & Sustainable Development’. Het is uniek in Europa en wil de steden en gemeenten – zelfs de allerkleinste – begeleiden en financieel ondersteunen bij hun slimme en duurzame projecten. Voor zover die projecten kaderen binnen de bekommernissen van de programma’s die de gewesten en provincies hebben uitgewerkt om de doelstellingen van de strategie ‘Europa 2020 – Voor slimme, duurzame en inclusieve groei’ te halen.” François Franssen: “Trouw aan zijn prioriteiten en vanuit zijn belangstelling voor de toekomst van de steden en gemeenten heeft Belfius als enige bank voorstellen gedaan aan de EIB en onderhandeld over een programma ten belope van 200 miljoen euro, uitsluitend bestemd voor de realisatie van slimme en duurzame projecten bij de lokale besturen ... Belfius zal eenzelfde bedrag inbrengen, wat betekent dat in totaal niet minder dan 400 miljoen euro ter beschikking zal worden gesteld van de lokale besturen voor hun ‘Smart Cities & Sustainable Development’-projecten. Het contract stelt verder dat het programma uitgevoerd moet zijn binnen een termijn van maximaal 5 jaar. We willen uiteraard sneller gaan en zo mogelijk het contract vernieuwen …” P-E.N.: “Aangezien in België 98 % van de bevolking in stedelijke gebieden woont, zijn wel degelijk alle steden en gemeenten betrokken partij!”
Leg ons in het kort eens uit waarom dit gemeenschappelijke programma werd opgesteld … F.F.: “Aan de basis ligt een drieledige vaststelling voor Belfius. Ten eerste leek het concept ‘smart cities’ enkel op grote steden zoals Barcelona, Amsterdam en
14 | Contact | juni 2014
Londen te slaan. Maar ook al zijn de problemen in een kleine stad of gemeente niet van dezelfde dimensie als die in een grote, toch kunnen kleinschalige slimme en duurzame projecten van kleinere openbare besturen ook helpen de 2020-doelstellingen van de Europese Unie realiseren. Ten tweede zijn de openbare besturen zich bewust van de grote economische, maatschappelijke en culturele uitdagingen en van de noodzaak om duurzame elementen op te nemen in de ontwikkeling van hun stad of gemeente. De natuurlijke hulpbronnen worden immers schaarser en de bevolking neemt snel toe. Ze beseffen dus dat ze een proactieve en doordachte langetermijnvisie nodig hebben. Ten derde moeten de financiële middelen worden gevonden die het meest geschikt zijn voor dit soort van investeringen.”
En wat is de reden voor de EIB? P-E.N.: “Die is zeer eenvoudig! Onze economen zijn van oordeel dat een ontwikkeld land 4 % van zijn bbp moet besteden aan zijn infrastructuur, maar in België is dat percentage sinds de jaren 80 steeds verder gedaald, tot minder dan 2 % in 2013. 7 miljard euro in totaal, voor alle publieke investeringen samen. Dat probleem bestond al bij de sanering van de overheidsfinanciën, maar is sinds de crisis nog verergerd. Als de infrastructuur niet wordt vernieuwd of vervangen, dreigt ze wel zeer snel in verval te raken … Dat is des te zorgwekkender omdat het Europees gemiddelde vandaag 2,3 % bedraagt. We zitten daar dus echt met een probleem, zowel wat tempo betreft als volume en wil …” F.F.: “Dit tekort aan investeringen in onze infrastructuur kan onder andere verklaard worden door de al jaren aanslepende begrotingsperikelen voor België, zijn gewesten, gemeenschappen en gemeenten …”
Een ontwikkeld land moet 4 % van zijn bbp besteden aan zijn infrastructuur. In België is dat percentage minder dan 2 %.
Als de staat minder middelen en meer uitgaven heeft, moet hij slimmer investeren om toegevoegde waarde te creëren … en om de economische groei terug aan te zwengelen! F.F.: “Dat is de kern van onze boodschap: door slim en duurzaam te investeren in infrastructuur voeden de openbare besturen duurzame economische ontwikkeling en zorgen ze voor een hogere levenskwaliteit. Met een verstandig beheer van de natuurlijke hulpbronnen, dankzij een participatief bestuur. Ze zetten in op de toekomst omdat hun investeringen waarde, jobs en meerwaarde opleveren en op lange termijn tot een grotere vraag en een grotere productiecapaciteit zullen leiden. Ze maken hun stad of gemeente aantrekkelijker voor hun inwoners, voor de toeristen, voor ondernemingen, investeerders enz. Kortom, door slim en duurzaam te investeren zullen België en zijn lokale besturen erin slagen de economische dynamiek nieuwe zuurstof te geven.”
Volgens welke principes worden de EIB-kredieten toegekend? P-E.N.: “Omdat aanzienlijke investeringen in infrastructuur nodig zijn in een moeilijke financiële context, is het van belang dat het opgestelde werkkader investeringen bevoordeeld die de groei ten goede komen … Daarom hebben we de soorten ‘Smart Cities & Sustainable Development’-investeringen in drie pijlers ondergebracht. De eerste pijler houdt verband met stadsvernieuwing, de tweede met stedelijk vervoer en de derde met hernieuwbare energie en energie-efficiëntie.”
Hebt u in het verleden ook al niet dergelijke projecten gefinancierd? P-E.N.: “Toch wel, maar in deze drie pijlers apart! We spreken voortaan van een smartcityproject als een investering verder gaat en diverse criteria combineert. Als we bijvoorbeeld een stadswijk renoveren en daarin ‘zachte’ mobiliteitsoplossingen introduceren … Of als we een nieuw gemeente- of stadhuis bouwen volgens een zeer energie-efficiënt ontwerp én daarbij oog hebben voor de integratie van verschillende gemeente- of stadsdiensten om de dienstverlening aan de burgers te verbeteren.”
Ik hoop dat ‘smart cities’ een nieuwe norm wordt, een nieuwe manier van denken en handelen.
| 15
IN DE KIJKER
F.F.: “Belfius is altijd al de grootste krediet verstrekker van de besturen geweest. Nieuw is echter zeker de uitgesproken voorbeeldfunctie van de onderliggende investeringen.”
Hoe gaat dat concreet op het terrein verlopen?
In totaal wordt niet minder dan 400 miljoen euro ter beschikking gesteld van de lokale besturen voor hun ‘Smart Cities & Sustainable Development’-projecten. François Franssen, Head of Strategy- Marketing public & wholesale banking bij Belfius
F.F.: “Elk bestuur zal zijn project kunnen bespreken tijdens contacten met zijn Belfiusrelatiebeheerder. We zullen het dan samen bekijken, om te zien of het in aanmerking komt voor de criteria van een smartcityproject. Of als dat niet het geval is, welke ontbrekende elementen erin geïntegreerd moeten worden. Natuurlijk is het openbaar bestuur dan vrij om het project wel of niet aan te passen. Zodra het project vastligt en past in het kader van smart cities, komt het in aanmerking voor 50 % van de inbreng van de EIB.”
De EIB in een notendop De EIB is een van de grootste multilaterale financiële instellingen van de wereld. Door haar uitzonderlijke knowhow en resources aan te wenden voor investeringen die de doelstellingen van de Europese Unie helpen realiseren, geeft de EIB – de bancaire instelling van de EU – de toekomst van Europa en zijn partners vorm. De EIB werd opgericht in 1958 krachtens het verdrag van Rome, dat de Europese Economische Gemeenschap tot stand bracht. De instelling oefent activiteiten van een bank uit: ze leent de meeste van haar fondsen op de kapitaalmarkten tegen voordelige voorwaarden en draagt dit voordeel vervolgens over naar haar ontleners. De aandeelhouders van de EIB zijn de EU-lidstaten. De EIB financiert zichzelf en krijgt geen budget van de Unie. Het geld dat aan de organen van de publieke sector of aan privéondernemingen wordt geleend, wordt ingezameld op de internationale obligatiemarkten. De EIB – die een ‘triple A’-rating geniet – is momenteel trouwens verreweg de grootste multilaterale bank, in termen van volume aan leningen en ontleningen. In 2013 heeft de EIB meer dan 70 miljard euro geleend en ontleend.
16 | Contact | juni 2014
Bent u optimistisch over het welslagen van het nieuwe programma? F.F.: “Zeer zeker! In ons land bestaan er al tientallen slimme en duurzame projecten. Die zijn daarom misschien niet als smartcityproject bestempeld en beantwoorden misschien niet aan alle criteria … Alleen stellen we vandaag doorgaans vast dat – ondanks de duidelijke politieke wil om te investeren – veel projecten blokkeren bij de financiering. Daar kan Belfius natuurlijk tussenbeide komen en de weg naar een goede financieringswijze tonen via een krediet – eventueel in samenwerking met de EIB, via een leasingoplossing, via een samenwerking met een privépartner …” P-E.N.: “Persoonlijk denk ik dat dit een succes wordt. Want hoewel de EIB voor het eerst zo werkt, zal België eens te meer een voortrekkersrol in Europa spelen en dat goed doen. Met dit programma willen we een gedragswijziging veroorzaken, de lokale beleidsmakers een klik doen maken. Wij bezorgen hen een soort matrix van criteria waaraan ‘good practices’ moeten voldoen. Het staat hen vrij die criteria toe te passen op hun projecten, door meer eisen te stellen en proactiever te zijn bij hun investeringen en door strategischer en meer geïntegreerd te werk te gaan. Ik hoop dat de hele opzet een gedragswijziging en een ommerzwaai, een soort dynamiek die wat oplevert, zal teweegbrengen … en dat ‘smart cities’ stukje bij beetje een nieuwe norm wordt, een nieuwe manier van denken en handelen. Het toont aan dat het mogelijk is om anders te investeren en dat men zo langetermijnfinancieringen tegen een voordelige rentevoet kan genieten en andere ambities kan koesteren.” F.F.: “Steden of gemeenten waarvan het project een smartcitykrediet kon genieten, zullen ook meer erkend worden als een plek waar het goed is om te leven …”
BSIDIES
Voorfinanciering is mogelijk
Europese
Europese via de regio’s
Regionale
Oplossing per project volgens: de aard van het project de schuldcapaciteit de kosten van de voorstudie de rol van het openbaar bestuur
→ Voor wie is dit bedoeld?
un duurzame en intelligente projecten, heeft Belfius samen met de ment’ ontwikkeld. De EIB stelt 200 miljoen euro ter beschikking van gt, zodat in totaal niet minder dan 400 miljoen euro ter beschikking den drie domeinen gedefinieerd voor de projecten ‘Smart Cities & en energie-efficiëntie.
%
Samenwerkingsdomeinen Belfius-EIB MOBILITEIT of
STADSONTWIKKELING of
ENERGIE-EFFICIENTIE
Enkel projecten die voldoen aan de criteria die werden afgesproken tussen de EIB en Belfius, komen in aanmerking voor het gezamenlijke financieringsprogramma: • de projecten moeten worden uitgevoerd door of voor een stad of gemeente in België; • de projecten moeten thuishoren in één of meerdere van de volgende domeinen: mobiliteit, stadsontwikkeling of energie-efficiëntie; • voor elk voorgenoemd domein moet de ‘drager’ van het project kunnen aantonen dat zijn dossier aan de vastgelegde criteria voldoet om als duurzaam te kunnen worden beschouwd, en dit zelfs voor de meest ambitieuze slimme projecten.
→ Wat is het voordeel? De projecten die in aanmerking komen, genieten – voor zover het financieringsdossier aan Belfius wordt toegewezen – een inbreng (voor 50 % van het bedrag) van de EIB.
→ Wat moet u doen? Belfius Bank blijft uw enige gesprekspartner voor uw financiering. Uw relatiebeheerder licht u meer in detail de verschillende criteria toe waaraan u moet voldoen om in aanmerking te komen, alsook de te volgen procedure.
Voor meer details: www.belfius.be/smartcities
| 17
KNOWING YOURSELF
Geen doemdenken meer,
tijd voor positieve actie! Vlaams-Brabant trekt aan de groene kar
Om de klimaatverandering tegen te gaan, is positieve actie nodig. Daarvoor bundelden 56 gemeenten uit Vlaams-Brabant en de provincie zelf de krachten. Provinciegouverneur Lodewijk De Witte en gedeputeerde Milieu en duurzaamheid Luc Robijns doen hun inspirerende verhaal.
In oktober 2013 hebben de gemeenten en de provincie een eerste stap gezet richting Europa 2020: de ondertekening van een Klimaatengagement. Daarmee engageerden ze zich om alles op alles zetten om klimaatneutraal te worden. “Dit was slechts een eerste stap. We wensten vooral de doelstelling ervan ingang te laten krijgen op het lokale niveau. En de gemeenten te tonen wat ze erbij te winnen hebben. Om hen zo te motiveren om tot actie over te gaan. Eind maart 2014 hebben ook meer dan 25 middenveldorganisaties een klimaatengagement ondertekend. Een belangrijke stap om een breed maatschappelijk draagvlak tot stand te brengen. En later dit jaar wil ik hetzelfde doen bij de bedrijven en de landbouw uit onze provincie”, aldus Luc Robijns.
Het blijft niet bij een engagement alleen? Luc Robijns: “Zeker niet. We willen de gemeenten, eenmaal overtuigd, overhalen om het Burgemeestersconvenant te ondertekenen. Dat is een Europees initiatief van meer dan 5 000 lokale besturen die samen één van de doelstellingen van Europa 2020 – de CO2-uitstoot met 20 % verminderen – willen behalen én overtreffen. Eenmaal ondertekend, zullen ze binnen het jaar een concreet actieplan opstellen om de uitstoot terug te dringen en om de twee jaar verslag uitbrengen over de vooruitgang.”
18 | Contact | juni 2014
Lodewijk De Witte: “Het Burgemeestersconvenant ondertekenen zal ook het gemeenschappelijke besef verder aanwakkeren dat we absoluut het menselijk welzijn en de menselijke omgeving moeten vrijwaren. Anders dreigen we kopje onder te gaan, figuurlijk en misschien ook letterlijk.”
Veel gemeenten proberen vandaag al de CO2-uitstoot terug te dringen?
L.R.: “Iedere gemeente waarmee ik spreek, is bezig met energiebesparing en CO2-uitstoot. Vooral op het vlak van de verwarming van gebouwen: beter isoleren, zonnepanelen en -boilers installeren, biomassaketels in gebruik nemen, restwarmte van bedrijventerreinen gebruiken voor de verwarming van wijken … De energiedistributiebedrijven Eandis en Infrax of het intergemeentelijke samenwerkingsverband Interleuven kunnen hiervoor concrete aanbevelingen doen. Maar de gemeenten stimuleren ook inwoners om hún huizen energiezuiniger te maken met dubbele beglazing, dakisolatie … Ook maatschappelijk en financieel kwetsbare inwoners: zij kunnen een beroep doen op bijvoorbeeld de Energiesnoeiers, specialisten ter zake die energiebesparende maatregelen uitvoeren bij hen thuis. Een ander vlak waarop veel energiebesparing mogelijk is, is mobiliteit – zeker in onze regio, de noordrand van Brussel waar veel pendelaars elke
Iedere gemeente waarmee ik spreek is bezig met energiebesparing en CO2-uitstoot. Luc Robijns, gedeputeerde Milieu en duurzaamheid
dag stilstaan. Natuurlijk kunnen wij, de provincie en de gemeenten, onze inwoners niet stimuleren om te kiezen voor milieuvriendelijke wagens. Maar we kunnen hen wel aanzetten om bijvoorbeeld met elektrische fietsen via fietssnelwegen naar Brussel te gaan werken. Of minibusjes inzetten voor vervoer naar moeilijk bereikbare plaatsen.”
De actieplannen moeten straks dus niet vanaf nul worden opgesteld? L.D.W.: “Absoluut niet. Al deze projecten passen hier al in. Maar vanzelf gaat een actieplan opstellen ook niet. Het moet gerichte maatregelen bevatten en de uitvoering ervan vergt veel (financiële) inspanningen van iedereen – gemeenten, bedrijven, burgers ... Maar als we niets doen, zal de kost nog veel groter en oncontroleerbaar zijn.”
Wat is de rol van de provincie bij het opstellen en realiseren van deze actieplannen? L.R.: “We willen gemeenten op weg zetten. Alles start met een nulmeting: hoeveel CO2 wordt er vandaag uitgestoten en op welke vlakken is verbetering mogelijk? Als provincie organiseren we opleidingen voor het uitvoeren van zo’n nulmeting en over het interpreteren van de resultaten. Verder begeleiden we gemeenten, indien nodig, bij het opstellen van een actieplan om de doelstellingen te halen, ook vandaag al. Wat zijn ze, en wat is prioritair? Hoe behaalt een gemeente die objectieven? Binnen welke termijn? En hoe zorgt ze ervoor dat iedereen zich achter het plan schaart? Dit zijn keuzes die gemeenten het best samen maken. Want niet elke gemeente kan op alle vlakken het front openen.”
→ + dan 100 lokale besturen, provincies en gewesten in België hebben het Burgemeestersconvenant ondertekend
| 19
KNOWING YOURSELF
VOORBEELD VAN Province Limburg → Ook Limburg wil klimaatneutraal worden. De provincie en alle 44 gemeenten erin (her-) bevestigden in 2011 hun deelname aan het Burgemeestersconvenant. In 2012 maakten de gemeenten hun klimaatplannen op, die stuk voor stuk goedgekeurd werden. → Tegen 2020 wil de provincie de CO2-uitstoot halveren met een selectie maatregelen uit het Europa 2020-scenario, op basis van de nu beschikbare technieken. → Lees meer over hun Klimaatengagement: www.limburg.be/Limburg/ Limburgklimaatneutraal/Klimaat-Limburggaat-klimaatneutraal.html
L.D.W.: “We willen daarvoor de lokale actoren niet alleen in het convenant, maar ook op het terrein bij elkaar brengen om samen te werken en van elkaar te leren. Want alleen dan zal het lukken. De provincie is daarvoor het geknipte beleidsniveau: dicht bij de gemeenten en toch nog overkoepelend.”
Bieden jullie ook financiële ondersteuning? L.D.W.: “Ja, ook daarvoor kan men bij ons terecht. We hebben zonet ons subsidiesysteem vernieuwd. Per jaar hebben we voortaan gemiddeld 500 000 euro ter beschikking die we kunnen investeren in klimaat- en duurzaamheidsprojecten van gemeenten, feitelijke verenigingen van bedrijven en burgers, middenveldorganisaties en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Voor ons is belangrijk dat de ingediende projecten blijk geven van samenwerking – ik wil geen projecten ondersteunen waaruit slechts één gemeente voordeel haalt. Bovendien moeten de projecten herhaalbaar zijn. Zodat we ze, als ze goede resultaten opleveren, als een ‘good practice’ kunnen voorstellen aan de andere leden van het Burgemeestersconvenant.”
Alleen als we samenwerken, zal het lukken!
20 | Contact | juni 2014
De provincie VlaamsBrabant en tal van gemeenten eruit willen klimaatneutraal worden. Dat moet én kan! Lodewijk De Witte, PROVINCIEGOUVERNEUR VLAAMS BRABANT
Klimaatactieplannen zijn wellicht ook goed voor de lokale economie? L.D.W.: “Ja, heel wat cleantechbedrijven in onze provincie zijn op zoek naar innovatieve oplossingen. Het is belangrijk, niet alleen voor het klimaat, maar ook voor de werkgelegenheid, dat we op dat vlak tot de top behoren. Want de hele wereld staat voor dezelfde klimaatproblemen, en heeft die oplossingen dus nodig. Er zijn dus kansen voor de lokale economie.” L.R.: “Om die hotspot van innovatie te worden, bundelen de bedrijven, de beleids- en de academische wereld in Vlaams-Brabant de krachten in Flanders Smart Hub. Dit initiatief zoekt naar innovatieve businessopportuniteiten op het vlak van transport, logistiek, energie en milieu …”
Tot slot: lukt het jullie om tegen 2020 de CO2-uitstoot met 20 % te verminderen?
L.D.W.: “Vaak hoor ik: dat is niet mogelijk. Hetzelfde zei men al jaren geleden over het probleem van de zure regen die bossen vernietigde. Maar vandaag is het nagenoeg volledig opgelost door normen van de Europese Unie, door maatregelen die de bedrijven hebben genomen en door inspanningen van ieder van ons. Kenteringen zijn mogelijk als je goed gedragen maatregelen treft en als je er echt voor gaat. Dus ja, we moeten én kunnen die doelstelling halen, minimaal. Dat is onze ambitie.”
Burgemeesterconvenant Het Burgemeestersconvenant is de Europese beweging van lokale en regionale overheden die vrijwillig toezeggen de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen op hun grondgebied te verhogen. Door hun verbintenis beogen de ondertekenaars van het convenant de EU-doelstelling om de CO2-uitstoot met 20 % te verminderen tegen 2020, te behalen en te overtreffen.
i
Meer info
→ Over de subsidies: www.vlaamsbrabant.be/subsidies → Over het Klimaatengagement: www.vlaamsbrabant.be/ klimaatneutraal
→ Meer info: www.burgemeestersconvenant.eu
| 21
KNOWING YOURSELF
Herstal, op weg
naar een nieuwe stad
Voor welke uitdagingen staat de slimme stad of gemeente van de toekomst?
Om de toekomst veilig te stellen, moet een slimme stad of gemeente nieuwe modellen uitwerken in de volgende domeinen:
→ Economie • De oprichting van ondernemingen bevorderen en het ontstaan van de banen van de toekomst begeleiden. • Investeerders aantrekken in een context van scherpe concurrentie.
→ Duurzame ontwikkeling • De omschakeling naar een energiepakket bevorderen dat in hoofdzaak gebaseerd is op hernieuwbare bronnen. • Nieuwe mobiliteitsoplossingen voorstellen.
→ Stadsontwikkeling • Een nieuwe manier bedenken om de ruimte te ordenen op basis van een verdichting van de stad om zo de verdere uitbreiding ervan te voorkomen.
22 | Contact | juni 2014
De stad Herstal is, op initiatief van zijn Europarlementslid/burgemeester Frédéric Daerden en zijn gemeenteraad, begonnen met een ambitieuze stadskernvernieuwing en wil economisch dynamisme en duurzame ontwikkeling verzoenen. Om het opwaarderingsbeleid voor de door de industriële achteruitgang zwaar getekende wijken tot een goed einde te brengen, heeft de stad zich in 2008 versterkt door Urbeo op te richten, een autonoom gemeentelijk vastgoedbedrijf.
Interview met Frédéric Daerden, burgemeester van de stad Herstal Welke rol zal Herstal als stad met een rijk industrieel verleden spelen in de wereld van morgen? Frédéric Daerden: “We moeten de rol van een stad niet op wereldschaal meten, maar volgens de tevredenheid van de stadgenoten, omdat we eerst en vooral voor hen werken. Door de leefomgeving en de levenskwaliteit van de inwoners van Herstal te verbeteren, zullen wij ten volle onze rol van motor in het bekken van de Beneden-Maas kunnen spelen. Dat kan dan weer bijdragen aan de uitstraling van de Luikse agglomeratie ... Maar het klopt wel dat we aan ons industrieel verleden een internationale bekendheid danken en dat de productie van onze spitsbedrijven nog altijd wereldwijd verspreid wordt (perfecte voorbeelden van dergelijke bedrijven zijn Techspace Aero of FN). Ongetwijfeld meer dan elders is Herstal ervan overtuigd dat we nieuwe ondernemingen moeten aantrekken die morgen werkgelegenheid en welvaart zullen creëren. Het industriepark van Hauts Sarts en zijn zowat 8 000 werknemers zijn een mooi instrument dat we willen optimaliseren door ontwikkeling en leefomgeving te verzoenen. Wij overwegen ook om de voormalige elektromechanicafabriek ACEC en zijn 18 ha in het midden van de stad een nieuwe bestemming te geven: we willen er een nieuwe ontwikkelingspool van maken die beter is afgestemd op de andere naburige stedelijke functies (zie kaderartikel ‘Het project Verdir: het platteland keert terug naar de stad’). Dat is de ambitie die ik heb voor mijn stad en mijn medeburgers: dat ze zich hier goed voelen en zich hier ten volle kunnen ontplooien in een dynamisch en sociaaleconomisch veelbelovend kader.”
De verdichting van de stad wordt overal als een noodzaak bestempeld, en wordt zelfs gezien als een vooruitgang die de kosten en de ecologische impact beperkt en het sociale bindweefsel versterkt. Bent u het eens met die visie die stedenbouwkundig architect Jean Nouvel ‘De stad op de stad bouwen’ noemt? F.D.: “Het grondgebied van een stad als Herstal heeft meerdere gezichten. Er is de dichtbebouwde stad met zijn gebouwen, opslagplaatsen, vrij dichte netwerk, complexe mobiliteit. Er is ook de aanwezigheid rond dit
VISIE: DE 3 HOOFDPIJLERS VOOR HERSTAL
1. H et stadscentrum nieuw leven inblazen, en de leefomgeving en levenskwaliteit verbeteren voor de inwoners van Herstal.
2. N ieuwe diensten en voorzieningen ontwikkelen: mobiliteit, zorg, onderwijs, energie enz.
3. N ieuwe ondernemingen aantrekken die in de toekomst jobs en welvaart creëren en de overgang naar de economie van morgen bevorderen, door onder andere een beroep te doen op het dynamisme en de expertise van de Universiteit van Luik.
sterk verstedelijkte centrum van half-verstedelijkte, half-landelijke zones zoals Liers, Milmort en Vottem. Zij geven aan Herstal een echte groene gordel en een stedelijke en demografische verscheidenheid. Het is belangrijk om die verscheidenheid te respecteren en te vrijwaren. In dat verband kunnen we door een Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) aan te nemen een groeiende verstedelijking tegengaan. Want waarom zouden we willen uitbreiden en die groene reservoirs aantasten, terwijl hele stukken van onze wijken kunnen worden heringericht? Er bestaan immers op het grondgebied van het stadscentrum zones die vroeger bestemd waren voor kleine industrie, en die vandaag niet meer worden gebruikt en die echte ontwikkelingsmogelijkheden bieden. Zelfs als, indien we de statistieken mogen geloven, de Waalse bevolking aanzienlijk gaat groeien tijdens de komende 15 tot 20 jaar, dan nog kunnen we die uitdagingen het hoofd bieden door de bestaande bouwzones te verdichten en onze oude wijken te renoveren of om te vormen. Neem nu het Jean Jaurès-project en de verdere ontwikkeling ervan: de bouw van een honderdtal woningen, kantoren, ambachtelijke ruimten of een hotel of een rusthuis. Dat alles op een plaats die tot voor kort een wirwar was van loodsen, garages, verlaten bedrijven en een voormalige sporthal. Dat is volgens mij een mooi voorbeeld van het concept van ‘De stad op de stad bouwen’. Ik kan ook het voorbeeld geven van het privé-initiatief Pré-Madame. Daarbij is het de bedoeling
| 23
KNOWING YOURSELF
We moeten de rol van een stad niet op wereldschaal meten, maar volgens de tevredenheid van de stadgenoten, omdat we eerst en vooral voor hen werken. bijna 350 woningen te bouwen en ook nog tal van andere functies tot stand te brengen binnen de muren van de voormalige fabriek van FN.”
Wat is uw strategie om Herstal nieuw leven in te blazen en om er opnieuw die levenskwaliteit te scheppen die nieuwe inwoners en ondernemingen zal aantrekken?
Frédéric Daerden, Europarlementslid en burgemeester van herstal
Herstal, overheidsopdrachten en ondernemingen
“Tijdens de crisis vormden de overheidsopdrachten een echte buffer voor tal van lokale ondernemingen”, zo legt Frédéric Sevrin, directeur van Urbeo, uit. “Vandaag erkennen vele bedrijfsleiders dat zij, dankzij de moeite die de overheid heeft gedaan om op zoek te gaan naar de nodige subsidies voor de ontwikkeling van haar eigen projecten, bestellingen hebben binnengekregen van de stad Herstal en zo gemakkelijker het hoofd boven water hebben kunnen houden.”
24 | Contact | juni 2014
F.D.: “In eerste instantie heeft Herstal, gelet op de beperkte middelen en de vele uitdagingen, goed nagedacht over een optimale strategie om de stad weer een nieuwe dynamiek te geven. Exact de behoeften bepalen, de investeringen in kaart brengen, allemaal coherent om het hefboomeffect van dat beleid te maximaliseren. Herstal zal zich dus van specifieke instrumenten moeten voorzien om dat doel te bereiken. Zo heeft de stad in 2007 een kadernota voor zijn stadsvernieuwing en verkeersplan aangenomen. Naast dat essentiële instrument gaan de stad en Urbeo – ons autonoom gemeentelijk vastgoedbedrijf, een 100 % openbare rechtsvorm waarmee we sommige van onze commerciële en industriële activiteiten gedecentraliseerd kunnen beheren – de SEGEFA (Service d’Étude en Géographie Économique Fondamentale et Appliquée van de Universiteit van Luik) vragen om een diagnose van de handel in Herstal op te stellen en om pistes voor te stellen om de terugval van die sector tegen te gaan en, meer fundamenteel, terug te draaien. In derde instantie werd er globaal nagedacht over de volledige mobiliteit in het stadscentrum (op basis van de overige vaststellingen en doelstellingen die voortkwamen uit de voorgenoemde instrumenten). In 2013 werd dus een gemeentelijk mobiliteitsplan aangenomen. Het is met behulp van die instrumenten dat diverse structuurprojecten tot stand kwamen en vandaag in de ontwikkelingsfase zitten. Zo is er onder andere het Marexhe-Gare-project dat het gebruik van het station wil uitbreiden. Het wordt opgetrokken beneden aan het huidige station, rond een nieuw plein waarrond dan nieuwe gebouwen aan beide zijden van het kruispunt van Marexhe kunnen worden opgetrokken. Of het nieuwe gemeenteplein dat afgewerkt is sinds 2012 en dat nu een aangename wandelruimte en ontmoetingsplaats is geworden. Ten slotte verwijzen we nog naar het nieuwe administratief centrum dat aan de voet van het gemeenteplein in één hoofdgebouw alle diensten van de gemeente en het OCMW zal groeperen.
Alles welbeschouwd zullen we Herstal niet alleen her tekend hebben met nieuwe gebouwen en nieuwe voorzieningen, maar zullen we de stad ook nieuw leven hebben ingeblazen door de toegankelijkheid en de dienstverlening aan de bevolking te verbeteren, door een voluntaristisch mobiliteitsbeleid te ontplooien en door economische activiteiten te faciliteren en ze meer te laten ontwikkelen.”
Over welke middelen beschikt u om dat te verwezenlijken? F.D.: “Deze strategie werd al enkele jaren geleden uitgewerkt en we zitten in een vergevorderd stadium van de uitvoering. Redelijkerwijs zouden bijna alle aangehaalde projecten verwezenlijkt moeten zijn binnen dit en 4 jaar. Daarvoor hebben we een deel van de financiële middelen van de stad of van zijn leenvermogen kunnen reserveren, maar ook de human resources die nodig waren om op zoek te gaan naar de diverse subsidies waarmee we tot een sluitend budget konden komen. Als u immers tegenwoordig in aanmerking wilt komen voor subsidies van het gewest of Europa, moet u afgelijnde, gemeten en strikt berekende projecten voorstellen. Om dat te kunnen doen, moesten we kunnen werken met enthousiaste en professionele teams in ons bestuur. Zo zijn we erin geslaagd te putten uit de regionale fondsen voor stadsvernieuwing en stadsherwaardering en uit de EFRO-fondsen tijdens het vorige programma. Wij willen natuurlijk nieuwe projecten voorstellen ter gelegenheid van het nieuwe programma voor de periode 2014-2020.
Wilt u meer een beroep doen op de privésector voor het verwezenlijken van toekomstige vastgoedinvesteringen in Herstal? Tot nu toe kon de stad de nodige openbare middelen vrijmaken en deze toespitsen op strategische projecten zoals Hayeneux, Marexhe-Gare of Jaurès. Het is de bedoeling dat morgen privéinvesteerders uit eigen beweging de fakkel overnemen en dergelijke investeringen op zich nemen, omdat de markt in gunstige zin zal zijn geëvolueerd. We plukken nu al de eerste vruchten van dit beleid. Zo is er bijvoorbeeld het geval van het privéproject Aurora (van de groep Horizon) dat tot stand kwam naast het project Hayeneux. Door de condities te creëren van een vastgoedmarkt die voorheen niet bestond, hopen de openbare besturen dat de toekomstige investeringen geïnitieerd en gedragen zullen worden door de privésector. In die logica doet iedereen wat hij of zij het best kan. De publieke sector doet de eerste grote strategische investeringen die een gunstige marktsituatie scheppen en de privésector doet de vastgoedtransacties die door die gunstige marktsituatie in de hand worden gewerkt. Dankzij die samenwerkingsvorm zal Herstal in de toekomst zijn reconversie verder kunnen uitdiepen.”
Project Verdir: het platteland keert terug naar de stad Verdir – wat staat voor Valorisation de l’Environnement par la Réhabilitation Durable et l’Innovation Responsable (de omgeving opwaarderen door duurzame renovatie en verantwoorde innovatie) – is een project dat ontstond aan de Universiteit van Luik en dat moet bijdragen aan de economische reconversie van het Luikse bekken door de ontwikkeling mogelijk te maken van kwalitatieve landbouw in verstedelijkt gebied ten behoeve van de bevolking, de ondernemingen uit de voedingsmiddelensector en/of de farmaceutische sector. En dit via een grote technologische sprong voorwaarts. Dit project zal handig gebruik maken van de verlaten industrieterreinen, een duurzaam gebruik van oude gebouwen toelaten en jobs voor geschoolden én ongeschoolden creëren. Ten slotte zal de levenskwaliteit van de stadsbewoners aanzienlijk verbeterd worden doordat ze toegang krijgen tot verse producten en doordat de verlaten industrieterreinen worden omgetoverd in een aantrekkelijker landschap. “Om te voldoen aan de voedingsbehoeften van de bevolking, die de komende decennia steeds meer naar de steden zal trekken, moet men inzetten op korte productieen distributiekettingen in en rond de steden. Dat concept komt zeer goed tot ontwikkeling in de VS en Azië, en dat begint nu ook in Noord-Europa”, zo stelt Bernard Rentier, rector van de Universiteit van Luik. → www.ulg.ac.be/verdir
i
Meer weten?
Bekijk de video ‘Redynamisation de toute une ville, Herstal se redessine’ op www.urbeo.be
| 25
KNOWING YOURSELF
Interview met Frédéric Sevrin, directeur van Urbeo Een nieuwe dynamiek voor de steden: 5 gouden regels om zijn project op het juiste spoor te zetten. Gesterkt door de ervaring opgedaan met de stad Herstal geeft Frédéric Sevrin, directeur van Urbeo, ons 5 tips om een nieuwe stadsdynamiek succesvol tot stand te brengen.
1
Z onder globale visie of politieke wil kunt u het vergeten!
Frédéric Sevrin: “Zonder visie of politieke wil mag u het meest fantastische bestuur ter wereld hebben: er gebeurt niets! En die visie en die wil hangen enkel af van de politiek, in de edele zin van het woord. Wat wil ik voor mijn stad in de toekomst? Wat heeft hij nodig om zich te kunnen omvormen, zich te hertekenen, een nieuwe dynamiek te vinden? Welke middelen heb ik ter beschikking? Hoe ga ik het best te werk? Welke planning hanteer ik daarbij? ... Anderzijds moet u zich met mensen omringen om de opvolging van de visie te verzekeren. En uw medewerkers goed uitkiezen, want als u een project leidt dat moet zorgen voor een nieuwe stadsdynamiek, moet u voortdurend onderhandelen en problemen oplossen en moet u, tegen alles en iedereen in, uw koers aanhouden!”
2
R ust u uit met efficiënte beheersinstrumenten
F.S.: “Vervolgens moeten die visie en die wil schriftelijk worden omgezet in beheersinstrumenten: schema’s, planningen, budgetten … U moet proberen op zoveel mogelijk dingen te anticiperen, zodat u optimaal gewapend bent om al uw dossiers te kunnen aanpakken. Die beheersinstrumenten garanderen ook dat uw project tot in de kleinste details is uitgewerkt, dat u weet wat u gaat doen, binnen welke termijn, hoeveel dat gaat kosten enz. Zodra u volop geconcentreerd met het project bezig bent, kunt u aan de hand van die instrumenten nagaan of u wel binnen de lijntjes kleurt en kunt u eventueel bijsturen. In Herstal werkt dat fantastisch! We hebben de reputatie dat we ons aan ons programma houden, en ook aan de ons toegekende budgetten en termijnen …”
Wat wil ik voor mijn stad in de toekomst? Wat heeft hij nodig om zich te kunnen omvormen, zich te hertekenen, een nieuwe dynamiek te vinden? Frédéric Sevrin, Directeur VAN Urbeo
26 | Contact | juni 2014
U moet zich bewust zijn van uw sterke punten, uw zwakke punten en – vooral – uw middelen.
3
Onderschat nooit het pedagogisch aspect
F.S.: “Hoewel het vooral uw inwoners zijn die de voordelen van de stadsvernieuwing genieten, zijn het ook zij die tijdens de werkzaamheden dagelijks af te rekenen krijgen met de eventuele ongemakken. Zij zullen zich gemakkelijker in uw projecten vinden als u hen uw visie toelicht, als u hen overtuigt, als u termijnen in het vooruitzicht stelt … als u hen begeleidt tijdens het project en hen uiteindelijk ook de resultaten uitlegt. Die pedagogische taak is onontbeerlijk als u conflicten wilt vermijden. Project per project moet u volledig transparant communiceren. Alles is immers niet zomaar meteen zichtbaar. Als u een mooi gebouw laat optrekken, ziet iedereen dat. Maar een beleid van gereglementeerd parkeren ligt heel wat gevoeliger …”
4
Investeer in mensen om subsidies binnen te halen en de opvolging van het project mogelijk te maken
F.S.: “Een stad die niet veel in mensen investeert, zal het zeer moeilijk hebben om de nodige Europese of regionale fondsen binnen te halen. En zonder subsidies zult u nooit al uw projecten kunnen uitwerken! Het is inderdaad waar dat het niet zo gemakkelijk is zijn weg terug te vinden in de talloze bestaande hulpmiddelen, maar het is ook zeer moeilijk om ervoor in aanmerking te komen en de opvolging ervan mogelijk te maken … Alles wordt gecontroleerd, nagekeken en gemeten. In het begin beseft men niet altijd goed hoeveel werk en energie dat vergt. Bij de vele te volgen procedures komt redelijk wat administratie te kijken, vooral om ervoor te zorgen dat de stad het geld niet nutteloos besteedt of aan iets anders dan waarvoor hij het gekregen heeft …”
bouw van het toekomstige gemeentehuis van Herstal
5
Aarzel niet om samen te werken met een privépartner, zowel op technisch als op financieel vlak
F.S.: “Het is geen taboe om met een privépartner samen te werken voor de realisatie van een project of een vastgoedinvestering. Dat is één van de oplossingen waarmee u uw doelstellingen zult kunnen bereiken zonder alles zelf te moeten doen of zelf te moeten financieren. Op een bepaald moment moet u zich bewust zijn van uw sterke punten, uw zwakke punten en – vooral – uw middelen. Elke partij – en dat is de sleutel tot een goede samenwerking – moet daarin zijn eigen belangen behartigd zien. Blijf echter met beide voeten op de grond en wees u goed bewust van wat u voor de privépartner kunt betekenen. Vergeet nooit dat hij winst wil maken en dat hij alleen risico’s zal nemen voor zover hij de context onder controle heeft, uw algemene visie ten volle kan bijtreden en ervan overtuigd is dat u wilt slagen!”
Bezoek van de Europese Investeringsbank “Herstal zit volop in een vernieuwingsfase … We hebben vandaag kunnen kennismaken met een zeer mooi voorbeeld van een dynamische stad die de verschillende componenten goed heeft kunnen integreren en slim en duurzaam in infrastructuur investeert.” Dat zegt Pierre-Emmanuel Noël, hoofdprocuratiehouder bij de EIB, bij een bezoek van de teams van de EIB en Belfius in november 2013 aan de stad en zijn grote projecten in het kader van de voorbereiding van het contract ‘Smart Cities & Sustainable Development’ (zie pagina 13)
| 27
KNOWING YOURSELF
Fléron,
een gemeente in een overgangsfase Fléron, dat al jaren onder een beheersplan van het Waalse gewest valt, heeft besloten in te zetten op ‘smart’ om zich om te vormen tot een dynamische gemeente die efficiënter, duurzamer en aantrekkelijker is, en waar het goed is om te wonen. Geneviève Wengler, OCMW-voorzitster, en Claudy Mercenier, eerste schepen, lichten deze zachte verandering toe. Wat is voor u een ‘slimme’ gemeente? Geneviève Wengler: “Een slimme gemeente maakt gebruik van netwerken die gebaseerd zijn op nieuwe technologie om het beheer van zijn vele werkmiddelen te optimaliseren en vernieuwende diensten te ontwikkelen om het leven in de gemeente gemakkelijker en comfortabeler te maken …” Claudy Mercenier: “En tegelijkertijd een milieuvriendelijke economische ontwikkeling in de hand te werken! Voor ons is ‘smart’ zijn een instrument, geen doel op zich … en heeft het enkel zin als het ten dienste staat van duurzaamheid. Ons project voor Fléron bestaat erin een coherente en duurzame gemeente tot stand te brengen die zowel tegemoetkomt aan de lokale doelstellingen op het vlak van levenskwaliteit, mobiliteit, ecologisch wonen, sociale mix, veiligheid enz. als aan globale doelstellingen op het vlak van de ecologische voetafdruk, het klimaat, de biodiversiteit enz.”
Geneviève Wengler, laureate van de smartcitieswedstrijd
Geneviève Wengler is de gelukkige winnares van de smartcitieswedstrijd die Belfius organiseerde ter gelegenheid van het Salon des Mandataires en sleept een weekend voor 2 personen in Gent in de wacht. Tijdens die minitrip naar de geboortestad van keizer Karel brengt de schepen van Fléron een nacht door in een hotel met het Groene Sleutel-label, krijgt ze een rondleiding op de fiets langs ongebruikelijke plekjes in de stad, geniet ze een lunch in een biorestaurant en kan ze met een CityCard onder andere gratis gebruik maken van het openbaar vervoer … We wensen haar alvast een verblijf vol aangename verrassingen toe!
28 | Contact | juni 2014
Over welke troeven beschikt Fléron? G.W.: “Onze geografische ligging is een godsgeschenk! We liggen aan N3, een belangrijke handelsroute tussen Brussel en Aken. Fléron ligt op amper 15 minuten van het centrum van Luik, maar is ook de ideale toegangspoort tot het plateau van Herve.”
Wat zijn uw grootste uitdagingen? C.M.: “Onze eerste grote uitdaging is vooral demografisch! Momenteel tellen we niet minder dan 4 grote projecten voor de bouw van 1 100 nieuwe woningen tegen de periode 2018-2020 … Dat is een toename met 17 % van het woningbestand.” G.W.: “We willen nieuwe ecologische wijken bouwen … Natuurlijk houden we rekening met de vergrijzing van de bevolking en moedigen we de bouw aan van woningen die geschikt zijn voor oudere en minder mobiele mensen. En zijn we voorstander van lokale dienstverlening en bevoorrechten we het gebruik van groene energie!” C.M.: “Op het vlak van energie-efficiëntie streven we naar een lagere factuur in de bestaande gemeentegebouwen en willen we vanop
Een mooie gemeente zonder economisch dynamisme is niet leefbaar ... Claudy Mercenier, eerste schepen, en Geneviève Wengler, OCMW-voorzitster van Fléron
afstand het verbruik opvolgen: gecentraliseerd technisch beheer van de verwarmingsinstallaties, zelf in te stellen temperatuurregeling, controle van de meters d.m.v. detectoren …” G.W.: “Andere grote uitdaging: de mobiliteit verbeteren en multimodaal vervoer aanmoedigen …” C.M.: “We willen ook parkeerzones buiten het centrum aanleggen, onze bestaande infrastructuur vernieuwen en de fietspaden uitbreiden om de verbindingen met ons centrum en doorheen de gemeente te vergemakkelijken.” G.W.: “Deze nieuwe parkings zouden zowel nuttig zijn voor de inwoners van Fléron die hun boodschappen komen doen, hun kinderen naar school brengen en weer komen afhalen of bij een naaste op bezoek gaan, als voor werknemers die op doortocht zijn naar de industriezones van Luik of Verviers en die er hun wagen zouden achterlaten om over te stappen op het openbaar vervoer.” C.M.: “Een mooie gemeente zonder economisch dynamisme is niet leefbaar … Als we het bezoekersverkeer willen doen toenemen, zullen we meer moeten werken aan de mix van de aanwezige winkel ketens, gebruik maken van innoverende verkoopmethodes, geregeld een evenement organiseren en onze troeven beter bekendmaken binnen én buiten de gemeente … In dat opzicht voeren we momenteel stedenbouwkundige studies uit om het centrum op te waarderen. Want daar liggen meerdere terreinen braak, zoals een oud slachthuis. Wij willen er woonzones in het leven roepen, alsook handelszaken, horeca, een polyvalente animatie- en tentoonstellingsruimte in combinatie met een multimodaal station met fietsenstalling …” G.W.: “Als we niets doen, is er binnen dit en enkele jaren geen sprake meer van een handelscentrum.”
Het concept van een ‘slimme stad‘ is dus niet voorbehouden voor de grote metropolen? C.M.: “Natuurlijk niet. De omvang van de stad heeft geen belang, wel integendeel, en niet alle slimme projecten kosten noodzakelijk veel geld aan de overheid!” G.W.: “Fléron staat momenteel onder druk, zowel in financieel opzicht als wat het steeds groter aantal te verzekeren diensten betreft … Maar het is net omdat die situatie moeilijk is, dat we elke dag opnieuw verder moeten innoveren en de juiste investeringen
doen. Dankzij de slimme oplossingen die worden aangereikt door onze privépartners, zullen we ongetwijfeld meer kunnen doen met minder uitgaven, met behoud van hetzelfde personeelsbestand!”
Slimme investeringen moeten op termijn opbrengen of zeker zelfbedruipend zijn … G.W.: “Daarom zijn we, om het ophalen van het huishoudelijk afval te optimaliseren, met Intradel overgeschakeld naar een systeem van slimme containers met een chip die bijhoudt hoe vaak de container wordt geledigd en die het gewicht registreert van het huisvuil dat wordt voortgebracht per huisgezin. En aangezien de factuur wordt opgemaakt op basis van de geproduceerde hoeveelheden afval, betaalt u minder als u minder afval voortbrengt.” C.M.: “Elk gezin kan zijn eigen ‘verbruik’ in realtime online volgen. Bij overschrijding wordt het via de post op de hoogte gebracht en kan het zo onaangename financiële verrassingen vermijden. Sinds de invoering van dit systeem voor het beheer van het huishoudelijk afval, zijn we geëvolueerd van 170 naar 97 kg per inwoner/jaar!”
Bent u optimistisch gestemd voor de toekomst? C.M.: “Ja, hoor! Fléron getuigt van een goede dynamiek … Sinds enkele maanden hebben zowel onze bewoners als de politiek een echt positieve klik gemaakt …” G.W.: “Eindelijk zijn we op de goede weg om van Fléron een echte slimme en duurzame gemeente op het platteland te maken.”
| 29
KNOWING YOURSELF
Kortrijk:
‘Smart city’ van het jaar De Belgische federatie van de technologische industrie Agoria en Belfius reikten voor het eerst een Smart City Award uit aan een stad of gemeente die een bijzonder smartcityproject heeft opgestart of gerealiseerd in 2013. De winnaar was Kortrijk. Genoeg reden voor een interview met de Kortrijkse schepen van Mobiliteit Marc Lemaitre en de smartcityspecialist bij Agoria Freddy Vandaele. Freddy, waarom hebben Agoria en Belfius een Smart City Award uitgereikt? Freddy Vandaele: We willen daarmee de steden en gemeenten die werk maken van smartcityprojecten, een schouderklopje geven. Daarnaast willen we de andere stimuleren om hetzelfde te doen, door hen een ‘best practice’ te tonen. Concreet belonen we projecten die zowel voor de overheid als voor de gebruiker – de inwoner, bezoeker, werknemer of onderneming – een positieve impact hebben op minstens één van de domeinen die een smart city typeren: mobiliteit, energie, gezondheid, transport, gebruik van openbare ruimte, duurzaamheid … Kortom, de levenskwaliteit in een stedelijk gebied.”
De winnaar van 2013 zit hier aan tafel: Kortrijk. Met welk project heeft uw stad gewonnen, schepen? Marc Lemaitre: “Met het unieke project ‘Shop & Go’, gerealiseerd door ons autonoom parkeerbedrijf om het parkeren in het centrum van onze stad te optimaliseren . Bezoekers of leveranciers kunnen gratis een halfuur parkeren. Blijven ze echter langer staan, dan betalen ze 25 euro heffing. Hoe dit systeem werkt? Een relatief eenvoudige draadloze sensor in de parkeerplaats registreert wanneer er een wagen op komt te staan en meldt na 30 minuten aan onze server het einde van de gratis parkeerperiode. Die server brengt automatisch de parkeerwachters op de hoogte, waarna zij
30 | Contact | juni 2014
tot actie overgaan. Het project is door iedereen positief geëvalueerd. Daarom breiden we het aantal parkeerplaatsen uitgerust met een sensor uit tot 240.”
Freddy, waarom is Kortrijk met dit project in de prijzen gevallen? F.V.: “Een onafhankelijke jury van 7 experten vond dat Kortrijk op een redelijk eenvoudige manier een moeilijk probleem succesvol heeft aangepakt. Zonder zware ingrepen in de infrastructuur en met voordelen voor iedereen.”
Kortrijk heeft op een eenvoudige manier een moeilijk probleem succesvol aangepakt, aldus de jury.
Freddy Vandaele, smartcityspecialist bij Agoria en Marc Lemaitre, Kortrijkse schepen van Mobiliteit
Jullie willen ook op andere manieren het verkeer in de stad verminderen? M.L.: “Ja, we bouwen ook 5 ondergrondse parkings bij. Zo komt er aan het treinstation een ondergrondse parking met 1 250 parkeerplaatsen, in samenwerking met de spoorwegen. Bovengronds zullen dan enkele parkings verdwijnen en plaats ruimen voor groene ontmoetingsruimtes. Een bijkomend deel van de stad wordt zo autovrij, voorbehouden aan voetgangers en fietsers.”
Welke voordelen? M.L.: Het zoekverkeer in onze binnenstad is sterk verminderd. Waarom? Zoals in zo vele centrumsteden rijden heel wat chauffeurs hier vooral rond om een parkeerplaats te vinden. Ondanks de vele ondergrondse parkings waarin ze het eerst uur gratis parkeren. Ze willen immers een parkeerplaats in de buurt van de winkel die ze willen bezoeken. Liefst op de stoep voor de ingang (lacht). Dankzij de gratis bovengrondse parkeerplaatsen duurt hun zoektocht nu minder lang en komt de parkeerplaats ook weer snel vrij. Een half uur is voldoende om zonder stress inkopen te doen of een (bestel)wagen leeg te laden. Niet alleen de chauffeurs zelf hebben daar voordeel bij. De inwoners genieten meer rust. En ook de winkeliers zijn gelukkig, want zij vroegen al jaren meer parkeergelegenheid. We hebben dat op een slimme manier opgelost.”
Jullie geven als stad ook zelf het goede voorbeeld? M.L.: “Dat is toch de bedoeling. Zo hebben we recent twee dienstwagens van de hand gedaan en vervangen door elektrische fietsen. De autoparking voor het stadspersoneel hebben we heraangelegd als fietsparking. Het gevolg: we merken dat vele medewerkers de auto aan de kant laten staan en met de fiets naar het werk komen. Ons autonoom parkeerbedrijf Parko maakt nu trouwens ook werk van een fietsbeleid, met de opbrengsten van het parkeergeld: moderne fietsstallingen voor bezoekers, beveiligde fietsbergingen voor bewoners in hun buurt, openbare fietspompen enz. De stad zelf legt nieuwe, vrij liggende fietspaden aan, zoekt mogelijkheden om heuse fietsstraten aan te leggen waarin de fiets koning is, niet de auto … Want de fiets is een uitstekend middel om je in de stad te verplaatsen. En duurzaam!”
Het smartcityconcept gaat natuurlijk over meer dan mobiliteit alleen. Welke andere projecten voeren jullie uit? M.L.: “Tal van kleine, slimme zaken. Zo kan je in onze bibliotheek alleen nog ontlenen met een elektronische identiteitskaart. En als je bv. een boek terugbrengt, volstaat het om dat gewoon opnieuw in de boekenrekken te plaatsen. Op dat moment wordt immers automatisch geregistreerd dat het boek terug is. De bibliothecaris kan zich zo ten volle wijden aan het adviseren van de bezoekers.
| 31
KNOWING YOURSELF
We zijn ook aan het experimenteren met ledlampen voor de openbare verlichting, wat uiteraard veel zuiniger is. Overal waar we die verlichting vervangen, maken we ze trouwens dimbaar. Het is de bedoeling dat we na middernacht terugvallen op 30 % van de verlichting overdag, wat ook een fikse financiële besparing zal opleveren. En dan is er nog ons Meldpunt 1777, waarop onze inwoners dankzij nieuwe technologie bijzonder makkelijk terechtkunnen met klachten, vragen, bemerkingen ... We hebben daarvoor immers een app laten ontwikkelen.”
Ook op het vlak van duurzame woningbouw gebeurt er hier veel? M.L.: “Zeker en vast. In bepaalde delen van de stad kennen we bijvoorbeeld Nu Of Nooit-premies toe aan eigenaars die werken aan hun woning laten uitvoeren om de veiligheid, de gezondheid, het comfort en de energiezuinigheid ervan te verbeteren. We sturen zelfs specialisten op pad die proactief aanbellen bij mensen thuis om hen tips te geven waarmee ze hun woning duurza(a)m(er) kunnen maken. Verder bouwt de Kortrijkse sociale huisvestingsmaatschappij Goedkope Woning momenteel een volledig passieve wijk. Met enkele passieve appartementsgebouwen, 114 passiefwoningen, een collectieve verwarming met duurzame energiebronnen, gezamenlijk groen … In een andere wijk gaan we twee bestaande flatgebouwen zo veel mogelijk CO2-neutraal en veel comfortabeler maken, in totaal zowat 350 appartementen. Onze inwoners zijn ook zelf met duurzame woningbouw bezig. Zo slaan enkele gezinnen de handen in elkaar om een cohousingproject te realiseren. Er loopt zelfs een project van stadslandbouw: mensen die samen groenten kweken in de stad.”
Dus, de bevolking staat achter jullie plannen? M.L.: “We krijgen veel positieve reacties. Soms is het natuurlijk wel even schrikken. Zoals wanneer we de ‘symbolische’ parking van 24 plaatsen op het marktplein hebben afgeschaft. Even was er protest, maar nu ziet de bevolking er de voordelen van in: de markt is opnieuw een plaats om elkaar te ontmoeten en samen te vertoeven, al dan niet op een terrasje (lacht).
We werken sowieso ons volledige bestuursakkoord uit in samenspraak met de inwoners, wijk per wijk. Ook met zij die anders zelden inspraak krijgen: jongeren, senioren, mensen met een beperking, armen … Zo leggen we samen de prioriteiten van de stad vast.”
Door ‘smart’ te worden, kan een stad ook economische spelers aantrekken. Is dat ook een doelstelling van Kortrijk? M.L.: “We willen dé meest ondernemersvriendelijke stad van de regio worden. Door bedrijven ruimte te geven om duurzaam te ontwikkelen en door nieuwe aan te trekken. Zo hebben we een oude fabriek heringericht als locatie waarin beginnende ondernemers, nog vooraleer ze hun bedrijf hebben opgestart, experimenten kunnen uitvoeren om na te gaan of hun ideeën haalbaar zijn. Ook leggen we uiterst efficiënte bedrijfsterreinen aan, in samenwerking met de intercommunale Leiedal, met aandacht voor rationeel energie- en waterverbruik, ontsluiting en bereikbaarheid via weg- en waterwegen. Waarbij we ons vooraf afvragen welke bedrijven we willen aantrekken. We huisvesten vandaag trouwens al heel wat bedrijven, bijvoorbeeld in de creatieve sector. Kmo’s uit pakweg de gamesector, maar ook internationale spelers zoals technologiebedrijf Barco. We voeren voor hen een nieuw industrieel beleid met veel aandacht voor hun problemen.”
Kortrijk is een centrumstad. Kunnen ook kleinere steden en gemeenten ‘smart’ worden? F.V.: “Ik denk het wel. Als stad of gemeente moet je trouwens niet in één keer smart worden. Je begint met kleine projecten. En gemeenten hebben vaak soortgelijke problemen. Denk maar op het vlak van mobiliteit. Ook zij kunnen hun markt op een werkdag als parking laten gebruiken, en die in het weekend autovrij maken.”
Zijn die slimme maatregelen ook financieel haalbaar? M.L.: “Zeker, in meerdere gevallen. Het ‘Shop & Go’-project kost geen stukken van mensen. De grootste kosten waren de aankoop en de plaatsing van die sensoren, en die waren niet zo duur. Ze konden dan ook volledig gedekt worden met de parkeergelden. Het is de bedoeling om een technologie slim te gebruiken, tegen een haalbare prijs.” F.V.: “Je kan soms met heel eenvoudige zaken veel realiseren, dat klopt.”
Maar je moet wel weten dat die oplossingen bestaan?
We werken ons bestuursakkoord uit in samenspraak met de inwoners, wijk per wijk.
32 | Contact | juni 2014
F.V.: “Daarom heeft Agoria twee jaar geleden een community opgericht waarbinnen gemeenten, technologische bedrijven, onderzoekscentra … elkaar kunnen ontmoeten en ideeën en informatie uitwisselen. Dat kan op geregelde tijdstippen, bijvoorbeeld tijdens ons jaarlijkse Smart City Forum-event over de laatste stand van zaken qua smart cities in binnen- en buitenland. Verder zijn we vragende partij voor rondetafelgesprekken waarbij een stad uitlegt wat zijn uitdagingen, projecten en visie zijn, en waarbij de technologische bedrijven uitleggen met welke producten en diensten ze kunnen helpen. Zo weet de stad wat er kan, weten de bedrijven wat er gevraagd wordt en kunnen ze samen een smart city bouwen.
We proberen een technologie slim te gebruiken, tegen een haalbare prijs.
We hebben al zo’n gesprek georganiseerd in Turnhout tussen de zorgsector, de stad en bedrijven. Wat is de visie op zorg? Hoe kunnen we de stad toegankelijker maken voor zorgbehoevenden? Wat zijn daarbij de trends? Met rondetafelgesprekken proberen we zo’n onderwerpen uit te spitten.”
Nu, in Kortrijk broeit er veel. Maar hoe is het algemeen met België gesteld, ook in vergelijking met het buitenland? F.V.: “Sinds 3 jaar meten we het ‘smart’-gehalte van de 25 grootste Belgische steden via een Smart City Index. In het begin merkten we dat het smartcityconcept vooral in Vlaanderen aansloeg. Maar bij de laatste meting bleek dat de Waalse steden een serieuze inhaalbeweging aan het maken zijn, en heel wat visies en projecten ontwikkelen. Toch kan er nog veel meer gedaan worden, zeker als we ons land vergelijken met het buitenland. Er zijn een aantal koplopers in België, zoals hier Kortrijk. En er zijn veel projecten die in het smart cityconcept passen. Maar wat vaak nog ontbreekt, is een algemene visie waarin ze ingepast worden. Zoals Kortrijk die wel heeft (zie kaderstuk, red.).”
Wint u de award volgend jaar opnieuw? M.L.: “We hebben alleszins die ambitie! En we willen als smart city een voortrekker blijven in de regio, in samenwerking met de bedrijven.”
We willen een nog aangenamere en leefbaardere stad worden. Vincent Van Quickenborne, burgemeester van kortrijk
De visie van Kortrijk: burgemeester Vincent Van Quickenborne aan het woord “Met al onze smartcityprojecten hebben we één doel voor ogen: een stad worden, die nog aangenamer en leefbaarder is, die betaalbaar blijft voor onze inwoners én het bestuur. Daarvoor zullen we slim blijven investeren in elk deel van de stad, om er een kwalitatieve omgeving van te maken. We willen uiteindelijk een stad zijn met de allure van een grootstad, die dus durft verrassen en origineel zijn. Maar die tegelijkertijd de charme van een dorp behoudt. Een plaats waar je een bijzonder muziekoptreden kan meemaken, maar waar inwoners elkaar ook kunnen ontmoeten op een klein pleintje.”
| 33
TOT UW DIENST
Innovaties waarmee u
‘smart’
kunt werken!
34 | Contact | juni 2014
Het mobiele internet maakt niet alleen het leven van particulieren makkelijker. Ook in de publieke en sociale sector en in de bedrijfswereld kan het heel wat taken efficiënter laten verlopen. Belfius lanceert daarvoor innovatieve oplossingen, aangepast aan úw behoeften. Mobiel internet is in België aan een stevige opmars bezig en daar spelen we bij Belfius op in. Met succes: onze mobile banking apps scoren zeer goed en worden steeds meer gebruikt. Belfius Direct Mobile (smart phones) heeft al 200 000 actieve gebruikers. Eind 2014 zullen het er waarschijnlijk 400 000 zijn en zal er bij Belfius meer mobiel gebankierd worden dan online via een computer.
In de loop van dit jaar breiden we de app nog uit: zo zult u er betaalkaarten mee kunnen beheren en automatisch worden verwittigd over bepaalde zaken zoals te ondertekenen betalingen … En tegen eind 2014 brengen we een aangepaste versie voor optimaal gebruik op de tablet!
Natuurlijk concentreren we ons niet alleen op oplossingen voor particulieren. Als partner van publieke en sociale instellingen en grote ondernemingen kent Belfius goed uw behoeften. Zo kunnen we innovaties lanceren die u écht ondersteunen. Die blijven we trouwens voortdurend vernieuwen, want uw behoeften veranderen ook.
Op de volgende pagina halen we ‘Interactive City’ aan, een innoverende en duurzame oplossing van Belfius en TagTagCity waarmee een stad of gemeente toeristische of praktische informatie ter beschikking kan stellen van zijn inwoners of bezoekers via QR-codes op zelfklevende tags aangebracht op monumenten, publieke gebouwen …
Professionele bankzaken onderweg regelen via BelfiusWeb Mobile Tot nu toe was geen enkele bankapp in België echt aangepast aan de specifieke behoeften en kenmerken van publieke of socialprofitinstellingen en grote ondernemingen. BelfiusWeb Mobile is dat wel. De app werd ontwikkeld voor financieel verantwoordelijken: financiële beheerders en directeurs, ontvangers en al wie over de vereiste volmachten en handtekenbevoegdheden beschikt. Dankzij deze app kunt u in alle veiligheid op uw smartphone en tablet zonder bedragslimiet betalingsbestanden ondertekenen, rekeningen van één of meerdere entiteiten in realtime opvolgen … BelfiusWeb Mobile is dus een perfecte mobiele aanvulling op de e-bankingoplossingen BelfiusWeb of Isabel.
i
Betalen via smartphone!
Tal van klanten vroegen ons of hun inwoners en bezoekers via dat systeem ook kunnen betalen. Die innovatie ontwikkelen we momenteel. Binnenkort zal men na het inscannen van de QR-code toegang krijgen tot een online platform waarop bijvoorbeeld bezoekers van een museum of zwembad toegangstickets kunnen kopen via hun smartphone. De betaling zelf gebeurt via de betaalapp van Bancontact/Mister Cash.
EEN KLANT OVER BELFIUSWEB MOBILE “Dankzij de app BelfiusWeb Mobile kan ik zeer gemakkelijk altijd en overal onze rekeningen opvolgen. En dus, zodra betalingen binnenkomen, meteen het licht op groen zetten voor het uitvoeren van nieuwe betalingen. Ook onderweg betalingsbestanden kunnen ondertekenen is zeer interessant. De app is dus een goede hulp bij het zakendoen!”
Interesse?
Contacteer gerust uw relatiebeheerder.
Laurent Lesman, zaakvoerder van textielbedrijf Drapantex
| 35
TOT UW DIENST
Op naar
de stad en de gemeente 2.0
Net als de ondernemingen die Web 2.0-toepassingen gebruiken om vlotter in interactie te treden met hun klanten en partners, moeten de lokale besturen meer communiceren met hun diverse doelgroepen – burgers, bezoekers en ondernemingen – om perfect te kunnen inspelen op hun behoeften en vereisten en om de gebruiker vroeger te kunnen betrekken bij het bedenken van diensten. Wij spraken met Pierre Arnould en Els De Rammelaere, respectievelijk burgemeester van Libramont-Chevigny en Tielt, en Olivier Onclin, directeur Marketing Public & Wholesale Banking van Belfius, over hun ambitie om deze gemeenten om te vormen in een toekomstige ‘slimme’ communicatie-omgeving 2.0. “Ik wil Libramont op de voorgrond van de economische, culturele en toeristische innovatie plaatsen”, zegt Pierre Arnould, burgemeester van deze Waalse gemeente met meer dan 11 000 inwoners. Ze ligt in de provincie Luxemburg en is alom bekend voor haar landbouwbeurs die elk jaar meer dan 200 000 bezoekers trekt. “Tegenwoordig staan onze burgers meer en meer met elkaar in contact en zijn ze steeds mobieler … Het is dus uitermate belangrijk om onze openbare diensten af te stemmen op hun nieuwe manier van leven, om de online toegang tot die diensten te verbeteren en om het sociale bindweefsel digitaal te versterken … Onze grootste rijkdom is ongetwijfeld het naast elkaar bestaan van twee totaal verschillende werelden, die nochtans zeer dicht bij elkaar liggen: een rijke en natuurlijke landelijke omgeving die zeer goed bewaard is gebleven, en een moderne stedelijke omgeving in volle ontwikkeling. Libramont-Chevigny is een gemeente waar het goed is om te wonen, en dat moet
36 | Contact | juni 2014
in de toekomst zo blijven … De ‘slimme’ nieuwe technologie gaat ons daarbij helpen!”
Internet staat centraal in ons dagelijks leven We horen dezelfde klok luiden aan de andere kant van de taalgrens, in Tielt, waar Els De Rammelaere, die burgemeester is van deze mooie West-Vlaamse stad van 20 000 inwoners, erkent dat het leven in Tielt verandert, en snel … En dat nieuwe technologie hiervoor zowel een instrument als een katalysator is! “Vandaag staan het internet en mobiele toepassingen meer dan ooit centraal in ons dagelijks leven en kan de komst van interactieve apparaten zorgen voor de ontwikkeling van nieuwe toepassingen ... Met smart phones en tablets is men al overal en altijd bereikbaar en kan men in contact treden met tal van organisaties en ondernemingen. Dat heeft ook gevolgen voor de verwachtingen van de burgers ten aanzien van onze
en volledig de 21e eeuw te betreden, die de eeuw van de samenwerking wordt”, aldus Olivier Onclin, directeur Marketing Public & Wholesale Banking bij Belfius. “Naar het voorbeeld van ondernemingen die tegenwoordig Web 2.0-toepassingen gebruiken om makkelijker te communiceren met hun klanten en partners en zo voortdurend hun producten en diensten te verbeteren en er nieuwe te bedenken, wil ik de overheidsinstanties aanmoedigen om nog meer te investeren in ‘slimme’ toepassingen. Zo kunnen de inwoners in realtime online reageren op een enquête, nieuwe diensten bedenken via nieuwe sociale praktijken, een probleem in de gemeente melden enz. Ik hoop echt dat we met de invoering van afdoende interactieve tools samen de manier van leven van de toekomst gestalte kunnen geven en ervaren. Kortom, als wij van het digitale de prioriteit willen maken, moeten wij de stad of de gemeente willen afstemmen op de gebruikers zoals ze zijn, en hen van eenvoudige gebruikers omvormen in medebedenkers van de stedelijke diensten.” De eerste ‘slimme’ toepassingen die door Belfius en zijn partners werden ontwikkeld in deze twee gemeenten, sluiten perfect aan bij die doelstelling. Olivier Onclin: “Interactive City en gratis openbare wifi in het gemeente- of stadhuis vormen voor Tielt en Libramont een fantastische kans om hun toekomstige ruimte voor ‘slimme’ communicatie te ontwikkelen. dienstverlening …”. Pierre Arnould: “Wij zijn ervan overtuigd dat de diensten die onze gemeentelijke instanties aan de inwoners verlenen, moeten omschakelen naar krachtige digitale toepassingen voor een vlottere uitwisseling, doorstroming, verwerking en opslag van informatie. Enkel om sneller te kunnen antwoorden, om de kosten te kunnen terugdringen en om de contacten tussen de burger en ons maar ook binnen onze organisatie en met onze privépartners te vereenvoudigen.” Els De Rammelaere voegt daar nog aan toe: “Onze stad moet werken aan nauwere contacten met de burgers en de bedrijven. Wij moeten dus krachtige digitale instrumenten in huis halen om die dialoog te bevorderen!”
De burger evolueert van gewone gebruiker naar medebedenker Het efficiënt beheer van energie, mobiliteit, concurrentiekracht, duurzaamheid, maatschappelijke cohesie, veiligheid, betrokkenheid van de burger, de vergrijzing … Beide burgemeesters zijn er zich ten volle van bewust dat ze voor tal van uitdagingen staan. Daarom houden ze al enkele jaren bewust en doeltreffend rekening met die nieuwe interactieve en op samenwerking gebaseerde dimensie die er dankzij de nieuwe informatietechnologie is gekomen in onze maatschappij en onze cultuur. “De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën wijzigen volledig de manier van leven in de steden, de toegang tot en het gebruik van de stedelijke diensten, maar ze zullen ook uiterst nuttig zijn voor het verbeteren van de bestaande openbare dienstverlening en zelfs voor het vernieuwen en bedenken van totaal nieuwe diensten. Ik wil de openbare besturen vragen om daarin nog verder te gaan
Interactive City “Met het op mobiel internet gestoelde Interactive City – een ‘slimme’ toepassing ontwikkeld in samenwerking met TagTagCity – kan uiteenlopende informatie worden geraadpleegd door eenvoudigweg een QR-code in te lezen op een zelfklevende tag”, legt Olivier Onclin uit. “QR-codes maken steeds meer deel uit van ons dagelijkse leven: in onze straten op bushokjes en affiches, in de gedrukte media, op folders enz.”, vervolgt Els De Rammelaere. “Wij waren dan ook zeer snel overtuigd van het nut van die formule om Tielt te promoten. Wij hebben besloten een eerste reeks zelfklevende interactieve informatietags aan te brengen op onze voornaamste gebouwen en monumenten.” Eigenlijk is het principe van Interactive City zeer eenvoudig. “Als een inwoner of toerist een tag ziet aan een monument, op de gevel van het gemeente- of stadhuis,
Met smart phones en tablets is men al overal en altijd bereikbaar en kan men in contact treden met tal van organisaties en ondernemingen. Els De Rammelaere, burgemeester van Tielt
We kunnen vandaag een nieuwe manier bedenken voor de ontwikkeling van dienstverlening in de steden, en daarvoor voortbouwen op Web 2.0. | 37
TOT UW DIENST
Tegenwoordig staan onze burgers meer en meer met elkaar in contact en zijn ze steeds meer mobiel … Het is dus uitermate belangrijk om onze openbare diensten af te stemmen op hun nieuwe manieren van leven. Pierre Arnould, burgemeester van Libramont-Chevigny
de kerk of een toeristische bezienswaardigheid dan scant hij die QR-code met zijn smartphone of tablet en komt hij terecht op een website die hem alle gedetailleerde informatie over die plek of over het leven in de gemeente of stad verschaft: openingsuren, tarieven, werken, ophaling en verwerking van afval, de geschiedenis … Hij kan zo ook met ons in contact treden, reageren, een suggestie doen enz.”
Gratis openbare wifi Op initiatief van Belfius en Belgacom gingen Tielt en Libramont ook akkoord om deel uit te maken van een groep van enkele pilootsteden en -gemeenten die in gratis openbare wifi in hun gemeente- of stadhuis voorzien. Dankzij die ‘slimme’ toepassing zal de bevolking er gratis toegang hebben tot het internet en tot de e-services van het lokale bestuur. “Toen Belfius ons aanbood om de efficiëntie van gratis openbare wifi uit te testen, hebben wij geen seconde geaarzeld!”, legt Pierre Arnould uit. “Onze bezoekers kunnen nu gratis online gaan met hun smartphone of tablet als zij hun beurt aan het loket afwachten.” En dat heeft blijkbaar heel wat succes. Els De Rammelaere: “Het is niet onze bedoeling wifi aan te bieden en heel lange wachtrijen voor toegang tot het internet te hebben. Wij hopen dat de dienstverlening nog meer door onze burgers zal worden gebruikt om snel de gewenste informatie te zoeken alvorens ze aan de beurt komen aan het loket, en door de medewerkers die aan een vergadering deelnemen binnen het stadsbestuur. En aangezien onze inkomhal geregeld wordt gebruikt voor recepties of evenementen, kunnen alle deelnemers vanaf nu gratis surfen (en dus niet alleen de inwoners met een abonnement voor mobiel internet). Als pilootstad genieten wij deze dienst een aantal maanden gratis, maar op termijn betalen we 25 euro zonder btw per wifiantenne. Kortom, een ideale en voordelige oplossing die dagelijks tijdwinst oplevert en zeer praktisch is!”.
38 | Contact | juni 2014
Een verbinding tot stand brengen is zeer eenvoudig! De bezoeker kiest het wifi-netwerk van het gemeenteof stadhuis in de wifi-instellingen van zijn smartphone of tablet. Vervolgens surft hij naar de homepage van de gemeente of stad en krijgt hij, na de voorwaarden van het reglement te hebben aanvaard, gratis toegang. “Al onze bezoekers kunnen voortaan in alle vrijheid en veiligheid twee uur surfen ...”, legt Pierre Arnould uit. “En aangezien het wifi-verkeer volledig losstaat van het intern PubliLink-netwerk dat onze bedienden gebruiken, wordt dat laatste op geen enkele wijze gehinderd door die uitbreiding!”
Steden en gemeenten in het Web 2.0-tijdperk De gemeenteraad moet anticiperen op de toekomst en daar consequent naar handelen. Onze steden en gemeenten komen voor tal van uitdagingen te staan (demografische groei, woningtekort, vergrijzing van de bevolking, afhankelijkheid van fossiele brandstoffen …). De meeste daarvan vergen investeringen in nieuwe oplossingen waarvoor buitengewone creativiteit en vernieuwing nodig zijn. Helaas lopen de budgetten, die zwaar onder druk staan, steeds verder terug … “De komende jaren zullen er zich tal van grote veranderingen voordoen in de overheidsadministratie”, besluit Olivier Onclin. “We moeten vandaag een nieuwe manier bedenken voor de ontwikkeling van dienstverlening in de steden, en daarvoor voortbouwen op Web 2.0 dat het – via samenwerkingsplatformen – mogelijk maakt kennis aan te wenden die tot nu toe onderbenut was. Het biedt nieuwe mogelijkheden dankzij het bedenken en tot stand brengen van collectieve diensten op basis van gedecentraliseerde en open interacties, waarbij de gebruikers zelf deelnemen aan het vernieuwingsproces: opvang van kinderen of zieken, carpooling, een infosite voor wandeltochten … Die slimme oplossingen zullen niet noodzakelijk duurder uitvallen dan de bestaande klassieke toepassingen, maar zij zullen – vaak snel – grote besparingen mogelijk maken, zodat men uiteindelijk meer zal kunnen doen met minder … Daar gaat het eigenlijk vooral over als we het hebben over de ‘slimme’ stad!
De toekomst is aan wie de slimme netten kan beheren Het bedrijf SPIE focust op de veranderende levenswijzen in de stad en duurzame ruimtelijke ordening en maakt zo mee werk van een ecologisch verantwoord leefklimaat. Ter gelegenheid van het Salon des Mandataires leggen Marc Mestrez en Christian Deleener, respectievelijk Senior Business Development Manager Building Systems en Business Development Manager Infra, ons uit waarom onze steden slim en duurzaam moeten zijn om de grote uitdagingen van morgen het hoofd te kunnen bieden en welke kansen smartcityprojecten voor ondernemingen inhouden.
Wat zijn de voornaamste uitdagingen voor de stad? Marc Mestrez: “Een antwoord bieden op de bevolkingsexplosie, de vergrijzing, de klimaatverandering en de steeds groter wordende mobiliteitsbehoeften … En de levenskwaliteit vergroten! En er valt geen tijd te verliezen! Wereldwijd is het aantal mensen dat in steden woont in de 20e eeuw van 220 miljoen naar 2,8 miljard gestegen! Meer dan 50 % van de wereldbevolking leeft momenteel in een stadsomgeving. Dat zijn meer dan 3,5 miljard mensen. Een cijfer dat wekelijks met een miljoen toeneemt. De verstedelijking kent vandaag dus een nooit geziene groei …” Christian Deleener: “De grote uitdaging zal er vooral in bestaan de stad aanvaardbaar te maken vanuit milieuoogpunt en het comfort voor de mens in de stedelijke omgeving te verhogen. Duurzame verstedelijking is dus geen optie meer, maar een absolute must geworden!”
Een slim project kost niet noodzakelijk veel en laat vaak snel grote besparingen toe! Christian Deleener, Business Development Manager Infra bij SPIE
| 39
TOT UW DIENST
De markt van de slimme inrichting van steden zal steeds groter worden door de toenemende behoeften aan energie-efficiëntie en communicatie-infrastructuur. In Europa leeft 75 % van de bevolking in steden. Die groep genereert bijna 85 % van het bbp, verbruikt 75 % van de geproduceerde energie en veroorzaakt 80 % van de CO2-uitstoot. In België heeft de verstedelijking de grenzen tussen stad en platteland vervaagd, zodat het land nu bijna overal stedelijk gebied is! M.M.: “Men moet er echter vooral over waken dat de stad aan de mens wordt aangepast, en niet omgekeerd! Tegen die achtergrond bieden de opkomende smart cities nieuwe perspectieven voor de huidige agglomeraties, die worden beschouwd als complexe ecosystemen waarvan de ontwikkeling afhangt van de prestaties van de systemen.”
Wat houdt het smartcityconcept precies in? C.D.: “In dit concept staan de telecommunicatietechnologie en de informatiesystemen centraal. In feite is de slimme stad een ultrageconnecteerde stad, waarvan de communicerende en duurzame voorzieningen het beheer, het verkeer en het energieverbruik van die stad optimaliseren om het welzijn van de gebruikers te verbeteren.” M.M.: “De technologie kan echter niet alles oplossen. Het digitale ontlast de voorzieningen en optimaliseert de werking ervan, maar het is slechts een fase. De echte intelligentie ontstaat wanneer de overheid de stad afstemt op de reële behoeften van de gebruikers, die zelf slimme actoren van de stad worden.”
Kunt u bij SPIE deze nieuwe behoeften beantwoorden? M.M.: “Natuurlijk! SPIE biedt diensten op elektronica-, mechanicaen klimaatvlak, energie en communicatiesystemen aan private en publieke bedrijven en instellingen uit elke sector en van elke omvang. Het Franse moederbedrijf heeft vestigingen in Engeland, Duitsland, België en elders in Europa, naargelang de nabijheid van zijn klanten.”
In 2014 stuurt SPIE, rekening houdend met smart cities, zijn aanbod bij om:
C.D.: “Als belangrijke speler op het vlak van groene energie willen wij het leefklimaat helpen verbeteren door onze klanten te begeleiden bij het ontwerpen, realiseren, uitbaten en onderhouden van meer energiezuinig en meer milieuvriendelijke installaties.”
1. het stedelijk kader beter in te richten
M.M.: “Deze klanten kunnen rekenen op een globaal aanbod van multitechnische diensten, spitscompetenties, service in de buurt en de kracht van een grote internationale groep.”
2. de openbare ruimten beter te gebruiken en te beveiligen 3. de gebouwen slim te maken 4. de communicerende gebieden te ontwikkelen 5. de energieomschakeling te begeleiden
SPIE in enkele cijfers …
→ Europees marktleider inzake multitechnische diensten
→ 4,217 miljard euro omzet in 2012
→ 30 200 medewerkers (1 500 in België en Groothertogdom Luxemburg)
→ 500 vestigingen in 31 landen (12 in België en Groothertogdom Luxemburg)
40 | Contact | juni 2014
Welk technologische oplossingen kunt u hen concreet aanbieden? M.M.: “De SPIE-groep heeft tal van innoverende oplossingen en samenwerkingsvormen ontwikkeld om het beheer van de stedelijke voorzieningen te optimaliseren: vervoer dat gericht is op duurzame mobiliteit en intermodaliteit, slimme systemen van openbare verlichting, het ontwerpen van milieuvriendelijke openbare gebouwen, verbindingen met zeer veel bandbreedte enz. De stedelijke visie die daaruit voortvloeit, beperkt zich niet tot het milieuaspect: het gaat er ook om de resources en uitrustingen beter te beheren zodat de sociaaleconomische ontwikkeling wordt gestimuleerd, het welzijn van de inwoners wordt verbeterd en de aantrekkingskracht van de stad wordt vergroot.”
C.D.: “En omdat de toekomst aan hen is die de slimme netten kunnen beheren, begeleiden wij ook de energieomschakeling bij onze klanten en bevorderen wij de opkomst van de smart grids zodat iedereen beter en in realtime geïnformeerd kan zijn via een slim, geconnecteerd en reactief net.”
Er bestaan veel technische oplossingen, maar zijn ze financieel haalbaar voor onze steden? De huidige economische context is verre van gunstig om te investeren … C.D.: “Een slim project kost niet noodzakelijk veel en laat vaak snel grote besparingen toe! Neem het voorbeeld van de kleine module die de openbare verlichting slim kan maken en die op de bestaande verlichtingspalen kan worden geplaatst. Dankzij deze kleine investering kunnen steden en gemeenten hun verlichting op maat beheren. Volgens hun behoeften, lamp per lamp … Deze module biedt ook de mogelijkheid om, zonder extra bekabeling, via het bestaande verlichtingsnet aan videobewaking te doen, hotspots te creëren en op displays informatie te verstrekken. Tal van projecten worden bovendien geheel of gedeeltelijk met eigen middelen gefinancierd, zoals het automatisch beheer van parkings dat zichzelf geleidelijk aan terugverdient.” M.M.: “Inzake energiebeheer gaat SPIE nog verder en begeleidt het bedrijf zijn klanten, zoals het Congrespaleis van Brussel SQUARE, gehuurd door GL Events, met innoverende oplossingen. Dit contract heeft betrekking op het beheer, de uitbating en de energieoptimalisering van alle technische installaties. Bij het uitvoeren van het contract zijn wij, vanaf het tweede jaar, erin geslaagd het energieverbruik met 25 % te verminderen ten opzichte van het effectieve verbruik van het jaar waarin het contract begon te lopen. Dit door verschillende oplossingen uit te voeren, zoals het regelsysteem optimaliseren, energiemeters plaatsen, meer dan 2 800 klassieke verlichtingspunten vervangen door LEDS …”
lokaal vlak en een aanbod van diensten in een globale wereld. En elke creatieve stadszone zal haar eigen specialisatiewegen moeten vinden en mogelijkheden moeten creëren om haar welvaart en productiviteit te ondersteunen. En de steden zullen elkaar beconcurreren om zoveel mogelijk instellingen en ondernemingen, intellectuelen en kunstenaars aan te trekken … “
Welke rol wilt u bij de bouw van deze nieuwe slimme wereld spelen? C.D.: “SPIE wil vooral technische, technologische en economische oplossingen aanbrengen ter ondersteuning van steden en gemeenten die in de toekomst willen investeren! Natuurlijk is er nog veel werk aan de winkel, maar ik heb goede hoop! En wij kunnen alle vragen om informatie en alle bestekken beantwoorden. Daarom hebben wij onze segmentatie herzien en spreken wij nu over ‘smart cities’ als één van onze vier strategische segmenten (zie kaderartikel). Het is een veelbelovende markt. Wij geloven er rotsvast in!” M.M.: “De markt van de slimme inrichting van steden zal steeds groter worden door de toenemende behoeften aan energie-efficiëntie en communicatie-infrastructuur: laadpalen voor elektrische voertuigen, voorzieningen op het vlak van volksgezondheid, stedelijke digitale netwerken met zeer veel bandbreedte (FTTH en mobiel 4G), videoprojectie in de stad, slimme verlichting enz. Wij willen het leefklimaat van de burgers en de ondernemingen helpen verbeteren door de steden energiezuiniger en milieuvriendelijker te maken.”
Bovendien heeft de Europese Commissie, om de doelstellingen van haar Europa 2020-strategie te behalen, besloten een tandje bij te steken en extra subsidies voor smartcityinvesteringen beschikbaar te stellen. C.D.: “Laat ons ook niet vergeten dat die investeringen onze bedrijven – en dus ook de werkgelegenheid en de Belgische economie – ten goede komen! Het is belangrijk, omdat de stad van morgen geen pretpark voor renteniers en toeristen zal zijn: hij zal vooral een economisch platform blijven! Het zal een uiterst geconnecteerde holistische stad zijn, bestaande uit productieve wijken op mensenmaat wat kan resulteren in een concentratie van activiteiten en innovatie op
Duurzame stadsontwikkeling hangt af van de prestaties van de systemen. Marc Mestrez, Senior Business Development Manager Building Systems bij SPIE
Laat ons ook niet vergeten dat smartcityinvesteringen onze bedrijven – en dus ook de werkgelegenheid en de Belgische economie – ten goede komen! | 41
TOT UW DIENST
Belfius e-Fleet Op weg naar slimme en duurzame mobiliteit!
Op vandaag zijn er nog te weinig instellingen en bedrijven die kiezen voor een elektrische wagen. Waarom? Omwille van zijn hogere kostprijs? Het beperkt aantal laadpunten? Dat is allemaal verleden tijd, dankzij Belfius E-Fleet: een slimme en duurzame mobiliteitsoplossing die leasing van elektrische wagens combineert met andere duurzame vervoermiddelen, tegen een minieme meerkost … Uniek op de Belgische markt.
42 | Contact | juni 2014
Voor wie maatschappelijk verantwoord wil ondernemen of een actief klimaatbeleid wenst te voeren, is Belfius E-Fleet geknipt.
Als een bedrijf of instelling via Belfius E-Fleet een of meerdere elektrische auto’s leaset, kiest het de wagen(s) en doet Belfius Auto Lease het nodige voor de verhuur. Ook verzorgt de leasingmaatschappij de administratie, regelt ze de verzekeringen, betaalt ze de taksen … En dat tegen één vaste huurprijs per auto en per maand, die nauwelijks hoger is dan die voor een klassieke leasewagen.
Slimme, duurzame totaaloplossing So far, so good. Het rijbereik van elektrische wagens is wel nog redelijk beperkt. Dat is echter geen probleem, want Belfius E-Fleet is meer dan leasing van elektrische wagens alleen.
dichtstbijzijnde station. Hij of zij parkeert er de wagen op een parking van de NMBS, waar die oplaadt aan een laadpunt. Steeds meer NMBS-parkings zijn daarmee uitgerust.
Om te beginnen lost Belfius Auto Lease het gebrek aan publieke laadpunten op: de maatschappij plaatst de nodige punten, zowel bij de instelling of het bedrijf zelf als bij de medewerkers thuis. Ongeacht waar in België. Zo kan de wagen opladen terwijl de medewerker thuis of aan het werk is.
Woorden én daden
Bovendien is de elektrische wagen maar een van de duurzame vervoermiddelen die Belfius E-Fleet aanbiedt. Want er is ook het openbaar vervoer, of autoen fietsdelen. Die vervoermiddelen zijn combineerbaar en kunnen via een app worden besteld. Stel dat iemand kiest voor de trein. Na via de app tickets te hebben gekocht, navigeert de app de persoon naar het
Voor wie maatschappelijk verantwoord wil ondernemen of een actief klimaatbeleid wenst te voeren, is Belfius E-Fleet geknipt. De mobiliteitsoplossing verkleint de ecologische voetafdruk, aangezien elektrische wagens geen CO2 uitstoten, andere duurzame vervoermiddelen worden gebruikt … Daarnaast kunnen elektrische wagens ook fiscale voordelen opleveren.
Wil de medewerker toch een langere reis maken, dan biedt Belfius E-Fleet alsnog een klassieke wagen aan, tijdelijk ter vervanging van de elektrische.
Belfius E-Fleet is precies wat de technologie nodig heeft. De elektrische auto moet meer in de kijker worden gezet. Melchior Wathelet, staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit
| 43
NEWS
Dexia Asset Management wordt Candriam Dexia Asset Management heet sinds zijn overname door New York Life Investments (NYLI) op 3 februari 2014 Candriam. NYLI is een dochter van New York Life Insurance, één van de grootste wereldspelers in levensverzekering. De nieuwe naam “symboliseert onze kernwaarden: Conviction and Responsability in Asset Management”, aldus Naïm Abou-Jaoudé, die CEO van het bedrijf blijft en vicevoorzitter van New York Life Investment Management International wordt. Als bevoorrechte partner van Belfius biedt deze Europese vermogensbeheerder met tal van specialisaties beleggingsoplossingen in vijf sleuteldomeinen: obligaties, aandelen, alternatieve producten, duurzame beleggingen en geavanceerde activa-allocatie. Candriam beschikt over een team van 500 ervaren professionals en over beheercentra in Brussel, Parijs, Luxemburg en Sydney. Zijn hooggekwalificeerde verkopers bestrijken Europa, het Midden-Oosten en Australië. “Onze nieuwe start is een buitenkans om een kwaliteitsmerk te ontwikkelen en te promoten binnen en buiten Europa. Het nieuwe elan zal onze klantenrelaties nog dynamischer maken, nieuwe commerciële opportuniteiten genereren en onze kracht om innoverende voorstellen te doen, nog versterken”, vervolgt Naïm Abou-Jaoudé. “Ik ben ervan overtuigd dat alle voorwaarden vervuld zijn om ons met succes te positioneren als marktleider in activabeheer.” In België blijft Candriam verbonden met Belfius om elke onderneming, elke openbare of sociale entiteit te laten genieten – zoals vandaag al het geval is – van zowel de diensten van een fondsenbeheerder met een internationale dimensie (rechtstreeks of via de gecommercialiseerde beleggingsfondsen) als de dynamiek van een solide, jaar na jaar opgebouwde nabijheidsrelatie. → www.candriam.com
de stad gent belegt middelen op korte termijn via duurzame Belfius-spaarrekening Het Gentse college van burgemeester en schepenen belegt een deel van haar middelen op korte termijn via de nieuwe spaarrekening Belfius Tre@sury Community. Die biedt niet alleen een interessant rendement, maar is ook duurzaam omdat een zelf gekozen deel van de netto interest wordt geschonken aan een goed doel. Bovendien zijn de middelen snel opnieuw beschikbaar. Het goede doel waaraan wordt geschonken, is steeds het Fonds van het Hart. Dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting. Het geld van het fonds gaat alleen naar Belgische projecten ter bestrijding van armoede, ter verbetering van de volksgezondheid, ter ontwikkeling van onderwijs en cultuur en/of ter bescherming van het milieu.
44 | Contact | juni 2014
De keuze voor de spaarrekening Belfius Tre@sury Community sluit aan bij de duurzame beleggingen die Gent de voorbije jaren al deed, licht Christophe Peeters, Gentse schepen van o.a. Financiën toe. “Bovendien willen we zo onze portefeuille van beleggingen op korte termijn verder vergroten.”
i
Interesse?
Belfius biedt nog veel meer oplossingen aan, ook aan ondernemingen, waarmee overschotten optimaal kunnen renderen op korte en langere termijn. Ontdek er alles over op www.belfius.be of contacteer uw relatiebeheerder.
NEWS
De steden van de toekomst, een buitenkans voor uw onderneming! De diverse voorbeelden die aan bod komen in deze Belfius Contact illustreren op een schitterende wijze de rijkdom aan ideeën, projecten en toepassingen die moeten worden aangewend om onze steden en gemeenten van de toekomst opnieuw uit te vinden. De echte partners van de openbare besturen, dat zijn wel degelijk de ondernemingen die de technische oplossingen aanreiken en ook zorgen voor de praktische uitvoering ervan. Daar zit een enorme markt achter die becijferd wordt op verscheidene honderden miljoenen euro. Die markt komt ten goede aan onze ondernemingen, zowel aan de grote multinationals als aan de ondernemingen die meer op regionaal vlak actief zijn, of ook nog aan de talloze start-ups die ook in dit segment een plaatsje hebben veroverd.
i
Meer info
Leer samen met Belfius het potentieel van de overheidsopdrachten voor uw onderneming (opnieuw) kennen. Aarzel niet: spreek erover met uw corporate banker en surf naar onze website over Business2Governemet www.belfius.be/B2G.
| 45
Ontdek ons uniek financieringsprogramma voor een duurzame samenleving. Meer info bij uw relatiebeheerder of op www.belfius.be/smartcities