Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuur onderzoek Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
1 V an natte weide tot droge heide: het Langeveld 3 Eerste resultaten watervogel- tellingen 6 Het mos Grijs kronkelsteeltje 7 Even werd het donker in het duin 8 Nieuws van het Vogelringstation 9 Een mooie zomer, een nieuw geluid 10 Korte berichten 12 Fotorubriek Colofon Redactie: ir. Antje Ehrenburg (hoofdredacteur) dr. Ab Kessler (redacteur) ir. Mark van Til (redacteur) Gerard Scholten (redacteur) Kerstin Vogel (redacteur) Reacties op artikelen zijn altijd welkom. Stuur deze a.u.b. naar: Waternet Afdeling Onderzoek & Projecten / Ecologie Vogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzang e-mail:
[email protected] Heeft u nieuws of kopij? Graag inleveren vóór 1 mei 2007 Overname en bewerking van artikelen, gegevens en illustraties uit deze uitgave is alléén toegestaan met bronvermelding en uitsluitend na verkregen toestemming van de redactie en - indien ondertekend - van de auteur(s).
Van natte weide tot droge heide:
het Langeveld
In 2004 heeft Dicky Ringelberg de flora van het zweefvliegveld Langeveld onderzocht. Zij ontdekte enkele soorten die in de duinstreek uiterst zeldzaam zijn en in de AWD ontbreken. Het Langeveld is een oeroude duinvallei die
ratelaar, Echte koekoeksbloem, Blonde zegge en
eeuwenlang voor een groot deel in gebruik
Moeraswespenorchis die hier in 1903 door de
geweest is als weiland. Aan de randen stonden
floristen van het eerste uur op de streeplijsten
enkele boerderijen, met teelhoeken voor graan
genoteerd werden.
en groenten. Volgens oude handschriften werd
Op de topografische kaart uit 1917 (fig.1) is
de ontginning van de ‘heidevelden’ ofwel
te zien dat de binnenduinen bij Ruigenhoek
waardeloze landbouwgrond al in de veertiende
vroeger ver zuidelijk van de AWD doorliepen:
eeuw ter hand genomen en ontstond er een
de Oosterduinen van Noordwijkerhout. Tussen
zelfstandige heerlijkheid.
de Van Stirumsduinen in het noordwesten en de Oosterduinen ligt de uitgestrekte natte
Ligging en historie
duinvallei van het Langeveld. De Donderdagse
Het Langeveld ligt in het overgangsgebied
Wetering zien we linksonder op het kaartje als
van Oude en Jonge duinen. De bodem is
belangrijke afwatering die gevoed werd door
slechts plaatselijk kalkhoudend. Verschillende
duinbeken en greppels vanuit het Haasveld
duinbeken, waaronder de Haasvelderbeek
en Sasbergen. Op de kaart zijn de toenmalige
mondden hier uit in de Donderdagse Wetering.
droge duingraslanden aangegeven in beige,
Nog in het begin van de twintigste eeuw was
natte valleigraslanden middelgroen en bossen
het gebied zeer nat en moerassig getuige
donkergroen. Droge heide is donkergeel.
plantensoorten als Galigaan, Dotterbloem, Grote
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Van de redactie Dit nummer heeft behoorlijk wat vertraging opgelopen vanwege een aantal interne veranderingen bij Waternet. Toch willen we jullie de volgende informatie niet onthouden. In 2006 zijn weer vele weer-records gebroken: de warmste julimaand sinds 300 jaar, de natste augustus sinds 100 jaar, de warmste september en de één na warmste oktober, en recent lijkt nu ook januari alle warmterecords te gaan breken…. Elk jaar sneuvelt er wel weer een record, en ik vraag me af wat de effecten daarvan zijn op flora
Figuur 1: Topografische kaart van 1917 van het Langeveld met daarop recente vegetatiegegevens
en fauna van de Amsterdamse Waterleiding-
geprojecteerd
duinen op korte en lange termijn, en hoe het klimaat over, zeg, een jaar of dertig zal zijn!
Weidsheid
een dik pakket van mos en gras. Plaatselijk
Nu al nemen we waar dat er heel veel
Tegenwoordig is het Langeveld overwegend
verjongt de Struikhei zich, zowel in oostelijke
soorten dag- en nachtvlinders zijn gezien
droog maar nog steeds open van karakter.
richting langs de bermen van het zandpad
tot diep in november, en zelfs in december,
Schrale graslanden en kruidenvegetaties van
als in noordwestelijke richting dieper het
dat soorten een tweede generatie voort
verschillende soortensamenstelling bepalen het
zweefvliegveld in. Fragmenten van vochtige
brengen, dat soorten hier langer blijven dan
beeld. Plaatselijk wordt het veld omzoomd door
valleivegetaties zijn te vinden in het middenveld
anders, dat noordelijke (vogel)soorten hier
struweel van Duindoorn, Amerikaanse vogelkers
ten noorden van de startbaan. Geurige plekken
niet meer komen overwinteren, dat planten
of wilgen. Aan de zuidkant staat een fraai bosje
met Grote tijm, vergezeld van Voorjaarsganzerik,
veel langer bloeien en ga zo maar door. Ik
van hakhoutberken, oude meidoorns en een
Hondsviooltje en pollen Tandjesgras, wijzen de
ben er van overtuigd dat dit alles grote
duineik, met in de kruidlaag veel Bosviooltjes
weg naar kalkrijke plekken waar het duinwater
verschuivingen op ons “natuurtoneel”
en plekken Kruipend zenegroen. Riet en enkele
vroeger opkwelde. Ook dichtgeschoven,
teweeg zal brengen, de vraag is alleen welke,
Grauwe wilgen in de rand wijzen nog op het
tegenwoordig droge beeklopen en greppels zijn
op welke schaal en hoe dat op elkaar ingrijpt.
vochtige verleden. Hiervandaan uitkijkend
nog altijd terug te vinden aan de hand van de
In elk geval zullen de Amsterdamse Water
over de uitgestrekte vlakte met een koppeltje
plantengroei.
leidingduinen nooit hetzelfde blijven….
Damherten in het zicht en in de verte de hoge
Nog steeds vochtig is de groene noordwest
toppen van de Van Stirumsduinen beleef je
punt van het Langeveld. De begroeiing
In dit nummer kunt u daar ook voorbeelden
werkelijk de weidsheid, vooral wanneer bij
bestaat voor het merendeel uit Riet. Grazige
van lezen: veranderingen in vegetaties op
stormachtig weer woeste wolkenluchten vanuit
plekken zijn begroeid met Gestreepte witbol,
zweefvliegveld het Langeveld en in vege
het zuidwesten overkomen.
Moerasrolklaver, Pitrus, Zilverschoon en andere
taties met Grijs kronkelsteeltje, een aantal
soorten die wijzen op voedselrijkdom en een
nieuwe libellensoorten, een nieuwe dwaal-
Gevarieerde graslanden
onregelmatig wisselende waterstand. Op de
gast en een nieuwe mestkeversoort en
De graslanden van het Langeveld variëren
overgang naar het droge grasland heeft zich
daarnaast artikelen over (water)vogels.
van een ruigte van voornamelijk Duinriet en
aan de noordzijde een kleurige kruiden-grassen
Zandzegge tot gesloten valleigrasland van
vegetatie ontwikkeld met in het voorjaar veel
Schapengras en struisgrassen, met Gewoon
bloeiende Pinksterbloemen. Het ingezaaide
biggenkruid, Geel walstro, Duinviooltje, Dauw
uni-groene raaigrasveld aan het eind van
braam of open duingrasland met Buntgras
de startbaan vormt daarmee een schrille
en veel korstmossen. Aan de zuidkant ligt
tegenstelling.
Veel leesplezier!
een veldje van stokoude heidestruiken in
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Eerste resultaten maandelijkse watervogeltellingen in de AWD Nieuwe soorten Bijzonder voor de AWD en uiterst zeldzaam in de hele duinstreek zijn Glad biggenkruid, Klein vogelpootje en Eekhoorngras. Deze drie soorten
Sinds december 2004 tellen vrijwilligers in het winterhalfjaar in de Amsterdamse Waterleidingduinen maandelijks de aanwezige watervogels. In dit artikel gaan we in op hoe dat verlopen is, op de eerste resultaten en maken we een vergelijking met andere telgegevens.
zijn gebonden aan droog en kalkloos maar enigszins voedselrijk zand. Op het Langeveld
Het doel van de maandelijkse tellingen is
volledige watervogeltellingen, d.w.z. alle soorten
staat Glad biggenkruid vooral ten zuidoosten
inzicht te krijgen in het belang van de wateren
watervogels en extra soorten zoals roofvogels.
van de oude startbaan, evenals het veel
in de Amsterdamse Waterleidingduinen
De tot dan toe jaarlijkse midwintertelling vond
minder en in kleine groepjes voorkomend Klein
(AWD) voor doortrekkende en overwinterende
in januari 2005 nog plaats met de tellers die dat
vogelpootje. Op een open en soortenarm veldje
watervogels. Welke soorten overwinteren hier,
tot dan toe hadden gedaan. Vanaf 2006 geldt de
ten noordoosten van de parkeerplaats komt het
en in welke deelgebieden in de AWD? Wat kan
maandtelling van januari als midwintertelling van
eenjarige Eekhoorngras plaatselijk massaal tot
Waternet als beheerder van de Amsterdamse
de Amsterdamse Waterleidingduinen (som van
ontwikkeling. En ook op enkele meters afstand
Waterleidingduinen daarmee?
de deelgebieden).
minuscule pionier gevonden. Over het gehele
Tellen door vrijwilligers
Aanleveren en verwerking gegevens
terrein bloeien in het voorjaar veel soorten van
De aanleiding voor het opzetten van deze
In eerste instantie werd afgesproken dat
de kalkarme binnenduinrand als Klein tasjeskruid,
maandtelling was een cursus watervogeltellingen
iedereen zijn/haar gegevens naar zowel SOVON
Vroege haver en Kleine leeuwenklauw; in de
die de Vogelwerkgroep Zuid-Kennemerland in
als team Ecologie van Waternet zou sturen. Dit
zomer veel Gewoon biggenkruid en plaatselijk
het najaar van 2004 organiseerde. De cursisten
gebeurde in de vorm van een kopie van het
ook Zandblauwtje en Viltganzerik. In juli wordt
waren na afloop van deze cursus op zoek
telformulier, of met de gegevens in een e-mail.
aan beide zijden van de startbaan een brede
naar een telplot. Een aantal van hen wilde
In de loop van 2005 is bij SOVON het digitaal
strook gemaaid en in sommige jaren zoals 2004
graag in de Amsterdamse Waterleidingduinen
invoeren van gegevens via de SOVON-website
het hele terrein. Sinds 2005 wordt de zuidrand
aan de slag. Daarmee was de bezetting van
van start gegaan. Vanaf het telseizoen 2005-2006
langs het fietspad door Drentse heideschapen
de AWD echter nog niet rond. Vanwege de
geven alle tellers zelf digitaal hun telgegevens
begraasd en wordt het terrein vrij gemaakt van
vele aanwezige wateren in de AWD was het
aan SOVON door. De telcoördinator van
Amerikaanse vogelkers.
noodzakelijk het gebied op te delen in tenminste
Waternet verkreeg van SOVON inzagerecht in
van de hangar zijn enkele plekken van deze
8 deelgebieden. Daarom heeft de auteur (binnen
deze gegevens. Dit was voor iedereen een groot
Op het kaartje zijn de vindplaatsen van soorten
Waternet coördinator van de vogeltellingen)
gemak. Het grote voordeel voor de tellers is
anno 2004 weergegeven als gekleurde stippen:
binnen de reeds actieve groep vrijwilligers van
dat ze naast de digitale invoer geen formulieren
vochtige valleisoorten lichtblauw, pioniers van
de AWD gezocht naar extra tellers. Dit is gelukt,
meer hoeven invullen en opsturen. Verder
kalkarm zand lichtgeel en plekken struikhei
o.a. leden van de Vereniging voor Natuur- en
kunnen tellers altijd later nog gegevens wijzigen,
violet. Opvallend is dat de relicten van vochtige
Vogelbescherming Noordwijk, en daarmee
en hebben zij inzage in hun eigen gegevens (ook
valleien geconcentreerd zijn in de directe om
konden de tellingen in december 2004 van start
van eerdere telmaanden). De coördinator heeft
geving van de vroegere Donderdagse Wetering.
gaan.
meteen inzage in de juiste gegevens en kan deze ook opslaan, en hoeft deze niet apart in te
De beeklopen en greppels (blauwe lijnen) zijn gebaseerd op een kartering van droge
Samenwerking met SOVON
beddingen in 2002.
De tellers werden aangemeld bij SOVON,
• Joop Mourik en Dicky Ringelberg
voeren.
en de deelgebieden officieel vastgesteld.
Eerste resultaten
Iedereen kreeg formulieren via SOVON en
De eerste resultaten na anderhalf seizoen tellen
een onderzoeksvergunning via Waternet en
geven het volgende beeld. Opgemerkt dient
kon toen aan de slag. De telmethode is te
te worden dat de tellingen in één (belangrijk)
vinden op www.sovon.nl/pdf/handleiding_
deelgebied in 2005 niet maandelijks zijn
watervogelprojecten.pdf. Aanvankelijk telden
uitgevoerd (alleen in januari en april 2005).
sommigen alleen ganzen en zwanen, vanaf
Daarmee geven de aantallen van 2005 niet de
februari 2005 zijn alle tellers overgestapt op
totalen van de hele AWD weer. Vanaf januari
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Wel zijn de gegevens van de midwintertellingen bekend vanaf de jaren ‘70 (zie figuur 2). Het blijkt dat er in ijsrijke weken voorafgaand aan de januaritelling aanzienlijk meer watervogels worden geteld in de AWD. Dit kan worden verklaard doordat veel water in de AWD pas bij erg strenge vorst bevriest; bij lichte vorst blijft het water door de stroming langdurig open, wat aantrekkelijk is voor veel vogels. Voorbeelden zijn 1980 en 1985. (zie grafiek. NB. Dit hoeven niet perse in totaliteit ook strenge winters te zijn). Verder lijkt er in de loop van de jaren Wilde Zwanen en andere wintergasten in een van de geulen in het eerste infiltratiegebied in de
een gestage afname plaats te vinden van het
Amsterdamse Waterleidingduinen, maart 1992 (foto: Hans Vader)
aantal watervogels bij de midwintertelling. Een verklaring hiervoor zou kunnen liggen in het feit
2006 wordt de gehele AWD geteld. Ook de
zelden geteld worden soorten als Roerdomp,
dat de voedselrijkdom van het oppervlaktewater
januaritelling van 2005 geeft een goed beeld van
IJsvogel, Watersnip en Bergeend. Van de
in de AWD vanaf midden jaren ‘70 in de loop
de gehele AWD (zie figuur 1).
deelgebieden blijkt het zuidoostelijk deel van
der jaren is afgenomen (Stuyfzand & Luërs, 2000;
het voorraadgebied het meest soortenrijk en ook
Stuyfzand & Mosch, 2001), waardoor ook de voor
Verder komt duidelijk naar voren dat de aantallen
de grootste aantallen te herbergen (ook grootste
vogels foerageerbare hoeveelheid voedsel in
in de loop van het najaar toenemen, hun
qua wateroppervlakte). Sommige soorten
het water is afgenomen. Een andere verklaring
maximum hebben midden in de winter (januari),
hebben een voorkeur voor (ondiepe en rustige)
zou kunnen zijn de toegenomen recreatiedruk
om vervolgens weer af te nemen naarmate het
geulen, zoals de plantenetende Wilde Zwaan,
langs kanaaltaluds en -bermen, vooral in de
voorjaar vordert. Onze wintergasten vertrekken
andere verblijven bij voorkeur op de (diepe)
wintermaanden (med. Hans Vader). Deze paden
dan weer naar hun broedgebieden in het hoge
voorraadkanalen, zoals Kuif- en Krooneend. In
waren vroeger minder toegankelijk en verboden,
noorden.
van Deursen & van Aken (2006) is meer te lezen
tegenwoordig maakt het wandelend en trimmend
De meest algemeen getelde soort in de AWD
over aantallen, verspreiding en voedselecologie
publiek er veelvuldig gebruik van. Hierdoor
is momenteel de Meerkoet, gevolgd door
van de Wilde Zwaan in de AWD.
worden veel watervogels (vooral in de weekends)
Kuifeend en Wilde eend. Vrij schaars geteld in
continu verjaagd. Het tellen is daardoor ook
de winter zijn soorten als Krooneend, Waterral,
Vergelijking met jaren ‘70
niet goed meer mogelijk in het weekend. De
Fuut, Aalscholver en Grauwe Gans. Zeer
In de jaren ‘60 is Hans Vader als vrijwilliger al
infiltratiegebieden zijn niet toegankelijk voor
met maandtellingen begonnen. Deze gegevens
wandelaars, en behoren daarmee tot de rustigste
Figuur 1. Maandtotalen van aantallen watervogels in
zijn destijds alle opgestuurd naar het toenmalige
gebieden.
de AWD (alle getelde soorten).
ITBON, en helaas nu niet meer voorhanden.
Vergelijking met landelijke en lokale tellingen Wanneer we deze eerste resultaten van de AWD vergelijken met andere waterrijke gebieden waar deze tellingen plaatsvinden, dan blijkt dat de AWD regionaal gezien van groot belang is voor het overwinteren van Wilde Zwaan, Grote Zaagbek en Brilduiker: meer dan de helft van het getelde aantal van deze soorten in de regio Zuid-Kennemerland (incl. Spaarnwoude en Haarlemmermeer) is geteld in de AWD (Boddaert, 2005). Natuurlijk komen op wateren als het IJsselmeer en de Randmeren van veel soorten veel grotere (absolute) aantallen voor,
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen Met dank aan alle tellers: Willem Baalbergen,
Waternet.nl/pdf/WTRNT079_definitief.pdf
Aad Bijl, Chris van Deursen, Jan Jacobs,
Roomen, M. van, E, van Winden, F.
Christien Kemp, Marianne van der Stoop, Hans
Hustings, K. Koffijberg, R. Kleefstra,
Vader, Bram Veefkind, Jan Veefkind, Piet en Lida
SOVON Ganzen- en zwanenwerkgroep &
maar regionaal gezien is de AWD van groot
van Vliet. En met speciale dank aan Hans Vader
L. Soldaat, 2005. Watervogels in Nederland
belang voor genoemde soorten. Ook provinciaal
voor de oude midwintertelgegevens, het gebruik
in 2003/2004. SOVON-monitoringrapport
gezien is de AWD een van de belangrijkste
van zijn foto’s en het kritisch doornemen van een
2005/03, RIZA-rapport BM05.15, SOVON
overwinteringsgebieden voor Wilde Zwanen
eerdere versie van dit artikel.
Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen
(Noord-Holland).
Stuyfzand, P. & F. Luërs, 2000. Balans van
Vergelijken we de AWD in internationaal
Literatuur
milieugevaarlijke stoffen. KIWA-mededeling
verband, dan blijkt dat alleen van de Wilde
Boddaert, R. 2005. Water- en roofvogels
126. Stuyfzand, P. & M. Mosch, 2001.
Zwaan en van de Slobeend meer dan 0,1% van
2005. In: Fitis, orgaan Vogelwerkgroep Zuid-
Bodemslib in de duinwaterwinplaats van
de Atlantische populatie in de AWD overwintert.
Kennemerland, jaargang 41, nr. 3.
Gemeentewaterleidingen Amsterdam, diagnose
Van Krakeend en Tafeleend overwintert meer
Deursen, C. van & A. van Aken, 2006. Verslag
en prognose. KIWA-rapport COA 00.117.
dan 0,05% van de internationale populatie in
van 5 jaar Wilde zwanen (Cygnus cygnus)
de AWD (van Roomen et al, 2005). De aantallen
tellen en waarnemen in de Amsterdamse
van alle overige overwinterende soorten in de
Waterleidingduinen (AWD). Nieuwsbrief
AWD zijn van minder internationaal belang. De
Natuuronderzoek, 16e jaargang nr. 1 mei.
AWD haalt dus voor geen enkele soort de 1%
Digitaal verschenen op: http://waternet.nl/
norm, d.w.z. dat tenminste 1% van de Europese populatie geregeld in het natuurgebied verblijft.
Conclusies
Figuur 2:
Deze maandelijkse watervogeltellingen geven
Midwintertellingen: totaal aantal getelde individuen van alle soorten in hele AWD van 1977 t/m 2006
inzicht in het belang van de Amsterdamse Waterleidingduinen voor de overwintering van vele soorten watervogels. De verschillende watertypen binnen de AWD, de lichte stroming van het water en de relatieve rust in het gebied (met name in het infiltratiegebied) zorgen voor een variatie aan foerageer- en schuilmogelijkheden, waardoor zeer veel soorten in de AWD kunnen overwinteren, ook in strenge winters. Aanbevolen wordt deze wateren open te houden. De tellingen gaan in elk geval door! • Antje Ehrenburg Brilduiker, winter 85-86 (foto: Hans Vader)
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Campylopus introflexus
Het mos Grijs kronkelsteeltje In het tijdschrift “Duin” 1988, no.1, staat een artikel van Frank van der Meulen “Een mos verovert de duinen” over het Grijs kronkelsteeltje Campylopus introflexus. Hoe staat het nu met dit mos? In 1961 verscheen Grijs kronkelsteeltje voor het eerst in ons land en breidde zich daarna sterk uit. Vooral zure en kalkarme gebieden werden gekoloniseerd. In 1988 had men door vegetatiekarteringen al een goed beeld over de verspreiding in de duinen. Voor de Amsterdamse Waterleidingduinen werden genoemd: Haasveld, Vogelenveld, Paardenkerkhof en Groot Zwarteveld, allemaal vroegere cultuurvlakten. Het probleem was dat het mos zich snel kon uitbreiden op kale, of schaars begroeide
Vogelenveld noord winter 88-89 (foto: M. Koning)
plaatsen. Voor ‘vermossing’ werd gevreesd. Maar is dit nog zo?
temidden van de bloedrode Schapenzuring.
de vogels begonnen het mos uit te trekken op
Langzamerhand kwamen ook de grassen
zoek naar emelten. Emelten zijn de larven van
In Meijendel zijn proeven gedaan door het
weer terug, maar de konijnen zorgden voor
langpootmuggen, in dit geval Tipula marmorata
mos te verbrokkelen. Hierbij bleek dat het zich
overbegrazing en voorkwamen snelle uitbreiding
die droge moskussens nodig heeft om de eieren
spoedig weer aanéénsloot. Hoe zat het in de
van gras. Toen kon het Grijs kronkelsteeltje zich
af te zetten. In de winter van 1988/1989 was al
AWD? Aan de hand van onze dia´s, aanteke
snel uitbreiden.
het mos uitgetrokken en stonden er overal gele
ningen in ons duindagboek en uit de gebieds
graspollen tussen (foto). Hierna werd het weer
beschrijvingen in onze loopkeverjaarverslagen,
Vogelenveld
de beurt van de Schapenzuring om zich massaal
hebben we de ontwikkeling van dit mos kunnen
Op het zuidelijk deel van het Vogelenveld was
te vertonen en konden ook de grassen zich
reconstrueren.
de vegetatieontwikkeling anders. Ook hier had
uitbreiden. In ons loopkeververslag van 2001
de vegetatie in 1976 zwaar te lijden van de
schreven wij over dit gebied: “Wij krijgen de
Zomer 1976 en daarna….
droge hete zomer. Het zuidelijke deel begon
indruk dat dit mos op deze plaatsen zich moeilijk
In 1976 zijn door de lange, droge en hete zomer
langzaam te vergrassen. Hoe het daar met het
kan herstellen, zodat de Schapenzuring weer
op het Paardenkerkhof alle grassen doodgegaan,
Grijs kronkelsteeltje gegaan is weten wij niet.
een kans kreeg. De Schapenzuring wordt nu
behalve wat kleine Duinriet veldjes. Ondanks
Elk jaar wordt nu een vierde deel van dit terrein
vervangen door grassen. Dit proces onderging
de myxomatose leefde hier een grote populatie
gemaaid.
ook de grote Wei van het Paardenkerkhof en is
konijnen. Door voedselgebrek werden zelfs alle
op deze noordkant van het Vogelenveld in een
dode grassen opgegeten, terwijl het Duinriet
Het noordelijke deel ontwikkelde zich geheel
onaangeroerd bleef. Toen ook de dode grassen
anders. Na 1976 is het niet meer “grazig”
op waren, werd de gehele bodem van de grote
geweest en kon het Grijs kronkelsteeltje zich
Anno 2006
wei van het Paardenkerkhof omgewroet om
explosief ontwikkelen. Tijdens een droogte
Nieuwsgierig geworden naar de huidige
naar plantenwortels te zoeken. Ook werden op
periode scheurde het mostapijt in kleine
toestand besloten wij op 20 januari 2006 het
Sasbergen de stammen van esdoorns ontschorst.
“eilandjes”.
Paardenkerkhof en het Vogelenveld eens te
Na deze vreterij begon de Schapenzuring het
mozaïekachtig stadium.”
bezoeken. De grote Wei van het Paardenkerkhof
gehele terrein in te nemen. Er ontstond nu een
Vanuit deze scheurtjes kwam overal Schapen
wordt al vele jaren door schapen begraasd
prachtig contrast tussen het groene duinriet
zuring groeien en verspreid ook plukken gras en
en ziet er nu uit als een schrale weide. Tussen
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
het gras groeien veel mossen en het Grijs kronkelsteeltje is nog zeer spaarzaam aanwezig op wat kale plaatsen. De noordkant van het Vogelenveld ziet er geheel anders uit: Het wordt niet begraasd, het is wel graziger geworden met struisgrassen (wellicht onder invloed van de afgenomen konijnenstand), maar de vergrassing is niet sterk toegenomen en overal groeit rendiermos. Ook hier is het Grijs kronkelsteeltje nog spaarzaam aanwezig. Conclusie: Mosvlaktes van Grijs kronkelsteeltje zijn op z´n retour. Dit lijkt een autonome
Vele tienduizenden spreeuwen zwenkend in de lucht (foto: Frans Koning)
ontwikkeling, die zowel op beheerde als onbeheerde terreindelen wordt waargenomen.
Even werd het donker in het duin
• Martien Koning
Grijs kronkelsteeltje en Schapenzuring (foto: M. Koning)
Er is al veel over het bijzondere weer in 2006 gezegd en geschreven. Zeker als je vaak in de AWD komt, heb je het zelf kunnen ervaren. Een van die mooie dagen was vrijdag 13 oktober. Deze dag besloten we nog eens de mooie libellenplasjes af te gaan, niet wetend dat er nog vele mooie dagen in oktober zouden volgen. We hoopten op een ’zuidelijke zwerver’. Tevens konden we deze dag gebruiken om onze wasplaatjesroutes te monitoren. Zo kwamen we tussen de schapen bij de
namelijk al enige pogingen gedaan om
Klompenpan terecht. En daar gebeurde
dichtbij te landen en van de in de buurt
het.
staande Amerikaanse vogelkers te snoepen
Eerst waren we het ons nog niet zo
of in het gras te wroeten en daar de larven
bewust, maar toch was het al opvallend dat
te zoeken.
wolken spreeuwen onze monitoractiviteiten vergezelden. En was het nu één groep, die
En toen gebeurde het, wolk na wolk
steeds opvloog en een rondje draaide?
verscheen, om zich bij de andere
Verdwenen ze in noordelijke richting achter
spreeuwen te voegen. Geen duizenden
een duintop en kwamen ze dan even later
maar honderdduizenden spreeuwen zaten
van links of rechts terug? Nee, dat kon niet,
op nog geen tien meter afstand te
want de ene groep was duidelijk groter
foerageren. Soms schrokken ze op en dan
dan de andere. En ze waren nog niet uit
ging met het geluid van de golfslag aan de
het zicht verdwenen of er kwam al weer
kust alles tegelijk de lucht in en zwenkend
een groep uit zuidelijke richting. En soms
kwamen ze dan weer terug. Wat een
wel twee groepen tegelijk.
machtig gezicht, maar ook, hoe donker werd het eventjes… Een ervaring om nooit
We werden er zo door gefascineerd, dat na
te vergeten.
het noteren van de monitorgegevens het fototoestel werd ingesteld en we ons klein
• Marja en Frans Koning
maakten. Sommige groepen hadden Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Nieuws van het Vogelringstation Ook al zijn er enige tijd geen waarnemingen/vangsten gepubliceerd, het werk op het Vogelringstation AW-duinen is gewoon doorgegaan. Er is afgelopen zomer weer van alles gevangen en gezien. Hieronder vindt u een mix van waarnemingen en vangsten gedaan door medewerkers van het Vogelringstation op en rond het ringstation van 1 juni – begin november 2006.
India. In Nederland is het een dwaalgast, er zijn ca 10 ringvangsten bekend. Het was voor ons ringstation de eerste vangst en ook in de regio werd nog niet eerder een Veldrietzanger gezien. Vogels met buitenlandse ringen waren: 2 Zwartkoppen uit België en 1 Kleine Karekiet uit Polen.
In juni werden totaal 20 Witgatjes, 3 Zwarte
waarneming. Als bijzondere vangsten kunnen
Ruiters, 2 Kwartels, 2 Brandganzen en 49
gemeld worden: 2 Draaihalzen, 1 Zwarte
Najaarsvangsten
Canadese Ganzen gezien. Met een speciale
Roodstaart, 57 Sprinkhaanzangers en 4
Oktober is de maand van de Grote Gele Kwik
techniek werden 9 Gierzwaluwen gevangen (in
Sperwergrasmussen. In september zagen we nog
staarten, helaas hebben we er maar weinig
mei al 19 ex). Leuke vangsten waren verder 26
regelmatig 1 of 2 Boomvalken. Bij de steltlopers
gezien, de beste dag was op de 3e, toen vlo-
Kwartels en 1 Kleine Bonte Specht. We vingen 2
zijn 10 Witgatjes, 1 Bonte Strandloper en 7
gen er 7 naar het zuiden. De eerste 2 Bokjes
Bosrietzangers met een buitenlandse ring, 1 met
Watersnippen het vermelden waard. Verder
waren ruim een week aanwezig, samen met 10
een Franse ring en 1 met een Belgische ring.
zagen we nog 1 Porseleinhoen, 1 man Grote
Watersnippen. Grote Ziverreigers lieten zich zien
In juli werden 40 Witgatjes, 5 Groenpootruiters,
Zaagbek (vroeg), 3 Paapjes , 3 Grote Gele
op de 9e toen 2 ex naar zuid vlogen, op de 14e
1 Bosruiter, 1 Rosse- en 3 gewone Grutto’s en
Kwikstaarten en de eerste 2 Baardmannetjes.
vloog 1 ex naar NO. De eerste Klapekster zat bij Geul 7 en 7 Baardmannetjes en 1 Porse-
Rosse Grutto, mannetje, vangst mei 2006 (foto: Hans Vader)
leinhoen waren ter plaatse. De slaapplaats van de Spreeuwen verplaatste zich steeds meer naar de Vinkenbaan en het aantal groeide tot ca 50000 ex. Het was een spectaculair gezicht om deze aantallen kort voor het donker te zien verzamelen en al stuntvliegend plotseling in het riet en struiken te zien landen (zie ook artikel elders in dit nummer). Deze massa vogelvlees lokte ook de nodige predatoren aan. Op één avond waren 4 Haviken en 8 Buizerden aanwezig, die likkebaardend en paniek zaaiend rond de slaapplaats vlogen. De leuke vangsten in oktober waren 7 Waterrallen, 251 Roodborsten, 521 Zwartkoppen en 7 Vuurgoudhaantjes. Bij de Roodborsten was er één met een Deense ring. November is nog maar net begonnen en de
3 Rotganzen waargenomen. Leuke vangsten
Bij de Geul 18 poel ontstond een slaapplaats
Klapekster zat weer bij Geul 8. In de G18 poel
waren: 3 Porseleinhoentjes, 34 Witgatjes, 41
van 5000 Spreeuwen. Leuke vangsten waren:
waren de eerste 2 Wilde Zwanen luid roepend
Sprinkhaanzangers, 1 Snor en 135 Fitissen.
5 Waterrallen, 7 Watersnippen, 1 Draaihals, 7
aanwezig. Op de 3e werden 9 Vuurgoudhaantjes
Vogels met een buitenlandse ring waren 3 Kleine
Grote Gele Kwikstaarten, 143 Roodborsten,
gevangen, waaronder 2 retourvangsten.
Karekieten uit België.
5 Paapjes, 5 Sperwergrasmussen, 545 Zwartkoppen en 109 Tjiftjaffen.
Nazomer
Wie na het lezen van dit artikel nog meer wil weten kan kijken op de site van het
Augustus was weer de maand van de Boom
Nieuwe dwaalgast: Veldrietzanger
Vogelringstation AWD: http://home.planet.
valken. Op vele vroege ochtenden waren 5 tot 7
De klapper van het jaar was de vangst van een
nl/~schal443/vrsawd/ned/indexnl.htm of op
van deze snelle valkjes in de schemering aan het
Veldrietzanger. Dit rietvogeltje broedt in ZW
www.trektellen.nl
jagen op libellen boven het ringstation. Ook een
Rusland, tot in Mongolië, ten noorden en oosten
juveniele Purperreiger was een leuke
van de Kaspische Zee en overwintert normaal in
• Hans Vader
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Een mooie zomer, een nieuw geluid Allerlei weerrecords zijn met het prachtige weer in de maand juli 2006 verbroken. Maar die soms zeer warme dagen maakten voor menigeen een be zoek aan ons duingebied er niet makkelijker op. Vlinders en libellen dachten er duidelijk anders over. Het vermoeden dat er dit jaar veel meer van deze insecten zijn waargenomen kan ik nu, september 2006, nog niet met harde cijfers bevestigen, maar zeker is wel dat er een uitbreiding van het aantal soorten libellen heeft plaatsgevonden.
verwarring met een soort als de Bloedrode heidelibel Sympetrum sanguineum is door de grote oranje gele basisvlek in de achtervleugel naast de iets kleinere vlek in de voorvleugel eigenlijk niet mogelijk.
Tengere grasjuffer Moeilijker is het om de Tengere grasjuffer te
Toen in mei op een locatie in Middenduin,
Vuurlibel
determineren, zeker als ze zich ophoudt tussen
Overveen, voor de eerste maal in Zuid-
In de zomer van 2006 verscheen op het landelijk
exemplaren van het Lantaarntje Ischnura
Kennemerland de Tengere grasjuffer, Ischnura
net van de Nederlandse Vereniging voor Libellen
elegans. Deze twee soorten lijken heel erg op
pumilio, werd gezien, vermoedden veel
week in week uit een lijst van bijzondere
elkaar. Het gaat erom op welk segment de
werkgroepleden dat dit niet bij deze eerste
waarnemingen. Vrijwel steeds betrof het soorten
blauwkleuring wordt waargenomen. Bij het zeer
waarneming zou blijven.
die uit meer zuidelijker gebieden, zoals Frankrijk
veel voorkomende Lantaarntje is bij het
Het verbaasde ons dan ook niet dat binnen
en Italië, als zwervers ons land binnenkwamen. Al
mannetje de blauwkleuring op het achtste
enige weken daarna meldingen binnenkwamen
deze berichten inspireerden ons om toch vooral
segment te zien, bij de Tengere grasjuffer is de
vanuit de AWD bij het Van der Vlietkanaal en het
goed op te letten of misschien dat zwerfgedrag
helft van acht en heel segment negen blauw
Verlengde Oosterkanaal door Lydeke van Citters
tot in Zuid-Kennemerland zou plaatsvinden, of
gekleurd.
en John de Jong. Bovendien kwam in dezelfde
dat soorten, die normaal alleen in het zuiden van
Bij de vrouwtjes is het onderscheid iets
periode een melding van Marion en Lippe de
Nederland worden gezien niet een beetje
eenvoudiger doordat de bovenkant van het
Vries binnen van een waarneming in de buurt
noordelijker waren gaan vliegen.
achterlijf bij de Tengere grasjuffer geheel donker
van het Zwarteveld. Daar zijn in de afgelopen
En ja, op18 juli, een dag om niet makkelijk te
is. De jonge vrouwtjes vallen heel erg op door
winter enige plasjes geweldig aangepakt en de
vergeten, werd op het Eiland van Rolvers bij een
hun oranje kleuring aan de onderkant en aan het
verbetering van de libellenstand kon dan ook
paar jaar geleden aangelegde poel een Vuurlibel
borststuk (type aurantiaca). Na ongeveer 10
niet uitblijven. Vol trots konden we al op 13 juni
Crocothemis erythraea waargenomen. Een
dagen verandert de oranje kleur in olijfgroen
aan Peter Olijhoek het resultaat van deze
verbijsterend mooie libel, zoals een van onze
(type typica). De dames zijn dan geslachtsrijp.
ingreep laten zien. De vele Vroege glazenmakers
waarnemers hem beschreef. En misschien is dat
Zeldzaam zijn de blauwe vrouwtjes. Het vrouwtje
Aeshna isosceles en andere soorten libellen
door zijn lakrode verschijning ook wel zo. Een
van het Lantaarntje is op segment acht bruin of
waren een beloning voor deze positieve ingreep.
voordeel daarvan is dat zeker het mannetje met
blauw gekleurd en ofschoon het borststuk
Ook buiten de AWD werd de Tengere grasjuffer
geen enkele andere libellensoort is te verwarren.
prachtige kleuren kan hebben als violet, blauw,
gezien: een medewerker van het Nationaal Park
De rode neus, de rode poten, het wat afgeplatte
groen, lichtroze of geelbruin, komt hier de
zag deze op een pioniersplasje bij het circuit van
felrode achterlijf en zelfs de rode ogen vormen
heldere oranje kleur niet voor.
Zandvoort.
een lust voor het menselijk oog. En een
Vier nieuwe soorten sinds 1998 Voor de statistici onder ons nog wat gegevens. In de voorlopige Atlas van de Libellen in de Amsterdamse Waterleidingduinen (1998) komen Wasscher en van Velzen tot het respectabele aantal van 30 soorten. Met de aanvulling van de afgelopen jaren van Tengere grasjuffer (2006), Bruine korenbout (2004), Vuurlibel (2006) en Venwitsnuitlibel (1999) staat de teller nu op 34 soorten. • Frans Koning, coördinator van de KNNVLibellenwerkgroep Zuid-Kennemerland Foto: Vuurlibel (foto: Frans Koning)
Foto: Schoongemaakte poel Zwarteveld in 2006 ideaal voor libellen (foto: Joop Mourik)
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
10 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Korte berichten Kopergroene bekerzwam
Kopergroene bekerzwam (foto: Lippe de Vries)
Op 30 oktober 2006 vonden Marion en Lippe de Vries de vruchtlichaampjes van de Kopergroene bekerzwam op een omgevallen eik op het Eiland van Rolvers, in een vrij nat eikenbos. Vooral in de herfst kleurt het mycelium van de Kopergroene bekerzwam Chlorosplenium aeruginascens het hout van afgevallen takken of omgevallen bomen opvallend groen. Het gekleurde hout, vooral eiken, is vrij algemeen, de vruchtlichamen worden echter zelden waargenomen; daarom is dit een bijzondere waarneming. Het geïnfecteerde hout werd vroeger in Engeland gebruikt bij de vervaardiging van “Tunbridge ware”: mozaïeken van blokjes hout of fineer van verschillend gekleurd hout, toegepast in de meubelmakerij en voor kostbare betimmeringen. Het stond bekend als “green oak”.
Van Limburg Stirum kanaal leeggevist en -gemosseld
Late bloei en late vlinders
De vissen worden met man en macht uit het water
Er werden vooral Graskarpers en verder
Door het warme herfstweer zijn sommige planten
gehaald (foto: Joop Hilster)
nog Baarzen en Blankvoorns gevangen.
en dieren enigszins van slag, lijkt het wel. Zo zag
Verder heeft Wim Kuijper begin november
Ben Kruijsen in oktober enkele nachtvlinders
uit het halflege kanaal nog vele tientallen
waarvan bekend is dat ze alleen voorkomen in de
zwanenmossels en enkele tientallen
zomer, kennelijk vlogen deze vlinders nu met een
schildersmossels uit het Van Limburg
tweede generatie in hetzelfde jaar. De familie
Stirumkanaal opgeraapt en in het
Ruiter zag in oktober nog enkele dagvlinders
Schusterkanaal gegooid. Vooral de grote
zoals: Bont zandoogje, Atalanta, Kleine
exemplaren (tot zo’n 15 cm lang) leven al
vuurvlinder, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder,
vele jaren in het kanaal. Leuke waarneming
veelal niet ver van ingang Oase. Verder zagen
van Wim waren enkele jonge dieren:
zij in november nog een Kardinaalsmuts in bloei
een Schildersmossel van 1 cm en een
langs het Noord-Oosterkanaal, de vruchten van
Op 23 oktober 2006 hebben enkele
Zwanenmossel van 3 cm (nog nooit gezien
de eerste bloei zaten er ook nog aan. Frances
mannen van het team Bewaking,
in de AWD). Deze reddingsacties vonden
Lambers meldt op 17 november (!) een Kleine
Faunabeheer en Recreatie het noordelijk
plaats ter voorbereiding op het dempen
parelmoervlinder uit haar tuin in Heemstede.
pand van het Van Limburg Stirumkanaal
van het kanaal, wat gebeurt in het kader
Inmiddels worden de eerste voorjaarsvlinders,
leeggevist, en de vissen weer uitgezet in
van de vernattingsmaatregelen (project
zoals Citroenvlinder en Dagpauwoog, al weer
een kanaal elders in de AWD.
De Zilk, zie ook de fotorubriek pagina 12).
gemeld.
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
11 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Nieuwe mestkeversoort gevonden: Aphodius contaminatus Siem Langeveld heeft half oktober samen met
afgelopen, en wordt er daarna ook weinig meer
leerlingen van het Stedelijk Gymnasium van
naar mestkevers gezocht. Inmiddels is wel
Haarlem een onbekend mestkevertje gevonden.
duidelijk dat je ook in de winter naar insecten
Siem heeft bijna een dag lang geprobeerd op
moet zoeken om juist de minder bekende
alle mogelijke manieren de juiste naam voor het
soorten te vinden. Afgelopen februari had Siem
beestje te vinden, en kwam toen uit op Aphodius
al een nieuwe loopkeversoort gevonden en
contaminatus, behorend tot de bladsprietkevers,
een snuitkever die nog niet van Zuid-Holland
zoals o.a. meikevers. Omdat deze soort nooit
bekend was. Hij gaat de komende winter dan
eerder in Zuid-Holland gevonden is, heeft
ook door met het zoeken naar mestkevers om
Siem een deskundige benaderd. Deze heeft de
meer inzicht te krijgen in de activiteiten van een
determinatie bevestigd. Daarmee is er dus weer
aantal soorten. In februari 1993 vond hij een
een nieuwe soort bekend geworden voor de
aan bovengenoemde Aphodius verwante soort
Amsterdamse Waterleidingduinen.
in flinke aantallen in schapenkeutels bij De Zilk. Je herkent de bewoonde keutels aan een kleine
Het nieuwe mestkevertje is klein (5 mm) en
opening. Het is een keversoort die je daar een
gevonden in koeienmest op het Haasveld. Dat
maand later bijna niet meer vindt. Het is dus het
Siem ze niet eerder op het Eiland van Rolvers of
hele jaar door goed uitkienen waar je je tijd en
bij Zandvoort heeft gevonden komt o.a. omdat
aandacht aan besteedt; vóór je het weet heb je
deze soort pas in het najaar actief is. Gewoonlijk
iets gemist!
is het insectenseizoen na september wel
Aphodius contaminatus
Zwarte zwanen in de AWD (foto: Chris van Deursen)
Leuke waarnemingen Roerdomp met zandhagedis in de snavel (waarneming Peter Olijhoek, 28 juli 2006): waargenomen op schouwpad van Kromme Schusterkanaal, lopend richting rietkraag, gaat rechtop staan in paalhouding met hagedis in de bek, vliegt dan weg, maar verliest daarbij de hagedis.Tijdens het zwanen bekijken op 4 maart 2006 kwam Chris van Deursen in het Rechte Schusterkanaal niet alleen 22 Wilde maar ook nog eens drie Zwarte zwanen tegen. Aan de linkerkant zijn ze met wat moeite wel te onderscheiden. Het woei hard en Chris wilde de dieren niet verontrusten, vandaar dat er zoveel riet op staat.
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007
12 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Fotorubriek
Van Limburg Stirumkanaal mei - november 2006 Dit keer in de fotorubriek een mooi
Van Limburg Stirumkanaal 28 mei 2006
fotopaar uit een heel recent verleden, maar waar wel degelijk een hoop veranderd is, en waar in de nabije toekomst nog veel meer gaat veranderen. Bijgaande foto’s zijn gemaakt aan de noordkant van het Van Limburg Stirumkanaal. De eerste foto (28 mei 2006) geeft het beeld zoals we dat allen al jaren kennen als je op de dam staat en het kanaal afkijkt: een lang kanaal met vrij hoge waterstand, de bocht in de verte, en aan de kanten ruigte, wat plukken riet, duindoornen meidoornstruweel, op deze voorjaarsfoto met mooie witte bloesem in de ochtendzon. De tweede foto is een half jaar later gemaakt (10 november 2006).
Van Limburg Stirumkanaal 10 november 2006
Het vertrouwde beeld is er nog wel, maar we zien dat de waterstand in het kanaal inmiddels al ca. 1,5 á 2 meter gedaald is (nadat de schuif verwijderd is in oktober). Verder zien we uiterst rechts dat het bovenste deel van het talud al van vegetatie is ontdaan. Heel in de verte is de kraan nog aan het werk te zien. Het duinlandschap heeft zich inmiddels in een bruine herfsttooi gehuld. Opvallend is dat alleen de struiken Prunus serotina, en het riet en het kleine meidoorntje op de voorgrond nog in blad staan. Inmiddels is het kanaal gedempt. In één van de komende nummers zullen we opnieuw een fotorubriek aan deze plek wijden. (foto’s Joop Hilster)
Jaargang 17 | Nummer 1 | Maart 2007