Het land van Kwien bijlagen 2de - 3de graad
Colofon Dit is een bijlage bij het educatief pakket bij de musical ‘Het land van Kwien’ van De Notenboom vzw voor kinderen van de 2de en de 3de graad lager onderwijs
De Notenboom Tervuursesteenweg 84 2800 Mechelen 0479 68 92 92
[email protected] et Dit pakket werd gerealiseerd voor vormen vzw door Mieke Verwaest www.denotenboom.n et Verantwoordelijke uitgever vormen vzw Expertisecentrum voor mensenrechten- en kinderrechteneducatie Patriottenstraat 27 2600 Antwerpen Tel. 03 293 82 15 – fax 02 611 75 18 E-mail
[email protected] www.vormen.org
1 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
ISBN 2010 VORMEN vzw
De Vlaamse Gemeenschap kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van dit pakket.
Inhoud Bijlage 1: Kinderrechtentekeningen --------------------------------------------------- 3 Bijlage 2: Kaartjes titels kinderrechten ------------------------------------------------ 6 Bijlage 3: ‘Kinderrechten’, wat is dat? (uit : ‘Kinderrechten in kindertaal’) ------------ 12 Bijlage 4: Teksten per kinderrecht --------------------------------------------------- 13 Bijlage 5 : Werkblad ‘Word expert in een kinderrecht’ -------------------------------- 16 Bijlage 6: Illustraties en kinderrechten ----------------------------------------------- 20 Bijlage 7: Officiële tekst kinderrechtenverdrag (vereenvoudigde versie) -------------- 22 Bijlage 8: Krantenkoppen ------------------------------------------------------------ 28 Bijlage 9: Woordspelletjes ----------------------------------------------------------- 30 Bijlage 10: Werkblad zelf foto’s maken ---------------------------------------------- 37 Bijlage 11: Kleurplaten kinderrechten ------------------------------------------------ 38 Bijlage 12: Verhaal van ‘Het land van Kwien’ ----------------------------------------- 46 Bijlage 13: Tekeningen insecten ----------------------------------------------------- 61 Bijlage 14: Tekening vlinder --------------------------------------------------------- 65
2 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 1: Kinderrechtentekeningen
3 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
4 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
5 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 2: Kaartjes titels kinderrechten
6 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
7 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
8 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
9 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
10 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
11 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 3: ‘Kinderrechten’, wat is dat? (uit : ‘Kinderrechten in kindertaal’) Alle mensen hebben rechten: de mensenrechten. Als kind ben ik verschillend van volwassenen. Ik heb geen geld. Ik ben nog niet zo groot en sterk als grote mensen. Ik ben meer kwetsbaar. Ik moet nog veel leren. Als kind heb ik speciale zorg en bescherming nodig. Ik speel graag. Toch moet er ook naar kinderen geluisterd worden. Daarom heb ik en hebben alle andere kinderen speciale rechten. Dat zijn de
Ik!
rechten van het kind. Die gelden voor al wie nog geen 18 is. Een recht is iets wat ik mag eisen. Onderwijs is een recht. Elk land is verplicht om onderwijs te geven aan kinderen. Jammer genoeg gebeurt het vaak dat kinderen niet krijgen waar ze recht op hebben. Dan worden de kinderrechten geschonden. Ook jij hebt recht op alle kinderrechten. Of je nu ver woont of dichtbij. Of ik je nu sympathiek vind of niet. Ook als je stout bent geweest heb je rechten. Je mag van je rechten gebruik maken zolang je de rechten van anderen niet schendt. Soms wordt een recht in de wet van je land opgenomen. Dan kan je het opeisen. Maar dat is niet altijd zo. In elk geval mag je voor je recht
Jij!
opkomen.
De kinderrechten staan in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, het kinderrechtenverdrag. Zo’n 20 jaar geleden werd dit op papier gezet. De kinderrechten mogen geen dode letter blijven. Ze moeten omgezet worden in daden. Dat moet de regering doen. Maar wij kunnen er ook zelf iets aan doen. Wij kunnen opkomen voor onze eigen rechten. En ook voor die van anderen, hier en elders in
Wij!
de
wereld.
Als
iedereen
meewerkt,
geschonden.
12 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
worden
rechten
minder
Bijlage 4: Teksten per kinderrecht Recht op een eigen mening en op inspraak Elk kind heeft recht op een eigen mening. Volwassenen moeten over alles wat jongeren aangaat hun mening vragen en er rekening mee houden. Recht op een eigen geloof en cultuur Elk kind heeft het recht om informatie op te zoeken over zijn cultuur en zijn godsdienst. Hij mag zijn eigen culturele gewoontes hebben en zijn eigen taal spreken. Recht op gezonde voeding, water, kleding en onderdak Gezonde voeding, water, kleding en onderdak zijn nodig om goed te kunnen opgroeien. Als ouders daar niet voor kunnen zorgen, moet de overheid een handje toesteken. Recht om samen te komen met anderen Kinderen hebben het recht om bij elkaar te zijn, zich bij een vereniging aan te sluiten of zelf een club op te richten. Ze moeten wel rekening houden met de wet en met de rechten van anderen. Recht op veiligheid en bescherming Kinderen moeten veilig kunnen opgroeien en beschermd worden tegen bv. mishandeling en drugs. Kinderen die geen gezin meer hebben moeten door de staat in een veilige omgeving ondergebracht worden. Recht op onderwijs en informatie Elk kind heeft het recht om dingen bij te leren in de school. Basisonderwijs moet gratis zijn. Kinderen moeten ook toegang hebben tot informatie die voor hen belangrijk is. Recht op spel en vrije tijd Elk kind heeft het recht om zich te ontspannen en zich met leuke dingen bezig te houden. Recht op zorg Kinderen hebben recht op een goede opvoeding en verzorging. Het zijn in de
13 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
eerste plaats de ouders die daarvoor zorgen. Als het nodig is, krijgen ze hierbij de hulp van de overheid. Recht op een naam en een nationaliteit Als een kind geboren wordt, heeft het recht op een naam en een nationaliteit zodat het in zijn/haar eigen land kan genieten van onderwijs, gezondheidszorg, .. Recht op een gelijke behandeling Elk kind moet op dezelfde manier behandeld worden. Kinderen mogen niet anders behandeld worden omwille van hun godsdienst, hun huidskleur, … Recht om bij de eigen familie te zijn Elk kind heeft het recht om bij zijn ouders of andere familie te leven, ook in een ander land. Jongeren mogen niet tegen hun wil bij hun ouders weggehaald worden, tenzij in hun eigen belang. Na een scheiding heeft een jongere recht op contact met beide ouders. Recht op aangepaste verzorging bij ziekte en handicap Elk kind met een handicap heeft recht op een zo goed mogelijk leven, met een aangepaste verzorging (bv. speciale school) om zo zelfstandig mogelijk te kunnen leven. Recht op een privé-leven Elk kind mag bepaalde dingen voor zichzelf houden waarmee niemand zich zonder goede redenen mag bemoeien. Recht op bescherming tegen uitbuiting Kinderen die werken moeten beschermd worden tegen uitbuiting. Zij mogen geen gevaarlijk of ongezond werk doen. Heel jonge kinderen mogen helemaal niet tewerkgesteld worden. Recht op bescherming tegen onwettige opsluiting Een kind mag enkel worden opgesloten als er geen andere oplossing is. Als één van de ouders een jongere ontvoert, moet de staat optreden. Recht op bescherming tegen oorlog Kinderen mogen niet in een leger vechten of betrokken worden bij een 14 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
oorlog. Jongeren die slachtoffer zijn van oorlog of geweld moeten op de juiste manier opgevangen worden. Recht op bescherming bij adoptie Als een kind geadopteerd wordt, moet dat in zijn/haar eigen belang zijn.
Voor uitgebreide achtergrondinformatie bij de 17 kinderrechten zie www.vormen.org “Verdrag inzake de Rechten van het Kind - vereenvoudigde versie“
15 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 5 : Werkblad ‘Word expert in een kinderrecht’ Naam: ................................................................ 1.
Bekijk de tekening aandachtig.
Over welk kinderrecht gaat deze tekening volgens jou? ....................................................................................................................... .................................................
2. Vraag nu de bijhorende tekst bij de tekening aan de leerkracht.
Schrijf hier de titel van de tekst: ....................................................................................................................... .................................................. Komt dit recht overeen met wat jij zelf dacht toen je de tekening zag? Wat wel? Wat niet? ....................................................................................................................... ................................................... ....................................................................................................................... ...................................................
3. Lees eerst de volledige tekst. 4. Lees nu de tekst opnieuw, maar deeltje per deeltje (er zijn 3 tot 6 delen in je tekst) en stop na elk deel om de onderstaande opdrachten uit te voeren. Kijk eens na of er woorden of zinnen zijn die je niet begrijpt. Die mag je hier noteren. ....................................................................................................................... ................................................. 16 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... .................................................
Zoek de betekenis op in een woordenboek of vraag meer uitleg aan je leerkracht, een klasgenootje, iemand van je familie ... ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... .................................................
Duid in elk deel met een markeerstift aan wat jij daarin het belangrijkste vindt, wat je zeker aan je klasgenoten wil vertellen. Zoek uit je eigen leven voorbeelden van dit recht, waar het zeer goed of helemaal niet goed werd toegepast, situaties die je zelf hebt meegemaakt, gezien of gehoord van mensen die je kent. Noteer hieronder.
Tip: Dat kunnen ook voorbeelden zijn uit het nieuws op radio of TV of uit de krant.
17 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... .................................................
....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... .................................................
Nog meer informatie kan je vinden op de website www.kinderrechten.vormen.org 5. Probeer nu voor jezelf deeltje per deeltje in je eigen woorden na te vertellen. Je mag zeker ook je zelf gevonden voorbeelden gebruiken.
6. Misschien heb je nog vragen waarop je het antwoord niet gevonden hebt. Misschien heb je vragen die je met je klasgenoten zou willen bespreken. Die mag je hier noteren. ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. 7. Bedenk een slogan om ‘reclame’ te maken voor dit kinderrecht.
Tip: het is vaak leuk als een slogan rijmt of veel dezelfde letters of klanken heeft. 18 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
....................................................................................................................... ................................................. ....................................................................................................................... ................................................. Schrijf je slogan op een tekenblad in grote, duidelijke letters. Je mag het blad ook kleurrijk opsmukken zodat het er aantrekkelijk uitziet. 8. Zoek in tijdschriften of kranten foto’s of titels die dit recht illustreren. Kleef ze samen op een blad. 9. Proficiat! Je bent nu dé specialist van de klas in dit kinderrecht. Hoog tijd om je voor te bereiden op je voorstelling. Voorbereiding op de presentatie voor de klas
Overloop eerst nog eens alles wat je gedaan hebt. Je zal zien dat je heel wat mogelijkheden hebt om te tonen en te vertellen.
Je mag alle materialen gebruiken: de tekeningen, de teksten, je antwoorden op de vragen, de moeilijke woorden, je slogan, je eigen beeldend werk, je zelf gevonden voorbeelden, een artikel uit de krant…
Je kan zelf vertellen, maar je mag ook vragen stellen aan de andere leerlingen om een gesprek of discussie uit te lokken.
Maak een keuze wat je allemaal wil doen tijdens je voorstelling. Maak hiervan een lijstje in een logische volgorde.
Probeer op voorhand je voorstelling eens uit op je ouders of een ander geschikt ‘slachtoffer’.
Je leerkracht helpt je graag verder als je nog problemen of vragen hebt!
Veel succes!
19 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 6: Illustraties en kinderrechten Hieronder hoe wij dachten dat de illustraties konden onderverdeeld worden in ‘nodig’ en ‘leuk’, en het verband tussen ‘nodig’ en het kinderrecht.
20 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
21 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 7: Officiële tekst kinderrechtenverdrag (vereenvoudigde versie) De bedoeling van het Verdrag is om standaarden op te stellen voor de verdediging van kinderen tegen verwaarlozing en mishandeling wat zij elke dag in meer of mindere mate ondergaan in verschillende landen. Maar het Verdrag is ook begaan met de culturele, materiële en politieke verschillen tussen naties onderling. De belangrijkste maatstaf is het welzijn van het kind. De rechten in het Verdrag kunnen onderverdeeld worden in drie grote groepen:
Provisie: Het recht om te hebben, te ontvangen en toegang te hebben tot bepaalde zaken en diensten. (Bijvoorbeeld: een naam en nationaliteit, gezondheidszorg, onderwijs, rust, ontspanning en zorg voor mindervaliden en wezen.)
Protectie: Het recht beschermd te worden tegen schadelijke praktijken. (Bijvoorbeeld: weggenomen worden van de ouders, ingelijfd worden bij het leger, commerciële of sexuele uitbuiting en fysieke of mentale mishandeling.)
Participatie: Het recht van het kind om gehoord te worden bij het nemen van beslissingen die zijn of haar leven beïnvloeden. Naarmate het kind opgroeit, zou het ook steeds meer moeten kunnen deelnemen aan sociale activiteiten, en dit als voorbereiding op het volwassen leven. (Bijvoorbeeld: vrijheid van spreken en van mening, van cultuur, godsdienst en taal.)
Preambule In de preambule wordt de toon gezet voor de 54 artikelen die er op volgen. De belangrijkste VN-teksten die betrekking hebben op kinderen worden vermeld, alsook het belang van het gezin voor de harmonieuze ontwikkeling van het kind, het belang van speciale voorzorgsmaatregelen en zorg inbegrepen, voldoende wettelijke bescherming voor en na de geboorte en het belang van de tradities en culturele waarden van elk volk voor de ontwikkeling van het kind. Artikel 1: Definitie van het kind Elk menselijk wezen onder de 18 wordt als kind beschouwd, tenzij de wetten die toepasbaar zijn op het kind anders bepalen. 22 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Artikel 2: Geen discriminatie Alle rechten zijn op elk kind, zonder uitzondering, van toepassing. De overheid moet elk kind, zonder uitzondering, beschermen. De overheid moet het kind beschermen tegen elke vorm van discriminatie. Artikel 3: Het welzijn van het kind In alle activiteiten waar kinderen bij betrokken zijn, dient het welzijn van het kind op de eerste plaats te komen. Artikel 4: Het toepassen van rechten De overheid is verplicht om ervoor te zorgen dat de rechten bepaald in het Verdrag ook nageleefd worden. Artikel 5: Rechten van de ouders, de familie en de gemeenschap De overheid moet de ouders en de familie respecteren in hun manier om het kind op te voeden. Artikel 6: Leven, overleven en ontwikkeling Het recht van het kind om te leven en de verplichting van de overheid om de overleving en de ontwikkeling van het kind te verzekeren. Artikel 7: Naam en nationaliteit Het recht op een naam bij de geboorte, op het verkrijgen van een nationaliteit en een recht om je ouders te kennen en door hen verzorgd te worden. Artikel 8: Bewaring van de identiteit. De verplichting van de staat om een kind te helpen bij het herbepalen van de identiteit als deze op illegale wijze aan het kind werd ontnomen. Artikel 9: Niet scheiden van de ouders. Het recht van het kind om contact te houden met de ouders als het van hen gescheiden wordt. Als de scheiding een gevolg is van gevangenschap of een sterfgeval zal de overheid het kind of de ouders inlichten over het reilen en zeilen van het vermiste familielid. Artikel 10: Familie-reunie Aanvragen om het land te verlaten of binnen te komen om zich te kunnen verenigen met zijn/haar familie, zullen altijd op een menselijke manier
23 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
benaderd worden. Een kind heeft het recht om regelmatige contacten te onderhouden met beide ouders indien deze in verschillende landen wonen. Artilel 11: Illegale verplaatsing en het niet terugkeren van kinderen De overheid zal optreden tegen ontvoering van kinderen door een partner of een derde. Artikel 12: Meningsuiting Het recht van een kind om zijn mening te uiten en om gehoord te worden. Artikel 13: Vrijheid van expressie en informatie Het recht om informatie op te zoeken, te ontvangen en te verspreiden in verschillende vormen, kunst, gedrukte en geschreven materialen inbegrepen. Artikel 14: Vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst De overheid moet toezien op de rechten en de plichten van de ouders om het kind te begeleiden bij de beoefening van dit recht in overeenkomst met de evoluerende mogelijkheden van het kind. Artikel 15: Vrijheid om zich te verenigen. Het recht van het kind om zich te verenigen en vredig samen te komen met anderen. Artikel 16: Privacy, eer, reputatie Men zal niet tussenkomen op het gebied van privacy, familie, thuis of briefwisseling. Artikel 17: Toegang tot informatie en de media Het kind zal toegang hebben tot verschillende informatiebronnen. Aan minderheidsgroepen zal specifieke aandacht worden besteed en richtlijnen om kinderen te beschermen tegen schadelijke materialen zullen aangemoedigd worden. Artikel 18: Ouderlijke verantwoordelijkheden Beide ouders hebben samen de verantwoordelijkheid om het kind op te voeden en zij dienen gesteund te worden bij het opnemen van die verantwoordelijkheden. Artikel 19: Mishandeling en verwaarlozing De overheid heeft de plicht om elk kind te beschermen tegen elke vorm van 24 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
mishandeling. Sociale programma’s en hulpdiensten moeten voor handen zijn. Artikel 20: Plaatsvervangende zorg voor kinderen zonder ouders Nationale wetten moeten in dat geval het recht van kinderen op zorg regelen wanner er geen ouders zijn. De overheid is verplicht om aandacht te besteden aan continuïteit bij de opvoeding overeenkomstig de religieuze, culturele en etnische achtergrond van het kind. Artikel 21: Adoptie De overheid moet er op toezien dat alleen bevoegde instanties adopties regelen. Een kind uit een ander land adopteren mag in overweging genomen worden als in eigen land alle mogelijkheden zijn uitgeput. Artikel 22: Vluchtelingenkinderen Speciale bescherming is nodig voor deze kinderen. De overheid zal daartoe samenwerken met internationale instanties ook om kinderen zo snel mogelijk met hun gezin te herenigen als zij van hen gescheiden raakten. Artikel 23: Kinderen met een handicap Zij hebben het recht op speciale zorg en onderwijs om te kunnen genieten van een volwaardiger bestaan binnen de maatschappij. Artikel 24: Gezondheidszorg Het recht op preventieve en behandelende gezondheidszorg, als ook op geleidelijke afschaffing van traditionele praktijken die schadelijk zijn voor het kind. Artikel 25: Periodieke herziening Het kind dat geplaatst werd omwie van zorg, bescherming of medische behandeling, heeft het recht de plaatsing op regelmatige basis te laten herzien. Artikel 26: Sociale zekerheid Het recht van het kind op sociale zekerheid. Artikel 27: Levensstandaard Verantwoordelijkheid van de ouders om te zorgen voor goede levensomstandigheden voor de ontwikkeling van het kind, zelfs als één van de ouders een ander land zou leven. 25 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Artikel 28: Onderwijs Recht op gratis basisonderwijs, de mogelijkheid om een beroepsopleiding te volgen. De overheid dient maatregelen te nemen om het aantal mislukkingen te beperken. Artikel 29: Doel van het onderwijs Onderwijs moet zorgen voor de ontwikkeling van de talenten en mogelijkheden van het kind, en voor de voorbereiding van het kind op een verantwoord leven als volwassene. Onderwijs moet het respect voor de Rechten van de Mens bevorderen en voor de culturele en nationale waarden van het eigen land en dat van anderen. Artikel 30: Kinderen van minderheidsgroepen en inheemse volkeren Het recht van het kind dat behoort tot een minderheidsgroep of tot een inheems volk behoort om de eigen cultuur te kunnen beleven en de eigen taal te kunnen spreken. Artikel 31: Spel en ontspanning Het recht van het kind om te spelen, zich te ontspannen en deel te nemen aan het cultureel en artistiek leven. Artikel 32: Economische uitbuiting Het recht van het kind op bescherming tegen schadelijke vormen van arbeid en tegen uitbuiting. Artikel 33: Verdovende en psychotische middelen Bescherming van het kind tegen het illegale gebruik van deze middelen en het gebruik van het kind in de productie en de distributie ervan. Artikel 34: Seksuele uitbuiting Bescherming van het kind tegen seksuele uitbuiting met inbegrip van prostitutie en het gebruik van kinderen in pornografisch materiaal. Artikel 35: Ontvoering, verkoop en handel van kinderen Verplichting van de staat om ontvoering, verkoop en handel van kinderen te voorkomen. Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting Artikel 37: Marteling, lijfstraffen en gevangenneming Verplichting van de staat tegenover kinderen in de gevangenis. 26 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Artikel 38: Gewapende conflicten Kinderen onder de 15 mogen niet deelnemen aan vijandige conflicten. Geen recrutering is mogelijk voor kinderen onder de 15 jaar. Artikel 39: Herstel en herintegratie Verplichting van de overheid om kinderen die slachtoffer zijn van uitbuiting, marteling of gewapende conflicten terug op te voeden en sociaal te laten integreren. Artikel 40: Jeugdrechtbank Eeen kind dat de wet met de voeten heeft getreden zal steeds op een waardige en respectvolle manier behandeld worden. Artikel 41: Rechten van het kind in andere documenten Artikel 42: Bekendmaking van de conventie De plicht van de overheid om de conventie bekend te maken bij kinderen en volwassenen. Artikel 43-54: Implementatie Deze artikelen zorgen voor een Comité dat instaat voor de correcte implementatie van de Rechten van het Kind.
27 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 8: Krantenkoppen Kinderrechten
Krantenkoppen
Recht op een eigen geloof en cultuur
Communieviering in parochie SintWillebrord Turkse meisjes zonder hoofddoek in de klas
Recht op gezonde voeding, water,
Veel zwaarlijvige kinderen door
kleding en onderdak
ongezonde voeding Waterschaarste in Somalië doodt kinderen
Recht om samen te komen
Verbod op samenscholing in Parijse buitenwijken
Recht op spel en vrije tijd
Speelplein wordt appartementsblok
Recht op onderwijs en informatie
Kinderen zonder papieren blijven thuis van school uit schrik voor uitwijzing
Recht op bescherming tegen
Indiase kinderen werken tot 15u per
uitbuiting
dag
28 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Recht op zorg
Kind sterft door uitdroging in achtergelaten auto op parking.
Recht op naam en nationaliteit
Plan International voert actie om kinderen overal ter wereld te laten registreren
Recht op familie
Gevangenis Vorst: kinderen tot 4de levensjaar bij moeder
Recht op aangepaste verzorging bij
Damiaanactie helpt kinderen met
ziekte en handicap
lepra aan een toekomst
29 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 9: Woordspelletjes Kinderrechtenwoordraadsel Vul het woordraadsel in. Let op: de ‘ij’ hoort huis in 1 vakje. Welk woord vind je in het vette gedeelte? 1. De ene persoon is zwart, de andere geel, nog een andere blank, ... Al deze personen zijn gelijk. Alleen hebben ze een verschillende h.............................. 2. Niet alleen jij hebt rechten. Ook alle andere kinderen hebben rechten. Je moet er dus voor zorgen dat je de rechten van andere kinderen niet schendt. Het is jouw p............. om de rechten van anderen te respecteren. 3. Bij de geboorte hebben mama en papa aan jou een n.......... gegeven. 4. Er zijn kinderen die honger lijden. Dit mag niet volgens de kinderrechten want alle kinderen hebben recht op gezonde v...................... 5. Arm of rijk, dik of dun, klein of groot, blank of zwart, alle kinderen zijn g............... 6. Wanneer je ziek bent moet je v........................ krijgen van een dokter. 7. Wanneer 2 landen met elkaar vechten dan voeren deze landen o................ met mekaar. Kinderen die leven in zo een situatie, moeten beschermd worden. 8. Je kunt onmogelijk de hele dag door leren. Alle kinderen moeten ook kunnen s................ 9. Als je jonger bent dan a................. jaar dan ben je minderjarig zijn de kinderrechten op jou van toepassing. 10. Net zoals alle kinderen heb je recht op onderwijs. Elk kind moet dus naar s............... kunnen gaan. 11. Wanneer je 12 jaar wordt krijg je in ons land een i..................................... Vanaf 15 jaar moet je deze verplicht op zak hebben want het bewijst wie je bent, waar je woont, ... 12.Je hebt het recht om bij jouw mama, papa, broer en/of zus te zijn. Als kind heb je dus recht om bij jouw f...................... te zijn. 13.Er zijn kinderen van 12 jaar die uit werken gaan. Ze verkopen bloemen, ze werken als hulpje in een restaurant, ... Maar eigenlijk mag dit niet want het is k.................................. en dat is verboden!
30 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Het gevonden woord is:
31 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
De oplossing van het kruiswoordraadsel:
Het gevonden woord is kinderrechten
32 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
33 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Oplossing kinderrechtenrebus:
34 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Kinderrechtenwoordzoeker Zoek de onderstaande woorden in het raster. Je kan ze horizontaal en verticaal zoeken. Met de overblijvende letters kun je de naam van een mensenrechtenorganisatie vinden. wet
gezin
informatie
familie
briefgehei
vrije tijd
plicht
land
doodstraf
m
naam
voeden
oorlog
vrede
spel
jongeren
rust
zorg
beschermin
onderwijs
water
eerbied
taal
g
gelijk
mening
kinderrecht
onderdak
kleding
nut
en
privé
geloof
35 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Oplossing woordzoeker
Oplossing: Amnesty International
36 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 10: Werkblad zelf foto’s maken
37 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 11: Kleurplaten kinderrechten
38 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
39 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
40 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
41 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
42 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
43 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
44 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
45 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
46 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
47 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
48 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
49 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
50 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
51 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
52 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
53 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
54 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
55 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 12: Verhaal van ‘Het land van Kwien’ Het land van Kwien Er was eens het land van Kwien. In het land van Kwien woonden vele insecten: bijen, torren, mieren, kevers, spinnen,… En helemaal bovenaan zat op haar troon, dé Kwien! Kwien was de grote, dikke bijenkoningin van het land. Kwien hield ervan om iedereen vanuit haar honingpaleis bevelen te geven. Altijd werd ze op haar wenken bediend. En wat was ze gulzig! Ze at zoveel honing, dat ze zelfs gaten in haar honingpaleis snoepte. Alle bijtjes van het land werkte de hele dag om de vele gaten terug dicht te krijgen. Van zonsopgang tot zonsondergang waren de arme bijtjes druk in de weer. Maar zelf kregen ze nooit iets van die lekkere honing te zien. Kwien was niet alleen verzot op honing. Ze hield ook heel erg van mooie schoenen. Aan elke poot blonk er een pareltje van een schoen. Torretje Tor, de schoenmaker, werd iedere dag op het paleis verwacht. En als hij geen nieuwe schoenen meehad, werd Kwien heel erg kwaad. Dat meneer Duizendpoot daardoor al maanden op nieuwe laarzen wachtte en door zijn kapotte laarzen pijn had aan zijn vele pootjes, kon haar niks schelen. De bijenkoningin had geen twee, geen vier, en ook geen zes schoenen, maar wel kamers vol! Vandaag was een bijzondere dag voor Kwien. Want vandaag bracht schoenmaker Torretje welgeteld de tienduizendste schoen! Kwien zat met haar dik gat nieuwsgierig te wrikkelen op haar stoel. Voor haar stond Torretje Tor, trillend en nog banger dan gewoonlijk. “Laat zien! Laat zien! Laat zien!” zei Kwien. Torretje Tor maakte een diepe buiging en opende aarzelend de schoendoos voor Kwien. De bijenkoningin sprong uit haar troon en grabbelde de schoenen uit de doos. Ze hield ze voor het venster tegen het licht en kneep haar grote ogen halfdicht. Ondertussen bad Torretje dat Kwien de schoenen mooi zou vinden. De bijenkoningin wierp een blik op de schoenmaker en 56 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
keek daarna opnieuw naar de schoenen. Een glimlach verscheen langzaam op haar lippen. “Bij mijnen angel…ze zijn práchtig! Práchtig! Práchtig!” riep de bijenkoningin. Torretje Tor zuchtte opgelucht. “Dat moet gevierd worden! Iedereen moet zien dat ík de mooiste schoenen heb! RUPS!!” Een harige rups kwam snel aangekropen. Rups was de huishoudster van Kwien, zij moest het honingpaleis netjes houden, vrij van stof, web en modder. En ook alle schoenen van Kwien werden regelmatig door haar opgepoetst. Het was Rups’ taak om alles te doen blinken en te zorgen dat alles verliep volgens de wensen van de bijenkoningin. “Bij mijnen angel, ik wil een feest!” zei Kwien tegen Rups. “Een feest, koningin?” vroeg Rups verbaasd. “Ben je niet alleen krom en lelijk, maar nu ook al doof? Jà, een feest!” antwoordde de bijenkoningin scherp. “We nodigen iedereen in het land uit! Ze moeten allemaal naar mijn nieuwe schoenen komen kijken!” Rups keek verbaasd naar Torretje Tor. Hij haalde zijn schouders op en glipte er stilletjes vandoor. “Wie moet ik allemaal uitnodigen, mijn koningin?” “Hoezo, wie? Alle insecten van mijn land. De mieren…” “Maar de mieren zijn bezig met uw verhuis. Krijgen ze vrijaf voor het feest?” “Bij mijnen angel: neenee, ze mogen niet luieren, ze moeten mijn meubels en spulletjes verhuizen. En hun kinderen, de kleine miertjes?” “Die sleuren ook. U gaf hen de opdracht de grote mieren te helpen met verhuizen, omdat het anders niet snel genoeg gaat. Zij zijn allemaal van de schoolbanken af gehaald om hun ouders te komen helpen .” “OK, niet de mieren dan. De spinnen!” “Die bewaken uw schoenen en nemen ongehoorzame insecten gevangen.” “Bij mijnen angel, niet de spinnen! Ah ja, dat gaat niet. Het is hun plicht om webben te maken om mogelijke dieven te strikken. En ze moeten lastige insecten in de gevangenis stoppen. De kevers!” 57 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
“De kevers zorgen altijd voor de muziek. Ik kan natuurlijk op zoek gaan naar een ander koor?” “Bij mijnen angel, die kevers moeten zingen voor hun koningin! Kevers hebben geen tijd om te dansen. We kunnen de lieveheersbeestjes vragen!” “Maar die zijn door u over het hele land verspreid, koningin. En ze mogen pas terugkeren om nieuws en de laatste roddels aan u te komen vertellen.” “Bij mijnen angel, die roddels wil ik niet missen. Is er dan geen enkel insect in mijn land dat ik kan uitnodigen?!” Al een paar dagen stond een grote groep sprinkhanen voor de poorten van het paleis. De sprinkhanen kwamen uit de woestijn. Door de droogte konden ze daar niet blijven wonen. Ze lieten hun huisjes achter en gingen op zoek naar een nieuw plekje voor hen en hun kinderen. Na lang zwerven waren de sprinkhanen in het land van Kwien aangekomen. Ze wilden er graag blijven en ze hadden de bijenkoningin aangeboden om voor haar te komen werken. Maar Kwien had hun uitgescholden. Ze vertrouwde deze tjirpende insecten voor geen haar! Kwien was ervan overtuigd dat ze haar schoenen wilden stelen en ze had gebulderd dat ze terug moesten gaan van waar ze kwamen. “Mag ik u een voorstel doen, mijn koningin?” “Ja, zég het dan toch, hé!” “Misschien kan u de sprinkhanen binnenlaten? Zij kunnen ons helpen met het vele werk en zo zou iedereen tijd hebben om ’s avonds naar uw prachtige schoenen te komen kijken.” “Zijn die vuile beesten hier nu nog? Weg ermee! Weg ermee! Dat gespuis uit de woestijn in mijn land en op mijn feest?? Jij lelijke, domme rups! Geen denken aan! In nog geen honderd jaar. Dan feest ik nog liever alleen!!” Zo gezegd, zo gedaan. De spinnen moesten de sprinkhanen voorgoed uit het land verjagen. En diezelfde avond nog was het feest in het honingpaleis. De koningin zat op haar sierlijke troon. Aan haar poten blonken haar nieuwe schoenen. De kevers speelden en zongen de vrolijkste en mooiste deuntjes…Maar er was niemand om ernaar te luisteren. De hele avond lang staarde Kwien naar haar mooie schoenen. In het begin keek ze nog vrolijk. Maar hoe later op de avond, hoe meer haar trotse pootjes leken te gaan hangen. En hoe triester en sipper de blik van de koningin wel leek.
58 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Plots werd er op de deur geklopt. Het waren de lieveheersbeestjes. Kwien was dolgelukkig dat er toch eindelijk iemand op haar feest was. Maar niet voor lang. De lieveheersbeestjes brachten namelijk zeer slecht nieuws. Vanuit alle hoeken van het land bereikte hen het bericht dat er droogte heerste in het land! Erge droogte! Alle meertjes, alle poelen, alle kuilen en alle grachten stonden droog in het land van Kwien. Het zou niet lang duren of de voedselvoorraden zouden opgeraken. En zelfs al aten ze het hele paleis op, dan nog zouden ze langzaam maar zeker honger gaan lijden. Kwien vloekte: “Bij mijnen angel, wat nu gedaan?! Rups! Rups! Waar zit dat lelijke beest? ’t Is altijd hetzelfde. Als je ze nodig hebt zijn ze niet te vinden. Wat moet ik nu toch doen?” Kwien gaf de lieveheersbeestjes opdracht haar huishoudster te gaan zoeken. Tevergeefs. Rups was nergens te vinden. Ze riep de sterkste mieren bij zich. Ze vroeg hen haar helemaal tot in de hoogste toren van het honingpaleis te dragen. De mieren stelden geen vragen en tilden haar op. Ze puften en zweetten onder het zware gewicht van hun koningin. Na vele trappen kwamen ze éindelijk in de toren aan. Kwien ging voor het open venster van de paleistoren staan. Ze ademde diep in en schreeuwde zo luid als ze kon: “Rups, bij mijnen angel, hier zal je voor boeten Rups!”. Kwiens woorden echoden na: Rups, rups, rups…Bij mijnen angel, angel, angel,…Hier zal je voor boeten, boeten, boeten… “Waarvoor zal ik boeten, mijn koningin?” Het was de stem van Rups. Kwien schrok en keek de kamer rond. Maar hoe goed ze ook zocht, ze vond nergens haar kromme, harige huishoudster. Waar kwam die stem vandaan? “Hier ben ik koningin. Buiten in de lucht.” Dat was beslist de stem van Rups! De bijenkoningin keek uit het raam. Het enige wat ze zag was een mooie vlinder die voor het torenraam fladderde. “Ben jij dat? Lelijke Rups??” vroeg Kwien verbaasd. “Ja, mijn koningin. Ik ben een vlinder geworden.” lachte Vlinder- Rups. “En ik breng goed nieuws! Ik heb mijn nieuwe vleugels uitgetest en ben op verkenning gegaan. Zo ben ik de sprinkhanen opnieuw tegengekomen. Ze hebben een nieuw land gevonden. Het is er zo mooi koningin! Echt waar. Je moet het zien. Er is overal water, en mals groen gras. En er is eten in overvloed. Ik heb de sprinkhanen verteld over de droogte in ons land en…. ze nodigen iedereen uit het land van Kwien uit om bij hen te komen wonen!!” 59 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
De bijenkoningin moest eventjes slikken toen ze de boodschap van VlinderRups hoorde. Die tjirpende insecten bleken toch nog niet zo slecht als ze had gedacht! En zij had hen zelf enkele weken geleden nog zonder pardon het land uit gezet?! Kwien trok zich een tijd terug en dacht diep na over wat ze gedaan had. Vol schaamte besloot ze op de uitnodiging van de sprinkhanen in te gaan. De lieveheersbeestjes vlogen met veel plezier rond en verspreidden razendsnel Kwiens beslissing over het hele land. Het geluk van de insecten kon niet op! De bijtjes zoemden vrolijk en trakteerden iedereen op zoete honing, de kevers begonnen spontaan wondermooie liedjes te zingen en de spinnen maakten voor de kleine miertjes speelballen van hun webben. Niet veel later kon de grote verhuis beginnen. De insecten pakten hun koffers en sloten één voor één aan in de lange rij voor het honingpaleis. Daar werden ze verder geholpen door de mieren. Dat waren intussen ervaren verhuizers geworden. De mieren voelden zich ontzettend nuttig en blij. Dit keer wisten ze tenminste waaróm ze al die spullen moesten verhuizen. Vlinder- Rups vloog helemaal naar het begin van de lange rij. En wees hen de weg naar het nieuwe land van de sprinkhanen. Alle insecten begonnen te stappen en volgden haar. Helemaal achteraan slofte hun dikke bijenkoningin Kwien. Met aan haar poten, voor het eerst sinds jaren: schoenen die niet blonken. Bewerking door Els Moerman
60 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 13: Tekeningen insecten
61 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
62 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
63 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
64 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Bijlage 14: Tekening vlinder
65 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO
Geef deze vlinder enkele mooie kleuren met potloden, stiften, verf of kleef hem in met allerlei materialen: wol, propjes papier, watjes… (om te vergroten)
66 | Het land van Kwien: bijlagen 2de-3de graad LO