‘Het kwaliteitskader POH-GGZ’ in Friesland Voor huisartsen en praktijkondersteuners huisartsenzorg ggz (POH-GGZ) Versie 14 april 2010 Inleiding 1. ‘Het kwaliteitskader POH-GGZ’ heeft als doel om de kwaliteit van de zorg door de POHGGZ te waarborgen. Het geeft richting aan afspraken tussen huisartsen en de POH-GGZ die betrekking hebben op scholing, faciliteiten, nabespreken patiëntcontacten, intervisie en deskundigheidsbevordering. Als de richtlijn wordt aangehouden, is de kwaliteit van de zorg door de POH-GGZ gewaarborgd en wordt tevens voldaan aan de voorwaarden die gesteld zijn door De Friesland Zorgverzekeraar. 2. Inhoud van ‘Het kwaliteitskader POH-GGZ’ Het kwaliteitskader kent de volgende onderdelen: A.
Opleiding POH-GGZ De POH-GGZ heeft de post HBO-opleiding POH-GGZ gevolgd of zal dit binnen een jaar na indiensttreding doen. De kosten en de tijdsinvestering komen voor rekening van de formele werkgever. (Voor de verkorte NHL-opleiding van 2010 betreft dit tien middagen van vijf uur, met huiswerk meegerekend tachtig uur totaal.)
B.
Faciliteiten De POH-GGZ beschikt over een spreekuurfaciliteit die aan de gangbare eisen voldoet en verwerkt zijn patiëntencontacten elektronisch in het HIS. De POH-GGZ wordt facilitair ondersteund door de doktersassistente.
C.
Nabespreking patiëntencontacten Huisarts en POH-GGZ bespreken de patiëntencontacten voor en na. Naar schatting kost dit per individuele huisarts 15 – 30 minuten per dagdeel POH-GGZ.
D.
Intervisie De POH-GGZ neemt deel aan intervisie met een aantal collega’s POH-GGZ, en wel twee uur per maand, tien maanden per jaar. De tijd die het kost komt voor rekening van het samenwerkingsverband van huisartsen. Per intervisiegroep houdt één POH-GGZ bij hoe de intervisie verloopt. Eenmaal per jaar komen deze vertegenwoordigers bij elkaar in een provinciaal panel. Dit panel werkt met de (kwalitatieve) Plan-Do-Check-Act methodiek (zie bijlage), waarmee de kwaliteit in de intervisiegroepen wordt gewaarborgd. Mochten er structurele vragen rijzen, dan kunnen deze worden neergelegd bij de werkgroep deskundigheidsbevordering, zie onder E.
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 1 van 6
E.
Voortgaande deskundigheidsbevordering De POH-GGZ houdt zijn deskundigheid op peil door het bijwonen van nascholingen. In Friesland is een werkgroep gevormd die ideeën inzamelt en nascholingen organiseert/doet organiseren. Deze werkgroep bestaat uit: - Ellen Kerseboom, huisarts te Drachten en ggz-kaderarts in opleiding. - Ietje de Vries, huisarts te Beetsterzwaag - Harold Wenning, POH-GGZ te Leeuwarden en coördinator POH-GGZ bij GGZ Friesland - Therese Jousma, POH-GGZ te Drachten. De werkgroep fungeert tevens als aanspreekpunt voor het onder D genoemde panel en wordt ingebed in de kwaliteitsstructuur van de Friese Huisartsen Vereniging. De kosten van de nascholing worden gedekt door de formele werkgever. De tijd komt voor rekening van het samenwerkingsverband van huisartsen.
3. Verantwoordelijkheden De individuele huisarts is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de geleverde zorg. De POH-GGZ met een verpleegkundige achtergrond is BIG-geregistreerd en daardoor individueel aansprakelijk voor zijn handelen en vallend onder het tuchtrecht. De POH-GGZ heeft vaak te maken met meerdere personen waarmee afspraken gemaakt moeten worden: Individuele huisartsen waarmee het overleg over individuele patiënten plaatsvindt Eventueel met huisartsenpraktijken waarin meerdere huisartsen werkzaam zijn Een samenwerkingsverband van huisartsen dat met De Friesland Zorgverzekeraar een contract heeft afgesloten voor de module POH-GGZ De formele werkgever. De formele werkgever kan het samenwerkingsverband zijn of een huisartsenpraktijk, maar ook een faciliterende organisatie waarmee een overeenkomst van dienstverlening is afgesloten. Huisartsen en de formele werkgever dienen de POH-GGZ in de gelegenheid te stellen om aan ‘Het kwaliteitskader POH-GGZ’ te voldoen.
De werkgroep ‘Kwaliteitskader POH-GGZ” Ellen Kerseboom, huisarts te Drachten, ggz-kaderarts in opleiding Frits Wallis, huisarts te Beetsterzwaag Jaco de Rapper, huisartsenbegeleider en supervisor, Optend Harold Wenning, POH-GGZ en tevens coördinator POH-GGZ bij GGZ Friesland Jenneke Netjes, adviseur ggz ROS Friesland
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 2 van 6
Bijlage bij punt 4D Intervisie Een belangrijk onderdeel van kwaliteitszorg is de kwaliteit van het werk bekijken, evalueren en verbeteren. Voor de POH-GGZ betekent dit: 1. Actief participeren in een regionale intervisiegroep en 2. De uitkomsten evalueren en implementeren door een vertegenwoordiger van de intervisiegroep in een provinciaal panel volgens de Plan Do Check Act (PDCA) methode. Vooraf: afweging intervisie – supervisie De werkgroep heeft intervisie en supervisie beide in ogenschouw genomen, maar heeft gekozen voor intervisie. De definitie van supervisie is: een didactische methode, gericht op het verwerven van (meer) persoonlijke bekwaamheid voor de uitoefening van het beroep. Inzichten en ervaringen worden omgezet in persoonlijke competenties. De supervisor fungeert als spiegel en adviseur. Bij supervisie wordt het beroepsmatig handelen van de één voorzien van feedback door de ander. Er is geen sprake van een volledig gelijkwaardige relatie tussen supervisor en supervisant, zoals bij intervisie wel het geval is. De werkgroep acht dit een onnodig zware vorm van begeleiding van de POH-GGZ. De groep mensen die de POH-GGZ-functie gaan uitvoeren hebben een goede basisopleiding en volgen daarnaast een extra nascholing POH-GGZ. Tijdens die nascholing vindt de opstart van de intervisie plaats vanuit de eerstelijnsgedachte. De huidige SPV’en kennen overigens ook nu al intervisie (en geen supervisie). De huisarts is overigens wel eindverantwoordelijk voor de patiëntenzorg. Soms is in het verleden hiervoor het woord supervisie gebruikt. Dat is onjuist. DEEL 1 Intervisie 1. Intervisie is een kwaliteitsbewakend en kwaliteitsbevorderend instrument waarin alle deelnemers om beurten en op voet van gelijkheid hun functioneren ter discussie stellen aan de hand van ingebrachte casussen. De deelnemers werken vanuit eenzelfde vakinhoudelijk referentiekader. Focus in de intervisie is het persoonlijk, beroepsmatig functioneren van de deelnemers. Intervisie is een gestructureerd en frequent overleg van een groep professionals om werksituaties te verhelderen en te verbeteren. Een vorm van collegiale consultatie met als doel het op peil houden of verbeteren van het functioneren van de professional. Hierbij gaat het vooral om vragen stellen, dit is in feite het intervisievoertuig. Met doorvragen en exploreren van alternatieven kunnen nieuwe inzichten ontstaan. Voorwaarde om intervisie te volgen is het vermogen van de POH-GGZ tot introspectie en zelfreflectie. Dit dient in de opleiding en het aannamebeleid aandacht te krijgen en getoetst te worden. 2. Doel van de intervisie Doel van de intervisie voor POH-GGZ is: • Competenties verder vergroten • Deskundigheidsbevordering als POH-GGZ
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 3 van 6
• • • •
Systeemgericht kunnen denken en werken (omgevingsfactoren, families, intergenerationeel, meerzijdig partijdig) Vermogen tot outreachend werken Uitbouwen van een ‘eerstelijns attitude’ In staat zijn tot terugkoppeling
3. Uitgangspunten van de intervisie Uitgangspunten voor de intervisie zijn: • Elke POH-GGZ, zowel afkomstig van een faciliterende organisatie als in dienst bij een huisartsenpraktijk volgt intervisie in een groep met collega’s POH-GGZ. Het is een integraal onderdeel van de functie. Een POH-GGZ die ook nog andere werkzaamheden uitvoert, kan zelf bepalen of voor die andere werkzaamheden ook intervisie moet bestaan. • Intervisiegroepen worden geografisch, dus regionaal (op basis van woonplaats of werkplek) samengesteld. • De intervisiegroep bestaat uit vijf of maximaal zes personen. • De intervisiegroep werkt methodisch, houdt rapportages bij over de uitkomsten en evalueert zowel het proces als de inhoud. • De intervisiegroep komt eens per maand bijeen en de bijeenkomsten duren twee uur per keer. Rekening houdend met vakanties betekent dit per medewerker per jaar een tijdsinvestering van twintig uur: tien maanden a twee uur. (Dit komt overeen met zo’n 0,5 uur per normpraktijk per maand. 4. Voorbeeld van een intervisiemethode De intervisie dient methodisch te verlopen. Dit om te voorkomen dat het uitmondt in ‘borrelpraat’. Er zijn vele methoden voor intervisie ontwikkeld. Iedere werkvorm heeft zo zijn eigen inspiratie en kracht. Een methode is bijvoorbeeld de 5-stappenmethode. Intervisie-methode: 5-stappenmethode Stap 1: Vraagintroductie De inbrenger introduceert zijn vraag en geeft een beknopte toelichting. Stap 2: Probleemverkenning Groepsleden verkennen het probleem door het stellen van vragen. Zij benutten hierbij alle vier de gespreksniveaus (inhoud, procedure, relatie en gevoel). Stap 3: Probleemdefinitie Groepsleden formuleren een of meer probleemdefinities. De inbrenger, die dit heeft gehoord, formuleert nogmaals zijn vraag. Stap 4: Advisering Ieder groepslid formuleert tenminste één advies voor de inbrenger. De inbrenger reageert op de adviezen: wat spreekt aan, wat niet? Stap 5: Evaluatie Inbrenger evalueert het consultatieproces: ervaringen, effecten van inbreng groepsleden, etc.
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 4 van 6
DEEL 2 Evaluatie en Borging: Plan Do Check Act (PDCA). De PDCA-cirkel is een simpel en effectief kwaliteitszorgsysteem dat door vertegenwoordigers van de intervisiegroepen in het provinciale panel gehanteerd kan worden. Het werken volgens de PDCA-cirkel is een cyclisch proces. [Wanneer men cyclisch aan kwaliteitszorg wil werken, moeten in de organisatie drie soorten activiteiten plaatsvinden: • kwaliteitsbepaling, • kwaliteitsborging (of kwaliteitsbewaking), • kwaliteitsverbetering. De PDCA-cirkel ziet er als volgt uit:
Plan
Dit omvat niet alleen het plan van aanpak voor de noodzakelijke verbetering of innovatie, maar ook de formulering van het gewenste resultaat en hoe (+ wanneer) getoetst gaat worden of het gewenste resultaat is bereikt.
Do
Het plan wordt uitgevoerd zoals het is voorgeschreven.
Check
Door middel van controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat behaald is.
Act
Dit is de fase van bijstelling. Als het gewenste resultaat bereikt is, kan aan de volgende verbetering beginnen en wordt de cirkel opnieuw doorlopen.
Tot slot Omdat kwaliteitszorg een cyclisch en dynamisch proces is, zijn er verschillende mogelijkheden om ermee te beginnen. Een veel gebruikte ingang is een zelfevaluatie houden (in de intervisiegroep), die als spiegel fungeert van wat goed gaat of wat er beter kan. Een belangrijke vraag kan ook zijn: Worden stelselmatig groepen of onderdelen over het hoofd gezien? Bij een zelfevaluatie begint het panel in feite bij de C van Check.
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 5 van 6
Voorkomen moet worden dat kwaliteitszorg beleefd wordt als iets geheel nieuws, dat bovenop het bestaande werk komt. Veel winst kan geboekt worden, door: • de activiteiten die bij kwaliteitszorg horen, niet los van elkaar te zien, maar te plaatsen tegen de achtergrond van de cyclus: plan, do, check en act; • kwaliteitszorg te checken op samenhang en volledigheid. Stel bijvoorbeeld de vraag: “worden stelselmatig groepen of onderdelen over het hoofd gezien?”
Kwaliteitskader POH-GGZ 14 april 2010
pagina 6 van 6