Het kijkgedrag en de kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking
Student: Opleiding: Afstudeerrichting: Afstudeercoördinator: Begeleidend docent: Afstudeerbedrijf: Contactpersoon: Datum:
Marjolein van Beekum Commerciële Economie Marketing Management Dhr. H. Hospers Dhr. S. de Ridder Programmaraad Haarlem Dhr. W. Rutten 13 mei 2002
Samenvatting Dit kijkonderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Programmaraad Haarlem. De Programmaraad Haarlem stelt onder andere het basispakket voor de televisie samen. Het basispakket bestaat uit 15 zenders, waarvan 7 ‘Must-Carry’ zenders. De Probleemstelling van het onderzoek luidt als volgt: “De Programmaraad Haarlem heeft op dit moment onvoldoende inzicht in de verschillende kijkersgroepen voor het vormen van de juiste beslissing over de samenstelling van het basispakket voor de kabeltelevisie.” Aan de hand van deze probleemstelling is de onderzoeksdoelstelling, de onderzoeksvragen en de onderzoeksdoelgroep vastgesteld. Als onderzoeksstrategie is gekozen voor de enquête. De enquête is, na het trekken van een steekproef, afgenomen bij 375 respondenten, 275 autochtone inwoners van Haarlem die abonnee zijn bij kabelexploitant UPC en 100 allochtone inwoners van Haarlem die of gebruik maken van de kabel of een schotel hebben. Doelstelling van het onderzoek was om het juiste inzicht te verkrijgen in de verschillende kijkersgroepen in Haarlem. Dit doel is bij de allochtone doelgroep slechts gedeeltelijk bereikt, doordat veel allochtone respondenten geen Nederlands begrijpen, spreken of schrijven. Een andere oorzaak is dat de enquête voor allochtonen te lang en te moeilijk was. De resultaten van allochtone respondenten waren door deze omstandigheden niet representatief genoeg om heldere conclusies uit te trekken. Uit de resultaten is af te lezen dat de meeste respondenten dagelijks televisie kijken en dan voornamelijk ’s avonds. Als populairste zender is rtl 4 bij alle respondenten duidelijk naar voren gekomen. Als minst populaire zenders komen de buitenlandse zenders naar voren, waarbij de Duitstalige zenders aan kop gaan. Opvallend resultaat is dat de autochtone respondenten de Turkse zenders graag zien afvallen en dat de allochtone respondenten graag de Nederlandse zenders zien afvallen (Nederland 1, 2 en 3). Blijkbaar is de multiculturele samenleving waar wij in leven met betrekking tot het kijkgedrag nog niet zo multicultureel als wij denken.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
4
SAMENVATTING INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING .................................................................................... 7 2. DE PROGRAMMARAAD........................................................................ 8 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
HET FUNCTIONEREN VAN DE PROGRAMMARADEN ................................................................................ 8 KNELPUNTEN IN HET FUNCTIONEREN ................................................................................................... 9 TOEKOMST VAN DE PROGRAMMARADEN ................................................................................................ 9 DE PROGRAMMARAAD HAARLEM.......................................................................................................... 10 KABELEXPLOITANT UPC....................................................................................................................... 10
3. DE PROBLEEMSTELLING .................................................................... 12 3.1 3.2 3.3 3.4
DE PROBLEEMSTELLING ........................................................................................................................ 12 ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN .......................................................................................................... 12 ONDERZOEKSVRAGEN ........................................................................................................................... 12 ONDERZOEKSDOELGROEPEN ................................................................................................................ 13
4. METHODE VAN ONDERZOEK ............................................................... 14 4.1 4.2 4.3
ONDERZOEKSMETHODE ....................................................................................................................... 14 ONDERZOEKSSTRATEGIE ..................................................................................................................... 14 STEEKPROEFOMVANG ........................................................................................................................... 14
5. ACHTERGROND EN PERSPECTIEVEN ...................................................... 16 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9
LIBERALISERING .................................................................................................................................. 16 HUIDIGE PROBLEMATIEK EN UITGANGSPUNTEN ................................................................................ 16 INVLOED VAN BURGERS OP HET KABELAANBOD .................................................................................. 18 COMMERCIËLE OMROEPEN ACHTER DE DECODER?.............................................................................. 19 MEDIAGEBRUIK VAN ALLOCHTONEN ...................................................................................................20 EMOTIE VERSUS REFLECTIE .................................................................................................................22 IMPACT, BEREIK EN GEBRUIK VAN MEDIA ...........................................................................................22 RECLAME EN COMMERCIE .....................................................................................................................23 KIJK- EN LUISTERONDERZOEK ............................................................................................................24
6. RESULTATEN KIJKONDERZOEK AUTOCHTONE RESPONDENTEN ..................... 25 6.1 6.2 6.3
ALGEMENE GEGEVENS RESPONDENTEN ...............................................................................................25 KIJKGEDRAG AUTOCHTONE RESPONDENTEN ......................................................................................26 KIJKBEHOEFTES AUTOCHTONEN RESPONDENTEN .............................................................................30
7. RESULTATEN KIJKONDERZOEK ALLOCHTONE RESPONDENTEN ...................... 35 7.1 7.2 7.3
ALGEMENE GEGEVENS RESPONDENTEN ...............................................................................................35 KIJKGEDRAG ALLOCHTONE RESPONDENTEN .......................................................................................36 KIJKBEHOEFTES ALLOCHTONE RESPONDENTEN .................................................................................39
8. CONCLUSIES KIJKONDERZOEK HAARLEM ............................................... 41 9. AANBEVELINGEN ............................................................................ 43 Kijkonderzoek Haarlem 2002
5
BRONVERMELDING ............................................................................... 45 BIJLAGENOVERZICHT ........................................................................... 46
Kijkonderzoek Haarlem 2002
6
1.
Inleiding
De radio- en televisiepakketten veranderen jaarlijks. Dit gebeurt aan de hand van de adviezen van de programmaraden en het UPC distributiebeleid. Omdat het technisch niet mogelijk is om alle beschikbare tv- en radiozenders op het kabelnet te plaatsen, moet er een keus worden gemaakt welke zenders er in televisie- en radiopakket opgenomen dienen te worden. De afstudeeropdracht houdt een kijkonderzoek in en daarom zal er verder in dit rapport alleen nog maar gesproken worden over het televisiepakket. Hieronder zijn de partijen op een rij gezet die iets te maken hebben met de samenstelling van het televisiepakket. De overheid heeft in de mediawet bepaalt dat een aantal zenders altijd in het televisiepakket opgenomen moeten worden, dit zijn de zogenaamde ‘Must-Carry’ zenders. Voor de televisie zijn dit de zenders: • Nederland 1,2 en 3; • Twee tv-zenders van de Nederlandstalige Belgische omroep: VRT TV1 en Ketnet/Canvas; • De plaatselijke publieke lokale omroep en de publieke regionale omroep, voor de gemeente Haarlem zijn dit Haarlem 105 TV en TV Noord-Holland. Naast de door de overheid vastgestelde zenders, laat UPC zich adviseren door de programmaraden. Dit kijkonderzoek is gehouden in opdracht van de Programmaraad Haarlem. In dit rapport wordt ingegaan op het functioneren en toekomst van de programmaraden besproken en wordt er specifiek ingegaan op de Programmaraad Haarlem. Vervolgens komt de probleemstelling aan de orde met de daarbij behorende onderzoeksvragen, onderzoeksdoelgroep, het type onderzoek en de steekproefomvang. Aan de hand van bovengenoemde aspecten zijn er twee enquêtes samengesteld, te weten een enquête voor de autochtone inwoners en een enquête voor de allochtone inwoners van Haarlem. Deze enquête is op verschillende plaatsen in Haarlem afgenomen bij verschillende leeftijdscategorieën. Naar aanleiding van de resultaten van de enquête, zijn de conclusies en aanbevelingen geschreven.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
7
2.
De Programmaraad
Televisie is een belangrijk sociaal-cultureel en maatschappelijk fenomeen. Het is een informatiebron voor grote delen van de bevolking en als zodanig onderdeel van het publiek domein. Dit betekent dat het televisieaanbod niet alleen door de markt bepaald kan worden, maar dat de overheid moet zorgdragen voor een pluriform en betaalbaar programma-aanbod. Dit aanbod moet tevens representatief zijn voor de voorkeuren van verschillende bevolkingsgroepen. Zolang burgers zenders nog niet per stuk kunnen afnemen, en daarmee zelf hun pakket kunnen samenstellen, is het van belang dat zij op een andere wijze invloed hebben op de samenstelling van het programma-aanbod. Daarom is in artikel 82k van de geliberaliseerde Mediawet van september 1997 bepaald dat gemeenten een onafhankelijke programmaraad moeten instellen, die een zwaarwegend advies uitbrengt over het basispakket. Uit artikel 82i van de Mediawet volgt dat een kabelexploitant een pakket van ten minste 15 televisieprogramma’s (en 25 radioprogramma’s) onverkort en gelijktijdig uitzendt naar alle aangeslotenen op het kabelnet. Van dit pakket zijn in ieder geval onderdeel de ‘Must-Carry’ programma’s (de Nederlandse en Vlaamse publieke zenders). Over de invulling van de rest adviseert de wettelijk voorgeschreven onafhankelijke programmaraad. Dit advies is zwaarwegend. De exploitant is er in principe aan gebonden. Bij verschil van inzicht kan het Commissariaat voor de Media zonodig corrigerend optreden. De programmaraad dient in haar advies acht te slaan op de wettelijke criteria: • Het pakket dient een pluriforme samenstelling te hebben. • Er wordt rekening gehouden met de in de gemeente levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften (art. 82k, vierde lid). Een basispakket van uitsluitend publieke zenders voldoet, mede gelet op de wetsgeschiedenis, niet aan de pluriformiteitseis. Ook commerciële programma’s zijn onderdeel van het wettelijk basispakket. In welke mate zij daarin worden opgenomen, bepaalt de programmaraad en niet de kabelexploitant of de gemeente. De meeste programmaraden bestaan nog maar kort en veel gemeenten zijn nog bezig met de installatie van een programmaraad. (Bron: Ministerie van OCW, 2001)
2.1
Het functioneren van de programmaraden
De programmaraden zijn in leven geroepen zonder dat er vanuit de overheid voldoende ondersteuning (in kennis of financiële middelen) beschikbaar is gesteld om de programmaraden in uitoefening van hun taak te faciliteren. Veel programmaraden beschikken over relatief weinig financiële middelen en inhoudelijke ondersteuning. Er is nauwelijks overleg tussen de programmaraden in het land of in de regio. Inmiddels is door de verschillende raden een huishoudelijk reglement opgesteld waarin onder meer is vastgelegd de samenstelling van de raad, wijze van benoemingen en schema van aftreden, de wijze van besluitvorming en openbaarheid van vergaderingen.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
8
De beperkte ondersteuning (vanuit de overheid) doet tekort aan de wettelijke taak die de programmaraden hebben gekregen. De druk om te komen tot een procedureel goed en transparant advies wordt steeds groter als gevolg van de toenemende financiële belangen bij de programma-aanbieders. Uit onderzoek is gebleken dat de huidige invulling van de ondersteuning bij de programmaraden divers is. Zo worden bepaalde programmaraden ondersteund door een extern secretariaatsbureau, kabelmaatschappijen die het secretariaat voeren voor de programmaraden of een ambtelijke secretaris. Er zijn ook programmaraden die niet over voldoende financiële middelen beschikken om de secretariaatsfunctie uit te besteden en ook geen gebruik kunnen maken van ondersteuning vanuit de gemeente of vanuit de kabelmaatschappij.
(Bron: Van Naem & Partners, 2001)
2.2
Knelpunten in het functioneren
Mede door de beperkte inhoudelijke ondersteuning is in het functioneren van de programmaraden een aantal knelpunten te constateren. Samengevat blijken de belangrijkste knelpunten: • De diversiteit (in wensen) van de bevolking wordt onvoldoende weerspiegeld in de samenstelling van de raad. • De programmaraden beschikken over beperkte informatie op basis waarvan zij advies uitbrengen. • Programmaraden beschikken niet over resultaten van onafhankelijk onderzoek naar de wensen en behoeften van de burgers waarvoor zij de belangen behartigen. • Programmaraden zijn voor hun informatievoorziening veelal afhankelijk van de kabelmaatschappijen. • Programmaraden zijn weinig zichtbaar voorde buitenwereld. • Programmaraden hebben problemen met het inzichtelijk maken van de procedures (om tot een advies te komen). (Bron: Van Naem & Partners, 2001)
2.3
Toekomst van de programmaraden
De programmaraden zijn ingesteld om de burgers invloed te geven op het media-aanbod van de kabel. De verwachting van de overheid was toen, dat met de digitalisering van de media en de invoering van de decoder de individuele burger op afzienbare termijn volledige keuzevrijheid zou hebben. Dit is echter nog steeds niet het geval. De ontwikkeling van de digitalisering gaat een stuk langzamer dan verwacht. Het zal nog zeker vijf tot tien jaar duren voordat de zogenaamde decoders voldoende zijn doorgedrongen in de Nederlandse huiskamers. Dan nog is het maar zeer de vraag of de burger in staat zal zijn om op basis van zijn individuele voorkeur het media-aanbod te bepalen. Kijkonderzoek Haarlem 2002
9
Daarnaast geven de kabelexploitanten aan dat er nog beperkt ruimte is voor nieuwe aanbieders. De huidige schaarste legitimeert volgens de programmaraden des te meer een nadrukkelijke rol voor de programmaraden. Het is immers van groot belang om door een onafhankelijk en democratisch gekozen orgaan over de kwaliteit (aanbod en prijs) van het vrije kabelaanbod (voor decoder) te adviseren. Naast de hierboven genoemde schaarste op de kabel is er ook een toename van andere mogelijkheden voor doorgifte van de kabel, te weten: • Schotel • Internet TV • Digitale televisie via de ether (DVB-t) Met de opkomst van deze concurrentie neemt de druk op kabelmaatschappij toe om een fatsoenlijk pakket aan te bieden (prijs en kwaliteit). De ontwikkelingen zijn echter nog in een dusdanig stadium dat van reële concurrentie op korte termijn nog zeker geen sprake is. Tot die tijd blijft de programmaraad een rol houden als waakhond voor een betaalbaar en pluriform samengesteld basispakket.
(Bron: Van Naem & Partners, 2001)
2.4
De Programmaraad Haarlem
De Programmaraad Haarlem bestaat sinds eind 1999 en bestaat uit negen leden. De belangrijkste taak van de Programmaraad is om de kabelmaatschappij UPC te adviseren over de samenstelling van het wettelijk basispakket van 15 televisiezenders. De leden van de Programmaraad Haarlem zijn voor een periode van vier jaar benoemd door de gemeenteraad. Tot leden van de programmaraad kunnen uitsluitend worden benoemd zij die abonnee zijn en inwoner van de gemeente Haarlem, de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt en niet krachtens wettelijk voorschrift of rechterlijke uitspraak van het actieve of passieve kiesrecht zijn uitgesloten of daaruit zijn ontzet. Deze leden zijn ervoor verantwoordelijk dat ze zich zo goed mogelijk op de hoogte houden van het zenderaanbod op radio en televisie en de wensen van de kabelabonnees. De taken en bevoegdheden van de programmaraad zijn vastgelegd in de Mediawet. De Programmaraad Haarlem hanteert een huishoudelijke reglement en krijgt ondersteuning van een ambtelijk secretaris. 2.5
Kabelexploitant UPC
De kabelexploitant die in Haarlem voor de distributie van televisiezenders zorgt is UPC. UPC Nederland is een volle dochteronderneming van United Pan-Europe Communications n.v. en verzorgt de distributie van diensten op het gebied van televisie, internet, telefonie en datacommunicatie naar particuliere en zakelijke gebruikers. Daartoe beheert UPC Nederland een van de grootste glasvezelnetwerken in Nederland.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
10
UPC Nederland is actief in regio’s Friesland, Flevoland, Gelderland, Noord-Holland, ZuidHolland en Noord-Brabant. Het bedrijf is ontstaan door acquisities van verschillende regionale en lokale kabelnetwerken. Met circa 2,2 miljoen aansluitingen voor de kabeltelevisie (CATV) is UPC Nederland marktleider op het gebied van de distributie van televisiezenders. Daarnaast biedt UPC Nederland diensten op het gebied van telefonie (UPC Telefonie), internet (chello) en digitale televisie (UPC Digital).
(Bron: www.UPC.nl, 2002)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
11
3.
De Probleemstelling
3.1
De probleemstelling
Zoals in het vorige hoofdstuk is besproken is het de taak van de Programmaraad om jaarlijks het basispakket van de televisiezenders samen te stellen en dit te adviseren aan de kabelexploitant. Het is van belang dat deze adviezen zorgvuldig tot stand komen. Dit betekent dat de adviezen representatief moeten zijn voor de voorkeuren van de kijkers. De Programmaraad Haarlem heeft in de afgelopen drie jaar een kleine enquête gehouden onder de inwoners van Haarlem. Deze enquête bestond uit de vraag wat de drie favoriete zenders waren van de respondent. Ze bereikten de respondenten via de website van de Programmaraad Haarlem of via een advertentie in het Haarlems Dagblad. De Programmaraad heeft daarmee geen inzicht gekregen in het kijkgedrag en de kijkbehoeftes van de inwoners van Haarlem. Daarom heeft de Programmaraad Haarlem behoefte heeft aan een gestructureerd onderzoek met betrekking tot het kijkgedrag en de kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking om het komende televisieadvies (begin mei) voldoende te onderbouwen. De probleemstelling luidt als volgt: ‘De Programmaraad Haarlem heeft op dit moment onvoldoende inzicht in de verschillende kijkersgroepen voor het vormen van de juiste beslissing over de samenstelling van het basispakket voor de kabeltelevisie.’ 3.2
Onderzoeksdoelstellingen
De opdracht bestaat uit het onderzoeken van de volgende aspecten: • Welke informatie heeft de Programmaraad Haarlem nodig met betrekking tot de inwoners van Haarlem, hun kijkgedrag en kijkbehoeftes voor het beslissingsproces omtrent het televisieadvies naar UPC (begin mei)? • Op welke manier verkrijg ik deze informatie van de Haarlemse bevolking voor de Programmaraad Haarlem? 3.3
Onderzoeksvragen
Bij het opzetten en uitvoeren van de onderzoeksenquête is het van belang om van tevoren de onderzoeksvragen duidelijk geformuleerd te hebben. De onderzoeksvragen die bij dit kijkonderzoek onder de inwoners van Haarlem horen, luiden als volgt: • Hoe vaak en wanneer kijkt een respondent naar de televisie? • Wat zijn de favoriete zenders van de respondent?
Kijkonderzoek Haarlem 2002
12
• • • • • • •
3.4
Wat zijn de minst favoriete zenders van de respondent (oftewel welke zenders mogen afvallen)? Maakt de respondent gebruik van een decoder? Maakt de allochtone respondent gebruik van een schotel? Naar welke zenders kijkt de allochtone respondent die via de schotel worden aangeboden? Hoe denkt de respondent over het huidige aanbod van zenders? Hoe denkt de respondent over de verdeling van de verschillende categorieën die worden aangeboden op de televisie? Binnen de verschillende categorieën worden meerdere zenders aangeboden, welke zender krijgt de voorkeur van de respondent?
Onderzoeksdoelgroepen
De doelgroep waar het onderzoek zich op richt zijn leden van de Haarlemse bevolking die deel uitmaken van een huishouden dat is aangesloten op het kabelnet van UPC. Deze doelgroep is opgedeeld in verschillende leeftijdscategorieën. Deze leeftijdscategorieën zijn willekeurig verdeeld, in samenspraak met de Programmaraad. • Categorie 1 Ö 10 t/m 17 jaar • Categorie 2Ö 18 t/m 24 jaar • Categorie 3Ö 25 t/m 50 jaar • Categorie 4Ö 51 t/m 65 jaar • Categorie 5Ö 65 jaar en ouder Naast deze verschillende leeftijdscategorieën, wordt er speciaal gelet op de allochtone inwoners van Haarlem. Zij vormen voor de Programmaraad de belangrijkste doelgroep, omdat de Programmaraad niet of nauwelijks gegevens heeft over deze mensen.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
13
4.
Methode van onderzoek
4.1
Onderzoeksmethode
Als onderzoeksmethode is er gekozen voor de vraagmethode, omdat het gaat om het verzamelen van meningen, opvattingen, ideeën en belevingen van de respondenten. Er wordt een vragenlijst gemaakt die zowel open als gesloten vragen zal bevatten en die gepland en gestructureerd zal zijn. 4.2
Onderzoeksstrategie
Voor de onderzoeksstrategie van een marktonderzoek kan er gekozen worden uit drie mogelijkheden, te weten de enquête, het veldonderzoek en het bureau-onderzoek. Voor dit marktonderzoek is gekozen voor de enquête. De enquête is een onderzoeksstrategie waarmee de onderzoeker, door het afnemen van een vragenlijst bij de onderzochten (respondenten genoemd), informatie verzameld. De vragenlijst wordt mondeling afgenomen, omdat hier de meeste respons wordt verwacht. De respondenten voor de enquête zijn gekozen vanuit een grote groep (alle inwoners van Haarlem die aangesloten zijn op het kabelnet) via het trekken van de steekproef. De enquêtes worden op verschillende plaatsen in Haarlem afgenomen, zoals scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, het gemeentehuis, bibliotheek en in het centrum. Daarnaast wordt er voor de allochtonen speciaal gelet op (Turkse) bakkers, koffieshops, ateliers, moskeeën etc. 4.3
Steekproefomvang
Om een goed beeld te krijgen van het kijkgedrag en de kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking, is er besloten dat de vragenlijst zal worden voorgelegd aan 375 respondenten. Dit aantal is tot stand gekomen door te kijken naar de tabel van Dhr. S. Sudman en in samenspraak met de Programmaraad Haarlem. De Haarlemse bevolking bestaat uit ongeveer 160.000 inwoners en 60.000 inwoners/ huishoudens zijn lid van het kabelnet. Er is gekozen voor een niet-aselecte willekeurige steekproef (straatenquêtes), wat inhoudt dat op een willekeurige dag, bezoekers in Haarlem die toevallig langskomen aangeschoten worden om ze naar hun mening te vragen, na ze uiteraard eerst gevraagd te hebben of ze dan al niet zelf in de stad wonen. Deze respondenten zullen allereerst worden verdeeld in twee groepen, de autochtone en de allochtone inwoners van Haarlem. Daarnaast wordt er bij inwoners een verdeling gemaakt naar de verschillende leeftijdscategorieën.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
14
De verdeling ziet er als volgt uit: • Allochtone inwoners van Haarlem * leeftijdscategorie 1: * leeftijdscategorie 2: * leeftijdscategorie 3: * leeftijdscategorie 4: * leeftijdscategorie 5:
20 20 20 20 20
respondenten respondenten respondenten respondenten respondenten + 100 respondenten
•
Autochtone inwoners van Haarlem * leeftijdscategorie 1: * leeftijdscategorie 2: * leeftijdscategorie 3: * leeftijdscategorie 4: * leeftijdscategorie 5:
50 50 50 50 75
respondenten respondenten respondenten respondenten respondenten + 275 respondenten
Totaal
Kijkonderzoek Haarlem 2002
375 respondenten
15
5.
Achtergrond en perspectieven
5.1
Liberalisering
De huidige ontwikkelingen in de kabelsector kunnen niet los worden gezien van de liberalisering van de media- en telecommunicatiewetgeving in 1996, die door het kabinet Kok-I is doorgevoerd. Belangrijk vertrekpunt bij de liberaliseringswetgeving was de verwachting dat op korte termijn sprake zou zijn van substantiële uitbreiding van de kabelcapaciteit. Daarmee zou een einde komen aan de schaarste aan kabelkanalen. Het gemiddelde kabelnet zou ruimte gaan bieden aan ten minste 50 tot 100 programma’s. Daarnaast zou op de kabel ruimte beschikbaar komen voor nieuwe diensten als telefonie, internet, video-on-demand en homeshopping. De capaciteitsuitbreiding op het kabelnet maakte de monopoliepositie van de kabelexploitant van secundair belang (ongeveer 89 procent van de huishoudens ontvangt televisie via de kabel, vijf procent via de satelliet en vijf procent via de ether). Het leek dan ook geen enkel probleem om kabelmaatschappijen de ruimte te bieden zelf programma’s en diensten te gaan exploiteren en de in de Mediawet opgenomen strikte scheiding tussen aanbieders van diensten en beheerders van infrastructuur te laten vervallen. Om de pluriformiteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van het programma-aanbod te garanderen, werd een wettelijk verplicht basispakket geïntroduceerd van ten minste 15 televisiezenders met de mogelijkheid van prijstoezicht. Daarnaast zijn programmaraden in de wet opgenomen, die namens de aangeslotenen invloed uitoefenen op (een deel van) het programmaaanbod.
(Bron: Ministerie van OCW, 2001)
5.2
Huidige problematiek en uitgangspunten
Het huidige kabellandschap wordt gekenmerkt door kansen, belemmeringen en bedreigingen. Digitalisering en verglazing van de infrastructuur maken een scala aan nieuwe diensten mogelijk, evenals op termijn een meer geïndividualiseerd televisieaanbod en een grotere keuzevrijheid voor consumenten. Het toekomstbeeld, dat in zicht komt wanneer consumenten over een digitale decoder beschikken, is dat kijkers zich niet meer allemaal op hetzelfde standaardpakket abonneren, maar individueel hun televisiemenu kunnen samenstellen uit (delen van) het aanbod van omroepzenders of dat zij een grote mate van vrijheid hebben om zelf hun pakket(ten) samen te stellen en de prijs daarvan te bepalen. Ook zullen zij van diverse aanbieders via de kabel nieuwe internet-, telefonie-, en videodiensten kunnen afnemen Sinds de liberalisering van de Mediawet wordt de situatie echter nog steeds gekenmerkt door beperkte keuzemogelijkheden voor de burger. De kabelexploitanten zijn de facto monopolist, omdat van een reële concurrentie met de andere infrastructuren nog geen sprake is, zeker niet waar het gaat om de distributie van het
Kijkonderzoek Haarlem 2002
16
elektronisch programma-aanbod. Tegelijkertijd is nog steeds sprake van een capaciteitschaarste waardoor ook concurrentie op de kabel niet van de grond komt. Voor een meer geïndividualiseerd televisieaanbod en een markt van nieuwe diensten is de decoder van cruciale betekenis. Tegelijkertijd is constateert dat de penetratiegraad van de decoder nog bijzonder laag is. Nieuwe diensten komen, ondanks de investeringen in het kabelnet, dan ook langzaam tot ontwikkeling en de inkomsten uit deze diensten vallen tegen. Kabelexploitanten zoeken nu naar andere manieren om de decoder in de huishoudens te introduceren. Zij streven naar vormen van pakketsegmentatie waarbij commerciële zenders achter de decoder verdwijnen. Op deze wijze zullen veel consumenten zich gedwongen voelen een decoder aan te schaffen. De huidige plannen voor pakketsegmentatie kunnen leiden tot een uitholling van het standaardpakket en ongewenste prijsverhogingen voor consumenten. Zo’n ontwikkeling zou het omgekeerde kunnen bewerkstelligen van wat met de liberaliseringsoperatie was beoogd: meer keuzevrijheid binnen een groter en diverser aanbod tegen een lagere prijs. Totdat de digitalisering, keuzevrijheid en marktwerking volledig hun beslag hebben gekregen, is het de taak van de overheid om mede door regelgeving te waarborgen dat iedere burger toegang heeft tot een betaalbaar en pluriform programma-aanbod dat de publieke belangen van pluriformiteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de informatievoorziening waarborgt. De maatregelen die daartoe bij de liberalisering van de Mediawet in 1996 tot stand zijn gebracht, bewijzen nog steeds hun waarde. Dat betekent dat de regelgeving zorgdraagt voor een pluriform en betaalbaar basispakket waarop prijstoezicht wordt gehouden en waarop invloed van burgers mogelijk is. Wel lijkt aanpassing en verbetering van het instrumentarium aan de veranderde omstandigheden op zijn plaats. Tegelijkertijd is het nodig om de digitalisering van de infrastructuur en de introductie van de decoder daadwerkelijk en in goede banen verder te ontwikkelen. Consumenten moeten met een interessant (nieuwe) diensten- en programma-aanbod, gebaseerd op toegevoegde waarde, individuele keuzevrijheid en redelijke prijzen worden beloond voor de aanschaf van een decoder. Het ligt in de lijn van deze ontwikkeling dat, wanneer individuele keuzes mogelijk zijn en er sprake is van marktwerking door daadwerkelijke concurrentie tussen en/of op de infrastructuren, de huidige regulatuur opnieuw wordt aangepast c.q. kan worden beperkt.
(Bron: Ministerie van OCW, 2001)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
17
5.3
Invloed van burgers op het kabelaanbod
Het beleid is erop gericht dat burgers/consumenten zeggenschap moeten hebben over wat zij op de televisie te zien krijgen. Zolang geen individuele keuzes mogelijk zijn, is het noodzakelijk aan het principe van de invloed van burgers op het programma-aanbod met wettelijke en andere maatregelen inhoud te geven. Zodra zenders per stuk kunnen worden afgenomen en betaald of wanneer consumenten hun pakketten geheel naar eigen voorkeur kunnen inrichten, hebben zij optimale keuzevrijheid en vervalt de noodzaak hiervoor regelingen te treffen. De adviesbevoegdheid van de programmaraden heeft betrekking op een basispakket van zowel publieke als de meest bekeken commerciële zenders. Dit zal zijn gebaseerd op de verplichting van programmaraden om in hun advies rekening te houden met de in de bevolking levende voorkeuren. Over het algemeen richt deze voorkeur zich op zowel de publiek als commerciële Nederlandstalige zenders. Lokale verschillen in voorkeuren zijn natuurlijk mogelijk. Een andere situatie doet zich voor wanneer kabelexploitanten pakketten op een voor consumenten nadelige wijze samenstellen, bijvoorbeeld door populaire zenders over verschillende pakketten te verspreiden, waarmee zij consumenten als het ware dwingen al deze pakketten af te nemen. In dat geval valt te overwegen om de programmaraad tevens te laten adviseren over alle niet afzonderlijk af te nemen programma’s of individueel samen te stellen (plus)pakketten. Zij kunnen kabelexploitanten dan adviseren over vormen van pakketsegmentatie die aansluiten bij de wensen van consumenten. Deze optie sluit aan op toekomstige ontwikkelingen waarin de burgers/consumenten zelf hun pakketten kunnen samenstellen. Het is van belang dat de adviezen van de programmaraad zorgvuldig tot stand komen. Dit betekent dat de adviezen representatief moeten zijn voor de voorkeuren van de kijkers en luisteraars in het verspreidingsgebied en dat rekening gehouden wordt met de voorkeuren van minderheden in het aanbod. Programma-aanbieders moeten via heldere procedures de gelegenheid krijgen om hun programma’s aan te bieden. Voorts zou de onafhankelijkheid van programmaraden ten opzichte van kabelexploitanten vergroot kunnen worden, bijvoorbeeld door het aandeel van gemeenten in de financiering van programmaraden te vergroten. Indien gekozen wordt voor voortzetting en verbetering van het functioneren van programmaraden, wordt er nagegaan in welke vorm compensatie van rijkswege mogelijk is voor gemeenten die bijdragen in de kosten van programmaraden. In enkele gemeenten worden in principe alle zenders die daarvoor in aanmerking komen toegelaten op de kabel. Het betreft hier over het algemeen gemeenten waar het kabelnet niet is verkocht aan een commerciële kabelmaatschappij, maar in handen is van de gemeente of een stichting. Wanneer er in een gemeente slechts één pakket wordt aangeboden dat pluriform is en bijvoorbeeld bestaat uit ten minste 30 televisiezenders, is een advies van een programmaraad in feite overbodig geworden. Het bovenstaande gaat uit van de eerder in de Mediawet gemaakte keuze voor de figuur van de programmaraad om te verzekeren dat het aanbod op de kabel aansluit bij de stromingen, voorkeuren en opvattingen die leven onder de bevolking. Kijkonderzoek Haarlem 2002
18
Er zijn echter alternatieven denkbaar. De invloed van burgers op het kabelaanbod kan in plaats van via het advies van de programmaraad ook anders en directer worden georganiseerd. Denk aan het organiseren van een vorm van kabelverkiezingen. Bij kabelverkiezingen wordt rechtstreeks aan de aangeslotenen op het kabelnet gevraagd om hun stem uit te brengen op de zenders van hun voorkeur. Dergelijke verkiezingen zouden verbonden kunnen worden aan de lokale of provinciale verkiezingen of referenda. Een andere mogelijkheid is om ze te koppelen aan de inning van het kabelabonnement. Periodiek zouden dan één of meer biljetten per huishouden verspreid moeten worden waarop kijkers hun voorkeuren voor zenders kunnen uitspreken. Nadeel van kabelverkiezingen is dat het praktisch niet haalbaar is om voor iedere verandering in het zenderaanbod nieuwe verkiezingen te organiseren. Een ander nadeel is dat verkiezingen over het algemeen zullen leiden tot een pakket aan televisiezenders dat is gebaseerd op de grootste gemene deler. Hierbij kan dan weinig rekening worden gehouden met de zendervoorkeuren van minderheidsgroeperingen. De derde mogelijkheid om de invloed van burgers op het programma-aanbod te regelen is door middel van het instellen van een gekozen gebruikersraad. Een gekozen gebruikersraad combineert de voordelen van een vaste instantie, die onmiddellijk gehoord kan worden als zich veranderingen in het kabellandschap voordoen, met een democratische vertegenwoordiging van burgers. Omdat het een gekozen raad betreft, kunnen burgers in deze optie directer hun invloed op het aanbod uitoefenen dan het geval is via de programmaraad, die door de gemeenteraad wordt ingesteld. In de Mediawet zullen dan wel enkele regels opgenomen moeten worden voor onder meer de frequentie van de verkiezingen, de representativiteit van de leden, de reikwijdte van het advies en de onafhankelijkheid van de kabelexploitant.
(Bron: Ministerie van OCW, 2001)
5.4
Commerciële omroepen achter de decoder?
Of de plannen voor pakketsegmentatie kans van slagen hebben, is nog niet duidelijk. Het is de vraag of en zo ja, wanneer het voor commerciële programma-aanbieders loont om plaats te nemen achter de decoder. Tegenover de opbrengst uit abonnementen en het verdwijnen van de kosten voor doorgifte, staat een te verwachten verlies aan reclameinkomsten. Lang niet alle consumenten zullen zich op een pluspakket abonneren en dus treedt er een verlies aan bereik en daarmee aan reclame-inkomsten op. Dit verlies zal niet gemakkelijk gecompenseerd kunnen worden door de in vergelijking daarmee geringe extra inkomsten uit kabelabonnementen. Overigens werkt de positionering achter de decoder van de in Nederland populaire commerciële televisiezenders waarschijnlijk gunstig uit voor de financiering van de publieke omroep uit reclamegelden. De publieke omroep zou dan in vele steden en gebieden de enige reclame-aanbieder met een volledig bereik worden, hetgeen zijn commerciële positie aanzienlijk versterkt. Wanneer zenders achter de decoder of achter een filter terechtkomen, in een pakket waar kijkers extra voor moeten betalen, kan dit tevens consequenties hebben voor uitzending van evenementen die op de zogenaamde evenementenlijst komen te staan. Kijkonderzoek Haarlem 2002
19
In een, in het najaar van 1998 bij de Tweede Kamer ingediend voorstel voor wijziging van de Mediawet wordt voorgesteld om een lijst op te stellen van nationale en internationale evenementen die van aanzienlijk belang zijn voor de samenleving. Als deze evenementen op televisie worden uitgezonden, moeten ze in ieder geval via het ‘open net’ worden uitgezonden. De vraag die zich voordoet is of programma’s die vóór de decoder, maar gescheiden van de rest van het programma-aanbod door een filter, aan te merken zijn als programma’s behorende tot het ‘open net’. Criteria voor het begrip ‘open net’ zijn dat de programma’s een bereik van ten minste 85 procent moeten hebben en zonder extra kosten beschikbaar moeten zijn. Met dit laatste wordt bedoeld: geen andere kosten dan de omroepbijdrage voor de publieke omroep en het tarief dat de kabelexploitant in rekening brengt voor ontvangst van de met inachtneming van artikel 82i van de Mediawet te ontvangen programma’s. Het gaat in artikel 82i om een pakket van ten minste 15 televisieprogramma’s, waarop de overheid in geval van excessieve prijsstijgingen, prijstoezicht kan uitoefenen. Dit betekent dat kabelexploitanten en programma-aanbieders overeen moeten komen welke zenders zij onder het ‘open-net’ pakket willen laten vallen, zoals bedoeld in artikel 82i van de Mediawet. Zenders die achter een decoder verdwijnen behoren niet langer tot het ‘open net’.
(Bron: Ministerie van OCW, 2001)
5.5
Mediagebruik van allochtonen
Uit de Veldkamponderzoeken anno 1995 blijken de migranten vooral twee vormen van informatiebehoefte te hebben: over het land van herkomst en over zaken die hun onzekerheid in Nederland kunnen wegnemen. Dat is altijd zo geweest. Schothorst en Bronner stellen in hun overzicht van de periode 1980-1992 dat verschillende allochtonen in die tijd ook nog behoefte hadden aan informatie over de groep waartoe ze behoorden en over Nederland en Nederlanders. Bovendien zou in de loop der jaren de behoefte aan meer luchtige en vrolijke items zijn toegenomen. Samenvattend schrijven zij dat “van midden jaren zeventig tot midden jaren tachtig het accent lag op informatie over hoe de weg in Nederland te kunnen vinden (hoe kom ik aan werk, hoe kom ik aan een woning, hoe herenig ik mijn gezin) en dat midden jaren tachtig het accent verschoven is naar informatie en ook luchtige zaken als sport en muziek uit het moederland”. In 1995 bestaat die behoefte aan informatie over het land van herkomst nog steeds. Voor Turken is dit het belangrijkst. Marokkanen blijken meer behoefte te hebben aan informatie over de eigen godsdienst. In sport van de eigen groep in Nederland lijkt men echter minder geïnteresseerd, terwijl zaken als het milieu en discriminatie wel hoog scoren. Turkse en Marokkaanse jongeren zijn weliswaar vaker tweetalig dan hun ouders en staan ook, zoals uit hun mediagebruik blijkt, meer met twee benen in de Nederlandse samenleving. Toch hebben zij belangstelling voor zowel informatie over Nederland als over die uit het land van herkomst. Uit het moederland willen ze vooral muziek en nieuws.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
20
Migranten vormen al langer een doelgroep van overheidsbeleid en van andere instanties die hun informatie graag door die groep gelezen zien. Haalbaarheidsonderzoek, bijvoorbeeld naar kabelkranten in eigen taal, geeft aan dat daar onder Turken en Marokkanen in Amsterdam en Rotterdam en andere grote steden een zekere behoefte aan bestaat. Surinamers en Antillianen kijken twee tot drie keer zoveel naar RTL4 als naar de publieke omroepen. Dat geldt in iets mindere mate voor de Turken en Marokkanen, al kijkt de laatste groep naast RTL4 ook wel naar de Nederlandse publieke omroep. In 1992 (Veldkamp) keek meer dan helft van de Turken en Marokkanen wel eens naar programma's van de IOS (de voorloper van de huidige Nederlandse Moslim Omroep); Marokkanen keken toen overigens liever naar door de NOS voor hen uitgezonden programma's (Schothorst & Bronner 1995). Populair bij Turken en Marokkanen zijn tegenwoordig vooral de eigen, via kabel of schotel te ontvangen, 'thuiskanalen'. Bijna alle Turken kijken regelmatig naar de uitzendingen van TRT of één van de zeven andere satellietstations. Volgens Schothorst en Bronner (1995) keek men in 1992 23 uur televisie per week, waarvan maar liefst 20 uur naar de TRT. Dat beeld is in 1995, met uitzondering van het kijkgedrag van de jongere Turken, nauwelijks veranderd (Veldkamp 1996a). Allochtonen kijken vaker naar de televisie dan Nederlanders. Waar de laatste gemiddeld zo’n twee en een half uur per dag kijken, ligt dit bij de Marokkanen en Turken over het algemeen boven de drie uur (Veldkamp 1996). Het schotelbezit is bij de Turken ook hoger dan bij de Marokkanen en leidt over het algemeen tot een intenser kijkgedrag. De Turkse schotelbezitters zijn gemiddeld hoger opgeleid. Bij Marokkanen ligt dat precies andersom. Opvallend is dat bij deze groep ook meer vrouwen kijken. Iets meer dan driekwart van de Marokkanen kijkt met enige regelmaat naar het Arabische station MBC, maar zij kijken toch nog iets vaker naar de Nederlandse kanalen. Meer dan de Turken vertonen de Marokkanen in hun kijkgedrag dus een ‘Nederlands’ beeld. In 1980 ging de voorkeur overwegend uit naar amusementsprogramma’s en hadden vooral Turken en Marokkanen moeite met het begrijpen van de Nederlandse televisie (Wentholt 1982). In het midden van de jaren negentig is dat beeld flink veranderd en is het kijkgedrag niet alleen op ontspanning gericht. Voor zover ze naar de Nederlandse televisie kijken, prefereerden Turken en Marokkanen in 1995 het nieuws en andere informatieve programma’s boven amusement, al springt het Rad van Fortuin eruit (Schoyhorst en Bronner 1995). Voor zaken die hun groep aangaan, weet men de weg naar verschillende media. Programma’s in de eigen taal en over de eigen cultuur, hoewel niet meer systematisch bij de landelijke publieke omroep aanwezig, bekijkt men nu lokaal, via de video of via de satelliet. Allochtonen gebruiken de eigen programma’s op de lokale zenders doelgericht: om te weten wat er in hun plaats gebeurt, voor muziek en praktische informatie. Ook vervult het hun behoefte om programma’s in de eigen taal te horen.
(Bron: Publicaties Migranten en Media, 1998)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
21
5.6
Emotie versus reflectie
Een belangrijke vraag die journalisten zichzelf stellen is vanuit welke invalshoek ze een verhaal willen vertellen en wat voor type verhaal het moet worden. Bepaalde verhalen lenen zich beter voor televisie dan voor de krant, andere verhalen doen het vooral goed op de radio. “Televisie is emotie”: een veelgehoorde, maar enigszins eenzijdige uitspraak. Op televisie zijn niet alleen soaps, drama, reality programma’s en spelshows te zien, maar ook serieuze discussieprogramma’s en sobere documentaires over wetenschappelijke, historische of maatschappelijke onderwerpen. Toch bevat de uitspraak een kern van waarheid, ook voor journalistieke televisieprogramma’s. De mogelijkheid om gebeurtenissen in beeld vast te leggen, geeft televisie een mate van levendigheid, directheid en intensiteit die de andere media moeilijk kunnen evenaren. Draagbare geluidsapparatuur en camera’s hebben de mogelijkheden om gebeurtenissen van zeer nabij te filmen nog eens aanzienlijk vergroot. Denk bijvoorbeeld aan reality programma’s waarbij de makers letterlijk met hun neus boven op het gefilmde leed zitten. Veel programmamakers vinden televisie bij uitstek het medium van het persoonlijk verhaal. Het leent zich voor reportages over de effecten van maatschappelijke ontwikkelingen op het alledaagse leven van gewone mensen. De focus op het individu maakt ontwikkelingen op macroniveau of gebeurtenissen die ver weg plaatsvinden, herkenbaar en navoelbaar voor de kijkers. Deze eigenschappen maken televisie tevens vatbaar voor het verwijt van oppervlakkigheid. Door de nadruk op emoties en het individu worden gebeurtenissen te weinig voorzien van een maatschappelijke en historische context; televisieprogramma’s bieden aldus weinig ruimte voor reflectie.
(Bron: Publicaties Media en Allochtonen, 2000)
5.7
Impact, bereik en gebruik van media
Van alle media wordt aan televisie vaak de grootste invloed toegeschreven. Het bereik van een televisieprogramma is over het algemeen vele malen groter dan het bereik van een krantenartikel, radioprogramma of website. Ook hebben televisiebeelden over het algemeen meer emotionele impact dan geschreven tekst. Een inzamelingsactie die alleen gebruik maakt van advertenties en billboards brengt minder op dan een actie die het gironummer combineert met bewegende beelden van hongerende kinderen. En één grap van Paul de Leeuw op televisie over het hoofddoekje van moslimvrouwen doet meer goed voor de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving dan jarenlange goedbedoelde voorlichtingscampagnes van de overheid. Bereik en emotionele impact van beelden zijn echter niet de enige factoren die de invloed van een medium op denken en doen van mensen bepalen. Belangrijk zijn ook de doelgroep die wordt bereikt en de wijze waarop een medium wordt gebruikt. Kijkonderzoek Haarlem 2002
22
Televisie is een massamedium. Honderdduizenden, soms miljoenen mensen kijken op hetzelfde moment naar hetzelfde programma. Een optreden op televisie heeft hierdoor meer impact dan een optreden op de radio of een interview in de krant. De impact van afzonderlijke televisieprogramma’s en –zenders is in de afgelopen jaren echter aanzienlijk verminderd door veranderingen in het kijkgedrag. De toename van het aantal televisiezenders en de afstandsbediening waarmee de kijkers van zender naar zender zappen, hebben er toe geleid dat de gemiddelde kijkdichtheid per zender drastisch is afgenomen. De gemiddelde kijktijd bedraagt rond de twee en een half uur per dag en is al enkele jaren min of meer stabiel. Deze kijktijd wordt nu over meer verschillende zenders verdeeld dan voorheen. In de jaren zeventig en tachtig haalden de meest bekeken programma’s een kijkdichtheid van 35 procent. Tegenwoordig is 11 procent al veel. Ook zijn er steeds meer thema- en doelgroepzenders (muziekzenders, sport en film) die om de aandacht van de kijker vechten. Het kijkgedrag is individueler geworden. Desondanks is televisie in Nederland nog steeds overwegend een gezinsmedium en wordt het grootste deel van de kijktijd gezamenlijk met andere gezinsleden voor de televisie doorgebracht. Nieuwsprogramma’s op televisie, zowel het journaal als het RTL4 nieuws en het Hart van Nederland van SBS6, hebben een relatief groot bereik. Ook onder etnische minderheden is het nieuws populair. Turken die veel naar Turkse zenders kijken, blijven bijvoorbeeld wel de Nederlandse nieuwsuitzendingen volgen.
(Bron: Publicaties Media en Allochtonen, 2000)
5.8
Reclame en Commercie
Reclame en commercie zijn altijd ‘hot items’ geweest bij de omroepen. Vooral in de beginperiode heeft de Nederlandse overheid moeite met het toelaten van reclame op radio en televisie. In 1989 is de eerste commerciële omroep toch een feit: Veronique (het latere RTL4) wordt opgericht. Dit is de eerste omroep die geheel betaald wordt uit reclame-inkomsten. De komst van de commerciëlen heeft het Nederlandse omroepbestel in een klein aantal jaren behoorlijk veranderd. Van een ‘gesloten‘ omroepbestel met alleen maar Publieke Omroepen, is het nu een ‘open’ bestel waarin naast de publieke ook de commerciële omroep een plaats heeft. In de Nederlandse wet staat precies hoeveel en wanneer je reclame mag maken. Daarbij is de wet strenger voor de Publieke Omroepen dan voor de commerciële omroepen. Dat heeft te maken met het verschil tussen die omroepen. • Publieke Omroepen worden zo genoemd omdat het publiek zelf de omroepen financiert. Nederlanders betalen belasting. Van een deel van dat geld worden de programma’s van de Publieke Omroepen gefinancierd. Je zou kunnen zeggen dat deze omroepen ‘in ruil daarvoor’ zich meer moeten houden aan de regels van de staat. Naast dit geld krijgen de Publieke Omroepen geld binnen van de STER-reclame. Verder kunnen kijkers lid worden van een Publieke Omroep. Zij betalen dan lidmaatschapsgeld. Kijkonderzoek Haarlem 2002
23
• De commerciële omroepen financieren zichzelf. Ze verkopen zendtijd aan reclamemakers. Het bedrijf IP zorgt voor de reclame op die zenders. Bij de commerciële zenders zie je in verhouding tot de Publieke Omroepen meer reclames. Ook zenden de commerciële omroepen reclames uit tijdens een programma. Bij de Publieke Omroep gebeurt dit alleen tussen de afzonderlijke programma’s in. Uit onderzoek is gebleken dat je leuke én irritante reclames het best onthoudt. Het is de bedoeling dat reclame indruk maakt en dat het merk dat erbij hoort, onthouden wordt. ‘Leuk’ en ‘irritant’ kan allebei indruk maken. Het wil echter nog niet zeggen dat het merk ook onthouden wordt. De ‘Even Apeldoorn bellen’ reclames zijn bijvoorbeeld veranderd, omdat de naam van de verzekeraar niet werd onthouden. Naast ‘indruk maken en daardoor onthouden’ van een merk, is het natuurlijk uiteindelijk de bedoeling mensen te verleiden om een bepaald product te kopen. Hele jonge kinderen (tot ongeveer 7 jaar) zijn meestal nog niet in staat die ‘verleidingen’ te begrijpen.
(Bron: www.omroep.nl, 2002)
5.9
Kijk- en luisteronderzoek
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toont het aan: Televisiekijken is vanaf de aanvang heel populair. De eerste golf van televisiekijkers, eind jaren vijftig overigens nog geen 25% van de bevolking, kijkt gemiddeld al ruim 11 uur per week naar de schaarse uitzendingen. In 1990 wordt er, ondanks het grotere aanbod, nog steeds 11 uur per week televisie gekeken. Op dit moment ligt het gemiddelde op zo’n 18 uur per week. Het kijkgedrag van mensen wordt in Nederland vastgesteld door Kijk- en Luisteronderzoek. Zij houdt van ongeveer 1000 huishoudens in Nederland bij hoeveel en waarnaar zij kijken. Deze huishoudens hebben een speciale ‘meter’ op hun televisie. Via een afstandsbediening geven alle gezinsleden aan, wie er kijkt en hoelang. Verder houdt de ingebouwde meter bij naar welke programma’s zij kijken. Na een programma wordt gevraagd een waarderingscijfer in te voeren via de afstandsbediening (op een schaal van 1 –10). ‘s Nachts gaan de gegevens via de telefoonlijn naar een centrale computer. De volgende dag al kan heel Nederland de kijkcijfers bekijken op Teletekst (pag.218-219) of via internet (www.omroep.nl/nos). De 1000 gezinnen zijn zo uitgekozen dat ze een doorsnede van de Nederlandse bevolking vormen. Met de grafieken van een Luisteronderzoek kun je de kijkdichtheid en de waardering van programma’s bekijken. De metingen van het kijkgedrag zijn vooral interessant voor de omroepen zelf. De kijken waarderingscijfers nemen ze mee in hun beslissingen over de programmering. Er kan bijvoorbeeld besloten worden: • een succesvol programma op prime time uit te gaan zenden. • een programma dat juist niet veel bekeken wordt of slecht beoordeeld wordt, te veranderen of niet meer uit te zenden. Kijkonderzoek Haarlem 2002
24
(Bron: www.omroep.nl, 2002)
6.
Resultaten kijkonderzoek autochtone respondenten
In dit hoofdstuk komen samengevat de resultaten naar voren die naar aanleiding van het kijkonderzoek onder de autochtone inwoners van Haarlem zijn gevonden. Het onderzoek is in drie delen opgedeeld, te weten algemene gegevens van de respondenten, het kijkgedrag van de respondenten en de kijkbehoeftes. 6.1
Algemene gegevens respondenten
Er is van tevoren in samenspraak met de Programmaraad een verdeling gemaakt in de verschillende leeftijdscategorieën zoals ook is uitgelegd in paragraaf 3.3. Deze afspraken zijn niet gemaakt met betrekking tot het geslacht of het huishouden van de respondent. In onderstaande grafieken is te zien hoe de verdeling is.
Grafiek 1: Geslacht respondenten
49%
Man Vrouw
51%
Ook al is er geen afspraak gemaakt, de verdeling man – vrouw is nagenoeg gelijk. In bijlage 4 kunt u zien hoe de verdeling is binnen de verschillende leeftijdscategorieën.
Grafiek 2: Verdeling huishouden respondenten
36%
44%
Alleenstaand Samenwonend Gezin
20%
Zoals is af te lezen uit de grafiek is de meerderheid van de respondenten alleenstaand.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
25
Alle respondenten in de leeftijdscategorie 11 – 17 jaar hebben als type huishouden het gezin geantwoord. Het grote percentage alleenstaand komt door twee leeftijdscategorieën, te weten 18 – 24 jaar (bijna 80%) en 65 jaar en ouder (64%). Zie voor de overige gegevens bijlage 4. 6.2
Kijkgedrag autochtone respondenten
De vragen 1 tot en met 4 en vraag 13 van de enquête hebben betrekking op het kijkgedrag van de autochtone inwoners van Haarlem. Het kijkgedrag heeft betrekking op hoe vaak de respondenten naar de televisie kijken, op welk tijdstip van de dag en naar welke zenders. Ook is het van belang voor de Programmaraad Haarlem om te weten welke zenders het minst favoriet zijn bij de respondenten. Uit het onderzoek komt naar voren dat de meerderheid van de respondenten dagelijks naar de televisie kijken en daarnaast kijkt 8% van de respondenten meer dan drie uur per dag. Dit is in totaal 71%. Meer dan 90% van de leeftijdscategorie 11 - 17 jaar behoort tot deze 71%. Zoals een onderzoek van het CBS heeft uitgewezen zijn de Nederlandse jongeren verslingerd aan de buis. Volgens het onderzoek kijken de tieners gemiddeld drie uur per dag televisie en in het weekeinde en vakanties zelfs een uur langer. Hoewel er bij deze vraag maar door 8% het antwoord ‘meer dan drie uur per dag’ is gekozen, is het natuurlijk goed mogelijk dat de respondenten die dagelijks hebben geantwoord ook drie uur per dag naar de televisie kijken of misschien nog wel meer. Hieronder zijn de resultaten in een grafiek weergegeven en in bijlage 5 kunt U de uitgebreide tabellen terugvinden.
Grafiek 3: Hoe vaak kijkt men televisie?
8%
8% 21%
Niet of nauwelijks Paar keer per week Dagelijks Meer dan 3 uur per dag
63%
Kijkonderzoek Haarlem 2002
26
Daarnaast werd er aan de respondent gevraagd het tijdstip van naar de televisie kijken. Uit de grafiek is af te lezen dat 87% van alle respondenten ’s avonds het meest naar de televisie kijkt. Het zijn voornamelijk de oudere respondenten (leeftijdcategorie 65 jaar en ouder) die ’s morgens of ‘s middags naar de televisie kijken. De jeugd zit dan namelijk op school en de leeftijdscategorie 25 – 50 jaar is voornamelijk aan het werk. Zie voor verdere gegevens bijlage 6.
Grafiek 4: Wanneer kijkt men televisie?
7%
2%
4% 's Morgens 's Middags 's Avonds De gehele dag
87%
Ook belangrijk voor het kijkgedrag is om te weten naar welke zenders de respondenten kijken. De dag is opgedeeld in vier delen, te weten 09.00 – 15.00 uur, 15.00 – 18.00 uur, 18.00 – 21.00 uur en 21.00 – 24.00 uur. In onderstaande grafieken is te zien welke zenders het meest bekeken worden.
Grafiek 5: Meest bekeken zenders tussen 09.00 – 15.00 uur
3% 3% 9%
13%
Kijkt niet rtl 4 Ned 2 rtl 5 72%
Overige zenders
Merendeel van de respondenten kijkt tussen 09.00 – 15.00 uur niet naar de televisie. Redenen hiervoor zijn school of werk. Respondenten die wel kijken zijn voornamelijk 50 jaar of ouder. RTL 4 is overdag de populairste zender. (Zie bijlage 7)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
27
Grafiek 6: Meest bekeken zenders tussen 15.00 –18.00 uur
21% Kijkt niet 5%
rtl 4 Muziekzenders
5%
57% 12%
Ned 2 Overige zenders
Wat op de vorige pagina is beschreven, geldt ook voor het tijdstip 15.00 – 18.00 uur. Veel respondenten kijken op dit tijdstip nog niet naar de televisie. Wel is duidelijk zichtbaar dat de jongeren veel televisie kijken ’s middags nadat zij uit school komen en dan kijken ze voornamelijk naar de muziekzenders MTV, TMF en The Box. Daarnaast zijn bij de oudere respondenten rtl 4 en nederland 2 erg populair. (Zie bijlage 7)
Grafiek 7: Meest bekeken zenders tussen 18.00 – 21.00 uur rtl 4 28%
27%
Ne d 2 Yorin Ne t 5
20%
12% 6%
7%
Ove rige ze nde rs Ne de rla ndse e n Com m e rcie le ze nde rs
Tussen 18.00 uur en 21.00 uur kijkt maar 4% van de respondenten niet naar de televisie. Bij alle leeftijdscategorieën is rtl 4 de populairste zender. Verklaring hiervoor is dat veel respondenten naar het nieuws & weer kijken op deze commerciële zender en dat daarnaast veel soaps te zien zijn, zoals Goede Tijden Slechte Tijden, nog steeds de populairste en best bekeken soap van Nederland. Daarnaast wordt er ook veel gekeken naar de Nederlandse zenders en dan vooral naar het nieuws op Nederland 2 om 20.00 uur. Andere populaire zenders zijn Yorin en Net 5, van alle respondenten kijkt 7,3% graag naar Yorin en 5,9% naar Net 5. (Zie bijlage 7)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
28
Grafiek 8: Meest bekeken zenders tussen 21.00 – 24.00 uur
Kijkt niet rtl 4
17%
Yorin
21%
SBS 6
8%
Net 5 Ned 2
7%
30% 5%
6%
6%
Nederlandse en Commerciele zenders Overige zenders
Van alle respondenten kijkt inmiddels 21% niet meer na 21.00 uur televisie Dit zijn voornamelijk respondenten in de categorie 65 jaar en ouder en ongeveer 25% van de jongeren. Op dit tijdstip blijkt dat zowel commerciële zenders als Nederlandse zenders even populair zijn en er springt dan ook niet echt een bepaalde zender uit. Wel komt naar voren welke commerciële zenders het minst worden bekeken op dit tijdstip, dit zijn rtl 5 en V8 met beide 1,5%. (Zie bijlage 7) Naast de favoriete zenders werd de respondenten ook gevraagd wat hun minst favoriete zenders zijn. Hier komt duidelijk naar voren dat de buitenlandse zenders slecht scoren en dat de respondenten het liefst alle Duitse en Turkse zenders zien verdwijnen. Dit zelfde geldt voor alle Franse en Italiaanse zenders, maar in mindere mate dan bovengenoemde zenders. Opvallend is dat V8 en rtl 5 naar voren komen als minst geliefde zenders, terwijl de overige commerciële zenders over het algemeen zeer populair zijn. Op de vraag welke zender als eerste moet afvallen antwoordde 12,2% Duitse zenders, 9,3% V8 en 8,9% de Turkse zenders. Op de tweede plaats werd geantwoord dat met 8,4% de Turkse zender af moesten vallen, met 8,0% rtl 5 en met 6,8% de Italiaanse zender Rai Uno. Als derde werd geantwoord de Turkse zenders met 11,3% de Duitse zender ZDF met 8,9%, alle Duitse zenders met 6,4% en V8 met 5,9%. Wel is duidelijk uit de enquête naar voren gekomen dat vooral de oudere respondenten tegen de commerciële zenders zijn vanwege het vele geweld en de sex-programma’s. Zie bijlage 8 voor de uitgebreide tabellen.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
29
De favoriete zender van alle respondenten is heel duidelijk rtl 4. Door 30% van alle respondenten is deze zender op nummer 1 gezet. Ook met de tweede en derde plaats scoorde deze zender beide keren ongeveer 10%. Daarna is Nederland 2 de best bekeken zender in Haarlem. Veel respondenten hebben deze zender op de tweede plaats gezet, namelijk 20% en en 17% heeft deze zender op nummer 1 gezet. Ook Yorin, SBS 6 en Nederland 3 worden door veel respondenten erg gewaardeerd. Zij zijn nadrukkelijk aanwezig in de top 3 van de favoriete zenders. (Zie bijlage 9) 6.3
Kijkbehoeftes autochtonen respondenten
Voor de kijkbehoeftes van de respondent is het belangrijk om te weten wat de respondent van het huidige aanbod vindt en welke keuzes de respondent maakt binnen de verschillende categorieën. Van alle respondenten is 92% over aanbod van de zenders tevreden. Van de 8% die wel graag zenders toegevoegd zien worden, zien ze het liefst Amerikaanse zenders, MTV Europe en El jazira op de kabel toegevoegd worden. (Zie bijlage 10) Over het evenwicht van de verschillende categorieën is 72% van alle respondenten tevreden. De overige 28% missen voornamelijk de categorieën sport, films en natuur. Het zijn voornamelijk mannelijk respondenten die meer sport op de televisie willen zien. (Zie bijlage 11) Vervolgens moest de respondent een aantal keuzevragen beantwoorden, in de categorieën muziek, natuur, tekenfilms en buitenlandse zenders.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
30
Grafiek 9: Favoriete muziekzender respondent
24% MTV
47%
TMF The Box 5%
Geen mening, kijkt niet
24%
Uit de grafiek is af te lezen dat de muziekzenders door ongeveer de helft van de respondenten wordt bekeken. Het zijn voornamelijk de respondenten tussen 11 en 24 jaar die veel naar deze zenders kijken. MTV en TMF zijn nagenoeg even populair en The Box scoort beduidend minder goed met maar 5% van alle respondenten. Sinds 1 mei 2002 zijn TMF en MTV samengegaan. MTV neemt de programmering over van de Nederlandse muziekzender TMF met live VJ’s. TMF zelf zal een soort zender worden als de The Box, zonder VJ’s en een programmering, maar met virtuele VJ’s. (Zie bijlage 12)
Grafiek 10: Favoriete natuurzender respondent
22% Discovery Channel 51%
National geographic Geen mening, kijkt niet
27%
Als favoriete natuurzender vindt 51% van de Haarlemse bevolking Discovery Channel de beste. Het zijn voornamelijk de respondenten tussen 18 en 50 jaar die naar de natuurzenders kijken. Van de overige 22% die niet naar deze zenders kijken, betreft het vooral de respondenten ouder dan 65 jaar en in minder mate de jeugd en de respondenten tussen de 51 en 64 jaar. (Zie bijlage 13)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
31
Grafiek 11: Favoriete Duitse zender
10% 11% 3%
ARD ZDF WRD3
10% 66%
RTL+ Geen mening, kijkt niet
Van alle respondenten kijkt 66% nooit naar de Duitstalige televisiezenders. Dit kwam ook al duidelijk naar voren eerder in de enquête, omdat het merendeel van respondenten deze zenders graag zien verdwijnen van de kabel. Van de respondenten die wel naar deze zenders kijken, scoren ARD, ZDF en RTL+ nagenoeg gelijk en komt de zender WRD3 met 3% als minst positief naar voren. (Zie bijlage 14) Merendeel van de respondenten acht het noodzakelijk dat er een Engelse zender wordt aangeboden via de kabel, namelijk 62,2%. Dit zijn voornamelijk respondenten tussen de 18 en 50 jaar. De meerderheid van de 65+ respondenten acht het niet noodzakelijk dat er een Engelse zender wordt aangeboden. (Zie bijlage 15)
Grafiek 12: Favoriete Engelse zender
1%
10%
4%
BBC1 6%
BBC2 BBC World CNN 17%
60% 2%
Euronews BBC1/ BBC2 Sky Channel
De Engelse zenders BBC1 en BBC2 krijgen de voorkeur van de meeste respondenten, namelijk 74% (alle percentages van BBC1 en BBC2 opgeteld). Daarnaast scoort CNN met een percentage van 11% goed en is hiermee derde favoriet. De overige Engelstalige zenders scoren beduidend lager. (Zie bijlage 15)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
32
Grafiek 13: Favoriete buitenlandse nieuwszender
20%
5% Euronews CNN BBC World 51%
24%
Geen mening, kijkt niet
De Amerikaanse nieuwszender CNN is duidelijk de populairste buitenlandse nieuwszender bij de inwoners van Haarlem. De zender is bij 51% van alle respondenten het populairst. Daarnaast is BBC World bij 24% van alle respondenten zeer geliefd en de zender Euronews krijgt maar 5% van de stemmen. Van alle respondenten heeft 20% geen mening, doordat ze nooit naar deze zenders kijken. Dit percentage wordt voornamelijk gevormd door de oudere respondenten. (Zie bijlage 16)
Grafiek 14: Favoriete tekenfilmzender
5%
11% 7%
Yorin V8/Foxkids Kindernet
53%
Cartoon Network 24%
Geen mening, kijkt niet
Meer dan de helft van de respondenten kijkt nooit naar deze zenders. Het zijn voornamelijk jongere respondenten (11 – 17 jaar) die graag naar deze zenders kijken. Cartoon Network is bij 24% van alle respondenten het populairst en bij de leeftijdcategorie 11 – 17 jaar geeft 43% de voorkeur aan deze zender. Cartoon Network wordt gevolgd door Foxkids (V8) met 11% van alle stemmen. Respondenten van 50 jaar en ouder kijken niet of nauwelijks naar deze zenders. (Zie bijlage 17)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
33
Van alle 275 respondenten heeft 96,4% geen decoder genomen en 3,6% heeft wel een decoder aangeschaft. (Zie bijlage 18) De reden waarom de 3,6% een decoder heeft genomen is voor 70% omdat het leuk en handig is. Daarnaast werd als reden gegeven dat de ouders de decoder hebben gekocht, voor het huis in het buitenland of voor digitale uitzendingen. Van de respondenten is 50% niet tevreden over de decoder. Als reden hiervoor werd geantwoord dat de decoder een onduidelijk, onhandig en lelijk ding is. De andere 50% is wel tevreden over de decoder. (Zie bijlage 19) Van de 96,4% die geen decoder heeft aangeschaft, geven veel respondenten als reden hiervoor dat ze het niet nodig vinden, er zijn al zenders genoeg (33,6%). Daarnaast antwoordde 16,6% van de respondenten dat ze een decoder te duur vinden. Wanneer de respondenten wel een decoder zouden aanschaffen wist 68,1% niet. 17,1% antwoordde als er belangrijke zenders zouden wegvallen en 14,% zou een decoder aanschaffen als het goedkoper zou worden. Zie voor meer gegevens bijlage 20.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
34
7.
Resultaten kijkonderzoek allochtone respondenten
In dit hoofdstuk komen samengevat de resultaten naar voren die nar aanleiding van het kijkonderzoek onder de allochtone inwoners van Haarlem zijn gevonden. Allereerst een noot vooraf. Naar mijn mening zijn de resultaten van het kijkonderzoek onder de allochtone inwoners niet representatief voor de gehele allochtone bevolking van Haarlem. De enquêteurs stuitten op een aantal problemen waardoor dit het gevolg is. Duidelijk werd dat merendeel van de allochtone inwoners niet wilde meewerken. Dit had verschillende oorzaken zoals dat de respondenten geen of niet voldoende Nederlands spraken, als ze dit wel deden vonden ze de enquête te moeilijk of te lang en moesten de enquêteurs de respondenten zodanig helpen dat de voorbeeld antwoorden die de enquêteur gaf het uiteindelijke antwoord werd van de respondent. Allochtonen die wel wilde meewerken hadden zich zodanig aan de Nederlandse cultuur aangepast dat deze respondenten geen schotel hadden en net als de autochtone inwoners gewoon naar Nederlandse en commerciële zenders kijken. Als laatste hulpmiddel is voor de laatste 28 respondenten een verkorte enquête gemaakt zoals te zien is bijlage 3. Doel van het onderzoek onder de allochtonen was om juist die mensen te benaderen die gebruik maken van een schotel en naar welke (buitenlandse) zenders ze dan kijken via deze schotel. Helaas is dit doel niet gehaald doordat de enquêtes onvoldoende zijn ingevuld om naar mijn mening een representatief advies te kunnen geven. Hieronder zijn de resultaten van het kijkonderzoek te lezen. De Programmaraad Haarlem wilde dit toch graag in het rapport verwerkt hebben. 7.1
Algemene gegevens respondenten
Er is van tevoren in samenspraak met de Programmaraad een verdeling gemaakt in de verschillende leeftijdscategorieën zoals is uitgelegd in paragraaf 3.3. De afspraak was om van de 100 respondenten in elke categorie 20% te behalen Deze verdeling is niet helemaal gehaald zoals te zien is in onderstaande grafiek.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
35
Grafiek 15: Leeftijd respondenten
16%
18%
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 18%
18%
51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
30%
Er zijn geen afspraken gemaakt over de verdeling binnen het geslacht of huishouden van de respondenten. In bijlage 21 is te zien dat 69% van de respondent van het mannelijke geslacht is en 31% van het vrouwelijke geslacht. Van de respondenten die de vraag over het huishouden hebben beantwoord is 15% alleenstaand, 11% woont samen en 28% heeft als huishouden gezin aangegeven. Dit betreft sowieso alle respondenten in de leeftijdscategorie 11 – 17 jaar. Van alle alleenstaande respondenten scoort de leeftijdscategorie 18 – 24 jaar het hoogst met 61,5%.
7.2
Kijkgedrag allochtone respondenten
De vragen 1 tot met 4 en vraag 15 van de enquête hebben betrekking op het kijkgedrag van de allochtone inwoners van Haarlem. Het kijkgedrag heeft betrekking op hoe vaak de respondenten naar de televisie kijken, op welk tijdstip van de dag en naar welke zenders. Ook is het van belang voor de Programmaraad om te weten welke zenders het minst favoriet zijn bij de allochtone respondenten. Uit het onderzoek komt naar voren dat 53% van de respondenten dagelijks naar de televisie kijken. 20% kijkt een paar keer per week naar de televisie en dit zijn voornamelijk respondenten van 50 jaar en ouder. Zie voor de uitgebreide tabellen bijlage 22. Daarnaast kijkt 67% van de respondenten ’s avonds het meest naar de televisie en 19% kijkt de gehele dag door. De verdeling binnen de verschillende leeftijdscategorieën is vrijwel gelijk. (Zie bijlage 23)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
36
Belangrijk voor het kijkgedrag is om te weten naar welke zenders de respondenten kijken. De dag is opgedeeld is vier delen, te weten 09.00 – 15.00 uur, 15.00 – 18.00 uur, 18.00 – 21.00 uur en 21.00 – 24.00 uur. In onderstaande grafieken is te zien welke zenders het meest bekeken worden.
Grafiek 16: Meest bekeken zenders tussen 09.00 – 15.00 uur
13% 3% 5%
Kijkt niet rtl 4 TRT
10%
TMF 69%
Overige zenders
Merendeel van de respondenten kijkt tussen 09.00 – 15.00 uur geen televisie, namelijk 69%. Redenen hiervoor zijn werk en school. Bij de respondenten die wel kijken is rtl 4 de meest populaire zender met 13%. Het zijn voornamelijk respondenten van 25 jaar en ouder die naar deze zender kijken. Daarnaast is de Turkse zender TRT een favoriete zender. (Zie bijlage 24)
Grafiek 17: Meest bekeken zenders tussen 15.00 – 09.00 uur
3% 3% 7%
3%
8%
Kijkt niet TRT rtl 4 net 5 TMF 76%
Overige zenders
De grote meerderheid van alle respondenten kijkt niet tussen het tijdstip 15.00 – 18.00 uur. Respondenten in de leeftijdscategorie 11 – 17 jaar kijken graag naar TMF. Daarnaast wordt er door respondenten ouder dan 25 jaar graag gekeken naar de Turkse zender TRT. Ook de Nederlandse zender rtl 4 is weer een favoriet. Zie voor de tabellen bijlage 24.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
37
Grafiek 18: Meest bekeken zenders tussen 18.00 en 21.00 uur
20%
25%
rtl 4 SBS 6 Kijkt niet TRT 11%
25% 8%
Com. en Ned. Zenders Overige zenders
11%
Erg geliefd bij de allochtone respondenten is de zender rtl 4 met 25%. Deze zender is populair bij alle leeftijdscategorieën. Ook SBS 6 wordt graag bekeken met 11%. Daarnaast wordt er met 25% veel gekeken naar de ander commerciële en Nederlandse zenders. Naar de Turkse zender TRT kijkt 8% van alle respondenten. (Zie bijlage 24)
Grafiek 19: Meest bekeken zender tussen 21.00 – 24.00 uur
27%
32%
Kijkt niet Com. Zenders rtl 4 SBS 6
10%
10%
21%
overige zenders
Van alle respondenten kijkt 27% niet meer na 21.00 uur naar de televisie. Dit zijn vooral respondenten ouder dan 50 jaar. Daarnaast wordt er op dit tijdstip veel gekeken naar de commerciële zenders, specifiek naar de zenders rtl 4 en SBS 6 met allebei 10%. Twee zenders die opvallen bij de overige zenders zijn de zenders Discovery Channel en National Geographic met allebei 3,2%. Het zijn de respondenten in de leeftijdscategorie 11 – 17 jaar en 25 – 50 jaar die graag naar deze zenders kijken. (Zie bijlage 24) Naast de favoriete zenders werd de respondenten ook gevraagd wat hun minst favoriete zenders zijn. De zenders Nederland 1,2 en 3 scoren hierbij zeer slecht en zijn dan ook bij de allochtone respondent favoriet om af te vallen. Daarnaast mogen de Duitse zenders afvallen en de oudere respondenten geven ook hun voorkeur aan de muziekzenders en dan vooral MTV en The Box. Zie bijlage 25 voor de uitgebreide tabellen.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
38
De favoriete zender van de allochtone respondenten is duidelijk rtl 4. Dit bleek ook al uit de antwoorden bij vraag 3, deze zender wordt vaak bekeken. Door 20% van alle respondenten is deze zender op nummer 1 gezet en door 24% op nummer 2. Daarnaast scoort SBS 6 zeer goed met 15,4% op de eerste plaats en 23,1% op de tweede plaats. De Turkse zender TRT doet het goed bij de allochtonen met 14,3% op de eerste plaats. De overige commerciële zender zoals Yorin, rtl 5 en V8 zijn niet zo populair als bovengenoemde zenders, maar wel degelijk populair. Tegenstrijdig is dat de Nederlandse zenders (1,2 en 3) ook regelmatig worden genoemd als favoriete zender, terwijl bij vraag 4 van de enquête (welke zenders mogen afvallen) deze zenders ook veelvuldig zijn genoemd. Zie bijlage 26 voor de uitgebreide tabellen. 7.3
Kijkbehoeftes allochtone respondenten
Voor de kijkbehoeftes van de respondent is het van belang om te weten wat de respondent van het huidige aanbod vindt en welke keuzes de respondent zou maken binnen de verschillende categorieën. Ook is het belangrijk om te weten op welke manier de respondenten de zenders ontvangen. Uit het onderzoek blijkt dat 36% van alle respondenten de zenders op beide manieren ontvangt. Hiermee wordt bedoeld de kabel en de schotel. Daarnaast ontvangt 61% van alle respondenten de zenders alleen via de kabel en maar 2% ontvangt de zender alleen via de schotel. (Zie bijlage 27) Van alle respondenten die van beide manieren gebruik maken, maakt 62% het meest gebruik van de kabel en 38% maakt het meest gebruik van de schotel. (Zie bijlage 28) De zenders die men voornamelijk via de schotel bekijkt zijn Turkse zenders (..), de zender El jazira, tvbs en SET. (Zie bijlage 29) Van alle respondenten is 80% over het aanbod van de zenders tevreden. Van de 20% die wel graag zenders toegevoegd zien worden, zien ze het liefst de zenders MBC en El jazira toegevoegd worden. (Zie bijlage 30) Over het evenwicht in de verschillende categorieën is 90% van alle respondenten tevreden. De overige 10% missen de categorieën natuur, buitenland, documentaires en sport. (Zie bijlage 31) Van de drie aangeboden muziekzenders kijkt 52% niet naar deze zenders. Het zijn voornamelijk respondenten van 50 jaar en ouder die nooit naar deze zenders kijken. TMF is de populairste muziekzender met 21%, gevolgd door MTV met 18%. De muziekzender The Box is beduidend minder populair en scoort maar 8,5% van alle stemmen. (Zie bijlage 32)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
39
Als favoriete natuurzender krijgt Discovery Channel bijna 50% van alle stemmen en is hiermee dus de populairste natuurzender. Het zijn voornamelijk de jongere respondenten die nooit naar deze zenders kijken. (Zie bijlage 33) Van alle respondenten kijkt 57,7% nooit naar de Duitstalige zenders. Bij de respondenten die wel naar deze zenders kijken, is de zender RTL+ het populairst met 18,3%, gevolgd door ARD met 10% en ZDF met 8,5%. Ook hier zijn het de jongere respondenten die nooit naar deze zenders kijken. (Zie bijlage 34) De meerderheid van de allochtonen vindt een Engelse zender niet noodzakelijk, namelijk 69%. Dit geldt eigenlijk voor alle leeftijdscategorieën met uitzondering van de categorie 18 – 24 jaar. Bij deze categorie vindt bijna 50% een Engelse zender wel noodzakelijk en dan voornamelijk de zenders BBC1, BBC2 en de Amerikaanse zender CNN. (Zie bijlage 35) Deze zender is ook de favoriete buitenlandse nieuwszender bij de allochtone respondenten met 56,3%. Van alle respondenten kijkt ongeveer 25% nooit naar deze zenders. Het is vooral de leeftijdscategorie 18 – 24 jaar waar deze zender erg geliefd bij is. Van alle respondenten in deze categorie stemde maar liefst 86,7% op de zender CNN. Euronews en BBC World scoorden beduidend minder goed met 9,9% en 8,5%. (Zie bijlage 36) Bijna de helft van de allochtone respondenten kijkt nooit naar een tekenfilmzender. Dit zijn dan vooral de respondenten ouder dan 25 jaar. Bij de jongere respondenten is de tekenfilmzender Cartoon Network het populairst met 35,2% gevolgd door de zender Yorin met bijna 10% en Foxkids met 7%. Kindernet is de minst populaire tekenfilmzender met maar 1,4%. (Zie bijlage 37) Op de vraag of de allochtone respondenten een decoder hebben genomen, antwoordde 61 respondenten dat zij geen decoder hebben aangeschaft. (Zie bijlage 38) De respondenten geven hiervoor als reden dat het te duur is of dat er al genoeg zenders zijn en het daarom niet nodig vinden. Merendeel van deze respondenten hebben geen mening. 10 respondenten hebben wel een decoder aangeschaft. De reden hiervoor is voornamelijk dat ze zenders kunnen ontvangen uit hun land van afkomst en van deze respondenten is 90% tevreden over de decoder. (Zie bijlage 39)
Kijkonderzoek Haarlem 2002
40
8.
Conclusies kijkonderzoek Haarlem
In dit hoofdstuk worden de conclusies besproken naar aanleiding van de resultaten uit het kijkonderzoek wat gehouden is onder de Haarlemse bevolking. Zoals U heeft gelezen in het rapport is de doelgroep verdeeld, te weten de autochtone inwoners en de allochtone inwoners. De conclusies worden van beide doelgroepen gelijktijdig besproken en zonodig worden er vergelijkingen gemaakt tussen de verschillende doelgroepen. De meerderheid van de alle 375 respondenten kijkt dagelijks naar de televisie en ze kijken ’s avonds het meest. Bij de autochtone respondenten is dit 87% en bij de allochtone respondenten is dit 67%. Redenen dat veel respondenten overdag geen televisie kijken zijn werk of school. Daarnaast is het bij veel gezinnen ook de regel dat overdag de televisie niet aan mag. De populairste zender is bij alle respondenten rtl 4. Deze zender wordt de gehele dag veel bekeken en daarnaast is overdag bij de allochtonen de Turkse zender TRT favoriet. Naast rtl 4 is Nederland 2 een veel bekeken zender, dit geldt wel alleen voor de autochtone respondenten. Bij de allochtonen zijn de Nederlandse zenders niet populair. ’s Middags wordt er door de jeugd ook veel gekeken naar muziekzenders, waarbij MTV en TMF favoriet zijn. Vanaf 18.00 uur is er een duidelijk verschuiving in de zenders te zien. Rtl 4 is nog steeds een geliefde zender, dit is omdat deze zender een familiezender is en naast veel amusement en soaps ook dagelijks meerdere malen een uitgebreid nieuwsbulletin en weer uitzendt. Echter naast rtl 4 wordt er ’s avonds naar allerlei Nederlandse en commerciële zenders gekeken. Zenders die er uitspringen bij de autochtone inwoners zijn Nederland 2, Yorin, SBS 6 en net 5. Bij de allochtonen zijn dit TRT, rtl 5, SBS 6 en V8. Als minst favoriete zenders staan bij zowel de allochtone als de autochtone respondenten de Duitse zenders op nummer 1. Daarnaast zijn bij de autochtonen de Turkse zenders niet populair en bij de allochtonen de Nederlandse zenders. Persoonlijk vind ik dit een opvallend resultaat, omdat de allochtonen wel graag kijken naar de commerciële (Nederlandse) zenders. Oudere respondenten zijn minder te spreken over de commerciële zenders die veel sex en geweld uitzenden en hetzelfde geldt voor de muziekzenders. Merendeel van de respondenten zijn tevreden over het aanbod van de zenders en het evenwicht binnen de verschillende categorieën. Het was te verwachten dat de allochtone respondenten graag zenders toegevoegd zien worden uit hun land van afkomst. Populair zijn hierbij El jazira en MBC. Respondenten die de categorieën niet in evenwicht vinden, missen vooral sport en natuur.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
41
De respondenten hebben een aantal keuzevragen moeten beantwoordden die betrekking hadden op de verschillende categorieën. Favoriete muziekzender is bij de allochtonen TMF en bij de autochtonen gaan TMF en MTV gelijk op. Oudere respondenten kijken niet naar deze zenders. Discovery Channel is bij alle respondenten het populairst. Beide doelgroepen stemden met ongeveer 50% voor deze zender. Er wordt niet veel gekeken naar de Duitse zenders, maar bij de respondenten die wel naar deze zenders kijken is RTL+ het populairst gevolgd door ARD en ZDF. Een Engelse zender op de kabel vindt 62% van de autochtone respondenten noodzakelijk dit in tegenstelling tot de allochtonen waar maar 31% dit noodzakelijk vindt. BBC1 en BBC2 zijn de grote favoriet. De favoriete buitenlandse nieuwszender is bij beide doelgroepen de Amerikaanse zender CNN. Deze zender behaalt bij beide doelgroepen meer dan 50% van de stemmen. Cartoon Network is de favoriete tekenfilmzender bij de jongere inwoners van Haarlem. Oudere respondenten kijken nooit naar deze zenders. Van alle 375 respondenten hebben er maar 20 een decoder aangeschaft. Reden bij de autochtone inwoners is dat een decoder voornamelijk leuk en handig is, 50% van deze respondenten is niet tevreden over de decoder, het is een onduidelijk, onhandig en lelijk ding. Bij de allochtone inwoners heeft merendeel een decoder aangeschaft voor het ontvangen van zenders uit hun eigen land en 90% van deze respondenten is tevreden over de decoder. Alle andere respondenten die geen decoder hebben aangeschaft gaven als redenen dat het te duur is of dat er al genoeg zanders zijn en een decoder dus overbodig is. Deze respondenten zouden wel een decoder aanschaffen als het goedkoper werd of als er belangrijke zenders weg zouden vallen. Speciale vraag bij de allochtone inwoners was op welke manier zij de zenders ontvangen, via de kabel of via de schotel. 61% van de respondenten ontvangt de zenders via de kabel, 36% ontvangt de zenders op beide manieren en maar 2% ontvangt de zenders via de schotel. Zenders die veel bekeken worden via de schotel zijn El jazira, tvbs en SET. Zoals blijkt uit de conclusies zijn er naar mijn mening minder verschillen tussen de autochtonen en de allochtonen dan verwacht. Ze hebben hetzelfde kijkpatroon en kijken veel naar dezelfde commerciële zenders. Enig verschil is dat de autochtonen niet naar Turkse zenders kijken en deze graag zien afvallen en ditzelfde geldt voor de allochtonen alleen dan andersom, ze kijken niet naar de Nederlandse zenders en naar hun mening mogen deze zenders afvallen. Dat er maar weinig verschil zit in het kijkgedrag en de kijkbehoeftes tussen beide doelgroepen komt doordat veel van de allochtone respondenten de zenders via de kabel ontvangen. Zij hebben daardoor hetzelfde aanbod als de autochtonen en dus delen zij ook dezelfde mening.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
42
9.
Aanbevelingen
In dit hoofdstuk zal ik naar aanleiding van de resultaten uit het kijkonderzoek een advies geven voor het televisiebasispakket. Het televisiebasispakket bestaat uit 15 zenders waarvan er 7 ‘must-carry’ zenders zijn. Dit zijn de zenders: • Nederland 1,2 en 3 • De Belgische zenders VRT TV1 en Ketnet/ Canvas • De regionale zenders TV Noord-Holland en Haarlem 105 TV Daarnaast luidt mijn persoonlijk advies: • De familiezender rtl 4. Deze zender is bij alle respondenten de absolute nummer 1 en wordt de gehele dag door het meest bekeken. • De commerciële zenders Yorin en SBS 6. Dit omdat zij bij beide doelgroepen na rtl 4 en de Nederlandse als populairst naar voren kwamen. • Voor de allochtonen inwoners zou ik Turkse zender TRT is het basispakket toevoegen. Deze zender wordt bij de doelgroep zeer veel bekeken en is erg populair. • De natuurzender Discovery Channel. Deze wordt minder bekeken dan de meeste commerciële zenders, maar is zeer geliefd bij de respondenten die wel graag naar natuur en documentaires kijken. • Omdat 62% van de autochtone respondenten en 31% van de allochtonen het noodzakelijk vinden dat er een Engelse zender wordt aangeboden, zou ik de zender BBC1 of BBC2 in het basispakket toevoegen. Persoonlijk weet ik niet genoeg over de programmering van deze twee zenders om hier een keuze tussen te maken en uit de resultaten is af te lezen dat de zenders gelijk opgaan. • Ook zou ik een muziekzender toevoegen aan het basispakket. Dit zou de zender MTV zijn. Deze zender is bij de autochtonen even populair als de muziekzender TMF en bij de allochtonen is TMF favoriet. Toch kies ik voor MTV, omdat sinds 1 mei 2002 de programmering van TMF dusdanig is veranderd en MTV de oude programmering van TMF heeft overgenomen. De strategie die het huidige TMF hanteert is een virtuele muziekzender en dit is dezelfde strategie als The Box. Uit de resultaten is gebleken dat The Box absoluut het minst populairst is met maar 5% en 8,5% van alle stemmen. Ik verwacht dus ook dat de populariteit van TMF flink zal dalen. • Als laatste zender zou ik de Amerikaanse nieuwszender CNN toevoegen. Deze zender krijgt bij beide doelgroepen meer dan de helft van de stemmen en hiermee kan dus gezegd worden dat de zender erg populair is en niet mag ontbreken in het basispakket. • Reden waarom ik geen tekenfilmzender toevoeg aan het basispakket is omdat Cartoon Network de populairste tekenfilmzender is bij beide doelgroepen. Yorin (Yorkidding) zendt overdag tekenfilms uit van Cartoon Network en dus vind ik het overbodig om een extra tekenfilmzender toe te voegen aan het basispakket.
Kijkonderzoek Haarlem 2002
43
Samengevat luidt mijn advies voor het basispakket als volgt: Nederland 1 rtl 4 Nederland 2 Yorin Nederland 3 SBS 6 TV Noord-Holland TRT Haarlem 105 TV BBC1 of BBC2 VRT TV1 Discovery Channel Ketnet/ Canvas MTV CNN
Kijkonderzoek Haarlem 2002
44
Bronvermelding Literatuur Hogeweg, R., Een goed rapport, Iterne uitgave Hogeschool Haarlem, 1995 Vocht, A. de, Basisboek SPPS 10, Bijleveld Press, Utrecht, 2001 Buijs, A., Statistiek om mee te werken, EPN, Houten, 1997 Buuren, H. van, Hummel, H., Onderzoek de basis, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1997 SPOT en Intomart, Achter de schermen van de kijkcijfers, SSP, Amsterdam, 1999
Publicaties Van Naem & Partners, Opzet ondersteuning programmaraden, Woerden, 2001 UPC, kabeltelevisienota 2001 – 2002 Huishoudelijk Reglement Programmaraad Haarlem, 2001 Werkgroep Migranten en Media, Publicaties,Inventarisatie van onderzoek in Nederland, Amsterdam, 1998 Werkgroep Media en Allochtonen, Leurdijk, A., Publicaties, De mogelijkheden van pers, radio, televisie en internet, Amsterdam, 2000 Ministerie van OC en W, Notitie Kabel, Omroep en Consument: pluriformiteit, betaalbaarheid en vrije keuze, ’s Gravehage, 2001
Internet http://www.omroep.nl http://beeldvor/publicaties/onderzoek1/ http://beeldvor/publicaties/media/ http://www.minocw.nl http://www.upc.nl http://www.cbs.nl
Personen Dhr. W. Rutten, secretaris Programmaraad Haarlem Dhr. P. Meegdes, voorzitter Programmaraad Haarlem Mevr. M. Baaij, Stichting Kijkonderzoek
Kijkonderzoek Haarlem 2002
45
Bijlagenoverzicht Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3
Enquête autochtone inwoners Enquête allochtone inwoners Enquête allochtone inwoners (2)
45 48 52
Autochtone respondenten Bijlage 4 Algemene gegevens autochtone respondenten Bijlage 5 Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? Bijlage 6 Vraag 2: Op welk tijdstip kijkt men televisie? Bijlage 7 Vraag 3: Naar welke zenders kijkt men? Bijlage 8 Vraag 4: Welke zenders mogen afvallen? Bijlage 9 Vraag 13: Wat zijn de favoriete zenders? Bijlage 10 Vraag 5: Moet UPC zenders toevoegen en welke? Bijlage 11 Vraag 6: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht? Bijlage 12 Vraag 7: Welke muziekzender krijgt de voorkeur? Bijlage 13 Vraag 8: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? Bijlage 14 Vraag 9: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? Bijlage 15 Vraag 10: Is een Engelse zender noodzakelijk? Bijlage 16 Vraag 11: Welke buitenlandse nieuwszender is favoriet? Bijlage 17 Vraag 12: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? Bijlage 18 Vraag 14: Heeft men een decoder genomen? Bijlage 19 Vraag 15: Waarom heeft men een decoder en is men tevreden? Bijlage 20 Vraag 16: Waarom heeft men geen decoder en wanneer wel?
54 57 58 59 68 74 80 81 82 83 84 85 88 89 90 91 93
Allochtone respondenten Bijlage 21 Algemene gegevens allochtone respondenten Bijlage 22 Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? Bijlage 23 Vraag 2: Op welk tijdstip kijkt men televisie? Bijlage 24 Vraag 3: Naar welke zenders kijkt men? Bijlage 25 Vraag 4: Welke zenders mogen afvallen? Bijlage 26 Vraag 15: Wat zijn de favoriete zenders? Bijlage 27 Vraag 5: Op welke manier ontvangt men de televisiezenders? Bijlage 28 Vraag 6a: Van welke manier maakt men het meest gebruik? Bijlage 29 Vraag 6b: Naar welke zenders kijkt men via kabel/schotel? Bijlage 30 Vraag 7: Moet UPC zenders toevoegen en welke? Bijlage 31 Vraag 8: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht? Bijlage 32 Vraag 9: Welke muziekzender krijgt de voorkeur? Bijlage 33 Vraag 10: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? Bijlage 34 Vraag 11: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? Bijlage 35 Vraag 12: Is een Engelse zender noodzakelijk? Bijlage 36 Vraag 13: Welke buitenlandse nieuwszender is favoriet? Bijlage 37 Vraag 14: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? Bijlage 38 Vraag 16: Heeft men een decoder genomen? Bijlage 39 Vraag 17/18: Waarom wel of waarom niet?
96 98 99 100 108 114 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132
Kijkonderzoek Haarlem 2002
46
Bijlage 1
Enquête autochtone inwoners
Goede…….. meneer/ mevrouw, ik doe een onderzoek voor de Programmaraad Haarlem en wilde U een aantal vragen stellen over het kijkgedrag en kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking. Naam: Woonplaats: Opleiding: Leeftijd:
Man/ Vrouw Huishouden: 10 18 25 51 65
t/m 17 t/m 24 t/m 50 t/m 64 jaar en
jaar jaar jaar jaar ouder
1.
Hoe vaak kijkt U gemiddeld naar de televisie? Niet of nauwelijks Een paar keer per week Dagelijks Meer dan 3 uur per dag
2.
Op welk tijdstip van de dag kijkt u het meest televisie? ’s Morgens ’s Middags ’s Avonds De gehele dag door
3.
Naar welke zender kijkt U het meest tussen: • 09.00 en 15.00 uur:………………………………………………. • 15.00 en 18.00 uur:……………………………………………….. • 18.00 en 21.00 uur:……………………………………………….. • 21.00 en 24.00 uur:……………………………………………….
In de toekomst kan UPC een aantal zenders laten vallen. Het aanbod in Haarlem is erg hoog, namelijk 34 zenders, terwijl het landelijk gemiddelde ligt rond de 30 zenders. 4. Als er zenders af zouden moeten vallen, welke zouden dat dan moeten zijn volgens U? 1. ……………………………………… 2. …………………………………….. 3. ……………………………………..
Kijkonderzoek Haarlem 2002
47
5.
Welke zender(s) zou U op de kabel (een zender die niet door kabelmaatschappij UPC wordt aangeboden, maar wel via de schotel) graag toegevoegd zien worden? Geen enkele zender De zender(s):……………………………………………………………………………..
6.
Zoals U weet zijn er verschillende categorieën bij het televisieaanbod. U moet hierbij denken aan amusement, sport, nieuws, natuur, financieel, buitenland, muziek etc. Vindt U dat de verschillende categorieën in evenwicht zijn of moet er aan bepaalde categorieën meer aandacht worden besteed? De categorieën zijn geheel in evenwicht De categorieën zijn niet in evenwicht, ik mis……………………………….
7.
Als U zou moeten kiezen tussen de verschillende muziekzenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? MTV TMF The Box Geen mening, kijkt er nooit naar
8.
Als U zou moeten kiezen tussen de twee natuurzenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? Discovery channel National Geographic Geen mening, kijkt er nooit naar
9.
Als u zou moeten kiezen tussen de Duitstalige zenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? ARD ZDF WRD3 RTL+ Geen mening, kijkt er nooit naar
10.
Vindt U het absoluut noodzakelijk dat er op de Haarlemse televisie een Engelse zender wordt aangeboden? Ja, welke zender………………………… Nee
Kijkonderzoek Haarlem 2002
48
11.
Als U zou moeten kiezen tussen de buitenlandse nieuwszenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? Euronews CNN BBC World Geen mening, kijkt er nooit naar
12.
Overdag zenden een aantal zenders tekenfilms uit, zoals Yorin (Yorkidding), V8 (Foxkids), kindernet staat los van Net5 en Cartoon Network. Welke zender krijgt hierbij Uw voorkeur? Yorin V8/Foxkids Kindernet Cartoon Network Geen mening, kijkt er nooit naar.
13.
Wat is Uw persoonlijke top 3 van de huidige televisiezenders?
1. ………………………………… 2. ………………………………… 3. ………………………………… 14.
Heeft U een decoder genomen? Ja (ga verder met vraag 15) Nee (ga verder met vraag 16)
15.
Waarom heeft U de decoder genomen en werkt de decoder naar tevredenheid? …………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………….
16.
Waarom heeft U geen decoder genomen en wanneer zou U wel overgaan tot de aanschaf van een decoder? ………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………..
Dit was de laatste vraag. Dank U wel voor Uw medewerking en nog een prettige dag!
Kijkonderzoek Haarlem 2002
49
Bijlage 2
Enquête allochtone inwoners
Goede…….. meneer/ mevrouw, ik doe een onderzoek voor de Programmaraad Haarlem en wilde U een aantal vragen stellen over het kijkgedrag en kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking. Naam: Woonplaats: Opleiding: Leeftijd:
Man/ Vrouw Huishouden: 10 18 25 51 65
t/m 17 t/m 24 t/m 50 t/m 64 jaar en
jaar jaar jaar jaar ouder
1.
Hoe vaak kijkt U gemiddeld naar de televisie? Niet of nauwelijks Een paar keer per week Dagelijks Meer dan 3 uur per dag
2.
Op welk tijdstip van de dag kijkt u het meest televisie? ’s Morgens ’s Middags ’s Avonds De gehele dag door
3.
Naar welke zender kijkt U het meest tussen: • 09.00 en 15.00 uur:………………………………………………. • 15.00 en 18.00 uur:……………………………………………….. • 18.00 en 21.00 uur:……………………………………………….. • 21.00 en 24.00 uur:……………………………………………….
In de toekomst kan UPC een aantal zenders laten vallen. Het aanbod in Haarlem is erg hoog, namelijk 34 zenders, terwijl het landelijk gemiddelde ligt rond de 30 zenders. 4. Als er zenders af zouden moeten vallen, welke zouden dat dan moeten zijn volgens U? 1. ……………………………………… 2. …………………………………….. 3. ……………………………………..
Kijkonderzoek Haarlem 2002
50
5.
Op welke manier ontvangt U de televisiezenders? Via de kabel (ga verder naar vraag 7) Via de schotel Beide manieren
6.
Van welke mogelijkheid maakt U het meeste gebruik en naar welke zenders kijkt U via de kabel en welke zenders via de satelliet? Maakt het meest gebruik van de kabel, zenders kabel:………………………………………………………………………. zenders schotel:…………………………………………………………………… Maakt het meest gebruik van de schotel, zenders kabel:………………………………………………………………………. zenders schotel:……………………………………………………………………
7.
Welke zender(s) zou U op de kabel (een zender die niet door kabelmaatschappij UPC wordt aangeboden, maar wel via de schotel) graag toegevoegd zien worden? Geen enkele zender De zender(s):……………………………………………………………………………..
8.
Zoals U weet zijn er verschillende categorieën bij het televisieaanbod. U moet hierbij denken aan amusement, sport, nieuws, natuur, financieel, buitenland, muziek etc. Vindt U dat de verschillende categorieën in evenwicht zijn of moet er aan bepaalde categorieën meer aandacht worden besteed? De categorieën zijn geheel in evenwicht De categorieën zijn niet in evenwicht, ik mis……………………………….
9.
Als U zou moeten kiezen tussen de verschillende muziekzenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? MTV TMF The Box Geen mening, kijkt er nooit naar
10.
Als U zou moeten kiezen tussen de twee natuurzenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? Discovery channel National Geographic Geen mening, kijkt er nooit naar
Kijkonderzoek Haarlem 2002
51
11.
Als u zou moeten kiezen tussen de Duitstalige zenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? ARD ZDF WRD3 RTL+ Geen mening, kijkt er nooit naar
12.
Vindt U het absoluut noodzakelijk dat er op de Haarlemse televisie een Engelse zender wordt aangeboden? Ja, welke zender………………………… Nee
13.
Als U zou moeten kiezen tussen de buitenlandse nieuwszenders, welke zender krijgt dan Uw voorkeur? Euronews CNN BBC World Geen mening, kijkt er nooit naar
14.
Overdag zenden een aantal zenders tekenfilms uit, zoals Yorin (Yorkidding), V8 (Foxkids), kindernet staat los van Net5 en Cartoon Network. Welke zender krijgt hierbij Uw voorkeur? Yorin V8/Foxkids Kindernet Cartoon Network Geen mening, kijkt er nooit naar.
15.
Wat is Uw persoonlijke top 3 van de huidige televisiezenders? 1. ………………………………… 2. ………………………………… 3. …………………………………
16.
Heeft U een decoder genomen? Ja (ga verder met vraag 17) Nee (ga verder met vraag 18)
17.
Waarom heeft U de decoder genomen en werkt de decoder naar tevredenheid? …………………………………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………………………………….
Kijkonderzoek Haarlem 2002
52
18.
Waarom heeft U geen decoder genomen en wanneer zou U wel overgaan tot de aanschaf van een decoder? ………………………………………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………………………………………..
Dit was de laatste vraag. Dank U wel voor Uw medewerking en nog een prettige dag!
Kijkonderzoek Haarlem 2002
53
Bijlage 3
Enquête allochtone inwoners (2)
Goede…….. meneer/ mevrouw, ik doe een onderzoek voor de Programmaraad Haarlem en wilde U een aantal vragen stellen over het kijkgedrag en kijkbehoeftes van de Haarlemse bevolking. Naam: Woonplaats: Leeftijd:
Man/ Vrouw 10 18 25 51 65
t/m 17 t/m 24 t/m 50 t/m 64 jaar en
jaar jaar jaar jaar ouder
1.
Hoe vaak kijkt U gemiddeld naar de televisie? Niet of nauwelijks Een paar keer per week Dagelijks Meer dan 3 uur per dag
2.
Op welk tijdstip van de dag kijkt u het meest televisie? ’s Morgens ’s Middags ’s Avonds De gehele dag door
3.
Op welke manier ontvangt U de televisiezenders? Via de kabel (ga verder naar vraag 5) Via de schotel Beide manieren
4.
Van welke mogelijkheid maakt U het meeste gebruik? Maakt het meest gebruik van de kabel. Maakt het meest gebruik van de schotel.
5.
Naar welke zenders kijkt u via de kabel en welke zenders via de schotel? Kabel:……………………………………………………………………………………….. Schotel:……………………………………………………………………………………
6.
Welke zender(s) zou U op de kabel (een zender die niet door kabelmaatschappij UPC wordt aangeboden, maar wel via de schotel) graag toegevoegd zien worden? Geen enkele zender De zender(s):……………………………………………………………………………..
Kijkonderzoek Haarlem 2002
54
7.
Als er zenders af zouden moeten vallen, welke moeten dat dan zijn volgens U? Geen enkele zender De zender(s):……………………………………………………………………………..
8.
Wat is Uw persoonlijke top 3 van de huidige televisiezenders? 4. ………………………………… 5. ………………………………… 6. …………………………………
Dit was de laatste vraag. Dank U wel voor Uw medewerking en nog een prettige dag!
Kijkonderzoek Haarlem 2002
55
Bijlage 4
Algemene gegevens autochtone respondenten
Leeftijd Respondent
Valid
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Frequency 51 49 50 50 75 275
Percent 18,5 17,8 18,2 18,2 27,3 100,0
Valid Percent 18,5 17,8 18,2 18,2 27,3 100,0
Cumulative Percent 18,5 36,4 54,5 72,7 100,0
19%
27%
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 18%
18%
Kijkonderzoek Haarlem 2002
51 - 64 jaar 65 jaar e ouder
18%
56
Geslacht Respondent
Valid
man vrouw Total
Frequency 134 141 275
Percent 48,7 51,3 100,0
Valid Percent 48,7 51,3 100,0
Cumulative Percent 48,7 100,0
Leeftijd Respondent * Geslacht Respondent Crosstabulation
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent
Geslacht Respondent man vrouw 21 30
Total 51
41,2%
58,8%
100,0%
30
19
49
61,2%
38,8%
100,0%
28
22
50
56,0%
44,0%
100,0%
21
29
50
42,0%
58,0%
100,0%
34
41
75
45,3%
54,7%
100,0%
134
141
275
48,7%
51,3%
100,0%
57
Type Huishouden
Valid
alleenstaand samenwonend gezin Total
Frequency 121 56 98 275
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Percent 44,0 20,4 35,6 100,0
Valid Percent 44,0 20,4 35,6 100,0
Cumulative Percent 44,0 64,4 100,0
58
Leeftijd Respondent * Type Huishouden Crosstabulation Type Huishouden samenwo alleenstaand nend Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent
gezin 51
Total 51
100,0%
100,0%
39
5
5
49
79,6%
10,2%
10,2%
100,0%
20
8
22
50
40,0%
16,0%
44,0%
100,0%
14
20
16
50
28,0%
40,0%
32,0%
100,0%
48
23
4
75
64,0%
30,7%
5,3%
100,0%
121
56
98
275
44,0%
20,4%
35,6%
100,0%
59
Kijkgedrag autochtone respondenten Bijlage 5
Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie?
Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie?
Valid
niet of nauwelijks een paar keer per week dagelijks meer dan 3 uur per dag Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 22 57 175 21 275
Percent 8,0 20,7 63,6 7,6 100,0
Valid Percent 8,0 20,7 63,6 7,6 100,0
Cumulative Percent 8,0 28,7 92,4 100,0
60
Leeftijd Respondent * Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? Crosstabulation Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? niet of een paar keer meer dan 3 nauwelijks per week dagelijks uur per dag Leeftijd 11 - 17 jaar Count 1 4 44 2 Respondent % within Leeftijd 2,0% 7,8% 86,3% 3,9% Respondent 18 - 24 jaar Count 5 14 29 1 % within Leeftijd 10,2% 28,6% 59,2% 2,0% Respondent 25 - 50 jaar Count 1 14 32 3 % within Leeftijd 2,0% 28,0% 64,0% 6,0% Respondent 51 - 64 jaar Count 2 7 35 6 % within Leeftijd 4,0% 14,0% 70,0% 12,0% Respondent 65 jaar en oude Count 13 18 35 9 % within Leeftijd 17,3% 24,0% 46,7% 12,0% Respondent Total Count 22 57 175 21 % within Leeftijd 8,0% 20,7% 63,6% 7,6% Respondent
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Total 51 100,0% 49 100,0% 50 100,0% 50 100,0% 75 100,0% 275 100,0%
61
Kijkonderzoek Haarlem 2002
62
Bijlage 6
Vraag 2: Op welk tijdstip kijkt men televisie?
Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie?
Valid
's morgens 's middags 's avonds de gehele dag door Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 6 11 239 19 275
Percent 2,2 4,0 86,9 6,9 100,0
Valid Percent 2,2 4,0 86,9 6,9 100,0
Cumulative Percent 2,2 6,2 93,1 100,0
63
Leeftijd Respondent * Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie? Crosstabulation
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Total
Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent Count % within Leeftijd Respondent
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie? de gehele dag door 's morgens 's middags 's avonds 4 47
Total 51
7,8%
92,2%
100,0%
1
1
47
49
2,0%
2,0%
95,9%
100,0%
48
2
50
96,0%
4,0%
100,0%
2
44
4
50
4,0%
88,0%
8,0%
100,0%
3
6
53
13
75
4,0%
8,0%
70,7%
17,3%
100,0%
6
11
239
19
275
2,2%
4,0%
86,9%
6,9%
100,0%
64
Bijlage 7
Vraag 3: Naar welke zenders kijkt men?
Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 - 15.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet rtl 4 ned 2 rtl 5 V8 ned 1 TMF sbs6 yorin eurosport Commerciele zenders Muziek zenders cartoon network discovery channel BBC 1 Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 197 24 9 9 5 4 4 3 3 3 3 3 2 1 1 1
Percent 71,6 8,7 3,3 3,3 1,8 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4
Valid Percent 72,2 8,8 3,3 3,3 1,8 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4
Cumulative Percent 72,2 81,0 84,2 87,5 89,4 90,8 92,3 93,4 94,5 95,6 96,7 97,8 98,5 98,9 99,3 99,6
1
,4
,4
100,0
273 2 275
99,3 ,7 100,0
100,0
65
Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 - 15.00 uur? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent 11 - 17 jaar Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 15.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 eurosport TMF discovery channel cartoon network BBC 1 Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders
2,0%
3,9% 7,8%
18 - 24 jaar 2,1% 8,5% 6,4% 14,9% 4,3%
25 - 50 jaar 6,0%
65 jaar en ouder
2,0%
Total 1,5% 3,3% 8,8% 3,3% 1,1% 1,1% 1,8% 1,1% 1,5% ,4% ,7% ,4% 72,2% 1,1% ,4%
2,0%
,4%
6,0%
51 - 64 jaar 4,0% 12,0%
4,0% 14,7% 2,7%
2,0% 1,3%
2,1% 6,4%
2,0% 2,0%
2,7% 2,0%
2,0% 74,5% 3,9%
5,9% 100,0%
55,3%
100,0%
2,0% 2,0% 74,0%
100,0%
80,0% 2,0%
100,0%
74,7%
100,0%
1,1% 100,0%
67
Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 - 18.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet rtl 4 Muziek zenders ned 2 sbs6 yorin V8 net5 Nederlandse zenders eurosport TMF ned 1 ned 3 rtl 5 Commerciele en Nederlandse zenders MTV discovery channel BBC 1 RTL+ BRT 1 TVE Commerciele zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 157 33 15 13 7 7 6 5 5 4 4 3 2 2
Percent 57,1 12,0 5,5 4,7 2,5 2,5 2,2 1,8 1,8 1,5 1,5 1,1 ,7 ,7
Valid Percent 57,7 12,1 5,5 4,8 2,6 2,6 2,2 1,8 1,8 1,5 1,5 1,1 ,7 ,7
Cumulative Percent 57,7 69,9 75,4 80,1 82,7 85,3 87,5 89,3 91,2 92,6 94,1 95,2 96,0 96,7
2
,7
,7
97,4
1 1 1 1 1 1 1 272 3 275
,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 98,9 1,1 100,0
,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
97,8 98,2 98,5 98,9 99,3 99,6 100,0
68
Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 - 18.00 uur? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent 11 - 17 jaar Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 18.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 eurosport MTV TMF discovery channel BBC 1 RTL+ BRT 1 TVE Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders
3,9% 3,9% 3,9% 7,8% 9,8% 2,0%
18 - 24 jaar 4,3% 6,4%
25 - 50 jaar
12,8% 4,3% 4,3% 6,4%
6,1%
51 - 64 jaar 2,0%
2,0% 12,0%
9,3% 2,7% 21,3%
4,0%
1,3%
2,0% 6,4%
1,3% 4,0%
2,0% 5,9%
65 jaar en ouder
2,1% 2,1% 2,1% 1,3% 2,1% 1,3%
33,3%
44,7%
2,0% 81,6%
82,0%
2,0%
29,4% 100,0%
2,1%
2,0%
100,0%
100,0%
50,7% 1,3% 5,3%
Total 1,1% 4,8% ,7% 12,1% ,7% 2,6% 2,6% 2,2% 1,8% 1,5% ,4% 1,5% ,4% ,4% ,4% ,4% ,4% 57,7% ,4% 1,8% ,7%
100,0%
100,0%
5,5% 100,0%
69
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 - 21.00 uur?
Valid
Missing Total
rtl 4 ned 2 Nederlandse zenders Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders yorin net5 ned 1 Kijkt niet sbs6 ned 3 V8 rtl 5 BBC 1 BBC 2 BRT 1 Rai Uno TV Noord-Holland TCM TVE Duitse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 74 34 27 24
Percent 26,9 12,4 9,8 8,7
Valid Percent 27,1 12,5 9,9 8,8
Cumulative Percent 27,1 39,6 49,5 58,2
24
8,7
8,8
67,0
20 16 13 11 9 7 4 2 1 1 1 1 1 1 1 1 273 2 275
7,3 5,8 4,7 4,0 3,3 2,5 1,5 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 99,3 ,7 100,0
7,3 5,9 4,8 4,0 3,3 2,6 1,5 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
74,4 80,2 85,0 89,0 92,3 94,9 96,3 97,1 97,4 97,8 98,2 98,5 98,9 99,3 99,6 100,0
70
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 - 21.00 uur? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 21.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 BBC 1 BBC 2 BRT 1 Rai Uno TV Noord-Holland TCM TVE Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Duitse zenders
11 - 17 jaar 3,9%
18 - 24 jaar 4,3% 12,8%
2,0% 37,3%
23,4%
2,0% 5,9% 3,9% 13,7%
8,5% 21,3% 4,3% 8,5%
25 - 50 jaar 8,0% 16,0% 2,0% 8,0% 4,0% 8,0%
51 - 64 jaar 2,0% 8,0% 4,0% 44,0% 4,0% 4,0%
65 jaar en ouder 5,3% 21,3% 4,0% 24,0%
4,0%
6,0%
2,7% 1,3%
2,0% 2,0% 2,0% 2,0%
Total 4,8% 12,5% 2,6% 27,1% ,7% 3,3% 7,3% 1,5% 5,9% ,4% ,4% ,4% ,4% ,4% ,4% ,4% 4,0% 8,8% 9,9%
3,9% 15,7%
2,1% 4,3% 2,1%
2,0% 18,0% 12,0%
6,0% 6,0% 14,0%
1,3% 1,3% 5,3% 2,7% 17,3%
11,8%
8,5%
8,0%
8,0%
8,0%
8,8%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
1,3% 100,0%
,4% 100,0%
71
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 - 24.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders Nederlandse zenders rtl 4 yorin sbs6 net5 ned 2 ned 3 ned 1 rtl 5 V8 discovery channel MTV BBC 1 TMF cartoon network BBC 2 TCM TVE Duitse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 57 38
Percent 20,7 13,8
Valid Percent 21,0 14,0
Cumulative Percent 21,0 34,9
25
9,1
9,2
44,1
23 22 18 16 16 14 11 9 4 4 4 3 2 1 1 1 1 1 1 272 3 275
8,4 8,0 6,5 5,8 5,8 5,1 4,0 3,3 1,5 1,5 1,5 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 98,9 1,1 100,0
8,5 8,1 6,6 5,9 5,9 5,1 4,0 3,3 1,5 1,5 1,5 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
52,6 60,7 67,3 73,2 79,0 84,2 88,2 91,5 93,0 94,5 96,0 97,1 97,8 98,2 98,5 98,9 99,3 99,6 100,0
72
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 - 24.00 uur? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 24.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 MTV TMF discovery channel cartoon network BBC 1 BBC 2 TCM TVE Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Duitse zenders
11 - 17 jaar 3,9%
18 - 24 jaar 4,3%
9,8% 2,0% 7,8% 2,0% 13,7% 5,9%
8,5% 4,3% 19,1% 17,0% 2,1% 6,4%
25 - 50 jaar 2,0% 8,0% 10,0% 6,0% 2,0% 10,0% 6,0%
51 - 64 jaar 6,0% 8,0% 4,0% 12,0% 2,0% 8,0% 2,0% 4,0% 4,0%
65 jaar en ouder 4,1% 5,4% 5,4% 5,4% 1,4% 1,4%
1,4%
2,1% 2,0%
2,0% 2,0%
2,0%
2,7%
Total 3,3% 5,1% 4,0% 8,1% 1,5% 5,9% 6,6% 1,5% 5,9% 1,1% ,4% 1,5% ,4% ,7% ,4% ,4% ,4% 21,0% 14,0% 8,5%
23,5% 27,5%
12,8% 8,5% 4,3%
4,0% 24,0% 10,0%
8,0% 12,0% 16,0%
1,4% 1,4% 1,4% 1,4% 44,6% 2,7% 10,8%
3,9%
10,6%
14,0%
8,0%
9,5%
9,2%
100,0%
100,0%
100,0%
2,0% 100,0%
100,0%
,4% 100,0%
73
Bijlage 8
Vraag 4: Welke zenders mogen afvallen?
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen?
Valid
Missing Total
Duitse zenders V8 Turkse zenders ARD sbs6 rtl 5 rtl 4 yorin Rai Uno TV Noord-Holland TRT MTV the box BRT 1 Franse zenders Spaanse zenders eurosport Ketnet/Canvas TV5 ned 1 net5 TMF cartoon network WRD 3 RTL+ TVE Commerciele zenders ned 3 BBC 1 Haarlem 105 TV Muziek zenders Italiaanse zenders ned 2 discovery channel TCM Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 30 23 22 20 15 11 10 10 10 9 9 8 5 5 5 5 4 4 4 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 246 29 275
Percent 10,9 8,4 8,0 7,3 5,5 4,0 3,6 3,6 3,6 3,3 3,3 2,9 1,8 1,8 1,8 1,8 1,5 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 ,7 ,7 ,7 ,7 ,7 ,4 ,4 ,4 89,5 10,5 100,0
Valid Percent 12,2 9,3 8,9 8,1 6,1 4,5 4,1 4,1 4,1 3,7 3,7 3,3 2,0 2,0 2,0 2,0 1,6 1,6 1,6 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 ,8 ,8 ,8 ,8 ,8 ,4 ,4 ,4 100,0
Cumulative Percent 12,2 21,5 30,5 38,6 44,7 49,2 53,3 57,3 61,4 65,0 68,7 72,0 74,0 76,0 78,0 80,1 81,7 83,3 85,0 86,2 87,4 88,6 89,8 91,1 92,3 93,5 94,7 95,5 96,3 97,2 98,0 98,8 99,2 99,6 100,0
74
Kijkonderzoek Haarlem 2002
75
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen?
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 eurosport MTV TMF the box discovery channel cartoon network BBC 1 ARD WRD 3 RTL+ BRT 1 Ketnet/Canvas Rai Uno TV Noord-Holland Haarlem 105 TV TRT TCM TV5 TVE Commerciele zenders Muziek zenders Duitse zenders Turkse zenders Franse zenders Spaanse zenders Italiaanse zenders
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 4,3% 2,2% 2,0% 4,3% 12,0% 6,5% 8,0% 2,2% 6,5% 2,2% 2,0% 2,2% 4,3% 6,5% 13,0% 4,0% 10,9% 4,3% 17,4% 2,0% 2,2% 4,0% 2,2% 8,7% 4,3% 2,0% 2,2% 4,3% 2,0% 6,0% 2,2% 8,0% 17,4% 8,7% 4,3% 2,2% 4,3% 2,2% 6,0% 2,2% 8,0% 6,0% 8,7% 6,5% 6,0% 4,3% 2,2% 2,0% 2,2% 2,0% 13,0% 4,3%
12,0% 4,0%
2,2% 2,2%
2,2% 2,2%
2,2%
8,7% 6,5% 2,2%
17,4% 19,6% 2,2% 4,3% 2,2% 100,0%
15,2% 8,7% 2,2% 2,2% 2,2% 100,0%
2,0% 100,0%
100,0%
65 jaar en ouder
1,7% 3,4% 13,8% 6,9% 10,3% 1,7% 1,7% 6,9% 1,7% 1,7%
1,7% 6,9%
1,7%
5,2%
1,7% 1,7% 1,7% 5,2% 3,4% 8,6% 6,9% 3,4% 1,7% 100,0%
Total 1,2% ,4% ,8% 4,1% 4,5% 6,1% 4,1% 9,3% 1,2% 1,6% 3,3% 1,2% 2,0% ,4% 1,2% ,8% 8,1% 1,2% 1,2% 2,0% 1,6% 4,1% 3,7% ,8% 3,7% ,4% 1,6% 1,2% 1,2% ,8% 12,2% 8,9% 2,0% 2,0% ,8% 100,0%
76
Vraag 4b: Welke zender(s) moet als tweede afvallen?
Valid
Missing Total
Turkse zenders rtl 5 Rai Uno WRD 3 V8 Duitse zenders Italiaanse zenders sbs6 ZDF TV5 TMF Franse zenders Spaanse zenders Ketnet/Canvas yorin TRT Muziek zenders ned 2 the box ARD RTL+ TV Noord-Holland Haarlem 105 TV ned 3 net5 MTV national geographic Arte ned 1 eurosport discovery channel BBC 2 BRT 1 rtl 4 Euronews TCM Commerciele zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 20 19 16 15 13 12 11 10 10 10 8 8 8 7 6 6 5 4 4 4 4 4 4 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 1 1 1 1 237 38 275
Percent 7,3 6,9 5,8 5,5 4,7 4,4 4,0 3,6 3,6 3,6 2,9 2,9 2,9 2,5 2,2 2,2 1,8 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 ,7 ,7 ,7 ,7 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 86,2 13,8 100,0
Valid Percent 8,4 8,0 6,8 6,3 5,5 5,1 4,6 4,2 4,2 4,2 3,4 3,4 3,4 3,0 2,5 2,5 2,1 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 ,8 ,8 ,8 ,8 ,8 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
Cumulative Percent 8,4 16,5 23,2 29,5 35,0 40,1 44,7 48,9 53,2 57,4 60,8 64,1 67,5 70,5 73,0 75,5 77,6 79,3 81,0 82,7 84,4 86,1 87,8 89,0 90,3 91,6 92,8 94,1 94,9 95,8 96,6 97,5 98,3 98,7 99,2 99,6 100,0
77
Vraag 4b: Welke zender(s) moet als tweede afvallen? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent 11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar Vraag 4b: ned 1 4,4% Welke ned 2 4,0% 4,4% zender(s) ned 3 2,0% 2,2% 2,2% moet als rtl 4 2,0% tweede 22,0% 6,7% 2,2% 4,4% afvallen? rtl 5 sbs6 2,0% 2,2% 2,2% 6,7% yorin 4,4% 2,2% V8 2,2% 4,4% 13,3% net5 4,4% eurosport 2,0% 2,2% MTV 4,4% TMF 2,2% 6,7% the box 2,2% 2,2% discovery channel 2,0% 2,2% national geographic 4,0% 2,2% BBC 2 2,2% Euronews 2,2% ARD 4,4% 4,4% WRD 3 4,0% 11,1% 11,1% 2,2% ZDF 2,0% 6,7% 2,2% 6,7% RTL+ 2,0% 2,2% 4,4% BRT 1 2,0% 2,2% Ketnet/Canvas 4,0% 4,4% 2,2% Arte 4,0% 2,2% Rai Uno 10,0% 13,3% 4,4% 2,2% TV Noord-Holland 8,0% Haarlem 105 TV 2,0% 2,2% 2,2% TRT 8,9% 2,2% TCM 2,2% TV5 8,0% 2,2% 4,4% Commerciele zender Muziek zenders 2,2% Duitse zenders 6,0% 8,9% 6,7% Turkse zenders 6,0% 6,7% 11,1% 6,7% Franse zenders 2,2% 4,4% 6,7% Spaanse zenders 2,0% 8,9% 2,2% Italiaanse zenders 17,8% 6,7% Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Kijkonderzoek Haarlem 2002
65 jaar en ouder
3,8% 7,7% 5,8% 7,7% 1,9% 1,9% 7,7% 3,8%
1,9%
3,8% 3,8%
3,8% 3,8% 1,9% 1,9% 5,8% 1,9% 7,7% 3,8% 11,5% 3,8% 3,8% 100,0%
Total ,8% 1,7% 1,3% ,4% 8,0% 4,2% 2,5% 5,5% 1,3% ,8% 1,3% 3,4% 1,7% ,8% 1,3% ,8% ,4% 1,7% 6,3% 4,2% 1,7% ,8% 3,0% 1,3% 6,8% 1,7% 1,7% 2,5% ,4% 4,2% ,4% 2,1% 5,1% 8,4% 3,4% 3,4% 4,6% 100,0%
78
Vraag 4c: Welke zender(s) moet als derde afvallen?
Valid
Missing Total
Turkse zenders ZDF Duitse zenders V8 Italiaanse zenders Franse zenders the box Rai Uno Spaanse zenders sbs6 yorin eurosport WRD 3 rtl 5 TRT TV5 ned 2 RTL+ Ketnet/Canvas Haarlem 105 TV ned 1 ned 3 TMF ARD TV Noord-Holland net5 MTV cartoon network BRT 1 west 3 Muziek zenders national geographic BBC world Euronews TVE Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 23 18 13 12 12 11 10 8 8 7 7 6 6 5 5 5 4 4 4 4 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 203 72 275
Percent 8,4 6,5 4,7 4,4 4,4 4,0 3,6 2,9 2,9 2,5 2,5 2,2 2,2 1,8 1,8 1,8 1,5 1,5 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 ,7 ,7 ,7 ,7 ,7 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 73,8 26,2 100,0
Valid Percent 11,3 8,9 6,4 5,9 5,9 5,4 4,9 3,9 3,9 3,4 3,4 3,0 3,0 2,5 2,5 2,5 2,0 2,0 2,0 2,0 1,5 1,5 1,5 1,5 1,5 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 ,5 ,5 ,5 ,5 100,0
Cumulative Percent 11,3 20,2 26,6 32,5 38,4 43,8 48,8 52,7 56,7 60,1 63,5 66,5 69,5 71,9 74,4 76,8 78,8 80,8 82,8 84,7 86,2 87,7 89,2 90,6 92,1 93,1 94,1 95,1 96,1 97,0 98,0 98,5 99,0 99,5 100,0
79
Vraag 4c: Welke zender(s) moet als derde afvallen? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent 11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar Vraag 4c: ned 1 4,4% 2,3% Welke ned 2 2,2% 4,7% 2,7% zender(s) ned 3 2,2% 5,4% moet als rtl 5 4,4% 2,3% 2,6% derde 2,2% 2,3% 2,7% 5,3% afvallen? sbs6 yorin 10,5% V8 4,7% 2,7% 7,9% net5 2,3% eurosport 2,2% 2,3% 2,7% 5,3% MTV 2,6% TMF 2,2% 5,3% the box 2,2% 2,3% 2,7% 7,9% national geographic 2,2% cartoon network 4,4% BBC world Euronews 2,3% ARD 2,3% 5,3% WRD 3 4,4% 2,3% 5,4% 2,6% ZDF 2,2% 20,9% 16,2% RTL+ 4,4% 2,3% BRT 1 2,2% 2,6% Ketnet/Canvas 6,7% 2,6% Rai Uno 7,0% 2,7% 2,6% TV Noord-Holland 4,4% 2,3% Haarlem 105 TV 2,2% 4,7% 2,7% TRT 2,2% 4,7% 2,7% TV5 2,2% 4,7% 2,7% 2,6% TVE 2,7% west 3 4,4% Muziek zenders Duitse zenders 8,9% 9,3% 8,1% 2,6% Turkse zenders 20,0% 11,6% 10,8% 7,9% Franse zenders 4,4% 5,4% 5,3% Spaanse zenders 2,2% 2,3% 2,7% 13,2% Italiaanse zenders 18,9% 5,3% Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Kijkonderzoek Haarlem 2002
65 jaar en ouder
2,5% 5,0% 7,5% 15,0% 2,5% 2,5% 2,5% 10,0%
2,5%
5,0% 2,5%
7,5%
2,5%
5,0% 2,5% 5,0% 12,5% 7,5% 100,0%
Total 1,5% 2,0% 1,5% 2,5% 3,4% 3,4% 5,9% 1,0% 3,0% 1,0% 1,5% 4,9% ,5% 1,0% ,5% ,5% 1,5% 3,0% 8,9% 2,0% 1,0% 2,0% 3,9% 1,5% 2,0% 2,5% 2,5% ,5% 1,0% 1,0% 6,4% 11,3% 5,4% 3,9% 5,9% 100,0%
80
Bijlage 9
Vraag 13: Wat zijn de favoriete zenders?
Vraag 13a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
rtl 4 ned 2 yorin net5 ned 1 ned 3 rtl 5 sbs6 BBC 1 discovery channel V8 MTV Nederlandse zenders TMF eurosport BBC 2 BRT 1 TVE Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 81 47 27 27 25 21 10 9 6 5 4 3 3 2 1 1 1 1 274 1 275
Percent 29,5 17,1 9,8 9,8 9,1 7,6 3,6 3,3 2,2 1,8 1,5 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 29,6 17,2 9,9 9,9 9,1 7,7 3,6 3,3 2,2 1,8 1,5 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
Cumulative Percent 29,6 46,7 56,6 66,4 75,5 83,2 86,9 90,1 92,3 94,2 95,6 96,7 97,8 98,5 98,9 99,3 99,6 100,0
81
Vraag 13a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent
Vraag 13a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 eurosport MTV TMF discovery channel BBC 1 BBC 2 BRT 1 TVE Nederlandse zenders
11 - 17 jaar 2,0% 2,0% 2,0% 35,3% 2,0% 3,9% 11,8% 3,9% 25,5%
18 - 24 jaar
3,9% 2,0% 5,9%
2,0%
100,0%
14,3% 8,2% 12,2% 8,2% 4,1% 34,7% 14,3%
2,0%
100,0%
25 - 50 jaar 8,0% 12,0% 18,0% 20,0% 4,0% 2,0% 6,0% 4,0% 10,0%
51 - 64 jaar 18,0% 18,0% 6,0% 44,0% 4,0% 6,0%
2,0%
2,0% 2,0% 8,0% 2,0%
2,0% 100,0%
65 jaar en ouder 14,9% 32,4% 5,4% 33,8% 1,4% 1,4% 1,4% 1,4% 1,4%
2,7%
2,0% 100,0%
1,4% 1,4% 1,4% 100,0%
Total 9,1% 17,2% 7,7% 29,6% 3,6% 3,3% 9,9% 1,5% 9,9% ,4% 1,1% ,7% 1,8% 2,2% ,4% ,4% ,4% 1,1% 100,0%
83
Vraag 13b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
ned 2 yorin rtl 4 sbs6 ned 3 ned 1 net5 rtl 5 V8 discovery channel TMF eurosport MTV BBC 1 the box cartoon network Nederlandse zenders BBC 2 national geographic CNN BBC world ARD ZDF Ketnet/Canvas Muziek zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 51 38 30 28 24 19 14 9 9 9 6 4 4 4 3 3 3 2 1 1 1 1 1 1 1 267 8 275
Percent 18,5 13,8 10,9 10,2 8,7 6,9 5,1 3,3 3,3 3,3 2,2 1,5 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 97,1 2,9 100,0
Valid Percent 19,1 14,2 11,2 10,5 9,0 7,1 5,2 3,4 3,4 3,4 2,2 1,5 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
Cumulative Percent 19,1 33,3 44,6 55,1 64,0 71,2 76,4 79,8 83,1 86,5 88,8 90,3 91,8 93,3 94,4 95,5 96,6 97,4 97,8 98,1 98,5 98,9 99,3 99,6 100,0
84
Vraag 13b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent 11 - 17 jaar Vraag 13b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 eurosport MTV TMF the box discovery channel national geographic cartoon network CNN BBC world BBC 1 BBC 2 ARD ZDF Ketnet/Canvas Nederlandse zenders Muziek zenders
7,8% 7,8% 7,8% 7,8% 21,6% 5,9% 9,8% 2,0% 5,9% 7,8% 5,9% 2,0%
18 - 24 jaar 4,1% 14,3% 4,1% 18,4% 8,2% 24,5% 16,3% 4,1% 2,0%
25 - 50 jaar 10,0% 12,0% 6,0% 8,0% 2,0% 14,0% 14,0% 4,0% 12,0%
51 - 64 jaar 10,6% 34,0% 10,6% 6,4% 4,3% 8,5% 17,0% 4,3% 2,1%
1,4% 4,3%
2,0% 2,0% 2,0%
2,0%
1,4% 10,0% 2,0%
2,9% 1,4% 2,1% 1,4% 1,4% 2,9% 2,9% 1,4% 1,4% 1,4% 1,4%
4,0%
3,9% 2,0% 100,0%
65 jaar en ouder 10,0% 25,7% 14,3% 14,3% 2,9% 1,4% 5,7%
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
Total 7,1% 19,1% 9,0% 11,2% 3,4% 10,5% 14,2% 3,4% 5,2% 1,5% 1,5% 2,2% 1,1% 3,4% ,4% 1,1% ,4% ,4% 1,5% ,7% ,4% ,4% ,4% 1,1% ,4% 100,0%
85
Vraag 13c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
ned 3 yorin sbs6 rtl 4 ned 1 net5 ned 2 V8 rtl 5 TMF discovery channel eurosport MTV national geographic ZDF cartoon network CNN BBC world BBC 2 BRT 1 Rai Uno the box BBC 1 ARD TV Noord-Holland Nederlandse zenders Duitse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 33 33 30 24 20 17 16 13 11 7 6 4 4 4 4 3 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 245 30 275
Percent 12,0 12,0 10,9 8,7 7,3 6,2 5,8 4,7 4,0 2,5 2,2 1,5 1,5 1,5 1,5 1,1 ,7 ,7 ,7 ,7 ,7 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 89,1 10,9 100,0
Valid Percent 13,5 13,5 12,2 9,8 8,2 6,9 6,5 5,3 4,5 2,9 2,4 1,6 1,6 1,6 1,6 1,2 ,8 ,8 ,8 ,8 ,8 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 100,0
Cumulative Percent 13,5 26,9 39,2 49,0 57,1 64,1 70,6 75,9 80,4 83,3 85,7 87,3 89,0 90,6 92,2 93,5 94,3 95,1 95,9 96,7 97,6 98,0 98,4 98,8 99,2 99,6 100,0
86
Vraag 13c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender? * Leeftijd Respondent Crosstabulation % within Leeftijd Respondent Leeftijd Respondent
Vraag 13c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 eurosport MTV TMF the box discovery channel national geographic cartoon network CNN BBC world BBC 1 BBC 2 ARD ZDF BRT 1 Rai Uno TV Noord-Holland Nederlandse zenders Duitse zenders
11 - 17 jaar 2,0% 4,0% 4,0% 12,0% 18,0% 22,0% 10,0% 10,0%
18 - 24 jaar 4,3% 8,7% 6,5% 13,0% 2,2% 13,0% 21,7% 6,5% 4,3%
25 - 50 jaar 8,3% 8,3% 10,4% 6,3% 18,8% 12,5% 8,3% 6,3% 2,1%
51 - 64 jaar 11,6% 4,7% 20,9% 9,3% 11,6% 9,3% 4,7% 2,3% 9,3% 2,3%
2,1% 4,2%
2,3% 2,3%
65 jaar en ouder 13,8% 6,9% 24,1% 8,6% 8,6% 3,4% 6,9% 5,2% 3,4%
8,0% 15,2% 2,0% 4,3% 2,0% 6,0%
3,4%
3,4% 3,4% 2,3% 2,1%
2,1% 4,2% 2,1% 2,1% 100,0%
100,0%
100,0%
2,3% 2,3%
2,3% 100,0%
1,7% 1,7% 5,2%
100,0%
Total 8,2% 6,5% 13,5% 9,8% 4,5% 12,2% 13,5% 5,3% 6,9% 1,6% 1,6% 2,9% ,4% 2,4% 1,6% 1,2% ,8% ,8% ,4% ,8% ,4% 1,6% ,8% ,8% ,4% ,4% ,4% 100,0%
87
Kijkbehoeften autochtonen respondenten Bijlage 10
Vraag 5: Moet UPC zenders toevoegen en welke?
Vraag 5a: Moeten er zenders worden toegevoegd door UPC?
Valid
in evenwicht niet in evenwicht Total
Frequency 253 22 275
Percent 92,0 8,0 100,0
Valid Percent 92,0 8,0 100,0
Cumulative Percent 92,0 100,0
Met “in evenwicht” wordt bedoeld geen zenders toevoegen. Als de respondent graag zenders toegevoegd ziet worden, hebben ze geantwoord “niet in evenwicht”.
Vraag 5b: Welke zenders moeten worden toegevoegd door UPC?
Valid
Missing Total
Amerikaanse zenders MTV Europa Al zazira Sportzenders overige Engelse zenders HTV Latijnsamerikaanse muziekzender Extreme TV Animal Planet Sky Channel Wish TV Fashion Channel Espana 2 SAT 1 Channel 4 Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 6 3 2 1 1
Percent 2,2 1,1 ,7 ,4 ,4
Valid Percent 27,3 13,6 9,1 4,5 4,5
Cumulative Percent 27,3 40,9 50,0 54,5 59,1
1
,4
4,5
63,6
1 1 1 1 1 1 1 1 22 253 275
,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 ,4 8,0 92,0 100,0
4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 100,0
68,2 72,7 77,3 81,8 86,4 90,9 95,5 100,0
88
Bijlage 11
Vraag 6: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht?
Vraag 6a: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht?
Valid
categorie in evenwicht categorie niet in evenwicht Total
Frequency 198
Percent 72,0
Valid Percent 72,0
Cumulative Percent 72,0
77
28,0
28,0
100,0
275
100,0
100,0
Vraag 6b: Welke categorieën mist men?
Valid
Missing Total
mis sport mis films mis natuur mis actualiteiten mis cultuur mis amusement mis buitenland mis religie mis documentaires mis algemeen mis financieel mis spelprogramma's mis wetenschap teveel sport teveel spelprogramma's mis kunst Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 16 12 8 6 5 5 4 4 3 3 3 2 2 2 1 1 77 198 275
Percent 5,8 4,4 2,9 2,2 1,8 1,8 1,5 1,5 1,1 1,1 1,1 ,7 ,7 ,7 ,4 ,4 28,0 72,0 100,0
Valid Percent 20,8 15,6 10,4 7,8 6,5 6,5 5,2 5,2 3,9 3,9 3,9 2,6 2,6 2,6 1,3 1,3 100,0
Cumulative Percent 20,8 36,4 46,8 54,5 61,0 67,5 72,7 77,9 81,8 85,7 89,6 92,2 94,8 97,4 98,7 100,0
89
Bijlage 12
Vraag 7: Welke muziekzender krijgt de voorkeur?
Vraag 7: Welke muziek zender krijgt de voorkeur?
Valid
MTV TMF The Box geen mening, kijkt er nooit naar Total
Frequency 65 67 13
Percent 23,6 24,4 4,7
Valid Percent 23,6 24,4 4,7
Cumulative Percent 23,6 48,0 52,7
130
47,3
47,3
100,0
275
100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 7: Welke muziek zender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 7: Welke muziek zender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt MTV TMF The Box er nooit naar 45,1% 41,2% 9,8% 3,9% 40,8% 44,9% 8,2% 6,1% 22,0% 34,0% 4,0% 40,0% 16,0% 6,0% 78,0% 4,0% 5,3% 2,7% 88,0% 23,6% 24,4% 4,7% 47,3%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
90
Bijlage 13
Vraag 8: Welke natuurzender krijgt de voorkeur?
Vraag 8: Welke natuurzender krijgt de voorkeur?
Valid
Discovery Channel National Geographic geen mening, kijkt er nooit naar Total
Frequency 142 74
Percent 51,6 26,9
Valid Percent 51,6 26,9
Cumulative Percent 51,6 78,5
59
21,5
21,5
100,0
275
100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 8: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Bijlage 14
Vraag 8: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? geen Discovery National mening, kijkt Channel Geographic er nooit naar 54,9% 29,4% 15,7% 79,6% 12,2% 8,2% 60,0% 34,0% 6,0% 50,0% 28,0% 22,0% 26,7% 29,3% 44,0% 51,6% 26,9% 21,5%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Vraag 9: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur?
Kijkonderzoek Haarlem 2002
91
Vraag 9: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur?
Valid
ARD ZDF WRD3 RTL+ geen mening, kijkt er nooit naar Total
Frequency 28 29 8 27
Percent 10,2 10,5 2,9 9,8
Valid Percent 10,2 10,5 2,9 9,8
Cumulative Percent 10,2 20,7 23,6 33,5
183
66,5
66,5
100,0
275
100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 9: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd 11 - 17 jaar Respondent 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Bijlage 15
Vraag 9: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt er nooit naar ARD ZDF WRD3 RTL+ 7,8% 15,7% 5,9% 9,8% 60,8% 2,0% 6,1% 2,0% 10,2% 79,6% 6,0% 4,0% 6,0% 8,0% 76,0% 14,0% 20,0% 2,0% 10,0% 54,0% 17,3% 8,0% 10,7% 64,0% 10,2% 10,5% 2,9% 9,8% 66,5%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Vraag 10: Is een Engelse zender noodzakelijk?
Kijkonderzoek Haarlem 2002
92
Vraag 10a: Is een Engelse zender noodzakelijk?
Valid
ja nee Total
Frequency 171 104 275
Percent 62,2 37,8 100,0
Valid Percent 62,2 37,8 100,0
Cumulative Percent 62,2 100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 10a: Is een Engelse zender noodzakelijk? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Vraag 10a: Is een Engelse zender noodzakelijk? ja nee 56,9% 43,1% 79,6% 20,4% 78,0% 22,0% 54,0% 46,0% 49,3% 50,7% 62,2% 37,8%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Vraag 10b: Welke Engelse zender moet er worden aangeboden?
Valid
Missing Total
BBC 1 BBC 2 BBC World CNN Euronews BBC 1/BBC 2 Sky Channel Total System
Frequency 17 6 10 30 4 104 1 172 103 275
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Percent 6,2 2,2 3,6 10,9 1,5 37,8 ,4 62,5 37,5 100,0
Valid Percent 9,9 3,5 5,8 17,4 2,3 60,5 ,6 100,0
Cumulative Percent 9,9 13,4 19,2 36,6 39,0 99,4 100,0
93
Leeftijd Respondent * Vraag 10b: Welke Engelse zender moet er worden aangeboden? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
BBC 1 6,9% 15,4% 12,5% 11,1% 2,7% 9,9%
Vraag 10b: Welke Engelse zender moet er worden aangeboden? BBC 2 BBC World CNN Euronews BBC 1/BBC 2 6,9% 3,4% 6,9% 6,9% 69,0% 5,1% 7,7% 15,4% 53,8% 2,5% 7,5% 10,0% 67,5% 18,5% 3,7% 66,7% 2,7% 8,1% 35,1% 2,7% 48,6% 3,5% 5,8% 17,4% 2,3% 60,5%
Sky Channel 2,6%
,6%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
95
Bijlage 16
Vraag 11: Welke buitenlandse nieuwszender is favoriet?
Vraag 11: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur?
Valid
Euronews CNN BBC World geen mening, kijkt er nooit naar Total
Frequency 13 140 66
Percent 4,7 50,9 24,0
Valid Percent 4,7 50,9 24,0
Cumulative Percent 4,7 55,6 79,6
56
20,4
20,4
100,0
275
100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 11: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 11: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt Euronews CNN BBC World er nooit naar 7,8% 47,1% 27,5% 17,6% 75,5% 20,4% 4,1% 4,0% 58,0% 26,0% 12,0% 4,0% 48,0% 30,0% 18,0% 6,7% 34,7% 18,7% 40,0% 4,7% 50,9% 24,0% 20,4%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
96
Bijlage 17
Vraag 12: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur?
Vraag 12: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur?
Valid
Yorin V8/Foxkids Kindernet Cartoon Network geen mening, kijkt er nooit naar Total
Frequency 14 31 19 67
Percent 5,1 11,3 6,9 24,4
Valid Percent 5,1 11,3 6,9 24,4
Cumulative Percent 5,1 16,4 23,3 47,6
144
52,4
52,4
100,0
275
100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 12: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd 11 - 17 jaar Respondent 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 12: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? geen Cartoon mening, kijkt Yorin V8/Foxkids Kindernet Network er nooit naar 9,8% 27,5% 5,9% 43,1% 13,7% 6,1% 6,1% 6,1% 40,8% 40,8% 2,0% 18,0% 14,0% 28,0% 38,0% 6,0% 6,0% 12,0% 76,0% 6,7% 2,7% 4,0% 6,7% 80,0% 5,1% 11,3% 6,9% 24,4% 52,4%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
97
Bijlage 18
Vraag 14: Heeft men een decoder genomen?
Vraag 14: Heeft men een decoder genomen?
Valid
Ja Nee Total
Frequency 10 265 275
Percent 3,6 96,4 100,0
Valid Percent 3,6 96,4 100,0
Cumulative Percent 3,6 100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 14: Heeft men een decoder genomen? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 14: Heeft men een decoder genomen? Ja Nee 3,9% 96,1% 4,1% 95,9% 4,0% 96,0% 6,0% 94,0% 1,3% 98,7% 3,6% 96,4%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
98
Bijlage 19
Vraag 15: Waarom heeft men een decoder en is men tevreden?
Vraag 15a: Waarom heeft men een decoder genomen?
Valid
Missing Total
leuk en handig door ouders Voor huis buitenland voor digitale uitzendingen Total System
Frequency 7 1 1 1 10 265 275
Percent 2,5 ,4 ,4 ,4 3,6 96,4 100,0
Valid Percent 70,0 10,0 10,0 10,0 100,0
Cumulative Percent 70,0 80,0 90,0 100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 15a: Waarom heeft men een decoder genomen? Crosstabulation Count
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 15a: Waarom heeft men een decoder genomen? leuk en Voor huis voor digitale door ouders buitenland handig uitzendingen 1 1 1 1 2 2 1 1 7 1 1 1
Total 2 2 2 3 1 10
99
Vraag 15b: Is men tevrden met de decoder?
Valid
Missing Total
ja nee nee, onduidelijk, onhandig en lelijk. Total System
Frequency 5 1
Percent 1,8 ,4
Valid Percent 50,0 10,0
Cumulative Percent 50,0 60,0
4
1,5
40,0
100,0
10 265 275
3,6 96,4 100,0
100,0
Leeftijd Respondent * Vraag 15b: Is men tevrden met de decoder? Crosstabulation Count
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 15b: Is men tevrden met de decoder? nee, onduidelijk, onhandig en ja nee lelijk. 1 1 2 2 2 1 1 5 1 4
Total 2 2 2 3 1 10
100
Bijlage 20
Vraag 16: Waarom heeft men geen decoder en wanneer wel?
Vraag 16a: Waarom heeft men geen decoder genomen?
Valid
Missing Total
geen mening weet er te weinig vanaf te duur mag niet van ouders niet nodig, er zijn genoeg zenders Total System
Frequency 99 14 44 19
Percent 36,0 5,1 16,0 6,9
Valid Percent 37,4 5,3 16,6 7,2
Cumulative Percent 37,4 42,6 59,2 66,4
89
32,4
33,6
100,0
265 10 275
96,4 3,6 100,0
100,0
Vraag 16b: Wanneer zou men wel een decoder aanschaffen?
Valid
Missing Total
geen mening als er belangrijke zenders wegvallen als ik op mezelf woon goedkoper Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 179
Percent 65,1
Valid Percent 68,1
Cumulative Percent 68,1
45
16,4
17,1
85,2
2 37 263 12 275
,7 13,5 95,6 4,4 100,0
,8 14,1 100,0
85,9 100,0
101
Leeftijd Respondent * Vraag 16a: Waarom heeft men geen decoder genomen? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Vraag 16a: Waarom heeft men geen decoder genomen? niet nodig, er weet er te mag niet zijn genoeg geen mening weinig vanaf te duur van ouders zenders 28,6% 16,3% 2,0% 36,7% 16,3% 21,3% 4,3% 48,9% 2,1% 23,4% 29,2% 8,3% 14,6% 47,9% 48,9% 8,5% 42,6% 51,4% 12,2% 36,5% 37,4% 5,3% 16,6% 7,2% 33,6%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Leeftijd Respondent * Vraag 16b: Wanneer zou men wel een decoder aanschaffen? Crosstabulation % within Leeftijd Respondent
Leeftijd Respondent
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Vraag 16b: Wanneer zou men wel een decoder aanschaffen? als er belangrijke als ik op zenders geen mening goedkoper mezelf woon wegvallen 81,3% 12,5% 4,2% 2,1% 29,8% 25,5% 44,7% 54,2% 33,3% 12,5% 78,7% 12,8% 8,5% 86,3% 6,8% 6,8% 68,1% 17,1% ,8% 14,1%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
103
Bijlage 21
Algemene gegevens allochtone respondenten Leeftijd respondent
Valid
Frequency 16 18 30 18 18 100
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Percent 16,0 18,0 30,0 18,0 18,0 100,0
Valid Percent 16,0 18,0 30,0 18,0 18,0 100,0
Cumulative Percent 16,0 34,0 64,0 82,0 100,0
Geslacht respondent
Valid
man vrouw Total
Frequency 69 31 100
Percent 69,0 31,0 100,0
Valid Percent 69,0 31,0 100,0
Cumulative Percent 69,0 100,0
Leeftijd respondent * Geslacht respondent Crosstabulation
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar
65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent
Geslacht respondent man vrouw 11 5
Total 16
68,8%
31,3%
100,0%
13
5
18
72,2%
27,8%
100,0%
25
5
30
83,3%
16,7%
100,0%
10
8
18
55,6%
44,4%
100,0%
10
8
18
55,6%
44,4%
100,0%
69
31
100
69,0%
31,0%
100,0%
104
Type huishouden
Valid
Missing Total
alleenstaand samenwonend gezin Total System
Frequency 15 11 28 54 46 100
Percent 15,0 11,0 28,0 54,0 46,0 100,0
Valid Percent 27,8 20,4 51,9 100,0
Cumulative Percent 27,8 48,1 100,0
Leeftijd respondent * Type huishouden Crosstabulation Type huishouden samenwo alleenstaand nend Leeftijd respondent
Total
11 - 17 jaar
Count % within Leeftijd respondent 18 - 24 jaar Count % within Leeftijd respondent 25 - 50 jaar Count % within Leeftijd respondent 51 - 64 jaar Count % within Leeftijd respondent 65 jaar en ouder Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent
Kijkonderzoek Haarlem 2002
gezin
Total 8
8
100,0%
100,0%
8
2
3
13
61,5%
15,4%
23,1%
100,0%
5
5
13
23
21,7%
21,7%
56,5%
100,0%
1
3
4
8
12,5%
37,5%
50,0%
100,0%
1
1
2
50,0%
50,0%
100,0%
15
11
28
54
27,8%
20,4%
51,9%
100,0%
105
Kijkgedrag allochtone respondenten Bijlage 22
Vraag 1: Hoe vaak kijkt men televisie?
Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie?
Valid
niet of nauwelijks een paar keer per week dagelijks meer dan 3 uur per dag Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 9 20 53 18 100
Percent 9,0 20,0 53,0 18,0 100,0
Valid Percent 9,0 20,0 53,0 18,0 100,0
Cumulative Percent 9,0 29,0 82,0 100,0
106
Leeftijd respondent * Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? Crosstabulation
Leeftijd 11 - 17 jaar respondent
Total
Count % within Leeftijd respondent 18 - 24 jaar Count % within Leeftijd respondent 25 - 50 jaar Count % within Leeftijd respondent 51 - 64 jaar Count % within Leeftijd respondent 65 jaar en oude Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 1: Hoe vaak kijkt men gemiddeld televisie? niet of een paar keer meer dan 3 dagelijks uur per dag nauwelijks per week 2 2 9 3
Total 16
12,5%
12,5%
56,3%
18,8%
100,0%
3
2
8
5
18
16,7%
11,1%
44,4%
27,8%
100,0%
2
4
18
6
30
6,7%
13,3%
60,0%
20,0%
100,0%
1
5
11
1
18
5,6%
27,8%
61,1%
5,6%
100,0%
1
7
7
3
18
5,6%
38,9%
38,9%
16,7%
100,0%
9
20
53
18
100
9,0%
20,0%
53,0%
18,0%
100,0%
107
Bijlage 23
Vraag 2: Op welk tijdstip kijkt men televisie?
Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie?
Valid
's morgens 's middags 's avonds de gehele dag door Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 7 7 67 19 100
Percent 7,0 7,0 67,0 19,0 100,0
Valid Percent 7,0 7,0 67,0 19,0 100,0
Cumulative Percent 7,0 14,0 81,0 100,0
108
Leeftijd respondent * Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie? Crosstabulation
Leeftijd respondent
Total
11 - 17 jaar
Count % within Leeftijd respondent 18 - 24 jaar Count % within Leeftijd respondent 25 - 50 jaar Count % within Leeftijd respondent 51 - 64 jaar Count % within Leeftijd respondent 65 jaar en ouder Count % within Leeftijd respondent Count % within Leeftijd respondent
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 2: Op welk tijdstip van de dag kijkt men het meest televisie? de gehele 's morgens 's middags 's avonds dag door 2 11 3
Total 16
12,5%
68,8%
18,8%
100,0%
1
1
15
1
18
5,6%
5,6%
83,3%
5,6%
100,0%
2
1
20
7
30
6,7%
3,3%
66,7%
23,3%
100,0%
3
1
11
3
18
16,7%
5,6%
61,1%
16,7%
100,0%
1
2
10
5
18
5,6%
11,1%
55,6%
27,8%
100,0%
7
7
67
19
100
7,0%
7,0%
67,0%
19,0%
100,0%
109
Bijlage 24
Vraag 3: Naar welke zenders kijkt men?
Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 - 15.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet rtl 4 TRT TMF ned 3 sbs6 yorin the box CNN Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 41 6 3 2 1 1 1 1 1 1
Percent 41,0 6,0 3,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
Valid Percent 68,3 10,0 5,0 3,3 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7 1,7
Cumulative Percent 68,3 78,3 83,3 86,7 88,3 90,0 91,7 93,3 95,0 96,7
1
1,0
1,7
98,3
1 60 40 100
1,0 60,0 40,0 100,0
1,7 100,0
100,0
110
Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 - 15.00 uur? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent 11 - 17 jaar Vraag 3a: Naar welke zenders kijkt men tussen 09.00 15.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 3 rtl 4 sbs6 yorin TMF the box CNN TRT Kijkt niet Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders
18 - 24 jaar
25 - 50 jaar 4,2% 8,3%
51 - 64 jaar 15,4% 7,7%
65 jaar en ouder 66,7%
4,2% 14,3% 16,7%
66,7%
78,6% 7,1%
4,2% 4,2% 70,8%
15,4% 61,5%
33,3%
4,2% 16,7% 100,0%
100,0%
100,0%
Total 1,7% 10,0% 1,7% 1,7% 3,3% 1,7% 1,7% 5,0% 68,3% 1,7% 1,7%
100,0%
100,0%
1,7% 100,0%
111
Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 - 18.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet TRT rtl 4 net5 TMF ned 1 ART Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 44 4 2 2 2 1 1 1
Percent 44,0 4,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0
Valid Percent 74,6 6,8 3,4 3,4 3,4 1,7 1,7 1,7
Cumulative Percent 74,6 81,4 84,7 88,1 91,5 93,2 94,9 96,6
1
1,0
1,7
98,3
1 59 41 100
1,0 59,0 41,0 100,0
1,7 100,0
100,0
112
Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 - 18.00 uur? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 3b: Naar welke zenders kijkt men tussen 15.00 18.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 rtl 4 net5 TMF TRT ART Kijkt niet Commerciele zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
16,7%
14,3% 7,1%
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar 7,7%
65 jaar en ouder
8,7%
66,7%
71,4% 7,1%
8,7% 4,3% 73,9%
15,4% 76,9%
100,0%
4,3% 16,7% 100,0%
100,0%
100,0%
Total 1,7% 3,4% 3,4% 3,4% 6,8% 1,7% 74,6% 1,7% 1,7%
100,0%
100,0%
1,7% 100,0%
113
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 - 21.00 uur?
Valid
Missing Total
rtl 4 Commerciele zenders sbs6 Kijkt niet TRT Commerciele en Nederlandse zenders ned 2 yorin discovery channel Nederlandse zenders rtl 5 SET Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 16 9 7 7 5
Percent 16,0 9,0 7,0 7,0 5,0
Valid Percent 25,0 14,1 10,9 10,9 7,8
Cumulative Percent 25,0 39,1 50,0 60,9 68,8
5
5,0
7,8
76,6
4 4 3 2 1 1 64 36 100
4,0 4,0 3,0 2,0 1,0 1,0 64,0 36,0 100,0
6,3 6,3 4,7 3,1 1,6 1,6 100,0
82,8 89,1 93,8 96,9 98,4 100,0
114
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 - 21.00 uur? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 3c: Naar welke zenders kijkt men tussen 18.00 21.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 2 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin discovery channel TRT Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders SET
11 - 17 jaar 14,3% 14,3%
14,3%
57,1%
100,0%
18 - 24 jaar 28,6% 14,3% 14,3% 7,1% 14,3% 14,3%
25 - 50 jaar 4,0% 24,0% 12,0% 4,0% 8,0% 12,0% 8,0% 12,0% 8,0%
51 - 64 jaar 14,3% 21,4% 7,1% 7,1%
65 jaar en ouder 50,0% 25,0%
7,1% 7,1% 21,4%
Total 6,3% 25,0% 1,6% 10,9% 6,3% 4,7% 7,8% 10,9% 14,1% 3,1%
7,1%
8,0%
7,1%
25,0%
7,8%
100,0%
100,0%
7,1% 100,0%
100,0%
1,6% 100,0%
115
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 - 24.00 uur?
Valid
Missing Total
Kijkt niet Commerciele zenders rtl 4 sbs6 yorin Commerciele en Nederlandse zenders discovery channel national geographic TRT Nederlandse zenders ned 2 net5 CNN Muziek zenders SET tvbs Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 17 13 6 6 3
Percent 17,0 13,0 6,0 6,0 3,0
Valid Percent 27,4 21,0 9,7 9,7 4,8
Cumulative Percent 27,4 48,4 58,1 67,7 72,6
3
3,0
4,8
77,4
2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 62 38 100
2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 62,0 38,0 100,0
3,2 3,2 3,2 3,2 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 100,0
80,6 83,9 87,1 90,3 91,9 93,5 95,2 96,8 98,4 100,0
116
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 - 24.00 uur? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 3d: Naar welke zenders kijkt men tussen 21.00 24.00 uur?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 2 rtl 4 sbs6 yorin net5 discovery channel national geographic CNN TRT Kijkt niet Commerciele zenders Nederlandse zenders Commerciele en Nederlandse zenders Muziek zenders SET tvbs
11 - 17 jaar
18 - 24 jaar
12,5% 12,5%
7,1% 14,3% 14,3% 7,1%
12,5%
12,5% 50,0%
7,1% 28,6% 7,1% 7,1%
25 - 50 jaar 4,3% 13,0% 8,7%
4,3% 8,7% 4,3% 4,3% 21,7% 17,4%
51 - 64 jaar
65 jaar en ouder
7,1% 7,1% 7,1%
7,1% 57,1% 7,1%
66,7% 33,3%
8,7%
4,8%
7,1% 4,3% 100,0%
100,0%
100,0%
Total 1,6% 9,7% 9,7% 4,8% 1,6% 3,2% 3,2% 1,6% 3,2% 27,4% 21,0% 3,2%
7,1% 100,0%
100,0%
1,6% 1,6% 1,6% 100,0%
117
Bijlage 25
Vraag 4: Welke zenders mogen afvallen?
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen?
Valid
Missing Total
geen zenders ned 1 ARD Duitse zenders rtl 5 MTV TMF BBC 1 V8 sbs6 Euronews Haarlem 105 TV ned 2 discovery channel BBC world BRT 1 Rai Uno TV Noord-Holland TV5 TVE MBC Franse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 17 12 8 5 4 4 4 4 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 77 23 100
Percent 17,0 12,0 8,0 5,0 4,0 4,0 4,0 4,0 3,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 77,0 23,0 100,0
Valid Percent 22,1 15,6 10,4 6,5 5,2 5,2 5,2 5,2 3,9 2,6 2,6 2,6 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 100,0
Cumulative Percent 22,1 37,7 48,1 54,5 59,7 64,9 70,1 75,3 79,2 81,8 84,4 87,0 88,3 89,6 90,9 92,2 93,5 94,8 96,1 97,4 98,7 100,0
118
Kijkonderzoek Haarlem 2002
119
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 4a: Welke zender(s) moet als eerste afvallen?
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar ned 1 13,3% 13,3% 26,3% 27,3% ned 2 6,7% rtl 5 10,5% 18,2% sbs6 5,3% 9,1% V8 20,0% MTV 13,3% TMF 10,5% 18,2% discovery channel 6,7% BBC world 6,7% BBC 1 6,7% 6,7% 9,1% Euronews 5,3% ARD 13,3% 13,3% 15,8% BRT 1 5,3% Rai Uno 5,3% TV Noord-Holland Haarlem 105 TV 6,7% 5,3% TV5 5,3% TVE 6,7% MBC 5,3% Duitse zenders 6,7% 6,7% 9,1% Franse zenders 6,7% geen zenders 33,3% 13,3% 9,1%
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
100,0%
100,0%
100,0%
100,0%
65 jaar en ouder
11,8%
5,9% 5,9% 5,9%
5,9%
11,8% 52,9% 100,0%
Total 15,6% 1,3% 5,2% 2,6% 3,9% 5,2% 5,2% 1,3% 1,3% 5,2% 2,6% 10,4% 1,3% 1,3% 1,3% 2,6% 1,3% 1,3% 1,3% 6,5% 1,3% 22,1% 100,0%
120
Vraag 4b: Welke zender(s) moet als tweede afvallen?
Valid
Missing Total
ned 2 MTV WRD 3 TV5 Franse zenders ned 1 TMF Italiaanse zenders discovery channel BBC 2 Euronews BRT 1 Haarlem 105 TV Duitse zenders ned 3 rtl 4 sbs6 yorin net5 the box national geographic ZDF Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 6 5 5 5 4 3 3 3 2 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 54 46 100
Percent 6,0 5,0 5,0 5,0 4,0 3,0 3,0 3,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 54,0 46,0 100,0
Valid Percent 11,1 9,3 9,3 9,3 7,4 5,6 5,6 5,6 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 3,7 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 100,0
Cumulative Percent 11,1 20,4 29,6 38,9 46,3 51,9 57,4 63,0 66,7 70,4 74,1 77,8 81,5 85,2 87,0 88,9 90,7 92,6 94,4 96,3 98,1 100,0
121
Kijkonderzoek Haarlem 2002
122
Vraag 4b: Welke zender(s) moet als tweede afvallen? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 4b: Welke zender(s) moet als tweede afvallen?
Total
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar ned 1 16,7% 6,3% ned 2 10,0% 18,8% 22,2% ned 3 8,3% rtl 4 10,0% sbs6 6,3% yorin 11,1% net5 6,3% MTV 16,7% 6,3% 11,1% TMF 10,0% the box 11,1% discovery channel 8,3% 6,3% national geographic 10,0% BBC 2 11,1% Euronews 22,2% WRD 3 20,0% 8,3% 6,3% ZDF 8,3% BRT 1 10,0% 6,3% Haarlem 105 TV 6,3% TV5 10,0% 16,7% 12,5% Duitse zenders 8,3% 6,3% Franse zenders 20,0% 6,3% 11,1% Italiaanse zenders 8,3% 6,3% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Kijkonderzoek Haarlem 2002
65 jaar en ouder
14,3% 28,6%
14,3% 14,3%
14,3%
14,3% 100,0%
Total 5,6% 11,1% 1,9% 1,9% 1,9% 1,9% 1,9% 9,3% 5,6% 1,9% 3,7% 1,9% 3,7% 3,7% 9,3% 1,9% 3,7% 3,7% 9,3% 3,7% 7,4% 5,6% 100,0%
123
Vraag 4c: Welke zender(s) moet als derde afvallen?
Valid
Missing Total
the box ned 3 ZDF V8 MTV Ketnet/Canvas Spaanse zenders Italiaanse zenders rtl 4 rtl 5 eurosport TMF discovery channel BBC world BBC 1 Euronews ARD Rai Uno Muziek zenders Franse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 7 5 4 3 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 39 61 100
Percent 7,0 5,0 4,0 3,0 2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 39,0 61,0 100,0
Valid Percent 17,9 12,8 10,3 7,7 5,1 5,1 5,1 5,1 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 100,0
Cumulative Percent 17,9 30,8 41,0 48,7 53,8 59,0 64,1 69,2 71,8 74,4 76,9 79,5 82,1 84,6 87,2 89,7 92,3 94,9 97,4 100,0
124
Kijkonderzoek Haarlem 2002
125
Vraag 4c: Welke zender(s) moet als derde afvallen? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 4c: Welke zender(s) moet als derde afvallen?
ned 3 rtl 4 rtl 5 V8 eurosport MTV TMF the box discovery channel BBC world BBC 1 Euronews ARD ZDF Ketnet/Canvas Rai Uno Muziek zenders Franse zenders Spaanse zenders Italiaanse zenders
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 12,5% 14,3% 23,1% 14,3% 12,5% 23,1% 7,7% 7,7% 14,3% 12,5% 12,5%
28,6%
7,7%
14,3%
65 jaar en ouder
25,0% 50,0%
14,3% 12,5% 14,3% 12,5% 12,5%
14,3% 14,3%
7,7% 7,7%
25,0%
14,3% 14,3%
12,5% 100,0%
14,3% 100,0%
7,7% 7,7%
14,3%
100,0%
100,0%
100,0%
Total 12,8% 2,6% 2,6% 7,7% 2,6% 5,1% 2,6% 17,9% 2,6% 2,6% 2,6% 2,6% 2,6% 10,3% 5,1% 2,6% 2,6% 2,6% 5,1% 5,1% 100,0%
126
Bijlage 26
Vraag 15: Wat zijn de favoriete zenders?
Vraag 15a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
rtl 4 sbs6 TRT yorin discovery channel ned 1 ned 2 TMF rtl 5 V8 net5 the box CNN MBC ART Commerciele zenders Nederlandse zenders Zasia Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 19 14 13 12 6 5 5 3 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 91 9 100
Percent 19,0 14,0 13,0 12,0 6,0 5,0 5,0 3,0 2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 91,0 9,0 100,0
Valid Percent 20,9 15,4 14,3 13,2 6,6 5,5 5,5 3,3 2,2 2,2 2,2 2,2 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 100,0
Cumulative Percent 20,9 36,3 50,5 63,7 70,3 75,8 81,3 84,6 86,8 89,0 91,2 93,4 94,5 95,6 96,7 97,8 98,9 100,0
127
Vraag 15a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent
Vraag 15a: Wat is op de eerste plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 TMF the box discovery channel CNN TRT MBC ART Commerciele zenders Nederlandse zenders Zasia
11 - 17 jaar 6,3% 6,3% 6,3%
18 - 24 jaar
12,5% 25,0% 6,3%
17,6% 29,4%
6,3% 12,5% 6,3%
5,9% 17,6%
25 - 50 jaar 4,2% 20,8% 20,8% 12,5% 4,2%
51 - 64 jaar 18,8% 31,3% 12,5% 12,5%
65 jaar en ouder 16,7% 27,8% 11,1%
11,8% 11,8% 5,9%
12,5% 4,2% 12,5% 4,2% 4,2%
6,3% 12,5%
44,4%
6,3% 100,0%
100,0%
6,3% 6,3% 100,0%
100,0%
100,0%
Total 5,5% 5,5% 20,9% 2,2% 15,4% 13,2% 2,2% 2,2% 3,3% 2,2% 6,6% 1,1% 14,3% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 1,1% 100,0%
129
Vraag 15b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
rtl 4 sbs6 ned 2 yorin ned 3 rtl 5 national geographic TRT ned 1 TMF CNN V8 net5 MTV cartoon network ZDF SET Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 19 18 9 8 3 3 3 3 2 2 2 1 1 1 1 1 1 78 22 100
Percent 19,0 18,0 9,0 8,0 3,0 3,0 3,0 3,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 78,0 22,0 100,0
Valid Percent 24,4 23,1 11,5 10,3 3,8 3,8 3,8 3,8 2,6 2,6 2,6 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 100,0
Cumulative Percent 24,4 47,4 59,0 69,2 73,1 76,9 80,8 84,6 87,2 89,7 92,3 93,6 94,9 96,2 97,4 98,7 100,0
130
Vraag 15b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent 11 - 17 jaar Vraag 15b: Wat is op de tweede plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 MTV TMF national geographic cartoon network CNN ZDF TRT SET
18 - 24 jaar
7,1% 14,3% 7,1% 21,4% 7,1%
25 - 50 jaar 4,8% 14,3%
6,3% 25,0%
33,3%
25,0% 31,3%
28,6% 4,8%
51 - 64 jaar 7,7% 15,4% 23,1% 7,7% 15,4% 7,7%
65 jaar en ouder 7,1% 28,6% 21,4% 7,1% 21,4% 7,1%
7,1% 6,3% 14,3% 9,5% 7,1% 7,1%
6,3%
7,1% 100,0%
7,7%
100,0%
4,8% 100,0%
7,7% 7,7%
7,1%
100,0%
100,0%
Total 2,6% 11,5% 3,8% 24,4% 3,8% 23,1% 10,3% 1,3% 1,3% 1,3% 2,6% 3,8% 1,3% 2,6% 1,3% 3,8% 1,3% 100,0%
131
Vraag 15c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender?
Valid
Missing Total
yorin rtl 5 V8 ned 2 ned 3 net5 sbs6 TRT rtl 4 discovery channel MTV ned 1 TMF the box cartoon network CNN Zee tv Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 11 7 6 5 5 5 4 4 3 3 2 1 1 1 1 1 1 61 39 100
Percent 11,0 7,0 6,0 5,0 5,0 5,0 4,0 4,0 3,0 3,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 61,0 39,0 100,0
Valid Percent 18,0 11,5 9,8 8,2 8,2 8,2 6,6 6,6 4,9 4,9 3,3 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 100,0
Cumulative Percent 18,0 29,5 39,3 47,5 55,7 63,9 70,5 77,0 82,0 86,9 90,2 91,8 93,4 95,1 96,7 98,4 100,0
132
Vraag 15c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender? * Leeftijd respondent Crosstabulation % within Leeftijd respondent Leeftijd respondent 11 - 17 jaar Vraag 15c: Wat is op de derde plaats de favoriete zender?
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
ned 1 ned 2 ned 3 rtl 4 rtl 5 sbs6 yorin V8 net5 MTV TMF the box discovery channel cartoon network CNN TRT Zee tv
18 - 24 jaar 6,3% 6,3%
9,1%
18,2% 9,1% 27,3% 9,1% 9,1% 9,1% 9,1%
6,3% 6,3% 6,3% 18,8% 12,5% 12,5% 6,3%
12,5% 6,3%
25 - 50 jaar
51 - 64 jaar
16,7% 16,7% 5,6% 16,7% 5,6% 16,7%
14,3%
5,6%
14,3%
14,3% 28,6%
65 jaar en ouder
11,1% 11,1% 22,2% 22,2% 11,1%
5,6% 11,1% 11,1%
100,0%
100,0%
100,0%
28,6% 100,0%
11,1% 100,0%
Total 1,6% 8,2% 8,2% 4,9% 11,5% 6,6% 18,0% 9,8% 8,2% 3,3% 1,6% 1,6% 4,9% 1,6% 1,6% 6,6% 1,6% 100,0%
133
Kijkbehoeftes allochtonen respondenten Bijlage 27
Vraag 5: Op welke manier ontvangt men de televisiezenders?
Vraag 5: Op welke manier ontvangt men televisiezenders?
Valid
Missing Total
via de kabel beide manieren via de schotel Total System
Frequency 61 36 2 99 1 100
Percent 61,0 36,0 2,0 99,0 1,0 100,0
Valid Percent 61,6 36,4 2,0 100,0
Cumulative Percent 61,6 98,0 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 5: Op welke manier ontvangt men televisiezenders? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 5: Op welke manier ontvangt men televisiezenders? beide via de kabel via de schotel manieren 68,8% 31,3% 83,3% 16,7% 62,1% 3,4% 34,5% 55,6% 44,4% 38,9% 5,6% 55,6% 61,6% 2,0% 36,4%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
134
Bijlage 28
Vraag 6a: Van welke manier maakt men het meest gebruik?
Vraag 6a: Van welke manier maakt men het meest gebruik? Frequency Valid
Missing Total
Maakt het meeste gebruik van de schotel Maakt het meeste gebruik van de schotel Total System
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
21
21,0
61,8
61,8
13
13,0
38,2
100,0
34 66 100
34,0 66,0 100,0
100,0
Leeftijd respondent * Vraag 6a: Van welke manier maakt men het meest gebruik? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 6a: Van welke manier maakt men het meest gebruik? Maakt het Maakt het meeste meeste gebruik van gebruik van de schotel de schotel 40,0% 60,0% 33,3% 66,7% 30,0% 70,0% 14,3% 85,7% 66,7% 33,3% 38,2% 61,8%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
135
Bijlage 29
Vraag 6b: Naar welke zenders kijkt men via kabel/schotel?
Vraag 6b1: Naar welke zender kijkt men via de kabel?
Valid
Missing Total
rtl 4 TRT Nederlandse zenders sbs6 discovery channel Commerciele en Nederlandse zenders rtl 5 V8 TMF the box Muziek zenders Total System
Frequency 10 10 4 3 2
Percent 10,0 10,0 4,0 3,0 2,0
Valid Percent 27,8 27,8 11,1 8,3 5,6
Cumulative Percent 27,8 55,6 66,7 75,0 80,6
2
2,0
5,6
86,1
1 1 1 1 1 36 64 100
1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 36,0 64,0 100,0
2,8 2,8 2,8 2,8 2,8 100,0
88,9 91,7 94,4 97,2 100,0
Vraag 6b2: Naar welke zender kijkt men via de schotel?
Valid
Missing Total
turkse zenders tvbs zasia SET en ART zee tv set Total System
Frequency 3 2 2 1 1 1 10 90 100
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Percent 3,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 10,0 90,0 100,0
Valid Percent 30,0 20,0 20,0 10,0 10,0 10,0 100,0
Cumulative Percent 30,0 50,0 70,0 80,0 90,0 100,0
136
Bijlage 30
Vraag 7: Moet UPC zenders toevoegen en welke?
Vraag 7a: Moet UPC zender(s) toevoegen?
Valid
Missing Total
in evenwicht niet in evenwicht Total System
Frequency 80 19 99 1 100
Percent 80,0 19,0 99,0 1,0 100,0
Valid Percent 80,8 19,2 100,0
Cumulative Percent 80,8 100,0
Met “in evenwicht” wordt bedoeld geen zenders toevoegen. Als de respondent graag zenders toegevoegd ziet worden, hebben ze geantwoord “niet in evenwicht”.
Vraag 7b: Welke zenders moeten worden toegevoegd door UPC?
Valid
Missing Total
MBC El Gazira MBC en El Gazira Canal D en ATV turkse zenders set Show TV en ATV MBC en ATV RTM Show TV en Canal D Russische zenders Amerikaanse zenders Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 4 2 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 20 80 100
Percent 4,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 20,0 80,0 100,0
Valid Percent 20,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 100,0
Cumulative Percent 20,0 30,0 40,0 50,0 60,0 70,0 75,0 80,0 85,0 90,0 95,0 100,0
137
Bijlage 31
Vraag 8: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht?
Vraag 8a: Zijn de verschillende categorieën in evenwicht?
Valid
Missing Total
categorie in evenwicht categorie niet in evenwicht Total System
Frequency 64
Percent 64,0
Valid Percent 90,1
Cumulative Percent 90,1
7
7,0
9,9
100,0
71 29 100
71,0 29,0 100,0
100,0
Vraag 8b: Welke categorieën mist men?
Valid
Missing Total
mis natuur mis buitenland mis documentaires mis sport Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 3 2 1 1 7 93 100
Percent 3,0 2,0 1,0 1,0 7,0 93,0 100,0
Valid Percent 42,9 28,6 14,3 14,3 100,0
Cumulative Percent 42,9 71,4 85,7 100,0
138
Bijlage 32
Vraag 9: Welke muziekzender krijgt de voorkeur?
Vraag 9: Welke muziekzender krijgt de voorkeur? Frequency Valid
Missing Total
geen mening, kijkt er nooit naar TMF MTV The Box Total System
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
37
37,0
52,1
52,1
15 13 6 71 29 100
15,0 13,0 6,0 71,0 29,0 100,0
21,1 18,3 8,5 100,0
73,2 91,5 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 9: Welke muziekzender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 9: Welke muziekzender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt MTV TMF The Box er nooit naar 12,5% 37,5% 37,5% 12,5% 33,3% 40,0% 13,3% 13,3% 20,7% 20,7% 3,4% 55,2% 6,7% 93,3% 100,0% 18,3% 21,1% 8,5% 52,1%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
139
Bijlage 33
Vraag 10: Welke natuurzender krijgt de voorkeur?
Vraag 10: Welke natuurzender krijgt de voorkeur?
Valid
Missing Total
Discovery Channel geen mening, kijkt er nooit naar National Geographic Total System
Frequency 35
Percent 35,0
Valid Percent 49,3
Cumulative Percent 49,3
24
24,0
33,8
83,1
12 71 29 100
12,0 71,0 29,0 100,0
16,9 100,0
100,0
Leeftijd respondent * Vraag 10: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 10: Welke natuurzender krijgt de voorkeur? geen Discovery National mening, kijkt Channel Geographic er nooit naar 25,0% 75,0% 66,7% 13,3% 20,0% 41,4% 17,2% 41,4% 46,7% 33,3% 20,0% 100,0% 49,3% 16,9% 33,8%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
140
Bijlage 34
Vraag 11: Welke Duitse zender krijgt de voorkeur?
Vraag 11:Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? Frequency Valid
Missing Total
geen mening, kijkt er nooit naar RTL+ ARD ZDF WRD3 Total System
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
41
41,0
57,7
57,7
13 7 6 4 71 29 100
13,0 7,0 6,0 4,0 71,0 29,0 100,0
18,3 9,9 8,5 5,6 100,0
76,1 85,9 94,4 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 11:Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd 11 - 17 jaar respondent 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 11:Welke Duitse zender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt ARD ZDF WRD3 RTL+ er nooit naar 100,0% 6,7% 26,7% 66,7% 10,3% 13,8% 3,4% 20,7% 51,7% 13,3% 13,3% 13,3% 20,0% 40,0% 25,0% 25,0% 50,0% 9,9% 8,5% 5,6% 18,3% 57,7%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
141
Bijlage 35
Vraag 12: Is een Engelse zender noodzakelijk?
Vraag 12a: Is een Enegelse zender noodzakelijk?
Valid
Missing Total
nee ja Total System
Frequency 49 22 71 29 100
Percent 49,0 22,0 71,0 29,0 100,0
Cumulative Percent 69,0 100,0
Valid Percent 69,0 31,0 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 12a: Is een Enegelse zender noodzakelijk? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Vraag 12a: Is een Enegelse zender noodzakelijk? ja nee 25,0% 75,0% 46,7% 53,3% 31,0% 69,0% 20,0% 80,0% 25,0% 75,0% 31,0% 69,0%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
Vraag 12b: Welke Engelse zender moet worden aangeboden?
Valid
Missing Total
BBC 1/BBC 2 CNN Total System
Frequency 12 10 22 78 100
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Percent 12,0 10,0 22,0 78,0 100,0
Valid Percent 54,5 45,5 100,0
Cumulative Percent 54,5 100,0
142
Bijlage 36
Vraag 13: Welke buitenlandse nieuwszender is favoriet?
Vraag 13: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur?
Valid
Missing Total
CNN geen mening, kijkt er nooit naar Euronews BBC World Total System
Frequency 40
Percent 40,0
Valid Percent 56,3
Cumulative Percent 56,3
18
18,0
25,4
81,7
7 6 71 29 100
7,0 6,0 71,0 29,0 100,0
9,9 8,5 100,0
91,5 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 13: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd respondent
11 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder
Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 13: Welke buitenlandse nieuwszender krijgt de voorkeur? geen mening, kijkt Euronews CNN BBC World er nooit naar 50,0% 50,0% 6,7% 86,7% 6,7% 13,8% 51,7% 10,3% 24,1% 46,7% 20,0% 33,3% 50,0% 25,0% 25,0% 9,9% 56,3% 8,5% 25,4%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
143
Bijlage 37
Vraag 14: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur?
Vraag 14: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? Frequency Valid
Missing Total
geen mening, kijkt er nooit naar Cartoon Network Yorin V8/Foxkids Kindernet Total System
Percent
Valid Percent
Cumulative Percent
33
33,0
46,5
46,5
25 7 5 1 71 29 100
25,0 7,0 5,0 1,0 71,0 29,0 100,0
35,2 9,9 7,0 1,4 100,0
81,7 91,5 98,6 100,0
Leeftijd respondent * Vraag 14: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? Crosstabulation % within Leeftijd respondent
Leeftijd 11 - 17 jaar respondent 18 - 24 jaar 25 - 50 jaar 51 - 64 jaar 65 jaar en ouder Total
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Vraag 14: Welke tekenfilmzender krijgt de voorkeur? geen Cartoon mening, kijkt Yorin V8/Foxkids Kindernet Network er nooit naar 12,5% 50,0% 37,5% 20,0% 73,3% 6,7% 6,9% 17,2% 24,1% 51,7% 6,7% 6,7% 20,0% 66,7% 100,0% 9,9% 7,0% 1,4% 35,2% 46,5%
Total 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
144
Bijlage 38
Vraag 16: Heeft men een decoder genomen?
Vraag 16: Heeft men een decoder genomen?
Valid
Missing Total
Nee Ja Total System
Frequency 61 10 71 29 100
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Percent 61,0 10,0 71,0 29,0 100,0
Valid Percent 85,9 14,1 100,0
Cumulative Percent 85,9 100,0
145
Bijlage 39
Vraag 17/18: Waarom wel of waarom niet?
Vraag 17a: Waarom heeft men een decoder genomen?
Valid
Missing Total
geen menig voor turkse tv voor zenders eigen land Total System
Frequency 3 3 3 9 91 100
Percent 3,0 3,0 3,0 9,0 91,0 100,0
Valid Percent 33,3 33,3 33,3 100,0
Cumulative Percent 33,3 66,7 100,0
Vraag 17b: Is men tevreden over de decoder?
Valid
Missing Total
ja geen mening Total System
Frequency 8 1 9 91 100
Percent 8,0 1,0 9,0 91,0 100,0
Valid Percent 88,9 11,1 100,0
Cumulative Percent 88,9 100,0
Vraag 18a: Waarom heeft men geen decoder genomen?
Valid
Missing Total
geen mening te duur niet nodig, er zijn genoeg zenders mag niet van ouders Total System
Frequency 44 9
Percent 44,0 9,0
Valid Percent 71,0 14,5
Cumulative Percent 71,0 85,5
8
8,0
12,9
98,4
1 62 38 100
1,0 62,0 38,0 100,0
1,6 100,0
100,0
Vraag 18b: Wanneer zou men wel een decoder aanschaffen?
Valid
Missing Total
geen mening goedkoper als ik op mezelf woon Total System
Kijkonderzoek Haarlem 2002
Frequency 56 5 1 62 38 100
Percent 56,0 5,0 1,0 62,0 38,0 100,0
Valid Percent 90,3 8,1 1,6 100,0
Cumulative Percent 90,3 98,4 100,0
146