Het initiatief om voor moslims te gaan bidden ontstond in 1992 tijdens een bijeenkomst

Inleiding

H

et initiatief om voor moslims te gaan bidden ontstond in 1992 tijdens een bijeenkomst van een aantal christelijke leiders in het Midden-Oosten. Verscheidene gelovigen die deel uitmaakten van een internationale beweging kregen sterk het gevoel dat de Heer ernaar verlangt om zoveel mogelijk christenen op te roepen tot gebed voor de moslimwereld. Er werd een gebedsbeweging gevormd die samen moest vallen met de ramadan. Dat is de islamitische vastenmaand die in 2011 van 1 tot en met 30 augustus duurt. Het idee was om hiervoor ‘30 Dagen’ in acht te nemen, en wel om tenminste twee redenen: (1) christenen voelen zich gedurende een vastgestelde periode betrokken bij moslims en (2) ze doen een beroep op Gods grootheid om zich aan moslims te openbaren in een periode van het jaar waarin deze intensief met hun religie bezig zijn. Het is overigens goed erop te wijzen dat bidden in de maand van de ramadan niet betekent dat we ons vereenzelvigen met de gewoonte van moslims om te vasten en te bidden voor hun god. Als navolgers van Jezus Christus kunnen we ons op verschillende terreinen niet verenigen met het gedachtegoed, de theologie en de praktische uitoefening van het geloof van moslims. Toch legt de ‘30 Dagen’-beweging de nadruk op het feit dat God deze mensen liefheeft. We moedigen iedereen die in de Messias gelooft aan om moslims tegemoet te treden in een geest van nederigheid, liefde, respect en dienstbaarheid. Deze Gebedsfocus wil u als lezer inspireren en leiden wanneer u de moslimwereld in gebed bij de Heer brengt. Maar het boekje pretendeert niet volledig te zijn met de geboden informatie. We moedigen u dan ook aan verder te zoeken en andere bronnen te raadplegen om meer te gaan begrijpen van de wereld van de islam en het werk dat de Heer onder moslims doet. Ook dit jaar hebben we een aantal getuigenissen in dit boekje opgenomen om u te bemoedigen en uw geloof tijdens het bidden te versterken. God houdt van moslims. Hij wil dat ze Hem zullen zoeken en leren kennen



1







De redactie

Onze 20e editie van gebed voor de moslimwereld

Boven: De omslag van de allereerste (internationale) gebedsfocus die in 1993 gemaakt werd. Hieronder meer recente versies.

Geschat wordt dat drie tot vier miljoen moslims in de afgelopen twintig tot dertig jaar tot geloof zijn gekomen in de Messias. De laatste jaren zijn méér moslims dan ooit tot geloof gekomen in vergelijking met de 1.400 jaar die sinds Mohammed zijn verstreken. 1

De 20e editie van ‘30 Dagen’ Twee decennia van gebed met geloof, hoop en liefde voor de moslimwereld Wat is er gedurende de laatste twintig ramadans veranderd?

E

r is heel veel gebeurd in de afgelopen twintig jaar. De Heer is aan het werk en gebruikt veel verschillende manieren om zichzelf kenbaar te maken aan moslims. ‘30 Dagen’ heeft een rol gespeeld in de bewustwording door het bidden voor moslims onder de aandacht te brengen bij christenen over de hele wereld. Maar toch is ‘30 Dagen’ slechts één onderdeel van wat de Heer allemaal aan het doen is. Er is heel veel gebeurd: In positieve zin: • Sommige schattingen geven aan dat in de afgelopen 20 tot 30 jaar drie tot vier miljoen moslims tot geloof in de Messias zijn gekomen. Dit is méér dan willekeurig welke periode in de afgelopen 1400 jaar sinds Mohammed leefde (van 570 n.C. tot 632 n.C.). • Het aantal kanalen waarlangs moslims het goede nieuws te horen kunnen krijgen – zoals internet, radio, satelliettelevisie en andere media – is explosief toegenomen. • De hoeveelheid lectuur, cd’s, dvd’s, bijbels en downloads die beschikbaar zijn voor moslims is zeer sterk gegroeid. • Het aantal zendelingen dat actief is in moslimlanden is aanmerkelijk toegenomen. • Duizenden voormalige moslims verkondigen de Messias aan hun volksgenoten. • Daarnaast zijn er méér gebedsactiviteiten die op

2

moslims zijn gericht dan ooit tevoren. • We weten meer over moslimvolkeren dan ooit tevoren (hun bevolkingsgroepen en woonplaatsen, hun culturele verwantschap, hun geschiedenis en de mate waarin het evangelie onder hen wordt verspreid). • We zien ons doel, het stichten van gemeenschappen van gelovige christenen in alle etnische moslimgroepen, steeds meer werkelijkheid worden. • Moslims komen tegenwoordig méér in aanraking met andere culturen en religieuze overtuigingen dan op enig ander moment in de voorbije 1400 jaar. In negatieve zin: • Moslimterroristen hebben zich in vele landen gemanifesteerd. De belangrijkste en meest opzienbarende aanslagen, die van 11 september 2001, veroorzaakten een schok over de gehele wereld. • Deze en andere aanslagen vormden de aanleiding tot twee zeer ingewikkelde oorlogen in Afghanistan en Irak, maar ook elders in de wereld ontstonden veel brandhaarden waarbij militairen en politieagenten ingezet werden. Deze maakten zowel positieve als negatieve reacties los. Moslims konden zich niet altijd vinden in de ‘oorlog tegen het terrorisme’. Sommige

Jaarlijks worden wereldwijd tussen de 240.000 en 400.000 gebedsfolders verspreid in een groot aantal talen. Kijk op de internationale website www.30-days.net Ook op:

situaties zijn erg complex. • Er zijn méér islamitische uitingen op televisie, internet, radio en andere (massa-)media beschikbaar dan ooit tevoren. • Het aantal moslims en moskeeën in de meeste westerse landen is aanzienlijk toegenomen. • De islamitische invloed in Europa en in westerse landen in het algemeen wordt in veel gevallen als bedreigend ervaren. De overwegend seculiere samenlevingen in westerse landen worstelen met de vraag hoe ze met de toenemende islamitische invloed moeten omgaan. Angst voor terrorisme, angst voor het onbekende, maar ook dweepzucht en vooroordelen jegens moslims zijn in de meeste westerse landen aanmerkelijk gegroeid.

Waarom zou je bidden voor moslims? “U verdient het (...). Want u bent geslacht en met uw bloed heeft u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.” (Openbaring 5:9)

Daarom bidden wij.

Moslims beseffen over het algemeen niet: ... dat Jezus Christus als Verlosser moet worden nagevolgd; ... dat Jezus Christus de macht heeft om zonden te vergeven; ... dat Jezus Christus door zijn opstanding de duivel heeft overwonnen; ... dat Jezus Christus macht heeft over boze geesten.

• Moslims beschouwen Jezus als een belangrijke profeet, die een vroege vorm van de islam predikte. Op basis van teksten uit de koran geloven ze dat Jezus de door God gezonden Messias is, maar ze hebben er doorgaans geen idee van wat dit werkelijk inhoudt: dat Jezus de door God gezalfde Koning en de Redder van de gehele mensheid is. • Moslims geloven over het algemeen dat ze Gods goedkeuring kunnen wegdragen door religieuze activiteiten, zoals bidden, vasten en aalmoezen geven. • Moslims gaan ervan uit dat ze God niet ten volle zullen kennen. Ze denken dat ze alleen maar dingen over Hem kunnen weten. • “...om de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet

hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God.“ (Hebreeën 12:2)

Antwoord:

... omdat Jezus Zijn leven gaf 3

Bid in geloof tot God

die zich houdt aan zijn beloftes

Bid met hoop

Autoriteit

op een betere toekomst voor moslims

Bid met de liefde

die Jezus hielp om het kruis te dragen

• We dienen te weten wie we zijn in de Heer. • We zijn in het hemels koninkrijk. • Jezus is de rechtvaardige Koning van de wereld. • We bidden in de naam van de Heer. • We streven zijn glorie na. • We bidden dat zijn wil zal geschieden.

Wees waakzaam ...

A

ls gelovigen hebben we een geweldig voorrecht: de Heer nodigt ons uit om deel te hebben aan het bekend maken van het Goede Nieuws over de gehele wereld. Hij geeft ons de autoriteit en de macht om deze klus te klaren. Maar wees waakzaam; wees u ervan bewust dat er onzichtbare geestelijke machten zijn die Gods plan – om het Goede Nieuws aan de moslims te brengen – tegenwerken. Als u dit boekje gebruikt, is het goed om ook te bidden voor uw eigen persoonlijke veiligheid en bescherming. We hoeven niet bang te zijn voor de onzichtbare wereld, maar laten we bidden in geloof en vertrouwen. Ons bewust van de gevaren, maar ons ook verheugen dat de Heer zal ingrijpen ten gunste van de volken. Denk na over deze teksten: Efeziërs 6:10-20, Jacobus 4:7, 1 Petrus 5:8-9, 2 Koningen 6:16-17. 4

Hoe kunt u dit boekje gebruiken?

I

n de loop van de komende weken kunt u op diverse manieren bidden en vasten. Op sommige dagen zal de Heer slechts een minuut of vijf van uw tijd vragen voor gebed. Maar het zal ook voorkomen dat deelnemers zich geleid voelen om gedurende een aanzienlijk langere periode te bidden. U kunt dit boekje gebruiken als leidraad voor gebedsonderwerpen tijdens uw eigen stille tijd, maar u kunt ook besluiten om gezamenlijk te bidden. We willen u aanmoedigen om creatief te zijn en zoveel mogelijk mensen te betrekken bij deze gerichte gebeden. Jezus beloofde bijzondere zegeningen aan christenen die samenkomen om als groep te bidden (Matteüs 18:20). Maak bij het bidden ook zoveel mogelijk gebruik van de Bijbel. Op veel plaatsen in dit boekje verwijzen we naar Bijbelgedeelten en het is aan te raden om over deze teksten na te denken en ze hardop uit te spreken in uw gebeden. Spreek ze uit voor de Heer; vraag Hem om u te inspireren. Hiermee bouwt u uw geloof verder op en de Heer kan u nieuwe inzichten verschaffen bij gebeden die zijn gebaseerd op zijn Woord. U kunt gedurende deze dertig dagen periode wekelijks of twee keer per week bijeenkomsten organiseren in uw kerk,

met uw jeugdgroep, cel of kring, of met uw kindergroep. U kunt ook maaltijden organiseren rond het gebedsonderwerp van de betreffende dag en anderen (ook van buitenaf) vragen zich aan te sluiten. U kunt op zoek gaan naar nadere gegevens over de cultuur van een bevolkingsgroep, bijvoorbeeld op het gebied van voedsel, kleding, muziek etc. en deze inpassen in de bijeenkomst. Het is nuttig als één persoon wordt aangewezen als de leider of organisator van een bijeenkomst of gebedsgroep. Deze persoon kan richting en samenhang geven aan de groep. Ook is het zinvol als de groep zich per gelegenheid richt op gebed voor een bepaald onderwerp of regio in plaats van steeds andere onderwerpen te kiezen. Ieder lid van de groep kan tijdens het gezamenlijke gebed het beste even wachten voordat er wordt overgeschakeld naar een ander onderwerp. Zo krijgt iedereen de gelegenheid om te bidden voor elk afzonderlijk aandachtspunt. (1 Korintiërs 14:40). God is creatief; Hij heeft ons gemaakt naar Zijn evenbeeld. We mogen dus verwachten dat Hij ons creatieve gedachten en gebeden schenkt als we Hem zoeken. De Heilige Geest zal u leiden (Romeinen 8:26).

1 Augustus 2011 “Hem breng ik naar mijn heilige berg, hem schenk ik vreugde in mijn huis van gebed; zijn offers zijn welkom op mijn altaar. Mijn tempel zal heten ‘Huis van gebed voor alle volken’.” Jesaja 56:7

Dag 1

De geestelijke werkelijkheid (1)

J

ezus riep zijn volgelingen op om een licht te zijn in een wereld vol duisternis. Net als alle andere volken hebben moslims te maken met boze machten en onzichtbare geestelijke invloeden die zich op verschillende manieren manifesteren, zowel op het religieuze als op het culturele vlak. Deze negatieve geestelijke werkelijkheid beïnvloedt en domineert de islamitische beschaving evenzeer als de westerse en oosterse beschaving in het algemeen (1 Johannes 5:19). Deze machten kunnen overwonnen worden door mensen die de dingen op een tegengestelde manier doen (of, zo u wilt, ‘in een tegengestelde geest’). Jezus heeft ons getoond hoe Hij dit deed via het kruis. In zijn zwakheid toonde Hij eigenlijk kracht. Aan het kruis probeerde het rijk der duisternis en religiositeit Hem te overwinnen, maar het gevolg was dat Jezus zijn ultieme goedheid voor de hele mensheid toonde. God heeft ons een bevel gegeven: “Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede” (Romeinen 12:21). Als we bidden voor moslims en met hen samenleven in dezelfde maatschappij, mogen we laten zien dat we leven vanuit God. De vijand zet ons als christenen ertoe aan dat we bang en wantrouwend worden tegenover moslims. Als we toestaan dat angst, zelfbehoud en achterdocht onze leidraad worden in plaats van geloof, hoop en liefde, zullen we niet in staat zijn om moslims bekend te maken met het evangelie.

‘God is liefde’ in het Arabisch

Gebedspunten: Vandaag en morgen vragen we u om de Heer te aanbidden. Zoek zijn aangezicht. Weersta de boze en hij zal van u vlieden. Bid daarna voor de volgende onderwerpen, voor uzelf en voor moslims in uw stad of dorp, uw regio en uw land.  Als er sprake is van hoogmoed---nederigheid: Bid dan: “Heer, bevrijd mij van elke vorm van hoogmoed in mijn houding tegenover moslims. Bevrijd moslims in mijn omgeving van religieuze hoogmoed. Geef dat we allemaal in nederigheid voor uw troon mogen verschijnen.” (Spreuken 8:13, 16:18, 29:23)  Als er sprake is van godsdienstijver---persoonlijke relatie: Bid dan: “Heer, wilt u me helpen om niet alleen maar vroom en religieus te zijn, maar daadwerkelijk met u te leven en te wandelen. Wilt U geven dat moslims in mijn omgeving U persoonlijk leren kennen en niet alleen religieuze plichten naleven.” (Johannes 17:3)  Als er sprake is van wetticisme—vrijheid: Bid dan: “Heer, wilt u mij leren om te wandelen in de vrijheid van uw Geest? Helpt U me om iemand te kunnen zijn die de echte vrijheid van de Geest aan de moslims bekendmaakt.” (Mattheüs 7:3-5)  Als er sprake is van achterdocht---vertrouwen: Bid dan: “Mogen wij als christenen vertrouwen uitstralen, zodat moslims tot geloof mogen komen en de Messias zullen aannemen.” (Handelingen 16:14) 5

2 Augustus 2011

Dag 2

De geestelijke werkelijkheid (2)

G

a door met bidden voor dezelfde onderwerpen als gisteren. Het is belangrijk om een goede basis te leggen voor de resterende 28 dagen.

Getuigenis uit Algerije

D

e familie van Nacima heeft een Algerijnse achtergrond. Ze is afkomstig uit de bevolkingsgroep de Kabyle, maar is geboren en opgegroeid in Frankrijk. Haar moeder hing enkele conservatieve en volksislamitische overtuigingen aan, maar haar vader stelde zich meer open. Van haar moeder leerde Nacima dat God bestaat, maar toch had ze angst voor de dood. Hoewel ze veel positieve impulsen kreeg uit het gezin waar ze in opgroeide, haar school en haar sportbeoefening, ervaarde ze toch een leegte in haar leven. Toen ze achttien was en ging studeren, zocht ze samen met haar vrienden naar antwoorden op levensvragen als: ‘Waarom ben ik hier op aarde? Heeft mijn leven zin? Wat gebeurt er nadat je doodgaat?’ Over Jezus hoorde ze echter alleen maar vertellen dat Hij iemand uit de geschiedenisboekjes was. Na twee jaar studie aan de

6

Algiers, de hoofdstad van Algerije

universiteit was het voor Nacima duidelijk dat God bestaat, maar echt geloven deed ze niet. Maar in de daaropvolgende zomer kreeg Nacima iets te horen dat een nieuw licht wierp op de persoon van Jezus. Toen ze twee weken op bezoek was bij familieleden in Algerije, vertelde haar oudere zus hoe Jezus haar leven volkomen had veranderd. Nacima zag in dat Gods liefde gestalte kreeg in Jezus de Messias. Eind juli drong het besef van haar eigen diepe zondeschuld tot Nacima door. Met steun van haar zus en de Heilige Geest ontdekte ze het ware licht. Nacima geloofde hierna oprecht dat Jezus voor haar was gestorven en opgestaan, en zij sloot het christelijk geloof in haar hart. Nu ze weet dat de dood is overwonnen door Jezus’ opstanding, is ook Nacima’s angst voor de dood verdwenen. Ze heeft de zin van het leven gevonden: het dienen van Degene die zijn leven voor haar gaf.

Gebedspunten: Denk na over uw geestelijke identiteit. We zijn Gods kinderen door het bloed van zijn Zoon. We dienen Hem die alle gezag heeft in hemel en op aarde. Spreek deze waarheden hardop uit in aanbidding. Bid voor de volgende onderwerpen, voor uzelf en voor moslims die in uw woonplaats, streek of land wonen. Als er sprake is van bitterheid---zachtmoedigheid: Bid dan: “Heer, neem alle bitterheid weg als het gaat om mijn houding ten opzichte van moslims. Help moslims om goed om te gaan met elke vorm van bitterheid in hun eigen hart.” (Efeziërs 4:31; Hebreeën 12:15) Als er sprake is van angst/intimidatie---liefde: Bid dan: “Heer, help ons om onze angsten te overwinnen. Uw liefde drijft angst uit. Help ons om naar dit inzicht te leven.” Moslims leven vaak in angst voor anderen, voor boze geesten en voor de dood (1 Johannes 4:18; 2 Timotheüs 1:7). Als er sprake is van begeerte---reinheid: Wijzelf en alle moslims moeten ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst (2 Petrus 1:4; 1 Johannes 2:16). Moslims zijn niet gevrijwaard van pornografie en hebzucht. Bid zowel voor uzelf als voor hen, in de wetenschap dat we allemaal in de verleiding kunnen komen. Als er sprake is van geweld---vrede: Veel moslims zijn niet gelukkig met de gewelddadige kanten die zij in de islam zien. Velen verwerpen geweld en weigeren om het een plaats te geven in hun leven. Bid dat zij de weg van de vrede zullen kennen. Moge de Heer ons als gelovigen helpen om geen bron van geweld en haat te zijn tegenover moslims (Mattheüs 5:9; Lukas 1:78 en 10:5-6; Romeinen 3:17).

3 Augustus 2011

Dag 3

De werkende klasse van Mekka Gebed voor de inwoners en bezoekers van de Heilige Stad van Saoedi-Arabië Links: De Abraj Al Bait Towers in Mekka in aanbouw in 2010. Voltooiing wordt in 2011 verwacht.

DE DATA VOOR DE RAMADAN De data voor de ramadan worden vastgesteld volgens de islamitische maankalender van 354 dagen. Elk jaar begint de ramadan 11 dagen eerder dan het jaar er voor. Het duurt 33 jaar voor dat de islamitische kalender alle seizoenen heeft gehad. In 2011 is de ramadan van 1 tot 30 augustus. Dit kan enigszins variëren in verschillende landen. De vastenperiode begint en eindigt normaal bij het zien van de nieuwe maan. Meer informatie kun je vinden op de islamitische website www.moonsighting.com Er zijn 20 islamitische maanjaren voorbijgegaan sinds het begin van ’30 Dagen’ in maart 1993, daarom is dit ook de 20e

editie. Volgens de islamitische maankalender is het nu het jaar 1432. (NB de maan is geen voorwerp voor aanbidding in de islam)

M

ekka is het geestelijke centrum van de islamitische wereld. De heilige religieuze plaatsen die door pelgrims worden bezocht, geven fysiek gestalte aan de leer en de handelingen van Mohammed. Dagelijks keren miljoenen moslims zich vijfmaal per dag in gebed in de richting van Mekka. Het verschaft duizenden mensen werk in de stad: ze werken in hotels als manager, schoonmaker of klusjesman. Ze verdienen hun brood als bediende in restaurants, als transporteur of verkoper van voedsel, als stadsgids, als juwelier of als souvenirverkoper. Weer anderen werken in het openbaar vervoer, als bestuurder van een autobus of een taxi. Ook het bankwezen neemt een belangrijke plaats in, want de miljoenen pelgrims die in de stad en de regio arriveren, hebben geld nodig. Werknemers in de meest uiteenlopende vormen van gezondheidszorg (artsen, verpleegkundigen, onderzoekers, ambulancepersoneel en straatvegers die de stad schoonhouden) zijn actief om de gezondheid en de veiligheid van de miljoenen bezoekers te waarborgen. De algemeen coördinator van ‘30 Dagen’ heeft zelf aan de universiteit gestudeerd met enkele mensen die later in de gezondheidszorg gingen werken ten behoeve van de pelgrims. De afgelopen jaren is ook de Saoedi-Arabische bouwwereld actief geweest om de omgeving van de Grote Moskee en de Kaäba aan te passen, zodat er nog meer pelgrims verwelkomd kunnen worden. Mensen die Jezus vinden in Mekka zijn zeldzaam, maar toch zijn er gevallen bekend van bekeringen tot het christendom in deze stad van 1,7 miljoen inwoners.

Gebedspunten: Overdenk de tekst uit Openbaring 4:11 en 5:4-14 om goed tot u door te laten dringen waarom Jezus het waard is om aanbeden te worden door de bevolking van Mekka; van de laagst geschoolde arbeider tot de prinsen van de koninklijke familie van Saoedi-Arabië. Bid voor de mogelijkheden die vriendschappen, dromen, visioenen, internet, gedrukte en andere media bieden om het evangelie te verspreiden onder de vele werknemers die hierboven genoemd worden (noem elk vakgebied met name). Bid dat nieuwe christenen een plek weten te vinden binnen groepen gelovigen. 7

Dag 4 Bevolkingsgroepen in Saoedi-Arabië 4 Augustus 2011

E

r zijn naar schatting 150 bevolkingsgroepen in Saoedi-Arabië. Dit jaar vragen we christenen om in het bijzonder te bidden voor de Utaybah (hun naam wordt ook wel geschreven als Utaiba, Otaibah of Otayba). De Utaybah woonden van oudsher even ten noorden van de huidige snelweg tussen Riyad en Mekka, in de woestijn tussen de Saoedische hoofdstad Riyad en het bij de Rode Zee gelegen Djedda. De verblijfplaats van de leider van de bevolking is Afif, een stadje van zo’n 90.000 inwoners, dat op ongeveer 600 kilometer ten westen van Riyad ligt. Tegenwoordig wonen ook veel Utaybah in Riyad en Djedda en zelfs in het veel verderop gelegen Koeweit. De bevolkingsgroep van de Utaybah heeft een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van het Arabische leger, een gegeven dat teruggaat tot het begin van de heerschappij van Abdul Aziz Al Saud, de stichter van de dynastie die nog steeds de macht heeft. De bevolking van de Utaybah bestaat uit drie hoofdgroepen: de Barga (de grootste stam), de Rwog en de Banu Saad (‘Zonen van Saad’). Elk van deze hoofdgroepen is onderverdeeld in een groot aantal stammen en families.

dalabehah, Alghawariah, Altheebah, Alhamameed, Alhezman, Almaghaibah, Thoi Zarrag, Alghadhabeen en Alawazem. De Mezjem omvat: Thoi Thubait, Alothyan, Alghubaiat, Almarashedah, Aljetha’an, Alseaheen, Thoi A’ali en Thoi A’tyah. De Bano Saad omvat: Albatnain, Allessah, Alsurairat en anderen.

Gebedspunten: Aanbid de Heer, de God van de woestijn. Lees de Messiaanse Psalm 72:1-2. Roep Gods soevereiniteit uit over de woestijn en de bevolkingsgroep van de Utaybah. Bid dat de Heer zich aan hen zal openbaren en dat Hij hen zal verlossen. Let ook op vers 9: “Laten de woestijnbewoners voor hem buigen, zijn vijanden het stof van zijn voeten likken.” Bid voor tenminste één van de subgroepen die hierboven genoemd zijn. U behoort tot de eerste groep van bidders die deze subgroepen met naam en toenaam noemen in gebed tot God.

De groep van de Rwog is als volgt onderverdeeld: De Talhah omvat: Alasa’adah, Alhufah, Alsumarrah, Alhanateesh, Algharbiah, Alkarashemah, Ald8

Zie www.lovesaudis.com voor aanvullende informatie over Saoedi-Arabië

Het Tahrir plein in het centrum van Cairo vormde de achtergrond voor de opstand in 2011 waarbij Hosni Mubarak verdreven werd.

Opstand in Libië

Revolutie in Egypte

Protesten in Bahrein Strijd in Jemen

Vrijheid in Tunesië

De moskee waar Mohammed begraven is in Medina in Saoedi-Arabië

Ontevredenheid in Algerije

Dag 5 Op zoek naar vrijheid !

6 Augustus 2011

5 Augustus 2011

Gebedsfocus voor de vrijdag (Begin maart 2011 geschreven)

I

Dag 6

Het volk van de Kolai in Pakistan U kunt een van de eersten zijn die voor deze bevolkingsgroep bidt.

n de eerste versie van ’30 Dagen’ van december 2010 stond een artikel met een gebedsoproep voor de verkiezingen in Egypte, uitgeschreven voor september 2011. Toen kwam de Tunesische revolutie, die al snel gevolgd werd door de val van president Hosni Mubarak in Egypte. Begin maart 2011 zijn we bezig met de voorbereidingen voor het drukken van de ’30 Dagen’ gebedsfocus. De Libische opstand tegen Muammar Khadafi is nog aan de gang, maar de dictator is nog erg gevaarlijk en vastbesloten. Enorme demonstraties vinden nog steeds plaats in verscheidene landen. De moslimwereld staat op zijn kop. De gezalfde Koning op de berg Zion regeert (zie Psalm 2). Wie weet hoe Hij de toekomst zal leiden? Het verlangen naar vrijheid die Tunesiërs, Egyptenaren, Libiërs, Jemenieten en anderen hebben laten zien in de afgelopen maanden is diep verankerd in het menselijk hart. Uiteindelijk kan dit verlangen slechts door de Messias vervuld worden. Hij is aangesteld om te regeren over de volken van de aarde met recht en gerechtigheid (Psalm 72 en Daniel 7:13-14). Hij zal als rechter plaats nemen en uiteindelijk alle onrecht te niet doen (Handelingen 17:31). De schoonheid van deze rechtvaardige regering in de nieuwe hemelen en op de nieuwe aarde zal ongeëvenaard zijn (2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1-4).

H

Gebedspunten:

Gebedspunten:

Aanbid de Messias die ons van schuld en de macht van de zonde bevrijdt. Op een dag zal Hij ons ook van de tegenwoordigheid van zonde bevrijden. De Messias bevrijdt ons van de macht van de dood. We zullen opstaan met lichamen die nooit meer zullen sterven. De Messias is tegen alle corruptie, onderdrukking en onrecht. Hij heeft de duivel en zijn standpunten, waarden en wereldse manieren overwonnen. Bid voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika met het oog op de huidige gebeurtenissen. Moslims erkennen Jezus als de Messias zonder dat zij zich realiseren wat dat betekent of dat Hij echte vrijheid geeft door zijn dood en opstanding. Bid dat velen de Messias zullen ontmoeten. Bid voor bescherming, bemoediging en kracht voor gelovigen in deze tijd van crisis.

Vertrouw op de Heer; Hij is de Enige die u echt kan bevrijden van de macht van zonde, dood en demonen. Roep Jezus Christus uit tot de echte Heer over de steden en dorpen van de Kolai. Bid dat de Kolai degenen die hen het evangelie komen brengen gunstig gezind zijn. Vraag de Heer om arbeiders die op de juiste wijze weten om te gaan met de geestelijke machten die aanwezig zijn in het gebied van de Kolai (Marcus 6:13, Handelingen 10:38). Er zijn ook mensen nodig om de Kolai te helpen bij het verkrijgen van betere voeding en sanitaire voorzieningen.

et noorden van Pakistan – met China aan de noordgrens, Afghanistan in het noordwesten en India aan de oostkant – biedt de bezoeker een van de meest adembenemende vergezichten ter wereld. Op deze plek, omringd door vijf van ‘s werelds hoogste bergtoppen, hebben de noordelijke stammen van Pakistan zich gevestigd. Vorig jaar baden we voor de Kho, maar ook de Kolai – ongeveer 410.000 in getal – behoren tot deze stammen. De meeste mensen in deze regio zijn boer of schaapherder. De noordelijke stammen leven geïsoleerd vanwege de bergketens, maar ook politieke grenzen spelen een rol. Veel Kolai hebben te maken met uiteenlopende gezondheidsproblemen, die vaak het gevolg zijn van slechte waterkwaliteit en slecht voedsel. Minder dan acht procent van de bevolking heeft de beschikking over drinkbaar water en een rioolaansluiting waarlangs water en vuil wordt afgevoerd. De overgrote meerderheid bestaat uit soennitische (orthodoxe) moslims; sommigen van hen hangen ook het sjamanisme aan. Laatstgenoemden geloven in een onzichtbare wereld met demonen, feeën en geesten van voorouders. Daarom vertrouwen ze op sjamanen – een soort medicijnmannen – voor de genezing van zieken, gesprekken met de geestenwereld en de goede afloop van allerlei gebeurtenissen.

9

Dag 7 Moslims in New York 7 Augustus 2011

“God (…) roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.” (Handelingen 17:30-31)

I

n de zomer van 2010 waren de ogen van de gehele wereld gericht op de stad New York. Er lag een voorstel om een nieuwe moskee te bouwen in Manhattan, op een plek die slechts twee straten verwijderd was van ‘Ground Zero’, het gebied van de aanslagen van 11 september 2001. Opeens werd de gehele wereld zich ervan bewust dat er in New York moslims wonen. Veel Amerikanen kwamen zelfs tot hun verrassing tot de ontdekking dat deze miljoenenstad naar schatting 600.000 moslims telt en dat er meer dan honderd moskeeën zijn. In 1970 waren dat er nog minder dan tien. Eén moslimgemeenschap, met een moskee die vier straten verwijderd was van ‘Ground Zero’, verloor zelf enkele gemeenteleden bij de beruchte aanslag in 2001. Het doet er niet toe welke gedachten en gevoelens mensen koesteren over de bouw van een moskee in de buurt van ‘Ground Zero’; als christenen zijn we allemaal geroepen om ervoor te bidden dat Gods doelstellingen voor de moslims in New York bereikt zullen worden. Want het staat vast dat Hij vele moslims roept tot zijn eeuwigdurende Koninkrijk. Jezus stierf ook voor hen. Laten we bidden voor de moslims in en rond New York. 10

Gebedspunten: Ga na wat er in uw eigen hart leeft naar aanleiding van 11 september. Bent u verbitterd en bevooroordeeld tegenover moslims in het algemeen? Bent u boos op de moslims vanwege de aanslagen? (Hebreeën 12:15) Bid voor de families die geliefden hebben verloren bij de aanslagen van 11 september. Bid dat zij kracht zullen vinden om te leren leven met het verleden en om de draad van hun leven weer op te pakken; dat ze vooruitzien en alle bitterheid achter zich laten. De Heer is de enige die het lijden van deze gezinnen en families kan verlichten. Bid voor de mensen in de moslimgemeenschap van New York, die door de aanslagen met vooroordelen en onheuse bejegening te maken hebben gekregen, enkel en alleen omdat ze moslim zijn. Bedenk dat er in de hemelsferen een geestelijke strijd gaande is om de redding van de vele moslims in de stad, die nog steeds in handen van de vijand zijn.

Ook zij moeten worden bevrijd van hun zondeschuld, van de macht van de dood en van de angst voor de boze. “Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.” (Efeziërs 6:12). Proclameer Hebreeën 2:14 en 15 over de stad. Bid dat de moslims in en rondom New York de waarheid over Jezus de Messias zullen ontdekken: door vriendschappen met christenen, goddelijk ingrijpen, de Bijbel en media als radio, televisie, internet, boeken, traktaten en dvd’s. Er zijn veel nieuwe arbeiders nodig. Christenen uit de hele regio rond New York zijn nodig om het Goede Nieuws aan de moslimgemeenschap bekend te maken.

Dag 8 El-Jadida in Marokko 8 Augustus 2011

Jezus in de koran

U

E

l-Jadida is een havenstad aan de Atlantische kust van Marokko die opvalt door massieve stenen muren. De Portugezen vestigden zich hier in 1502 en bouwden een belangrijke vestingstad op deze plaats, die destijds Mazgan heette, om de piraten uit deze regio te weren. Marokkaanse moslims namen de vesting in 1769 over van de Portugezen. De moslims gaven de stad de naam El-Jadida, simpelweg het Arabische woord voor ‘nieuw’. Tegenwoordig telt de stad zo’n 150.000 inwoners. ElJadida komt pas echt tot leven in de zomermaanden. De vele prachtige stranden in de regio (Oualidia Haouzia, maar ook Sidi Bouzid, Lalla Fatna en Jorf) trekken in de vakantieperiode vooral Marokkanen aan, maar er komen ook westerse toeristen. Vakantievierende Marokkanen zijn zo ontspannen en gemakkelijk in de omgang als je je maar voor kunt stellen!

Voor meer informatie zie www.ariseshinemorocco.org

Gebedspunten: In de afgelopen decennia hebben veel Marokkanen in ElJadida via allerlei media, maar ook door directe contacten met christenen van het evangelie gehoord. Sommigen zijn erdoor geraakt en beginnen in te zien dat ze hun leven aan Jezus Christus moeten toewijden. Sommigen zullen zich ook moeten verzoenen met andere gelovigen (zie Jacobus 1:6-8 en 4:8). Bid voor het handjevol verspreide christenen in de regio, dat zij het verlangen in hun hart krijgen en voldoende moed verzamelen om met anderen over hun geloof te praten en samen te komen. Uit angst zoeken Marokkaanse christenen elkaar zelden op voor samenkomsten (zie 2 Timotheüs 1:7 en 8). Bid voor de Marokkanen die in de regio van El-Jadida met vakantie zijn. Bid dat ze Jezus Christus zullen leren kennen, de Enige die hun echte vrede, vreugde en rust kan geven. Toen de apostel Petrus aan de Israëlische kust verbleef, vonden er enkele ingrijpende gebeurtenissen plaats waardoor mensen die zich verderop aan de kust bevonden Jezus Christus leerden kennen (zie Handelingen 10:1-48). Bid dat de Here deze wonderlijke dingen wil doen! Bid voor deze kuststreek, van Azemour tot Jadida en van Safi tot Essaouira. Moge de wind van de Heilige Geest vanaf de oceaan komen en verder het land in waaien, tot aan het hart van deze natie.

kunt meer te weten komen over de manier waarop de islam tegen Jezus aankijkt door over Hem te lezen in de koran. Hieronder worden verschillende hoofdstukken (soera’s) en verzen genoemd waarin Jezus voorkomt. In de koran wordt Jezus doorgaans aangeduid met de naam Isa. Aan Hem wordt een groot aantal titels, eigenschappen en activiteiten toegeschreven. Hier vindt u enkele voorbeelden.

Jezus is het woord van God: Soera: 3:45; 5:46, 110 en 57:27 Jezus is de Messias: Soera: 3:45; 4:171; 5:17, 72, 75 Jezus is een profeet of een boodschapper van God: Soera: 3:49; 6:85; 19:30; 57:27 Hij is opgestaan uit de dood en genas de zieken: Soera: 3:49; 5:110 Hij is rein en zonder zonden: Soera: 19:19 Hoewel de kenmerken die in de koran worden genoemd hetzelfde zijn als, of in elk geval lijken op die in de Bijbel, beschouwen moslims Jezus geenszins als een goddelijke persoon. Ook zien zij Hem niet als Degene die ons door zijn dood en opstanding heeft verlost. Ze zien Hem als een profeet die kwam met een boek dat het ‘Evangelie’ genoemd wordt. 11

De beginselen van de islam

Opvattingen uit de islam: Eén God, die alles geschapen heeft Engelen en boze geesten Profeten (Adam, Noach, Abraham, Mozes, David, Jona, Jezus, Mohammed) Mohammed, de laatste en grootste profeet

V

olgens de moslims begon de islam met de allereerste mensen op aarde: Adam en Eva. Zij werden geacht zichzelf te onderwerpen aan God. Het woord islam betekent onderwerping. Moslims geloven dat Abraham, Mozes, David en Jezus allemaal profeten waren die de islam verkondigden. Veel moslims geloven zelfs dat Adam de oorspronkelijke Beit Allah (‘het huis van God’) bouwde in Mekka: de Kaäba. Dit stenen bouwwerk, afgedekt met een zwart laken, bestaat al heel lang. Het was er in elk geval al in de tijd van Mohammed, de beroemdste moslim. Waarschijnlijk is het onmogelijk om een goed beeld te krijgen van de islam zonder het een en ander te weten over het leven van Mohammed. Deze man wordt door alle moslims vereerd als de laatste en grootste profeet. In de islam wordt Mohammed beschouwd als de ‘volmaakte mens’. Mohammed wordt op geen enkele wijze als goddelijk beschouwd; hij wordt dan ook niet aanbeden. Maar hij is wel het rolmodel voor alle moslims; hij laat zien hoe ze zich zouden moeten gedragen. Afbeeldingen van Mohammed zijn verboden, om afgoderij te voorkomen. De jonge jaren van Mohammed: De profeet van de islam werd in 570 na Christus in de Saoedi-Arabische plaats Mekka geboren. Hij was lid van de Hasjim-familie, die behoorde tot de machtige bevolkingsgroep van de Quraysj. Gedurende het 12

grootste deel van Mohammeds leven was het vereren van afgodsbeelden in de Arabische wereld heel gebruikelijk. De Arabieren in Mekka vereerden naar schatting 360 goden en godinnen. Mekka was in die tijd een belangrijk centrum van afgodendienst in de regio. Moslimhistorici nemen aan dat Mohammed zelfs als kind al de verering van afgoden verafschuwde en dat hij in moreel opzicht een vroom leven leidde. Eerste openbaringen: Volgens de moslims ontving Mohammed vanaf zijn veertigste levensjaar, in 610 na Christus, openbaringen en onderricht waarvan hij geloofde dat ze afkomstig waren van de aartsengel Gabriël (Gibraïl in het Arabisch). Deze ‘openbaringen’ vormen de basis van de koran. Mohammed verkondigde dat zijn openbaringen de laatste en definitieve boodschap van de Enige Soevereine God vormde, hoewel Mohammed er aanvankelijk zelfs aan twijfelde of hij wel een profeet was. Hij verbood het vereren van afgoden en stelde burgerlijke en religieuze regels in, eerst in Medina en later ook in Mekka. Mohammed stierf in 632 na Christus een natuurlijke dood in Medina. Contacten met joden en christenen: Tijdens zijn leven heeft Mohammed veel mensen ontmoet die op zijn minst in naam christen waren. Hij heeft daarnaast veel gehoord over

Heilige boeken: de Thora, Zabur (Psalmen), Injil (het Evangelie) en de Koran De Dag des Oordeels komt over alle mensen De Bijbel is vervalst en aangepast door joden en christenen

religieuze opvattingen en gebruiken van joodse groeperingen die in de regio van Mekka en Medina woonden. Mohammeds rol als profeet werd door de joden niet geaccepteerd, wat tot ernstige conflicten leidde. In de koran zijn veel joodse en christelijke opvattingen, gebruiken en geschiedkundige gegevens terug te vinden, al zijn ze wel vaak verdraaid weergegeven.

Islamitische opvattingen over Jezus • Jezus werd door God op wonderbaarlijke wijze geschapen in de schoot van de maagd Maria. • Jezus is slechts een profeet; hij is niet goddelijk (niet de Zoon van God, niet het vleesgeworden Woord). • Moslims geloven zelfs dat Jezus als klein kindje al van zichzelf zei dat hij een profeet was. • Volgens de islam was Jezus in feite een goede moslim; hij onderwees een vroege vorm van de islam aan het joodse volk. Een verslag van het leven van Jezus vanuit moslimperspectief is te vinden in het zogeheten ‘Evangelie van Barnabas’. Dit document kwam in zijn huidige vorm waarschijnlijk tot stand in de veertiende tot zestiende eeuw. Het zou zelfs in die periode geschreven kunnen zijn. • Jezus zal op een dag terugkeren. Hij zal dan trouwen en kinderen krijgen. Hij zal de fouten in de verhalen die christenen over hem hebben verteld corrigeren. Hij zal sterven, worden begraven in Medina en op de Oordeelsdag geoordeeld worden, net als alle mensen. • Jezus is niet Degene die recht zal spreken over de mensheid.

De vijf zuilen van de islam

De islam over Jezus’ dood en opstanding • De islam ontkent de noodzaak dat Jezus moest sterven voor onze zonden. Veel moslims geloven dat de God van Abraham gewoon zonden kan vergeven zonder een zoenoffer. • De islam ontkent de waarheid van Jezus’ kruisdood. In het islamitisch onderwijs over dit onderwerp wordt over het algemeen aangenomen dat Jezus direct naar de hemel ging zonder te sterven. Hij werd niet gekruisigd. Moslims geloven veelal dat het gezicht van Judas – de man die hem verraadde en overleverde – door een wonder veranderde in dat van Jezus en dat hij in Jezus’ plaats stierf als gevolg van Gods oordeel. • De islam ontkent dat onze schuld en zonden zijn weggenomen door Jezus’ dood. • De islam ontkent Jezus’ opstanding en zijn overwinning op de dood. • De islam ontkent dat Jezus de Messiaanse Koning is geworden en dat Hij over de hele wereld zal heersen.

Het islamitische geloof wordt beleden aan de hand van vijf ‘geloofszuilen’. Dit zijn verplichte religieuze gebruiken die voor alle volwassen moslims gelden: 1. Het hardop uitspreken van de geloofsbelijdenis (shahada): “Er is geen God behalve Allah en Mohammed is zijn profeet”. 2. Het gebed (salat) – Vijf keer per dag. 3. Het geven van aalmoezen (zakat) – Vrijgevig zijn voor de armen, zowel verplicht als vrijwillig. 4. Het vasten (saum) – Vooral tijdens de ‘heilige’ maand van de ramadan. 5. Het maken van pelgrimsreizen (hadj) – Minstens één keer in een mensenleven naar Mekka, bekend als de hadj. Sommige moslims voegen er een zesde zuil aan toe: 6. De jihad: de inspanning waarmee het islamitisch geloof over de gehele wereld wordt bekendgemaakt, hetzij door gewapende strijd, hetzij door de islam actief, in woord en daad, te verkondigen.

Wat God voor ons heeft bewerkt: “(…) Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene van de doden, de heerser over de vorsten van de aarde. Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft bevrijd door zijn bloed.” (Openbaring 1:5) 13

Dag 9 De Awan uit India

Balrampoer

D

H

9 Augustus 2011

e Awan is een Urdu-sprekend volk in India van meer dan 600.000 mensen. Het merendeel van de Awan zegt dat ze afstammen van Qutb Sjah, een generaal in het leger van Mahmoed van Ghazni, die een nakomeling was van Ali, de neef en schoonzoon van Mohammed. De Awan hebben een lange traditie als een krijgshaftig volk en ze zijn vermaard om hun moed. De Britten rekenden hen tot de zogenoemde ‘krijgersrassen’ (een aanduiding die bestuurders van Brits India gebruikten om volken te beschrijven waarvan werd aangenomen dat ze een natuurlijke aanleg hadden voor oorlogvoering en agressie in de strijd, met aangeboren eigenschappen als moed, trouw, zelfredzaamheid, fysieke kracht, veerkracht en vasthoudendheid). De Britten rekruteerden vaak mensen uit deze ‘krijgersrassen’ om te dienen in het koloniale leger. Ze maakten in belangrijke mate deel uit van de harde kern van moslims die in de Eerste en Tweede Wereldoorlog onder de Britse wapenen werden geroepen.

Gebedspunten:  Spreek hardop uit dat de Here van de hemelse machten ook Koning is over de Awan en dat zij gehoorzaam dienen te zijn aan Hem (Psalm 103:19-22).  Bid dat zij worden bevrijd van de ketenen van de vijand.  Bid tot God dat Hij zich bekend maakt aan de Awan via dromen, visioenen en langs andere wegen (Ps. 103:2-3).  Bid voor arbeiders die de Messias onder de Awan zullen verkondigen. 14

10 Augustus 2011

Dag 10

et district Balrampoer ligt in het noorden van India, in de staat Uttar Pradesj, aan de grens met Nepal. De drie belangrijkste plaatsen in het district zijn Balrampoer, Utraula en Tulsipoer (meer informatie hierover is te vinden op Wikipedia). De belangrijkste rivier die door het district loopt, is de Rapti. Deze is berucht vanwege de jaarlijkse overstromingen, die veel ontberingen met zich meebrengen voor de mensen die langs de oevers wonen. Minder dan tien procent van de bevolking is grootgrondbezitter, terwijl negentig procent bestaat uit boeren met kleine stukken land of mensen die op het land werken. Het merendeel van de inwoners is analfabeet. Momenteel is de opbrengst van het land onvoldoende om in het levensonderhoud van de bevolking te voorzien. Veel mensen trekken dan ook naar andere steden in India, zoals Mumbai, Ahmedabad en Jaipoer. De belangrijkste talen die in Balrampoer worden gesproken zijn Dehati, Urdu en plattelandsdialecten van het Hindi. Schattingen geven aan dat meer dan veertig procent van het district wordt bewoond door moslims, en bijna zestig procent is hindoe. Er zijn zeer weinig christenen. Het jaarlijkse moslimfeest Moeharram is beroemd: veel gezinnen die oorspronkelijk uit dit district komen, keren elk jaar terug om het feest met hun familieleden te vieren. Er zijn moskeeën in elk dorp, maar kerken vind je nergens. De moslims en hindoes in Balrampoer gaan in relatieve harmonie en vriendschap met elkaar om. Er zijn maar weinig zendelingen die hun inspanningen richten op de islamitische gemeenschap in dit gebied. Helaas zijn hun pogingen niet toereikend voor deze nog grotendeels onbereikte regio.

Het Moeharram festival in een aangrenzend gebied.

Gebedspunten:  Bid dat de Heer zal voorzien in goed toegeruste christenen die de gangbare talen voldoende spreken om in Balrampoer te kunnen werken.  Bid dat de Heer de harten van mensen zal openen voor het evangelie, met name in de grote steden die hierboven genoemd zijn, maar ook in de talrijke dorpen.  Bid voor de mensen die zoekende zijn en die momenteel meedoen aan een correspondentiecursus over de Bijbel. Enkele studenten hebben aangegeven dat ze op het punt zijn aanbeland waarop ze in Jezus Christus gaan geloven.  Bid voor de veiligheid van de nieuwe christenen en van toekomstige discipelen.

Dag 11 De Palestijnse gebieden 11 Augustus 2011

Westelijke Jordaanoever: 5.877 km2 Bevolking: 2,4 miljoen Dichtheid: 408 mensen per km2 19 vluchtelingenkampen

H

‘Ik kan Israël het beste helpen door haar vijanden tot Jezus te leiden’. - Anne van der Bijl

Gazastrook: 365 km2 Bevolking: 1,5 miljoen Dichtheid: 4.108 mensen per km2 8 vluchtelingenkampen

et leven is zwaar voor de Palestijnen die wonen in de Gazastrook, Nabloes (het vroegere Sichem), Hebron, Bethlehem, Ramallah en omgeving. Het is voor de meeste Palestijnse gezinnen onder normale omstandigheden al moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen, maar de moeizame betrekkingen tussen joden en Palestijnen maken de zaken alleen maar gecompliceerder. Ook de onderlinge conflicten tussen de Palestijnen maken de situatie er niet beter op. Met name grote gezinnen, oude mensen en gehandicapten hebben het zwaar. Hoewel ze zich hebben teruggetrokken uit Gaza, beschouwen Palestijnse moslims de aanwezigheid van Israëlische militairen op zee en in het grensgebied van de Gazastrook nog steeds als een bezetting. Vooral omdat het moeilijk is om goederen vanuit de buitenwereld in de overbevolkte enclave te krijgen. Inwoners van Gaza krijgen maar zelden de kans om vanuit de enclave naar het buitenland te reizen. Vooral aan de Egyptische kant is het verschrikkelijk moeilijk om aan een visum te komen. De meeste inwoners van Gaza zijn nog nooit de Egyptische grens over geweest. Caïro, de grootste stad in de Arabische wereld, hebben ze nog nooit gezien, ook al ligt deze maar 350 kilometer verderop. Ook op de Westelijke Jordaanoever wordt het grensgebied nog altijd zeer streng door Israël gecontroleerd, hoewel hier gelukkig enkele locaties zijn waar het economisch beter gaat. De Palestijnen krijgen weliswaar eco-

nomische hulp uit het buitenland, maar er zijn ook landen die wapens, granaten en raketten leveren. Dat maakt de situatie er niet beter op, want het zet hen aan tot meer geweld tegen Israël. De bevolking leeft onder enorme druk: ze is verbitterd en vaak vervuld van regelrechte haat jegens Israël. Want bijna elke familie heeft wel een zoon, een neef, een vader, een moeder of zus verloren in een van de oorlogen, protestmarsen, gewapende opstanden, terroristische aanslagen of confrontaties die in de afgelopen 65 jaar hebben plaatsgevonden. Zelfs onder Arabieren onderling is er strijd: gevechten tussen politieke en militaire groeperingen (zoals Hamas en Fatah) hebben vele honderden mensenlevens gekost. Alleen al gedurende achttien maanden in 2006 en 2007 kwamen zo’n zeshonderd mensen om het leven. Uiteindelijk is het alleen Gods liefde die deze mensen kan veranderen; alleen Hij kan hun haat en woede wegnemen. Zo’n 2500 mensen in Gaza noemen zich christen. Maar de overgrote meerderheid is niet praktiserend, al zijn sommige toegewijde christenen gemarteld vanwege hun geloof. Een aantal van hen heeft actief bijgedragen aan hulp aan weduwen, ouderen en gehandicapten. De christenen in de Gazastrook hebben vooral behoefte aan bemoediging. Mensen die hen vanuit de buitenwereld in Gaza opzoeken, vertellen dat ze tot in het diepst van hun ziel geraakt zijn en dat ze bij het afscheid tot tranen toe bewogen zijn. ‘De christenen in Gaza vragen ons om aan hen te blijven denken.’

Gebedspunten:  Dank de Heer dat Hij de beloften aan de joden én aan de Arabieren niet vergeten is. Hij is trouw aan beide groepen; enkele Arabieren hoorden op de Pinksterdag voor het eerst over Jezus Christus in hun eigen taal (Handelingen 2:11). Het is duidelijk dat God wilde dat ze het Goede Nieuws zouden horen. Dank de Heer voor de Palestijnen die Jezus al hebben aangenomen als hun Verlosser. Bid dat hun aantal zal toenemen!  Bid dat velen innerlijke genezing zullen vinden. Mensen voelen ook nu nog de littekens van de strijd die ze in de afgelopen decennia hebben opgelopen.  Bid voor de militante strijders van Hamas en Fatah. Dat er een verandering mag komen in hun hartsgesteldheid, waardoor ze de liefde van Jezus mogen leren kennen. Simon de Zeloot behoorde tot Jezus’ discipelen. Veel zeloten in Jezus’ tijd namen hun toevlucht tot geweld om hun doelen te bereiken (Mattheüs 10:4).  Bid voor de dappere christenen die te midden van Palestijnse moslims wonen; dat zij op een goede manier van Gods liefde mogen getuigen (Mattheüs 5:16). Vraag de Heer of Hij hen wil sterken in hun geloof (Efeziërs 3:16-17). 15

Dag 12 Al-Masjid Al-Aqsa 12 Augustus 2011

Al-Aqsa Mosque

De derde heilige plaats in de islam De Rotskoepel

V

olgens de islamitische overlevering was Mohammed, de profeet van de islam, in 621 na Christus in Mekka, waar hij óf een visioen kreeg óf een verbazingwekkende fysieke reis maakte die bekend werd als de ‘Nachtelijke Reis’. Het verhaal wil dat de engel Gabriël tot hem kwam op een gevleugeld paard genaamd Buraq, dat een menselijk gezicht had. Gezeten op dit vreemde dier vloog Mohammed door de lucht naar Jeruzalem, een afstand van zo’n 1200 kilometer. Volgens de overlevering verschenen andere profeten, zoals Mozes, Jezus en Adam, op de Tempelberg in Jeruzalem (de Tempel zelf was 551 jaar eerder, in 70 na Christus, verwoest).* Mohammed ging hen voor in gebed en zou vervolgens opnieuw Buraq hebben bestegen om op te varen naar de hemel, tot in Gods nabijheid. Hier bepleitte hij bij God een minimum van vijf gebeden per dag; kennelijk had God eerder geëist dat mensen dagelijks vijftig keer tot hem zouden bidden. Hierna wil het verhaal dat Mohammed terugkeerde naar Mekka en het verhaal van zijn wonderbaarlijke reis aan anderen vertelde. De meeste mensen weigerden hem te geloven. De plaats waar Mohammed tijdens zijn ‘Nachtelijke Reis’ zou hebben gebeden, op het meest zuidelijke uiteinde van de Tempelberg, werd bekend als de ‘verste moskee’, wat de Arabische betekenis is van Al-Masjid Al-Aqsa. De moskee werd in 705 na Christus voltooid en naderhand verscheidene keren herbouwd nadat aardbevingen ver16

Gebedsfocus voor de vrijdag woestingen hadden aangericht. Volgens de traditie bedekt de gouden ‘Rotskoepel’, naast de Al Aqsa-moskee, nu de plek waar Mohammed naar de hemel zou zijn opgevaren. De Al Aqsa-moskee geldt voor de meeste moslims als de op twee na heiligste religieuze plek. Volgens één overlevering zou Mohammed zelf hebben gezegd dat een islamitisch gebed dat wordt uitgesproken in de Kaäba in Mekka gelijk staat aan 100.000 gebeden; een gebed in Medina staat gelijk aan 1000 gebeden en een gebed in de Al-Aqsa-moskee in Jeruzalem is 500 gebeden méér waard dan op elke andere plek. (Vanzelfsprekend kennen christenen niet op een vergelijkbare manier waarde toe aan het gebed; zij zien het uitsluitend als een communicatiemiddel waarmee zij omgang hebben tot God.) *Moslims baden tot 624 na Christus dagelijks in de richting van Jeruzalem, daarna begonnen ze in de richting van Mekka te bidden.

Gebedspunten: Enkele duizenden moslims wonen het wekelijkse vrijdaggebed bij in de Al Aqsa-moskee, die zo’n 4000 mensen kan herbergen. Tienduizenden mensen bidden tijdens grote religieuze manifestaties op de terrassen buiten de moskee. Om veiligheidsredenen hebben de Israëli’s de toegang tijdens het vrijdaggebed beperkt tot oudere mannen die een gezin hebben. Sommigen van hen zijn de stamvader van hun gezin. Bid voor de mannen die het vrijdaggebed bijwonen. Vraag of de Heer hun geest verlicht, zodat ze ernaar verlangen om te weten wat er gebeurde in de oorspronkelijke tempel van Israël (met name volgens Mattheüs 27:51). Zij hebben de openbaring nodig dat alleen Jezus werkelijk mensen tot de Vader kan leiden (Johannes 14:6). Roep Jezus, de Zoon van God, de Koning van Israël uit tot Heer over de moslimmannen die komen bidden (Johannes 1:49). Bid dat ook hun familieleden in het koninkrijk van God mogen binnengaan (Johannes 3:3).

Zijn de Palestijnen de vroegere Filistijnen?

D

e huidige bewoners van de Gaza hebben niets te maken met de vroegere Filistijnen. De naam Palestina is een Romeins Latijnse misvorming van het woord Filistijn, maar de hedendaagse Arabische Palestijnen zijn niet de Filistijnen. De naam Palestina werd door de Romeinen aan Judea gegeven na de joodse opstand van 135 A.D. In het Arabisch wordt het woord Palestina gespeld als ‘Falestin’, wat lijkt op Filistijn. Het Arabisch kent geen ‘p’. Sommige Arabische Palestijnen zeggen dat ze Filistijnen zijn omdat ze weten dat er oorlog was tussen de Israëlieten en de Filistijnen. Sommigen doen dat om haat op te wekken, anderen zijn gewoon niet goed geïnformeerd. In werkelijkheid komen de Filistijnen van Kreta in de Middellandse Zee die zich aan de kust vestigden. (Genesis 10:14; 1 Kronieken 1:9-15). De Filistijnen kwamen helemaal niet uit Arabië. Er zijn verschillende bijbelse teksten die de verwoesting van de Filistijnen en hun beschaving voorzeggen (Jeremia 47:1-7; Ezechiël 25:15-17 en Joel 3:4-6). Voor Christus veroorzaakte de inval door Egyptenaren, Assyriërs, Babyloniërs, Perzen en Grieken onder bevel van Alexander een effectieve uitdunning van de Filistijnen. Later bezetten de Romeinen, de Arabieren, de kruisvaarders, de Turken en de Britten het gebied. De Filistijnse bevolkingsgroep, hun cultuur, bestuur, taal en godsdienst zijn verdwenen.

13 Augustus 2011

Dag 13

Hezbollah

H

ezbollah, in 1982 gevormd, is een politieke, maatschappelijke en militaire organisatie in Libanon. De naam Hezbollah betekent ‘De Partij van God’. Deze sjiitische organisatie krijgt aanzienlijke religieuze, financiële, politieke en militaire steun uit Iran. Syrië heeft Hezbollah eveneens in politiek en praktisch opzicht ondersteund. De organisatie heeft een zeer sterk en actief sociaal netwerk ontwikkeld in de Bekaa-vallei, het zuiden van Beiroet en het zuiden van Libanon. Het is een politieke factor van grote betekenis. Verscheidene regeringen in de wereld beschouwen Hezbollah als een terroristische organisatie. Hiertoe behoren onder meer de Verenigde Staten, Australië, Canada, Israël en Groot-Brittannië. Hezbollah veroordeelde de aanslag op het World Trade Center in 2001, maar is tegelijkertijd beschuldigd van andere zelfmoordaanslagen (of pogingen daartoe) in het verleden. Hezbollah ontkent elke betrokkenheid bij welke aanslag dan ook. De sjiitische Hezbollah-beweging heeft geen banden met Al Qaida, want dat is een soennitische beweging. De meeste Arabieren beschouwen Hezbollah als een legitieme Libanese verzetsorganisatie die zich consequent heeft verzet tegen de gewapende strijdkrachten van Israël. Uit bepaalde onderzoeken blijkt dat 65 tot 85 procent Hezbollah gunstig gezind is. Toch bestempelen verscheidene regeringen in het Midden-Oosten, waaronder Egypte, Saoedi-Arabië en Jordanië, Hezbollah als een ‘onverantwoordelijke en gevaarlijke’ organisatie. Doordat ze samenwerkt met Iran en Syrië, heeft Hezbollah in Libanon een enorme

wapenvoorraad opgebouwd. Naar verluidt zou men zelfs vier keer zo veel wapens bezitten als vóór de Israëlische invasie van Libanon in 2006. Hezbollah beschouwt Israël niet als een legitieme staat en rechtvaardigt haar acties tegen Israël als een defensieve vorm van de jihad.

Gebedspunten: Bid voor de leiders van Hezbollah: Sjeik Mohammed Hoessein Fadlallah, Hassan Nasrallah, Naim Qassem en andere, minder bekende, leiders. Bid dat ze mogen ontdekken dat het ware leven alleen in Jezus Christus te vinden is (Johannes 1:9-14, 1 Johannes 1:4). Bid dat deze mannen ontdekken welk plan God heeft om de wereld waarachtig te zegenen door het zaad van Abraham (Galaten 2:14 en 26-29). Hezbollah telt naar schatting 7000 tot 10.000 vrijwilligers en strijders, die klaar zijn voor een gewapend conflict met Israël. Bid dat zij Gods licht zullen zien en dat zij de Messias mogen leren kennen. Jezus is de enige die ten diepste hun verlangen naar een rechtvaardige wereld kan vervullen; een wereld die zal worden geregeerd door de ware God van Abraham (Jesaja 65:17 en 2 Petrus 3:13). 17

Dag 14 De overstromingen in Pakistan 14 Augustus 2011

Pakistan viert vandaag zijn Onafhankelijkheidsdag

D

e ernstigste natuurramp die Pakistan ooit trof, in juli en augustus 2010, is wel omschreven als een ‘tsunami in slowmotion’. De ramp eiste meer dan 1600 slachtoffers en maakte vijf miljoen Pakistani dakloos. Meer dan twintig miljoen mensen hadden behoefte aan humanitaire hulp: voedsel, onderdak en noodhulp. Een vijfde deel van Pakistan stond onder water. Doordat er cholera en dysenterie uitbrak, grepen dodelijke ziekten via het water om zich heen. Het aantal mensen dat te kampen kreeg met acute diarree liep in de honderdduizenden. Toch ontstonden door deze ramp mogelijkheden om Gods liefde aan de Pakistani te tonen en hen te dienen in naam van Jezus Christus. Veel mensen onderkenden dat de geboden hulp afkomstig was van plaatselijke christenen. Een Pakistaanse districtsbestuurder gaf als commentaar: ‘Ik heb waardering voor de inspanningen van christenen; ze staan altijd vooraan als er hulp geboden moet worden en ze zijn dienstbaar zonder bijbedoelingen’. Nadat er hulpgoederen waren uitgedeeld, zei een inwoner van een klein dorp: ‘Ik heb in mijn hele leven nooit eerder christenen ontmoet. Dit is de eerste keer dat ik er een tegenkom; maar u ziet er hetzelfde uit als wij.’ De medewerker van de hulpploeg vertelde hem dat zij volgelingen zijn van Isa (de islamitische naam voor Jezus). De man antwoordde: ‘Van mijn eigen geloofsgenoten kwam niemand ons te hulp, maar u bent uit een verafgelegen plaats gekomen. U bent werkelijk trouwe volgelingen van Isa’. Een andere inwoner van het getroffen gebied zei, nadat hij gedurende een maand zij aan zij met een reddingsteam had gewerkt: ‘Er is geen redding mogelijk buiten Isa Masih (Jezus de Messias)’. Hij had twee jaar naar de waarheid gezocht.

18

Toch kwam er niet alleen goed nieuws uit Pakistan. Een leidinggevende van een reddingsteam vertelde: ‘Er werd openlijk hulp geweigerd aan vluchtelingen die christen waren, terwijl anderen werd gevraagd zich te bekeren tot de islam als ze geholpen wilden worden. Kunt u zich voorstellen hoe moeilijk zo’n keuze is? Óf je geloof afzweren óf je kind niet te eten kunnen geven.’

Gebedspunten:  Bid voor de herstelwerkzaamheden op de lange termijn in heel Pakistan. Bid voor alle slachtoffers van de overstroming -- de treurenden, de gewonden en de mensen die have en goed hebben verloren. Velen verloren hun huizen, stukken land, eigendommen en ondernemingen, zaken die soms door meerdere generaties zijn opgebouwd. Bid dat al deze mensen afdoende onderdak, drinkwater en voedsel zullen vinden. Zij hebben de hoop nodig die gelegen is in Gods beloften.  Bid voor de christenen in Pakistan, van wie de meerderheid in ontstellende armoede leeft. Geef dat ze troost en bemoediging vinden bij hun hemelse Vader.  Bid voor de vele nieuwe christenen die Jezus Christus tijdens de overstromingen hebben leren kennen. Zij hebben discipelschap nodig, alsmede een goed begrip van de liefde van God de Vader en de Messias.  Bid voor de vele gelovigen die hun best doen om hoop, leven en vrede te brengen in moeilijke omstandigheden.

Dag 15 De stad Surat in de Indiase deelstaat Gujarat 15 Augustus 2011

Vandaag viert India zijn Onafhankelijkheidsdag

E

r zijn wereldwijd ongeveer een miljoen Dawoodi Bohras-moslims. Ze wonen in Pakistan, het MiddenOosten, Oost-Afrika en de Indiase deelstaat Gujarat, in het westen van India. In India zijn de Dawoodi Bohras herkenbaar aan hun uiterlijk: de mannen dragen baarden, witte, met een gouden rand afgezette mutsen en lange witte gewaden. De vrouwen dragen kleurrijke, geborduurde boerka’s die uit twee delen bestaan. De stad Surat, in de deelstaat Gujarat, staat bekend als de hoofdstad van de Dawoodi Bohras. Deze historische havenstad, gelegen aan de oevers van de rivier de Tapi, is vermaard om zijn prachtige zijde, zijn verfijnde brokaat en de handel in fijne kruiden. In de zeventiende en achttiende eeuw was Surat een van de meest welvarende steden van India. De Verenigde OostIndische Compagnie vestigde in 1612 haar eerste magazijnen in Surat, dat toen in Perzië lag. Het woord ‘Bohra’ is afgeleid van het woord ‘vohorvu’, dat in het Gujarati de betekenis heeft van ‘handel drijven’. De meeste Bohras zijn kooplieden in uiteenlopende gebieden. De staat Gujarat heeft in de afgelopen tien jaar te maken gehad met allerlei natuurrampen: droogte, cyclonen, overstromingen en aardbevingen. Surat werd zwaar getroffen door een aardbeving en de daaruit voortvloeiende overstromingen die een groot deel van Gujarat verwoestte. Ook braken er verscheidene keren rellen in de stad uit. Surat is een explosieve stad: het is een bekend gegeven dat de spanningen tussen hindoes

Dr. Syedna Mohammed Burhanuddin, een Darwoodi Bohras leider

en moslims regelmatig oplopen en escaleren. Bij het minste of geringste vinden er opstootjes en rellen plaats: bezittingen worden verwoest en mensen worden zonder veel scrupules om het leven gebracht. Surat heeft als stad grote betekenis voor de Dawoodi Bohras, want het is de plaats waar hun geestelijke leiders hun opleiding krijgen voor hun zendingsarbeid. De stad heeft een bekende universiteit die speciaal voor dit doel is toegerust. De beste studenten komen er vanuit de wijde omgeving naartoe en het is een eer om voor deze universiteit te worden geselecteerd en er je opleiding te ontvangen. De gemeenschap van de Bohras leeft afgezonderd en geïsoleerd en het evangelie heeft er nog geen ingang gevonden. Al enkele jaren is een gebedsteam actief, dat gericht tot de Heer bidt om mensen die tijd willen vrijmaken voor zendingswerk onder de Bohras en de moslims van Surat. Momenteel gebeurt er maar heel weinig om de naam van Jezus uit te dragen onder deze bevolkingsgroep. Surat is een stad die als geen ander behoefte heeft aan het licht van het evangelie. Bid dat vredestichters zorgen voor een oogst van rechtvaardigheid onder de moslims van Surat.

Gebedspunten:  Zoek het aangezicht van de Heer, Jehovah Jireh, die in alles voorziet (Genesis 22:14). Bid tegen de geest van materialisme, waar de samenleving van de Bohras van doortrokken is. Vraag de Heer om Zich aan hen te openbaren als Degene die in alles voorziet.  Bid dat de Heer wonderen zal doen onder de Bohras in Surat. Bid dat zij dromen en visioenen van de levende God zullen ontvangen.  Vraag de Heer van de oogst om meer arbeiders die bereid zijn zich onder de Bohras in Surat te vestigen. Bid om wijsheid voor hun leiders. Bid dat de juiste mensen bij het zendingswerk betrokken zullen raken.  Bid voor een geest van nederigheid onder de Bohras.  Bid dat de Vredevorst de spanningen tussen moslims en hindoes in Gujarat zal verminderen. Beide partijen zullen moeten inzien dat vrede de beste oplossing is.  Bid dat de levendige handel openingen voor het evangelie zal bieden. 19

ng hti a ric Sji ze i / ieu nn lig Soe Re en) lj o mi g( k in s vol slim be Mo slim ge Mo nta en) rce i lj o Pe (m ing

d Lan

“Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.” (Daniel 7:14)

1

Indonesië

233 80.3%

187 Soenni

2

Pakistan

185 95.8%

177 Soenni/Sjia

3

Bangladesh

165

4

India

5

Iran

75.1 98.6%

74.1 Sjia

Moslims per continent

Bevolking

6

Egypte

84.5 86.6%

72.3 Soenni

Afrika

429 miljoen

7

Turkije

76 96.7%

Midden-Oosten

250 miljoen

8

Nigeria

Azië

800 miljoen

9

Europa*

44 miljoen

158.3

73.2 Soenni/Sjia

Algerije

35.5 97.3%

34.5 Soenni

10

Marokko

32.8

99%

32.7 Soenni

Noord- en Zuid-Amerika 5 miljoen

11

Irak

31.5

96%

30.2 Sjia

Totaal

12

Afghanistan

29.2

99%

29.1 Soenni

13

Soedan*

43.5 61.4%

26.6 Soenni

14

China

15

De voornaamste wereldreligies: Boeddhisten: 478 miljoen Chinese traditionele religies: 410 miljoen Animisten / Afrikaanse stammenreligies / Overig: 311 miljoen Hindoes: 959 miljoen Seculier / Atheïsten: 938 miljoen Moslims: 1.58 miljard Christenen (alle denominaties) : 2.2 miljard

Noord-Amerika

1,215 14.2% 172.5 Soenni/Sjia

71.5 Soenni

1.5 miljard

u New York p. 10

89% 146.5 Soenni

45%

*(Inclusief Rusland)

20

k vol Be

op rd g tee lkin sor vo Ge m be sli mo

Moslims Wereldwijd

1,331

1.9%

24.9 Soenni

Saudi Arabië

26.3 92.4%

24.3 Soenni

16

Oezbekistan

27.8

85%

23.6 Soenni

17

Jemen

24.3

99%

24.3 Soenni/Sjia

18

Syrië

22.5

90%

20.3 Soenni

19

Maleisië

28

63%

17.5 Soenni

20

Niger

16

97%

15.5 Soenni

* Naar verwachting wordt Zuid-Soedan in juli 2011 onafhankelijk

Zuid-Amerika

I

n december 2010 maakte een man die met Facebook bezig was, een grafisch overzicht van Facebook verbindingen over de hele wereld. Het enorme aantal verbindingen in Noord-Afrika, Turkije, Libanon, Pakistan, Bangladesh en Noord-India valt op. Ook is er een verbazingwekkend groot aantal gebruikers in Maleisië,

u Moskou p. 27 u Berlijn p. 34

Europa

Centraal-Azië u Istanbul p. 31

u El Jadidah p. 11

u Tadzjikistan p. 28 u Kolai bevolkingsgroep p. 9 u Hezbollah p. 17 u Qizilbash p. 35 u Al Aqsa p. 16 u Libië p. 22 u Palestijnen p. 15 u Awan / Balrampoer p. 14 u Op zoek naar vrijheid p. 9 u Pakistan p. 18 u Saoedi bevolkingsgroepen p. 8 u Mekka p. 7 u Surat p. 19 u Shuwa p. 29

Azië u ‘Terug naar Jeruzalem’ p.33

Midden-Oosten

u Touba p. 25

u Maleisië p. 26

Het gele kader is het 10/40 raam waar de meeste van de onbereikte bevolkingsgroepen van de wereld nog steeds wonen (tussen de 10e en de 40e breedtegraad)

Indonesië en de zuidelijke Filippijnen. Hoewel dit meest plaatselijke verbindingen zijn, laat het zien dat moslims meer en meer integreren in de wereldwijde gemeenschap. Veel jonge moslims zijn heel goed op de hoogte van popmuziek sterren en films die internationaal bekend zijn. De wereld is aan het veranderen.

u Kerinci p. 24

Afrika

Zuidoost-Azië

u  Kangean p. 24

Nooord-Afrika Midden-Oosten Pakistan, India, Bangladesh

Maleisië, Indonesië, Filippijnen 21

16 Augustus 2011

Libië

Dag 16

(Dit fictieve verhaal is gebaseerd op ware gebeurtenissen)

Het originele artikel was geschreven vóór de Libische opstand tegen Muammar Kaddafi.

R

ashid zit uit te kijken over de Middellandse Zee. Achter hem ligt de Sahara-woestijn. Zijn vijf kinderen zijn vrolijk met elkaar aan het spelen, terwijl zijn vrouw de barbecue schoonmaakt. Rashid maakt zich zorgen. Normaal gesproken geniet hij van een barbecue in het warme lenteweer: gesprekken voeren met zijn vrienden, muntthee drinken en ontspannen na een week van hard werken. Vooral de afgelopen week was bijzonder inspannend, omdat er een nieuwe wet werd afgekondigd die voorschrijft dat ondernemingen zoals de zijne zich opnieuw moeten laten registreren. En dat betekent uren in de rij staan. Bovendien is Rashid er niet zeker van of hij de nieuwe wet wel helemaal begrepen heeft. De nieuwe inzichten waarover de wet spreekt, zijn ongebruikelijk voor zijn land, waar corruptie en voorkeursbehandelingen ertoe geleid hebben dat de olierijkdom niet ten goede is gekomen aan de gewone man. Een zakelijke reis naar Europa heeft een schok teweeggebracht bij hem: gebouwen, wegen, ja, echt alles wordt voortdurend hersteld en opgeknapt. In zijn land worden de dingen vaak verwaarloosd tot het te laat is. Maar dat is niet de belangrijkste reden dat Rashid bezorgd is. De fysieke omstandigheden zijn niet belangrijk – wat Allah wil, gebeurt uiteindelijk tóch. Rashid kent de betekenis van zijn naam: Langs de Juiste Weg Geleid. Het idee dat hij de juiste weg bewandelt, vervult hem met trots. Natuurlijk, je weet het nooit helemaal zeker met Allah, maar Rashid heeft er alle vertrouwen in dat hij alles doet wat Allah verlangt: hij bidt, vast, betaalt belasting en verklaart bij elke gelegenheid zijn trouw 22

aan Allah. Over een jaar of twee denkt hij voldoende te hebben gespaard om naar Mekka te gaan. Maar als hij terugdenkt aan zijn reis naar Europa, en in het bijzonder aan een van zijn Europese leermeesters, glijdt er een donkere wolk over al die zekerheden. De leraar bleek niet te leven zoals Rashid had verwacht. En in een van hun vele gesprekken bij de thee vertelde hij Rashid dat God niet in de eerste plaats geïnteresseerd was in wat wij voor hem deden, maar vooral in de vraag of we wilden aannemen wat Hij door de Messias voor ons had gedaan! Hij leek er zeker van te zijn dat hij na zijn overlijden bij de Heer zou wonen. Hoe was dat mogelijk? Hij had Rashid aangeraden om naar een Arabische televisiezender te kijken. Uit beleefdheid had Rashid de details opgeschreven. Na zijn thuiskomst bleef hij er maar aan denken. En gisteravond laat, toen hij zeker wist dat niemand het zou merken, zocht hij het kanaal op en keek er een paar minuten naar. Hij voelde zich schuldig en was doodsbang dat iemand er achter zou komen. Inmiddels heeft Rashid een veel groter probleem: de boodschap spreekt hem aan, maar hij weet ook dat er niets van klopt. Sinds zijn kinderjaren weet hij dat christenen in drie goden geloven, dat de oorspronkelijke boeken van Jezus, Mozes en David verloren zijn gegaan en/of door de joden en christenen zijn aangepast. Hoe kan deze boodschap, die zij overduidelijk hebben ontleend aan dit boek, de door God gegeven waarheid zijn?

Goedheid

Zijn goedheid brengt ons tot inkeer (Romeinen 2:4)

Gebedspunten:  Bid voor de overheid in Libië -- opdat de welvaart gelijkmatig wordt verdeeld en dat het land op een betere manier wordt geregeerd (Exodus 23:8, Deuteronomium 16:19).  Bid dat reizigers uit Libië oprechte christenen zullen ontmoeten die willen getuigen van hun geloof (Handelingen 8:26-39).  Bid dat méér christenen in Libië een baan zullen vinden, waardoor ze mogelijkheden krijgen om hun geloof in Jezus in woord en daad uit te dragen.  Bid dat Libiërs de juiste kanalen vinden op radio, satelliettelevisie en internetsites. Deze massamedia blijken zeer effectief en hebben vele geholpen bij het vinden van het ware geloof. God openbaart zich op vele manieren!  Bid dat de Heilige Geest de waarheid zal laten zien aan de inwoners van Libië, ondanks alle misvattingen die er bestaan over de Bijbel en het christelijk geloof. (Zie www.lovelibya.com voor meer informatie)

Getuigenissen uit Turkije

E

en jonge vrouw uit een conservatieve moslimfamilie werd een volgelinge van Jezus Christus. Toen haar broer dit hoorde, was hij ervan overtuigd dat zij weer snel tot de islam zou terugkeren. Maar toen hij merkte dat dit niet gebeurde, eiste hij dat zij haar nieuwe geloof zou afzweren en de islamitische geloofsbelijdenis zou opzeggen. Zij weigerde, waarop hij een metalen stang greep en dreigde haar te zullen doden. Familieleden weerhielden hem hiervan, maar haar moeder smeekte haar onder tranen om de geloofsbelijdenis uit te spreken. Dat deed zij uiteindelijk, maar later kreeg ze daar diepe spijt van. Toen ze een andere Turkse christen over het voorval vertelde, legde deze vriend uit dat de apostel Petrus Jezus ook had verloochend, maar vergeving had ontvangen en in ere hersteld was. Zij heeft inmiddels diezelfde genade ondervonden en zegt: ‘Ik heb me voorgenomen om de Heer nooit meer te verloochenen’.

E

en voormalige gevangene die nog maar kortgeleden gedoopt was, had het erg moeilijk toen iemand hem allerlei vragen stelde die hem deden twijfelen aan de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament. Hij vertelde dat hij met heel veel twijfel in slaap viel, terwijl er een bijbel naast zijn bed lag. Midden in de nacht werd hij wakker gemaakt door een man die naar de bijbel wees en zei: ‘Wees niet bang. Lees mijn boek. Ik ben altijd bij je’. Later kwam hij tot het besef dat Jezus Zélf tot hem gesproken had en hij voelde zich hierdoor zeer bemoedigd.

E

en gezin maakte zich zorgen om Sait, een veertigjarig familielid dat geestelijk in de war was en voortdurend in de straten van de stad op en neer liep. In een wanhopige poging hulp te vinden, huurden ze een auto en brachten hem naar een christengemeente in een grotere stad, die werd geleid door een Turkse voorganger met de naam Ali. Sait zag er smerig uit: hij had een lange, slecht verzorgde baard, zijn broek zat vol urinevlekken en zijn vingernagels waren meer dan twee centimeter lang. Hij kon niet praten en was overduidelijk niet goed bij zijn verstand. De familieleden vroegen Ali of hij hen op de een of andere manier kon helpen. Hij antwoordde: ‘Jezus kan dat, maar jullie moeten wel geloven dat Hij dat kan’. Ze zeiden: ‘Als we niet geloofden dat Hij ons kan helpen, zouden we dan vijf uur gereisd hebben om u te ontmoeten?’ Dat vond Ali een overtuigend antwoord. Hij stapte op de bebaarde man af, gaf hem een flinke knuffel en bad voor hem. Sait deed hen verbaasd staan: voor het eerst in vijf jaar begon hij in samenhangende zinnen te spreken. Een week later werden Ali en zijn geloofsgemeenschap verblijd met een telefoontje van de familie. Ze vertelden dat Sait zich nu gewassen heeft, dat hij goed eet, goed bij zijn verstand is en dat hij niet meer op straat zwerft. 23

Dag 17 Het volk van de Kangean 17 Augustus 2011

Indonesië viert vandaag zijn Onafhankelijkheidsdag

H

et volk van de Kangean (in totaal 135.000 zielen) woont op de Indonesische eilandengroep Kangean, ten noorden van Bali. De eilanden hebben toeristen veel te bieden: ongerepte stranden bieden een prachtig uitzicht over de Javazee en het dichtbeboste oostelijke deel is het domein van vele diersoorten en prachtige vogels. Apen, komodo’s en slangen komen er in overvloed voor. Plaatselijke handwerkslieden verkopen houten gebruiksvoorwerpen. Sinds 1993 wordt er op de eilandengroep naar gas geboord. De boorinstallaties zijn met Oost-Java verbonden door een pijpleiding van 430 kilometer lang, die zich grotendeels onder water bevindt. Andere grondstoffen waar de economie van de eilanden op draait, zijn teakhout, kokosnoten en zout. Ondanks de boringen naar gas kennen de Kangean-eilanden nog veel gebieden die niet ontwikkeld zijn. Reizigers die van avontuurlijke bestemmingen houden, zullen zich hier snel thuis voelen. De Kangean-eilanden herbergen een van de laatste pakweg 200 moslimvolkeren van meer dan 100.000 mensen waar geen georganiseerde pogingen zijn ondernomen om een gemeenschap van christenen in het leven te roepen.

Gebedspunten:   Bid dat God zich bekend zal maken! (Lucas 10:21-24)  Proclameer Psalm 97:1 over deze eilanden.  Vraag de Heer of Hij deuren wil openen waardoor bewoners van de Kangean-eilanden het Goede Nieuws kunnen zien en horen. (Marcus 16:15-18)  Bid dat de bevolking van de Kangean-eilanden de mogelijkheid krijgt om in haar eigen taal de Bijbel te lezen, films over het evangelie te zien en met christenen van gedachten te wisselen. 24

Dag 18 De Kerinci uit Indonesië 18 Augustus 2011

D

e wijsheid van God (uit Spreuken 8:25): “Toen de bergen nog niet waren neergezet, werd ik voortgebracht, nog voor de heuvels er waren.” Het volk van de Kerinci, oorspronkelijk afkomstig van de oostkust van Sumatra, vluchtte lang geleden tijdens een oorlog vanuit enkele moslim sultanaten naar hun huidige vaderland, hoog in de bergen van Bukit Barisan. Ze spreken Kerinci en Bahasa Indonesisch. Het merendeel van de in totaal 260.000 Kerinci bestaat uit boeren die rijst, aardappelen, koffie en kaneel verbouwen. Zij oogsten zelfs hars en rotan, afkomstig uit de oerwouden. Zij die in de buurt van het Kerinci-meer en andere kleine meren wonen, leven van de visserij. De Kerinci hebben voorkomen dat ze geassimileerd raakten met de sterker vertegenwoordigde volkeren die in het laagland wonen. Momenteel komt hun relatieve geïsoleerdheid in het gedrang door regeringsbeleid, dat erop gericht is om

mensen uit de Jawa, Sunda en Bali bevolkingsgroepen te herhuisvesten vanwege plantageprojecten op hun rijke bodem. Bovendien ontwikkelt het World Wildlife Fund momenteel een indrukwekkend nationaal park ter bescherming van het tropisch regenwoud en de flora en fauna. De islam is als geloofsrichting in de meerderheid onder de Kerinci, maar ze houden ook vast aan het animisme, wat vooral tot uiting komt in traditionele geneeswijzen en magische rituelen waarmee de oogst wordt gezegend.

Gebedspunten:  Vraag de Heer om wijsheid en bescherming voor de christenen die zich onder de Kerinci bevinden.  Bid voor Gods wijsheid en autoriteit in de strijd met de geestelijke machten die dit volk generaties lang in hun greep hebben gehouden. (1 Korintiërs 1:30, 2 Korintiërs 10:4)

Dag 19 Touba en de Mouriden 19 Augustus 2011

S

oefisme is een beweging die zich richt op een innerlijke, mystieke dimensie van geestelijke ervaringen binnen de islam. Soefi’s streven ernaar om binnen te gaan in de aanwezigheid van het goddelijke om hun innerlijk zelf te reinigen. Soefi-bewegingen worden doorgaans geleid door gidsen die met veel eerbied worden behandeld. Sommige orthodoxe moslims – waaronder de hoofdstroming in Saoedi-Arabië, de Wahhabi’s – beschouwen de soefi’s als ketters. De meeste moslims in Senegal en Gambia zijn verbonden aan soefi-broederschappen, zoals de Tijaniyyah, Xaadir (Qadiriyya), Mouriden en Layene. Binnen elke beweging zijn weer splintergroeperingen ontstaan rond specifieke leiders en bijzondere dogma’s. De Mouriden-beweging, met haar hoofdkwartier in de Senegalese stad Touba, werd in 1883 opgericht door Amadou Bamba. Amadou Bamba (1850-1927) was een islamitische mysticus, een mohammedaanse kluizenaar en een spiritueel leider, die mensen onderwees in meditatie, islamitische rituelen, arbeid en het bestuderen van de koran. Hij benadrukte de zin van arbeid en dat heeft vruchten afgeworpen: zijn volgelingen staan bekend om hun arbeidsethos. Amadou Bamaba was het niet eens met de verovering van West-Afrika door de Fransen, maar hij was altijd tegen het voeren van een heilige oorlog. Hij moedigde veeleer aan wat hij omschreef als de jihad al-akbar (‘de ware strijd’), die geleverd zou moeten worden door het volgen van onderwijs en door godvrezendheid. In Senegal en Gambia heeft de Mouriden-broederschap het op vele terreinen van de lokale economie voor het zeggen. Veel volgelingen schenken een deel van hun inkomen aan de beweging. Abdoulaye Wade, de huidige president van Senegal, is een toegewijde Mouride. Meteen na zijn verkiezing in 2000 reisde president Wade maar de heilige stad Touba, teneinde de zegen te verkrijgen van de spirituele leider van de broederschap, de Grote Marabout.

Gebedspunten:  De leiders van de Mouriden zijn de spirituele gidsen voor 3 tot 5 miljoen mensen, en de voornaamste leiders van Touba, de op één na grootste stad van Senegal (tussen de 0,5 en 1,5 miljoen inwoners). Bid voor de leiders van de Mouride-beweging en hun verwanten, dat zij de ware, levende God zullen leren kennen. De economische, sociale en geestelijke barrières zijn aanzienlijk (u zou uw gebed kunnen baseren op Handelingen 13:4-12).

Gebedsfocus voor de vrijdag De grote moskee van Touba, waar Amadou Bamba begraven ligt. Dit is een van de belangrijkste religieuze plaatsen in heel West-Afrika. Bid voor de moslims die hier vandaag samenkomen voor het gebruikelijke vrijdaggebed.

25

20 Augustus 2011

Dag 20

Maleisië

Martelaar in Saoedi-Arabië

M

aleisië is een federale constitutionele monarchie met een regering gebaseerd op het parlementaire systeem. Het land wordt door de Zuid-Chinese Zee in tweeën gedeeld: het schiereiland Maleisië en Maleisisch Borneo. Het ligt in het centrum van Zuidoost-Azië en is omringd door landen als Thailand, Indonesië, Singapore, de Filippijnen, Vietnam en Brunei. De hoofdstad van Maleisië is Kuala Lumpur. De islam is de officiële godsdienst in het land. Maar vrijheid van godsdienst is gegarandeerd, vastgelegd in de grondwet. Van de 28 miljoen Maleisiërs (Maleisiërs, Chinezen en andere etnische groepen) is 60,4 procent moslim. De Maleisiërs (de grootste etnische groepering) zijn overwegend moslim. Er zijn ook Indiase moslims en een klein aantal Chinezen dat tot de islam bekeerd is. Zowel de vorige als de huidige minister-president heeft Maleisië officieus tot een islamitische natie uitgeroepen, maar bepaalde groepen onder de bevolking wijzen deze status af door te verwijzen naar de seculiere grondwet van de natie. Evangeliseren

I onder moslims is bij de wet verboden en hetzelfde geldt voor bekering vanuit de islam. Mensen die christen geworden zijn vanuit een moslimachtergrond zijn schaars in Maleisië. In de meeste gevallen komen deze gelovigen samen in huiskerken, terwijl ze hun islamitische kleding aanhouden. Ook houden ze zich aan cultureel bepaalde gewoonten uit angst te worden ontdekt en lastiggevallen. In veel gevallen hebben ze Jezus Christus leren kennen door een rechtstreekse ontmoeting met de Heer. Hoewel klein in aantal gaat het om mensen die moed tonen in hun geloof en hun getuigenis.

Gebedspunten:  Bid dat christenen in Maleisië hun hart zullen openstellen voor hun moslimburen en dat zij hun op een heel praktische, concrete manier tot zegen kunnen zijn.  Bid dat er meer rechtstreekse ontmoetingen met God plaatsvinden onder de Maleisiërs (zie Handelingen 10:17-48).  Bid dat christenen moed zullen vinden om over hun geloof te vertellen als ze een vriendschapsrelatie aangaan met nieuwe belangstellenden (dit is niet zonder risico). 26

n augustus 2008 doodde een islamitische geestelijke, lid van de commissie voor het promoten van kuisheid en voorkomen van misdaad, zijn 26 jarige zuster, Fatima Al-Mutairi. Zij had van haar geloof getuigd tegenover haar familie in de oostelijke provincie van Saoedi-Arabië. De contacten bij De Stem der Martelaren laten weten dat het contact dat Fatima met andere gelovigen had in feite beperkt was tot internetforums en via de telefoon. ‘Onderdeel van haar getuigenis aan de familie was haar overtuiging dat de weg van Christus de zuiverste en heiligste weg van alles was. Nadat zij haar getuigenis tegenover haar familie had afgelegd, vond ze haar broer in haar kamer met haar laptop open voor zich,’ rapporteert de SdM. ‘Op haar laptop stonden aantekeningen over haar geestelijke reis, die hij onderzocht om meer bewijs tegen haar te vinden. Haar broer sloot haar vier uur lang op in haar kamer. In die uren schreef ze een laatste brief op internet. Kort erna werd Fatima vermoord,’ laten de contacten van SdM weten.

Dit verhaal komt van de website ‘Voice of the Martyrs’. Meer nieuws is te vinden op de website van stichting De Ondergrondse Kerk www.sdok.nl

Dag 21 Moslims in Moskou 21 Augustus 2011

Een vloedgolf vanuit Centraal-Azië

Z

” olang het dag is, moeten we het werk doen van hem die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen.” (Johannes 9:4) Rusland staat bekend om zijn rijke historie, het doorzettingsvermogen van zijn inwoners in zware tijden en zijn bouwkundige meesterwerken. Wie aan Rusland denkt, ziet beelden voor zich van statige schilderingen van iconen, immense steppen, besneeuwde bossen en koppen dampende thee en dieprode borsjt (soep). Toch is het imago van Rusland in hoog tempo aan het veranderen. Moskou, de hoofdstad van het land, heeft de grootste moslimbevolking van alle Europese steden. Schattingen lopen uiteen van 400.000 tot 2 à 3 miljoen (het aantal illegale vreemdelingen loopt waarschijnlijk in de honderdduizenden). Veel moslims in Moskou zijn afkomstig uit de arme voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië. Tadzjieken, Oezbeken, Afghanen, Kozakken, Tataren en vele andere bevolkingsgroepen komen in recordaantallen naar de stad, op zoek naar wat voor werk dan ook. Ze wonen vaak dicht opeengepakt bij elkaar in slecht onderhouden huisjes in arme wijken. Ze proberen zoveel mogelijk van hun schamele loon over te houden om dat naar huis, naar hun gezin, te sturen. Ze worden soms het slachtoffer van mishandeling, van moord of zelfs van brandbommen en vaak zijn ze moderne slaven van ruwe, nietsontziende werkgevers. Het leven in Moskou is voor hen niet gemakkelijk, maar ze verkie-

zen het om begrijpelijke redenen boven hun uitzichtloze bestaan in hun vaderland. Ver van huis en haard, van hun gezin en hun eigen tradities, staan moslims uit Centraal-Azië in Rusland bloot aan nieuwe verleidingen op sociaal en cultureel gebied. Maar er ontstaat ook een nieuwe openheid waardoor ze waarheid van Gods Woord te horen kunnen krijgen. ‘Ik had altijd een hekel aan Rusland en ik wilde er eigenlijk niet terugkeren’, vertelt een nieuwe christen met een moslimachtergrond. Nadat hij in Moskou de mogelijkheden had gezien om moslims uit zijn vaderland te vertellen over Gods Woord, werd hij een enthousiast zendeling: ‘Nu heb ik het gevoel dat Rusland mijn tweede vaderland is’, zegt hij. Hoewel er belangstelling bestaat voor de Jezusfilm, de dvd over Maria Magdalena en de zogeheten CARS-Bijbel (de Centraal-Aziatische Russische Schrift), richt slechts een klein aantal nieuwe gelovigen zich specifiek op moslims. Omdat moslims in Moskou over het algemeen immigranten zijn, worden ze toch al overweldigd door het leven in zo’n miljoenenstad. Zonder hun familie voelen ze zich eenzaam en zoeken ze naar vriendschappen. Deze omstandigheden bieden goede aanknopingspunten om hen over het evangelie te vertellen.

Gebedspunten:   Vraag de Heer of Hij wil doordringen tot de harten van moslims in Rusland.   Bid voor het vertaalwerk en voor drukwerk van goede kwaliteit van christelijke lectuur voor Russisch sprekende moslims en mensen die nog maar pas tot geloof gekomen zijn. Bid dat zij leren hoe ze met Jezus moeten wandelen.   Bid voor eenheid, visie en wijsheid voor gemeenteleiders in geheel Rusland om het evangelie bekend te maken onder Russische moslims. Bid dat bekeerlingen uitgroeien tot discipelen die zich bemoedigd en toegerust weten om anderen op weg te helpen.   Bid dat kerken in Rusland concrete, praktische stappen zullen zetten om te evangeliseren onder moslims in hun omgeving.   Bid dat nieuwe bekeerlingen de kans krijgen om echte discipelen van de Heer te worden. Er zijn maar weinig samenkomsten voor mensen die besluiten om Jezus Christus te volgen. De meeste zijn alleen gericht op mensen uit Kazachstan. 27

22 Augustus 2011

Dag 22

Tadzjikistan Wat zal de toekomst brengen?

D

e achttienjarige Zebo wil graag naar de universiteit. Ze droomt van een beter bestaan voor haar familie in Tadzjikistan. Ze verlangt naar een leven waarin ze zich niet voortdurend zorgen hoeft te maken of ze voldoende te eten hebben en waarin ze niet hoeft te lenen en te smeken om haar studie te kunnen bekostigen. Net als veel andere jonge mensen gelooft ze dat zij en haar familie uit de problemen zijn als ze Engels kan studeren en een goede baan kan vinden bij een buitenlandse werkgever. In haar eigen land is er weinig waar ze op kan vertrouwen, in tegenstelling tot de periode waarin het land deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. Zebo heeft zelfs haar twijfels over het sterke vertrouwen dat haar familie in de islam stelt. Ze weet dat het heel moeilijk zal zijn om uit het leven te halen wat ze ervan verlangt. De laatste tijd hebben haar ouders haar onder druk gezet om te trouwen in plaats van een studie te volgen en een carrière op te bouwen. Het leven lijkt erg veel op een doodlopende weg. Ze vraagt zich af: ‘Waar kan ik hoop vinden?’ Zebo staat model voor duizenden jonge mensen die weinig verwachten van een toekomst in hun vaderland Tadzjikistan. Dit land met zijn zeven miljoen inwoners, ingesloten tussen Afghanistan, Oezbekistan, Kirgizië en China, is de armste van alle voormalige Sovjetrepublieken. Meer dan 80 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en het geschatte jaarinkomen ligt gemiddeld rond de 250 euro per persoon. Het merendeel van de bevolking bestaat uit vrouwen en kinderen, omdat veel mannen naar Rusland zijn vertrokken in de hoop daar werk te vinden. Sommigen komen nooit 28

Khorug meer terug en soms sturen ze de beloofde financiële steun niet door naar het gezin dat ze hebben achtergelaten. De laatste tijd is de invloed van de islam op de mensen sterker geworden, mede doordat sommigen in conservatievere moslimlanden hebben kunnen studeren en de strikte regels die daar gelden hebben overgenomen. Negentig procent van de mensen in Tadzjikistan bestaat uit moslims en slechts een tiende procent is christen. Hoewel veel mensen teleurgesteld zijn in de islam, zijn er maar weinig mensen die actief en oprecht op zoek zijn naar God. Maar ze zijn er wél.

Gebedspunten:   Jongeren denken na over hun toekomst, hetzij in, hetzij buiten hun vaderland. Bid dat God hun een levensdoel geeft in Jezus de Messias. Bid dat er meer arbeiders komen voor de oogst onder jonge mensen.   De afwezigheid van vaders die in Rusland en in andere landen werken, beïnvloedt de stabiliteit van de maatschappij in Tadzjikistan (Spreuken 1:8, 3:12, 4:1, Efeziërs 6:4, Psalm 68:5, 27:10).   Bid dat er krachtige discipelen opstaan, die op hun beurt zijn toegerust om anderen tot geloof in Jezus Christus te brengen. Velen van hen zijn pas onlangs bekeerd (1 Johannes 2:12-14, Titus 2:1-14).

Het stadje Khorug (naar schatting 20.000 inwoners) en de steden en dorpen van de autonome Tadzjiekse provincie Gorno-Badaksjan behoren tot de meest geïsoleerde plekken ter wereld. De provincie, gelegen in het Pamir gebergte, omvat 45 procent van het oppervlak van het land, maar slechts drie procent van de bevolking van Tadzjikistan (zo’n 200.000 mensen) woont er. Meer informatie op de Wikipedia-pagina over Khorug.

Jezus zei over het evangelie dat het zou worden verkondigd tot aan de ‘einden van de aarde’. Khorug mag hier zeker toe gerekend worden.

Dag 23 De Shuwa Arabieren in Tsjaad 23 Augustus 2011

Anderhalf miljoen mensen die de Goede Herder niet kennen

D

e Shuwa Arabieren trokken honderden jaren geleden vanuit Soedan naar Tsjaad. Hun taal lijkt erg op het Arabisch dat in de koran gebruikt wordt. De islam is bepalend voor hun identiteit en zij beschouwen zichzelf als bewakers van het geloof. Ze staan erg wantrouwend tegenover vreemdelingen en zijn ook bevreesd voor het ‘boze oog’, de invloed van demonen en de zwarte magie van omringende volkeren. Maar als hun vertrouwen eenmaal is gewonnen, tonen ze aan buitenstaanders een uitbundige gastvrijheid. De Shuwa zijn halfnomaden. Bij hen draait het leven om het welzijn van hun dieren (koeien, geiten en schapen). Hoewel het per regio kan verschillen, is het gebruikelijk dat jonge gezinnen in het droge seizoen op zoek gaan naar voedsel en water voor de dieren. In het regenseizoen keren zij terug om voor de gierst- en maïsvelden te zorgen. Over het algemeen leven ze in kleine gemeenschappen, die voornamelijk uit verwanten bestaan. Als de droogte intreedt en de dieren niet langer voedsel op het land kunnen vinden, of als het dorp te groot wordt, trekt een groep gewoon verder om zich te vestigen in een nieuw, onbewoond gebied. Andere families trekken naar de grote steden, waar ze vaak uitgroeien tot succesvolle handelaren en stedelijke gewoonten aannemen. De afgelopen jaren zijn er in de dorpen basisscholen gevestigd, hoewel die nog maar door kleine aantallen kinderen worden bezocht. Sommige meisjes worden

besneden als ze zes tot acht jaar oud zijn. Vaak worden ze rond hun twaalfde tot veertiende jaar uitgehuwelijkt aan neven en andere verwanten en doorgaans worden ze in zo’n gearrangeerd huwelijk moeder op hun vijftiende. Veel vrouwen hebben acht tot tien kinderen, hoewel slechts tweederde daarvan de eerste jaren overleeft. Jongetjes gaan vanaf hun zesde naar een islamitische school. Deze scholen liggen vaak in de gebieden van andere stammen, zodat de jongens in hun eentje opgroeien, zonder hun ouders en broertjes en zusjes. Zij moeten bedelen voor hun eten en geld bijeenbrengen voor hun onderwijzers. Sommigen worden beschuldigd van diefstal en worden mishandeld.

Gebedspunten:  De Shuwa lijken ontzag te hebben voor ‘echte’ praktiserende christenen. Soms gebeurt het dat christelijke onderwijzers en landbouwdeskundigen naar hun regio worden uitgezonden. Helaas vertrekken deze mannen vaak ook weer snel, of ze worden geïndoctrineerd door de islam of gaan zich te buiten aan drank. Bid dat de weinige christenen die in deze regio wonen oprechte getuigen van Jezus Christus mogen zijn. Geef dat zij in hun levenswandel laten zien dat zij waardige volgelingen van de Heer zijn. (Kolossenzen 1:9-12)  Voor zover bekend bevinden zich onder deze Arabieren geen christenen. Enkele individuele stamleden hebben gevraagd om bijbels en cassettebandjes. De film over het leven van Jezus is een bruikbaar instrument om het evangelie onder deze volken bekend te maken.  Spreek de tekst uit Johannes 10:10-16 hardop uit als u bidt voor deze schapenhoudende nomadenvolken. Zie ook 1 Petrus 2:25. 29

Dag 24 De ‘Terug naar Jeruzalem’-beweging 24 Augustus 2011

Chinese christenen willen hun Messias eer bewijzen

E

en stukje geschiedenis: in de jaren veertig van de vorige eeuw sprak God tot enkele Chinese christenen over de verspreiding van het evangelie: te beginnen in de west-Chinese provincie Xinjiang en dan via diverse moslimlanden helemaal naar Jeruzalem. Ze noemden zichzelf de ‘Overal Evangeliserende Gospel Groep’; Westerse missionarissen noemden hen de Evangelische ‘Terug naar Jeruzalem’-beweging’. De religieuze wortels van deze groepering zijn onder meer terug te voeren tot de ‘Jesus Family’-beweging die in de jaren twintig het evangelie predikte in de dorpen. Zij wijdden zich toe aan ‘opoffering, onthouding, armoede, lijden en sterven’ voor de zaak van het evangelie. De eerste doelstelling van de ‘Terug naar Jeruzalem’-beweging was de verkondiging in de volgende Chinese provincies: Xinjiang, centraal-Mongolië, Tibet, Sichuan, Qinghai, Gansu en Ningxia in midden-, noord- en west-China. Ook wilden ze de landen langs de Aziatische grens bereiken: Afghanistan, Iran, Saoedi-Arabië, Irak, Syrië, Turkije en Palestina. Als ze deze regio’s met het evangelie zouden hebben bereikt, wilden ze gemeenschappen van nieuwe christenen stichten en ondertussen bestaande activiteiten ondersteunen en vernieuwen. Voor de financiering van deze initiatieven besloten ze volledig op God te vertrouwen. De beweging drong in de jaren vijftig inderdaad door tot het westen van China en werd hevig vervolgd, waarbij veel gelovigen in de gevangenis terechtkwamen. Simon Zhao, een van de vroege leiders, kreeg 31 jaar gevangenisstraf. Hoewel Zhao de gevangenis in ging als een jonge visionair, kwam hij er – in 30

Boven: ‘Jezus Christus’ in het Chinees

een sterk veranderd China – weer uit als een grijze oude man die geen vrienden had. Het nieuws over Zhao’s vrijlating deed wel de ronde, maar het duurde zes jaar voordat kerkelijk leiders hem opzochten. Aanvankelijk deelde Zhao zijn visie voor de zendingsorganisatie ‘Terug naar Jeruzalem’ niet met anderen. In plaats daarvan verkoos hij christelijke leiders in China te bemoedigen en voor hen te bidden. Pas in de jaren negentig begon Zhao zijn visie door te geven aan een groep Chinese christenen en hen aan te moedigen om de visie die de Heer hem meer dan vijftig jaar geleden had gegeven over te nemen en verder te ontwikkelen. Na nog eens vijftien jaar zendingsarbeid overleed hij in 2001. In deze periode kregen verscheidene christenen in China het op hun hart om de doelstellingen van de ‘Terug naar Jeruzalem’-beweging opnieuw gestalte te geven. Vandaag de dag stellen veel Chinese christenen zich ten doel om het evangelie door te geven vanaf het westen van China en via moslimlanden helemaal terug naar Jeruzalem. Zij geloven dat de Chinese kerk in de laatste dagen voor Christus’ wederkomst de taak heeft om het evangelie terug te brengen naar Jeruzalem, teneinde de cirkel rond te maken. Immers, het evangelie werd hun oorspronkelijk vanuit het westen aangereikt. ‘Honderden Chinese gezinnen verlangen ernaar om te verhuizen naar Chinese regio’s die nog niet met het evangelie zijn bereikt’, zo vertelde een Chinese huiskerkleider. Er zijn leiders die hopen dat ze letterlijk duizenden rondreizende zendelingen

op pad kunnen sturen om gemeenten te stichten onder de volkeren die niet tot de Han-Chinezen behoren. Interculturele uitwisselingen bestaan nog maar kort in China, maar toch bidden sommige christenen voortdurend dat ze deel mogen hebben aan zending onder moslims, hindoes en boeddhisten. Zij willen hun graag het Goede Nieuws van het Koninkrijk brengen.

Gebedspunten:   Beroep u in gebed op de beloften uit Jesaja 66:18-23. Geef dat de Heer deuren zal openen waardoor Chinese christenen zijn glorie kunnen verkondigen aan de naties. Sommige Chinese christenen hebben al moedige pogingen ondernomen om hun geloofsovertuiging aan andere culturen bekend te maken, maar de resultaten zijn niet altijd positief. Er bestaat enorm veel behoefte aan efficiënt en diepgaand onderwijs aan mensen die bereid zijn om andere volken met het evangelie bekend te maken. Onderwijs is bittere noodzaak; geloofsijver alleen is niet voldoende.

Dag 25 Istanbul, Turkije 25 Augustus 2011

Een stad van 12,8 miljoen inwoners, van wie de meeste op zijn minst in naam moslim zijn

I

stanbul wil gezien worden. En het is niet moeilijk om te begrijpen waarom. De stad kent veel variatie: de winkelcentra behoren tot de modernste in Europa, maar sommige keienstraatjes dateren nog uit de Byzantijnse tijd. In de straten lopen tieners met piercings in hun lichaam zij aan zij met zwaar gesluierde vrouwen. Het samengaan van godsdienst en de moderne tijd behoort tot de wezenskenmerken van de multiculturele aanblik van Istanbul. De stad is qua grootte de vijfde stad van de wereld, maar de enige stad ter wereld die gelegen is op twee continenten. Istanbul en de omliggende regio tellen zo’n 3.000 moskeeën, maar de mate waarin de inwoners zich betrokken voelen bij religieuze activiteiten loopt sterk uiteen. Een slordige 70 procent van de bevolking woont in het Europese deel van de stad en zo’n 30 procent in het Aziatische deel. Istanbul is met recht een stad met een uiteenlopend wereldbeeld. Als we bidden voor Istanbul, is het goed om enkele zaken in gedachten te houden. Ten eerste kent de stad een oosterse cultuur; de denkwijze is gebaseerd op het principe van eer en schande in plaats van het principe van schuld en onschuld. In relationele en religieuze kwesties zijn de inwoners van Istanbul eropuit om de schijn op te houden. Dit is een van de redenen waarom families vaak leden verstoten die zich tot het christendom bekeren. De eer van de familie eist dat: moslims worden niet geacht de islam te verlaten. Als dat gebeurt, is het een schande voor de personen in kwestie en voor hun familie. Jezus zei dat wie Hem wilde volgen, alles zou moeten achterlaten. In

Istanbul is ‘alles achterlaten’ zeker voor jongeren een keuze met vérstrekkende gevolgen (Marcus 10:29-30). Een ander punt dat van belang is als we bidden voor Istanbul, is breken met het verleden. Hoewel Istanbul deels een ‘seculiere samenleving’ is, zijn strikt islamitische regels, volksislam en animisme nog altijd in hoge mate bepalend in het dagelijks leven van de meeste mensen. Vrouwen dragen een blauwe kraal om ‘vervloekingen’ af te wenden en de vruchtbaarheid te stimuleren. Het huwelijk en de dood zijn omgeven met rituelen die zijn gebaseerd op verzen uit de koran. Alles wordt overgelaten aan het goddelijk noodlot (dat hier kismet wordt genoemd), dat vaak een mengeling van angst en woede teweegbrengt als mensen worden geconfronteerd met rampspoed in hun leven. Angst en frustratie zijn logische gevolgen van het islamitische beeld van de God van Abraham. Volgens hun denkwijze kun je nooit zeker weten dat je zonden vergeven zijn en dat je bevrijd bent van angst en schaamte. Het komt door deze mengvorm van overtuigingen dat veel gelovigen in Istanbul het moeilijk vinden om te begrijpen hoe Jezus vrijwillig zijn leven gaf om ons te redden. Christenen die voortkomen uit een moslimachtergrond getuigen van het feit dat zij volledig moesten breken met hun amuletten en hun fatalistische wereldbeeld. Alleen zó konden ze echt vrij zijn om de Heer te dienen. Als we bidden voor mensen die tot geloof komen in Jezus Christus, moet ons gebed mede gericht zijn op vernieuwing van hun denken. (Efeziërs 4:22-24)

Gebedspunten:  Als we bidden voor de inwoners van Istanbul, moeten we deze prachtige mensen leren zien vanuit Gods perspectief. Probeer u voor te stellen hoe frustrerend het is als hardwerkende mannen – vaak zestien uur per dag – hun salaris zien devalueren door de inflatie.  Bid voor de jongeren, voor wie de meeste beloften en de hoop op een betere toekomst van weinig waarde zijn.  Bid voor vrouwen van wie alleen maar wordt verwacht dat ze kinderen baren, en die worden verstoten als dat niet gebeurt. Laat ons bidden in het geloof dat onze gebeden worden verhoord (Efeziërs 3:18, Johannes14:13, 2 Petrus 3:9). Meer informatie over Istanbul is te vinden op de website www.MeetIstanbul.com Zie Turkse video op YouTube ‘Prayershorts’ kanaal

31

Dag 26 De Nacht van Kracht 26 Augustus 2011

In moskeeën over de gehele wereld bidden miljoenen moslims vannacht tot God om te vragen om zijn hulp en bijstand. Deze zogeheten ‘Nacht van Kracht’ is een bijzondere nacht. Moslims geloven dat Mohammed de koran ontving in het laatste deel van de ramadan; een feit dat tijdens deze ‘Nacht van Kracht’ wordt gevierd. Moslims voeren tijdens deze nacht verschillende religieuze activiteiten uit, maar velen richten een speciaal gebed tot God. Er zijn moslims die ruim vóór zonsopgang opstaan om hun verzoeken tot God te richten, anderen brengen een groot deel van de nacht door in gebed. Ze worden aangemoedigd om Allah in alle oprechtheid en overtuiging te vragen voor alles waar ze behoefte aan hebben, zolang dat op religieuze gronden is toegestaan. Ongetwijfeld zijn er ergens ter wereld moslims die God vannacht om hulp vragen in een situatie van werkloosheid, huwelijkskwesties, het verlangen om een kind te krijgen en dergelijke. Waar moslims over de gehele wereld hulp bij nodig hebben is de zorg voor gehandicapte familieleden. De moeilijkste gevallen, ongeacht of ze jong of oud zijn, worden niet zelden verstoten, verborgen, achtergelaten of misbruikt. Er rust een groot sociaal taboe op gehandicapten, omdat ze gezien worden als ‘door God vervloekt’. Families stoppen hen vaak weg voor het oog van de buitenwereld, en zeker als ze verstandelijke tekortkomingen hebben, worden ze vastgebonden in achterkamertjes of weggestuurd naar instellingen die door de staat geleid worden. Veel instellingen zijn overbevolkt, waardoor ze niet in staat zijn de juiste zorg aan deze behoeftige mensen te besteden. Van één zo’n voorziening in Turkije is bekend dat er een wachtlijst van drieduizend 32

Gebedsfocus voor de vrijdag

personen bestaat. Ouders of familieleden die niet willen of niet kunnen zorgen voor hun eigen gehandicapte kinderen of verwanten, denken dat de regering het beter voor elkaar heeft. Maar het resultaat is vaak een langzame, pijnlijke dood of massahuisvesting in omstandigheden die nog het meeste weg hebben van een gevangenis. We mogen bidden voor een échte ‘Nacht van Kracht’ in het leven van velen die te lijden hebben onder de pijn en de afwijzing die veroorzaakt wordt door handicaps en ziekten.

Getuigenis: In Turkije was Murat zo’n verweesd jongetje, door zijn vader achtergelaten op de drempel van een weeshuis. Murat had een extreme vorm van hersenverlamming. Vijftien jaar daarna ontmoette ik hem, in een tehuis voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen lag hij in een metalen bedje dat te klein voor hem was. Nadat ik had vastgesteld dat hij kon praten en hij dingen begreep, vertelde ik hem dat God van hem hield. Maar ik was geschokt door zijn duidelijke antwoord: ‘Nietes. Het feit dat ik gehandicapt ben, bewijst dat God zeker NIET van mij houdt.’ Murat stond toe dat ik die dag met hem bad. Een week later zocht ik hem opnieuw op in zijn metalen bed – en ik zag een jongeman die volledig veranderd was. De Here Jezus was aan hem verschenen en had hem verteld dat Hij wel degelijk van hem hield. Murat grijnsde van oor tot oor. ‘Ik weet nu dat God van mij houdt’, zei hij, stralend van vreugde, terwijl de tranen in mijn ogen opwelden uit diepe dankbaarheid voor deze boodschap van het Koninkrijk. Dit ‘teken’ was gekomen nadat het Koninkrijk van God verkondigd was.

Gebedspunten: We mogen vanavond met recht bidden voor mensen in vele landen. Veel mensen zoeken de gehele nacht het aangezicht van de Heer. Moge Hij u hierin leiden. Dit is een specifiek gebedsonderwerp: ongeveer een zesde deel van de totale Turkse bevolking van 73 miljoen mensen worstelt met een ziekte of handicap. (Zie Mattheüs 15:30; Marcus 1:34 en 3:10)   Bid voor de Turkse christenen die omzien naar mensen die vanwege hun ziekte of gebrek bijzondere zorg nodig hebben.   Bid dat zij bemoedigd worden en dat de Heilige Geest hen leidt naar mensen die open staan voor het Woord van God.   Bid dat de maatschappij in moslimlanden zich anders opstelt tegenover mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Bid dat steeds meer mensen zich niet laten ontmoedigen door de armoede en de sociale uitsluiting.   Bid dat er een nieuw regeringsbeleid van kracht wordt in Turkije, waardoor vrijwilligers de mogelijkheid hebben om regelmatig actief te zijn binnen deze door de staat gecontroleerde instituten.   Bid dat er meer media komen die het Goede Nieuws aan gehandicapten kunnen overbrengen.

Dag 27 Het tij keert in Centraal-Azië 27 Augustus 2011

D

e aanduiding ‘Centraal-Azië’ heeft meestal betrekking op de vijf voormalige Sovjet-Republieken: Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan. Maar ook landen als Azerbeidzjan, Afghanistan, Iran en de autonome regio Xinjiang in Noordwest-China vallen binnen de grenzen van de regio die wordt aangeduid als Centraal-Azië. De historische Zijderoute, de beroemde handelsroute waarlangs Marco Polo en talloze andere mensen reisden, doorkruist het gebied vanaf Xian (in China) tot Istanbul (in Turkije). Hoewel de regio tegenwoordig verdeeld is door nationale grenzen, zijn de meeste etnische bevolkingsgroepen van Turkse oorsprong, hun talen en culturen vertonen overeenkomsten. Zo spreken de Oeigoeren (in noordwest-China), de Kozakken (uit Kazachstan), de Oezbeken, de Kirgiziërs, de Turkmenen en de Azeri allemaal talen die in de basis aan het Turks verwant zijn. De taal van de Tadzjieken heeft echter een Perzische oorsprong, vergelijkbaar met de talen die gesproken worden in Iran en Afghanistan. Aansluitend op de val van het IJzeren Gordijn gingen ook in Centraal-Azië enorm veel deuren open voor het evangelie. In 1990 telden de overwegend door moslims gedomineerde volken in deze regio nog minder dan tweeduizend christenen. Vandaag de dag wordt hun aantal geschat op meer dan tachtigduizend! Er zijn veel gemeenten gesticht en uit hun midden zijn voorgangers en leiders opgestaan. Deze christengemeenschappen zenden nu hun eigen mensen uit naar andere landen, zoals China, Turkije, Mongolië, Afghanistan en Iran. Het verbazingwekkende verhaal van wat zich in de vijftien jaar na 1990 allemaal

in deze regio heeft ontwikkeld, mag met recht een van de grote verhalen van onze tijd genoemd worden. Maar uiteindelijk duurde het tijdsbestek van deze openheid voor het evangelie in Centraal-Azië maar kort. Turkmenistan was eind jaren negentig het eerste land dat buitenlandse zendingswerkers uitwees, gevolgd door Oezbekistan. Het werd steeds moeilijker, en in sommige gevallen zelfs onmogelijk, om een kerk te laten registreren. In landen als Tadzjikistan en Kirgizië werden andere wettelijke beperkingen van kracht. Zelfs in Kazachstan, dat te boek stond als het meest ontvankelijke land in Centraal-Azië, wordt dit jaar (2011) een wet van kracht die christenen aanzienlijke beperkingen oplegt. Volgelingen van Jezus Christus lopen nu in veel gebieden de kans gearresteerd, ondervraagd of beboet te worden als ze samenkomen. Voorgangers zijn vals beschuldigd en veroordeeld tot gevangenisstraffen die uiteenlopen van enkele weken tot verscheidene jaren.

De geschiedenis toont aan dat de verspreiding van het evangelie niet kan worden tegengehouden door gelovigen te vervolgen en te beperken in hun vrijheid van handelen. In sommige gevallen hebben beperkingen, gevangenneming en zelfs martelaarschap juist een stimulerende uitwerking op de geloofsverbreiding.

Gebedspunten:  Bid voor de christengelovigen in Centraal-Azië op basis van Handelingen 4:29-30: “Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, uw dienaren, in staat om vrijmoedig over uw boodschap te spreken door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, uw heilige dienaar.” 33

Dag 28 Turken in Berlijn 28 Augustus 2011

Een belangrijk cultuurverschil tussen westerlingen en veel moslims

B

erlijn wordt soms omschreven als de grootste Turkse stad buiten Turkije. Er zijn Turkse inwoners van Berlijn die zich tot Duits staatsburger hebben laten naturaliseren, maar de meeste houden vast aan hun Turkse nationaliteit. Sinds 2007 zijn nog eens duizenden Turkssprekende Bulgaren toegevoegd aan hun toch al grote aantal. Immigranten uit Turkije, Bulgarije en andere landen ondergaan een enorme cultuurschok wanneer ze in Berlijn aankomen. Velen komen voor het eerst in een grote stad terecht; een enorme overgang in vergelijking met hun leven in de dorpen in hun vaderland. Hun dromen over economische voorspoed en veiligheid komen vaak niet uit. Mede door de economische crisis waarin de wereld momenteel verkeert, ligt het werkloosheidspercentage onder Turken in Berlijn nog altijd rond de veertig procent. Al tientallen jaren strijken Turkse immigranten neer in Berlijn. De stad kent een volledige Turkse moslimgemeenschap, waardoor zelfs Turken die nauwelijks Duits spreken zich weten te redden. In sommige buurten worden de straten van de stad gedomineerd door moslims, waardoor hun macht over individuele burgers toeneemt. Om een voorbeeld te noemen: als een Turk een christelijk boekenstalletje zou bekijken en er wat uit meeneemt, is de kans groot dat hij een paar meter verderop wordt aangesproken door een toekijkende moslim. Hoewel de Turken al meer dan veertig jaar in grote aantallen in Berlijn vertegenwoordigd zijn, zijn ze door veel christelijke kerken over het hoofd gezien. Al zijn er uitzonderingen op deze regel. Sommige gemeenten hebben gebeden voor kansen om de Turkse gemeenschap met 34

het evangelie te laten kennismaken. Via persoonlijk contact en vriendschapsrelaties is er veel christelijke lectuur aan hen doorgegeven. Door de jaren heen zijn zo’n vijftig Turken in Berlijn tot geloof gekomen in Jezus Christus. Sommige van deze gelovigen komen bijeen in huisgemeenschappen of voor kerkdiensten in het Turks. Onlangs kwam een nieuwe geloofsgroep van Turkse christenen uit Bulgarije van de grond.

Gebedspunten:  Bid dat er meer contacten ontstaan tussen Berlijnse christenen en Turken, zodat zij meer te weten kunnen komen over Gods liefde en duidelijke getuigenissen te horen krijgen van Turken die in Jezus zijn gaan geloven.  Bid dat christenen die contact hebben met Turkse inwoners zowel met liefde als met autoriteit zullen spreken, zodat zij effectief van Gods liefde kunnen getuigen. Er zijn vooral gemotiveerde christenen nodig om contact te leggen met de tweede en derde generatie van Turkse emigranten.

In het westen zijn jongeren vrij om zo spontaan te zijn als ze maar willen, zo lang dat gebeurt binnen het gangbare denkkader van goed en kwaad. Ze mogen luidruchtig, onbesuisd en uitbundig zijn, zolang ze maar niets kapot maken of anderen hinderen. In de westerse wereld geldt de regel: ‘Zo lang je een ander niet benadeelt of aan zijn eigendommen komt, is het doorgaans geen probleem’. Jongeren uit de moslimwereld kijken hier anders tegenaan. Waar ze ook gaan, ze zijn altijd de vertegenwoordiger van hun familie of hun bevolkingsgroep. Jongeren zijn niet vrij om te doen en laten wat ze maar willen. Ze moeten altijd ‘eerbaar’ handelen, zodat de eer van hun familie en hun bevolkingsgroep hoog gehouden wordt. Als ze andermans eigendommen beschadigen, is dat een slechte zaak, niet in de eerste plaats omdat iemand daar het slachtoffer van is, maar vooral omdat het schande brengt over hun eigen volk. Als niemand weet wie het gedaan heeft, is er geen sprake van schaamte of schuldgevoel. Ze voelen zich schuldig wanneer ze schande over hun eigen volk brengen, maar niet omdat ze een ander benadelen. Afkomstig uit een boek van Roland Müller: ‘De boodschap, de boodschapper en de samenleving’, Canbooks 2010, p. 148 (online verkrijgbaar als e-book).

Dag 29 De Qizilbash in Afghanistan 29 Augustus 2011

Wie zijn de sjia’s (sjiieten)? De eerste drie kaliefs (opvolgers) van Mohammed werden gekozen uit de bredere moslimgemeenschap. De vierde was Ali, een neef van Mohammed en zijn schoonzoon die was getrouwd met Fatima, de dochter van Mohammed. Ali kon zijn positie kort in stand houden voor hij in 661 vermoord werd. De sjia’s geloven dat de rechtmatige heersers van de moslim-gemeenschap wereldwijd in feite Ali en zijn elf nakomelingen zijn, door de kleinzoon van Mohammed, Hussein, die als martelaar stierf in Irak in 680.

Bewogenheid “Hij was met hen bewogen omdat ze als schapen zonder herder waren…” (Marcus 6:34) De Afghanen zijn in een aantal verschrikkelijke oorlogen verwikkeld geweest.

Een meerderheid van de sjia’s geloven dat Hussein’s lijn van opvolgers doorging tot zijn afstammeling Mohammed al-Mahdi, de 12e ‘oprecht geleide imam’, die in 874 op vijfjarige leeftijd op mysterieuze wijze verdween. Hij was tot 941 voor bepaalde mensen nog te benaderen, zo wordt beweerd. Daarna werd de hoop van de sjia dat zij de moslim gemeenschap zouden kunnen regeren, overgedragen naar de ongeziene wereld van waar een verborgen geestelijke gids – de Verborgen Imam (leider) of Mahdi (hij die leidt), uiteindelijk zal terugkeren.

Taal: Dari Bevolking: 316.000

D

e naam Qizilbash, wat in het Turks ‘Roodhoofden’ betekent, wordt gegeven aan een grote verscheidenheid van militante sjiitische groeperingen die bijdroegen aan het stichten van de Salaviden in Iran (1501-1722). Hun naam is afgeleid van hun kenmerkende hoofdtooi, waarvan de twaalf punten getuigen van hun aanhankelijkheid aan de ‘Twaalver’-stam van de sjiitische islam (de belangrijkste sjiitische groepering). De Afghaanse Qizilbash zijn nakomelingen van legers die door Nadir Sjah waren achtergelaten tijdens zijn ‘Indiase campagne’ van 1738. In het verleden hadden zij verantwoordelijke banen op overheidskantoren, maar tegenwoordig drijven zij voornamelijk handel of zijn het handwerkslieden. Omdat ze sjiitische moslims zijn die Perzisch spreken, vormen ze politiek gezien een belangrijk en invloedrijk deel van de Afghaanse samenleving. Precieze cijfers over hun bevolkingsaantal zijn moeilijk te achterhalen, omdat ze een dubbele religieuze identiteit hebben (die taqiyya genoemd wordt). Die is ontstaan doordat ze werden vervolgd door soennitische moslims. Er zijn bij de Qizilbash geen gevallen bekend van mensen die zich tot het christendom hebben bekeerd.

Gebedspunten:  Eer God met een lied. Verkondig de soevereiniteit van Jezus Christus ‘tot de einden der aarde’ aan de hand van Psalm 72:5-8 en 12-14. Houd hierbij de armoede en het geweld in Afghanistan in gedachten.  Bid dat er deuren opengaan in het leven van de Qizilbash, waardoor christenen gelegenheid kunnen krijgen om hen te vertellen over Jezus Christus.  Bid dat zendelingen onder de Afghaanse christenen zich geroepen voelen om onder de Qizilbash te evangeliseren.  Bid dat God zoekende Qizilbash zal leiden naar uitzendingen of internetpagina’s die het evangelie begrijpelijk uitleggen. De complete bijbel is beschikbaar in de Dari taal. Ook is het NT te beluisteren op de volgende website http://www.joshuaproject.net/languages  Bid dat veel Qizilbash de mogelijkheid krijgen om Gods Woord te lezen en te beluisteren. 35

Dag 30 De Tablighi Jamaat-beweging 30 Augustus 2011

De grootste zendingsbeweging van de islam

D

e afgelopen jaren hebben drie tot vijf miljoen moslims hun weg gevonden naar Tongi, even ten noorden van Dhaka (het vroegere Dacca), waar de regering van Bangladesh een terrein van ongeveer 150 voetbalvelden groot heeft gereserveerd voor een jaarlijks evenement. Vanuit meer dan tachtig landen komen er mensen af op deze driedaagse ‘Ijtema’, wat ‘samenkomst’ betekent. Na de hadj is dit wereldwijd de grootste bijeenkomst van islamieten. De ‘Bishwa Ijtema’ (wereldwijde samenkomst) wordt bekostigd door de Tablighi Jamaat-beweging (het genootschap voor het verspreiden van de islam). Centraal in de bijeenkomst staan gebed en meditatie. ‘Politieke discussies zijn niet toegestaan bij de samenkomst’, stelt de Tablighi Jamaat. De organisatie, in de wandelgangen vaak kortweg aangeduid als TJ, is de grootste zendingsgerichte moslimgroep ter wereld (in Afrika, Noord-Amerika, Europa, Azië en elders). Er zijn geen precieze cijfers bekend van het aantal TJ-aanhangers, maar schattingen variëren van 70 tot 80 miljoen volgelingen. Hiermee is het officieel de grootste afzonderlijke beweging binnen de islam. De Tablighi Jamaat legt de nadruk op het ‘bijstellen’ van de moslimdoctrine en het praktiseren ervan. Een onderdeel hiervan is dat men zichzelf isoleert van niet-moslims. ‘We houden onze broeders en zusters die leven in seculiere samenlevingen voor dat omgang met niet-moslims zwakke moslims van hen maakt’, zegt Naeem, een woordvoerder 36

van de groepering in Canada. ‘We zeggen hen dat ze zich moeten afscheiden, dat ze hun eigen scholen moeten stichten en hun tijd met andere moslims moeten doorbrengen. Dit is de enige manier waarop we de strijd met de wereldse mogendheden kunnen aangaan.’ De TJ zijn hiermee ongekend succesvol. Dat komt ook deels doordat een van hun zes ‘Stappen’ voorschrijft dat volgelingen zich in groepsverband voor enkele dagen of weken afzonderen om zo hun eigen geloof te vernieuwen en te versterken. Ze zijn ook betrokken bij gesprekken met andere moslimgroeperingen over toename van de religieuze praxis. Sommige islamitische groeperingen hebben kritiek op de TJ en beschouwen hen als een exclusieve sekte, ‘waarvan het onderricht alle moslims afwijst die zich niet kunnen vinden in hun eigenaardige definitie van de betekenis van het uitdragen van de boodschap van de islam’. De TJ zijn autodidact, pacifistisch en geneigd zich verre te houden van het internet en van camera’s. Maar hun boodschap doet het erg goed in landen als Bangladesh, waar natuurrampen en onderlinge conflicten tienduizenden mensen hebben gedwongen om hun toevlucht te zoeken in vluchtelingenkampen. ‘Zij zijn de enigen die naar deze mensen omzien’, aldus Anwar. ‘De regering heeft niets voor hen gedaan, maar de religieuze groeperingen waren vanaf het begin betrokken bij de hulpverlening. Ze slagen erin de lokale bevolking voor zich te winnen.’

Foto’s van de ‘Bishwa Ijtema’ gepubliceerd met toestemming van de blog:dhakadailyphoto.blogspot.com (Een informatieve en opbouwende website die bijdraagt aan een beter beeld van het leven in Bangladesh)

Gebedspunten:  Bid dat de leden van de TJ bij hun zendingsactiviteiten over de hele wereld christenen tegenkomen die de liefde van Jezus Christus voor hen weerspiegelen (Kolossenzen 4:3; Psalmen 9:20).  Bid voor Bangladesh, een land waarvan de bevolking voor 85 procent uit moslims bestaat en dat méér te verduren heeft dan de meeste andere landen ter wereld. Het land heeft zwaar te lijden van ernstige overbevolking, wijdverspreide armoede en regelmatig voorkomende (natuur-)rampen zoals overstromingen, orkanen en hongersnood.  Bid dat de Heer de harten van moslims opent, waardoor zij leren luisteren naar de boodschap van het evangelie (zie Handelingen 16:13-14).  Bid dat er door Gods hand sterke christelijke geloofsgemeenschappen in het land ontstaan. Bid dat bij degenen die belangstelling tonen voor de Messias het kruis bij de vorming van hun discipelschap centraal zal staan.

Islam, sharia en globalisering

I

n christelijke kring bestaat er momenteel veel verwarring rond het denken over de islam. Aan de ene kant bereiken ons voortdurend ooggetuigenverslagen van christenvervolging, geweld en discriminatie in landen als Pakistan, Saoedi-Arabië en Iran. Het in enkele Europese landen afgekondigde verbod van de sluier die het gezicht volledig bedekt (de niqab) roept extreme beelden op van de islamitische wetten (de sharia), de islam als religie en moslims in het algemeen. Aan de andere kant vinden we in de seculiere media de slogan ‘De islam is een vredelievende godsdienst’ naast verslagen van nieuwe terroristische samenzweringen van Al Qaida en soortgelijke organisaties. Waar ligt de waarheid? Dit is de waarheid: de geschiedenis leert dat de islam veel ingewikkelder in elkaar zit dan zelfs de meeste moslims onderkennen. De islamitische wetten, die pas geleidelijk aan ontstonden in de derde eeuw na de dood van Mohammed, zijn door de eeuwen heen ontwikkeld door minstens zes (middeleeuwse) universiteiten en kennen

De meeste moslims hebben zich de idealen van mensenrechten en democratie eigen gemaakt, maar ze zijn tegelijkertijd ook religieuzer en conservatiever geworden.

aanzienlijke onderlinge verschillen. Er bestond zoiets als ‘toegepaste jurisprudentie’ (oftewel fiqh), waarbij het begrip ‘sharia’ doorgaans refereert aan Gods ideale blauwdruk voor een godvruchtige, menselijke samenleving, zoals deze was ontleend aan de koran en het voorbeeld (de soenna) van de profeet. Maar opvallend weinig teksten hebben betrekking op wat we vandaag de dag zouden omschrijven als ‘staatsrecht’. Vanaf de vroege kalifaten en de vele koninkrijkjes die later ontstonden in de marges van wereldrijken tot aan het laatste grote Ottomaanse Rijk wordt de geschiedenis van moslimsamenlevingen in feite gekenmerkt door het voortdurende getouwtrek tussen de wetsgeleerden (ulama) en de politieke leiders. Ze stonden vaker tegenover dan naast elkaar. Vandaag de dag zijn moslimnaties zonder uitzondering moderne staten, medeondertekenaars van VN-verdragen die algemeen worden erkend als ‘internationaal recht’. De meerderheid ervan kent een autoritair regime. En toch beschouwt het leeuwendeel van alle moslims islam en democratie, de gelijkheid van de seksen en vrije meningsuiting als de sleutels tot een maatschappij die vrede en voorspoed kent. Dat blijkt tenminste uit de grootschalige Gallup-enquête die tussen 2001 en 2007 werd uitgevoerd in 35 moslimlanden. Ze zijn het alleen niet eens met de betekenis die de westerse wereld toekent aan deze begrippen; ze baseren de invulling ervan liever op hun eigen tradities.

Globalisering – het nooit eerder in deze mate gekende vrije verkeer van goederen, kapitaal, immigratie en informatie in alle richtingen – is van grote invloed op onze maatschappij, zowel op de westerse als op de moslimsamenleving. Sociologische onderzoeken belichten de wijdverbreide opleving van religiositeit en tonen aan dat de traditionele religies niet meer uitsluitend voorkomen in bepaalde gebieden, maar zich door de globalisering over de gehele wereld hebben verspreid. Met name voor moslims hebben recente fenomenen als internet en de toegenomen migratie een herbezinning op de traditionele

Globalisering is van grote invloed op moslimgemeenschappen islam teweeggebracht – in verschillende richtingen. Het is duidelijk dat de meeste moslims zich de idealen van mensenrechten en democratie eigen hebben gemaakt. Maar tegelijkertijd zijn ze over het algemeen ook religieuzer en conservatiever geworden, met name als het gaat om de zedigheid van vrouwen. En voor sommigen betekent het wegvallen van oude culturele ijkpunten het begin van een nieuwe religiositeit, die voornamelijk gericht is op wat ‘islamitisch’ is en wat niet. Zo is er een kleine, maar

- vervolg op volgende blz 37

Help moslims bij het leren kennen van de levende... zeer uitgesproken minderheid (de ‘salafis’) die zelfs in de westerse wereld ijvert voor een ‘volledige uitvoering van de sharia’. En hier betekent de ‘sharia’ de zienswijze van de middeleeuwse rechtsgeleerden op zaken als familie-eer, de hudud (de vijf lijfstraffen, zoals de amputatie van de hand bij dieven en de doodstraf voor ‘afvalligen’) in combinatie met nieuwe toevoegingen, die per groepering verschillen. De ‘jihadisten’ vormen één zo’n groepering. Maar het zou onrechtvaardig zijn om alle moslims als ‘extremisten’ weg te zetten. De meesten voelen zich betrokken bij het streven van de wereldwijde samenleving naar meer vrede en begrip tussen de volkeren van onze wereld. Als christenen hebben we gewoon de taak om vriendelijk om te gaan met moslims in onze omgeving, naar hen te luisteren en van hen te leren en de liefde van onze Redder met hen te delen, in woord en daad.

E

r zijn mogelijkheden om moslims te helpen bij het leren kennen van de levende Messias. Maar wie met moslims praat over de Heer moet zich bewust zijn van de context van de moslimcultuur en het moslimgeloof. In dit opzicht zijn onze gesprekken met moslims anders dan vergelijkbare gesprekken met andersdenkenden. De boodschap die we willen overbrengen is weliswaar dezelfde, maar de manieren waarop we die bekend kunnen maken zijn verschillend.

Messias

Algemene uitgangspunten: 1. Gebed: We kunnen niet genoeg benadrukken dat we volledig afhankelijk zijn van de tussenkomst van de Heilige Geest.

2. Wees u bewust van het specifieke doel: De Heer wil ons gebruiken om dóór het evangelie Jezus Chris-

tus bekend te maken aan moslims. Het moet ons doel zijn om deze boodschap begrijpelijk en toegankelijk over te brengen aan onze moslimvrienden. Of ze de boodschap nu wel of niet accepteren, het blijft het onze taak om een relatie met hen te onderhouden die God eer bewijst.

3. Sta open voor persoonlijk en menselijk contact: We moeten moslims oprecht liefhebben, en deze liefde moet tot uiting komen in een houding van vriendelijkheid en respect in de relatie die we met hen hebben. Zoals bij alle echte vriendschappen moeten we de tijd nemen om onze moslimvrienden te begrijpen, te waarderen en te helpen. We moeten ook bereid zijn van hen te leren, zodat er in oprechte vriendschap een echte gedachtenwisseling ontstaat.

38

Respect Vriendelijkheid Zachtmoedigheid

Rechts: Moslimvrouwen bij de Golden Gate Bridge in San Francisco in Californië

Deze eigenschappen zijn onontbeerlijk als we moslims willen winnen voor de boodschap van Jezus Christus.

4. Wees geduldig: We mogen weliswaar vanaf het begin van onze contacten met moslims vrijuit spreken over ons geloof, maar we moeten in gedachten houden dat de meeste moslims ons verhaal vele malen gehoord moeten hebben voordat ze zelfs maar overwegen om Jezus Christus aan te nemen. Word niet ontmoedigd door hun tegenwerpingen. Onthoud dat het Gods goedheid is die ons tot inkeer brengt (Romeinen 2:4).

6. Geef uw vriend een Nieuw Testament of een Bijbel: Moedig hem of haar aan om er regelmatig

9. Beantwoord tegenwerpingen met vriendelijkheid: Laat u niet meeslepen in heftige discussies. We zijn geroepen om vrienden te maken voor Jezus, niet om discussies te winnen.

7. Benadruk Gods volmaakte heiligheid:

10. Wees niet naïef als een moslim aangeeft dat hij in Jezus Christus en de Bijbel gelooft: In zekere zin geloven moslims in Jezus en in de Bij-

5. Leg het evangelie in zeer eenvoudige bewoordingen uit: Gebruik woorden en begrippen

8. Vertel over Gods daden in ons eigen leven:

die voor moslims begrijpelijk zijn. Geef aan wat u zelf verstaat onder begrippen als zonde, gebed, God, de Messias en geloof. Deze begrippen hebben bij moslims vaak een andere betekenis.

in te lezen, in het bijzonder de vier Evangeliën.

God vraagt om gerechtigheid. De mens is doorgaans niet rechtvaardig en is de slaaf van zijn eigen zondige natuur. Noch onderwijs noch morele lessen kunnen hier verandering in brengen. De mens moet opnieuw geboren worden. Vertel over zijn trouw, zijn liefde, zijn goedheid, zijn rechtvaardigheid. Moslims kennen God niet als iemand die geeft en die zijn beloften houdt. Uw getuigenis van een oprecht en actief godvrezend geloof is erg belangrijk.

bel. Toch verschilt hun geloof op vele fronten van wat de Bijbel ons leert. In tegenstelling tot ons geloven zij bijvoorbeeld niet dat een mens een levende relatie kan hebben met God. Jezus zei dat eeuwig leven inhoudt dat we God kennen (Johannes 17:3). Dit betekent niet dat we bepaalde dingen over God weten, maar dat we Hem persoonlijk kennen.

Om een moslim te helpen bij zijn zoektocht naar de Messias, kan oprechte vriendschap en gastvrijheid een belangrijker rol spelen dan allerlei logische argumenten en bewijsvoeringen. 39

Hoe u moslims kunt helpen om de Messias te leren kennen... Wat moeten we vermijden? • Stel de persoon Mohammed niet ter discussie, maar maak aan de andere kant wél duidelijk dat u hem niet als een profeet erkent. We zijn geroepen om mensen te helpen bij het vinden van Jezus, niet om hen te bekritiseren. • Uit geen kritiek op de koran. Er zijn anderen met de

juiste houding en uitgebreidere kennis die met moslims over dit onderwerp spreken.

• Vermijd onderwerpen die politiek gevoelig liggen zoals bijvoorbeeld de Palestijnse kwestie en het toejuichen van wat Israël doet. • Als we benadrukken dat we Jezus zien als ‘de Zoon van

God’, kan dat in eerste instantie weerstand oproepen:

Veel moslims geloven dat een dergelijke overtuiging inhoudt dat God de Vader seksuele omgang had met Maria, waardoor ze een zoon kreeg. Vanzelfsprekend is dit niet in overeenstemming met de christelijke leer. • Ga geen discussies aan over varkensvlees en wijn: Als christenen zijn we geroepen om de naam van Jezus te verkondigen, niet om dieetvoorschriften uit te vaardigen. Wel is het goed om vast te stellen dat dronkenschap verkeerd is. Bied moslims ook geen alcoholische dranken aan.

Specifieke richtlijnen: 1. Praat eerst over zaken waarover u het eens bent: In uw

eerste contacten met moslims – en zelfs in een later stadium – is het nuttig om te praten over de overeenkomsten tussen het geloof van christenen en dat van moslims. Zij geloven dat er één God is, de God van Abraham. Het Arabische woord voor God

40

is ‘Allah’ (christelijke Arabieren gebruiken dit woord eveneens om God aan te duiden). Moslims geloven dat God de wereld schiep, dat Hij alle dingen weet, dat alle wijsheid bij Hem berust en dat Hij zeer machtig is. Moslims geloven níet in de Drie-eenheid. Ze geloven in engelen en profeten als Abraham, Mozes, David, Noach en Jezus. Ze geloven in het Laatste Oordeel. In algemene zin kunnen we het eens zijn op deze punten, zonder de verschillen buiten beschouwing te laten. Maar als we bevestigen wat we van beide kanten geloven, stelt hen dat in staat om met meer begrip en openheid naar ons te luisteren.

2. Maak gebruik van verhalen: Vertel de verhalen over het le-

ven van Jezus en andere mannen en vrouwen die in de Bijbel worden genoemd. De meeste moslims hebben nooit de kans gehad om de Bijbel te lezen (velen van hen hebben zelfs hun eigen heilige boek, de koran, nooit helemaal gelezen). Leer uzelf aan om gelijkenissen, verhalen en voorbeelden uit de Bijbel én uit het dagelijks leven te gebruiken, om zo de boodschap over te brengen. Op deze manier zullen moslimvrienden uw woorden ook beter onthouden.

3. Maak gebruik van media: Zorg dat u enkele bijbels achter de hand heeft, en/of de ‘Jezus’-film, cassettebandjes, cd’s en dvd’s in verschillende talen. 4. Zoek hen op: Wees niet bang om hen in hun eigen huis te

bezoeken en nodig moslims ook bij u thuis uit. Het is wellicht raadzaam om hen in eerste instantie voor een broodmaaltijd of een toetje uit te nodigen. Zo voorkomt u dat er problemen ontstaan als zij vlees voorgeschoteld krijgen.

5. Dring hen niet in de verdediging: U maakt weinig kans om moslims te overtuigen aan de hand van – in onze ogen – redelijke argumenten. De westerse logica heeft voor moslims niet dezelfde gevoelswaarde. Wees gewoon vriendelijk tegen

moslims in uw omgeving en vermijd discussies waarin zij zich gedwongen voelen om de islam te verdedigen.

6. Lees de koran: Het is nuttig om erin te lezen voor een beter begrip, maar u hoeft de koran niet te gebruiken als de enige invalshoek voor uw getuigenis. Het gaat erom dat moslims Jezus leren kennen zoals Hij wordt geopenbaard in de Bijbel. Als u besluit de koran te lezen en wellicht zelfs een moskee te bezoeken, raden wij u aan om te bidden om zijn bescherming en zijn begrip (Efeziërs 6:10–18). 7. Mannen getuigen tegenover mannen en vrouwen tegenover vrouwen: We raden u af om getuigenissen af te leggen te-

gen iemand van de andere sekse; dit geldt zelfs voor schriftelijke contacten. Christenvrouwen kunnen beter niet in gesprek gaan met moslimmannen.

8. Bereid hen voor op hun eerste bezoek aan de kerk: Bereid

vrienden of kennissen uit moslimkringen voor op hun eerste bezoek aan een christelijke kerk of samenkomst. Leg in het kort uit wat zij kunnen verwachten, wat ze zouden moeten doen en wat ze beter niet kunnen doen.

9.Weerstand tegen het christendom: Als we in gesprek raken met moslims, zullen ze waarschijnlijk tegenwerpen dat ons geloof in Jezus de Messias voor hen onacceptabel is. Christengelovigen moeten voorbereid zijn op deze bezwaren en weten hoe ze hier goed mee moeten omgaan. Er bestaan websites die hier specifieker op ingaan.