Het gebruik van tussentaal In reclame en het effect hiervan op de doelgroep door Thomas Sear, student 3e Bachelor Beeldende Vormgeving - studio Reclame met dank aan Lut Laridaen, mijn promotor
LUCA School of Arts Ghent 2012-2013 Bachelorscriptie
Het gebruik van tussentaal In reclame en het effect hiervan op de doelgroep. door Thomas Sear
communicatie door tussentaal e moogt gerust zijn, “ongelooflijk toffe botten kopen en daarna in da rotweer een bezoekske brengen aan de bomma”, is nie bepaald wat ge Schoon Vlaams kunt noemen. Toch is dit de manier waarop we ons uitdrukken als we vrijuit met elkaar communiceren. Ze loert overal, die tussentaal: sociale media, de openbare en commerciële omroep, en zelfs in het onderwijs. Hebben de media nog een voorbeeldfunctie als het om taal gaat? Zijn wij als reclamemakers en copywriters in wording niet mede verantwoordelijk om de Nederlandse Taal te verdedigen? Is het écht belangrijk om onze doelgroep zo naar de mond te praten? Wanneer en hoe wordt tussentaal ingezet in reclame? En wat brengt de toekomst de reclamemaker op vlak van taal? Deze vragen komen stuk voor stuk aan bod in het verdere verloop van dit artikel. Mijn introductie zou niet volledig zijn mocht ik vergeten wat de aanzet was tot het kiezen van dit onderwerp: overal waar ik ga of sta, word ik geconfronteerd met taal. Frans bij grootouders, Engels bij tal van reizen naar Engeland, de herinneringen aan het Latijn op school. En niet te vergeten de dagelijkse zoektocht naar het creëren en schrijven van goede reclame met een klas vol medestudenten die dialecten uit alle hoeken van Vlaanderen hanteren in hun spreektaal. Reclame is communicatie, waarbij taal en beeld elkaar gebalanceerd aanvullen. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, maar een woord kan volgens mij soms meer dan duizend beelden opwekken. Reclame moet op de meest pertinente wijze de juiste doelgroep aanspreken, als dit primaire doel gemist wordt, dan kan men maar zelden over een geslaagde reclamecampagne spreken. Aangezien tussentaal niet meer weg te denken is uit onze mondelinge communicatie, is het een factor waar zeer nauwgezet rekening mee gehouden moet worden wanneer men het beoogde publiek wil bereiken. Het blijft ook niet enkel bij tussentaal. Denk maar aan de integratie van het Engels in het dagelijkse taalgebruik, onder invloed van televisie, het internet, de sociale media, en tal van andere impulsen. Taal is een levend gegeven, en net als tussentaal zal ook het Engels uiteindelijk maar een stap zijn binnen de evolutie van het taalgebruik van onze doelgroep en dus ook binnen reclame.
2
p café, onder vrienden of simpelweg met twee. Tussentaal is een informeel taalgebruik dat we dagdagelijks gebruiken om ons verstaanbaar te maken. Het is geen dialect, maar het wordt er wel rechtstreeks door beïnvloed. Algemeen Nederlands is het ook zeker niet. Prozaschrijver, dichter, essayist, publicist, vertaler en bedenker; Geert Van Istendael, noemde het een ‘ursurpator’ (letterlijk: ‘overweldiger’). Het is een taal die de standaardtaal en de plaatselijke dialecten verslint, waardoor ze voor het grote publiek verstaanbaar wordt, ondanks het feit dat ze nog zeer streekgebonden klinkt. Er zijn heel wat kenmerken van de tussentaal die men als algemeen kan beschouwen. Als eerste voorbeeld gebruiken we bij persoonlijke voornaamwoorden vaak ‘gij’ i.p.v. ‘jij’ en voor ‘jou’ en ‘jouw,’ ‘u’ en ‘uw(e)’. Als we verder kijken naar stapelvormen als ‘ben je’ en ‘hoe heet je’ worden die: ‘zijdegij’ en ‘oe noemde gij’. Ook typisch zijn de woordgeslachten. Zo gebruiken we het mannelijke ‘ne’ en de nevenvorm ‘nen’ als we het bijvoorbeeld over ‘nen dikken auto’ hebben. Voor vrouwelijke woorden gebruiken we dan weer ‘die’ en ‘dees’. En een laatste vaak voorkomend voorbeeld is het suffix -ke, bij verkleinwoorden. Dit zijn maar enkele voorbeelden van een hele reeks aan kenmerken die de tussentaal rijk is. De discussie tussen het behoud van de standaardtaal, en de verdere opkomst en het algemeen gebruik van de tussentaal, is vandaag levendiger dan ooit. Maar wat betekent dit voor de reclamewereld? Moeten we een voorbeeldfunctie zijn of moeten we de taal van onze doelgroep spreken? Om op deze vragen een antwoord te geven bekijken we eerst een aantal casussen van dichterbij. In mijn onderzoek heb ik zes casussen geselecteerd uit een groot aantal campagnes die in de schoenen van hun doelgroep willen kruipen en daar vaak, maar zeker niet altijd, in slagen.
DE ENE gesproken taal is de andere niet In 2008 lanceerde het reclamebureau Mortierbrigade de campagne voor 25 jaar Studio Brussel, genaamd: “BrudIo Stussel”. Aan de hand van drie televisiespots ziet de kijker hoe de wereld er zou uitzien zonder Studio Brussel. De spots werden gecreëerd met heel wat humor en een mix van zowel dialect, tussentaal en Standaardtaal. Om het helemaal bont te maken, werd er ook stevig gespeeld met andere talen. Zo had je voorbeelden als: “Los gehen!” en “Fix it, mix it”. Mortierbrigade sleepte met deze campagne tal van prijzen binnen. De Merit Award voor ‘campaign of the year’, en de Gold Award en de Grand Prix in categorie ‘film’ van de Creative Club of Belgium.
3
Twee jaar later zorgde, wederom, Mortierbrigade voor een heractivering van Win For Life. De campagne moest zeer spontaan overkomen en werd uitgezonden op de televisie en op de radio. De creatieve vertaling luidde: “Ge moogt gerust zIjn!”. In deze campagne, die voornamelijk een jonge doelgroep (18-34 jaar) moest bereiken, was tussentaal pertinent aanwezig. De titels van de presentaties gingen als volgt: “En mijn kleureke dan?” en “Goooh… wat een rotweer!”. In 2012 trok Win For Life deze lijn door met nieuwe spots als “Allez seg, nu is mijnen haardroger kapot!” e.a. Met deze campagne won Mortierbrigade een gouden EFFIE voor de effectiviteit die de campagne had op haar doelgroep. De doelstellingen van de campagne werden ruimschoots overtroffen.
Ook in 2010 bedacht Famous een nieuwe reclamecampagne voor Hebbes.be, de site voor immo, auto en varia. De campagne moest in eerste instantie opvallen en was voornamelijk bedoeld voor jongeren. “En we zijn weg” is een radiocampagne met een digitaal staartje, gekenmerkt door hardcore beats. Tussentaal met woorden als ‘nen’ auto, ‘ne goeie’ en ‘u goe voele’; worden in de spots aangevuld met Engels. De voice-over wordt in het Algemeen Nederlands ingesproken. De spot lokte uiteindelijk zeer gemengde reacties uit en was daarmee ruimschoots in haar opzet geslaagd. Famous werd voor haar campagne beloond in de vorm van een Gold Award in de categorie ‘radio’ van de Creative Club of Belgium. Tot op vandaag, 3 jaar later, maakt Hebbes van de slogan gebruik, en wordt er nog steeds in dezelfde stijl te werk gegaan.
4
In 2011 lanceerde de NMBS een nieuw initiatief: “de Blue Bike”. In het kort: de fietsen staan in 37 stations en met één abonnementskaart kan je onbeperkt fietsen. De activering van het initiatief werd door VVL BBDO verzorgd. Er werd een printcampagne gelanceerd met alle nodige informatie en de slogan: “Blue Bike. Stap af waar je wil”. In het beeld kan je duidelijk de haltes waarnemen in tussentaal (“de bomma”, “toffe botten” en “lunchmeeting”). Zo werd het dus een combinatie van Algemeen Nederlands en tussentaal. Wat opvallend is, want normaal wordt er enkel gebruik gemaakt van tussentaal als het gaat over gesproken taal, maar hier kan men spreken van gebruik van tussentaal in geschreven taal.
Een jaar later en in het kader van de boodschappen van algemeen nut op Vlaamse televisie, belanden we bij de campagne van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing. Bedacht door Darwin BBDO, wil de campagne op een authentieke manier de keten van kweek tot op het bord vertellen. Ook zijn er publireportages en wordt er een wedstrijd aan de campagne verbonden, waarbij men kans maakt op een etentje. Ondanks het gegeven dat het hier gaat om een boodschap van algemeen nut waarvan men er mag vanuit gaan dat Algemeen Nederlands de voertaal is, wordt ook hier duidelijk weer tussentaal gesproken. De voice-over wordt in het Algemeen Nederlands ingesproken.
5
De meest recente campagne van KBC heet “Dikke Merci”, bedacht in 2012 door TBWA. Het doel van de campagne is het bedanken van de anonieme krachten die werken voor verenigingen die door de bank worden gesteund. Dit jaar zal KBC 250.000 euro verdelen onder deze verenigingen. Er werden korte reportages van een minuut uitgezonden op de televisiezender ‘vier’ en op kbc.be/dikkemerci kon men deze herbekijken. Hierin werd er niet over KBC gesproken, maar wel de mensen die dagelijks, vol toewijding, andere mensen steunen. Ze krijgen van hun naaste familieleden een boeket bloemen, een taart en een ‘Dikke Merci’. De actie wordt ondersteund door radiospots, banners en Point Of Sale-materiaal. Ditmaal wordt er weliswaar standaardtaal gesproken in de spots, maar ‘Dikke Merci’ is dan wel weer in tussentaal.
|
gelieve op de afbeeldingen te klikken voor de online link naar de reclamecampagnes
6
RECLAMETAAL MOET ER boenk OP zitten n campagnes als ‘Dikke Merci’ en de boodschap van algemeen nut van het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing, wordt er gezocht naar een balans tussen tussentaal en Algemeen Nederlands. Op die manier wordt een grotere doelgroep bereikt. De boodschap wil vertrekken vanuit de doelgroep zelf en probeert op deze manier emoties en inlevingsvermogen op te wekken . Vooral bij bij het aanspreken van jongeren is het zeer belangrijk om de juiste taal te hanteren. Toch moet er voorzichtig omgesprongen worden met hypes, zoals sms-taal en internet taal (bv.Yolo, trollen…). Nog voor nieuwe woorden enigszins bekend in de oren klinken wordt er al gekeken naar de volgende rage en worden ze bestempeld als “passé”. Reclamebureaus spelen hier op in door zelf trends te creëren, zo denk ik maar aan ‘Brudio Stussel’ en de ‘En we zijn weg’-campagne van Hebbes. Veelal zijn het combinaties van tussentaal en Engels die bedoeld zijn voor een iets jongere doelgroep. Zo heeft men het bij Studio Brussel over “fix-it,mix it”, en bij Hebbes over “BETTER!”. Indien de trend van de grond komt, wordt ze vaak zeer populair onder de doelgroep en kan men op deze manier op grote schaal mond tot mond reclame genereren, nog steeds de meest efficiënte manier om je boodschap over te brengen. Naast een vlotte tussentaal blijft de standaardtaal ook anwezig. Terwijl de ene vaker gebruikt wordt om het verhaal te kleuren, wordt de andere voornamelijk gebruikt om informatie te verstrekken, zoals bijvoorbeeld: de merknaam,beschrijving van het product, de voorwaarden, websites, e.a. Dit gebeurt vrijwel altijd d.m.v. een voice-over. Een eerste besluit uit dit onderzoek is, dat door de hedendaagse beeldcultuur het zeer cruciaal geworden is om met taal op te vallen. Het internet o.a. heeft ervoor gezorgd dat mensen sceptischer geworden zijn tegenover reclameboodschappen, zowel als “… Maar gijle, gijle zijd als flikke die tegenover de producten die men tracht te zegge, schaft te snelheidsbeperking af, de verkopen. Daarom is het belangrijk een duidelijk verhaal te vertellen dat vertrekt mensen rijde toch allemaal te rap… Gijle vanuit de taal van de klant zelf, en eindigt zegt: Ik noem u Jan daar is niks mis mee. met een voice-over die de boodschap op een heldere manier overbrengt. En azze kik da slecht durf te vinde dan iz
dad emotioneel. Niksen emotioneel…”
Als men van tussentaal spreekt, spreekt men van een gesproken taal. In een Geert Van Istendael (2012) opiniestuk van Geert Van Istendael, zet die er uitdrukkelijk bij om de tekst luidop te lezen, en dat gaat ook moeilijk anders: “… Maar gijle, gijle zijd als flikke die zegge, schaft te snelheidsbeperking af, de mensen rijde toch allemaal te rap… Gijle zegt: Ik noem u Jan daar is niks mis mee. En azze kik da slecht durf te vinde dan iz dad emotioneel. Niksen emotioneel…” Geert Van Istendael (2012).
7
De NMBS waagde zich met haar Blue Bike campagne aan geschreven tussentaal om haar beelden te versterken. De boodschap werd hierdoor niet zozeer onduidelijk, maar ze kwam wel geforceerd over. Het feit dat de titel van de campagne in het Algemeen Nederlands bovenaan stond, werkte verwarrend. De discussie over het gebruik van tussentaal in reclame voor het openbaar vervoer, laaide stevig op, maar de campagne zelf bleek geen succes. Met tussentaal moet er dus consequent worden omgesprongen, lukt dit niet dan zit je met een probleem als de Blue Bike waar tussentaal gebruikt wordt om vlotter te lijken, maar waar een omgekeerd effect mee wordt gecreëerd. Zowel Studio Brussel, als Win For Life, als Hebbes, hebben de lijn wél doorgetrokken. Door die consistentie van het taalgebruik in zowel slogans als baselines, schep je een duidelijk verhaal, dat enkel door een voice-over, of los van het campagneverhaal, in het Algemeen Nederlands wordt aangevuld. Hierdoor ontstaat een herkenbare communicatie waar de gewenste doelgroep zich in kan terugvinden, en een tweede besluit binnen mijn onderzoek. Zeer opvallend is het feit dat men op vlak van sociale netwerken en online media, zelden tot geen gebruik maakt van tussentaal. Zo valt er op de facebookpagina van Win For Life amper tussentaal te vinden, enkel in directe verwijzing naar de slogan of de campagne. Evenmin op de facebookpagina van Hebbes. De toegankelijkheid die men met tussentaal in campagnes probeert te bekomen wordt zelden online overgenomen. Indien de campagne integraal wordt overgenomen op sociale media gebeurt dit dan weer wel. Maar via ‘posts’ of directe vragen aan het publiek maakt men nog steeds gebruik van standaardtaal en wordt er wel degelijk nog zeer voorzichtig met taal omgegaan. Wederom is dit te wijten aan het feit dat men op die manier geloofwaardiger kan communiceren met de doelgroep, zonder dat er een kans bestaat dat deze niet serieus wordt genomen. et idee van de campagne blijft primeren. Zonder ijzersterk concept kan je nooit tot een geslaagde campagne komen. Maar de manier waarop een campagne naar de doelgroep overgebracht wordt, blijft van cruciaal belang voor de vorm en bovenal, voor de manier waarop de campagne aanvaard wordt door de gewenste doelgroep. Reclame wordt niet overheerst door taalregels en -wetten, er wordt rekening gehouden met de doelgroep en met de media, maar men let vooral op wt men de doelgroep vertelt. Men wil mensen overtuigen, activeren, ontroeren en aanzetten tot actie. Taalgebruik is cruciaal voor de manier waarop men de boodschap wil overbrengen, de tone of voice. Om zo dicht mogelijk bij je doelgroep te staan moet je haar taal spreken. Reclamecampagnes worden niet bepaald door taalregels en -wetten; boven alles wordt er rekening gehouden met de doelgroep en de manier waarop men met de doelgroep communiceert.. Men wil mensen overtuigen, activeren, ontroeren en aanzetten tot actie. Taalgebruik is cruciaal voor de manier waarop men de boodschap wil overbrengen, de tone of voice. Om zo dicht mogelijk bij je doelgroep te staan moet je haar taal spreken.
8
MENSEN zijn uniek, net als hun taal ens Mortier, een van de bekendste reclamemakers van België en oprichter van Mortierbrigade, benadrukt het feit dat men voorzichtig moet blijven omspringen met het taalgebruik. Taal blijft een levend gegeven, ze verandert constant, men spreekt tegenwoordig niet zoals men dat 30 jaar geleden deed. Het is dus belangrijk dat er geluisterd wordt naar de doelgroep, dat hypes in de taal worden opgepikt en dat er met taal wordt gespeeld, zonder dat men de bal misslaat. Men moet authentiek, correct en begrijpelijk overkomen en met respect voor mensen. De effectiviteit van een campagne is dan ook sterk afhankelijk van het feit of men er in slaagt om de doelgroep aan te spreken in de taal die ze eigen is, en tegelijkertijd ook kan verrassen. Taaltrends worden dan ook naar hartelust verzonnen. Zo refereer ik graag naar het succes van de reclamecampagne van Belgacom uit 2009: ‘Who took my badjas’ (verrassend genoeg van de makers van de NMBS Blue Bike Campagne). Het filmpje werd meer dan 100 000 keer bekeken en het werd een ware rage, zowel online als offline. Net als de ‘Brudio Stussel’ campagne bewijst dit dat men als reclamemakers heel creatief en vrij moet omspringen met taal, maar wel een taal die herkenbaar moet blijven voor de doelgroep. Wil je vat hebben op taal, moet je ze zelf kunnen “Wil je authentiek zijn, manipuleren. Er zijn geen richtlijnen meer.
dan moet je bij de klant aan huis gaan.” Zoals eerder vermeld is ook het Engels doorgedrongen tot de jongeren- én de reclametaal. Woorden als ‘trollen’, ‘no problem’, ‘awesome’, ‘checken’, ‘thanks’, ‘for the win’, ‘chill’, ‘fixen’… maken tegenwoordig onmiskenbaar deel uit van onze jongerencultuur.De vraag is nu: wat is de volgende stap? In grootsteden worden jongeren meer en meer beïnvloed door straattaal die sterk getint is door buitenlandse talen. Op school zijn jongeren constant bezig met woorden toe te voegen die in onze oren onbekend klinken. Ze mixen het Nederlands met welke taal ook. Het gaat zelfs zover dat volledige zinsconstructies aangepast worden. Zo wordt bijvoorbeeld ‘gij weet’ aan het begin van een zin gezet. Dit is niet enkel het geval in het straatbeeld of op school. Ook online, op sociale media als facebook, wordt het zeer duidelijk dat taal sterk aan het evolueren is. Jongeren spellen vluchtiger… Spelling heeft voor hen nu, net zoals spreektaal, registers die ze aan de situatie kunnen aanpassen, maar ze kunnen dat niet altijd perfect” (Geuens K. 2012)
Jens Mortier (2012)
Fikry El Azzouzi is schrijver en columnist bij De Morgen. In een van zijn bijdragen laat hij zeer sterk blijken dat hij de pogingen van Van Dale Uitgevers om de Nederlandse Taal te verrijken, bijzonder triest vindt. In zijn argumentering houdt hij een uitgebreid betoog over
9
straattaal. Zo spreekt hij over woorden die “rauw en stoer” klinken en een spanning met zich meebrengen. Enkele voorbeelden zijn: kardasj (vriend), tnawies (rond de pot draaien) en zhema (zogezegd). “Straattaal zal steeds groter en diverser worden. Je hebt Turkse, Congolese en Poolse woorden die in “Elke zichzelf respecterende zuurpruim opkomst zijn. Bovendien is de crisis een zou straattaal moeten kennen…” ware zegen voor de straattaal” (El Azzouzi F. 2012). In vele ogen lijkt dit meer op Fikry El Azzouzi (2012) een verdere verloedering van de taal, maar indien men een objectief standpunt inneemt, dan kan men deze straattaal evengoed waarderen als het Engels dat nu de tussentaal aanvult. Hoe lang nog vooraleer we Marokkaanse, Turkse, Poolse of Russische invloeden in onze reclamecampagnes aantreffen?
aal evolueert en gaat haar eigen weg. Als reclamemaker moet er gekeken worden naar de context waarin men de boodschap wil overbrengen en naar de taal van de doelgroep. Een reclamemaker moet creatief en authentiek, maar ook bedachtzaam daarmee omspringen. Maar de taal die we hanteren in onze reclame kan ook, bewust of onbewust, een veel grotere rol spelen. Naast de trends volgen, nieuwe taaltendensen verzinnen en onszelf in de schoenen van de doelgroep plaatsen, kan de reclamemaker ook op maatschappelijk vlak een verschil uitmaken, wanneer we beseffen dat taal de functie in zich heeft om mensen een plaats te geven in onze samenleving. Reclame kan op deze manier een ethische rol opnemen van acceptatie en integratie, die bijdraagt tot meer diversiteit. Zo kan ze haar rol in de consumptiemaatschappij overstijgen en mensen wel degelijk dichter bij elkaar brengen. “Ewa kardasj, ge moogt gerust zijn, geen tnawies meer, da komt toch allemaal goe? Of wa?”
10
Corpus NMBS - Blue Bike (2011) (printcampagne) WIN FOR LIFE - Ge moogt gerust zijn (radiospots – televisiespots) HEBBES – En we zijn weg (radiospots – online) STUDIO BRUSSEL - Brudio Stussel (televisiespots) KBC - Dikke Merci (radiospots - televisiespots - online) VLAM - Je kan niet streng genoeg zijn. (televisiespots - publireportages - wedstrijd)
Bibliografie Online • Afspeellijst: Dialect en Tussentaal (2009), Youtube, geraadpleegd op 1/10/12 via: http:// www.youtube.com/playlist?list=PLAF6005440B6DFD11 • Fragment uit ‘Zonde van de Zendtijd’, Interview in tussentaal (2011);Youtube; geraadpleegd op 1/10/12 via: http://www.youtube.com/watch?v=YyLPJdoS6js • Prof. Johan Taeldeman in Phara op Canvas over tussentaal (2009),Youtube, geraadpleegd op 1/10/12 via: http://www.youtube.com/watch?v=YyLPJdoS6js
Online Artikels • Algemeen Nederlands (2009), Thuis in het Algemeen Nederlands, 28/11/09, geraadpleegd op 10/10/12 via: http://www.een.be/programmas/volt/volt-tussentaal
11
• Belga/mvdb (2008), Studio Brussel wordt Brudio Stussel, DeMorgen, 04/03/08, geraadpleegd op 20/11/12 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/984/cultuur-media/article/detail/193793/2008/03/04/ Studio-Brussel-wordt-Brudio-Stussel.dhtml • Belga/odbs (2011), VRT laat Standaardnederlands niet los als norm, DeMorgen, 01/12/11, geraadpleegd op 2/10/12 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/2909/tv/article/detail/1356641/2011/12/01/VRT-laatStandaardnederlands-niet-los-als-norm.dhtml • Carpentier N. (2012), Wort u knttrgk van Facebooktaal? :-))), DeMorgen, 02/02/12, geraadpleegd op 17/02/13 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/5403/Internet/article/detail/1388803/2012/02/02/ Wort-u-knttrgk-van-Facebooktaal.dhtml • de Preter J. (2012), Taalkundigen: ‘Tussentaal in klas moet kunnen’, DeMorgen, 29/08/12, geraadpleegd op 2/10/12 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1492574/2012/08/29/ Taalkundigen-Tussentaal-in-klas-moet-kunnen.dhtml • De Win S. (2011), Blue Bike, 24/05/11, geraadpleegd op 11/10/12 via: http://www.samreklam.be/2011/05/24/blue-bike/ • Doornaer M. (2009), Taalarmoede is kansarmoede, De Standaard, 09/11/09, geraadpleegd op 11/10/12 via: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=4U2HJ8GI • EFFIE Belgium (gd), Win For Life – Ge moogt gerust zijn, geraadpleegd op 22/10/12 via: http://www.effiebelgium.be/nl/case_2011_win-for-life.html • El Azzouzi F. (2012), Elke zichzelf respecterende zuurpruim zou straattaal moeten kennen, DeMorgen, geraadpleegd op 10/01/2012 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1550371/2012/12/17/Elkezichzelf-respecterende-zuurpruim-zou-straattaal-moeten-kennen.dhtml • Hanssen B. (2011), NMBS reclame over toffe botten en bomma’s, of Zuid Nederlands in Belgische reclame, 6/06/11, geraadpleegd op 28/09/12 via: http://belned.wordpress.com/2011/06/06/nmbs-reclame-over-toffe-botten-en-bommas-ofzuid-nederlands-in-vlaamse-reclame/ • Hanssen B. (2011), Red het Zuid Nederlands, Knack Opinie, 29/03/11, geraadpleegd op 12/10/12 via:
12
http://www.knack.be/opinie/vrije-tribunes/red-het-zuid-nederlands-bea-hanssen/ opinie-1194981043695.htm# • Le Bacq T. (2012), Binnen 200 jaar spreken we allemaal West-Vlaams, Nederlandse professor ziet onze taal richting dialect evolueren, De Standaard, 14/11/12, geraadpleegd op 14/11/12 via: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20121113_00367960&u tm_source=facebook&utm_medium=social&utm_term=dso&utm_content=article&utm_ campaign=seeding • Macken J. (2012), KBC steunt mensen die andere mensen helpen, TBWA GROUP Pressroom, 01/10/12, geraadpleegd op 14/11/12 via: tbwa.prezly.com/kbc-steunt-mensen-die-andere-mensen-helpen • Media Marketing (gd), Campagnes van de maand, Famous/Hebbes, Media Marketing Archief, geraadpleegd op 10/12/12 via: http://www.archives.mm.be/nl/cotm.php?id=3035&page=3 • Media Marketing (2012), Darwin brengt kwaliteitsvlees tot leven voor Vlam, Media Marketing, 22/10/12 geraadpleegd op 25/11/12 via: http://www.mm.be/nl/article/brands/10-22-2012/5520/darwin-brengt-kwaliteitsvlees-totleven-vlam • Merit Award (2009), Studio Brussel wint twee Merit Awards, Radiovisie.eu, 31/01/09, geraadpleegd op 14/11/12 via: http://www.radiovisie.eu/be/nieuws.rvsp?art=00079200 • Rommers W. (2012), De Lijn duldt geen Engels op bussen en trams, Strikte taalregels kosten vervoersmaatschappij veel geld, De Standaard, 28/09/12, geraadpleegd op 18/11/12 via: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120927_00314479 • Van Istendael G. (2012), Dad ambetant Schoo Vlaams, da stom Abeejen, DeMorgen, Opinie; 30/08/12, geraadpleegd op 2/10/12 via: http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1493115/2012/08/30/Dadambetant-Schoo-Vlaams-da-stom-Abeejen.dhtml
Publicaties • de Preter J. (2012). “Tussentaal in de klas is heel efficiënt”; Dialect en tussentaal ,weldenkend Vlaanderen probeert ze al meer dan een eeuw te bestrijden. Tevergeefs, zo stellen drie jonge academici aan de UA in een nieuw boek vast. ‘Tussentaal is vandaag overal. Maar is dat een
13
probleem?’. De Morgen, 28/08/12; • de Preter J., Herbots K. (2012). Begin niet aan tussentaal, Pleidooi voor meer tolerante oogst kritiek in politieke en taalkundige kringen, De Morgen, 30/08/12, Brussel • “Edde da gelezen? Brieven over tussentaal” (cf.: Geert Van Istendael, “Dad ambetant Schoo Vlaams, da stom Abeejen”), De Morgen opinie, 30/08/12 • T’Sas J. (2012). Je moet nu extra catchy zijn. Taalpeil, 2012-2013, pagina 3 (online via: http://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/taalpeil_2012.pdf) • Verhulst D. (2012). Het volk dat Nederlands weigert te leren. Wat kan er nu verkeerd zijn aan het gebruiken van een correcte standaardtaal in het onderwijs?, De Morgen, 31/08/12 • Van Istendael G. (2001). Het Belgisch labyrint of De schoonheid der wanstaltigheid. Amsterdam: Uitgeverij Atlas, (17e druk)
14