Het gaat ergens over, of nergens over.
Commentaar op het nieuws, of complete onzin. Vermaak, overdenkingen en plezier. Samengesteld uit de blog: www.martinvangijn.nl
Voorwoord
Dit boekje bevat korte verhalen die betrekking hebben op het nieuws, gekke verhalen, fantasie, of gewoon om te lachen. Vermaak is de opzet, maar er staan ook ongezouten dingen tussen. Met al deze verhalen en korte stukjes is het nooit mijn bedoeling om mensen te beledigen, krenken, of op wat voor manier te schaden. Vermaak met grote letters is mijn idee. En soms iets om over na te denken. Het is ook uitgebracht voor mensen die geen internet hebben, of gewoon een boek willen vasthouden. Veel leesplezier!
©Martin van Gijn Jan 2013
Opa Piet
Rustig reed ik naar het bejaarden tehuis, alsof ik mij al aanpaste aan de gang van de bewoners. Op het parkeer terrein stonden verschillende kleine auto’s. Vrij van wegenbelasting, of bijna nihil. Mijn auto is dan een slagschip in vergelijking. Het zag er vrolijk uit, hier en daar een oranje zonnescherm. Maar geen balkons. Gelukkig kunnen ze niet vrij in het zonnetje zitten, of zomaar over het hekwerk vallen. Ik meld mij aan de balie. ‘Kan ik u helpen?’ Vraagt de persoon achter de balie. ‘Ik hoop van wel, ik kom voor Opa Piet, u weet wel die dikke sigaren rookt.’ Even staat ze me glazig aan te kijken. ‘We zouden een stukje gaan rijden.’ ‘We hebben er twee van, u bedoelt Opa Piet Webster van de eerste verdieping?’ ‘Ja, dat is hem.’ Kijk in ieder bejaarden tehuis zijn wel Opa’s piet te vinden, en ja… hier ook dus. ‘Hij zou door de afdeling al hier gebracht zijn, maar ik begrijp dat hier nog geen tijd voor geweest is.’ ‘Oh, jeetje…dat is vervelend. Neemt u hier plaats, dan bel ik even naar boven.’ Ze belt met boven, en op ietwat belerende toon vertelt ze iemand op de afdeling Opa piet beneden af te leveren. Wachtend op een plastic stoeltje kijk ik wat in het rond. Rekken vol met informatie zijn hier aanwezig. Last van hoge bloeddruk? Last van koude voeten. Heeft u de griepprik al gehad? Ja, het staat er vol mee. Ik kijk nog eens op m’n horloge, tien minuten zijn alweer voorbij. Maar daar is Opa Piet dan. Helemaal glunderend komt hij aangeduwd in een rolstoel. ‘Kijkt u uit met Opa, want hij kan niet zo ver lopen hoor.’ ‘Dat gaan wij best redden, hè Opa met een vette knipoog.’ Opa Piet kijkt mij wat verbaasd aan, maar wat kan het hem schelen. We gaan uit het tehuis, dus wat maakt het uit. ‘Dag zuster, voordat de lantaarns aangaan is hij weer thuis.’ Hup naar buiten, weg uit dat muffe tehuis. We staan al snel buiten, onderweg naar mijn dikke auto. Opa Piet is nog een stevige opa, brede schouders, en zo te zien een harde werker geweest. Zijn weinige witte haren waren keurig gekamd,
maar waaien op het zomer briesje nu alle kanten op. Diepe groeven markeren zijn gezicht. ‘Zeg jongeman, ik zie er naar uit waar we heen gaan, je moet me niet kwalijk nemen hoor. Maar ik heb eigenlijk geen idee meer wie je bent, soms dan ben ik niet zo helder meer.’ ‘Nou dat is hetzelfde met mij, ik ben nog wel helder maar ik heb ook geen idee wie u bent.’ Opa Piet schatert het uit van het lachen, ‘maar wie ben jij dan?’ ‘Ik ben René, en heb gevraagd naar Opa Piet die van sigaren houdt. En tien minuten later stond u beneden.’ ‘oh ho ha ha, en wat gaan we doen dan?’ ‘Sigaren roken natuurlijk!’ Bij mijn wagen aangekomen, zet ik de stoel vast op zijn rem. ‘Past de stoel er ook in René?’ ‘Natuurlijk Opa Piet.’ ‘Laat dat Opa maar hoor, zeg maar “ Piet”.’ ‘Dat is goed Opa.’
Al snel rijden ze het parkeer terrein af, en glunderend zit Piet naast mij. Lekker hoog, alles goed te overzien. ‘Rijden we hier nu?’ Piet wijst op het scherm met zijn vinger, ‘ja, dat klopt. Het is allernieuwste navigatie.’ ‘Fantastisch jongen, geweldig allemaal. Ik had het wel eens in een tijdschrift zien staan, fantastisch!’ ‘Hoe oud bent u?’ ‘Tweeënnegentig lentes René!’ ‘U heeft de oorlog nog meegemaakt?’ ‘Jazeker, ik weet het nog als de dag van gisteren.’ ‘Waar gaan we heen René?’ ‘waar wilt u heen?’
‘Ergens waar water is.’ ‘Dat is goed Piet.’ We rijden op ons dooie gemak richting de haven. Het is prachtig weer, en lekker warm. Piet zit heerlijk op zijn gemak, met rimpelige handen op zijn knieën. ‘Heeft u ook een rijbewijs gehad?’ ‘Wat dacht je, wacht ik heb het hier nog ergens.’ Piet graait in zijn binnenzak, en haalt er een oude leren verweerde portefeuille uit. Met bevende vingers haalt hij er een nog ouder papiertje uit. De letters zijn vervaagt, maar duidelijk is het stempel nog te zien. De holnietjes waarmee zijn pasfoto op het papier is bevestigd zijn licht verroest, en laten een bruin spoor achter. ‘Kijk dit is het, ik moest toen een auto voor de zaak rijden. Zelf heb ik er nooit eentje gehad.’ Mijn kinderen moesten studeren, en koste aardig wat geld. Later is het er niet meer van gekomen. Mijn vrouw is vrij jong overleden, en ik had er geen zin meer in.’ ‘je hebt dus nog kinderen?’ ‘Ja, dat wel. Maar ik zie ze maar af en toe, meestal rond de kerst. Ze wonen hier ver vandaan, dat gaat zo.’ ‘Ik snap het Piet.’ We naderen de haven, en Piet veert op uit zijn stoel. Ik zie een traan in zijn ogen. ‘Dat is lang geleden René, kijk daar aan de overkant heb ik nog gewerkt. Naast die twee grote schoorstenen, twintig jaar gewerkt.’ ‘Wat deed u voor werk?’ ‘Oh, gewoon operator zoals ze het nu noemen. Het verdiende redelijk, maar wel een sleur. Ik kwam daar terecht na twintig jaar gevaren te hebben. Kinderen werden geboren en zo, je ging toen nog een half jaar of meer van huis. Dat trok mijn vrouw niet, wel te begrijpen natuurlijk.’ Ik parkeer de auto langs de haven. ‘Zal ik uw stoel pakken, dan kunnen we een stukje lopen.’ ‘Laat die stoel maar staan joh, ik wil alles wel weer eens van normale hoogte zien.’ De uitstap is vrij hoog, en ik ondersteun Piet op zijn weg naar buiten. Langzaam schuifelend lopen we langs de hoge kade. Opa Piet weet nog van alles te vertellen over de schepen die langs varen, en
fabrieken aan de overkant. Een eindje verder staat een bankje, er achter is een stukje gras waar kinderen spelen. ‘Zullen we even gaan zitten Piet?’ ‘Dat is goed René.’ ‘Ik heb er nog precies twee in het doosje zitten.’ ‘Duw die maar terug hoor Piet, ik heb nog wat meegenomen. Heeft u wel eens een Cubaan gerookt?’ ‘Ha ja, maar dat is heel lang geleden, dat was in Cuba zelf. Prachtige vrouwen hebben ze daar, die heb ik ook wel geprobeerd moet ik zeggen.’ Opa Piet moet lachen, en alles schud heen en weer. ‘Mooie tijd was dat.’ ‘Zullen we dan maar?’ En ik haal een doos “ Monte Cristo” sigaren uit mijn binnenzak. Ze zijn relatief licht met een peperige nasmaak. Voorzichtig pakt Opa Piet één van de sigaren, en haalt deze onder zijn neus langs. Terwijl de aansteker er onder brand komen er dikke rookwolken vrij uit Piet zijn mond. Zelf steek ik hem ook aan, en geniet van het aroma. Zo zitten we minuten lang zwijgend aan de sigaren te lurken. Ik zie hem duidelijk genieten van het hele gebeuren. Tot laat in de middag blijven we op het bankje zitten. Opa Piet vertelt honderd uit. Maar het begint wat kouder te worden, en we lopen weer richting de auto. Terug in het tehuis komen er al zusters aangelopen. ‘Waar zijn jullie geweest? Opa Piet moet zijn medicijnen hebben. Dat kan toch niet!’ Nu komt Opa Piet omhoog uit zijn stoel. ‘Luister eens stelletje huppel trutjes, Opa heeft net zijn beste medicijn in jaren gehad. Als jullie vanavond ook zo iets lekkers zouden krijgen, zou je wel anders praten. Je kunt het altijd nog vragen aan die Monica van Clinton.’ Verbaasd en met open mond staan de zusters Opa aan te staren. ‘Je moet het Opa maar niet kwalijk nemen’, weet ik nog snel te vertellen. ‘Hij is soms wat in de war.’ Terwijl ik dit zeg, buig ik wat voorover de stoel van Opa Piet, en geef hem een vette knipoog. ‘Tot ziens Opa Piet.’ Terwijl Opa richting lift geduwd wordt, zie ik hem nog omkijken en probeert zijn hand op te steken. Met de zusters al hoofdschuddend er achter aan lopend…
Praatjes vullen geen gaatjes
Dit is de waarheid als een koe. De pot verwijt de ketel. Iemand met een kluitje het riet in sturen. Gezegdes en spreuken, ze zijn de basis van veel waarheden. We zijn een land van één persoon, vier meningen. Het is daarom verbazingwekkend hoeveel we nog voor elkaar krijgen. We zijn gek op vergaderen in allerlei vormen. Nog gekker zijn we van onderzoeken, en peilingen. Zodat we lang van tevoren onze toekomst al zullen ervaren. Maar wie gaat het doen? Heeft u ook van deze geweldige ervaringen meegemaakt dat iedereen het eens is over iets. Goed punt. Prima oplossing! Maar wie gaat het doen? Wie gaat het daadwerkelijk aanvragen, bestellen en doen? Dat ontbreekt helaas heel vaak. Bij een volgende vergadering komt het onderwerp ter sprake. Hoe is het ermee? Het ligt bij afdeling aanvraag. Ah, mooi. En het vakje wordt groen gekleurd. Excel is geduldig, en heeft vele vakjes die we groen kunnen kleuren. Iedereen gelukkig. In werkelijkheid is er nog niets daadwerkelijk gebeurd. Maar wat zijn we blij. Vele vergaderingen volgen nog, en we kleuren nog vele vakjes groen. Gelukkig kost deze inkt niets. Anders zouden we snel door onze voorraad inkt heen zijn. Je ziet ze dagelijks voorbij komen, en voldoen volkomen aan het beeld. Er moeten extra agenten komen. Iedereen knikt direct "ja". Maar wie gaat het doen? Waar is de terugkoppeling? Wie vraagt na een jaar hoeveel er nu bij zijn gekomen. Wie is verantwoordelijk? Er gaan jaren voorbij, en partijen wisselen. Hun zakken goed gevuld. Het vakje is mooi groen, dat wel.
Het is betrekkelijk
Soms denk je waar leidt dit alles toe? Wel eens moe thuisgekomen van je werk. En dan nippend aan een goed glas port je leven toe nu toe overdenken. Was het echt wereld reddend? Niet dat ik uw baantje belachelijk wil maken. Nee, helemaal niet. Ik geloof dat iedereen zijn bijdragen kan leveren aan deze wereld. Vierduizend jaar geleden was er in Egypte ook iets heel belangrijk. Een grote stapel stenen op elkaar. Honderd zesentachtig duizend kamelen en arbeiders die iets unieks trachtte te maken. Het moest perfect zijn! Vele doden en gewonden zijn er gedurende honderden jaren gevallen. Het was heel belangrijk. Ja ja, nu na al die jaren sta je er voor. Een grote stoffige hoop stenen. Was dit het dan? Was dit nu zo belangrijk? Moesten hier zoveel voor bloeden? Een grote stapel stenen. Wat eerst nog heel belangrijk lijkt, stelt nu niets meer voor. Voor de toeristen is het leuk. Maar je had er ook een leuk pretpark van kunnen maken. Was misschien nog leuker geweest. Of had ze nog hoger gebouwd. Gooi er wat sneeuw op, en hopla. Wat op het ene ogenblik heel belangrijk lijkt te zijn, is op het volgende moment ineens helemaal niet belangrijk meer. Wat ik hiermee wil zeggen is dat iedereen denkt onmisbaar te zijn. Maar steeds gaan er mensen dood. En steeds draait de wereld gewoon door. Weer iemand overleden die ook vervangbaar is. Sterker nog, als we met z'n allen op één oor gaan liggen draait de wereld ook door. Alles is van voorbijgaande aard. Moeten we dan maar niets meer doen? Nee, natuurlijk niet. Maar neem alles niet te zwaar. Neem op tijd je rust. Neem vakantie, maak een korte trip met je vriend, vriendin, of echtgenoot. Doe je werk goed, en veilig. En behandel iedereen zoals je zelf ook behandeld zou willen worden. Geniet van het leven. Je weet nooit wanneer het je laatste dag is.
Auto
Ik hoorde pas bij Paul en Witteman iemand zeggen, dat die autobezitters maar eens meer moesten gaan betalen. Oh ja!? We kopen een auto. Dan betalen wij BPM, betalen BTW. Dan gaan we verzekeren, en wegenbelasting betalen. Eerst langs de pomp, dan betalen wij over de benzine accijnzen, en BTW. Te weten zo'n slordige zeventig procent. Bij grote gemeenten betalen we onze standplaats. Als we onze auto parkeren moeten daarvoor betalen. Gaan we bepaalde tunnels door, moeten we daarvoor betalen. Gaan we voor een beurt naar de garage? Dan betalen we over elk onderdeel BTW. Voor de afgewerkte olie betalen we verwijdering bijdrage. En nee, we gaan niet meer rijden voor de lol. We gaan naar ons werk, naar een verjaardag, op vakantie. Zo maar rijden is er niet meer bij. En dan zouden we ook nog per kilometer moeten betalen. Doen we dat niet dan? Volgens mij dubbel en dwars. De elektrische auto. Dit is leuk, maar dan gaan de meeste inkomsten toch verloren. Met een ruwe schatting kom ik op zo'n dertig miljard. Denkt u echt dat dit snel gaat gebeuren? De vraag is hoelang we dit uit kunnen stellen? De techniek gaat voort. Batterijen worden lichter, beter, schoner. Straks wordt het toch echt mogelijk om zeshonderd kilometer te rijden. Maar hoe moet dit dan? Krijgen we dan een extra wandcontactdoos thuis met accijnzen teller. Krijgen we speciale autostroom? Nee mensen, dit wordt echt nog een probleem. En wat moet je in godsnaam met al die olie? Die zou je natuurlijk kunnen stoken in elektriciteit centrales. Die dan centraal en schoon kunnen leveren tot de olie op is. Dan verschijnen de eerste kernfusie centrales. Zou een mooi plaatje kunnen zijn. Maar het blijft een probleem hoe we deze nieuwe stroom auto's gaan belasten. Want ze zijn schoon, efficiënt en stil. Er zit maar één ding op. De wegenbelasting moet drastisch omhoog. Het is de enige mogelijkheid om nog iets terug te krijgen. Om dit te compenseren gaan we dan maar meer rijden. Tochtjes voor de lol maken. Oude vrienden, en verre familieleden opzoeken. En zo zijn we weer terug in de jaren zestig. We gaan weer rijden voor de lol.
Dak kisten
Er is een vreemd fenomeen aan het gebeuren de laatste dagen. Op allerlei auto's worden grote zwarte en grijze boxen gemonteerd. Spulletjes worden van zolder gehaald, en netjes opgeborgen in deze dak kisten. Mensen snellen ongeduldig in het rond. Nog de laatste etenswaren voor onderweg. Druivensuiker voor de aandacht. En vooral veel water, drinkwater. In het verre Oostenrijk is een bacterie opgedoken in het drink water. En dat wil je wel voorkomen. Want midden op zo'n ski piste wil je toch geen bruine strepen achterlaten. De sneeuw wordt er zo stroef van. En zo'n rare bobbel achter in je skibroek is ook geen prettig gevoel. Zeker niet als je nog eerst galant naar beneden moet skiën. En je moet er helemaal niet aan denken dat je ook nog even achterover valt, en een zogezegd zachte landing maakt. Nee, het leven gaat niet over bevroren rozen voor de wintersporter. Bedenk de weg er naartoe. Net onderweg, 'mama ik moet plassen'. Godsamme, we zijn net twee minuten onderweg. Kon je dat niet eerder zeggen. Dan een uur later. 'Zijn we er al?' 'Nee en hou nu een poosje je mond dicht. Ga maar auto’s tellen. Doe maar een DVD in de speler.’ ‘Maar die heb ik allemaal al gezien.’ ’Dan kijk je ze nog maar een keer.’ ‘Mag ik een snoepje?’ 'Nee!' 'Nou, het is nooit leuk op vakantie, jullie zitten altijd te schelden.' En dat de komende tien à twaalf uur richting Oostenrijk. Een schrale troost is dat je niet de enige bent die dit moet ondergaan. Kijk voor, kijk achter je, kijk opzij. Ja, vele lotgenoten allemaal dezelfde kant op. En waarom hebben we hier dan geen bergen? Vrijwel elk land heeft bergen, behalve Nederland. Maar wacht eens. Er is volgens mij een plan van bergen maken. Maar ik vraag me af hoe de fundering zich zal houden. Vroeger had mijn schoonvader een tuintje in Vlaardingen. Allemaal veengrond. Er stond ook een heg in. Deze was ongeveer tien meter hoog. Maar daar had je geen last van. Want net als een ijsberg stak deze maar één tiende deel boven de grond uit. Dit was gekomen van het ophogen van de grond de afgelopen twintig jaar. Dus ik heb sterke twijfels over de mogelijkheden. Zo heb je een prachtige berg gemaakt. En zo heb je nog maar een heuvel van honderd meter. Met een beetje geluk zakt deze dan door de aardkorst, en heb je een vulkaan. Heb je tenminste wel een echte berg. Alleen even wachten tot de lava is afgekoeld. Maar dan eindelijk ben je er. Nog smerige handen van de sneeuwkettingen. Maar het eind is in zicht. Snel uitpakken, en wat eten. Je komt beneden, en zie alle bekenden van andere jaren, ze zijn er al. Het is net of je thuis komt.
Grijze haren
Ik hou ze kort, dan valt het mee. Dus dan minder eerbied, want het liedje zegt "Ik heb eerbied voor jou grijze haren." Beter grijs dan geen haren? Maar kaal is weer sexy. Maar een zangeres met stekels vind ik niks. Zeker niet sexy, kaal ken ik er ook niet veel van. En de gene die ik kon, nee niet sexy. Maar grijs is toch ook een kleur? Alle echte mannen lopen in grijze pakken. Ja toch, niet toch, echt wel. Muizen zijn ook grijs. Echte grijze muizen in pakken. Mmm, niet echt flitsend. Maar als je bent geflitst is het ook niet fijn. Zeker niet door een grijze flitspaal. Meestal krijg je dan de foto in zwart-wit thuis gestuurd. En het merendeel is dan weer grijs. Kunnen ze voor zoveel geld geen kleuren foto sturen. En van die bekeuring krijg ik dan weer grijze haren. Ik hou ze kort, voor de zekerheid. Grijze kentekens heb je ook niet meer. Die zag je een stuk minder goed. Zeker met grijs weer. Is het weer grijs? Deze kan twee kanten op. De ene geeft regen, en de andere geeft haren. Grijze wel te verstaan. Niet zwart en niet wit, we hebben het liefst iets middenin. Dan ga ik voor kleur. De aarde vanuit de ruimte, blauw. Prachtig, maar een vrouw met blauw haar. Nee Barbie, ik ga voor mijn eerste liefde. En dat was rood.
Lente lente lente
Vanavond zat ik aan tafel en het was nog licht! Het gaat weer beginnen, vandaag waren er allerlei vogels die los gingen. Ik heb alweer twee muggen doodgeslagen. De vorst zit nog in de grond, maar toch is het warmer. Diep daarbinnen maken de planten zich weer op om boven te komen. De voetjes zijn nog bevroren, maar hun kop wordt al warm. Kikkers diep in de modder wachten tot het ijs breekt. Om dan als eerste hun dril uit te zetten. Kleine ronde zwarte bolletjes in de zon. Langzaam veranderen ze in kleine slangetjes. En dan is er een klein bolletje met staartje. Aan de zijkant van het bolletje zie je twee kleine takjes, lijken het wel. Het zijn de uitwendige kieuwen. Een paar dagen later zie je duidelijk spikkeltjes, en een mondje. Groter en groter groeit het. Het staartje lijkt wel door het kopje te worden opgegeten. Kopje? Er komen nu achterpootjes aan. En ook langzaam voorpootjes. Het staartje is nu bijna helemaal verdwenen. Het zwarte bolletje versiert met gelatine is een micro kikkertje geworden. Elk jaar opnieuw een wonder. Wie bedenkt zoiets wonderlijks. Maar aan de andere kant begint de mens ook als klein dikkopje. En deze kunnen we niet eens zien met het blote oog. Dus het kan nog gekker. Nu lijkt het me een raar gezicht als ze net zo groot als kikkervisjes zouden zijn. Dit zou wel een heel andere dimensie geven aan de "daad" denk ik. Zie, ik denk weer aan de lente. Ik kan bijna niet wachten om de eerste stukken vlees op de barbecue te leggen. Witte en rode wijn smaken zoveel beter op een warme dag overladen met zon. Het ruikt anders, het klinkt anders. Kan ik het zwembad weer opzetten, eind van het voorjaar? Het gejoel van de kleinkinderen, en de waarschuwingen van de ouders. Laat maar komen!
Vele manieren om de recessie een handje te helpen
Vandaag een nieuw dieptepunt bereikt 0,7 procent in de min. Dit kan beter! Hier wat punten om aan te denken dit cijfer wat op te vijzelen. Ga niet meer op vakantie, ook niet in Nederland. Spaar dit geld op. Het helpt je niets, want door geld ontwaarding, en diefstal van je bank zal het toch langzaam verdampen. Geen plotselinge aankopen meer. Zo verkopen de winkels niet veel meer, en kunnen fabrieken minder produceren. Minder productie betekend minder arbeid, dus meer ontslagen. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Mensen zonder baan kunnen minder kopen. En zo is het balletje weer rond. Rij zo weinig mogelijk auto, want geen benzine zijn geen inkomsten voor onze regering. Hoeven ze het ook niet uit te geven. Geen geld naar de beurs brengen. Het zou de koersen doen stijgen, en alle pensioen fondsen meer waard maken. Beter dit te laten, zodat uw pensioen niet meer het opnemen waard zal zijn aan het eind van de rit. Het pensioen fonds zal meer geld van uw vragen. Dit maakt dan toch niet uit, want het is dweilen met de kraan open. Zet de kachel op een graad of vijftien. Geen gas, geen belasting over dit bedrag! Gebruik zo weinig mogelijk elektra, met kaarsen krijg je ook licht. Zeg alle kranten weekbladen abonnementen op. Die ook op de knieën. Ook hier kunnen mensen op straat worden gezet. Hè hè. Stem op de PvdA, SP, Groen links. Deze partijen geven graag geld weg voor géén geleverde arbeid. Allermooist is dat het direct buiten Nederland verdwijnt. Wat hier niet wordt besteed, hebben geen last van. Koop geen nieuwe meubels, geen nieuwe auto. Rij hem tot de draad toe op. Richt geen tuinen opnieuw in. Koop geen tuinplanten. Kijk heel de dag somber, en waarschuw iedereen geen geld uit te geven. De broekriem aantrekken. Oudere zullen begrijpen wat ik hiermee bedoel. Zo kunnen we het land zeker binnen een jaar kapot maken. Op een zeker moment behoef je niets meer te doen, het zal dan vanzelf in elkaar storten. China zal ons opkopen, en dan kunnen we met z'n allen in de "Apple" fabrieken gaan werken. Niemand zal klagen over weinig loon, en rusttijden. Alles willen we aanpakken om wat te eten te hebben. Zelfs onze kinderen zetten we in. De website van de PVV over oost Europeanen is veranderd in hulp aan de Nederlanders. Polen en andere oost Europeanen zijn al lang terug naar huis. Daar hebben ze hun eigen tuintje. En hebben zo genoeg te eten. Bij tijd en wijle vertrekken er dan ook vrachtwagens met voedsel voor Nederland. We zijn daarna nog nooit zo blij met oost Europeanen geweest. Als tegenprestatie sturen wij klompen, en handbeschilderde molentjes. Als je heel graag iets wilt, gebeurd het ook. Gelukkig kijken onze kinderen nergens naar, en hebben geen idee waar het over gaat. Drommen jeugdige mensen zullen aanstaande maart voor de winkels staan. Om de prachtige I Pad drie aan te schaffen.
Dus u bent schrijver?
'Ik schrijf boeken, ja.' 'Aha, ik hoor dat u hier het woordje "ja" zomaar te pas en te onpas gebruikt! Dit zou ik niet zo doen gebruiken. Beter is een totale afweging te maken bij een eventueel gebruik hiervan.' 'Maar iedereen begrijpt dan toch dat ik boeken schrijf, nietwaar.' 'Aha, hier zie ik uzelf weer tegen spreken. Het woord "nietwaar", heeft u hier wel eens over nagedacht? U schrijft hier over "waar" en "niet". Dit zijn twee verschillende woorden die niet op deze manier de Nederlandse taal waardig zijn, en niet zo plachten te worden gebruikt. Men heeft geen idee of het nu wel of niet waar is.' 'Goedemorgen, bent u geraakt door een molenwiek of zo?' 'Kijk, daar begint het alweer. Het is intussen middag, en u zet hier het woordje "goedemorgen" neer. En het spreekwoord zegt, "een klap van de molen krijgen".' 'Kan een molen dan ook klappen dan? Als je er springstof in plaatst ja. Een wiek kan klappen, een molen niet. Dus ik zie niet in wat er mis aan is!' 'Ik zie hier toch weer het verkeerde gebruik van het woordje "ja". En ik zou het prettig vinden als u zich gewoon aan het reglement van de spreekwoorden zou houden. 'Oké, oké, de zon schijnt vandaag heerlijk. En ik ben niet van plan dit veranderen.' 'Toch weer gebruik van hetzelfde woord twee maal achter elkaar. En dan ook nog een woord dat zeer algemeen is in de burger mond. En hoe kan de zon vandaag "heerlijk schijnen"? De zon kun je niet proeven, je zou je tong verbranden. En de zon veranderen zou helemaal niet kunnen. Er zit geen knopje aan en uit op. Beter zou zijn, "Het is vandaag een mooie dag, en de zon schijnt zo intens dat hij mijn huid prikkelt op een aangename manier." 'Zal ik u eens op deze zonovergoten dag op uw potje timmeren? En u terug stampen onder de steen waar u placht vandaan te komen. Met zonovergoten bedoel ik een bloedhete dag, waarbij het zweet in je bilnaad loopt. En de mussen dood van het dak vallen. Dat het bier nader is als het hemd. Dat seks uitgesloten is voor de komende week. Met "potje" bedoel ik uw hoofd met raars aan de zijkant, dat mij doet denken aan kroepoek. Met "de steen" wil ik zeggen het bekrompen gat waar u vandaan komt. En het totaal overtrokken taal gebruik die geen enkele Nederlander waardig is. Ik zal u nog even helpen instappen in uw hoestbui op wielen. Dan stap ik nog even in een echte wagen die ik heb verdient met boeken schrijven die iedereen kan lezen. En niet een handje vol mensen die denken heel bijzonder te zijn.' 'Nu moet ik toch nog even wijzen op..........grmfpld de krtsplfff'
'die auto in, en snelllll'
Zomerbanden
Zo lekker warm bij de open haard gezeten denk ik aan mijn zomer banden. Ze zijn in het "hotel". Volgens mij een duur woord voor opslagcontainer. Daar liggen ze, alle vier. Midden tussen alle andere banden. Rillend van de kou, want daar is geen kachel. Naast mijn banden liggen de banden van een Spider.'Is het niet een beetje te koud voor je?' 'Nou, in Italië kan het ook koud zijn hoor, in de bergen valt daar ook sneeuw. Maar in de zomer ben ik op zijn best natuurlijk. Ik zal je eens vertellen, wat ik nog laat in de zomer meemaakte. Je moet weten dat mijn baas best wel een knappe Italiaan is. En hij reed door een vrij afgelegen gebied door de bergen. Stond daar opeens een Fiat Panda langs de kant. Ernaast stond een prachtige Italiaanse met lang zwart haar, en een klein pest hondje.' 'Waarom noem je dit nu een pest hondje?' 'Stil, dat komt nog. Natuurlijk stopte m'n baas, zo galant als hij is. Ze had pech, en een snelle blik onder de motor kap zei genoeg. Olie liep er aan alle kanten uit. Einde bericht, zei hij. Natuurlijk vroeg hij haar mee, en stapte in met hondje. Zo'n klein p....' 'Ja ik weet het nu wel.' 'Ze reden verder en raakten in gesprek. Hadden beide in het zelfde dorp gewoond. Het was een prachtige dag, met een temperatuur van achtentwintig graden. Overal langs de kant was het gras geel. Het had al zeker een maand niet geregend. Ondertussen laat in de middag kregen beide wel trek. Weet je wat zei Angela, ik heb nog een mand met eten en drinken bij me. Dit doe ik altijd als ik ver moet rijden. Als je wilt kunnen we wat eten. Dat is goed zei Pedro. Even later was er een mooi open stuk, omgeven door bomen. Ze stapten uit, met mand en dat kleine pe.... ' 'Ja, ja ga door.' 'Ze had een heerlijk fles wijn, en broodjes met verse ham. Toen ze het een en ander op hadden, besloten ze nog wat te rusten. Zo in het gras gelegen, keken ze in elkaars ogen. En kwamen steeds een beetje verder bij elkaar. Het leek wel of ze vlak over de grond schoven zonder te bewegen. Maar dat kan ik ook verbeelden. Hij streek met zijn handen door haar zwarte haren. De zon maakte alles nog intenser. Zijn mond kwam steeds dichter bij haar. En ze liet dit ook toe.' 'En toen, en toen?' 'Toennn, zeek die hond midden in mijn gezicht. Ik heb alles gemist! Nadat ik weer droog was reden we weer weg. Pest hondje!’ 'Ha ha ha, wat een goeie.'
'Nou, vind je. Heb jij nog wat te vertellen?' 'Zie je die zwarte pukkel op m'n kop?' 'Hoe kwam dat?' 'Zal ik je vertellen. Onderweg, met een hoog zwangere echtgenoot. De weeën waren begonnen. En we raceten naar het ziekenhuis. Tot we door een roestige spijker reden. Mooi een gat in m'n kop. We konden gewoon niet verder rijden. En het kindje kwam eraan. Al liggend achterin de auto werd het baby'tje geboren. Ik krijg er nog vochtige profielen van.' 'Ah, ik vond het al vreemd. Beetje koud om te zweten. Prachtig verhaal ook. Zou een vervolg van het mijne kunnen zijn.' 'Zeg dat wel, ha het is een mooie wereld.' 'Wacht maar tot het weer voorjaar wordt, voorlopig doe ik nog een oogje dicht.' 'Ja, succes met je bult.'
Elfstedentocht koorts
Ja, ook ik heb vandaag nieuwe schaatsen aangeschaft. Nee, geen Noren, maar heb ik wel. Hockey schaatsen zijn voor mij beter van toepassing. Met nog lerende kleinkinderen op het ijs komen deze beter van pas. En het slootje achter m'n huis is ook niet van het allerbeste ijs. Dus de schaatsen uitgepakt, en zitten prima. Er valt ook nog een briefje uit. Gebruiksaanwijzing, ook in het Nederlands, dus het CE keurmerk kan erop. Eerst maar schaatsen, zonder gebruiksaanwijzing is het al jaren gelukt. Na twee uur op het ijs kan hij wel weer. Je moet het niet overdrijven. Na een glas rumpunch worden je oren weer voelbaar. Ik blijf het een raar ontwerp vinden "oren". Je komt wat rare flappen tegen. Had dat niet een beetje in het hoofd weggewerkt kunnen worden? Als je ouder wordt schijnen ze nog groter te groeien. Ik droom er wel eens van. Dat ik mijn hoofd te snel omdraai, en dan glaasjes van tafel mep. Of dat ik het raampje van de auto omhoog druk, en er nog een stuk oor uit het raam wappert. Achteloos pak ik het papiertje dat uit de doos viel. Schaatsen droog maken, controleren op gebreken, invetten, bla bla bla. Volgende hoofdstuk, veiligheid. 'Zorg dat u de juiste schoenmaat draagt.' Dat lijkt me logisch, als je je om kan draaien terwijl je schaatsen rechtdoor gaan zijn ze te groot. 'Loop niet op een harde ondergrond zoals de straat.' Goedemorgen, voor wie is dit geschreven? Op lava mag je ook niet schaatsen, want dan smelt het staal. Oh ja? 'Het beste kunt u schaatsen op een kunstijsbaan.' Dat maak ik zelf wel uit, volgende ijsbaan is vele kilometers hier vandaan. 'Controleer of het ijs sterk genoeg is, en waarschuw anderen als dit niet zo is.' Dus denk er aan mensen. Bordjes achter in de auto, "gevaarlijk ijs". 'U moet het ene been afzetten, en met het andere been glijden.' Zal niet meevallen als je ene been is afgezet. Hopelijk een beetje wind in de rug, dan wordt het nog wat. 'U kunt voortgang boeken door uw schaatsen in het ijs te duwen.' Ik weet niet welke voortgang? Het maken van een wak misschien, maar dan moet er weer een bordje bij gevaarlijk ijs. 'Het beste kunt u les nemen bij een professional, anders kunt u gevaar opleveren voor anderen.' Ja, ja, dat ben ik sowieso al als ik naast je kom staan met m'n honderd kilo.
'Ook remmen dient u te leren, zet uw schaats dwars op de rijrichting. En druk deze in het ijs.' Dat is leuk, als je de rest van het winter seizoen ingepakt in het gips wilt zitten. Als je het al overleeft. Ik zie het al voor me. Op volle snelheid hup, schaats dwars in het ijs. Een dubbele cherry flip achterover, drie dubbele axel om daarna nog een flinke scheur in het ijs te rekken met mijn voor tandjes. Hierna volgt nog veel meer veiligheid die goed bedoelt is. En ik zou er graag nog wat aan toe willen voegen. 'Schaats nooit onder het ijs, het kan de vissen verstoren.' 'Haal uw beschermers voor gebruik van de schaatsen.' ‘Ga niet aan de rand van een wak staan, krokodillen kunnen u er in trekken.' 'Schaats altijd voor een ijsbreker uit, nooit er achter.' Maar als ik dan denk aan de helden die straks, heel misschien de bare tocht gaan rijden fantastisch. Nederland wordt weer helemaal gek! Maar is het nu nodig om een paar duizend keer met die maatstok in het ijs te prikken voor de dikte. Allemachtig, "het groeit niet aan" niet, is het gek? Het lijkt wel een gaten kaas. Zo hou je geen ijs over. Transplantatie van ijs. En maar prikken erin, we hoeven geen "slush puppy". Vanavond hoor ik van een deskundige uit Friesland, dat als de eenden stil zijn krijgen we meer vorst. En wat denk je? Ze zijn stil. Natuurlijk zijn ze stil! Vijfenveertig eendjes met duct tape de snaveltjes dichtgeplakt. Ze kunnen nu alleen nog sissen. Wat hoor ik daar op de achtergrond meneer deskundige? Is dat de wind? Nee, het zijn vijfenveertig eentjes die de komende dagen alleen nog maar vloeibaar voedsel tot zich kunnen nemen. Als wij als Nederlanders iets kunnen doen om het ijs dikker te maken zullen we het niet laten. Niets is ons te dol of te gek. "It giet oan !"
Het gebeurde in Den Helder
Jaap was twaalf en Jelle was tien. Het was vakantie, en prachtig weer. Achtenveertig jaar geleden. Een rij woningen, smalle tuintjes en ingericht naar de tijd. Er bestond nog een kolenhok en klopstok. Korte uitleg: kolenhok was nodig voor de kolenkachel. En klopstok waren stalen pijpen, rechtop in de grond. Met daartussenin nog een horizontale pijp. Hier kon je de kleedjes ophangen, die dan uitgeslagen werden. Daarboven waren lijnen gespannen voor de was. Onmisbaar voor die tijd. Elk tuintje was een kopie van de volgende de volgende, en zo voort. Bij het schuurtje was een mast gemaakt, hier kon pa eventueel een vlag in hangen. Hij stond er al sinds het eind van de oorlog. Jaap en Jelle waren wat van plan. In het schuurtje hadden ze een lang touw gevonden. Hier moest wat mee gebeuren. 'Kunnen we geen berg beklimmer spelen?' Zei Jaap. Ja, dat was een goed idee. Maar nu zijn er weinig bergen in Den Helder, en naar de duinen was nog een stuk lopen. Dus het plan werd opgevat het touw boven in de mast vast te maken. Er was een stalen oog, waar het mooi doorheen zou kunnen. Met wat geklauter konden ze net op het schuurtje komen. Het touw werd door het oog gehaald, en dan weer naar beneden. Jaap zou Jelle dan optrekken, net als een echte bergbeklimmer. Jelle maakte het touw rond zijn middel vast, en Jaap begon te trekken. Een klein stukje van de grond, en Jelle hing horizontaal in het touw. Dit was niet de bedoeling. Hoe ze het touw ook vastmaakten, steeds lag Jelle op zijn kant, op zijn hoofd. Maar niet rechtstandig omhoog. Dit moest anders, het zou lukken! Jelle had een idee. 'Als we nu het touw eens achter m'n shirt langs laten lopen. En dan zo langs mijn nek omhoog. Dan hou ik mijn hoofd wel een beetje schuin om het niet te laten wegschieten. Dit alles gebeurde achter een twee meter hoge schutting. Daar achter was een straat. Dus zo gebeurde het. Jaap begon te hijsen, en Jelle ging beetje bij beetje omhoog. Maar het touw dreigde weg te schieten, en dan zou hij weer horizontaal komen te hangen. Uit alle macht drukte Jelle zijn hoofd tegen het touw. Nu kwam hij boven de schutting uit, en maakte vreemde geluiden doordat het touw langs zijn nek ging. Maar opgeven was er niet bij. 'Grolg grog', betekende hoger hoger. Aan de andere kant kwam een buurvrouw aangelopen, en zie daar ineens een kind opgehangen worden!? Hoh god, wat gebeurd er? Help, help. Jelle tracht nog te roepen dat er niets aan de hand was. En dat hij slechts een bergbeklimmer was. Maar hierdoor kwamen er alleen nog maar meer vreemde gorgelende geluiden uit zijn mond. De buurvrouw kon het niet meer aanzien, en valt flauw. Er komen mensen aangelopen die het geroep hadden gehoord. Aangekomen zien ze de vrouw op straat liggen. Er ontstaat tumult, en ook de politie is gearriveerd. Ondertussen was Jelle al lang weer gezakt, want Jaap kon het niet meer houden. Terug op de grond verteld Jelle wat er gebeurd was. En ze besluiten het touw maar snel op te ruimen. Even later komt de buurvrouw weer bij kennis, en verteld haar verhaal. Één van de politie mensen haast zich naar de schutting, en kijkt de tuin in van Jelle en Jaap. Deze staan als twee engeltjes de agent aan te kijken. 'Hebben jullie iemand aan een touw zien hangen?' Beide schudden tegelijk nee. De agent zakt meer
achter de schutting. Jaap en Jelle kijken elkaar aan. 'Zullen we maar gaan vissen?' 'Goed idee, ik haal de hengels.’ Het raadsel van de hangende jongen is nooit opgelost. Den Helder heeft geen bergen. En dat is voor sommige maar beter ook!
Mijn oom
Ik had er meer dan één, maar allemaal heel bijzonder. Of is misschien vreemd een beter woord? Volgens mij was ik een jaar of acht. De jaren zestig. In die tijd ging de tijd honderd maal zo langzaam als nu. Maar dat is mijn gevoel. Mijn vader was best wel handig, in zijn eigen vak dan. Hij heeft heel wat gebouwd, daar ligt het ook niet aan. Maar je kunt ook wel eens te veel vragen. Op zondag was het altijd... meestal rustig. Niet dat die ouwe iets met geloven had of zo. Maar hij hield zijn gemak meestal. Ook op die zondag. Hij wilde naar zijn zus, en ik wilde mee. Dit was niet vanzelfsprekend, maar ik wilde gewoon mee. Ik wilde altijd iedereen zien van de familie. Ik weet niet waarom, maar er was altijd een sterke drang. In één van zijn eerste auto's gingen we er heen. Dat was ook iets wat ik mooi vond. Het was niet ver, in dezelfde stad. De oom waar ik heen ging was altijd Pietje precies. Ook al als kind wist ik precies hoe mensen waren. Vraag niet hoe, maar het was zo. Zoals ook deze. In huis zag het er altijd heel netjes uit. Niet alleen op zondag, maar altijd. Niets mocht scheef staan. Hij had ook een borstel in zijn eigen wagen liggen. Want als je dan was ingestapt, kon hij nog even zijn schoenen afvegen. Buiten de auto wel te verstaan! Ja, als kind vond ik het heel bijzonder. We kwamen binnen, en moest direct mijn schoenen uit doen. Het was niet erg, ik liep graag op mijn sokken. Het gaf je iets van thuis zijn, erbij horen. Al snel zaten we aan de grote ronde tafel met kleedje. Beide een biertje, en ik een glas fris. Geen muziek, alleen het tikken van de wandklok. Allerlei gesprekken gingen over tafel, en ik had oren op steeltjes. Sommige dingen begreep ik niets van, en andere dingen wel. Maar al snel moest er een karweitje gebeuren. Kijk, hiervoor was ik meegegaan. Dit soort dingen waren leuk. Want altijd mislukte er wel iets. Hier kon je iets van leren. Want leergierig was ik. Wat was nu het probleem? Mijn oom had een grote vaas, of meer een grote wijnfles. Zo een van een liter of vijf denk. Nu had hij ook een lampenkap gemaakt, en die paste op de fles. Leek mij een walgelijk ding worden. Maar het was de lol van het in elkaar zetten. Er zaten tenminste draadjes aan, en ook nog een stekker. Spanning alom! Maar wat was het geval? Dat draadje kwam plompverloren uit de lampenkap. Dit was geen gezicht. Dit moest mooi worden weggewerkt via de hals van de fles. Volgens mijn oom kon je in glas boren zonder dat het brak, door het op te vullen met zand. Maar hij durfde het echter niet. En wachtte dus op de hulp van mijn vader. In glas boren Wow, dit moest ik zien. Alles werd in gereedheid gebracht. En de volkomen metalen boormachine kwam tevoorschijn. Ik kon de spanning ruiken. Op de grond, op een krant hier moest het gebeuren. Behendig duwde mijn vader de boor tegen het glas. Dit moet lukken dacht ik. Ik geloofde nog diep in wonderen, en had het grootste vertrouwen. Het maakte een diep piepend geluid. En het ging heel langzaam. Dat de fles zou barsten was uitgesloten door mij. Daar was mijn vader veel te handig voor. Mijn oom hield hem goed vast, en vaders boorde door. En zo als altijd was mijn oom keurig gekleed, in wit overhemd. Met stropdas in stijl. Ik wist toen nog niet veel van veiligheid af, dat kwam nog. Om de fles beter te kunnen vasthouden, boog mijn oom dieper naar voren. En ik zie de diep blauwe stropdas steeds dichter bij de boor komen. En dan opeens gebeurd het. De boor grijpt de stropdas, en vliegt met een noodgang omhoog naar de keel van mijn oom. En daar zie ik mijn vader op zijn knieën zitten. De boormachine met twee handen vasthoudend, aan de keel van mijn oom. Die al gorgelende geluiden maakte. Wat hier gebeurde was nieuw voor mij. Vele jaren van veiligheid waren direct in mijn jonge hersenen geplant. In dat korte
moment ging ik duidelijk een nieuwe fase van mijn leven in. Mijn tante zag alles op afstand gebeuren. En was in een la aan het rommelen. Net toen ik dacht, 'ook een raar moment om nu iets te moeten opzoeken.' Werd mij plotseling alles duidelijk. Een schaar, natuurlijk een schaar. Vlug gaf ze hem aan mijn vader, en die knipte met twee bewegingen de stropdas door. Maar nu gebeurde er iets vreemds. Iets wat mijn verdere leven is bijgebleven. Mijn oom is verlost, en krijgt weer adem en kleur op zijn gezicht. Maar dit liep dadelijk op tot vuurrood. 'wat flik jij me nu?' zei mijn oom. 'je knipt m'n zondagse stropdas door!' ik verwachte dankbaarheid handen geklap, hoera en zo voort. Maar niets van dit. Hij was pis heet. Hoe kon mijn vader dit doen? 'Weet je wel wat hij gekost heeft?' Vrolijke opmerking van mijn vader, 'geld neem ik aan.' De rapen waren gaar, de toon gezet, de stier was los. Rampspoed wachtte ons. De wereld zou niet meer hetzelfde zijn zonder deze stropdas. Wat daarna allemaal nog gebeurd is weet ik niet meer. Het is selectief uit mijn geheugen gewist. Het omdoen van een stropdas is voor mij altijd een speciale gebeurtenis gebleven. Een machtig gevoel neemt deel van mij. Ik zie scharen, gillende boormachines, en blauw aanlopende mensen. Spannend zo'n stropdas!
Koffie
Wat is koffie? Gebrande bonen van de koffieplant, gemalen en dan met heet water overgoten. Zou dit niet de koffie zijn lang geleden. In al zijn puurheid. Maar wat de laatste tijd voor koffie moet doorgaan is toch wel koffie verkeerd. Dan was de pruttel de pruttel nog aardig. Te koud, maar tenminste nog het meest pure. Koffie op een filter, en heet water er op. Daarna was ze al snel te koud. Nu zijn er cups. In alle maten en soorten. Maar deze koffie kan niet vers zijn. Deze is op zijn minst al weken oud. En dan heb je ook nog koffie zonder cafeïne. En waar drink je het voor dan? Kent u die apparaten ook op uw werk? Zo lekker makkelijk, zo snel, zo goedkoop, zo niet te drinken! Heeft u wel eens binnenin zo'n ding gekeken? Alle resten die achter blijven? Er groeien nog net geen paddenstoelen in. Maar dan houdt het ook op. Nu zult u misschien willen vragen wat ik zelf heb. Nou, heel lang geleden. In de vorige eeuw, heb ik nog wel eens gebivakkeerd in simpele houten onderkomens op mijn werk. En uit meer gemakzucht, en simpelheid hadden wij een geweldig simpel koffie apparaat. Een zogenaamde percolator van het merk Daalderop. Dit was een roestvast stalen kan, met een aluminium bakje bovenin. Via een smal pijpje werd het water dan naar boven gebracht En daar kwam toch een heerlijke bak koffie uit. En heet, zeer heet. Dus al was het water niet van de allerbeste kwaliteit. Dan was het nog veilig om te drinken. Geen geklooi met filterzakjes, en nog snel klaar ook. Dus wat let je om zo'n ding thuis neer te zetten. Maar na vele jaren van lekkere koffie. En menig verbrande lippen van vrienden die hete koffie niet gewend waren. Maar lekker was ze altijd. Maar dan komt de dag. Een harde knal uit de keuken vandaan. En het was over, overleden, dood, uit. De oude vertrouwde Daalderop was niet meer. En aangezien deze niet meer te koop waren, moesten we op zoek. En ja, ook wij kregen een pruttel de pruttel. De koffie......, niet slecht. Maar lauw. En koffie moet heet zijn. Na een paar van deze te hebben versleten. Want er zit veel te veel troep in. Allerlei slangetjes, pijpjes, en schakelaars. Het kan allemaal stuk, en verstopt. Maar toen kwam internet, en ga je zoeken. Inderdaad, ze maken ze niet meer. Wel de grote, van een paar liter. En dan is daar "marktplaats". Ik dacht kom, ik tik het eens in. En jawel, te koop! Voor een tientje! Snel het bod gedaan, en betaald. Na twee dagen thuis. En we hebben hem omarmt. Oud, maar zo goed als nieuw. Wow, en wij hadden hem. Snel schoongemaakt, en koffie erin. Na een paar korte tikken, begon het. Alsof er een wild beest door kruipt. Geweldig, en stoom. Ja er komt stoom uit, heet zo heet. En dan is daar de koffie. Je hoeft de kopjes niet voor te verwarmen. Want ze is heet, bloedheet. Dit is weer de koffie, dit is heet. Dit heet koffie. En ik heb er nog één besteld, ook een ouwe Daalderop Hij staat als reserve op de plank.
Uitdrukkingen die niet meer "in" zijn dit jaar
"De zwakke in de samenleving" In eerste plaats, zou u zo genoemd willen worden? Is niet iedereen wel ergens sterk in? Natuurlijk, iemand die in coma ligt zal niets meer uit kunnen brengen. Maar dan zie ik direct Stephen Hawking voor mij. Gekluisterd aan zijn rolstoel, altijd verzorgd door iemand. Zelfs praten kan hij niet meer. Hij praat dan ook door middel van een spraak synthesizer. Maar zou hij blij zijn met een bordje achterop "zwakke in de samenleving"? Begrijpt u wat ik bedoel. Laat de mensen zichzelf maar beoordelen, daar hebben we geen wijze politici voor nodig. Voor de mensen die geen idee hebben wie dit is, even Google(n).
"Duurzaam" Hoe moeten we dit woord zien? Duurzaam verhogen van de accijnzen? Duurzaam verhogen van belastingen? Of gaan we duurzaam werken aan een samenleving die voor iedereen even plezierig is? Duurzaam studeren, duurzaam les geven? Duurzaam omgaan met energie? Kijk, als je dit wilt moet je zorgen dat we met z'n allen elektrisch gaan autorijden. Maar dan kom je wat problemen tegen. Waar gaan we dan die dertig miljard aan belastingen vandaan halen? Vergeet niet, ruim zestig procent betalen wij van de benzine prijs aan belasting. Tsja, kun je slecht verkopen. Krijg je een speciale meter in je meterkast die dan dure elektra in je accu stopt. En dan erbij vertellen dat het voor je eigen bestwil is. Maar wat dan? Duurzame telefoons? Welnee, je bent maar al te blij dat je volgend jaar weer een nieuwe hebt. Die, twee keer zo snel is, en nog meer kan. Lachend gooi je hem over je linker schouder weg. Duurzaam is geen toverwoord. Het woord "duurzaam" heeft zijn tijd gehad. Het is zogezegd niet duurzaam meer. "VOC mentaliteit" Ja, dan zouden we snel boven Jan zijn. Vaar naar een ver land, plunder en beroof iedereen. En breng al het goud mee terug. Op de weg terug was er ook nog een gouden driehoek. Kon je ook nog wat slaven goedkoop inkopen, en een eindje verder weer duur verkopen. Ja, hebben we allemaal gedaan. Moet ook nooit meer gebeuren. VOC is dus uit.
"Doe even normaal" Het zou fijn zijn dat niet meer gezegd zou hoeven worden. Dat gewoon iedereen normaal zou doen. Dat het niet normaal is dat je ambulance personeel molesteert. Of enig ander iemand die gewoon alleen maar zijn werk doet. Of mensen wil helpen. Dat het niet normaal is dat er zelfs een TV spotje
voor nodig is om dit te begrijpen. Nee, dit is niet normaal. Als we met zijn allen normaal doen is bovenstaande uitdrukking niet meer nodig. Doe even normaal, is niet normaal.
"Zesjes cultuur" Dat maken we er toch zelf van. Ook al heb je tienen op je eindlijst. Dan komt er toch nog een loting of je wel door mag? Dan is een zes ook meer dan genoeg voor je gevoel.
"hypotheekrenteaftrek" Doe het, of doe het niet. Maar blijf er niet eindeloos over door jammeren. Het komt nog het meest overeen met een dreinend kind van een jaar of vier. Net als je met iets belangrijks bezig bent trekt hij aan je jas. "hypotheekrenteaftrek" rot op, je krijgt het niet. Al ga je op je kop staan, stampvoeten, of wat dan ook. Papa is de baas, zorg eerst maar dat je groot wordt. Bordje leeg eten en zo. En als je dan je bordje op hebt, gaan we eerst praten over de huurwaarde forfait, en overdracht belasting. En dan nog krijg je het niet!
"Nivelleren” Weet je wat zo jammer is? Dat de gedachte altijd maar één kant op lijkt te kunnen. Ja, de rijken moeten inleveren, en moet verdeeld worden onder de armen. Maar die betalen al tweeënvijftig procent over hun salaris. En over alle toeslagen en vakantiegeld. Dus dan gebeurd het toch al? Of moeten die direct alles aan de staat schenken, en zakgeld ontvangen of zo? En als ze dan in zo'n grote bak aan komen rijden. Ja, dan tanken ze meer, betalen meer wegenbelasting, en over alle duurdere onderdelen en onderhoud wordt ook weer negentien procent BTW betaald. Het is voor de staat altijd kassa. Maar waarom kan nivelleren niet omhoog. Dat we gewoon met z'n allen meer hebben. We gaan gewoon met z'n allen in zo'n grote bak rijden. Betalen we lekker veel belasting. En zijn ze weer blij in Den Haag. Het is nooit zo als de benzine in Duitsland goedkoper is, dat dan de benzineprijs omlaag moet. Nee, dan verhogen we de prijs in Duitsland. Hoe was het ook alweer, zum kotsen.
Gebeurd er nog iets bijzonders vandaag?
Deze week was er een documentaire op TV. Mensen over de hele wereld kregen een camera, met de opdracht om één dag van hun leven te filmen. Alles op dezelfde dag. Ik heb er van genoten, heel bijzonder. Het laatste beeld was een meisje dat alleen in haar auto zat, en de hele avond had gewerkt. Ze vertelde dat ze gewoon haar werk had gedaan, en niets bijzonders was gebeurd. Ik zou zeggen dat ze er uit zag als iemand die bediend in een restaurant. Niets bijzonders, het is natuurlijk maar net wat je bijzonder vindt. Wat voor de één heel bijzonder is, kan voor de ander gewoon zijn. En andersom natuurlijk. Maar ook mensen die uit eten gaan verwachten een leuke avond. En dan is een glimlach van iemand die je bediend toch heel erg meegenomen. Het kan je hele avond veranderen. En voor hetzelfde je eigen leven. Want je weet namelijk nooit wanneer het bijzonder was, of bijzonder wordt. Het blijkt pas vaak achteraf. Misschien klinkt het ontzettend afgezaagd, maar alles heeft zijn nut. Ook al lijkt het niet vaak zo. Zo haalde ik vanmorgen de vuilnis bak weer terug naar binnen. Geweldig, hij was weer leeg. En ik had er toch wat ingestampt de afgelopen maand. Gewoon? Misschien wel, maar ik zie wel eens beelden dat het huizenhoog ligt opgestapeld in de straat. Stank, rattenplaag, enge ziekten. Ja ik was blij vanochtend. Weer gelukt, precies op tijd. Voor de vuilnisman een gewone dag, en ik was weer blij. Zo kan ik natuurlijk legio voorbeelden op lepelen. Maar bedenk dat iedere dag op deze planeet iets bijzonders is. Deze planeet ja. Want het is maar een nietig bolletje in het universum. En je kan er natuurlijk lang over nadenken waarom we hier zijn. Gisteren liep ik in Den Briel Blokker binnen. Nu had ik aanmaak blokjes nodig, en die zijn slecht verkrijgbaar in de winter. Maar goed daar waren ze. Maar wat kosten ze? Een voorbij lopende medewerker aangeschoten. En gevraagd wat de prijs was. 'Ik weet alles' zei hij. Ik hem direct gevraagd waarom wij hier met z'n allen rondlopen op deze aarde. 'Om zoveel mogelijk belasting af te dragen' was zijn antwoord. Ik kan het niet helemaal fout rekenen. En zo zie je maar dat iedereen zijn eigen prioriteiten heeft. Het leven is niet moeilijk. Het is maar waar je de prioriteiten legt, dat is weer duidelijk. Ook kwamen we nog iemand tegen die met een denkbeeldig persoon liep te praten. We lopen snel door, want voor je het weet ben jij de denkbeeldige persoon geworden. En sta je een stief kwartiertje iets aan te horen waar je waarschijnlijk even geen behoefte aan had. Het lijkt wel of je het steeds meer ziet de laatste jaren. Maar goed, het is wel gezellig, altijd iemand om tegenaan te zeuren. Nooit geen verkeerd woord terug. Dus ook deze mensen zijn in principe heel gelukkig. Het zijn vaak de kleine dingen in het leven. Net ging ik hout halen voor de open haard. Net iets te vol gedaan die bak, want ik wilde nog maar één maal naar buiten vanavond. Op de weg naar binnen toe, probeer ik met mijn kin de deurpost open te maken. Dit lukte, maar de klink die omhoog schoot raakte me vol onder m'n neus. Een vriendelijk gesprek met hij van boven volgde. Omdat ik automatisch een stap naar achter deed. Viel het grootste blok hout eruit, precies op het puntje van mijn Crocs (je). En volgens mij worden ze nog niet verkocht met stalen neuzen. Dus een tweede gesprek met hij van boven volgde. Wat intenser deze keer. Maar ik was blij! Want het kon ook binnen zijn gebeurd. Groot blok hout valt op het bureau, stuitert twee keer op, om vervolgens dwars in mijn PC scherm te belanden. Nee, ik was blij vandaag. Heel blij.
Waar blijft de winter?
Zo zit je het ene jaar weken in de sneeuw. En zo heb je geen sneeuw en stormen. Ik heb al weer voorzichtige opwarming van de aarde berichten mogen lezen. Vorig jaar waren die berichten zeer zeldzaam. Maar nu dreigt zelfs Groningen onder te lopen. Krijgt natuurmonumenten toch nog haar zin. Voor een muggen plaag is het nog te koud. Maar wie weet komt daar volgende week verandering in. Ach, je moet het positief blijven benaderen, nietwaar? Koop nu in ieder geval je slee, schaatsen, en sneeuw schep. Ze zijn spotgoedkoop. Want volgende week kan het heel anders zijn. Wij Nederlanders willen het liefst winters die ijs en sneeuw hebben. Niet te veel niet te weinig, en niet te lang. Seizoenen, dat willen we graag. En oh wat kunnen we zeuren als het niet zo is. Daarom houdt het weer hier in Nederland rekening met ons. We krijgen nooit wat we verwachten. Gewoon pesterij. En dan hebben we natuurlijk onze weermannen en vrouwen. Zowel met als zonder technische ondersteuning. Zodra deze beginnen te zeggen dat het volgende week kouder wordt. Wordt het gegarandeerd warmer. En andersom natuurlijk. Laatste voorspelling is dat er voorlopig geen winter aan komt. Nou, ik denk dus volgende week. Er kwamen vanavond ook weer ganzen over. Maar daar kun je ook geen pijl meer op trekken. Volgens mij vliegen ze elke avond met z'n allen tegen elkaar in. Vandaag of morgen een doffe klap, en regent het ganzen. Natuurminnend Nederland in rep en roer. Oh jee, wat zou er gebeurd zijn? Een virus? Gekke ganzen ziekte? Nee, het zijn er gewoon te veel mensen. Als we alle ganzen zouden plukken kunnen we heel China van donzen dekbedden voorzien. Doe Tibet er ook bij. Punt is dat wij Nederlanders gewoon te lief zijn. En als we wat doen, willen we het tien maal zo goed doen als anderen. Dit zo met de ganzen. Ganzen Pathé? Nee, niet doen. Hou de ganzen wat in toom, en ook dit is opnieuw een geaccepteerde lekkernij. Gaan we stroom opwekken op een hele efficiënte manier. En maken we zoveel, dat we moeten exporteren naar het buitenland. Gaan we extra energie heffen op stroom en energie. Die dan vervolgens twee maal zoveel kost dan de winning ervan. Ja, dank je staat Nederland. Maken we uitstekende afval verwerking fabrieken. En wel zo goed, dat we zelfs afval uit Italië moeten halen om deze aan de gang te houden. " Dank je Nederland" uit Italië vandaan. Vreemde mensen uit het buitenland die heel zielig zijn zonder paspoort mogen direct blijven. Als later blijkt dat het hele verhaal is verzonnen, en dus gelogen hebben.... Mogen ze alsnog blijven. Want ze hebben niet gelogen nee, ze hebben niet de waarheid verteld. Als je geslagen wordt, keer je de andere wang toe. Ja mensen, het kan geen kwaad om af en toe een muilpeer terug te geven. Als er in Nederland iets gestolen is van je, dan moet de dief een afstand verklaring tekenen. Anders krijg je het gewoon niet terug. Zoiets van eerlijk gestolen? Alle bedreigde diersoorten helpen wij. Niet altijd verkeerd natuurlijk. Maar het moet wel aaibaar zijn. Nog nooit gehoord van het wespen bevrijding front. Wel korenwolfjes, zijn ze niet aandoenlijk. Precies die hamsters die je vroeger in je slaapkamer had. Je wist niet dat ze hier in Limburg onder de grond zaten. Heel wat anders dan die stinkende mijnen. Maar als je dan hoort dat er al een paar maanden twee bij elkaar zitten voor de voortplanting. En het blijken twee mannetjes te zijn. Ja dan moet ik weer lachen. En je kan het zo makkelijk horen. Even schudden, en je weet het. Een mannetjes konijn heet niet voor niets rammelaar. We verkopen gas aan Italië voor een spotprijs. Om later onze boeren het dure gas voor hun kassen te leveren. Als er dan klachten komen over onze te goedkope tomaten, gaan we deze nog eens extra belasten. En vindt je
deze tomaten uiteindelijk terug in de supermarkten in Italië. Ja, we blijven netjes, en buigen ons een hernia. Als we teveel last krijgen van zout in onze rivier van de kali mijnen uit Frankrijk betalen we vijfenzeventig miljoen "gulden" om dit op te lossen. Niet veel later zijn de mijnen dicht. Bedankt! Maar het was toch opgelost? Niet zeuren dus. En zo bereiken we toch uiteindelijk ons doel. Niet vaak de gemakkelijkste weg, maar wel een weg. Zodat na ongeveer zestig jaar ook daar gaat eindelijk aan gewerkt gaat worden. De A4, jawel. En ook die andere worden verbreedt. Kijk, het duurt even, maar dan heb je ook wat. En voor de secretaris van de gemeente Vlaardingen; Weet u nog, op een mooie namiddag, terrasje achter hotel Delta? Uitzicht op de Shell fabrieken. 'Die A4 komt er nooit.'En wij: 'Dacht het wel.' Weet ik, hij is er nog niet. Maar in gedachte zie ik hem al liggen. En ik weet ook dat er vast nog wel vier A4 affaires zullen zijn. En het vier keer zoveel gaat kosten. En dat ik dan al lang met pensioen ben. Maar dan zal ik nog eenmaal op en neer naar Den Helder rijden. Zonder files, dat wel.
De laatste helikopter voor Kerstmis
Paul had net een vracht met speciaal voedsel op het platform afgeleverd. Het was bedoeld voor de speciale kerst maaltijd aan boord van het olie productie platform. Het platform staat zo'n tachtig kilometer voor de kust van Brazilië. Nu snel terug, en naar huis toe. Dit was ook nog twee dagen reizen. Aansluitend was Paul dan drie weken vrij. Z'n gedachten waren al thuis. Hij dacht aan zijn kinderen en kleinkinderen. Allemaal weer bij elkaar. Eens per jaar was het dan heel druk in huis. Maar dat hoorde er gewoon bij. Al die stemmen door elkaar van de kleinkinderen. Van hoog tot laag. Af en toe een kreet van de kinderen of het wat rustiger kon. Normaal vlogen ze altijd met z'n tweeën. Maar zijn collega zou anders een vliegtuig later moeten nemen. En Paul had hem weg gestuurd. 'Ga jij nu maar. Ik red die laatste vlucht wel alleen.' Op de heenweg was net al slecht weer geworden. Maar een helikopter kan heel wat verdragen. Maar wat hij nu zag op zijn radarscherm werd hij niet blij van. Donkerrode wolken partijen. Dit betekend onweer. En in dit gebied kan het aardig tekeer gaan. Paul besloot maar een stuk om te vliegen. Tikte eens op zijn brandstof meter. Dit moest nog makkelijk gaan. Paul droomde weer half weg denkend aan thuis. Grote kerstboom, met alle cadeaus eronder. Kerstmuziek op de achtergrond. Maar ineens een grote lichtflits. 'Wat krijgen we nu? Komt dat slechte weer mee of zo?' Paul draait snel aan het knopje van zijn radar scherm om wat uit te zoomen. Plots breekt het zweet hem uit. In plaats dat er beter weer zou zijn aan deze kant. Leek dit nog tweemaal zo erg. Brandstof om nog eens om te vliegen was er niet meer. Dus was het nu recht door het onweer heen. Hij maakte een flauwe bocht naar rechts, om met de neus recht tegen het front in te vliegen. Na één kilometer is het al raak. Heftige luchtbewegingen zorgen dat de helikopter als een steen naar beneden valt. Om vervolgens weer met een noodgang omhoog te vliegen. Maar al snel is hij door de eerste bui heen. En het lijkt zelfs iets rustiger te worden. Paul begint alweer jingle bell te neuriën, als uit het niets een bliksemflits de helikopter vol raakt. Alles is verlicht, om daarna een volledige duisternis achter te laten. Het hele instrument paneel is uitgevallen. En de turbines zijn er mee gestopt. Paul heeft het tientallen malen geoefend. En weet wat er nodig is om te kunnen landen zonder turbines. Maar nu in volledige duisternis is het heel anders. Snel gooit hij de koppeling los van de motor. De wieken kunnen nu vrij draaien. Ook de stand van de wieken moet hij precies andersom draaien. Van de hoogte kan hij alleen een schatting maken. Hij moet op tijd de stand weer veranderen om zacht te kunnen landen. Bliksem schichten schieten links en rechts voorbij. Zo kan hij tenminste nog wat zien. Eerder dan verwacht doemt de zee op. Met alle macht trekt hij de hendel omhoog. De wieken klappen omhoog, en Paul wordt in zijn stoel geduwd. En het lukt om een zachte landing te maken. Maar direct slaan er golven over de helikopter heen. En dreigt om te slaan. Snel werkt hij zich over de stoel heen naar de achterbank. Onder de stoel is een reddingsboot. Met een ruk weet hij het vlot los te trekken. In schoolslag trekt hij het achter zich aan. Als hij achterom kijkt ziet hij net nog het laatste stuk van de heli onder water gaan. Met een ruk aan het koord blaast het vlot zich op. Het touw trekt hij het verder naar zich toe. Klimt naar binnen, en laat zich languit op de bodem vallen. Het is een vrij groot vlot. Normaal voor acht personen. Er zitten wat basis dingen in zoals wat drinkwater, en vette koekjes. Visgerei, en wat vuurpijlen. Dus als je rond oud en nieuw nog steeds in het vlot zit. Dan kun je tenminste in stijl het oudjaar uit luiden. Maar voorlopig is het donker, en zwaait het vlot flink heen en weer.
Gelukkig zit er ook een zeil aan het vlot vast. Dit zit als een tent boven het vlot. Maar comfortabel is anders. Paul kan buiten niets zien, het is donker geworden. En het belangrijkste hulpmiddel ligt nog in de helikopter. De nood radio. En door zijn uitwijk manoeuvre zullen ze ook nog eens in de verkeerde richting gaan zoeken. En als de zuid stroming het vlot weet te pakken zal het naar een gebied gaan waar weinig schepen langs zullen komen. Uren gaan voorbij, en Paul tuurt naar iet bekends. Maar er is niets te zien. Ondanks de vrij hoge temperatuur, is zijn gezicht ijskoud van de wind en regen geworden. Het heeft geen zin om nog langer buiten te blijven. Het zeil klappert als een wilde in de wind. Alsof er een wild beest binnen wil komen. Maar tegen de morgen wordt alles rustig. Hier en daar is zelfs wat blauwe lucht te zien. Misschien zijn ze al aan het zoeken. De golven worden minder en minder. Maar er is geen schip te zien. Paul legt alles klaar voor het geval dat er een boot of helikopter in de buurt komt. Twee fakkels, en twee vuurpijlen. Na heel de nacht wakker te zijn geweest, vallen nu zijn ogen af en toe dicht. Hij ziet de gezichten van zijn familie voor zich. Ze lachen allemaal. Hij schrikt weer wakker. En hij dacht iets te horen. Maar het is niets. Zo als het eerst tekeer ging, zo rustig is het nu. Uren kruipen voorbij. Wat kan hij nog meer doen? Maar de dag is om, en het wordt weer donker. De kans op redding wordt nu snel minder. Misschien hebben ze al wrakstukken gevonden van de helikopter. En zullen ze dan nog lang verder zoeken, of niet? Het weer klaart verder op, en miljoenen sterren komen tevoorschijn. Ook nu probeert Paul zo lang mogelijk wakker te blijven. Maar op een zeker moment zakt hij dan toch in slaap. Direct ziet hij de hele Kerstavond voor hem. Alle tradities van jarenlang komen ten uitvoer. Iedereen heeft het naar zijn zin. Precies zoals hij het voorgesteld. De tafel is gedekt, en onbewust telt hij de borden die op de tafel staan. Maar wat krijgen we nu? Er mist een bord. Hij kan zijn kinderen horen praten. Ze hebben het over hemzelf! 'Was papa er nog maar, dan was het altijd lol. Hij had bijna altijd overal een antwoord op. ‘Ja’, hoort hij zijn dochter zeggen. Het is alweer drie jaar geleden dat hij dat ongeluk kreeg. Wat zou er toch gebeurd kunnen zijn?' 'Hou er nu maar over op,' hoort hij zijn vrouw zeggen. 'Ik kan er nog steeds slecht tegen. Niemand heeft ooit meer iets van hem vernomen. Dat kan toch niet. Ze moeten toch iets gevonden hebben?' Het is stil aan tafel, en Paul ziet dat z'n dochter de hand van zijn vrouw Zana pakt. Ze pinkt een traan weg. En lacht dan naar haar dochter. Paul huilt hardop. Wat verschrikkelijk, ik ben er niet meer. Ik ben dood! Maar dat kan toch helemaal niet. Ik drijf toch in een vlot. Waar ben ik? Alles wordt zwart, en de prachtige kerstboom vervaagd. Paul valt in een diepe slaap. Maar dan schrikt hij opnieuw wakker. Hij hoort kinderstemmen? Het zal wel bij de droom horen mompelt hij. Het vlot krijgt ineens een schok. Nu voelt hij het duidelijk bewegen. Het is net of iemand aan het vlot trekt. Als gestoken door een bij veert hij overeind. Klapt het zeil omhoog, en wat hij nu ziet kan hij niet geloven. Een hagelwit strand, spelende kinderen. Waarvan twee nu zijn vlot naar de kant trekken. 'Hallo' roept hij. De kinderen schrikken, en willen weglopen. 'Nee nee, het is goed.' Met nog tranen in zijn ogen stapt hij uit het vlot, en loopt met de kinderen mee. Ze hebben lang blond haar. Net als zijn eigen dochter vroeger. Tranen, tranen van geluk nu. Alle mensen op het strand komen nu naar hem toe. Hij schudt iedereen de hand, en kan zijn geluk niet op. Met een drankje in de ene hand, en een koek in de andere Hand loopt hij het strand op. Hij moet naar huis, 'een telefoon. Mag ik een telefoon?' Paul drukt snel het nummer van thuis in. En krijgt direct zijn vrouw Zana aan de telefoon. 'Hallo, hallo' klinkt het.
'Ik ben het! Ik mankeer niets en kom naar huis toe. We gaan kerst vieren.' Zana kan eerst geen woord uitbrengen. 'We gaan de beste Kerst ooit vieren.'
Eindelijk recessie
We zijn officieel in recessie! Goddank hoeven we niet meer te wachten of twijfelen. Met maar liefst een half procent. Mijn dochter vroeg pas nog wat dat allemaal voor gedoe was op de TV. Gewoon doorgaan met adem halen zei ik. Niets aan de hand. Maar wat nu? Waar moeten de nieuwszenders het nu over hebben. Kijk, als je een berg beklimt, en je bent boven kun je niet verder. Je zou nog kunnen springen. Een keuken trapje kan nog van pas komen. Maar dan ben je er echt. Desillusie, afgrond, oh wat verschrikkelijk. Ach, we hebben het een jaar aangehoord. We waren onderweg naar een recessie. En eindelijk geloofd "het volk" het. De zelf voorspellende wens is uitgekomen. Maar wacht eens. Vroeger is dit al meer geweest. Richting voor de laatste oorlog meen ik. Mijn opa en oma hadden het heel slecht. Geen geld voor eten. Geen geld voor het gas muntje. Gasmuntje.. Wtf zullen velen van mijn jonge lezers denken. Nu, vroeger zat er in de meterkast een gasmeter. Denk niet dat dit aardgas was. Want dit kwam veel later. Het was lichtgas. Gemaakt uit kolen vergassing. En werd gebruikt in de lampen thuis. Als je er een muntje in deed had je weer gas. Net als bij een kauwgom ballen automaat. Eens in de zoveel tijd werd deze geleegd. Dus geen muntje, geen gas, geen licht, geen warme hap. Maar dan was er nog een petroleum kookstel. Maar daar moest je ook petroleum voor hebben. Het voedsel was op de "bon". Omdat er simpel genoeg niet genoeg voedsel was. Je kreeg een bepaald aantal bonnen per gezin toebedeeld. En daar moest je het mee doen. En wat deed je ‘s avonds? Gewoon, een spelletje bij kaarslicht. Of een boek voor de derde keer lezen. En had je geen kaars ook. Dan kon je een klein schaaltje nemen. Wat petroleum er in, en een kurk met katoentje. Deze dreef dan al brandend op de petroleum. Als je geluk had dan dreef de kurk mooi in het midden. Maar als hij naar de kant ging, had je een verkeerde schaduw. En moest je met een lepeltje de kurk weer naar het midden duwen. Eten was er dus ook niet veel. Vooral boter, vetten, en meel was er weinig. En als je betrekkelijk rijk was had je een radio. En kon je misschien een hoorspel volgen. Heel spannend allemaal. En ook toen werd er gelachen. En iedereen zat dicht bij de kachel op kolen. Maar in de slaapkamer was geen verwarming. En dus steenkoud. Maar om nu een warme instap te verkrijgen. Was er een bedden pan. Een soort koekenpan met een deksel er op. Hier deed je dan kooltjes in uit de kolenkachel. Deze haalde je dan langzaam onder de dekens door. En warmde je het bed op. Niet te langzaam, anders stond je bed in de fik. En waarom vertel ik dit allemaal? Dat het niet waar is? Nou het is zeker waar! Maar ziet uw overeenkomsten met toen en nu? Denk heel goed na.... Nee, ik ook niet. Dus kunnen al die huil berichten van de TV af? Kunnen onze vaderlandse verslaggevers het eindelijk over iets anders gaan hebben. Gewoon over de nieuwste IPhone en zo. Wat de beste vakantie landen zijn. Wat de leukste motor toer ritten zijn. En wat de beste champagne mag kosten dit jaar. En als dit allemaal te moeilijk is... Neem een ander vak!
Zwarte Piet en Sinterklaas
Gevreesd door velen, door anderen verguist. Discriminatie, voortrekken, geheime documenten. Het is niet wat u denkt! Het hele Sinterklaas gebeuren heeft een duidelijk doel voor de opvoeding van onze kinderen. We laten eerst onze kinderen geloven in iets wat niet bestaat. Dit is een duidelijke leerschool voor de rest van hun hele leven. Zij zullen dit nog heel vaak meemaken. En worden zo al op vroege leeftijd geleerd hier mee om te gaan. Een klein voorbeeld is hier op zijn plaats. Later zullen onze kinderen gaan stemmen. Zij denken dan dat deze mensen hun belangen zullen verdedigen. En afspraken zullen nakomen. Ik hoef u verder niets uit te leggen hoop ik. Dan is daar een zwarte en witte meneer. Ook dit is symbolisch. Het kwaad en goed kunnen zowel van de witte komen, dan wel van de zwarte. En dat ze altijd samen zijn houdt in dat elke kleur hiertussen ook mogelijk is. Dan is daar het grote boek. Al jong leren ze dat hun hele hebben en houwen altijd ergens opgeslagen zal worden. Niets is geheim, en zullen altijd overal gevolgd worden. Dan is daar de zak. Niet alleen cadeaus komen er uit. Er moet ook wat in komen. Dit zijn de stoute kinderen. Nou wist ik vroeger een paar kinderen die zo mee konden. Ettergezwel van de eerste orde. Plaaggeesten van de bovenste plank, neem ze mee. En hou ze daar was mijn gedachten. Maar het gebeurde nooit. Altijd een lang verhaal, je bent stout geweest en zo. Maar nooit ging er ook maar eentje mee. Even de uitleg: Je kunt in dit land ontzettend veel verkeerd doen. Maar daar is het gedogen, nog één keertje. Als je het nu niet laat. En zo voort. Om echt opgesloten te worden moet er nog heel wat gebeuren. De witte handschoenen. We maken onze handen niet vuil. Of ook wel, we wassen onze handen in onschuld. De toch wel heel vreemde kledij die beide aan hebben is ook zoiets. Je kunt in Nederland je zo vreemd en gek aankleden als je wilt. Maar het gezicht moet zichtbaar zijn. Anders krijg je problemen. De schoorsteen. Waarom? Heel duidelijk. Deze moet voor de winter geveegd zijn. Anders is er kans op schoorsteenbrand. Dat zit er dus ook al vroeg in. Het vervoer middel. Het paard, ofwel de schimmel. Een edel dier, volkomen op zijn plaats. Volkomen volgens de "geen uitstoot normen", en milieu. Maar als het paard een poosje stilstaat, schijt "het" je straatje onder. Dus dan kom je erachter dat het toch allemaal niet zo schoon is als dat je zou willen. De staf. Eigenlijk een soort antenne. Richt je antenne altijd de juiste kant op voor het beste beeld. Tegenwoordig een schotel. Maar goed, het symbool is duidelijk. De veer en het zwarte gezicht. Als je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt, dan krijg je pek en veren over je heen. Helemaal vol met veren zou te veel zijn. Dus eentje is genoeg. Na vele jaren kom je er dan achter dat het allemaal niet waar is. Maar het kwaad is geschiet. Je zult nooit meer iemand helemaal vertrouwen. En de cadeautjes komen van je eigen ouders. Dus een sigaar uit eigen doos. Zo zie je maar dat dit allemaal zo moet blijven. Niks groene pieten. Niet een ezel, of een auto. Precies zo als het nu is. En weet je wat? Nu je zelf zo bent belazerd wil je iemand anders dit ook aandoen. En zo gaat het voort. Ook jij krijgt kinderen, en ook deze ga je dit onzinnige verhaal vertellen. Maar jij weet ondertussen beter. Het zal een wijze les worden.
Orka's vliegen altijd behalve
Het zijn ook goede zwemmers, daar kun je niets van zeggen. Maar hadden we eindelijk een eigen Nederlandse orka. En moest deze naar het buitenland. Morgan, hij mocht niet blijven. Één groep wilde hem naar de noordelijke Noordzee hebben. En van de andere groep op vakantie naar Tenerife. Wij Nederlanders weten niet wat we willen. Heb je eindelijk iets leuks in huis. En moet het weer snel voorbij zijn. Gelukkig waren ze er heel blij mee in Tenerife. Met het vliegtuig. Maar wat nu als ze zelf konden vliegen? Kijk, een gans of fazant in je straalmotor is niet fijn. Maar gaat meestal wel goed. Niet voor de vogel weliswaar. Maar ik offer er graag eentje aan op, in plaats van een vliegtuig vol met mensen. Maar er zal maar een orka in je motor vliegen. Goedemorgen, dan heb je een echt probleem. Ik denk de straalmotor er schoon vanaf is! Dan wil ik het nog niet hebben over een school orka's. Daar kun je best een straatje voor om vliegen. Maar aan de ander kant zijn we dan misschien snel van het overschot van ganzen af. Als die met de klep open even boven Schiphol cirkelen, is het ook snel over denk ik. Of je dan zo blij moet zijn met een orka poepje op je voorruit? Ik zie dat groepje wielrenners al langs komen op een mooie zondagmiddag. Ring ring, opzij. En even later.....flats. Hole in one. Al de kleurige pakjes spierwit. Nog naar adem happend in de berm. En wat dacht je van een nestje op je schoorsteen? Dan mag je er wel één van gewapend beton zijn. En dan mag je niet hopen op twee parende orka's op je dak. Gelijkgesteld aan acht op de schaal van Richter. En geen dakpan meer op je dak. Nee, laten we het dan maar houden bij ganzen. In Duitsland zijn ze er ook gek op. Maar dan gebakken met een appeltje in zijn bek, op een prachtige zilveren schaal. Ieder zijn plezier.
Bekeuringen
Het woord bestaat uit "be" en "keuring". Beschaaft, belazerd, berooid, bezaaid. Keuring, wat wil je keuren? Keur met ring. Nee, ik kan geen echte afleiding vinden. Kijk, ik wil niet zeggen dat er geen bekeuringen moeten zijn. Want de meeste bekeuringen zijn volkomen terecht. En van mij mogen er nog wel enkele hoger zijn. Maar alleen de burgers worden steeds bekeurd. En is het terecht? Prima hoor. Maar wanneer gaan we de bedenkers van de crisis ook eens bekeuren. Regeringsleiders, bankdirecteur (s) die vooral henzelf heel belangrijk vonden. En schaamteloos vooral de eigen rekening hebben gespekt. Deze gaan hun goddelijke gang. En nog erger is dat deze ook altijd weer de hand boven het hoofd wordt gehouden. Of hebben dan enorme spijt, en zullen van de twintig miljoen euro. Vijf miljoen terug storten. Nou dat is dan weer nobel niet? En hoeveel moet dan de bekeuring zijn? Maar je kunt ze bekeuren zolang ze bestaan. Je kunt ze al hun geld afnemen. Maar dat helpt je niets. Binnen de kortste keren hebben ze weer een prima plek in een paar commissies. En hebben snel de zakken opnieuw gevuld. Terwijl wij praten over de crisis maakten zij zichzelf gereed om hun volgende slag te slaan. De kas is opnieuw gevuld door onze regering. Van geld dat door u zuur is verdiend. Ja, sorry. Ik moest het even kwijt. Als ik die zelfingenomen smoelen ziet. Dan krijg ik spontaan braaknijgingen. Bekeuren is goed, maar dan voor iedereen, in de juiste verhouding. Die verhouding is een beetje zoek. Ik zie in andere landen pleinen vol mensen staan. Die ergens voor strijden. In principe gebeurd het hier niet veel anders. Een handje vol trekken echt aan de touwtjes. En de burgers gaan weer keurig aan het werk. Proberen om hun pensioen veilig te stellen met een paar jaar meer werk na hun vijfenzestigste. Deze mensen moeten die bonus eens ontvangen. De bouwvakker die ‘s morgens om half zeven in de auto stapt naar zijn werk. Die bij weer en wind buiten staat. De leider van een team, die zijn mensen weet te motiveren. De kantoorhulp die zichzelf omhoog werkt. Die geloven in huisje, boompje, beestje, vrouw en kinderen. Die geloven in een toekomst, die minder zelfzuchtig moet zijn. Waar de verdiensten in verhouding zijn. En niet de gene met de grootste bek alles heeft. Saamhorigheid is een bestaand woord. Jammer dat je het niet vaak meer hoort. Vriendendienst, is ook zo'n woord. Elkaar helpen is geen vloek. Het is gewoon toegestaan. Maar als we het onze kinderen niet leren, zal er niets veranderen.
Toiletpapier specialisten
Vorig jaar moest ik op cursus. Aangezien deze zo'n honderdzestig kilometer verder werd gegeven. En het verkeer nog al eens te wensen over laat, was ik de avond voor de cursus al aangekomen op locatie. Niet veel bezoekers in het hotel, dus maar een lekker glaasje wijn besteld. Wat later kwam er een keurige heer binnen. En bestelde ook een glaasje wijn. Even later raakten we in gesprek. Hij was één van de leraren. 'Ja, ik kom hier al heel lang.' Vertelde hij. 'Maar het laatste jaar gaat de kwaliteit van dit hotel snel achteruit.' ‘Wat is er dan slechter geworden?’ ‘Ik zal je eens wat vertellen’, zei hij. ‘Je kan het al zien aan het toilet papier. Vroeger was dit gewoon perfect. Gewoon, dik en zacht. Maar het laatste jaar is dit veranderd. Werkelijk het goedkoopste is nu ingekocht. Het is nog net geen schuurpapier. En dat is nu tekenend voor deze zogenaamde managers. Het verteld iets over hun inzicht. Ze bezuinigen op dingen waar ze nog net verstand van hebben. Toilet papier! Van die nep koffie machines, waar dan extract koffie in zit die twee maanden terug gemaakt is. Koffie van twee maanden oud dus. Koffie maken doe je van koffiebonen. Heet water er op, en hier komt dan koffie van. kleinere glazen. En een nieuwe keuken die alleen nog borden kan serveren met minimale hoeveelheden. En dan ook nog met diepvries groenten, en biefstuk die in de verste verte nog niet aan hetzelfde lichaamsdeel van de koe heeft gezeten dat biefstuk mag heten. De kamers worden nog maar twee maal in de week goed schoongemaakt. En kleding wordt al helemaal niet meer gewassen. En weet je nu het vreemde is? Ze geloven ook nog dat dit geld oplevert. Maar niets van dit alles. Door hun stupide gedachten jagen ze in ijl tempo alle gasten weg. Want wie wil er nu worden behandeld als vuil? En niet als koning? Niemand toch! Langzamerhand boeken de gasten voortaan elders een slaapplaats. En het hotel gaat op de fles. De manager krijgt waarschijnlijk een heuse oprot premie. Maar de naam van het hotel heeft een smet gekregen. Niemand wil die naam meer horen, en zal uiteindelijk worden afgebroken. Ja, zover kan het komen. Maar laat een gast koning zijn, en je zal als vorst eindigen. Nu is dit een hotel natuurlijk, maar het gaat in grote bedrijven net zo. In plaats van de grote dingen aan te pakken, kunnen de bekrompen geesten alleen nog maar klein denken. Zorg goed voor je werknemers, en zij zullen goed voor jou zorgen.’
Mist is niks
Mist is eigenlijk een wolk die je niet ziet aankomen. Zo schijnt de zon nog, en het volgende moment dikke mist. Vele waterdruppels zorgen voor een dikke zwarte laag. Alles klinkt gedempt, en licht lijkt van alle kanten te komen. Zelfs de tijd gaat langzamer. Straten waar je normaal twee maal per dag langs komt, herken je pas op het laatste ogenblik. En dan word je ook nog eens nat zonder regen. Het is regen die als een deken over je heen valt. Lelijke spinrag veranderd ineens in een kunstwerk. Ze lijken allemaal te zijn verlaten. Ook de spinnen hebben er geen zin in. De dagen met mist zijn stroperig met weinig creativiteit. Voor de mensen die offshore werken zijn deze dagen extra moeilijk. Het is een vergeten tak van sport. De vele platformen die gas en olie produceren op de Noordzee. Zij zorgen voor het gas dat zo lustig brand in uw keteltje, of waar je dat eitje op bakt. Maar het personeel blijft geen jaar aan boord zitten. Na veertien dagen willen deze graag afgelost worden door hun collegae. En thuis wacht natuurlijk hun vrouw, vriendin, of vriend. En helikopters vliegen altijd, behalve... Juist, mist. En nog erger, aan-vriezende mist.‘S morgens als je wakker wordt weet je het al. Het meer dan trieste geluid van de misthoorn. Twee korte tonen, en één lange. Het gaat de hele dag door. Kijk je werkt toch naar het eind van die veertien dagen toe. En nu is een beetje langer werken niet zo erg. Maar als je collega niet komt opdagen zal je door moeten. Iemand moet het werk doen. Gas en olie moeten de pijp in. Wachten, wachten op de oproep 'Helikopter vertrekt uit Den Helder. Passagiers inchecken.' Dan na twee dagen is het zover. Je geregelde leventje van werken, eten, slapen gaat weer veranderen. Niet langer dezelfde gezichten om je heen. Maar opnieuw de drukke buitenwereld in. En dan stijg je op, en als je geluk hebt vlieg je nog over een mistveld heen. Van boven ziet het er heel anders uit. Het lijkt wel een sneeuwlandschap met hier en daar een heuvel. De intens blauwe lucht, en de scherpe zon maken het oogverblindend. Maar zo mooi. En de gedachte naar huis te gaan geven net dat beetje extra. Langzaam komt de helikopter tot stilstand. In de ganzenmars naar de ontvangstruimte. De tassen komen even later. Door de douane, naar de parkeerplaats. Hopen dat de auto wil starten. Na veertien dagen weet je het nooit. Vooral nu het weer kouder wordt. Telefoon aan, radio aan. Op naar huis, het waren veertien mooie dagen. Maar thuis wacht er iets beters.
De Gulden
Een kwartje, een dubbeltje, vijf cent. Wat kon je hier toch makkelijk mee combineren om het juiste bedrag te krijgen. Maar ook het papiergeld zag er prima uit. Zeer kleurrijk, met prachtige tekening. Ik heb bij een grens wissel kantoor wel eens moeten wachten. Dan werd er een dik boek bij gepakt. Hier stonden foto's in van alle valuta. En jawel, het klopte. Ze keken je nog eens schuin aan. En dan was het voor elkaar. Over het algemeen kreeg je altijd meer "geld" terug voor je snip, en vuurtoren. Vooral in Italië voelde je jezelf miljonair. Maar dat duurde altijd maar even. Want een kop koffie koste dan wel twintigduizend lire. Maar het had zijn charme. Het leek totaal niet op de gulden. Slappe vodjes waren het. Rafelig, en vaak was de tekst slecht te lezen. Maar het gaf je wel het echte vakantie gevoel. En als het dan de laatste avond was moest al dat geld er toch aan geloven. Want je wilde het geen jaar thuis houden. Want voor "hetzelfde" geld was het volgend jaar nog maar de helft waard. En als je niet naar hetzelfde land ging. Dan was het ook maar dood geld. Kijk, het omwisselen koste wel geld. Maar dat was niet anders. Hoe mooi leek het te worden met de "euro". Sorry, ik kan hem voorlopig niet met hoofdletters schrijven. Dan werd alles zo veel mooier. Niet meer omwisselen, je kon het geld gewoon mee terug nemen. Want thuis kon je het ook uitgeven. Niets meer omwisselen. Geweldig was dat. Ik zie nog het grote vuurwerk in tweeduizend twee. En dat is nu precies wat er mee gebeurd is. Één groot vuurwerk, veel rook. En dat was de euro, of nullo. Net nu de mensen er aan gewend zijn geworden hebben we de crisis. Iedereen heeft zijn mond er vol van. Hoe erg het wel niet is, en wat voor vreselijk lot ons te wachten staat. Het lijkt wel een nationale sport geworden. Je kunt geen TV aanzetten, of geen krant lezen. Het staat er bomvol mee. Kunnen de Olympische spelen niet een beetje vroeger beginnen. Dan is de aandacht wat afgeleid. Want nu zijn we bezig om met zijn allen de euro ook nog eens de grond in te praten. En echt mensen... Als we niet meer kopen, kunnen bedrijven niet meer produceren. Als deze niet produceren komt er geen geld in het laatje. Dan worden er arbeiders ontslagen, en hebben deze geen geld om uit te geven. En kunnen bedrijven nog minder produceren, en verkopen. Het balletje is hierbij rond. Gooi er nog wat meer sombere stemming bij, en het verhaal is echt compleet. Laat Sinterklaas gul zijn, en de Kerstman doet het nog eens dunnetjes over. Zo gaat het geld weer rollen, en zo komt de productie weer op gang. Laat die kinderen lachen, en verwen ze maar eens eenmaal per jaar. "Laat de armoe de pest maar krijgen."
Hoe gaat het?
De algemene vraag die je meestal stelt als je een goede vriend, kennis tegen komt. En hoe vaak hoor je dan terug, 'ja goed!'. Negentig procent van de gevallen hoor je dit. Maar de andere tien procent is meestal gaat wel. Beetje ziek, verkouden, last van m'n spieren. Maar vandaag hoor je dan iemand tegen je zeggen: 'eigenlijk niet goed.' Je probeer dan te denken aan een akelige operatie of zo. Even doorbijten, en dan gaat hij weer. Maar je verwacht niet, 'het gaat helemaal niet goed. Met veel bestralingen heb ik nog tien à vijftien procent kans om te overleven. Ik doe er alles aan om gezond te leven. Nooit iemand kwaad gedaan. Maar blijkbaar moeten ze mij hebben.' Natuurlijk heb ik alle positieve uitlatingen gedaan. En zeker niet snel weggelopen. Hier ben je niet op voorbereid. Daar denk je niet aan als je ‘s morgens vertrekt met een stralend zonnetje. Wetend dat je ‘s middags je kleinzoon van school gaat halen. Om de middag, en de volgende ochtend mee door te brengen. Leuke dingen doen en kijken. Hoe hij groter groeit. Stel dat dit mijn wordt verteld. Hoe ga je hiermee om? Is er wel een manier voor? Je hebt geen keus hoor ik u zeggen. Nee, natuurlijk. Die heb je niet. Oneerlijk, waarom, veel te vroeg, hartverscheurend. Een eindje verder in de winkel laat je het echt tot je doordringen. Hopelijk heeft hij niet mij waterige ogen gezien. Of ja, waarom eigenlijk niet? Ik ben niet van steen, en wil dit nooit worden ook. Maar soms, soms zou je dit wel willen zijn. De huid van een olifant. Maar dat zul je ook die leuke prikkels niet meemaken. Die mooie tijd met je kleinkinderen. Trots zijn op je kinderen. Dat had hij ook graag gedaan. Maar wat heb je aan tien procent. Tien van de honderd personen overleven het dus. Doe je wel eens met de loterij mee? Ik heb nooit wat. Maar ik zou er toch voor gaan. Want al zou het één procent zijn. Ik ben nog lang niet klaar op deze wereld. Er is nog zoveel te doen. Maar hoe zou ik het nu doen als je voor die paar procenten gaat? Veel op vakantie? Nee waarom? Veel bij m'n kinderen. Nee, dat kan toch ook niet. Ze zien me aankomen. Dan maar gewoon doorleven, en genieten van alle momenten. En heel misschien lukt het toch. En mag je gewoon nog jaren doorgaan. En wat als je het toch niet red. Zeg dan maar dat opa nog aan het werk is. En voorlopig nog niet terug komt. Maar dat hij altijd aan jullie denkt.
Kleine steentjes
Kleine steentjes zijn fijn. Ze worden ook wel zand genoemd. Als ik aan zand denk komen er vele beelden bij mij op. Vaak als eerst witte zandstranden, met blauwe lucht en bijpassende palmbomen. Dames schaars gekleed, zon en warmte. Maar ook de Nederlandse kust. Weliswaar zonder palmbomen, niet altijd blauwe lucht. Maar toch, aangenaam dito dames en het kan ook warm zijn. Maar ook metsel zand. Lekker grof, grondlucht en plakkerig. Verder kan je er ook niet veel mee. Zandtaartjes blijven niet staan. Dan hoor ik stemmen van kinderen. Omgeven door meestal zware stenen "de zandbak". Met scheppen in hun handjes gaan ze tekeer. In ons hart zijn we allemaal een beetje Duits. Alsof ze naar Japan willen graven. De ene kuil na de andere. Gelukkig zijn ze niet zo groot. Dus meestal wordt het ene gat met het ander gevuld. Avonds weer goed afgedekt. Anders dient deze nachts onderdak voor een heel ander soort fenomeen. Het zand gaat er beter van plakken, maar het stinkt zo. Maar ook heel fijn verdeeld over een bruin papiertje. Meestal niet echt een hobby voor de meeste mensen. Want na gebruik komt de verf. Te dik te dun, te veel wind, haren die loslaten. En net als je denkt, er zit niets aan m'n kleren. Ligt er een prachtige vlek op je straatje. En krijg het daar maar eens uit. Een doek met heel veel terpentine. En zowaar ben je er in geslaagd de vlek minimaal tien maal zo groot te maken. En net als je denkt, oh ja dit was niet mijn hobby met aderen als tuinslangen in je nek komt moeder de vrouw kijken. 'wist je dat er een hele grote vlek achter je licht?' 'Was je het opgevallen ja?' Dat er ook nog verf op het kozijn zat was minder opgevallen. Maar dan op een mooie zomerse dag is je auto helemaal bruin. Jaa, het is woestijnstof buurman. Bijdehand, kunnen ze het daar niet houden? We krijgen altijd alleen de troep. Laten ze ook het weer eens een beetje verschuiven. Is het hier ook lekker warm. Je kunt er ook leuk op tekenen. Gebeurd vaak door de buurt kinderen. Staat het er direct goed op. Want het is zo scherp als de pest. Zand schuurt de maag zeggen ze ook wel. Als je op het strand een boterham zit te eten. Hoe goed je hem ook inpakt, het blijft knarsen tussen je tanden. Dus zand schuurt ook je tanden. Maar als we zand van dichtbij bekijken blijkt het te bestaan uit silicium oxide. Eigenlijk een metaal. Het zit in elk stukje elektronica dat we bezitten. Ja ook in de PC waarop je het nu op bekijkt. En wat dacht je van al het glas? Meng zand kalk en soda. En je hebt het basis glas. Kijk om je heen wat er allemaal van glas is gemaakt? Maar ook glasvezel waarmee je die supersnelle verbinding hebt met je provider. Glaswol voor de isolatie. En het mooie is dat het nog steeds ruim voorhanden is. Geen gebrek aan zand. En het is niet giftig, en tegen allerlei zuren en basen bestand. Denk er maar aan als het de volgende keer tussen je tenen door loopt. Als je weer eens zit te knarsen op de spinazie niet al te best gewassen. En weet je wat, zelfs ons lichaam heeft een beetje hiervan nodig voor de noodzakelijke cel instandhouding. Laat je geen zand in de ogen strooien!
De Japanse massage
En toen werd ik gemasseerd door twee Japanse schonen. Ik geniete van de zachte warme handen rond mijn lichaam. Hier kon ik heel de dag wel blijven. Van top tot teen, en voelde ook steeds een deel van deze dames tegen mijn lichaam. Er ging af en toe een rilling door mij heen. Ik kijk eens opzij, en zie dat ik allemaal zwarte en witte vlekken over mijn lichaam heb. Nu kijk ik voor mij, en krijg nog te eten ook. Maïspap met bier?! Verrek, ik ben een koe! Ik moet dit dromen. De massage gaat door, en nu zitten ze aan mijn uiers. Ben ik nog een vrouwtjes koe ook! Ik knijp m'n ogen dicht. Het is nu donker en stil. Kan amper adem halen. Aan mijn poten voel ik iets kouds en zacht. Het is modder. Langzaam verhef ik mij. En mijn ogen komen net boven water uit. Het water is warm, en aangenaam als een bad. Maar ik verga van de honger. Zo over het water turend zie ik voor mij een zebra komen aan lopen. Geheel vanzelf, en alsof ik dit al duizenden keren heb gedaan schuif ik over de bodem naar voren. De modder perst langzaam tussen m'n tenen door. Hartslag vliegt ineens omhoog naar ongekende hoogte. Als de zebra volkomen ontspannen zijn tong in het water duwt kan ik het niet meer houden. Alsof er een stroomstoot door mijn lichaam gaat veer ik uit het water op. De zebra schrikt en steigert met zijn voorpoten omhoog. En valt weer terug naar voren om zich om te keren. Maar hiermee beland hij met zijn nek tussen mijn kaken. Een perfecte timing. Mijn kaken klappen dicht, en hoor de botten kraken. Bloed stroomt achter in mijn keel. En moet er bijna van kokhalzen. Het leven van de zebra vloeit langzaam weg. En trek hem achter mij aan het water in. Stuiptrekkend met alle poten. Maar verzet is nu zinloos. Voor de komende week is er genoeg eten. Al rottend zal het vlees mals worden. Blijft dit zo? Ik wil helemaal geen krokodil zijn. Ik knijp m'n ogen weer stevig dicht. En hoor ineens wind geruis in mijn oren. Ik val naar beneden. Als ik niet snel m'n vleugels uit sla, val ik zo te pletter op de rotsen. Als een parachute die open klapt hang ik zowaar stevig in de lucht. Ik ben een ontzettend goede vlieger. Maar wel met een enorme kromme neus. Ja, je kan niet alles hebben. Beneden mij zie ik kale rotsen met hier en daar een boompje. Ik zweef zonder mijn vleugels te hoeven uitslaan. Steeds weer op de warme lucht stijg ik verder omhoog. Om daarna weer optimaal gebruik makend van mijn vleugels omlaag te gaan. Op één van de hoge rotsen zie ik een nest zo prachtig gebouwd. Maar dat is mijn eigen nest. Er zitten drie jonge adelaars met hun bekjes wijd open gesperd. Ik moet eten halen, verdorie. Was ik er even niet helemaal bij. Wat een verantwoording! Ik laat mij omlaag gaan naast de bomen in het gras. Daar lopen verschillende schapen met lammetjes. Daar kan ik er wel eentje van nemen. Met m'n vleugels omhoog, en klauwen gespreid raas ik naar beneden. Precies in de rug van het jonge dier. Het is te zwaar om mee te nemen. En er zal een stuk afgehaald moeten worden. Al hevig trekkend aan het vlees merk ik niet de boer op, die met zijn geweer in de aanslag staat. Hij haalt langzaam de trekker over. En raakt mij vol in m'n zij. Een hevige pijn gaat door mij heen. Steeds weer opnieuw. Blijft die gek schieten, was één kogel niet genoeg? Opnieuw knijp ik mijn ogen dicht. Het blijft donker, en ik ben klaar wakker. Ik krijg de laatste por in m'n zij. En mijn vrouw zit rechtop in bed. 'Allemachtig, gaat het een beetje?' 'hè, wat zeg je.'
'Je ligt te piepen als een jonge hond, en je slaat mij bijna een blauw oog.' 'Nee, dat was een adelaar, ben net neergeschoten.' 'Dat is mooi schat, dan kun je de rest van de nacht misschien stil liggen.' 'Ja, dat is goed hoor.' "Vrouwen begrijpen ook niks."
Pinda's smaken niet meer
Het begon een paar jaar geleden. Op één of andere manier smaakte mijn oud vertrouwde pindaatje niet meer. Wat was er met mij gebeurd? Vijftig geworden, smaak verloren? Dus ga je ongemerkt overal zakjes "proberen". De één iets minder vies dan de ander. Maar mijn vertrouwde pinda was er niet meer bij. Maar dan kom je terecht op internet. Ja Martin, daar kun je alles op vinden. Voor je het weet ben je zo twee uur verder. Maar dat zal u bekend in de oren klinken. En voor je het weet zit je de familie geschiedenis van Jimmy Carter te lezen. Goh, wist ik allemaal niet. En vervolgens kom je het “ rabbit incident” tegen. WTF is dit dan weer? Ja, ik lag echt gillend van de lach achterover op de bank. Wat is het verhaal? Jimmy was rustig in zijn houten roeibootje aan het roeien. Een mooi groen, moerasachtig gebied. Of hij nu aan het vissen was of anders komt niet echt uit het verhaal. Maar het volgende gebeurde. Ergens aan de oever renden honden achter een konijn aan. Ja, ik heb iets met konijnen. Dit wordt het derde verhaal al. Het konijn vluchtte weg, en had geen andere keus meer dan de plomp in te duiken. Nou wist ik helemaal niet dat een konijn kon zwemmen. Behalve dan het Belgische water konijn. Maar dan praat je over een muskusrat. Het konijn gek van angst zwemt, plons plons recht op de boot van Jimmy af. Met waarschijnlijk de gedachte een stukje droog te gaan zitten. Want konijnen leven niet echt in het water. Maar Jimmy ziet dit stuk ongedierte snel naderbij komen. Al sissend en briesend met zijn grote konijnen tanden. Jimmy dacht, wat krijgen we nu? Ik wil dit monster met zijn grote slagtanden niet in mijn boot hebben. En straks slaat stampertje met zijn achterpoten een gat in mijn boot. En voor dat je het weet lig je ten prooi aan de alligators. En wat dacht je van die twee pitbulls? Deze happen in één keer mijn beide roeispanen in tweeën. En die komen achter dit monster met slagtanden, klauwen met nagels van vijf centimeter, en achterpoten als storm rammen aan. Nee, dit wil je niet in je bootje hebben. Dus net als dit waanzinnige monster vlakbij is. Geeft Jimmy met één van zijn roeispanen een voorzichtige klap in het water. Of het konijn geraakt is komt niet uit de verf. Maar volgens Jimmy had hij alleen wat water in z'n ogen gekregen. Het lieftallige konijntje werd niet gered. En moest uit pure armoe verder zwemmen. Nu is dit helemaal niet zo erg. Als iemand dit niet op zijn camera had gezet. En de foto moest en zou boven water komen. Want nu was Jimmy een lafaard. Niet het zielige konijntje gered. En hoe kan je dan een land besturen? Nu was dit konijn wel een speciaal konijn. Een zogenaamd moeras konijn. En deze schijnen er best wel link uit te kunnen zien. Maar wat heeft een konijn met pinda's te maken? Nou, Jimmy was ook nog pinda boer. Laat ik zeggen uit een familie van pinda boeren. En om een kort verhaal lang te maken. Amerikaanse pinda's zijn de beste. Net als druiven maakt het ontzettend uit op wat voor grond ze staan, klimaat, en uiteraard het ras. Ze worden over heel de wereld gekweekt in het geschikte klimaat. Maar hele proef forums hebben bepaald dat dit de beste zijn. Goedkoopste komen uit China en zuid Amerika. Waarvan de zuid Amerikaanse dan nog een beetje te eten zijn. Dit is trouwens de herkomst van de pinda. Chinese pinda's zijn over het algemeen kleiner, zijn bijna allemaal gebroken. En hebben niet de smaak die we gewend waren. En nu heb ik wel een beetje in de gaten hoe dit gegaan is. Op mengen! Steeds een beetje meer Chinese bij de Amerikaanse. En zo wennen wij langzaam aan een andere smaak. Die niet lekker is. Waarom? Geld..... De Chinese zijn klein, vrij hard, donker van kleur. En smaken grondig, maar wel goedkoop. Mijn lange zoektocht eindigde bij de Lidl Jawel,
eindelijk weer de echte pinda smaak. Heerlijk, ze bestaan nog. Het ligt niet aan mij. Niet aan u. Ongemerkt weer iets door je neus geboord. Ik noem het "pinda gate".
Blij een muts te zijn
"Muts" is blijkbaar de benaming van een vrouw die gewoon haar leven leeft, echtgenoot en kinderen heeft. Probeert daarbij nog wat financieel bij te dragen. En zorgt dat het gezinsleven rustig doorgaat. Schrijfster van het "mutsenparadijs". Gisteren bij Paul en Witteman. Eigenlijk wilde ik een ander kanaal op zetten. Want maar zelden heb ik zo'n stortvloed van beledigingen gehoord aan één stuk. Hoeveel onzin kan iemand uitkramen. Ik had een zeer plaatsvervangende schaamte over mij gekregen. Vrouwen met een gezin die hun best doen in wat voor opzicht dan ook. Dienen geprezen te worden. En niet de grond in getrapt door een onbenullig stuk vreten. Zo dat is er uit. Ode aan de vrouwen die de eindjes aan elkaar knopen. Die het thuis gezellig maken, en lekker kunnen koken. Die ervoor zorgt dat de kinderen opgroeien in een liefdevol gezin. En achter haar man of vrouw staat. Wat zou hier mis mee zijn? Voorts vind ik dat een boek niet mag beledigen, tenzij het terecht is. Het iets moet bijdragen aan de lezers. Informatief, grappig, leuk, spannend. Jammer dat er zoveel haat, onbegrip, onwetendheid, en egoïsme is en wordt geschreven. Maar blijkbaar kan het niet iedereen iets schelen. En wat dacht je van alle mensen die jou er goed lieten uitzien? De visagist de kapper, stilist, enzovoort. Zeker allemaal mutsen? Nee hoor, dit zijn mensen die geloven in iets. Een vak meester zijn, en daar goed in zijn. Nee, dan kun je zeker beter leiding geven over een groepje mensen. Proberen te vertellen wat ze moeten doen. Blijf maar eens een dag thuis. En kijk of het zonder jou ook lukt. Dan weet je direct wat jou waarde is in dit geheel. Oh ja, zelf had je geen man, geen kinderen. Tja, moet ik meer zeggen.
Sigaretten die uitgaan
Eerst dacht ik nog dat het onbenullig voorstel was. Maar het is echt waar. Sigaretten mogen niet meer branden. Je moet er aan blijven trekken. Eerst leek het toeval. Maar als er drie achter elkaar zijn uitgegaan weet je het wel zeker. Er is iets aan toegevoegd. En ze smaken nu "anders". Bij navraag in de winkel kregen we de bevestiging. Het is waar. Dus de overheid wil dat we meer roken. Dit is logisch, want er zit een aardige portie belasting op. Maar ze direct dan beter te laten smaken is niet gelukt. Betutteling, bemoeienis, oplegging, achtervolging, en heksenjacht zijn de woorden die bij mij opkomen. Ondanks er zoveel op verdiend wordt. Is het toch een constante pispaal voor vele mensen en instanties. Straks dan moet je je eigen tabaksplant geen kweken op zolder. En weet je wat nu zo typisch is. Dat je een koffie shop (lees hasj) shop kunt binnen stappen. En daar wel de verbeterde versie van wiet kunt kopen. Al jaren lang is de Neder wiet tot ongekende hoogte geselecteerd en verbeterd. Maar ja, die hebben dan ook gedoog steun. Niets te maken met regeltjes. Niets te maken met de wet. Want ja mensen, wat verkocht wordt in de shops. Komt toch echt ergens vandaan. Het komt niet uit de lucht vallen bij onweer. Het is geen onbevlekte “ begroeienis. Maar ik maak mij diepe zorgen. Want kijk, hier stopt het niet. Ergens hoog in de boom zit al weer een groep mensen te denken wat de volgende stap is. Mensen die zich te pletter vervelen bedenken geen leuke dingen. Volgens mij is de volgende stap wijn waar de alcohol uit verdwijnt als hij langer als een kwartier staat. Want ja, anders kunnen de kinderen ervan drinken. Nou over het algemeen zullen deze het snel weer uitspugen denk ik. En een bodempje wijn zullen ze echt niets van krijgen. Maar wat denk je van een bitter smaakje aan de wijn? Iets dergelijks zullen ze vast vandaag of morgen wel bedenken. Kijk de euro hebben ze ook een jaar of veertig over nagedacht. En kijk nu wat ervan komt. Kommer en kwel. Het enige wat ermee bereikt is dat ze niet opnieuw een kwartje op de benzine kunnen gooien. Want het kwartje bestaat niet meer. Maar wat nu echt jammer is? Dat al die denktankjes niet een sigaret kunnen bedenken die: Goed voor de gezondheid is. Niet verslavend. En dan geen belasting behoeft. Oh nee, hier geef ik mijn antwoord direct al. Natuurlijk, die zal er nooit komen. Wordt het niet tijd voor een denktankje die leuke dingen bedenkt. Waar we allemaal iets aan hebben. Wat niet veel kost. Geen energie gebruikt, en oneindig voorhanden is. En altijd leuk blijft. Oh, wat zeg ik nu weer. Nee, het is niet dat.....
Iedereen denkt anders
Iedereen denkt op zijn eigen manier. Als je vraagt om aan iets ronds te denken. Dan zal de één aan de zon denken, en de ander aan een zonnebloem. Maar we zijn geneigd om te denken dat de andere persoon hetzelfde voelt en ziet als jij. Dat is dus niet zo. Vanaf het baby zijn komt de vorming. En dat maakt ieder persoon uniek. Maar daarom is het ook vaak moeilijk om iedereen met de neus dezelfde kant op te krijgen. Je zult misschien denken dat je dan de juiste mensen bij elkaar moet zoeken, als je bedrijf hebt. Maar dat is dan juist weer niet zo. Andere denken aan dingen die jij volkomen over het hoofd zou zien. Daarom is het belangrijk dat je een chaos aan karakters hebt. Zo zien deze allemaal bij elkaar het meest brede spectrum van mogelijkheden. Ze kunnen dan wel allemaal achter hetzelfde doel staan. Maar iedereen op zijn eigen manier. Om iemand te begrijpen zul je jezelf in deze persoon moeten verplaatsen. En dat is niet makkelijk. Als ongeveer honderd mensen hetzelfde doel nastreven gebeurd er iets bijzonders. Er ontstaat een soort onzichtbaar krachtveld dat zichzelf versterkt. Daarom ontstaan ook hits in muziek, films en dergelijke. In eerste instantie moet het natuurlijk wel om aan te horen zijn. Maar is niet absoluut noodzakelijk. Hetzelfde is ook ontdekt bij apen. En waarom is dit zo? Aha, dat weten we niet. We weten alleen dat het bestaat. We maken het dagelijks mee. Maakt dit de mens uniek? Dat denk ik wel. Het is niet altijd positief. Het kan beide kanten opgaan. Maar we weten nog zoveel niet. Zijn we echt als harige krom lopende oermensen begonnen? Stammen we echt van de apen af? Is er een missing link? Ja soms denk je het wel. Zo van... die persoon mist wel een link of twee. Maar op één of andere manier staan we met z'n allen op deze planeet. Met vallen en opstaan, dat wel. Zullen we ooit echt één kunnen worden met z'n allen? En hoeveel tijd hebben we daar voor nodig? En is het daar onderhand geen tijd voor? En wat zullen we dan een ongelofelijk niveau bereiken. Morgen gaan we het weer proberen. Ja toch?
De avonturen van Kees
Kees woonde in een soort aanleun woning. Samen met een paar harige vrienden die er meer niet dan wel waren. Hij was altijd thuis, terwijl zijn vrienden vaak uit gingen. Maar hij vond het eigenlijk wel best. Kees had twee kleuren haar. Een beetje wit een beetje zwart. Dat had hij zijn hele leven al gehad. En dat maakte hem bijzonder. Vroeger was hij er vaak mee gepest. Maar nu hij zijn broertjes en zussen niet meer zag was dit tenminste gestopt. Om het minste geringste stampten deze altijd op de vloer. Maar nu had hij tenminste rust. En vandaag zou hij er eens op uit gaan. Gewoon het hekje over, en eens zien wie er eigenlijk in de buurt woonden. Kees liep de steeg door, en wreef eens over zijn oren. ‘Best een leuke buurt toch’ dacht hij. Maar dan ineens voelde hij een paar handen in zijn rug. Hij schrok zich wezenloos. En wilde direct weg lopen. Maar hij werd tegengehouden. Uren zat hij in een donker vertrek. En was volkomen de weg kwijt. Wat wilde ze met hem doen? Maar dan beland hij in een auto, en heeft geen idee waar ze hem naartoe brengen. Hij kan ze ook niet begrijpen. Terwijl zijn oren toch groot genoeg zijn. Hij stampt van kwaadheid op de grond. En probeert te zien waar ze naartoe rijden. Dan eindelijk is de rit ten einde. En beland nu in een vreemd gebouw. En wordt nu met alle liefde omgeven. En er is zelfs een dokter die hem gerust stelt en onderzoekt. Zelfs zijn urine is onderzocht. En daar maakt de dokter zich zorgen om. Maar dan denkt hij terug aan zijn laatste eten. Dat waren een paar flinke bieten geweest. Dus geen zorgen, het is geen bloed. Ondanks alle goede zorgen zou hij toch graag naar huis toe willen gaan. Het duurt hem nu toch te lang. Het is al vroeg licht. En tot zijn verbazing staan er een paar goede vrienden van zijn huisgenoten op de stoep. Hij mag mee, en is dolgelukkig. Thuis gekomen snuffelt hij aan de vloer en het hout. Ja hij is weer thuis. Dan pakken een paar handen hem beet, en vliegt door de lucht alsof het niets is. Vervolgens zijn er vele kleine handen die hem door zijn haar aaien. Het is toch best leuk om een konijn te zijn.
Plaszak in de trein
Net als je denkt dat je alles al hebt gehoord, lees je dit in de krant. Ik was nog geneigd om het in twijfel te trekken. Maar diep in mij wist ik eigenlijk al pijnlijk dat dit nog echt waar was ook. Dat mensen hier echt over nagedacht hebben! Kijk fantaseren mag natuurlijk, niets mis mee. Maar je moet wel weten dat sommigen fantasieën beter in je hoofd kunnen blijven hangen. Diep opgeborgen in die grijze massa. Veilig voor anderen, en vooral voor jezelf. Maar dat iemand dit echt op papier durft te zetten. Dat er daadwerkelijk straks een doosje met deze zakken in de trein zal staan. Nee, dit had ik echt niet voor mogelijk gehouden. Het is voor noodgevallen wordt dan gezegd. Dank je de koekoek. Als ik ineens een zeer grote aandrang krijg. Dan is dit duidelijk een noodgeval. Als ik ergens stiekem in een hoekje moet gaan staan. En dan mijn behoefte moet doen. Allemachtig, in welke eeuw leven wij? En ik kan het dus niet helpen op dit moment mijn fantasie op de vrije loop te laten gaan. Het is net alsof ik dus nodig moet, en ik sta met een plas-zak aan mijn slangetje. Maar waarom niet een stap verder? Maak in elke stoel in de trein een gat met deksel. Schaf direct speciale trein kleding aan. Ik bedoel een broek met klepje van achteren. Koot en de Bie wisten ook al dat dit een ideale oplossing is. De broek kan aan blijven, en alleen het klepje hoeft los. Moet je nog plassen ook (als man zijnde) frommel je geslacht er ook bij. Niemand behoeft de coupé uit, en je kunt gewoon doorgaan met je gesprek. Af en toe moeilijk kijken, of een verbaasd gezicht. En je kan er de hele rit over doen. Nee, weet je wat ook nog kan. Een speciaal chemisch toilet op wieltjes. Het kan in één moeite door. Mag ik uw kaartje zien? En heeft u hoge nood? Neemt u even plaats op mijn rijdende potje. Ik heb hem helemaal in beeld. Een soort dweil wagentje, met daarop het chemisch wonder. Compleet met leuningen, toilet papier houder, en dat kleine knopje aan de zijkant om door te trekken. Achter het potje tornt een stang omhoog die een meter hoger een soort douche gordijn bevat. Voor de privacy kan deze dan netjes worden dichtgeschoven. Voor meer privacy kan de persoon compleet met karretje naar de conducteurs vertrekken worden gereden. Of als de stank niet meer te harden is natuurlijk. Je moet er natuurlijk niet aan denken wat er zou kunnen gebeuren als de trein abrupt tot stilstand komt. Lijkt me een hele aparte belevenis als je uiteindelijk tot stilstand bent gekomen. Helemaal blauw van het spoelmiddel. Half omwikkeld met toilet papier, dat als een nonchalant sjaaltje om je nek zit. Smurfen vreugd. Met een toetje op je kop van het vorige avond eten. Maar terug naar de zakken. Duidelijk, voor de man best te doen. Je kan er zelfs nog een elastiekje om doen. En zo kan je heel de trein door stappen. De bestaande zakjes zijn transparant. Maar waarom niet in vrolijke designs? Blauw met ballen. De smurfen look. Wit met bruine strepen. De zogenaamde zebra look. En wat dacht u van de python look. Compleet met gespleten tongetje. Maar voor de vrouwen, sorry hoor. Maar de hebben niets om aan te hangen. Om zo'n elastiek om je schouders te krijgen lijkt me niets. Je zou nog kunnen denken aan plak strips. Maar dan moeten de vrouwen daar wel op voorbereid zijn. Bedoel, het zal toch een ijzige kreet geven als het zakje los moet. Het scheelt natuurlijk wel weer een bezoekje aan de speciale schoonheid salon. Nee hoor, stuur deze zakjes maar richting het management van de NS en Pro rail. Voor hun is het veel gemakkelijker. Onder het bureau zie je toch niets. Scheelt enorm veel tijd. Kun je gewoon acht uur doorwerken. Om nog meer van deze geweldige oplossingen te bedenken. Maar het is niet moeilijk. Gewoon een vierkant hokje in de trein. Met een deur die op slot kan. Mooie RVS pot erin. En onder
deze pot een redelijke tank met afsluiter. Eind van de dag boven het riool parkeren. Klep open, en klaar. Zo, was dit zo moeilijk?
Rokers betalen de rekening
Rokers moeten meer premie betalen. Rokers mogen alleen buiten roken. Rokers betalen meer belasting. Rokers mogen alleen maar betalen. Mogen alleen nog maar in hun eigen huis roken. (nog wel) mogen het liefst alles betalen. Nu rook ik zelf ook graag een sigaartje. En daar kan ik heerlijk van genieten. Het is zelfs zo dat ik meer rook als ik ontspannen ben. Maar nu zijn er ook mensen die niet roken. En er zijn ook mensen die gerookt hebben, en nu niet meer roken. Dit zijn over het algemeen zeer nare mensen geworden. Heeel diep van binnen vinden zij het nog steeds lekker. En elk bericht, of beeld van rokende mensen doet nog steeds zeer. Als je dan ook vraagt hoe lang ze al gestopt zijn. Krijg je vaak te horen; één jaar, vierenzestig dagen, drie uur en twee minuten. Maar nee, ik moet er niet aan denken er aan te beginnen. Mag ik wel nog even aan uw pakje sigaretten ruiken? Oké, het zou slecht zijn. Slecht voor de gezondheid. Moet best waar zijn denk ik. Maar weet u wat ook slecht is? Knorrigheid, somberheid, zelfingenomen, zogenaamde azijn pissers. Dus meer premie betalen. Maar heeft u enig idee wat deze mensen elke week aan premie inleggen. Jawel, ik bedoel de accijnzen op de rookwaren. Gaat rechtstreeks naar onze regering. Dus onze samenleving. Is het dan mogelijk om hier een gedeelte van in te leveren aan de zorg? Ik mag het toch hopen. Pakje per dag van vijf a zes euro. Maal driehonderd vijfenzestig is er toch een aardig stukje premie bij. Betaald u zoveel per jaar aan uw zorg? Denk het niet. En dan betalen deze mensen hier los van ook nog zorg premie. Dus eigenlijk zouden deze mensen vrijgesteld moeten worden. Ze betalen al genoeg. Maar waar hoor je nooit iets over? Drugs in al zijn hoedanigheid. Want hier wordt geen belasting over betaald. Want ja, iets wat verboden is kun je slecht belasting over betalen. Maar is toch volgens mij een verslaving. Hoeveel last heb je hiervan? Hoeveel ongelukken hierdoor in het verkeer, werk? Drank... Ja dat vinden nog steeds te veel mensen lekker. Met mate nog steeds bedoel ik dan. Maar daar hoor je nog niet veel van. En let op. Geen drank in het verkeer! En dan het volgende, mensen die te weinig bewegen. Ja, ook die moeten meer betalen. Zijn de bedenkers van dit alles zelf niet een beetje in de war? Hebben deze mensen niets anders te doen? Een huis bouwen of zo. Of een kinderfiets repareren? Koffie schenken op een bejaarden tehuis. Komt zomaar in mij op. Kost geen moeite. Ooit wel eens een mens zonder zonden ontmoet? Mensen die teveel fietsen? Knieën versleten, en zelf betalen. Zo is dat. En hoeveel ambtenaren gaan we inzetten om dat te controleren? Juist, we gaan met z'n allen elkaar controleren. Kent u dit spreekwoord? "dood gaan van chagerijn" En wie betaald dan de begrafenis?
Treinen genoeg
Hij was amper veertig, en zag er keurig verzorgd uit. Niets op aan te merken. Gewoon, spijkerbroek Polo shirt, en een paar gemakkelijke schoenen. Daar lag het niet aan. Maar in zijn hoofd heerste wanorde. Zijn relatie was vijf jaar geleden beëindigd Twee zoons en een dochter waren er uit het huwelijk ontstaan. Het was pure liefde en hartstocht geweest. Maar hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Het is niet dat ze elkaar niet meer mochten, niet meer van elkaar hielden. Dat was het eigenlijk niet. Beide een drukke baan, en wisten niet meer waar de dag begon of stopte. Er was ook niemand anders, maar de vonk was er niet meer. Het voelde nog als broer en zus, anders was er niet meer. Totdat het verlossende woord er uit kwam. Vijf jaar geleden. Het perron was leeg, en somber. Hoge bomen aan weerszijde maakte dit nog dramatischer. Zijn kinderen zag hij niet veel meer. Ondertussen in de pubertijd, en is sowieso een moeilijke tijd. Het lag ook niet aan zijn kinderen. Maar een vader die nooit vrolijk kan zijn zoek je niet al te vaak op. Een andere relatie was er nooit meer van gekomen. Niet dat hij nooit meer een poging had gedaan. Maar na een paar keer word je steeds onzekerder. En denk je dat je het niet meer kan op één of andere manier. Maar vandaag was hij ingetogen vrolijk. Vandaag had hij zijn besluit genomen. Hier zou zijn leven eindigen. Voor hem hoefde het niet meer. Niet meer de schijn ophouden. Geen bakken met pillen meer slikken. Het is mooi geweest. Sorry god, of wat er eventueel is. Had je maar een beter stel hersens moeten meegeven. Één sprong, en weg. Weg naar de vrijheid. Het station scheen leeg te blijven tot de volgende trein. Maar het kon hem ook niet schelen wie erbij zouden zijn. Vrij onbeschoft, dacht hij. Maar dan ben ik er toch niet meer. Thuis had hij een duidelijke brief achtergelaten. Daar moesten ze het maar mee doen. Nog geen trein te bespeuren, hij moest nu toch snel komen. Op de grote digitale klok sprong het volgende cijfer voor. Nog vier minuten, dan was het zover. Bijna aan het eind van het perron. Niemand zou het verder opvallen. Hij stond op van het bankje, en liep wat heen en weer. Tuurde het perron af, en liep dan weer de andere kant op. Nu zag hij in de verte plots een moeder met drie kinderen het perron op lopen. Twee jongens en een meisje kon hij nog net zien. Blijkbaar geen vader. Het deed hem denken aan zijn eigen kinderen lang geleden. Hij wreef zijn oog uit. Het moest een traan van de wind zijn. De kinderen liepen kriskras door elkaar. En waren zeg maar "rot vervelend". Nog één minuut te gaan. Zijn leven trok aan hem voorbij, en dacht aan de leuke momenten. Want die waren er best geweest. Hij keek nog eenmaal richting het jonge gezin. En in de verte hoorde hij de trein naderen. Twee van de jongens renden achter elkaar aan. De moeder waarschuwde hen te stoppen. Maar dan glijd één van de jongens uit en rolt van het perron. Hans bedenkt zich geen moment, en rent richting het gezin. Hij kijkt over zijn schouder, en ziet de trein nu snel dichterbij komen. Een stoot adrenaline spuit in Hans zijn aders. Zijn hart gaat op topsnelheid. De moeder probeert intussen haar jongen omhoog te rekken. Maar ze kan er bij lange na niet bij. Ze schreeuwt dat hij naar de andere kant moet lopen. Maar hij is pas vier jaar en begrijpt het niet. Zijn moeder, zij is de enige persoon waar hij naartoe kan. Nog tien meter. Hans springt van het perron, en al vallend over de bielzen rent hij door. Zo kan het niet eindigen. Hij is bij de peuter. En pakt hem snel beet. Alsof hij een bal in de korf moet gooien duwt hij hem omhoog. Zijn moeder pakt hem beet, en gooit hem verder het perron op. Klaar
om de vreemde redder omhoog te helpen. Ondertussen heeft de machinist alle remmen op de trein gegooid. Piepend en knerpend is er iets van de snelheid af. De trein zou dit station voorbij rijden. Maar nu moet hij stoppen, en dat gaat niet lukken. Niet een derde keer denkt hij bij zichzelf. De jonge moeder steekt haar arm uit naar beneden. Hans moet nu beslissen. Hoe snel kun je denken? Hij laat zich zakken, en springt met al zijn kracht omhoog. De moeder pakt hem bij zijn broek. En weet hem net weg te trekken voordat de trein hem kan raken. Hans zijn hart komt er bijna uit. De moeder zit over hem heen gebogen. Hans kan nog niets uitbrengen. Uitgeput en door emoties overmand ligt hij daar. Moet hij haar bedanken? Maar dat weet zij niet. Zij bedankt hem! Dank je, dank je. In Hans zijn gevoel gaan er minuten voorbij. Jolanda kijkt hem nog steeds aan. De kinderen zijn ondertussen op het bankje gaan zitten. De oudste bewaakt de kleintjes. En zijn allemaal stil. Uiteindelijk helpt Jolanda Hans overeind. Hoe kan ik je ooit bedanken? Niet was Hans zijn antwoord. 'Kan ik je ergens heen brengen om bij te komen' informeert Hans. Eigenlijk heel graag, 'antwoord Jolanda.' 'Ik was onderweg naar mijn ouders, maar daar zie ik even vanaf. Ik woon hier eigenlijk vlakbij. Wil je het stuk meelopen?' 'Ja, dat is goed.' Samen lopen zij het perron af richting Jolanda's huis. 'je man zal wel vreemd opkijken'. 'Ik heb geen man meer Hans. Deze is vier jaar geleden overleden bij een auto ongeluk.' 'Oh, sorry dat wist ik niet'. Aangekomen bij het huis vraagt Jolanda hem naar binnen voor een kop koffie. 'Of moest je ergens op tijd zijn Hans?' 'Ik ben er geloof ik al murmelt Hans binnensmonds.' 'Sorry, ik verstond je niet.' 'Nee, waar ik naartoe moest kan altijd nog.' Een jaar later trouwden zij, en zijn nog steeds een gezin.
Geef nooit je oude telefoon weg
Jaap en Peter werkten bij een grote olie maatschappij, en kenden elkaar al jaren. Vanwege omstandigheden werkten zij twee weken achter elkaar, en waren dan weer twee weken vrij. Maar omdat zij beide in het buitenland woonden, was het niet mogelijk om elke dag naar huis te reizen. Daarom woonden ze in de werk periode samen in een gehuurd appartement. Jaap was al jarenlang getrouwd, maar Peter had zijn draai nog niet gevonden. Dus eens in de twee weken reden beide, maar in aparte auto's naar het werk. Om te zien waar de ander was werd er druk ge sms't onderweg. Beide deden dit al jaren, en bij wijze van meligheid werden er steeds meer flauwe grappen, en opmerkingen gemaakt. Dat ging dan als volgt; 'Hey, poepie waar ben je?' 'Ik ben er al bijna sheet' 'Zal ik dan al vast het eten bestellen schat?' 'Ja natuurlijk, dan houd ik weer van je.' En veel meer van dit soort opmerkingen kwamen voorbij. Maar kinderen worden groot, en zo ook Jaap zijn dochters. En ook het mobieltje moet eens worden vernieuwd. Met navigatie, meer mogelijkheden… Je weet wel. Jaap kocht een nieuwe telefoon, en gut, dan kon dochter lief de oude wel hebben. En zo gebeurde het. De twee weken gingen snel voorbij, en Jaap moest weer aan het werk. Dochter lief helemaal verguld met de telefoon, maar wist nog niet hoe alles werkte. Ze was dan ook pas acht jaar, dus was oma wel bereid haar te helpen. Op een zonnige middag gebeurde het, alle mogelijkheden kwamen aan het licht. Ook sms kwam ter sprake, en alle andere handige dingen. Na twee weken kwam Jaap weer thuis, en had een goede zin. Opgewekt kwam hij binnen en gaf zijn vrouw een zoen. Maar eigenlijk voelde het niet goed, er heerste een vreemde sfeer. Jaap was zich van kwaad bewust. Ook in bed gebeurde er niet veel, en meestal was het wel feest na veertien. Ook de volgende dag ging de vreemde sfeer voort. Jaap begon al langzaam te informeren of er iets was? Ook zijn schoonmoeder deed mee, en leek hem wel te ontwijken. Jaap was het helemaal zat en vroeg zijn Yvette wat er nu in godsnaam aan de hand was? 'Als jij denkt me te kunnen bedonderen met een andere vrouw heb je het goed mis hoor! Dacht je dit zomaar ongestraft te kunnen doen daar in Nederland?' Jaap zijn mond viel open, en kon even niets uitbrengen. 'Waar heb jij het in godsnaam over? Hoe kom je erbij?' 'De telefoon, de telefoon van je dochter. Schatje, scheetje, ik hou van je. Komt het bekend voor?' Jaap heeft nog steeds geen idee, en blijft als aan de vloer genageld staan. 'Dus je hebt geen verweer begrijp ik?' Jaap probeert snel na te denken. Dan barst hij in lachen uit. 'Zo, het is nog leuk ook?' 'Luister Yvette, ik kan het uitleggen. Kijk als ik onderweg ben dan sms 'en we elkaar om te zien waar Peter is, of Peter mij dus. En in de loop van jaren zijn we wat melig geworden, en noemen we
elkaar zo. 'Ben je homo geworden dan?' 'Welnee, het is bij wijze van grap, het heeft niets te betekenen.' Yvette gelooft er nog niets van, bewijzen moeten er komen! Jaap stuurt een berichtje naar Peter, en niet veel later komt er inderdaad soortgelijk berichtje terug. 'Zie je nu wel?' 'Ja, maar wie zegt nu dat dit Peter is?' Jaap drukt op "bellen" en geeft de telefoon aan Yvette. ‘Heee, schatje met Peter’, klinkt het met een zware stem. Yvette duwt direct de telefoon met een vies gezicht in Jaap zijn hand. En begint zachtjes te lachen en huilen tegelijk. Een kilo lood valt van haar schouders. Het was ineens veel lichter geworden buiten. Ze hoorde ook de vogels en cicaden weer. Terwijl Jaap nog druk met Peter in gesprek was begon Yvette te ontdooien. Ze had zich lang niet zo gevoeld. Het was net of haar leven opnieuw was begonnen. Veertien dagen is dan best lang van huis.
Wat stormt ut
Gelukkig waait alles weg. Maar toch blijft er genoeg lucht over. Het schuift dus gewoon op. Altijd is er weer nieuwe lucht. Wij mogen toch ook wel eens een heel stuk blauw krijgen? Jammer genoeg zijn we niet aan de beurt deze zomer. Hoe harder het waait, des te meer wind. Dan maar er dwars doorheen. Op de fiets of lopend. Laat je haren maar wapperen. Laat die boven kamer maar eens flink luchten. De wind blaast langs je oren, je kunt bijna niets meer horen dan geruis. In de verte stemmen, maar dat is niet erg. Langs de sloot, het water spat omhoog. Eendjes beschut in het riet. Enkele veertjes waaien recht omhoog. Maar dat deert ze niet. Een paraplu klapt dubbel aan de overkant. Je moet lachen, het is de jouwe niet. Maar nu word je ook nat, want het giet. Dan maar nat, het kan je niet schelen. Terug naar huis, door de regen. De deur gaat al open, en meewarig is de blik die je kreeg. Je vertelt, het is niet erg. Dit brengt alles teweeg. Je schuift voor de open haard. En kijkt naar de vlammen. Altijd weer anders, net als het weer. Je ruikt aan je glas, oei dat is sterk. Je wist het bijna niet meer. Van de herfst naar de herfst. Zo was het toch ook weer? 'Ruik ik daar zuurkool?' 'Ja schat, we gaan aan tafel.' Het is al weer snel donker. 'Wanneer ging de klok weer terug?' 'Ik weet het niet.' 'Voor mijn gevoel morgen' De eerste storm is voorbij, en de weg naar de winter is geopend. Toch alweer een beetje blij. Zouden m'n schaatsen nog scherp zijn? Morgen maar eens kijken. Wat zeg je? In het weekeind vijfentwintig graden. Nee, sorry. Liever niet. Kans verkeken, nu niet meer.
De zomer is voorbij
Mag dat duidelijk zijn. Welke zomer? Dat bedoel ik. Maar wat hebben wij uitgespaard! Laten we eens zien. Geen zonnebrand gebruikt. De ene krat bier die aan het begin van het seizoen is gekocht is bijna over datum. Tuin meubilair niet hoeven aankopen. En nu de mogelijkheid om deze goedkoop aan te kopen voor volgend jaar. Tuin besproeien? Nee, niet nodig geweest. Ettelijke Kubieke meters bespaard. Eventuele waterpomp niet gekocht. En wat dacht je van al die ritjes naar het strand. Met bijbehorende drankjes en eten. De kachel...oei die heeft wel even aangestaan. Open haard, ook misschien wel. Maar wat hebben we niet gedaan? Barbecueën! Geen houtskool, geen schalen vol met vlees. Geen familie of en vrienden. Cola, frisdrank. Nee, niets van dit alles. Pfft, wat een geld. Motor rijden? Juist, die kan weer schoon in zijn hokje. Ik hoorde iemand zeggen in mei dat het nog zeker drie maanden moest regenen om de gemiste regen in te halen. Was dit een verzoek? Nou het is gelukt! Ook de boeren hoeven niet te sproeien. Misschien rijst verbouwen voor volgend jaar? In het noorden van het land zag ik al complete bollenvelden onder water staan. Dus die kunnen zo beginnen. Ik verwacht een strenge winter, dus schaatsbanen genoeg. Gras, heeft het gras niet gegroeid? Allemachtig wat is dit groen. Nog nooit zo'n door en door groen gras gehad. Als ik geiten had gehad was mijn melk productie verdubbeld. Water sport. Regelmatig hebben de kinderen met boten en luchtbedden de straten kunnen bevaren. Is dit geen luxe! Uit je voordeur zo het water in. Het bespaart je een boot uit, en geen dure drankjes uit het restaurant. En op de camping kon je gewoon tot diep in de nacht lezen zonder een lamp aan te hoeven doen. De onweer buien waren zo actief dat het leek op duizend fotografen die tegelijk een foto van je wilde maken. Dus kom nu niet dat het een slechte zomer is geweest. Oké, niet al te veel zon, en een beetje koud. Maar hoeveel geld is er in onze zak gebleven? Het was een top zomer!
Witte paarden en kikkers
Het witte paard en de kikker. Ze lijken niet echt op elkaar maar hebben toch veel gemeen. Fysiek zou ik zeggen... Ze hebben beide twee ogen, en beide hebben ze vier poten (benen) voor het paard. Anders krijg ik last met mijn zus. Maar daar houdt het aardig mee op. Oh ja, ze kunnen beide springen. Het gaat er meer om wie er op het witte paard moet zitten. Dat zal je duidelijk zijn. Wij vinden de witte paard berijders dan ook niet zo makkelijk meer. Kon je ze vroeger nog uitgebreid vinden op jeugdverenigingen of aanverwante gelegenheden. Vandaag de dag is dit niet meer. Alles gaat digitaal, ja ook dit. En waarom ook eigenlijk niet. Je behoeft geen urenlange gesprekken te hebben om er achter te komen wat de ander leuk vindt. Je maakt de selectie, en daar rollen een paar prinsjes uit. Als ook de chemie nog klopt kan het snel voor elkaar zijn. Maar daar ga je weer. De mens is niet echt digitaal, maar meer analoog. Wij mensen kunnen niet één of nul. Wij kennen ook een beetje nul, of een beetje één. Of anderhalf, dat kan ook. Dus ook al zijn dezelfde interesse aanwezig, kan het alsnog tegenvallen. Misschien kunnen we elkaar in de toekomst eerst nog virtueel ontmoeten. Over veilig vrijen gesproken, die is dan honderd procent. Hij moet leuk zijn, knap, aardig, interessant, weldenkend, goede opleiding, makkelijk haar, geen bril, niet roken, drinken mag. Maar niet meer dan twee glazen. Nee geen bier. Dat is wel erg gewoontjes hè. Hee, gozer. Je kent ze wel. Geen zweetvoeten, houdt van reizen, sportief, behulpzaam, trouw, mag ook af en toe koken. Moet van kinderen houden. En natuurlijk goed in bed. En niet één keer, maar minstens twee keer achter elkaar zonder pauze. Als de gemiddelde leeftijd met tweehonderd jaar omhoog gaat maken we misschien nog een kans meiden. In dit leven bedoel ik. Of koop een IPad. Dan kom je misschien ook aardig in de buurt. In de ideale wereld kunnen varkens vliegen. Nee, om een beetje in de sfeer te blijven kun je misschien aan bepaalde kikkers gaan likken. Likken ja, want zoenen zal je niet helpen. Je schijnt dan ook urenlang op een roze wolk te bivakkeren. En vindt je iedere man leuk met een hoofd, en oren opzij. Maar echt. Ik schrijf dit niet om jullie te ontmoedigen. Ik leef mee, echt waar. Het is een tuf wereld. Ja, en ik val af. Want ik heb mijn zonnetje al lang geleden gevonden. Anders zou ik zeker een poging wagen. Ben best lief, en een beetje koken kan ik ook. Verder niet zeuren, dat andere komt vanzelf. Maar ga door! Ergens loopt hij daar. Met zijn haren fier in de wind, komt hij aan. De witte manen van het paard wapperen tegen zijn blote borst. Hij is licht bezweet, en glimt in het zonlicht. In galop komt hij dichterbij. Hij stopt, het paard steigert slaat zijn poten (benen) voor zich uit. Als in een film komt het paard weer langzaam naar de grond. De prins gooit zijn been over het paard. En met een zachte landing alsof hij dit al duizend maal heeft gedaan staat hij voor je. Hij kijkt je diep in je ogen, en gebaard dichterbij te komen. Maar je kunt niet, je bent verstijft. Dit kan niet, het is te mooi. Met twee stappen is hij bij je, en pakt je hand. Je loopt mee, zonder dat je voeten de grond raken. Met één sprong is hij terug op de rug van het paard. Hij steekt zijn hand uit, en jij pakt deze beet. Met één zwaai zit je achter hem. Nu pakt hij je beide handen beet, en legt ze samen op zijn buik. Zijn benen sporen het paard aan. Je pakt hem stevig beet. En met een ruk zijn jullie weg. Het strand is leeg, en de zon laag. 'Waar gaan we heen?' Vraag je nog. Hij draait zich om, en verteld 'is
dit belangrijk'. Je schut met je hoofd 'nee'. En pakt hem nog steviger vast en zijn haren kriebelen in je gezicht. Mmm, denk je. Dat kan wel wat korter. Hij glimlacht, hij moest eens weten......
Stil
Stil is het nooit. Er is altijd wel ergens geluid. Ik sta in de tuin en probeer zo min mogelijk geluid te maken. Bijna geen wind, wat hoger in de bomen ritselen wat blaadjes. In de verte hoor je verkeer. Maar meer dan geruis is het niet. Zwaluwen vliegen druk heen en weer. Ze maken een typisch sjirp geluid. Mieren komen massaal tussen de stenen uit gekropen. Korrels zand komen één voor één omhoog. Misschien kunnen zij de korrels horen vallen. Maar ik hoor niets. Zal ik er nog wat poeder op strooien, of laat ik deze nog maar een dag gaan. Hoeveel dagen zou het duren voordat ik een meter lager in de tuin sta? Morgen maar wat strooien. Ongemerkt wordt het donkerder. De vogels lijken hun gefluit aan te passen, om de avond zo gemakkelijk mogelijk in te laten treden. Je kunt het zo donker horen worden. De zwaluwen zijn spelbreker. Die tsjirpen op gelijke geluid sterkte door. Maar dan plotseling niets meer. Is er een geheim teken gegeven dat wij niet kunnen horen? De blaadjes boven in de boom bewegen nu ook niet meer. Het is bijna helemaal stil. Maar helemaal stil is het nooit.
De wereld vergaat!
Alweer denk ik dan. Want hoeveel keer is de wereld al niet vergaan? Verschillende keren denk ik. Er zijn in het verleden redelijk wat dingen gebeurd met deze aarde. Meteoriet inslag, aardschollen die zijn verschoven. Grote overstromingen, dus eigenlijk niets nieuws. Als je bedenkt dat de Europese mens is voortgekomen uit acht stam moeders, geeft het toch wel te denken. Eigenlijk niets nieuws onder de zon. Maar om het nu te gaan voorspellen is nog niet veel mensen gelukt. Trouwens, dan zouden we het toch niet weten als we er met z'n allen niet meer zijn! Maar wat is dit toch van de mens? Die eeuwige duistere kant? Wat voor lol beleef je daaraan? De slaag kans van je voorspelling is niet erg hoog. En als het dan weer niet uitkomt heb je een probleem. Je staat knap voor paal. 'Môge buurman, weer niet gelukt hè. Al een nieuwe datum geprikt.' Populair is dan ook de zelfdoding. Dan behoef je niet meer te verklaren waarom. Maar dan kun je ook je gelijk niet meer halen in de herkansing. Nee, het is best nog een probleem. Dan heb je nog de sektes die worden opgehaald. Daar zou ik helemaal niet aan beginnen. Kijk, een vette aardbeving met tsunami kun je altijd nog zeggen; 'zie je wel.' Het zit er aan te komen. Volgende keer beter. Daar kun je je nog uit redden. Maar je dat je ruimteschip niet op tijd was, is weer wat gekker. Dan vinden mensen al snel dat er een draadje aan je los zit. Wat zeg ik draadje? Een hele bos. Zou het nu niet leuk zijn andere dingen te voorspellen. De wereld vrede of zo? De beurs stand over een jaar. Hypotheek rente over drie jaar? Bedoel, komt het niet uit. Dan hou je gewoon je mond. Komt het wel uit, kom je hier op terug. Wel eens waar niet zo spectaculair. Maar toch leuk, en heel veilig.
Dominique had zijn dag niet
Morgens om zeven uur ging de wekker al. Een belangrijke vergadering stond op z'n planning. Nog een beetje duf van de avond daarvoor waste hij zich snel, en schoot zijn kleren aan. De lift in, en richting restaurant. De verschraalde bierlucht van de vorige avond kon je nog ruiken. Ah, een lekker gekookt eitje gaat er altijd wel in. Gepeld lag hij het op zijn boterham, en zette er het mes in. Deze waren niet al te scherp, en daardoor spoot er een keurig straaltje eigeel op zijn stropdas. Wel verrek! Met een servetje probeerde hij nog wat te redden. Maar het werd niets, dan zo maar een andere van boven halen. Hij pakte de suikerpot om wat suiker in zijn koffie te doen. Het was zo'n glazen pot met een pijpje er op. Altijd te veel of te weinig. Vandaag werd het te veel. De deksel zat niet goed op het potje, en de volledige inhoud belande in zijn kopje. Terug met nieuwe stropdas kwam hij bij de lift aan. Hij drukte nog op het knopje, en las onderwijl het briefje wat boven het knopje was geplakt. "tijdelijk buiten werking" Dus het verrekte ding was in die vijf minuten stuk gegaan. Dan maar de trap, zevende verdieping. Goed, het kon erger. Eindelijk beneden, nu snel een taxi. Hij hield zijn hand al voor de tweede keer omhoog. Het regende pijpen stelen. Hij besloot snel naar de overkant te lopen, daar stonden er nog twee te wachten. Net toen hij de andere kant bereikte, reed een grote vrachtwagen langs. Zo ongeveer al het straat vuil van New York, vermengt met modder en water kwam als een surf golf over hem heen. Een verzopen kat was wel de beste omschrijving. Beseffende dat dit hem niet meer ging worden stapte hij met gebogen hoofd terug naar het hotel. De portier kon zijn lachen bijna niet houden toen Dominique hem schuin aankeek tijdens het passeren. De lift deed het weer, dat was in ieder geval de eerste meevaller van vandaag. Terug op zijn kamer kleedde hij zich langzaam uit. 'wat kan mij het ook schelen', dacht hij nog. Gelukkig was de waszak van plastic, anders zou hij de druipende zak aan de deur moeten hangen. Net onder de douche bedacht hij opeens dat misschien juist nu de was service wel eens langs kon komen. Dan was het weer schoon als hij die avond terug zou komen. Hij pakte de was zak, nog volkomen naakt. Maar wat maakte het uit, het was tenslotte zijn kamer. Hij wilde aan de buitenkant van de deur snel zijn waszak ophangen. Maar in plaats dat hij beide touwtjes van de knop had gehaald was het er maar eentje. Van even snel de was op de gang, stond hij nu zelf op de gang. Door de schielijke zwaai met de waszak trok hij hiermee de deur dicht. Poedeltje naakt stond hij daar! Wat nu? Snel naar die nis, een eindje verder. Hij moest even nadenken. Wat moet ik? Stel dat iemand een foto maakt! Daar komt het kamermeisje aan. Ze stopt voor zijn deur, en ja hoor. De deur is open. Hij wacht even, en neemt dan een spurt. Maar wat vreemd, hij ziet niemand binnen. Het kamermeisje had de douche gehoord, en naar binnen gelopen om de kraan dicht te draaien. Met een ruk opende Dominique de badkamer deur. Hier stonden twee gillende mensen tegenover elkaar. Waarvan één naakt. Dominique probeerde haar te kalmeren, en pakte haar armen beet. Maar ze was niet te kalmeren, en rende de gang op. Dominique besefte dat dit niet uit te leggen was, en kleedde zich snel aan. In de haast vergat hij zijn telefoon. En ja, de rest is bekend.
Verjaardag
Je wilt er veel vieren, maar niet te snel achter elkaar. De eerste verjaardag heb je geen idee van. Wie zijn die idioten die voor je staan. En waarom proberen ze m'n eten in de fik te steken. Bij de tweede verjaardag gaat het al wennen. Twee kaarsjes in m'n eten. Maar vorig jaar liep het ook goed af. Dus geen reden voor paniek. Ik sla er nu maar eens met mijn handen in, dat verwachten ze nooit. Ze lachen zich een deuk. Die moet ik onthouden voor volgend jaar. Kunnen we weer lachen. Het jaar daarop was het ineens niet leuk meer. Ik ben er zeker al te oud voor? En wat een drukte, wie zijn al die mensen? Krijgen we dit elk jaar zo? Dan ga je al richting 6 jaar. Moet je al die kartonnen hoedjes op. Want dit staat zo leuk. Ik was er toen al bang voor dat ik volledig voor paal zou staan. Als ik nu terug kijk weet ik het nog steeds, wat ik dacht op dat moment. En ja, ik zie er echt niet uit op die foto. Ineens had je ook tijdelijk meer vriendjes als normaal op het schoolplein. Allemaal mee eten. Dan een sprong in de tijd. Belangrijke leeftijd. Achttien jaar, we mogen auto, en motor rijden. Eerst maar een motor dan. Heerlijk dat gevoel van optrekken, vrijheid. De wind door je haren. Oeps, een auto. Net niet op tijd gezien. Vier maanden ziekenhuis met je been omhoog. Kan je er nog eens over nadenken. Toch maar een auto dan? Nee natuurlijk niet. Weer een motor, een grotere. Het is buigen of barsten. Nooit meer gevallen, of aangereden. Dan toch maar een auto erbij. Toch ook wel fijn als je droog kan zitten. De dames vinden dit ook leuk. Maar de moeders willen achter op de motor. Dat heb ik weer. Één en twintig jaar alweer. Stemrecht, eindelijk. Kan ik stemmen op een partij die alles gaat veranderen. Oeps, weer mis. Er veranderd helemaal niets! Dan maar op vakantie, zes weken lang door Europa. ‘Zoveel dagen heb jij niet vertelde mijn chef. 'Let jij maar eens op, zei ik hem nog.' 'Hoe schrijf ik dan die dagen weg?' 'Dat mag je helemaal zelf weten.' Zes weken zijn eigenlijk nog te kort. Maar het geld raakt ook een keertje op. Bij terugkomst was er zowaar nog werk voor mij. Daar was ik ook niet bang voor geweest. Nu gaat de gang er pas goed in zitten. Motor toch maar weg. Trouwen, kinderen. Kleinkinderen. Ik zit op een roller coaster. Maar dan in het voorste karretje. Werken werken, betalen betalen. Joep wist het ook al. Dan vier je de verjaardag op volle zee. Veertig kilometer boven Texel. Ik kijk nog even buiten. Het is gewoon lekker, weinig wind. Schepen gaan in de verte voorbij. Kon ik nog maar één keer op m'n taart slaan. Maar dat kan niet meer. Mensen zouden het niet begrijpen. En inmiddels staan er zoveel kaarsjes op, dat ik terstond mijn handen zou branden.....
Het konijn
Gerda woonde met haar twee kinderen in een rustige wijk met geschakelde woningen. Manlief was niet meer aanwezig. En moest haar boontjes zelf doppen. Dat lukte haar vrij goed, ondanks het drukke leven dat zij had. Het was hoog zomer, en die dag stond een drama te gebeuren. Al een paar jaar was het gezin ook een konijn rijker geworden. Van opa gekregen. Ook dit is weer extra werk! Maar goed, elke dag vers water, meestal droogvoer. En Daar moest Arjan het maar mee doen. Beetje rare naam voor een konijn, maar zo moest hij heten van Sander en Maarten. Het was een Franse hangoor, en het lijkt alsof er altijd een zweem van droevigheid aanwezig is bij zo’n beest. Maar vanochtend is het helemaal mis gegaan. Een virusje, of gewoon ouderdom? In ieder geval was Arjan dood. Droevigheid alom, maar het leven gaat verder. Ook zonder Arjan. Dus Arjan moest een nette begrafenis krijgen. Op zolder werd nog een oude schoenen doos gevonden van “ oud” pa zijn werkschoenen. Maat zevenenveertig. Met een beetje goede wil paste hij daar wel in. Vlakbij was een klein parkje, en daar werd hij ter aarde besteld. Na drie keer afscheid genomen te hebben liepen zij weer naar huis. Geen borrel met sigaar, maar een glaasje limonade moest het doen. De dag ging voort, en een nieuw drama stond de buurt te wachten. De herders hond van de buurvrouw twee huizen verder op had het hazenpad gekozen, en was eens lekker het boeren land op gegaan. Maar de pret duurde niet lang, want van al dat geravot krijg je honger. Op zijn weg naar huis liep het beest dan ook te snuffelen of er niets lekker op zijn pad kwam. Richting het parkje werd ineens de lucht van een konijn zichtbaar. Astor zag in gedachte al een heerlijk konijntje. De lucht werd al snel sterker. Achter dat bosje moest het zijn. Met een paar snelle graafbewegingen kwam de doos al in zicht. Met zijn neus wipte hij de deksel omhoog. Het was al donker geworden, en een glinstering in zijn ogen verscheen in het maanlicht. Aan weerszijden liep er al wat speeksel uit zijn mond. Zo, die is van mij, en met een behendige hap was Arjan uit zij graf herrezen. In een drafje ging Astor huiswaarts. De achterdeur stond nog open, en daar stond Astor trots in de keuken met Arjan tussen zijn kaken. Al kwispelend stond hij nog te bedenken, of hij hem hier te plekke zou verscheuren. Daar was het vrouwtje. ‘Haaa, wat heb je nu gedaan. Laat los, moordenaar, vervelende hond.’ Met de staart tussen de poten ging hij heen. Daar gaat m’n avond eten dacht hij. Maar dat konijn dat ken ik, dacht de buurvrouw. Hij is van nummer vier. Hoo God, hoe ga ik dit inpakken. Dit kan ik toch nooit verkopen? Een nieuw konijn kopen? Nee, dat valt op. En waar vind ik een exact een zelfde konijn op dit uur. Een plan werd gesmeed. Dat konijn kan toch gewoon zijn doodgegaan. Weten hun veel. Ik wacht tot laat vanavond, en leg hem gewoon terug in zijn hokje. Niemand zal het weten, en de kinderen zullen denken dat hij gewoon is dood gegaan. Want hij is nergens gewond, geen bloed. Astor moet hem met één beet te pakken hebben gehad. Het was al na twaalven toen zij de moed had gevonden. Voorzichtig deed zij het tuinhek open. Gelukkig niet op slot! Heel zachtjes lag ze Arjan terug. Zijn kopje nog een beetje goed gelegd. Morgens op school zag zij de buurvrouw van nummer vier. En probeerde haar een beetje te
ontwijken. Maar natuurlijk was er geen ontkomen aan. Nou Sandra, wat ik heb meegemaakt. Sandra dacht nu bij haar zelf: niets over het konijn zeggen. Alstublieft… ‘Gisteren was ons konijn overleden.’ ‘Gut, wat erg.’ ‘Ja maar wat nu het vreemde is dat wij hem netjes begraven hadden in het parkje. Maar vanochtend zat hij weer in zijn hokje. Morsdood nog steeds! Maar wat erg, de kinderen waren weer overstuur.’Sandra werd rood, en stamelde nog net; ‘Ik heb niet veel tijd, sorry.’ Al proestend van de lach rende zij richting haar auto. Ze kon het niet helpen, met tranen in haar ogen reed ze naar huis. En het was nog lang geen kerst.
Helikopters zijn gemaakt om altijd te vliegen, behalve…..
Helikopters zijn prachtige machines, ze brengen mensen op de meest afgelegen plaatsen. Ze kunnen horizontaal opstijgen en landen. Daarom worden wij gevlogen door helikopters naar ons werk op de Noordzee. Maar soms vliegen ze niet, dan is er mist. Dit kan lang duren, want mist is niet zo maar weggetrokken. En als de mist dan is opgetrokken, geldt dit nog niet voor de helikopters. Tenminste, niet voor jouw helikopter. Want eerst moeten alle vluchten worden afgehandeld die nog voor jou waren. Gek genoeg zijn er altijd vluchten voor jou. Nooit komt het voor dat jij de eerst volgende vlucht hebt. Maar dan komt de temperatuur rond de nul graden, dat hebben we nog wel eens in Nederland. En het is nog vochtig ook, dat betekend aan vriezend vocht. Hierdoor kunnen de inlaat roosters van de turbines dichtvriezen, wat ook weer zo rot vliegt. Dan zijn er nog de wieken die ook last kunnen hebben van aan vriezend vocht. En met de vorm van een stelling plank mis je ook alle aerodynamica. Ja, ja dus ook dan komt jouw helikopter niet. Ha, dan komt de zondag, en jaaa eindelijk goed weer. Ho ho, we gaan toch wel voldoen aan de Hinderwet toch? Want het is zondag, en of jij nu een week langer aan boord hebt gezeten zal iedereen toch een worst wezen. Regels zijn regels, en zullen te allen tijde worden nageleefd. 'Bestaan er dan geen helikopters die wel kunnen vliegen met dit weer?' 'Natuurlijk wel, maar dat kost gewicht, en dus passagiers.' 'Ja, maar dan zou je er toch een paar achter de hand kunnen houden voor dit soort omstandigheden.' Het komt toch nog wel eens voor. 'Weet je wat dat kost?' 'Ja, natuurlijk weet ik dat… geld.' 'Oh, ik was al bang dat je dit niet wist.' 'Het leger moet toch ook te allen tijde kunnen vliegen, of vraag je aan de vijand om een paar dagen te wachten met de aanval?' 'Zoals ik al zei, het kan wel, maar kost dus geld.' 'Al die mensen die langer moeten wachten, en dus meer uren maken en dus meer geld?' 'Kost dat niets dan? Nog niet te spreken over al die mensen die dagen lang in een hotel moeten zitten. Hoe zit dit dan???' 'Mmm, ja dat is een ander potje.' 'Wat dan? Hoe komen die mensen dan weg. Eventueel met een boot. Oh, dat kost niets?' 'Al snel zo’n slordige twintig duizend euro. En is niet zo veilig.' 'Vind je het erg als ik de draad een beetje kwijt ben? Trouwens vulkaan as??'
'Nee, sorry dan vliegen ze ook niet.' 'Mag ik u nog een vraag stellen?' 'Natuurlijk, ga uw gang.' 'Gebeurt het wel eens dat mensen op zo’n platform door draaien, spontaan knoppen in gaan drukken. Of als zij terug komen op de helihaven personeel te lijf gaan? Helikopters slopen, zoals hooligans plegen te doen?' 'Nee, eigenlijk nooit.' 'Weet u dan, dat u wel heel bijzonder personeel in dienst hebt. Deze moeten echt héél bijzonder zijn. Ik dank u voor het gesprek. En de journalist liep verbijsterd en hoofdschuddend de helihaven uit.
Lentegevoel
Veertien graden gezien op de thermometer. Het lijkt nu echt te gaan gebeuren. Mest en kalk aangeschaft, en ook maar wat kruiden plantjes. De kleinkinderen springen op en neer op de bank, dus deze maar mee naar de tuin genomen. Ze storten zich zonder ergens op te letten ter aarde. ‘Graaf maar een gat zo diep als het potje,’ is de opdracht. Bij elke graafbeweging wordt er iets nieuws ontdekt. Een worm; ‘Bah, een worm.’ Ik pak hem op, en laat zien dat hij geen tanden heeft. Geen gevaar niets aan de hand. ‘Hoe eet hij dan.’ Is de volgende vraag? ‘Hij eet de aarde samen met stukjes blad en wortel. Dit verteerd hij in zijn lijfje, en dan poept hij de rest weer uit. Dat is goed voor de planten.’ ‘Dus planten houden van poep?’ Wordt er geïnformeerd. Hu, ja dat is zo. ‘Dus ik kan zo in de tuin poepen?’ ‘Alleen als je eerst de aarde op eet.’ Toch maar niet dus. Dan loopt een spinnetje weg bij de volgende schep aarde. ‘Aaah, en spin.’ Helaas, de spin moet het met de dood bekopen.’ Mijn kleinkinderen houden niet van spinnen. Ik probeer nog uit te leggen dat ze ook muggen vangen, maar dat mag niet baten. Dat doen die andere spinnen maar. ‘Er zijn toch spinnen genoeg,’ wordt er aan toegevoegd. Ach, wat kan ik er op zeggen. Spinnen genoeg. Bij de volgende schep een vreemd kevertje. Komt mij ook niet bekend voor. Pats, ook deze is naar de eeuwige jachtvelden. Ik heb toch een stel gewelddadige kleinkinderen gaat het door mij heen. Het gat voor de tijm plant is bijna op diepte. ‘Heee, een lieveheersbeestje.’ Gelukkig iets herkenbaars, deze behoeft niet direct dood. Behendig wordt hij naar de buitenkant van het gat gebracht. Maar net als hij er bijna is valt hij van het schepje. Bij een hernieuwde poging is deze ook plat. Mijn kleinzoon kijkt me vragend aan. ‘Kan gebeuren,’ voeg ik er aan toe. Al zo snel in het voorjaar overleden aan geweld. Gelukkig niet zinloos, ten offer gevallen voor het tijm plantje. Ik zal er aan denken als ik er wat vanaf knip voor de volgende pizza. Het is weer tijd om naar huis te gaan, en een scala van tuingereedschap blijft achter op het grasveld. Ik loop terug en sta nog even te kijken naar het stilleven. De eerste mooie dag.
Alles moet kunnen
En dan de wedervraag, waarom moet alles kunnen? Het woordje "nee" verdwijnt meer en meer naar de achtergrond. Keiharde muziek moet kunnen. Maar dan wel voor je eigen oren. Ja, er bestaan koptelefoons. En kun je de rest van de straat met rust laten. Want af en toe wil een mens rust. Natuurlijk, veel mensen om je heen, disco, uitgaan. Helemaal uit je dak gaan. Maar na dit alles wil je ook wel eens niets horen. Hoogstens in de verte het geluid van kwakkende kikkers. Maar ook niet altijd. Want na een uurtje exact hetzelfde gekwaak kun je dit goed zat worden. En denk je aan een schaal vol met geroosterde kikkerbilletjes. Sorry, ben je vegetarisch ingesteld? Dan worden het kikkers van marsepein. Maar snapt u waar ik heen wil? Oversteken terwijl het licht nog rood is. Waarvoor bestaan die lichten dan? En dan is het ook nog zo, dat als er dan iemand wordt aangereden, de auto altijd schuldig is. Maar het staat wel stoer op je grafsteen. "Ik had toch gelijk". Fraude, diefstal, pesterijen, belasting oplichting. Nou, dat laatste.... Maar waar ging het mis? Op de school waar ik vroeger zat haalde je het niet in je gekke hersens om tegen een leraar op te staan. Er waren ook incidenten, maar niet zoals je nu kan zien op YouTube. Ik zal niet zeggen dat ik nu een geweldige schooltijd heb gehad. Maar er moet, en zal toch een tussenweg zijn lijkt me. Volgens mij is het ergens begonnen in de tijd dat leraren zich graag bij hun voornaam genoemd wilden worden. Zeg maar Jan... En wat wil je dan? Op gelijk niveau staan als de leerling? Roep je dan niet het één en ander over jezelf uit? Een leraar moet overwicht hebben. Er moet een bepaalde afstand zijn. In je latere leven kom je dit nu eenmaal steeds weer tegen. Op je werk heeft er één de leiding, want we kunnen niet met z'n allen baas zijn. Iemand moet het overzicht hebben. Politie handhaaft de wet. Klaar als een klontje. En dan zie je een paar van die bezopen, vol gesnoven, gespoten lui staan. Die worden door die aardige politieman herhaaldelijk gesommeerd om door te lopen en weg te gaan. Ik vraag u nogmaals.... Wat verwacht je nu? Respect? Hup, meenemen en een nachtje in een koude cel. Kun je er over nadenken. En zul je de volgende keer direct doorlopen als er om gevraagd wordt. Handhaven van de wet, en niet anders. Helaas zijn we allemaal niet zo aardig. En moeten de gene met de grootste bek niet de overhand krijgen. De jeugd krijgt geen respect?? Hoe bedoel je, wat heb je al gepresteerd dan? Help je in je vrije oude mensen in een bejaarden tehuis? Loop je vaak met gehandicapten door de stad? Hang je clown uit in een ziekenhuis voor jonge kanker patiënten? Nee..., waar wil je dan respect voor hebben? Omdat je elke avond met een getto blaster op het hoekje van de straat staat te hangen met een groepje gelijkgestelde. Omdat je de school hebt verlaten zonder ooit een diploma te hebben gehaald? Dat je al vijf keer bent opgepakt voor geweld tegen je ouders? Nee, dan heb je het niet begrepen. Respect is dan ook een woord dat de laatste tijd te veel, te vaak verkeerd gebruik wordt. Gelukkig bestaan er ook uitzonderingen. En daar put ik mijn troost en energie uit.
Het gebeurde in Den HelderDe proppen-buis
Zoals bij alle kinderen is daar de tijd van de proppen buis. Meestal rond een jaar of negen. Ook Jaap had met zijn vriendje Jelle twee mooie buizen op de kop getikt. Er waren genoeg huizen in aanbouw. En dan waren er altijd wel stukjes rondom de bouwplaats te vinden. Twee mooie stukken, niet te lang, en niet te kort. Van de "Donald Duck" kon je de beste draaien. Het was even een slag om ze te draaien. En dan likken om een messcherpe punt er aan te maken. Het puntje paste precies in het gleufje dat je van je tong maakte. En dan op jacht. Stond er een raampje van de buren open. Hop, dan konden er een paar naar binnen worden geschoten. Een mooie plant in de vensterbank? Natuurlijk, daar passen er wel een paar in. De plaatselijke kat.... Oeps, die is snel weg. En ja dan ga je je vervelen. Een glaasje limonade bij Jaap thuis dan maar. Plots zag Jaap dat er een klein spleetje in de afwerking van het plafon zat. 'Kun jij een pijltje tussen dat spleetje krijgen?' Daagde Jaap Jelle uit.'Natuurlijk', en Jelle voegde de daad bij het woord. En voor er iemand thuis kwam was de spleet vol met pijltjes. Met een voldaan gevoel van het behaalde resultaat en gedronken limonade gingen Jaap en Jelle voor de laatste keer op pad die dag. Het was bijna etenstijd, en Jaap haastte zich naar huis toe. Bij binnenkomst zag hij al dat het fout zat. Een bezwaart gezicht van pa en ma. Wat was er gebeurd? De pijltjes die zo mooi tussen het plafon waren geschoten waren vochtig van de spuug. En de "Donald Duck" inkt had zich in het mooie gewitte plafon verspreid. Het was net echt geweervuur geweest dacht Jaap nog. Maar pa en ma waren er niet blij mee. De proppen buis moest worden ingeleverd. Totaal onredelijk vond Jaap. Ze hadden er geen verstand van. Zo ga je niet om met schutters uit Den Helder! De volgende dag was het heerlijk zonnig. Een mooie dag om te schieten, maar geen proppen buis in bezit. Hier moest iets aan gebeuren. Jaap ging in z'n eentje op stap. Door een gat in het hek. Ja, daar lag een hele bos van die buizen. Wow! Hier konden ze er wel eentje van missen. Maar hoe neem je zo'n groot stuk mee? Met veel moeite buigt Jaap de lange pvc buis zodat hij vervoerbaar is. Thuis gekomen sluipt hij voorzichtig de achterdeur binnen. Maar daar staat z'n moeder! Ze staat voorover gebogen in de inbouw keukenkast. Wat is die daar nu aan het doen? Moeder was bezig met de voorjaarsschoonmaak, en was net begonnen de onderste plank schoon te maken. De planken boven haar stonden vol met serviesgoed. Jaap loopt snel verder, want ze kan hem nu toch niet zien. Maar net als Jaap langs loopt, laat hij één van de einden van de buis uit zijn handen schieten. Als een pijl uit de boog, als een zweep op het moment van knallen. Zijn moeder stond er ook perfect voor! De buis raakt haar vol op haar achterste. Een pijnscheut schiet door haar heen. En uit reactie komt zij in volle vaart omhoog. De bovenste twee planken oplichtend, met daarop het volledige servies. Alles glijd van de plank, over haar rug. Om vervolgens met een daverend gerinkel op de grond te storten. Wat hierna gebeurd is weet Jaap niet precies meer. Maar als hij nu de wit gele buizen nog tegenkomt moet hij er altijd weer aan denken. Mooie sport was dat, een kogel van papier.
Ode aan de zon
Al vier miljard jaar sta jij daar te schijnen. Hij zei licht, en daar was licht. Lang daarvoor was er blijkbaar genoeg waterstofgas bij elkaar gekomen. Dichter en dichter door de zwaartekracht bijeen. Temperaturen lopen op, en komen tot een kritisch punt. Volkomen spontaan start de kernfusie. Vanaf dit moment is er geen weg meer terug. Een ster is geboren. Met heftige uitbarstingen komt een reus tot leven. Al golvend banen de miljoenen graden heet plasma zich een weg naar buiten. Om langzaam af te koelen tot wat mildere temperaturen. Nou ja, mild. Nog steeds een dikke zesduizend graden. De rotsachtige planeten worden verwarmd door zijn stralen. En ondergaan in snel tempo veranderingen. Voor ieder wat wils. Maar voor Venus wat het iets te veel van het goede. Op Venus kun je geen water drinken. Alles wat er eventueel was is verdampt. Lood kun je daar wel drinken. Want dit is vloeibaar, maar ligt wat zwaar op de maag. Mercurius staat het dichts bij de zon. En is zo kaal als de maan. In één seconde leggen we daar het loodje, om maar even bij het lood te blijven. Op Mars is het dan in vergelijking een stuk beter. Lang overeind staan doe je er ook niet. Maar de temperaturen zijn wat milder. Je hebt wel in vijftien minuten ijsblokjes. Maar tijd om er wat drinken bij in te schenken heb je toch niet. Maar een stapje terug is de aarde. Tussen Venus en Mars in. Toeval of niet, dit is de beste plek in ons zonnestelsel. Een beetje zon niet te veel. Het water is vloeibaar, en daardoor drinkbaar. Het begon met beestjes in de zee. Maar daar bevolk je geen land mee. Dus werden zij ook het land leven. Sommige kropen op het land, en de anderen verkozen toch maar de zee. Vele miljoenen jaren gingen weer voorbij, en laag na laag van deze beestjes en planten drapeerden zich op de bodem van het land. Een beetje warmte, een beetje druk. En waren al snel niet meer herkenbaar als geheel. Het werd zelfs vloeibaar, en stonk als de h...l. Gerommel van boven, en daar was een pijp. Met gulzige slokken kwam het omhoog. Olie in zijn pure vorm, en gas zo gewoon. Daar was de mens met de honger naar energie. Machtige fabrieken en machines verschenen hier. De opslag van miljoenen jaren ten spijt. De nieuwe tijd is een feit. We vinden het heel gewoon, het staal de auto's de fietsen. Met dit alles snellen we heen en weer. Geen tijd te verliezen. Geen tijd over voor dit geheel. Iets wat miljoenen jaren lag te wachten, weten wij veel. Niets is oneindig, aan alles komt een eind. Maar dan is daar onze zon, kan het dan toch niet op? We plannen onze vakantie naar de zon. En weten waarom. Veertien dagen zon zijn zo weer om. Vitaminen verzamelen van de zon, vitaminen "D" alom. We kunnen er weer tegen, een winter lang. Achteloos weer wat hout in de haard, of de centrale verwarming omhoog. En zonder het te weten gebruiken we een stukje energie van de zon. Bomen zijn gegroeid, en planten omgetoverd tot gas. Ja, we zijn blij met onze zon. Laat die andere planeten maar zitten. We kunnen er altijd van dromen, als we liggen te pitten.
En dan is het weer zover
Ik bedoel "weer", de zon. Hij is er weer. Nu is hij of zij helemaal niet weggeweest. Maar vele wolken achter elkaar aaneengesloten verhinderde dit de laatste weken, maanden. We hebben in Nederland nog steeds het probleem dat de herfst nogal lang duurt. Een maand of negen. Één maand winter, een maand lente, een maand zomer, en dan is het alweer zover. Het is de laatste jaren blijkbaar ook de gewoonte geworden om de overgang maar over te slaan. Zo loop je nog op je moon boots, en zo weer op je slippers. Zo is er nog een koude noorden wind. Om vervolgens de andere dag op het nieuws te horen. "Vandaag een warme broeierige dag". Waarschijnlijk de opwarming van de aarde. Allemaal goed en wel, maar kan het een beetje meer geleidelijk? Zodat we er een beetje aan kunnen wennen. Op ons gemak de barbecue kunnen pakken, en de schaatsen in het vet kunnen doen. Nu gaat het in één moeite door. Ik bewaar ze ook naast elkaar tegenwoordig. Dit bespaart weer tijd. Want voor je het, weet is het al zover. De kikkers moeten snel zijn met hun kikkerdril eitjes uit te poepen. Want voor je het weet is het te warm, en heb je spiegel eieren. Die beesten weten het ook niet meer. De ene dag krijg je je kaken niet van elkaar van de laatste nachtvorst. Om vervolgens de volgende dag in een droge sloot te zitten waar je de kikkerdril niet in kwijt kunt. Winterbanden plakken aan het asfalt vast. Met de ruitenwisser vloeistof kun je spontaan je ramen flamberen. De wereld veranderd zegt men. Ja oké, kan het niet wat geleidelijker? Ik weet niet meer of ik het zout over mijn vers gegrilde biefstuk moet gooien. Of dat ik het over m'n linker schouder moet gooien om de sneeuw weg te krijgen. Ik heb gehoord dat er speciale schaatsen komen. Met één klik kun wieltjes naar onderen klappen. Als je de Elfstedentocht aan het rijden bent, en het weer mocht onderweg omslaan is dit zeer handig. Wel op tijd van het ijs stappen. Maar je zou natuurlijk alvast een zwembandje in je zak kunnen steken. Ja, het kan snel gaan. Maar klagen? Welnee, het is goed. Het is warm, het is fijn. Gisteren al het eerste vlees geroosterd. Ik kreeg voor mijn verjaardag speciale barbecue briketten. Twee zijn voldoende voor één grill beurt. Stond op de verpakking. Na het aansteken tien minuten wachten. Daarna te gebruiken gedurende ruim twee uur. Diamandje naar boven, en aansteken. Allemachtig, of je een stuk vuurwerk afsteekt. Een hoop gesis, en alles brand. Vrijwel geen rook, en inderdaad gloeiend heet na tien minuten. Het zijn van die kleine wonderen. Niet afvragen hoe het werkt. Gewoon het vlees erop en gaan. Nu zou ik graag het internet adres opschrijven hiervan. Maar helaas niets te bekennen. Er zit niet anders op er een foto van te maken. En nog eens veilig ook. Minder werk voor Beverwijk. Geniet van het weer, en gooi wat stukken vlees op de barbecue. Geniet ervan zolang het kan, maar houd je schaatsen ten alle tijden paraat.
We weten waar aan toe zijn, het gaat pijn doen Vindt u dit fijn? Had u hier voor gekozen toen u het potlood gebruikte? Of digitaal uw stem uitbracht. Verzwaring op een verhoging, maal genot, vermenigvuldigt met BTW. Pleisters plakken noemen we dit. Premie, geen premie. Extra belasting op, natuurlijk de genotsmiddelen, medische verzorging, en BTW pak je gewoon iedereen mee. Ik geef groepje wijze mannen en vrouwen een dikke onvoldoende. Het is hekwerk, -1-1-1-1-1 leuk hekje toch? Duizend straf regels: "Ik kan niet verder denken dan mijn neus lang is".Waar ging het mis? Het is toch van de gekke. Technisch zijn we tot grote hoogte gestegen, maar we kunnen niet met geld omgaan. Papieren tijgers vieren hoogtij. Wanneer gaan we weer werken? Wat lopen er toch veel om het vuurtje heen. En je weet, wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zijn eigen het best. Als mijn werkgever nu eens m'n salaris aan de belastingdienst schenkt. Dan storten zij wat overgebleven is wel door. Maar dan ook niet meer aan m'n geld komen. Dan wil ik nergens meer belasting op zien. Benzine, 50 cent. Gas en licht 50 euro per maand. Geen waterbelasting, uitwaterende sluizen, gemeente belasting, sigaretten 50 cent, drank dito. Het is dan maar nog eenmaal pijn. Maar dan niet meer. Weet je tenminste waar je aan toe bent. 7,50€ voor één dag in het ziekenhuis bed. Goedemorgen, ik heb er eens vier maanden in gelegen. Dit is niet leuk meer. Zal ik het kwartje van Kok nog eens noemen, of valt u dan in een lachstuip op de grond? Gooi er dan maar een euro op. Als je dan de rest van de belastingen maar met rust laat. Ik zal niet zeggen dat ik een kant en klare oplossing heb. Maar dit is hakken met de botte bijl. Er zijn al mensen die op het randje leven. Ik heb dan wel geen oplossingen direct, maar die kan ik wel bedenken de komende maanden. Om de paar verhalen zal ik een bezuiniging beschrijven. Dit beloof ik, bij deze.
Het gebeurde in Den HelderKatten gejank
Een jaar of wat geleden maakte men zich niet zo druk of de katten jongen kregen. De dierenarts kost geld, en de jonge katjes kon je altijd wel kwijt. Maar de laatste dagen, maar vooral nachten waren onrustig in Den Helder. De naoorlogse huisjes met de vele schuttingen en schuurtjes waren ideaal voor de buurt katten. Maar bij deze familie was de maat vol. Al nachtenlang waren de gevechten met bijbehorend gekrijs niet leuk meer. Water hebben ze hekel aan, maar weleens en kat kunnen raken met water? Juist, dat lukt maar zelden. Maar uit pure frustratie kun je altijd een poging wagen. Maar de dag gaat voort, en ben je de nacht al weer snel vergeten. Aan het aangrenzende pand woonde ook een hardwerkende huisvader. Hij werkte op een scheepswerf. En er waren die dag mensen op de werf die de tussenwanden kwamen isoleren. Nu kennen wij allemaal die handige bussen pur schuim. Maar die hebben ze voor dit werk ook in een grotere versie. Het zit in een grote soort butaan fles. Een slang er aan voor tussen buizen en wanden te spuiten. Onze buurman kon hier wel wat van gebruiken voor zijn eigen huis. Hij mocht de fles wel in het weekeind gebruiken. Zo gaat dat vaak. De buurman kwam via de tuin naar binnen. Met de fles met twee handen voor hem uit. Flink zwaar nog. Inmiddels had zich ook weer een kater gemeld op de schutting. En het volgende unieke samenspel gebeurde. De buurvrouw liep naar buiten met een plastic emmer met sop om de ramen nog even te wassen. En ziet direct de dikke kater zitten. Dit is haar kans, met deze emmer in haar hand. Ze bedenkt zich geen moment, en smijt de emmer met water richting de dikke kater. Deze springt direct opzij, en blijft ongedeerd. Maar het water vliegt de schutting over, en treft de buurman in zijn gezicht. Geschrokken stapt hij opzij de gasfles stevig in zijn handen houdend. Maar daar staat een rolschaats van één van de kinderen. Met een vaart schiet hij over de tegels. En komt tot stilstand tegen de drempel van de achterdeur. De gasfles met pur schuim schiet uit zijn handen. En komt ondersteboven op de afsluiter terecht. Deze breekt af, en een fontein van pur schuim spuit uit de fles. Deze draait in het rond, zodat de straal met pur schuim mooi verdeeld wordt over heel de kamer. Eer dat de buurman was bekomen van de val stond de kamer goed vol. Een drama voltrok zich in enkele minuten. Met scheppen was de hele familie nog heel de avond bezig om alles de tuin in te scheppen. Het was nog lang onrustig in Den Helder. Die nacht was het vrij rustig betreft de katten. Maar er was wel een constant zacht gemiauw te horen geweest. De volgende morgen bleek dat er drie katers in het schuim stonden. Ze konden geen kant meer op. Na het bevrijden zijn deze de volgende nacht niet meer terug gekomen. Soms is er meer nodig dan een beetje water. En krijg je ineens een heel andere kijk op schuim.Waar het verstand stopt, begint PUR SCHUIM......
Ontsnapping uit het Kamp Vught
Dit is een waar gebeurd verhaal van mijn oom uit 1942. Het verhaal is door mij bewerkt, maar berust op waarheid.Frans werkte bij Wilton in Schiedam, een scheepsreparatie bedrijf. Niet dat Frans specifiek in de scheepsbouw zat. Maar Frans was handig, en er moet toch geld worden verdiend. In die tijd werden de schepen nog met klinknagels bewerkt. Tot er een brief binnen kwam waarin stond dat Frans zich moest melden voor de keuring om in Duitsland te gaan werken. Daar had hij zeker geen zin in. Hij was iemand van vrijheid en vaderland liefde. En zou dit zeker niet gaan doen. Hij vluchtte naar Frankrijk, waarom? Hij wist het zelf niet. Als het maar niet naar Duitsland was. Hij zou deze niet helpen aan deze oorlog machine. Maar ook daar waren de Duitsers. En moest toch voor de Duitsers aan het werk. Hij besloot dan maar om daar de boel zoveel mogelijk te verstieren. Wat bruikbaar was gaf hij aan de lokale boeren. De rest werd vernield. Tot het te heet onder Frans z'n voeten werd. En moest vertrekken. Zonder verlofpas of papieren wist hij Nederland weer te bereiken. Frans was ongeveer drie maanden thuis toen hij in mei van zijn bed werd gehaald. Door drie Hollandse landwachters. Dit waren vaak de fanatiekste, nog erger dan Duitsers. Die waren vaak gestuurd, en moesten wel meedoen. Maar deze vuile verraders waren uit zichzelf overgelopen. Ze brachten hem naar het politie bureau in Vlaardingen. Frans kreeg daar bijna geen eten, en op de grond konden ze slapen. Na vijf dagen werden ze naar Rotterdam vervoerd. En kwam daar in het Haagse veer terecht met veertig andere. Hier kreeg hij al een voorproefje wat komen zou. Elke dag werden ze afgeranseld, en geslagen. Hij was in het hol van de leeuw beland. De SS troepen! De tweede nacht hadden enkele lotgenoten een paar tralies van het raam weggehaald. Dit raam kwam op de straat uit. En zo zijn er dertien ontsnapt. Frans durfde dit toen niet aan. Bang dat er misschien familie opgepakt zou worden inplaats van hem. Na zes weken werden ze naar Vught getransporteerd met driehonderd anderen. Dezelfde dag kwamen ze aan. Uitgeput van de reis zonder eten en drinken moesten ze ook nog uren in de rij staan voor de inschrijving. Sommige vielen spontaan uit de rij. Ze werden gewoon opzij gelegd, en kregen een emmer koud water over zich heen. Nadat de kampkleding werd uitgedeeld maakten ze kennis met het bewind van Kamp Vught. Ze moesten kniebuigingen maken, rollen en springen als een kikker totdat ze compleet uitgeput waren. Daarna konden ze zonder eten naar bed. Als je het een bed kon noemen. Een grote zaal met een paar planken tegen elkaar geslagen. De matras bestond uit een zak met stro gevuld. Het stonk muf, en naar paddenstoelen. Veel geuren zijn voorgoed verpest. De volgende twee weken was een herhaling van de aankomst. Afbeulen, commando's en slaag. Daarna waren ze rijp voor het werk. Dit bestond meestal uit stenen dragen, rooien van bomen en deze wegdragen. Tijdens dit alles werden ze nog steeds geslagen. Er waren ook bloedhonden, als je niet snel genoeg was lieten ze deze los. Heel wat lotgenoten kregen hier infecties door. En dat maakte het werken nog moeilijker. De Hollandse SS konden er ook wat van. Vanwaar al die agressie? Alleen maar omdat ze voor hun land op kwamen. Later werden ze naar Breda getransporteerd. En daar was het nog minder. Geen of heel weinig voedsel. Van thuis werden er voedsel pakketten opgestuurd. Maar die bleven in Vught achter, ze wisten niet dat Frans naar Breda was gebracht. En dit was voor iedereen het geval. Iedereen had honger, wekenlang ging dit door. Het werk was hetzelfde als in Vught. Met honderd man waren ze. Het volgende adres was de "Saksen Weimar kazerne". Ze werden in een garage ondergebracht. Tot er
dertig man uit Vught aankwam. Ze moesten toen naar een barak. Frans leerde daar Kleinse en van Haaften kennen. Daar zou hij later mee vluchten. Een broer van hen zat in een verzetsbeweging van Aalten. Dit wisten de bewakers natuurlijk niet. Het plan om te vluchten werd keer op keer doorgesproken. Zachtjes, anders zouden de bewakers het kunnen horen. Er waren immers ook Hollanders bij. Ze waren al een tijd in het bezit van een sleutel van barak zes. Deze was gewoon een keer vergeten. De vertrekken twee, drie en vier waren met prikkeldraad omgeven. En ongeschikt om daaruit te vluchten. Om negen uur werden ze geteld. Dat gebeurde als iedereen op bed lag. In elke uitgang stond een bewaker, en ook voor de toiletten stond een bewaker. Voor alles moest toestemming worden verleend. Ze moesten barak zes zien te bereiken. Dit was de meest gunstige barak om te kunnen ontsnappen. Maar hoe ze ook probeerde, altijd was er de bewaking. Maar toen gebeurde er iets moois. Twee bewakers hadden een pakket van thuis gekregen. Deze was gevuld met lekkers, maar vooral snaps. Hierdoor waren ze niet zo helder meer. En het lukte ze om in barak zes te komen. Het moest allemaal ruim voor negen uur. Het was nog te licht om te kunnen ontsnappen. Dus ze gebruikte de tijd om alvast de deur te forceren naar buiten toe. Om dit te kunnen waren er wat stalen strippen van scharnieren gehaald. Zo konden ze zichzelf uitsluiten van de andere vertrekken. Nu was het zaak om het raampje te verwijderen, en wachten op het juiste moment. Er liepen steeds soldaten heen en weer. Maar soms stopten ze om een praatje te maken, en wat te roken. Op zo'n moment moest het gebeuren. Er stonden wat bosjes rond de barakken. En hier zouden ze induiken. En zo gebeurde het. Bosje in, en bosje uit. Op weg naar de vrijheid. Maar stom toeval stond daar één van de bewakers met zijn vriendin tegen een boom aan. Ze konden niet anders dan hard weglopen. De bewaker schoot zijn pistool leeg. Maar niet eentje raakte doel. Nu was er ook niet veel meer om op te schieten. Broodmager waren ze. Van Haaften kende de weg heel goed daar. En gingen naar het afgesproken adres. Soms moesten ze wegduiken voor soldaten, of burgers. Uiteindelijk lukt het ze zonder opgemerkt te worden het adres te bereiken. Aangekomen bij de bebouwde kom van Arnhem wachten ze tot het volkomen donker is. Dan konden ze eindelijk naar binnen. Ze waren vrij! De volgende dag zorgde de dochter voor een koffer met kleding. Zo konden eindelijk de gestreepte pakken uit. Tegen het donker kwamen er enkele leden van de verzetsbeweging aan. Die begeleide hen naar Aalten. Op de fiets verder, en kwamen bij een boer genaamd "Wiggers". Deze ontving ze als zijn eigen zoons. De goede man is later gefusilleerd, samen met de broer van Frans lotgenoot. Totaal zo'n drieëntwintig man. Frans werd bij een andere boer ondergebracht. Daar heeft hij nog geholpen de boerderij op te bouwen. Deze was in de oorlog zwaar beschadigd door brand. Frans kreeg al spoedig een persoonsbewijs van ome Jan. Op de naam van J van IJperen. Dit heeft hij zijn leven lang bewaard. Er werden veel razzia's gehouden. Maar ondanks alles had hij het goed naar zijn zin. Na een half jaar keerde Frans naar huis, het was november. En heeft daar de vrede afgewacht Mijn ome Frans leeft niet meer, maar dit was zijn verhaal.Heel veel leed, laat het niet meer gebeuren.
Ja het is hier warm
Vanmorgen al 34 graden, Kroatië wel te verstaan. Schijnt trouwens te worden geboycot in het weeroverzicht? Hallo weermannen en vrouwen, Kroatië is volgend jaar officieel lid van de Europese unie. Zou je het niet eens opnemen in het weeroverzicht? Zoals ik al zei, het is hier warm. Het is hier kokend, eitje bakken op de motorkap kan. Het zeewater voelt als een warm bad. Cicaden tsjirpen er lustig op los. Er zit hier iets in de boom dat een duppie olie nodig heeft. Het doet piep piep piep, als een roestige kruiwagen. Misschien wel een spotvogel. Net boodschappen gedaan. En weet je wat mij dan opvalt? Alles gaat gewoon door hier. Mensen blijven vriendelijk, en alles draait door. Winkels zijn de gehele dag open. Tot tien uur 's avonds, en sommige nog later. Ook op zondag de gehele dag. En dan lees je online in de krant dat hier de toeristen niet meer buiten kunnen komen. Dat het te warm is. Whoehah ha ha. Nou echt niet. Dus lekker de boodschappen gedaan in een gekoeld winkelcentrum. Naar het appartement terug gereden, en dan aan de koffie, op het terras met zojuist gekochte donuts zonder gat. Wel met marmelade. Er is een klein beetje wind van zee, kracht 2 schat ik. Direct de kleertjes uitgetrokken, en je niet al te druk maken. Straks trekken we een ijskoud biertje open, en eten daar wat lichts bij. Stukje worst, paprika, stukje brood. Daarna is het even rusten totdat de zon een beetje zakt. Rond een uur of twee plonzen we dan de zee in. Om vervolgens weer op onze ligstoelen uit te vloeien. Zodra we denken, kom het is weer tijd. Dan plonzen we de zee in. Rond een uur of vijf is het weer tijd voor een wit wijntje, en voorbereidingen voor de barbecue. Daarna turen we weer over het water heen. Te warm, pfff. Ja het grasmaaien doe ik nu even niet. Maar het is toch leuk dat ze in Nederland al weten te vertellen dat het veel te warm is. Want zou dit nu in Nederland zijn, ja dan is het anders. Oh jee, rampspoed. Tropen roosters worden ingevoerd. Vierkante wielen kunnen onder trein, rails worden krom getrokken, en wissels branden volledig uit door te laat aangebrachte wisselverwarming voor de winter. Bussen kunnen niet meer rijden omdat tot hun assen zijn weggezakt in het gesmolten asfalt. Statistiek bureaus vallen over elkaar heen over het aantal slachtoffers die zijn gevallen sinds het begin van de hittegolf. Elektriciteit centrales dreigen het te begeven omdat het koelwater te laag is En milieu bewegingen hebben nadrukkelijk verboden om nog langer koelwater te gebruiken. Want nog één graad hogere water temperatuur zou het paai gedrag van de veelpotige waterknuffel in de war schoppen. Ambtenaren zitten met hun voeten in een bakje ijs, en werken alleen nog maar van tien tot elf uur 's morgens. Bouwvakkers snoepen de verlet pot leeg, en voor het eerst in vijfhonderd jaar worden er woestijnratten waargenomen. Wespennesten van een meter doorsnee, en muggen niet te tellen. Natuurmonumenten overweegt om ratelslangen in te voeren, als tegenwicht voor de woestijnratten. Maar dan na zeven dagen barst er een weergaloos onweer los. Temperaturen zakken naar waarden te laag voor de tijd van het jaar. En alles is weer terug bij af. We mogen de tuin weer sproeien. Niet dat het nodig is, want we zouden nu net zo goed rijst kunnen verbouwen. Nederland maakt zich weer op voor de winter. Pro rail brengt nieuwe wisselverwarming aan. En de woestijnratten zijn overleden aan het vogel griep virus. Gelukkig duurt in Nederland alles maar kort. En kunnen we gewoon aan het werk, en schelden op het weer.
Wat erg, vakantie
Daar zit ik dan, uitkijkend over de Adriatische zee. De maan staat boven het water. Een lichtend spoor begint zich af te teken in het water. Het is een halve maan. Hoe was het ook alweer, wassende maan? Nieuwe maan twee kwartieren? Ik weet het echt niet meer. Mijn gedachten zijn leeg. Hoewel ik de mogelijkheid heb op internet het een en ander op te zoeken doe ik het niet. Het moet simpel blijven. De denk machine moet rust hebben. Geen moeilijke dingen. Alleen de zee en maan, langzaam zakkend in de zee. Welnee niet echt, draait gewoon om de aarde. Temperatuur is nog steeds kamer temperatuur. Toch is het al elf uur geweest. M'n iPod speelt Pink Floyd. Wie zeg je? Ik weet het, voor de jeugd niet bekend. Google er maar naar. Mijn balkon voor veertien dagen, er is voor betaald. En toch zo onbetaalbaar. Voor de mensen hier misschien heel gewoon. Maar voor ons een geschenk. Viertien dagen lang temperaturen boven de dertig graden. Is dit nu zo moeilijk? Denk het niet. Maar we moeten er een verdomd stuk voor rijden. Is het de moeite waard? Ach ja, echt wel. Driedubbel en dwars. Geen zuchtje wind te bekennen. In de verte hoor ik gestamp van een of ander biergesticht. Toch wel leuk. Het maakt niet uit wat voor plaat ze draaien. We horen alleen de bassen. Zo klinkt elke plaat hetzelfde. Dit hoor je pas als je op grotere afstand zit. Bonk gebonk gebonk gebonk. Binnen kijkt Marianne naar BVN TV. Ook hier te ontvangen via hotbird. Vervelend is dat je hier ook alle ellende kunt ontvangen en meer. Wist je trouwens dat er ongelofelijk veel erotische zenders zijn in het Arabisch. Andere zenders vertellen dat het heel slecht gaat in Europa. Hongerende kinderen en armoe. Verteld door de in hoogst eigen persoon de minister president van Iran. erg hè. Laat maar in die waan, komt hij gelukkig niet naar ons toe. Gisteren nieuwe buren gekregen. Tsjechen, uiterst vriendelijk. Ze doen alles samen. Als ganzen naar het strand en andersom. Ze zien nog wat wit. Zo te zien komen ze uit de gipsmijnen. Of wonen er dichtbij. Komt wel goed komende dagen. Temperatuur is weer tweeëndertig graden. We zijn er snel aan gewend. Het vocht vullen we nu aan uit een fles genaamd Karlovacko. Één liter zit er in. Dat deelt een beetje uit. Ze hebben ze ook in twee liter verpakking. Ze hebben het zelfs in twee liter sixpack. Ja hier weten ze de juiste maat te vinden voor het bier. Vanmorgen twee data sim kaarten gehaald. Vijftig Kuna voor 1 Gig aan data, of één maand. Wat het eerste komt. Dit komt neer op zo'n zeven euro. Geen geld toch voor contact met de buitenwereld. Koop hem bij VIP, die werkt perfect. Maar nu moet ik het water in. Temperatuur vijfentwintig graden. Aan de kanten nog een stukje warmer. Wat vervelend, hoe kom ik de dag weer door.....
Vijfhonderd jaar in slaap
Het was een groot insect. Met zes vleugel paren en lange poten. Van voren twee graaf klauwen waarmee het uitstekend kon graven. Hij zag er uit als een uit de kluiten geschoten wesp, maar dan nog veel groter. Geel, en smaragd groen schitterde in het zonlicht. Een levensloop van vijfhonderd jaar. Diep in de grond zat hij al die tijd verscholen, En was al maanden bezig om zich een weg omhoog te werken. Vijfhonderd jaar terug had het zich als grote larf ingegraven, om na transformatie net als een vlinder weer boven te komen om zich voort te planten. Een wonderlijk insect wat niemand meer bewust had gezien. Het meest wonderlijke was waarschijnlijk nog wel dat een tweede metgezel, in dit geval een vrouwtje. Die zich ook een weg omhoog baande. Ze waren de laatste van een oud ras. Een insect zo lelijk, en tegelijkertijd ook weer mooi. Maar wat nu nog niemand weet dat dit insect een dodelijk virus bij zich droeg. Een virus dat in de middeleeuwen al honderdduizenden doden had veroorzaakt. Niemand wist waar dit virus toen uit voortgekomen was. Uit ratten dacht men toen. Maar ratten hebben we nog altijd. En het virus, de pest kennen we niet meer. Maar na het paren zouden honderd duizend eitjes worden gelegd. En diep in zich het pest virus. Dood en verderf zou dit gaan veroorzaken voordat ook maar iemand wist wat dit was. Nog maar een meter te gaan, en de pest zou opnieuw op de loer liggen. Het insect.... Wat voor naam zouden we het hebben gegeven? Pest-kever? Doods Libelle? Ik weet het niet. Nog maar enkele centimeters te gaan. En aan de andere kant van de rivier was het vrouwelijke insect al boven gekomen. Ze hadden een aparte manier om elkaar te vinden. Het achterste gedeelte van het lichaam was vergroeid tot energiebron. Net zoals een vuurvlieg of gloeiworm. In dit geval stootte het echter geen licht uit, maar een radio signaal. Zo konden ze elkaar op honderden kilometers bereiken. Het vrouwtje was al begonnen met de lok roep. Behalve dat een paar radio amateurs dit hadden gevonden, was niemand zich ervan bewust. Moeizaam kwam nu ook de mannelijke pest-Libelle boven de grond. Direct detecteerde hij de roep van het vrouwtje. Honderdvijftig kilometer verderop. Lucht werd in zijn vleugels gepompt, en groeiden uit tot de perfecte vleugels. Omhoog geklommen op een nabij gelegen muur strekte hij zijn vleugels. Na deze paring zou het weer gebeuren. Dit was de laatste kans op voortplanting. Zij waren de laatste die het ras konden voortbrengen. Hij klapperde met al zijn vleugels. Zes in totaal. Hoger en hoger, om dan in cirkels te gaan vliegen om de juiste richting te bepalen. Het was een prachtige zomeravond, en een jong gezin war van het strand onderweg naar huis. De kinderen lagen achterin de auto te slapen. Straks zouden ze omhoog worden gedragen door de vader. Drie en vijf jaar waren ze. Het strand gereedschap lag nog tussen hen in met bijbehorend zand. Maar dat maakte niet uit. Hoe vaak is het nu strand weer in Nederland? Eindelijk was de juiste richting bepaald. En het was nog maar twintig kilometer vliegen. Hoog in een kale boom zat het vrouwtje te wachten. Ze had de signalen ontvangen. En was gereed voor de paring. Nu nog maar een kilometer verwijderd zakte de mannelijke pest-Libelle langzaam naar beneden. Één van de kinderen werd wakker. Zijn we er al? Stil, maak je broertje niet wakker. We zij er bijna. Lager en lager vloog hij, en stak daarbij een weg over. Deze was er vijfhonderd jaar geleden niet. Op nog geen honderd meter verwijderd van zijn vrouwelijke metgezel zette zijn geslachtsorgaan al op. Het moment was daar. Midden in de lucht ontmoeten zij elkaar. Daar het al donker werd zetten pa het licht van de auto aan. Volkomen verblind vlogen de pest-Libelle's midden op de voorruit.
'Allemachtig, riep zijn vrouw. Wat is dit?' snel zette hij zij ruitenwissers aan. En veegde met de nog in het ruitenwisser reservoir aanwezige alcohol van de winter spoeling de ruit schoon. Daarmee de virussen dodend die op de ruit terecht waren gekomen. Het jonge gezin was aangekomen. 'Wat een heerlijke dag was dat hè.' 'Ja dat kun je wel zeggen, morgen de ruit maar goed schoonmaken.'
Het gebeurde in Den Helder "Henk"
Hans was twintig jaar, en woonde nog thuis. Een jaar of veertig geleden. Werkte bij een plaatselijke werf als bankwerker. Altijd vrolijk, en gek van voetbal. Zelf speelde hij ook. Niet dat het een topscorer was, maar hij genoot ervan. En was zelfs gevraagd om vast bij een club te komen spelen. Zijn vader zag er echter geen brood in. Wie weet hoe anders het misschien had kunnen gaan. Het leven is vol beslissingen. Hij had ook altijd iets bijzonders, en kwam nog wel eens met één of andere verwonding thuis. Na de voetbal krijg je dorst, en dan smaakt bier toch eigenlijk het best. Maar altijd op de fiets, dat wel. Zo was het ook weer eens laat geworden, en Henk pakte zijn fiets. Het was al koud geworden zo tegen de winter aan. Na eerst een stuk te hebben gelopen met de fiets aan zijn hand was daar de eerste poging. Met een stevige zwaai lukte het om op de fiets te stappen. Dat ging goed. En onderweg naar huis kreeg hij weer meer vertrouwen. Zo veel zelfs dat hij van het dijkje ging zonder te remmen. Om vervolgens rechtdoor de sloot in te duiken. Het was zo'n moddersloot die al tien jaar niet was uitgebaggerd. Pikzwart kwam hij weer boven water. Kroop op de kant, en zat daar even de boel te overdenken. Opeens bedacht hij dat de fiets nog in de sloot lag. Henk stapte direct de sloot weer in. Viste met zijn armen onder water, en wist de fiets aan het stuur uit de sloot te trekken. Thuis gekomen kon hij niet naar binnen. Zijn sleutels was hij kwijt. Het ouderlijke schuurtje was nog open. Er stonden nog wat tuinstoelen opgeslagen, en daar kon hij wel op slapen dacht hij. Een oud dekkleed trok hij over zich heen. En viel zo in slaap. Zijn jongere broer wilde 's morgens zijn fiets pakken om naar school te gaan. En kreeg de schrik van zijn leven. Een zwart gezicht, met die witte ogen. Zwarte piet was vroeg dit jaar. Ach, het was nooit saai. Moeders zorgde altijd weer. Maar was daarna weer streng. Want 's nachts vissen en overdag netten drogen was er niet bij. Het werk wacht. Zij stuurde hem naar boven om te douchen. Ondertussen had zij de fiets afgespoten, en kon er weer mee door. Henk had nog snel een stuk brood genomen. Nog half verdwaasd zat hij op zijn stoel. Moeders trok ondertussen zijn sokken aan. En knoopte zijn overhemd dicht. Ze begeleide hem naar de nog natte fiets. En zette hem erop. Het tuinhek stond nog open. Een flinke zet van moeders, en Henk vloog de tuin uit. Nog verdooft van de vorige avond zwaaide hij van links naar rechts over de weg. Tot de hond van de buren de weg overstak. Henk remde uit volle kracht. Maar de remmen waren nog nat van de wasbeurt. Er was geen spoor van remmen te bekennen. En Henk reed door de heg deze keer links de sloot in. Deels nuchter voelt dat toch anders aan. Voor de tweede keer trok hij zijn fiets uit de sloot. Eenmaal thuis gekomen kreeg hij de volle laag van zijn moeder. Maar wat was dit nu? 'Waar is je fiets?' 'Waar sta ik mee in mijn handen dan', zei Henk. 'Verrek, dit is mijn fiets niet.' even later stond Henk opnieuw tot zijn middel in de sloot. Vissend naar zijn eigen fiets. Het verhaal is nog vaak verteld in de familie. Onder veel gelach, met uiteraard een drankje. Wat er ook gebeurd, de fiets moet mee. Die laat je niet staan.
Ode aan de nachtdienst
Als de anderen naar huis gaan, ga jij aan de gang. Iemand moet het doen, nietwaar? Er zijn nu eenmaal bepaalde zaken die altijd doorgaan. Vanwege het proces, of om de andere mensen te voorzien van licht, water, en vele andere zaken die niet ‘s nachts moeten of kunnen stoppen. Als anderen heerlijk liggen te knorren laat jij van je horen. Van station naar station vloeit de stroom voort door kabels en schakelaars. Het is donker, maar toch is er licht. Water klettert de pompen door, en als een lange waterslang vloeit het door de buizen. Schoon helder en best wel koud. Vele wachtende kubieke meters verdringen zich voor elke kraan, en wachten op die ene handbeweging linksom. Een bad, wasmachine of douche. Een pot koffie of thee, of drink gewoon uit de kraan. De bakker laat het bij zijn beslag. Broodjes moeten klaar. Klaar voor de volgende morgen, een nieuwe dag. Productie lijnen razen voort, plastics kunnen niet stoppen. Ze moeten door. Als een dikke brij baant het zich een weg door vele vormen en modellen. Elke seconde een beker, kopje of vaas. Tijd om te stoppen is er niet. Het is als een waas. Bewakers en agenten drinken hun koffie. De broodnodige bonen moeten het doen. Vers gemalen met heet water geven ze het gitzwarte sap af. Met of zonder drinken we het tot de nacht voorbij is. Maar vlak voor de zon opkomt krijgen we het moeilijk. De natuur diep in ons stelt ons op de proef. Het verteld, slaap nog even voor de dag daar weer is. Maar we mogen niet verslappen. Het kan nog niet. Dan is daar de nieuwe dag, en miljoenen rekenen weer op water en warmte. Gelukkig heeft de nachtbrakerij het gered. Wachtend op de dagdienst weer fris en fit. Meer pompen worden gestart, centrales draaien weer op volle toeren. De stad komt tot leven. Tram, auto, taxi, trein, vliegtuig. Net als alles op volle toeren draait gaan wij naar bed. Met of zonder doppen, proberen we in te slapen. Hopelijk geen klussende buurman of huilend kind. Want ook wij moeten slapen, voordat de nacht begint.
Ik moest terug denken
Aan die dag dat ik voor het eerst euro biljetten in mijn handen hield. Ik bekeek de voorkant, ik bekeek de achterkant. Ik voelde er aan... En dacht toen, het lijkt wel monopoly geld. Deze week na tien jaar blijkt het nog waar te zijn ook. Soms is het niet moeilijk om vooruit te kijken. Soms is het heel vervelend dat dit uitkomt. Waar ging het mis denk je dan. Hoe heeft het zo compleet mis kunnen gaan. Machtige landen in een warm klimaat. Prachtige paleizen, met goud behangen. Voor eeuwig dachten ze aan de macht te zijn. Het volk te onderdrukken. Het leger en soldaten houden ze er wel onder, dachten ze. Maar hoeveel soldaten zijn nodig om een heel volk te onderdrukken. Zal je ooit genoeg hebben? Wie gaat dat prachtige paleis onderhouden als je leger heel het volk uitmoord. Van welk voedsel zal het leger eten als al de boeren zijn vermoord? 2000, vuurwerk. Ik was niet thuis. Een installatie bewaken tegen de millennium bug. Hel en verdoemenis zou over ons worden uitgestrooid. Raketten konden spontaan afgaan, staafmixers werden moordmachines. En vliegtuigen zouden zomaar voor eeuwig de ruimte in vliegen. Voorspellingen waarop gebaseerd? En dan krijgen de weer mannen en vrouwen direct de schuld als er ergens eens geen regen valt. Maar weet je wat het is. Er gebeurde niets vijf over twaalf tweeduizend. Kwart over ook niet. Ja, de volgende dag. Toen gebeurde er wat. Een transistor radio in Taiwan gaf de geest. Verder ook helemaal niets. Er is niemand voor verantwoordelijk gesteld. Weet u waarom niet? Er gebeurde niets! Eind goed al goed. En de olie bollen smaakten nog beter. Zo gaat het heel vaak in de wereld. Het doel heiligt de middelen. Vraag niet tegen welke prijs. Limburg overstroomde, weet u nog. Ja, we vergeten snel. Puur toeval. Dit komt echt maar eens in de honderd jaar voor. Had dit direct gezegd. Waar maak ik mij zorgen om? Ondertussen is het al vijf maal gebeurd. Uiterwaarden moeten worden vergroot, dijken hoger. Wanneer is de volgende overstroming? Als alles is aangepast over drie jaar of zo wachten we op de test. Wedden tien tegen duizend dat het dan weer tweehonderd jaar duurt. Fluor in ons drinkwater zou ons allemaal helpen. Onze kindertjes geen rotte tanden meer. We zijn gered! Maar waar is de fluor gebleven? Moet het er niet meer in? Krijgen we toch wel rotte tanden? Wijze mannen uit Rome voorspelden dat de olie en gas lang voor het eind van de eeuw op zou zijn. Nou ze krijgen misschien wel gelijk. Maar het is dan wel het eind van de volgende eeuw. Sorry, foutje, bedankt. Ik hoorde deze week dat we te veel olie produceren in de wereld. Jeetje, waarom betaal ik dan nog steeds de hoofdprijs aan de pomp? Het klimaat gaat veranderen. We kunnen straks druiven kweken in Nederland. De Veluwe zal veranderen in een woestijn. Het IJsselmeer zal een kikker poeltje worden. Zandstormen zullen onze steden teisteren. Ze zaten er niet een klein beetje naast. Ze zaten er heeeel ver naast. Ze zaten er zoveel naast, laat ik zeggen. Als het vliegtuig bouwers waren geweest. Dan had er een vliegtuig op Schiphol gestaan zonder vleugels. Dan had je naar Griekenland kunnen rijden inplaats van vliegen. Wel apart zo hoog boven de grond. Dat gedoe met die zwemvesten kun je dan ook wel vergeten. Goed, je kunt dan wel langer genieten van de reis. Elke twee uur een andere film op je schermpje. Wat ik eigenlijk wil zeggen. Moeten we niet eens ophouden zo lang vooruit iets durven te voorspellen. Het kost kl.. Handen vol geld. En er is geen mens mee geholpen. Als we nu eens beginnen om samen te werken. Één Europa of zo. Hè getverderrie, wat zeg ik nu weer. Nee, ik had het zo gehoopt. Echt, in mijn prille jeugd. Het zijn de zakkenvullers die weer toegeslagen zijn. Je ziet het door de eeuwen heen. De varkens wentelen zich
in de modder. Vol en voldaan. "Animal farm" van George Orwell. Lees het boek, zie de film en je begrijpt direct de helft van de wereld. Wat zeg ik, driekwart van de wereld. Hebben we zo een toekomst als mens? Ik weet het niet. We zijn allemaal gelijk. Alleen is de ene mens iets meer gelijk dan de andere, had hij zichzelf toe bedeeld. En dat is nou jammer. En dat terwijl we toch allemaal geboren worden zonder kleren aan je lijf. Mijn opa zei het al. ( ik had een vrolijke opa ) "Toen ik geboren werd dacht ik eerst in een bont winkel terecht te komen. Dat zit wel goed, maar even later zag ik een overall hangen. Dit is foute boel!"
Ik heb hem drie weken
Mijn bril.... Eerst even wennen zeggen ze. Kan een week zijn, kan ook meer zijn. Ja, ik zal er dus nooit aan wennen. Een stukje vrijheid is weg. Ik weet het, er zijn mensen die hun leven lang al een bril dragen. Maar bij mij heeft het nog lang geduurd. Vierenvijftig, valt dus mee. Een doosje, een doekje met spray. Psst psst, poetsen poetsen. Krijg het toch niet echt schoon lijkt het. Pootje achter één oor zit toch echt niet lekker. Het klemt ook tegen mijn hoofd aan. Nog maar even terug naar de opticien. Is mijn hoofd te groot, of de bril te klein? Het zal mijn hoofd wel zijn. Beetje buigen, een beetje draaien. Ja, stukken beter. Maar het blijft iets vreemds op mijn hoofd. Ik loop ook een stuk hoger. Het lijkt wel of ik drie meter ben, en nou... Dat ben ik echt niet. Maar wat een zicht! Ik miste echt wat! Alles is kraak helder. HD is nu echt HD. Multi focus, ook de IPad is perfect te lezen. Ook de klok is weer rond geworden, en de IPad weer rechthoekig inplaats van trapezium vorm. Ik heb blijkbaar ook nog een cilinder, maar dat is mooi. Die was ik al jaren kwijt. Zo zie je maar, geluk bij een ongeluk. Een beetje regen, dat is lekker. Ruitenwissers zitten er dus niet op. Waar haal je nu weer iets vandaan om alles te drogen. Er moet dus voortaan altijd iets in mijn zak zitten. Gelukkig zie ik alles nog aardig zonder bril, maar toch. Je raakt er aan gewend. Even je neus snuiten, dan moet toch alles weer af. Waar laat je dat ding nou weer. Nu heb ik nog vrij lange wimpers ook. Die vegen heel de tijd het stof van de binnenkant zou je zeggen. Niets is minder waar. Langzaam ontstaat er een waas voor je ogen. En dat nog zonder alcohol. Aan de kapper gevraagd om er een stukje af te halen. Ik had eerst een weigering. Zonde van die lange wimpers, zei ze. Maar ik kon ze overtuigen. Ondertussen zijn ze natuurlijk weer net zo lang. Dan maar weer poetsen. Maar wat dan? Lenzen? Lijkt me helemaal niets. Flesje, bakje, dingetje datje. En hoe krijg je die multi focus in je ogen. Laser dan? Nee, ik heb teveel enge films gezien. Voordat je het weet kun je alleen nog maar auto rijden met je hand uit het raam. Vasthoudend aan de vangrail je weg vinden. Af en toe een bordje honderd er af rossen. Hebben we dat ook weer gehad. Maar ik heb nog twee ogen. Ik kan alles zien. Ik moet niet zeuren, het gaat nergens over. Ik ben er blij mee, foto's film. Maar hoe gaat het nu 3 D? Oh, daar had ik nog niet aan gedacht. Moet dat er overheen dan? Ik wacht wel op de TV 3 D zonder bril. Dank je opticien. Dank je uitvinders van het glas en plastic. Dank je makers van het brillen doekje. Dank je allemaal! Ik zie het weer helder allemaal.
Kieswijzer
Het is opgelost, geweldig. Vul de vakjes in, en kleur de plaatjes. Binnen een paar minuten weet u uw keuze. Zelfs de politieke kopstukken hebben ze deze week ingevuld. Maar rolt er dan ook de juiste keuze uit? Hallo, deze programma's worden door mensen gemaakt. Mensen met hun eigen politieke voorkeur. Zou het dan makkelijk zijn dat de keuze soms een klein beetje wordt "geholpen" in de goede richting? De richting van de maker van het programma. Ghhh, ja wat dacht u dan? En als je dan de keuze gemaakt hebt, en deze partij gaat niet regeren? Ja, dat is dan jammer, volgende keer beter. Maar stel dat ze wel gaan regeren, beloven is één, maar uitvoeren twee. Deze mensen zijn niet gevallen over één leugentje. Ook niet over twee. En als er dan een referendum wordt gehouden, en de meerderheid is tegen. ( zoals laatst over de Europese wetgeving ) dan heeft het volk er geen verstand van, en de wet is toch aangenomen. Protesten? Welnee, we zijn al zo murw gemaakt dat dit zelfs niet gebeurd is. Het is droevig te moeten aanhoren wat alle partijen je voorspiegelen, om vervolgens niets van dit alles waar te maken. Het is net een groot ganzenbord spel. Zodra je van start bent vertrokken worden direct de spelregels aangepast. 'Sorry mevrouw, bij het volgende vakje ontvangt u geen AOW meer.' 'Maar ik heb mijn leven ervoor betaald! 'Ja, volkomen gelijk. maar wij bepalen de spelregels, en u moet ze gewoon volgen.' 'Oh, maar dan ga ik terug naar start, en ontvang opnieuw het begin bedrag. 'Nee, helaas. Eens gegeven blijft door ons gestolen.' 'Ik vind dit helemaal geen leuk spel meer.' 'Dat hoeft ook niet, als wij het maar leuk vinden. U moet gewoon gaan kiezen. Wij maken de regels, of veranderen die tussentijds. Tsja, dat heet politiek. Wij liegen nooit, we vertellen alleen niet altijd de waarheid.' Maar hoe moet het dan? Nou, dat zal ik eens vertellen. We gaan een beetje nationaal song festival spelen. Let op! Alle partijen hebben wel iets leuks voor jou. Maar je bent het niet eens met alle punten van deze partij. De ene is voor betere wegen. Dit is voor mij een goed punt. De andere is voor de natuur. Is voor mij ook een goed punt. Alleen kies ik voor de ene, dan komt mijn andere 'wens' niet uit. Daarom doen we het anders. Iedereen heeft 10 punten weg te geven. Hij/zij mag deze geven aan één partij voor bepaalde punten. Maar mag ook deze punten geven aan verschillende partijen. En dan deze punten ook nog eens op zijn uitgekozen standpunt geven. Op deze manier komt jou stem terecht op hetgeen jij graag wilt. Voor je gevoel beter. En zo is het eerlijk. Maar wacht, we zijn er nog niet. Partijen die het meest overeen komen met de gekozen punten. Moeten als eerst gaan onderhandelen. Dit is de stem van het volk. En niet de stem van gemummel in achterkamertjespolitiek. Maar we zijn er nog niet. We gaan afrekenen. Als na de regeer periode te weinig van de beloonde punten terecht gekomen is krijgen deze partijen punten aftrek bij de volgende verkiezingen. Als dit twee maal achter elkaar gebeurd, slaan ze één verkiezing-jaar over. Zo, ik heb gesproken. Reageer als je het er mee eens bent.
Ode aan de opticien
Geheimzinnige apparatuur waar je doorheen kijkt, met of zonder kleur. Letters zijn zijn wazig en dan weer scherp. Zachtjes klikken de glaasjes voorbij, totdat de juiste is blijven hangen. Ik kijk verlekkerd naar al dat moois voor mij. Ik probeer mijn kin op het steuntje te houden maar glij er steeds af. Ik ruik iets goeds iets lekkers, maar ik kan het nog niet helder zien. Nog even en dan is het zover. 'Hoe zit deze, en deze? En de kleur, wat vindt u van de kleur?'. Volgens mij is diepgroen wel goed voor mij. Maar ik zie nog niets, er zitten geen glazen in. Ik wil er glazen in, ik wil het helder kunnen zien. 'Zal ik er tijdelijk de glazen in zetten. Ze passen niet, maar dan kun je alles helder zien. 'Eindelijk, eindelijk zal ik helder zien. 'Kijk, kijk er nu nog maar eens doorheen. 'Ah, nu zie ik eindelijk alles helder. Twee stappen naar voren, en in één hap heb ik haar te pakken. Ik draai mij twee maal in het rond. En met nog een ferme hap laat ik het mij smaken. Ik hoor nog net, 'wat doet u nu?' Maar wat verwacht je van een bril kaaiman?
Het moest er van komen
Vakantie in Griekenland, Kos. Hoelang rij je naar Schiphol? Normaal een uurtje, maar laten we maar twee uur vroeger vertrekken. Om zes uur afgesproken in de park en fly. Dat leek me wel wat. Auto bewaakt, en ze brengen je zo voor de poort. Dus klokke vier uur uit Hellevoetsluis vertrokken. De N57 af, Europoort in, en direct in de file. Balen, ongeluk gebeurd? Vrachtwagen op zijn kop? Je weet het niet. Dit deel telt voor de rest van Nederland betreft berichtgeving niet mee. De lieftallige dame van mijn cruise Control heeft nog een alternatieve weg gevonden. Eigenlijk weet je al dat het geen bal uitmaakt. En je vervolgens op de parallel weg in de file staat. Er schieten direct al nood scenario's door mij heen. Direct doorrijden naar Schiphol, en dan daar de auto maar stallen. Maar wonder boven wonder gaat het voorbij de twee tunnels weer goed. En komen we uiteindelijk veel te vroeg easyparksfly aan. Alles dicht. Maar een telefoonnummer bied uitkomst. De chauffeur stond op Schiphol. En was in zeven minuten terug. Dus tijd voor een sigaar, en sigaret naast mij. Alles in de bus geladen, en richting Schiphol. Ik probeer altijd wel een praatje te maken met chauffeurs. Maar deze was zelf al honderd uit aan het praten. Vrijgezel, en dat bleef nog wel even zo verzekerde hij ons. Nare ervaringen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst zullen we maar zeggen. We eindigden met het gesprek met een caravan in Frankrijk. Wat anderen te kort komen hebben sommige weer veel meer. Maar beter zo als zo'n zwijgende pilala. Dus ook op de luchthaven veel te vroeg. De incheckbalie moest nog open gaan. Tegenwoordig kun je thuis al inchecken, dat scheelt weer. Scan je document in, bevestig de uitgeprinte label aan je koffer. En het verdwijnt in een zwart gat. Geweldig allemaal. Dan nog maar even naar buiten voor een laatste sigaar en sigaret. Het begrensde rook gedeelte bevatte twee palen met een gebogen stalen dak. Aan alle kanten open, met twee asbakken aan de zijkant. Het was tijdelijk stond er nog op. Maar zo tijdelijk dat het mos al tegen de palen groeit. Rechts komt iets aangelopen met wat flodderige kleding aan, en zo'n gehaakte muts op. In de verte graait hij steeds tussen de planten in de bloembakken. Ik dacht nog, ach een eigentijdse tuinman. Moet kunnen, waarom zou je zo'n speciaal pak aan moeten trekken. Steeds zie ik hem iets in een plastic zak doen. Steeds dichterbij komt hij. Nu zie ik ook dat hij er toch ietwat onverzorgd uitziet. Nu zie ik ook wat hij tussen de planten vandaan haalt. Het zijn sigaretten peuken, en ander bruikbaar materiaal. Nu vlak naast mij krijgt ook de vuilnisbak een stevigen beurt. Er komt nu ook voedsel naar boven. Met smaak wordt er aan geroken. Ook worden er nog zelfs halve sigaretten gevonden. Ja, dat is toch zonde. Ik denk dan bij mijzelf dat rokende mensen wel sterk moeten zijn. In weer en wind, altijd staan, en overgelaten aan alle elementen van de natuur. Zo van, je bent niet ziek, en nog gelukkig ook. Och, maar je rookt! Dan zullen we alle rookgelegenheden zodanig inrichten dat jullie wel ziek moeten worden. Want we kunnen het niet toestaan dat rokende mensen gezond overkomen. Kijk, er bestaan overal kant en klaar te bestellen rook hokjes hoor. Maar helaas voor de ingang van de wereldspeler Schiphol gaat dit over. Wel binnen nog iets aangetroffen. Maar vreemd genoeg is altijd weer dat het rook hok stijf vol van de mensen staat. En ernaast plek genoeg. Sodeju, maak het nou gewoon groter. Altijd maar dat vingertje. Dertig man op vier bij vier meter. Als rokende moet je ook wel sociaal wezen, want je staat zo in het oor van je medemens te blazen. De douane, ja er is het één en ander veranderd sinds negentientachtig. De volgende stap is denk in zijn geheel uitkleden, en bukken. Allemachtig, het is
nodig. Het moet allemaal, alleen maar omdat de ene medemens zo overtuigd is van zijn gelijk dat anderen blind moeten gehoorzamen aan die ene. Ieder geloof pretendeert dat het zo vredelievend is. Zo meegaand, zo zorgzaam. Maar durf er eens tegenin te gaan. Dan komen we naar je toe, we maken je af. Jou en je hele familie. En als we een atoom bom hebben gaan we die gebruiken ook. En heeft er dan gelijk? Niemand denk ik. Het gelijk moeten we nog krijgen. Maar dat kan nog wel even aanlopen. Dus alle tassen en opladers zijn nauwkeurig onderzocht. En dan mag je ook je schoenen weer aan, en riem. Ik liep ondertussen al met de broek op m'n hielen. Marian zag er nog leuker uit. Het was net zo'n god uit India, met acht armen op haar rug. Aan alles hing wat. Was het verbazing, woede, of totale ontkenning in haar ogen. Je moet het ondergaan. Eindelijk verlost uit deze wat stressvolle situatie liepen we verder. Aan het eind van het pad staan twee Nederlandse militairen met heel veel "speelgoed" om hen heen gehangen. Ook niet de kleinste uitgekozen voor deze functie. Je durft er amper naar te kijken. Je bent bang om elk moment te worden aangesproken met 'freeeeees', om vervolgens plat op de grond te worden gewerkt. Het geklik van handboeien op je rug, met een zwarte kap over je hoofd afgevoerd te worden. Maar nee, ze knikte beide vriendelijk. Natuurlijk we gaan naar Kos. Bij de gate was het wederom.... Stil. Weer de eerste. Je kunt er maar staan. Maar zodra de eerste komen moet je snel zijn. Dan zit het ineens vol in no time. We hadden vijf minuten vertraging, maar kwamen twee uur later aan. Iemand moet een rekenfout gemaakt hebben. Zeer hartelijke ontvangst van het Arke personeel. Er gaan veel tamme schapen in een kleine stal moet je bedenken. De diversiteit van mensen is altijd leuk om naar te kijken. Sommige laten alles maar gebeuren. Andere zijn zeer angstig. Ze komen al lezend binnen. Zo van, kijk mij eens heerlijk ontspannen zijn. Maar in werkelijkheid loopt het dun door de broek. Blijven de hele reis apathisch in het boek kijken. Goh wat spannend. En dan heb je ook de gene die een zwakke blaas hebben. Ze blijven naar voren rennen. Sorry, pardon, mag ik er even langs. Weer andere zijn al een paar jaar overleden maar weten het zelf nog niet. En wat mensen niet allemaal meeslepen. Kleine hutkoffers lijken het wel. En dan de versnelling van het vliegtuig. In je stoel gedrukt, heerlijk is dat altijd weer. Zodra het lampje riemen vast is gedoofd moet iedereen ineens wat doen. Het best te vergelijken met mieren die een geur spoor volgen. Na drie en een half uur vliegen wordt de landing ingezet. Lichten uit, dat maakt het altijd extra spannend. Gelukkig geen geklap, alhoewel het een aardige verantwoording is voor de piloten. De koffers waren er echt snel. Na de koffers is het met de stroming meelopen. En je ziet vanzelf bekende tekens van de reisorganisatie. Iedereen lacht, en we proberen mee te lachen. Want om twee uur 's nachts heb ik het wel even gezien. Maar het helpt wel om in de juiste stemming te blijven. Blijkbaar was er wel een kleine staking overdag geweest. En dit is nu precies wat wij de komende week gaan doen. "staken"
De kikker
Lang geleden, toen de kikkers nog kikkers waren. En niet werden wakker gezoend door smachtende maagden. Maar deze ene kikker wilde ook wel eens lekker kwaken. Mensen in hele buurten wakker houden, tot ver in de zomernacht al zwetend met wallen onder de ogen waar menig tienermeisje trots op zou zijn om al zulke borsten te moeten hebben. Dat zou hij ook wel eens willen. Een kikker van formaat, met kikkerpoten als kippenpoten Met ogen zo groot als overrijpe kersen. En kwaken alsof er duizend ossen over een klinker straatje worden gedreven. Maar in de zomer van negentien vijfentachtig liep dit helemaal anders. Hij had het Alpha mannetje moeten zijn. Hij zou overheersen, en recht hebben op de lekkerste kikkers. In een stevige houdgreep uren op de rug van een vrouwtjes kikker duizenden eieren bevruchten. Maar het mocht niet zo zijn, flabber was nu zijn naam. Het begin. Een klein zwart bolletje in transparante gel. De zon al hoger aan de hemel half maart. Het water had de juiste temperatuur, en langzaam was het geen zwart bolletje meer. Wat met andere dieren begint met stuiptrekkingen voor de dood. Is het voor het kleine kikkertje het begin van zijn leven. Zich een weg banend door het dril van zijn eitje werkt hij zich een weg naar buiten. De vrijheid tegemoet. Wat hij toen nog niet kon weten was dat hij geboren was in de pas gegraven vijver van een jochie dat net zes jaar geworden was. Al een jaar lang had hij gezeurd dat hij een eigen vijver wilde hebben met kikkers. Een wat ongewone vraag voor een kind van zes jaar. Maar wat wil je met een moeder als bioloog. Bloed, zweet en tranen had het gekost. Zware klei moest uitgegraven worden. Als je al een schop klei er uit kon lepelen, en deze dan weg wilde gooien. Vloog je er haast vanzelf achteraan. Deze vijver beloofde hem een bruin leven. Hij flapperde met zijn staartje, en vrat de hele vijver door. Groter en groter. Kleine pootjes groeide uit z'n kleine lijfje. En zijn staartje kromp gestaag. Om uit te groeien tot kikker van formaat. Een waterkikker met lichtgevende felgroene strepen. En de zomer brak aan. Hij wist zich al snel baas te zijn over de hele kikker partij. Maar kwaken kon hij nog niet. Eerst zou hij de winter moeten overleven. De vijver was diep genoeg, en lukte prima. Na drie jaar was de koning van alle kikkers. Althans, dat dacht en voelde hij zo. Het was juni, paaitijd voor de waterkikkers. Voor het eerst kreeg hij dat rare gevoel over hem. En zijdelings van zijn imposante kop verschenen blazen gelijk aan kussenslopen. Als deze weer leegliepen ontstond er een waar kikker gekwaak. Man wat was hij trots. Laat de vrouwtjes maar komen. Hij lustte er wel pap van. Zo ook die woensdagnacht. Op een waterlelie gezeten bulderde het over het kleine vijvertje. Maar deze was zodanig dicht bij het huisje gebouwd, dat de ramen stonden te rammelen in hun kozijnen. Dat was wel handig dacht de moeder des huize ooit. Dan kunnen we het goed in de gaten houden. Behalve als je man net terug van offshore is. En eindelijk wel eens rustig wil slapen. Het werd drie uur 's nachts, en de kikker competitie was in volle gang. Hij had het helemaal gehad, en dreigde een eind aan het feestje te maken met een wel gericht schot uit zijn luchtbuks. Zijn vrouw smeekte het niet te doen. Maar de man in huis had het helemaal gehad. Op zijn buik sloop hij naderbij. En richtte op iets groens. Maar diep in de nacht valt dat niet mee. Pats, plons. Er viel wat. Doodse stilte. De kogel was precies door de kwaak blazen gegaan. Het Alfamannetje hield zich even schuil. Met de gedachte straks weer mee te spelen in de competitie. Zodra alles weer rustig was klom hij op zijn befaamde steen langs de vijver rand. Haalde diep adem en..... Flabber, flabber deed het. Waar was die bulder nu? Weer een teug adem, en
opnieuw flabber, flabber. De andere kikkers lagen achterover van het lachen. Zodanig dat deze de rest van de nacht geen puf meer hadden om nog één kwaak te doen. Maar flabber had hiermee wel de levens gered van alle andere kikkers. Maar kwaken was er voor hem niet meer bij. Flabber, flabber. Dit was voortaan zijn naam. Hij werd nog jaren nagewezen. En andere generaties konden niet vermoeden dat hij de redder was geweest van hun pa en ma.
Aangepraat schuldgevoel door onze regering
Hoe heeft het zo mis kunnen gaan? Een aaneensluiting van opdringen van schuldgevoel door de jaren heen. Uh, wat zeg je nu? Waar gaat dit over? Ja, het sluipt er langzaam in. Het begon ergens met het schuldgevoel iedereen moet werken. Want als je afhankelijk bent van je partner, dan ben je een "nul". Iemand die niet in de maatschappij staat, en telt dan niet mee. Je zou je schuldig gaan voelen om te gaan stemmen. Nee, volgens ons algemeen denkbeeld 'dat ons is ingebeeld' moet iedereen werken. Kinderen tussendoor ter aarde brengen. En dan weer snel aan het werk. We brengen ze naar de kinderopvang, en geven deze alle gelegenheid onze kinderen te vormen naar hun zin in de eerste levensjaren. Wel eens over nagedacht? Want ja, een moeder of vader die thuis zorgt dat alles voor elkaar is. Dat de kinderen thuiskomen, en hun verhaal kwijt kunnen. Een kopje thee met een koekje. Een huiselijk gevoel te geven, saamhorigheid. Met een beetje mazzel was oma nog even langs gekomen. Nee, getverderrie. Wat een raar idee! Nee veel beter werk je de hele dag. Worstel je om vijf uur door het vastgelopen verkeer heen. En haal je kinderen uit de opvang. Snel nog even een boodschap scoren, en dan snel naar huis. Of nee, dan moet ik ook nog koken. Zal ik hier direct maar de kant en klaar maaltijd meenemen. Of bestel ik het thuis op één van de "vet eten .nl" eten bezorg sites. Of gooi er nog een smakelozer pizza in de oven. De partner is ook al thuis, of staat nog even vast in het verkeer. Beide natuurlijk een auto, want je moet onafhankelijk zijn. Nee, lees je zult onafhankelijk zijn. Want het hoort zo. Toch? Niet dan? Geen tijd voor de kinderen, amper tijd voor elkaar. En al helemaal geen tijd voor jezelf. We moeten alles, we mogen niets meer. De kinderen bij de opa en oma. Welnee, die werken ook beide! En gelukkig steeds langer. Hebben die tenminste geen "last" van de kleinkinderen. Als één van hen ziek wordt krijgen we de mantelzorg. Oh zo fijn. Dat scheelt in de kosten van de zorg. Langzaam deze kraan dichtdraaien, want het kan wel een beetje minder allemaal. Ook dit schuldgevoel is ons aangepraat. Want je bent toch een volledige mislukkeling als je je partner keurig laat verzorgen in een verzorging tehuis. Waar ze alle middelen hebben. Nee beter is aan te tobben, te vervuilen. En je zeer eenzaam te gaan voelen met z'n tweeën. Maar het is een zegen allemaal. En je bent een aso als je dit niet als vanzelfsprekend vindt. Schuldgevoel, schuldgevoel. Dat je op deze aardkloot ook nog eens aan jezelf toekomt wordt niet gevraagd. Weet je wanneer je weer aan jezelf toekomt? Als je door dit gekke, niet nodig gehaaste leven door lichamelijk onbalans een één of andere ziekte aan je kont krijgt. En een paar weken in bed beland. Nee, dan heb je het voor elkaar! Wel even tijd voor jezelf dan. Maar of dit wenselijk is? Ik heb eens vier maanden de tijd gehad. En ik kan u verzekeren dat je ineens heel anders tegen de wereld aankijkt. Wanneer gooien we de heilige huisjes om. Wanneer gaan we weer genieten van het leven? Wachten tot zevenenzestig, achtenzestig ... Zeventig? Ja, dan gaan we genieten! Met een beetje geluk voor onze regering zijn we dan binnen vijf jaar dood. En is het weer kassa voor alle fondsen. En pensioen bedrijven. Het was zo'n aardig stel. Maar na veertien dagen is alles vergeten. Want we moeten door. Werk, haast, voort voort.. Van wie eigenlijk?
Communicatie
'Haal jij de kinderen op? ''Dat is goed. ''Ze moeten naar een feestje.' 'Dat kan. ''Wanneer?'' Ergens volgende week.''Ik heb het druk op mijn werk, veel zieken. Moet ook nog een eindrapport schrijven. Mijn baas komt volgende week eten. De auto moet maandag naar de garage. Had je de BTW al berekend? Moet ik nog boodschappen halen? Doe jij die oké.' Morgen haal ik de kinderen op. Moet 's avonds naar de vereniging, kook jij dan? Oh, je kan het ook bestellen. Laatst was het best lekker. Wel een beetje koud. Had je dat pakje al terug gebracht? Wanneer moeten we nu op vakantie? Volgens mij heeft ze een beetje koorts. Naar de dokter, ik weet het niet. Zal zo nog eens meten.' Ja dit lukt allemaal wel. Maar praten wel eens met elkaar? Wanneer heeft u voor het laatst gevraagd hoe het met uw echtgenote of vriend ging. Nee, niet dat hij of zij ziek is, of pijn heeft. Maar hoe voel jij je in dit leven. Is het wat je ervan gedacht had? We worden continu bestookt met beelden via internet, TV, reclame, en op vele andere manieren dat het allemaal zo perfect moet gaan/zijn. Maar wat voelen we diep in ons. Durf je in jezelf te kijken. Wat voelt dit lichaam, en is het nog tevreden met mijn hoofd. Is mijn hoofd nog tevreden met de gedachten spinsels. En wat moet ik daarmee? Durft u het te vragen aan uw partner? We praten veel, we praten overal over. We praten veel na. Maar praat eens met elkaar. Of zeg eens even niets. Kijk elkaar recht in de ogen, niet even maar vijf minuten. Ja, vijf minuten. Probeer te ontdekken wat u de eerste keer beleefde toen je elkaar ontmoette. Hervindt die chemie weer eens. Raak elkaar eens aan. Het behoeft niet alleen tijdens de daad te gebeuren. Ooit heb je haar/hem heel leuk gevonden. Hoe kwam dat ook alweer? Ga samen nog eens terug naar dat moment. Onze hersentjes zijn perfecte machines die alles zo weer boven tafel weten te krijgen in prachtige kleuren. Gooi er nog een achtergrond muziekje bij. Probeer de rust te vinden die je vond in de eerste ogenblikken. Wollig gelul? Probeer het maar eens. Maak tijd voor jezelf, en dan voor elkaar. Vraag jezelf af; "is het allemaal zo leuk wat ik de laatste jaren beleef." En bedenk dan hoe het weer leuk kan worden. Er komen geen mensen naar je toe om je te vermaken. Je zult het zelf moeten doen. Luister ook echt wat de ander te vertellen heeft. En reageer! Tegenwoordig is het ook steeds meer mode geworden om op verschillende tijden van elkaar te gaan slapen. Schept dit een goede verbinding? Nee, het schept afstand. In onze slaap gebeuren bijzondere processen. Ja, ook onderling met uw partner. We weten nog lang niet alles. Maar vast staat dat we elkaar meer aan kunnen voelen als dat we tot nu toe aannamen. De mens is heel bijzonder, en besef wat je samen kunt bereiken. Zodat je kunt terug kijken op een mooi leven. Natuurlijk kan dit allemaal niet zonder slag of stoot. Als je een partner hebt die daar niets van wil weten. En categorisch daar nooit aan wil toegeven. Bent uzelf ook zo bot? Ja, dat kan ook perfect samen gaan. Maar wil je jezelf toch liever zien in het vorige? Stop voordat het te laat is. Er zijn meerdere mensen op deze aard kloot die dit wel met je willen delen. Denk aan de jaren voor je, en niet achter je. Die zijn voorbij, en komen niet meer terug. We zijn tijdreizigers!
Zorgverzekering, ongezond leven bestraffen?
Met ons, laat ik zeggen hun regeer akkoord. Want ik heb hier niet om gevraagd. Mijn regeer akkoord zag er heel anders uit. We gaan mensen bestraffen die ongezond leven. En hoe gaan we dit constateren? Krijg ik iemand in huis die alles controleert? Wat ik koop, opeet, sport, en drink. En mij op de vingers tikt als ik dit niet doe? Nu heb ik wel een eventueel ideaal beeld hiervan. Jaar of achtentwintig, lang blond haar. Eventuele ander kleur ook geen bezwaar. Lange benen, kort rokje met bijpassend mutsje met bloedrood kruisje er op. Ik zal dan wel weer geen geluk hebben. Krijg ik een Russin zo uit de aardappel velden getrokken is. Één tand, en nog klei tussen de tenen en bijbehorend pakje shag onder de armen. Nee hoor, ken mensen die heel hun leven super gezond leefde en toch ineens dood neervielen zonder reden. Mijn collega maakte zich daar zeer kwaad om. En suggereerde om ook maar eens stevig te gaan roken en drinken. Maar ik snap het wel. Kijk als er dan al een god zou zijn, en kijk dan zo naar beneden vanaf je witte wolkje. En zie dan zo'n supersaai persoon lopen. Die geen gebruik maakt van alle ruim voorhanden zijnde genotmiddelen die je speciaal had gemaakt voor dat mensen volkje. Daar misschien wel eens zeer de pest over zou kunnen krijgen. Niet drinken, niet roken, niet vet eten, geen drugs, altijd maar hardlopen. En het geslachtsdeel alleen maar gebruiken om door te plassen. Ja dan zou ik ook terstond een lokaal onweerswolkje creëren. Om vervolgens eerst wat plaag bliksem vlak achter zijn reet te plaatsen. Als hij dan omhoog zou kijken om te vragen of dit nodig was. Direct een massieve bliksem in zijn hersenpan te plaatsen zodat er alleen nog maar een paar rokende schoenen zouden staan. Vervolgens staat hij natuurlijk voor de poorten te wachten in het andere vertrek. Normaal heb ik daar mijn mensen voor. Maar in dit bijzondere geval kom ik zelf even langs. Het gesprek zou zo kunnen gaan: 'Goedemorgen, ik ben net getroffen door de bliksem. En nu sta ik hier. Altijd gezond geleefd, en nooit geen seks gehad. Ik heb hem alleen gebruikt om te plassen. Mag ik nu in de hemel?' 'Bent u wel helemaal goed bij uw denktank? Dacht u dat het paradijs hier was met zesentachtig maagden. Nee, daar kom je net vandaan. Een wereld vol, drank seks en "rock and roll". Drugs in overvloed. Mijn papavers groeien zelfs nog op zand midden in de woestijn. En jij dacht hier even de boel te komen onder pissen? 'Ja maar ik dacht.' 'Kijk daar ga je de fout al in. Denken, inplaats van lekker uit je bol gaan, wat rond hoppen op talloze maagden. Mensen die hier binnen vallen uitgeput, alles uit het leven gehaald hebben. Drie vrouwen, handenvol kinderen en kleinkinderen. Ja die verdienen een gouden stoel. Ik zal eens wat vertellen. Voor jou rechtstreeks naar de hel voor honderd jaar en in dit bijzondere geval een zwarte stem voor je volgende zogenaamde hemelvaart. 'Mag ik nog wat zeggen.' 'Natuurlijk mag jij dat, rechtvaardig ben ik wel op mijn manier. Ghhh' 'Ik vind u niet aardig.' 'Had ik dit dan gezegd? Nee, mijn zoon aan het kruis spijkeren, dat was aardig. Flikker toch op, zoek het even uit. Ik verheug me nu al op je volgende dood.' Nee, dan is mijn grote voorbeeld Herman Brood. Godallemachtig die kon wat drugs aan. Toen hij er op een zeker moment achter kwam dat hij gewoon niet dood kon is hij maar van een flat gesprongen. Ik had echt een kop in de krant verwacht van: Herman is vanmorgen van een flat gesprongen van veertig verdiepingen hoog. De straat is wat beschadigd, maar Herman maakt het goed. Met wat kneuzingen ligt hij bij te komen in het ziekenhuis. Het infuus wat aangelegd is alleen voor het toevoegen van whisky om het genezing proces te bevorderen. Maar ook god vond het wel genoeg blijkbaar. Er zijn grenzen. En wat
markeert er aan als iemand dood gaat? Liefst op vijfenzestig jarige leeftijd. Lekker alle premies betaald, nog gerookt ook? Bonuspunten. Elk jaar veertigduizend kilometer gereden? Nog meer punten aan accijnzen. U bent een goede burger, u kunt gaan.
De TV, een mooi medium
Ooit begonnen voor het overbrengen van beelden. En toen werden het een heleboel beelden achter elkaar. Via de lucht, naar alle mensen thuis. In het het begin zwartwit, een raar houten kastje met een glazen ding erin. aan de zijkant twee knoppen, en nog eentje aan de voorkant voor het geluid. Één kanaal, en dat was toch wel genoeg. En om eerlijk te zijn denk ik af en toe wel eens was het nog maar zo. Want zodra er twee kanalen beschikbaar kwamen was het hek van de dam. Zus lief wilde toppop zien, en broer wilde graag het nieuws zien. Kleine familie drama's speelde zich af rondom de buis. Later werd het nog gekker. En stel vrije jongens vonden het nodig om er nog een zender bij te bedenken midden op zee. Het oude REM eiland. En zo kwamen er ineens allerlei Amerikaanse en Engelse serie's op TV. Rin tin tin, mister Ed het sprekende paard. Flipper, Lassie. Ja, tik het maar eens in op YouTube. Ze staan er allemaal weer. Allemaal te ontvangen op een stukje draad, gordijn rail, of zelf gemaakte vernuftige antennes van uiteen lopende materialen. Wat was vader handig, en met oneindige kennis... Vond je toen. Maar al snel was de keuze eigenlijk toen al teveel. Niet zelden ontaarde het in ruzie onder de kinderen. En met bloed zweet en tranen vervaardigde antennetje werd nu in nog kortere tijd in pasklare stukken de vuilnisbak in gesmeten. Zo, dat was dat. En ga nu maar lekker buiten spelen. Maar het hield geen stand. Ook een derde zender van Nederlandse bodem kwam erbij. Ze kregen hem in eerste instantie bijna niet vol. Sport, politiek, en klassieke muziek. En de zuilen begonnen al langzaam te wankelen. Vele reclames later strandde het kijk en luister geld met opnieuw een bedreiging. Ditmaal uit de ruimte vandaan. Via Luxemburg verzonden. Want anders zouden de rechters dit wel eens gaan verbieden. Het waren ordinaire piraten, die onze ether vervuilde. Meer was het niet. Véronique, RTL, met Nederlands nieuws, en weerbericht. Hoe verzin je het! En ook nog eens om half acht. NOS kwam pas om acht uur. Schande was het ketterij, zelfmoord, vervuiling, niet echt. Maar RTL bleef, en de NOS ook. Nog steeds het nieuws op acht uur. En inmiddels zijn we overspoeld met vele zenders van over heel de wereld. Leuke is wel dat de allereerste radio uitzendingen via een kabeltje in huis kwamen. En nu dus weer alles via dat ene kabeltje. Het eerste stukje nog steeds van koper. Maar dan gaat het al snel over in glas. Maar hoe blijf je dat volk vermaken. En waarom. Waarom is simpel. "reclame" Grote bedrijven, miljarden gaan er over de balk. En allemaal om de gunst van de kijker. Hoe krijg je die gebonden aan het toestel dat inmiddels als een schilderij aan de wand hangt. En vierentwintig uur beelden uit kan spuwen. Door honderden zenders, en net zoveel talen. Net als je denkt kan het nog gekker, dan is je wens snel vervuld. Trouwen op TV, ach wat onschuldig en leuk. Verbouwen, en eigen tuin. Zaterdagmiddag vermaak voor de ouderen van boven de vijfendertig jaar. Maar hier stopt het niet. Het volk moet vermaakt worden, kan het nog gekker? Ja het kan. Burenruzie, het spijt me, en love is all. Tranen moeten er komen. Is het niet van geluk, dan maar uit pure razernij. Of pure schaamte. Vreselijke ziekten verscheuren onze platte beeldschermen. Dood gaan van de meeste vreselijke ziekten worden smakelijk in beeld gebracht. 'Duurt het nog lang dat u dood gaat?' ' Officieel heb ik nog drie maanden.' 'Goh, wat erg erg. En hoe voelt u zich nu, zeker klote?' 'Ach nee hoor, ik blijf nog zoveel mogelijk alles doen.' Bent u wel helemaal goed bij uw denktank? Ik zou toch zeker nog ettelijke malen héél erg dronken worden. Nog een paar keer Japanse kogelvis gaan eten in een restaurant waarvan de kok niet zo nauwkeurig is met het snijwerk. S'avonds standaard bungee
jumpen boven een betonplateau, en zeker geen water. Hallucinerende paddenstoelen gebakken over mijn biefstuk, en een plakje spacecake bij de koffie. Eindelijk eens op mijn fiets over het randje van een ravijn rijden dat maar dertig centimeter breed is, en een kilometer diep zonder vangrail. Wel alles filmen natuurlijk. Het kan mooi op YouTube, en zo hebben de achterblijvers ook nog wat extra inkomsten. 'Ja echt? Doet u dit echt? Mogen wij dan alles filmen?' 'Nee, natuurlijk niet. Maar je mag er toch over fantaseren?' Maar helaas zijn de programma's geen fantasie. Echte gebeurtenissen in je huiskamer. Echte ellende..... Heeft u hier om gevraagd? Ik in ieder geval niet. Ik verlang weer terug naar Skippy, en Flipper. Om weg te dromen in een wereld die niet bestaat. Met altijd een happy end. Niet de echte wereld? Nee dat klopt, die maken we in het dagelijks leven genoeg mee.
Emmanuelle
Alweer een tijdperk voorbij. Ja ik heb ze allemaal gezien in mijn prille jeugd. Dit was ineens een heel andere film als vier vuisten van de duivel. Er waren gedeelten van de film waar het ineens heel stil werd. Met rode oortjes verder kijken. Dat was wat. We gingen vaak met hetzelfde groepje naar de bioscoop in Brielle. Allemaal op de brommers. Ik hoor nog de commentaren op de achtergrond. Maar bij Emmanuelle was het toch anders. En dan blijf je het toch volgen tot de volgende film die uitkomt. Niet dat er zoveel in gebeurde. Want je had ook nog de Oostenrijks vertaalde tekst: kom met je Alpenhoorn tussen mijn Alpen. Zag je ook niets, maar meer banaal. Slechte grappen, en achterhaalde humor. Maar iedereen lachte. En dan lachte je mee. En ach, je had lol. En zo groei je ouder, en als je dan haar naam hoorde keek je toch even scheef naar de TV. Of naar dat roddelblad dat bij je kapper lag. En dan jaren niet veel nieuws. En als er dan nieuws was dan was het niet positief. Dat gaat zo in de media. Eerst ben je gewoon leuk, en later alleen nog maar als het slecht met je gaat. Drugs, scheiding, ziekenhuis opname? En je denkt, ja zij is ook maar een mens. Een mens die vooruit wilde, vlammen, leven. Er zijn op deze wereld. Op zich niet verkeerd toch? Maar niet iedereen vindt het leuk voor je. En het zijn nu juist het handje vol azijn zeikers die het nodig vinden om over jou te schrijven als het even minder gaat. Die vijfennegentig procent dat het goed ging hoor je niet. Maar het schrijven bij leven over jou is vandaag gestopt. Stop niet met acteren Sylvia Kristel, maar ga door in je volgende leven.
ergens of nergens over
Nu dat weer. Eerst geven we te weinig uit, dan sparen we te weinig. Mag ik u er op wijzen dat het één aan het ander vastzit! Moet ik het nog verder uitleggen, ik hoop van niet. Natuurlijk is het prettig om wat geld achter de hand te hebben voor onvoorziene uitgaven. Maar hoe zit het dan met onze regering. Die hebben blijkbaar nog nooit van sparen gehoord. Want steeds als er een nieuwe ramp voordoet op het Europese vlak, bijvoorbeeld Griekenland. Dan moeten we weer meer belasting gaan betalen. BTW omhoog, hoppa. Sigaretten, drank, ziektekosten, eigen risico, langer werken. Waar houdt het op? Gas, elektra, water kleding, benzine. Alles gaat omhoog. En dan moeten wij meer sparen? Jullie sparen achteraf. Kom je wat te kort, gooi je gewoon de belasting omhoog. Zal Jan met de pet het ook eens gaan doen. Sorry meneer de president, mijn wasmachine is stuk. Dus ga ik voor de komende maanden wat minder belasting betalen. Volgend jaar, als het beter gaat. Dan betaal ik weer het normale tarief, echt waar, beloofd, erewoord. Net als het kwartje van Kok op de benzine. Ha ha ha, ik ga het dus echt niet meer teruggeven. Ik laat het lekker zo. Ik blijf gewoon minder betalen. Net zo als het kwartje van Kok. Vervolgens komen de verkiezingen, en is er een partij die beloofd duizend euro voor elke werkende mens. En ik moet zeggen, dat ik het bijna nog had geloofd ook. Maar nee, in plaats daarvan mogen we zo'n vijfduizend inleveren. Ha, dat was een goeie grap. Dus min zesduizend. Want die duizend hebben we nooit gekregen. En dan komt die olijke vraag om meer te sparen. Zijn jullie met heel de regering op je achterhoofd gevallen of zo? Door de wilde ratten besnuffeld? We hebben niet allemaal het lange termijn geheugen van een goudvis. Zou jullie natuurlijk wel goed uitkomen. Wel eens van het woord efficiëntie gehoord? Wel eens gehoord van de juiste man/vrouw op de juiste plaats? Want als ik zo naar onze ministers kijk, dan maakt het ook helemaal niets uit wat je had geleerd ooit in een ver verleden. Ze hoppen net zo makkelijk van onderwijs naar defensie. Om vervolgens zich met wegenbouw te gaan bemoeien, om vervolgens met het grootste gemak burgemeester te worden van een lekker rustig dorpje in het verre noorden. Ik heb heel wat jaren moeten leren voor het vak wat ik nu uitvoer. En ik moet nog steeds leren met herhaling cursussen. Het enige wat onze ministers dan nog wel doen is op bezoek bij onze voormalige koloniën. Jaa, dan gaan ze bijleren, en ervaringen delen. Nou doe dit alstublieft niet. Want die mensen daar worden er ook doodziek van. Gewoon geld storten voor onze zonden in het verleden. Het is niet anders. Maar ga er niet naar toe om het nog eens in te wrijven. Ze weten het nu wel. En wil je een keer naar de zon, ga dan naar Griekenland, daar zit nu ons nieuwe geld. Ben er net zelf geweest. Hele aardige mensen, lekker eten, en veel zon. Ach, het kost wat. Maar dan heb je ook wat. PS, misschien denken jullie hoe zit het dan met die dertig miljard uit het pensioenfonds? Lees hier het relaas... Het verdwenen pensioengeld
De dag erna
Na twee weken rampspoed zijn de heren er uit. Geen Nivellering via de zorgverzekering. We gaan ouderwets nivelleren via de belasting. Maar wat hebben de twee nu bereikt? Ja, ik praat over het paar apart. "The good, the bad, and the ugly" Haal "The good" er af en je vindt Mark en Samsom. Kijk, nu was het vertrouwen al niet erg groot meer in Nederland. Maar het weinige wat er was heeft ook de doodsteek gekregen. Hand op de knip, dat is er mee bereikt. Niemand gaat nog grote dure dingen aanschaffen met deze regering. Want wat vandaag zwart is, is morgen wit. En als je dan er achter komt dat de heren niet kunnen rekenen, en alles overgelaten hebben aan Wouter, tsja moet ik nog meer zeggen? Het is droevig gesteld. Maar weet je wat er echt achter zit denk ik... Dat het kwade opzet geweest is. Eerst met een verschrikkelijk voorstel komen, iedereen gek maken, murw. Als de gekte op het hoogtepunt is toeslaan met het plan dat je eigenlijk had willen brengen. Je spreekt af dat er steeds maar eentje spreekt, en de andere gekke bekken trekt. Eentje voor de afleiding, en de ander sabelt je neer. Zo doet Hans Kazan het ook, maar dan is het vermaak. En dat kan ik hier niet onderschrijven. Miljarden hier miljarden daar, het kon niet uitblijven. Eerst een greep doen in de pensioenpot, om vervolgens het volk te straffen met lagere pensioenen. De werkende mens vertellen dat dit allemaal niet eerlijk is, en deze moeten dan nivelleren. Ben ik nu zo gek? Of.... En weet je wat het is. De mensen zijn echt doodgeslagen, murw, zonder vechtlust. Die hebben hier helemaal geen zin in. Ze hebben ook geen tijd om te protesteren, ze willen gewoon werken en daar voor beloond worden. En niet nog eens teruggepakt worden na ontvangst van het salaris. "working class Hero" Ooit was hier een plaatje van. Maar het dreigt een langzame maar zekere dood te sterven. Sorry Nederland dat ik niet positiever kan zijn. We hebben niet alleen een politieke moord gehad. De politiek is ook vermoord. Er is alleen plaats voor een paar gelukkige op het pluche. Denk maar niet aan al die gezinnetjes die elke maand tekort komen meneer de president. Denk maar niet aan al die gepensioneerde die hun leven hard ervoor gewerkt hebben. Denk ook niet aan die alleenstaande bewust of niet gekozen. Denk vooral niet aan die verpleegkundigen die misschien ook ooit aan uw bed zullen staan. Slaap maar rustig in uw wel ingerichte huis, rij maar lekker rond achterin uw wagen met chauffeur. Denk hier allemaal maar niet aan, en slaap zacht meneer de president!
Nivelleren
Goedemorgen op deze donkere dag, nee niets bijzonders. Het is gewoon donker. Maar als ik al de commentaren lees word ik wel een beetje droevig. Een paar woorden pik ik er uit. “ Nivelleren”, dit is toch gelijkmaken? Afvlakken, egaliseren, verbuigingen. Zo van iedereen moet hetzelfde verdienen, ook al doet de ene niets en de andere alles. Begrijp me goed. De gene die niet kunnen werken door ziekte of andere niet wenselijke oorzaken moeten goed onderhouden worden. Nivelleren, volgens mij is dit al eens uitgetest op verschillende delen op deze wereld. Recent voorbeeld is Noord Korea. Pas nog in het nieuws met al die huilende mensen. Krijg dat maar eens voor elkaar met enige partij in Nederland. Je moet ze ook nooit uitnodigen op een voetbal toernooi. Want ze vreten zo je mooie groene veldje leeg. Slechte grap, ja.. het is maar al te waar. Maar ik moet zeggen als de plannen van Rutte en Samson zo doorgaan zie ik het nog wel gebeuren. Heel Den Haag vol met huilende mensen. Trouwens een beetje vreemde naam Samson met zo weinig haar. Oh nee, ik snap het al. Net als in het verhaal toen al zijn haar er af was, en zijn kracht niet meer had. Maar het lijkt er op dat het toch net als de vos is. Verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken.” Ziektekosten” Volgens mij was het ziekenfonds zo slecht nog niet. Je wist wat je had, alles was gewoon gedekt. En als je boven een bepaalde grens ging verdienen betaalde je behoorlijk wat meer. Dit voelde ook best goed. En volgens mij hebben we dit nu teruggekregen in een andere vorm. Alleen maal tien, en dan beide kanten op. En dit is niet zo fijn. Waar ging het mis? Nou dat kan ik wel vertellen. Omdat op het ogenblik elke vingerbeweging op papier moet staan. Om te kunnen controleren af alle uren wel gedekt zijn. Ondertussen kost het invullen van al die uren meer dan de zorg. Alles lekker invullen op eindeloze formulieren en Excel spread sheets. En weet je wat nu het leuke is? Deze uren staan nergens in het formulier. Werkt u hier ook? Vraag het dan aan uw manager. Waar is de kolom waar staat uren gemaakt voor het invullen van het formulier. Uren gemaakt voor het invullen van de werk order. Uren gemaakt om elk uur te kunnen registreren? En wat gebeurd er met die keurige lijstjes na een paar jaar? Juist, in de vuilnisbak. Uren die gebruikt hadden kunnen worden voor het verzorgen van de patiënten. Een lach en een vriendelijk praatje kan mensen diep in het hart raken, en bijdragen aan het genezing proces. Onzin? Echt niet! Kom anders maar eens langs, dan laat ik het zien. Is er volgende keer een TL buis kapot in uw kantoor? Maak geen werkorder, maar bel gewoon de monteur. Hij schrijft het op zo’n geel papiertje, en komt later even langs. Of nog beter, haal de nieuwe buis zelf op, en plant hem zelf in het armatuur.
Beetgenomen en belazerd
Ja hoor, ik ben financieel beetgenomen door een internet firma. Een tijdje terug op nu.nl een advertentie over antirimpel "crème lift serum pro". Het geheim achter de glamour gezichten op het witte doek. Nu vind ik mijn Marianne ook een filmster, dus ik een proef potje van dit spul besteld. "lift serum pro" 1,95 dus dat trekt de Hollander wel. Aankomst eens gekeken wat er echt allemaal inzit. Nou, je wil het nog niet eens op je kont smeren wat daar allemaal voor troep in zit. De proefdieren farm is hier waarschijnlijk aan ten onder gegaan. Dus het potje direct weg geflikkerd. Maar nu anderhalve maand verder kom je er achter dat er al twee maal een bedrag van in de tachtig euro is afgeschreven van mijn rekening. Zonder toestemming niets. Honderd-zestig euro weg. Vandaag kwam er een potje aan de deur. Vorige dat zogenaamd is geleverd en afgeschreven nooit gehad. Kijk, ik ben best gul, maar hier word ik niet vrolijk van. Dus van mij mag het vannacht afbranden. Snel opzoek gegaan naar deze gang van zaken. Ik ben niet de enige blijkt al snel. Nu schijnt er in de verpakking een formulier te hebben gezeten met de vermelding dat je een abonnement hebt gekregen hierop. En als je het niet wilt moest je het potje terugsturen met bijgesloten formulier. Nooit geen formulier gezien? Nooit ergens voor getekend, maar toch je geld kwijt. Om zo snel mogelijk hier van af te komen het volgende. Want u begrijpt, bellen, E mailen en dergelijke heeft geen zin bij deze firma. Ze zijn op vakantie, of in gesprek. En ondertussen gaat er weer het één en ander van je rekening. Credit kaart ongeldig laten maken bij je bank, en nieuwe aanvragen met ander nummer. Vervolgens procedure opstarten voor het terugvragen van het geld. Dit is bij iedere bank anders. Vervolgens jezelf laten nakijken op je geestelijke vermogens betreft kopen op het internet. Ja, ook ik. Had het kunnen weten, had het kunnen checken, heb het niet gedaan. Ga mij vanavond diep zitten schamen tot twaalf uur. Daarna moet ik nog even aan de gang met een kippen pootje, haren van een zwarte kat, wat maanstof, kalmoes wortel geplukt bij volle maan. Wat mestkever uitwerpselen, en de juiste spreuk honderd en één keer herhalen. Stuur deze zoveel mogelijk door op het "face book". Even niet de groeten doen aan "lift serum pro".
Laatste dag voor kerst
Er heerst een vreemde spanning op straat. Ineens zijn er opvallend veel mensen, en het regent toch aardig. Ik moet er ook aan geloven, en stappen in de auto. Het verkeer is ook al raar. Ik rij toch aardig door, maar er zijn nog mensen die over mij heen willen. Aangekomen bij de parkeerplaats is het al niet anders. Rekenend op geen plek rij ik er toch maar op. En zowaar zie ik een plekje vrij. Richtingaanwijzer uit, en stuur in. Daar komt nog iemand aangereden die hetzelfde plekje in gedachte had. En normaal ben ik niet zo. Het was een vrouw al wat op leeftijd. En gemakkelijke prooi, en ik voel mij terstond schuldig. Mijn mijn vrouw wist direct te vertellen dat het de vrouw was met dat hondje die altijd in het winkelcentrum alles onder schijt. Allemachtig, toch een goede zet zo vlak voor kerst. Weg schuldgevoel, en maakt plaats voor overwinning. Stemmingen kunnen snel omslaan. Zou er nog een winkelwagen zijn, roept Marian voor mij uit. Wel te hopen, want er heerst een vreemde gloed in mijn vrouw haar ogen. Er komt zelfs een hele trein van winkelwagens aangereden. Begeleid door twee vlieggewicht jongemannen. Net als mijn vrouw al een winkelwagen tracht weg te duwen wordt zij ingesloten door deze twee. Het is dat ze er niet overheen kon springen, anders had ze dit zeker gedaan. 'Ja, hoe moet dit nu' roept zij uit. De twee jongemannen doen alsof ze doof zijn. En gaan door met hun sliert winkelwagens. Hier zullen ze later spijt van krijgen! We gaan de winkel in, en ben mijn leven niet zeker. Ze komen van links, rechts, van voren, en achter met hun mandjes en wagens. Ik besluit het hoofd koel te houden, en helder te blijven denken. Ik gooi nog wat nootjes in de kar. Dan heb ik ook wat bijgedragen aan deze gekte. Want van de markt viel zwaar tegen. Ik heb de indruk dat die nog even snel van de oude voorraad af wilde. Ik rij terug met de wagen waar ik haar voor het laatst heb gezien. Ik weet dat dit geen garantie is, en zie haar ook niet meer staan. Een eindje verder bij het vlees. Ik blijf op een afstandje staan kijken. Als er vragen zijn hoor ik ze wel. Ondertussen begint ze tegen iemand van mijn postuur, met ook een zwarte jas aan iets te vertellen. De man haalt zijn schouders op, en kijkt om zich heen. Mijn vrouw ziet de vergissing net op tijd. Want voor je het weet gaat ze zo met de verkeerde man mee naar huis. En hoe moet dat thuis nu weer verklaren. 'Oh, daar ben je', ja de hele tijd al. Snel naar de volgende afdeling. De dove jongeman van de karretjes staat net iets te dicht in het pad. Ik had al gewaarschuwd, en met een doffe klap beland er een wieltje tegen zijn enkel. 'Oh, sorry hoor', zei ze dit nu voor of na de impact? Ik doe even of ik er niet bij hoor. Ingrijpen kan altijd nog. Dan gelukkig richting kassa. Ik pak altijd de verkeerde, maar deze keer hebben we geluk. Hebben we nu wel genoeg, is de vraag? We hoeven toch geen dependance te worden van Albert Heijn? Het is maar voor twee dagen toch? Kunnen we beter wakker blijven 's nachts. Anders krijgen we het allemaal niet op. Al snel staan we weer buiten in de regen. Terwijl we wegrijden staan er alweer twee wagens te wachten. 'Zo, dat viel mee', spreekt mijn vrouw uit. Ik kijk opzij, en zie iets van berusting. Als een trotse eend met twaalf kleintjes er achteraan zwemmend. Ik volg, en duw de achterblijvers de goede kant op. Ik hou van haar.
De wereld vergaat, weer niet gelukt
Maak je niet druk, de wereld vergaat zeker. Maar het kan nog even duren. Ik weet, terwijl ik dit schrijf is het nog geen twaalf uur ’s avonds, maar ik durf het op te schrijven. En wat nu zo jammer is, we gaan met z’n allen. Echt, er zal geen uitzondering zijn voor een paar gelukkigen. Tenminste, als je op aarde blijft natuurlijk. Verlos ons van alle kwade dingen zou een leuke eerste poging zijn. Maar we moeten het echt samen oplossen op deze aardkloot. Geen overmatige zonneactiviteit, geen zondvloed, geen meteorieten, geen Nebura of andere planeten die gaan botsen. Nee, ook geen deeltjes experiment gepland voor de hele maand. Dus ik voorspel het voortbestaan van deze wereld. Een aarde die het energie probleem oplost, de natuur respecteert, oorlogen oplost, en alle geloven de wereld uit helpt. Doordat het reizen steeds makkelijker wordt zullen alle rassen door elkaar gemengd worden. Uiteindelijk zijn we dan lichtbruin, met een tikje geel. Discriminatie is dan moeilijk wat de kleur betreft. Alle eigenschappen zullen ook worden gekopieerd in onze genen. Zodat we in staat zijn om op een hoger niveau te komen. Doordat automatisering doorgaat, en het geld werken anders wordt ingedeeld krijgen we drie maal zoveel vrije tijd als dat we nu hebben. We zullen ons meer gaan richten op ons sociale niveau, en scheppend gaan denken. Ruimte reizen word als heel normaal ervaren. En we zullen nieuwe technieken ontdekken die het mogelijk maken met de snelheid van het licht te kunnen reizen. Nederzettingen op mars zijn heel normaal, en we kijken uit naar planeten die om andere sterren aanwezig zijn. Dit is allemaal mogelijk omdat we ons richten op scheppingen in plaats van oorlogen. Hierdoor komt er zeer veel kapitaal vrij. We spreken dan inmiddels niet meer van geld. Dat bestaat niet meer. Iedereen heeft een basis inkomen. Politiek bestaat niet meer. Alleen nog maar “ denk tanken” die bekijken hoe we alles zo efficiënt mogelijk kunnen doen. Deze “ denk tanken” doen dit in hun vrije tijd. Als je echt iets wil voor deze aarde, doe je dit in je eigen tijd als hobby. Alleen de vermelding van je naam moet voldoening hier aan geven. Het opvoeden van onze kinderen komt in een heel ander daglicht te staan. We gaan ons geestelijk verruimen, en proberen onze kinderen te laten groeien op dit gebied. We zullen leren hoe we de biologische atmosfeer in stand houden, en verbeteren. Overstromingen, vulkaan uitbarstingen gaan beheersen. De zon is niet langer een raadsel meer, en zullen we stabiliteit meegeven om grote zonne-uitbarstingen te voorkomen. Inmiddels hebben we laten zien waar we toe in staat zijn, en ander beschavingen maken contact met ons. Het bestaan hiervan hadden we al langzamerhand begrepen. Door dit contact krijgt de aarde een grote boost, en zijn de laatste problemen verleden tijd. We gaan leren omgaan met een nog grotere diversiteit dan dat we ons ooit voor hadden kunnen stellen. Ziekten en ander ongemakken zijn we de baas. De gemiddelde leeftijd is inmiddels 200 jaar. Ga je met me mee?
Vrijdag gaat het sneeuwen
Ja, ze weten het zeker. Het gaat sneeuwen vrijdag, en ik hou m'n hart vast. Want gaan we nu waarschuwen via de media of niet? Hoe erg gaat het worden, hoe erg zal het zijn. Waarschuw je niet, dan ben je in gebreken gebleven. Waarschuw je wel, en het is toch niet zo erg heb je onnodig paniek veroorzaakt. Kortom, het is nooit goed. Maar stel er valt vijf centimeter, wat hebben we dan? Strooiwagens met veel zout. In het nieuws koppen met "waarschijnlijk zout tekort deze winter". Slecht voor de berm planten, de weg gaat stuk. Wie gaat dat allemaal betalen. Verzekering premies moeten omhoog wegens de vele aanrijdingen. Strengste winter ooit in aankomst. Noordzee zal dicht vriezen, eilanden niet meer meer bereikbaar. Gas tekort, en daklozen hebben geen slaapplaats. Dan komen de "deskundigen". De één weet het nog beter dan de ander. Die ene met snor en baard, en dikke bril weet het zeker. Over een maand kunnen we naar Engeland lopen. Treinverkeer wordt gehalveerd. Want dan heb je minder vertraging tijd. Ja dat begrijp ik. Als je alle treinen uit de vaart haalt, heb je helemaal geen vertraging meer. Winterbanden zijn voor jaren uitverkocht. Ach, het is wat allemaal. En dan is het zaterdag, en het gras weer groen. De wind komt uit het zuidwesten, en is klef en nat. Niets geen sneeuw, niets geen sneeuwpop. Geen rampen gebeurd, en treinen rijden weer op tijd. En we beginnen al weer te verlangen naar de volgende sneeuw voorspelling. Maar stoor me niet. Maak me niet wakker voordat er een meter is gevallen.
Hopelijk heb ik met deze korte stukjes wat licht, humor en plezier mogen brengen. Het kan niet altijd feest zijn, maar elke dag een beetje. Op mijn blog: www.martinvangijn.nl Schrijf ik om de paar dagen iets over de wereld vandaag, of gewoon klinkklare onzin. Vermaak is het toverwoord. Ik hoop dat je het leuk vond, en misschien zelfs nog bruikbaar. Voor de echte doorzetters bestaat er ook nog een boek.
“ Binnen Aardse Beschaving” (16+)
© Martin van Gijn jan 2013