Het edelhert...
Op zoek naar het Veluwegevoel
de koe...
en het paard
pag. 5 Inleiding
Clemens Cornielje. |
Inhoud en inleiding
pag. 22 Wat vinden recreatieondernemers?
pag. 6 Bestaat de Veluwenaar? pag. 8 Op de Veluwe is geen oernatuur pag. 10 Wie zitten op de Veluwe achter hekken? pag. 12 De koe in de wei moet blijven
pag. 24 Het beste van twee werelden pag. 26 Mensen staan voor elkaar klaar pag. 28 Betaalbare huizen voor de jeugd pag. 30 Wat vinden gemeenten?
pag. 14 Wat vinden de terreinbeheerders? pag. 16 Toeristen brengen leven in de brouwerij
mensen zich thuis moeten kunnen voelen in hun eigen woonomgeving; hun huis, hun straat, hun dorp. Toch blijkt dit vaak niet het geval. Zo ook op de Veluwe.
De bewoners worden in hun directe leefomgeving geconfronteerd met veel veranderingen, ingezet door overheden, terreinorganisaties, ondernemersverenigingen en milieuorganisaties. Deze veranderingen hebben tot doel de ecologische en recreatieve waarden van de Veluwe te versterken. De Gelderse Milieufederatie (GMF) en de Vereniging Kleine Kernen Gelderland (VKK Gelderland) vingen echter signalen op dat deze veranderingen tot veel onrust en onzekerheid leiden.
Afgezien van het feit dat het succes van de beoogde veranderingen op de Veluwe staat of valt bij het draagvlak onder haar bewoners, is het welzijn van bewoners volgens de twee organisaties zonder twijfel een essentiële algemene voorwaarde waaraan niet voorbij kan worden gegaan. GMF en VKK Gelderland wilden daarom in gesprek met de bewoners. Een gesprek waarin twee vragen centraal stonden: ‘waarom woont u hier graag?’ en ‘wat moet behouden blijven?’ De antwoorden op deze vragen legden zij voor aan terreinbeheerders, gemeenten en recreatiesector. Maar zelf gaan zij niet voorbij aan de uitkomsten van deze gesprekken, zoals u in dit boekje zult lezen.
Het onderzoek is tot stand gekomen met ondersteuning van KNHM. Deze vereniging ontwikkelt en ondersteunt initiatieven die een bijdrage leveren aan de sociale en fysieke leefomgeving van mensen. Zij heeft daar zowel de expertise als de financiële middelen voor in huis. Als voorzitter van deze vereniging mag ik dan ook mede namens GMF en VKK Gelderland u als lezer dit boekje aanbieden. Ik wens u veel leesplezier en vooral inspiratie toe.
pag. 32 Conclusies en aanbevelingen pag. 36 Wat vindt de VKK? pag. 38 Wat vindt de GMF?
pag. 18 Permanente bewoning recreatiehuisjes niet stimuleren
Iedereen zal het met mij eens zijn dat
Clemens Cornielje Voorzitter KNHM
pag. 40 Methode: Hoe werkt een dorpsgesprek?
pag. 20 Plattegrond
| Op zoek naar het Veluwegevoel
5
Kerk in het centrum van Garderen. | Heidelandschap aan de rand van weides.
1
Bestaat de Veluwenaar?
Bestaat de Veluwenaar? Leg deze vraag voor aan een willekeurige bewoner van de Veluwe en hij zal ontkennen. Dorpsbewoners op de Veluwe zien zichzelf in de eerste plaats als inwoner van hun eigen, unieke, dorp en niet als Veluwenaar. Zonder het direct te beseffen delen de Veluwenaren echter een gevoel en dat is een grote waardering voor hun omgeving. De natuur, het afwisselende landschap, de koeien in de wei en rust en ruimte: waar je ook bent op de Veluwe, in gesprek met bewoners zijn dit steeds terugkerende thema’s.
Dé Veluwenaar lijkt niet te bestaan, in tegenstelling tot de Fries of de Achterhoeker. Bewoners op de Veluwe lijken zich meer verbonden te voelen met hun dorp, dan met de Veluwe als geheel. In meerdere dorpen op de Veluwe claimen bewoners dat hun gemeenschap unieke karakteristieken heeft: dat ze opener zijn dan in andere dorpen, heterogener als het gaat om religieuze opvattingen, of ze prijzen de saamhorigheid en sociale controle in hun gemeenschap. Op de Veluwe worden verschillende dialecten gesproken. Van oorsprong komen de Veluwebewoners uit verschillende delen van het land.
In de ogen van mensen van buiten de Veluwe zijn Veluwebewoners ‘zwaar op de hand’. Volgens de dorpsbewoners zelf is dit een vooroordeel dat geen recht doet aan de werkelijkheid. In sommige dorpen is dat merkbaar op een zondag. “Daar ga je niet het gras maaien”. Maar in andere dorpen heeft het nauwelijks invloed op het openbare leven en legt de zondag geen beperkingen op. De verschillen zijn aanzienlijk. Wat vooral opvalt in gesprek met dorpsbewoners op de Veluwe, is hun grote waardering voor de omgeving waarin ze wonen. Elke bewoner koestert op zijn manier de omgeving: de één vindt de nabijheid van natuur belangrijk, een ander roemt de rust en ruimte en weer een ander de geur van het boerenland. Kortom, de liefde voor de omgeving is aanwezig in elke Veluwebewoner, maar uit zich op verschillende manieren
“De Veluwe is voor mij de geur van het boerenland als ik wandel of fiets door de omgeving. Bij het zien van het bos en de boeren op het land krijg ik een geluksgevoel.”
6 | Op zoek naar het Veluwegevoel
7
8 | Op zoek naar het Veluwegevoel
Veel dood hout bij de Harskamperdennen: rotzooi? | Niet al het bos valt onder “natuurlijk beheer”. Hier worden bomen uit het park de Hoge Veluwe naar Duitsland gebracht om verwerkt te worden tot bouwhout.
2
“Op de Veluwe is geen oernatuur”
De aantrekkingskracht van de Veluwe ligt voor veel bewoners in het afwisselende landschap, de natuur, rust en ruimte. Dat deze kwaliteiten bescherming verdienen, daarover zijn de dorpsbewoners het eens. Over de manier waarop dat zou moeten gebeuren verschillen de meningen. “De Veluwe kent geen oerbos of oernatuur, die de vrije hand moet krijgen. De Veluwe is door mensen aangelegd. Het is dan ook aan de mens om het te beheren”, is de gedachte van veel bewoners.
Breng het onderwerp natuurbeheer ter sprake op de Veluwe en de gemoederen raken flink verhit. Menig dorpsbewoner is het huidige natuurlijke beheer een doorn in het oog. Er is weinig tot geen begrip voor “de grote hoeveelheden dood hout die in de bossen blijven liggen”. Het huidige beheer leidt in hun ogen tot rotzooi, een ontoegankelijk bos en brandgevaarlijke situaties. Als voorbeeld wordt de bos- en heidebrand bij Uddel in de zomer van 2006 genoemd. Dat deze brand zo groot kon worden, komt volgens menigeen door het vele dode hout in het bos en de daaraan gerelateerde slechte toegankelijkheid voor de brandweer. Daarnaast valt op dat het huidige natuurbeheer leidt tot een bos dat veel dorpsbewoners niet mooi vinden. Zoals een dorpsbewoner het uitdrukt: “Ik ben blij dat het in deze tijd van het jaar (zomer) groen is. Door het groen van de bomen zie je de troep in het bos niet. Zoals het nu is vindt de toerist het mooi. Maar kom hier eens in de winter, als de bomen kaal zijn, dan ziet het bos er spookachtig uit.”
“Ik hoef echt geen aangeharkte bossen hoor, maar ik wil wel dat het bos schoon en veilig is.”
Een ander, kleiner deel van de dorpsbewoners heeft wel waardering voor het natuurlijke beheer op de Veluwe. Voor hen telt dat dood hout leidt tot meer biodiversiteit. “Op dood hout is veel moois te vinden, zoals paddenstoelen, mossen, planten en insecten”, vindt een bewoner. Opvallend is dat deze mening vooral voorkomt onder bewoners die graag lange wandelingen in de natuur maken. Ook een gesprek met jongeren laat een ander beeld zien. Jongeren ergeren zich minder aan het dode hout in de bossen, want “dat hoort bij een bos”. Wel vinden ze het lelijk, als teveel hout op één plek in het bos ligt. “Maar”, zeggen ze er dan meteen bij “dat hoort erbij en dan heb je een paar jaar later een prachtig nieuw bos.”
“Het is mooi zichtbaar wat de mens gedaan heeft met de omgeving. Het is leuk om elementen vanuit de ijstijd en prehistorie te zien.”
9
Spelende kinderen bij Elspeet. | Sommige bossen zijn afgesloten voor publiek. Zoals het Deelerwoud in Hoenderloo.
3
Wie zitten op de Veluwe achter hekken?
“Wie zitten achter de hekken op de Veluwe: de wilde dieren of de mensen?” Deze vraag komt in meerdere dorpen naar voren. Het antwoord is voor bewoners niet altijd vanzelfsprekend. In hun beleving is de directe omgeving rond hun dorp minder toegankelijk dan voorheen. Hekken en verbodsborden belemmeren mensen om hun dagelijkse ommetje te maken. Kinderen lijken minder ruimte te hebben om te spelen in de bossen.
Ook storen veel mensen zich aan de verbodsbepalingen dicht bij hun dorp. Borden met “Verboden toegang”, “Niet buiten de paden treden” of “Geen toegang met loslopende honden” lijken steeds meer voor te komen en beperken bewoners in hun bewegingsvrijheid.
“Ik ben bang dat er een groot hek om
10 | Op zoek naar het Veluwegevoel
In meerdere dorpen verspreid over de Veluwe uiten bewoners hun bezorgdheid over het grote aantal hekken in hun omgeving. Mensen hebben het idee dat de afgelopen decennia steeds meer hekken, steeds dichter om de dorpen zijn geplaatst. Het gaat dan om hekken rond particulier grondbezit en hekken langs openbare wegen, die het wild moeten tegenhouden om te voorkomen dat ze de weg oprennen en ongelukken veroorzaken. De dorpelingen begrijpen de noodzaak goed. Waar ze moeite mee hebben is dat er natuurbeschermers zijn, die meer ruimte willen geven aan het wild, zonder dat zij zich daarbij lijken te bekommeren om de gevolgen voor de dorpelingen. De bewoners hebben het gevoel dat over hen wordt besloten, zonder dat naar hun mening is gevraagd.
Ook zijn paden niet of slecht toegankelijk. Omgevallen bomen en modder, als gevolg van beperkt of slecht onderhoud, beperken de doorgang. Dorpsbewoners hebben het idee dat de natuur rond hun dorp steeds minder toegankelijk is. In de beleving van vooral de oudere generatie was er vroeger bijvoorbeeld meer ruimte om het bos te gebruiken om te wandelen, hout te sprokkelen of te spelen. Bij jongeren bestaat dat beeld overigens minder. “Boompje klimmen of verstoppertje spelen kan nog steeds.” Jongeren zien de Veluwe, de omgeving rond hun dorp, vooral als gebruiksgebied. Ze gaan de natuur in om te mountainbiken, te struinen en de hond uit te laten en laten zich daarbij doorgaans niet weerhouden door verbodsborden. Jongeren vinden dat ze zelf prima kunnen beoordelen wat wel en niet goed is voor de natuur.
“Het bos is van de dieren wordt
de Veluwe komt. Dat wij een soort
gezegd. Dit gaat soms zo ver dat wij
museummensen worden en dat de
mensen achter een hek moeten, in
toeristen dan naar ons komen kijken.”
plaats van de dieren.”
11
Koeien bij Otterlo. | De verpaarding (Kootwijk): prachtige beesten, grote houten hekken, nieuwe woningen.
4
De koe in de wei moet blijven
“Boeren zien zich gedwongen met hun werk te stoppen. De boerderijen gaan naar mensen uit het westen van het land. Dat is jammer. Ik zie liever weer een boer komen.”
Voor veel bewoners is de landbouw een essentieel onderdeel van de Veluwe. Boeren hebben het cultuurlandschap, dat zo kenmerkend is voor de Veluwe, mede vorm gegeven. Veel bewoners zien daarom een belangrijke rol voor de boeren bij het in stand houden van het gebied. Het beeld van de Veluwe als een grootschalig natuurgebied, dat onder andere door natuurorganisaties en provincie wordt nagestreefd, strookt niet met het beeld dat dorpsbewoners van ‘hun’ Veluwe hebben. Dorpsbewoners benadrukken het belang van afwisseling in het landschap, met uitgestrekte bossen, paarse heidevelden, akkers met graan en groene weiden met grazende koeien. De ‘koe in de wei’ staat voor veel mensen symbool voor het door hen gekoesterde cultuurlandschap.
“De boer zou betaald moeten worden
12 | Op zoek naar het Veluwegevoel
Bewoners hebben daarentegen grote moeite met het toenemende aantal paarden en -houders op de Veluwe. Paardenbakken en –omheiningen bepalen steeds meer het landschapsbeeld. De meeste bewoners vinden deze ‘verpaarding’ van de Veluwe, zoals een bewoner het noemt, geen gunstige ontwikkeling. De bewoners willen de (kleinschalige) landbouw graag op de Veluwe behouden, maar ze zijn bang dat de boer langzaam uit beeld verdwijnt. Het vertrek van de boeren leidt tot een verschraling van het landschap, want met de boeren verdwijnen ook de akkervelden en de weiden met koeien.
Ook dit vinden veel bewoners geen gunstige ontwikkeling voor hun dorp. Wanneer bewoners over boeren spreken, wordt meestal gedoeld op grondgebonden landbouw (melkveehouders en akkerbouwers). Door de huidige ontwikkelingen in de landbouw zien steeds meer boerenbedrijven zich gedwongen om te stoppen met hun werk. Om dit te voorkomen en de boeren te ondersteunen wordt in verschillende dorpen het idee geopperd om boeren te betalen voor beheer en behoud van het landschap.
Daarnaast zijn boeren van oudsher belangrijk in de dorpssamenleving, in het verenigingsleven. De plaats van boeren wordt steeds meer ingenomen door mensen ‘van buiten’. Met deze nieuwkomers bestaat vaak minder binding, uitzonderingen daargelaten. Soms omdat ze niet permanent in hun woning verblijven, soms omdat hun sociale leven zich niet in het dorp afspeelt maar ergens anders.
“Echt Loenen’s zijn de boerderijen.
voor natuurbeheer. Dan kunnen de
Steeds meer percelen waar eerst
rasters ook weg, want dan maakt het
koeien stonden zijn veranderd in
niet uit dat het wild schade toebrengt
paardenweides. Die zijn hier veel
aan gewassen.”
te veel.”
13
14 | Op zoek naar het Veluwegevoel
Toeristen zoeken de weg bij de Harskamperdennen. | Klaphekken zoals hier bij Speuld, kunnen in gezamelijk overleg met de bewoners worden geplaatst.
5
Wat vinden de terreinbeheerders?
“Wij steken veel energie in de communicatie met bewoners, maar blijkbaar nog niet genoeg”, zo reageren de drie grote terreinbeheerders op opmerkingen van dorpsbewoners over het natuurbeheer op de Veluwe. De terreinbeheerders willen laten zien dat ze dorpsbewoners serieus nemen en zoeken daarom naar nieuwe manieren om met hen te communiceren.
Op de Veluwe zijn verschillende partijen verantwoordelijk voor natuurbeheer. Naast particuliere landeigenaren en gemeenten zijn Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen de belangrijkste terreinbeheerders in het gebied. Elke organisatie hanteert zijn eigen manier van natuurbeheer. Het Geldersch Landschap beoefent een traditionelere vorm dan de andere terreinbeheerders, die uitgaan van een meer natuurlijk bosbeheer. De kritiek van bewoners betreft vooral deze variant.
“Natuurlijk bosbeheer leidt tot een aantrekkelijk bos met meer boomsoorten”, zeggen de terreinbeheerders. “Door natuurlijk beheer neemt de weerstand van het bos toe. Het bos kan zich zonder al teveel ingrijpen van de mens in stand houden en verder ontwikkelen en krijgt meer biodiversiteit. Dat maakt het bos een stuk mooier, ook voor bewoners en toeristen om in te recreëren, want er is veel meer te zien.” De terreinbeheerders maken allemaal in enige mate gebruik van boeren als landschapsbeheerder. Net als bewoners vinden ze de afwisseling van natuur en agrarische elementen aantrekkelijk. Ook zij vragen zich af hoe deze combinatie in de toekomst behouden kan blijven, omdat steeds meer boerenbedrijven op de Veluwe stoppen. De opmerking van dorpsbewoners dat de natuur om hun dorp minder toegankelijk wordt, wijzen de terreinbeheerders unaniem van de hand. Volgens hen is de toegankelijkheid op de Veluwe het laatste decennium juist toegenomen.
“Rustgebieden zijn verdwenen en privéterreinen zijn in publieke handen gekomen, waardoor de toegankelijkheid voor het publiek is verbeterd”, aldus de terreinbeheerders. Ze vermoeden dat de kritiek vooral het gevolg is van een communicatieprobleem. “Ondanks uitgebreide aandacht, hiervoor is het ons blijkbaar nog niet goed gelukt om ons beleid op een goede manier onder de aandacht van Veluwenaren te brengen.” De terreinbeheerders denken dat de communicatie met bewoners beter kan. Daarom zoeken de organisaties naar nieuwe manieren van communicatie. Naast de gebruikelijke persberichten, inloopavonden en websites, wordt in enkele gemeenten op de Veluwe nu ook ervaring opgedaan met participatiecommissies en klankbordgroepen. Bewoners worden in een vroegtijdig stadium over plannen geïnformeerd en om een reactie gevraagd. De eerste ervaringen zijn positief.
15
Toeristen genieten van de eerste zon in Garderen. | De kwaliteitsbakker: mede door de toeristen heeft die bestaansrecht.
6
“Toeristen brengen leven in de brouwerij”
Voor veel bewoners zijn toeristen een dagelijkse bron van bestaan. Toeristen zorgen voor werkgelegenheid en voor het behoud van voorzieningen in de dorpen. Bewoners zijn dan ook blij met bezoekers, maar ze hebben wel een voorkeur. “De ideale toerist is iemand met respect voor de omgeving en de leefwijze van de bevolking en met een gevulde beurs.”
Veluwenaren hechten aan recreatie en toerisme. Voor veel bewoners is het hun economische basis. Toeristen zorgen voor werkgelegenheid, brengen geld met zich mee en zorgen zo dat voorzieningen in het dorp op peil blijven. De bakker op de hoek, het café en de bank blijven bestaan zolang toeristen hun geld in de dorpen besteden. Niet overal profiteert de middenstand van de recreatie. In een aantal dorpen zijn campings en recreatieparken van alle gemakken voorzien, met hun eigen winkel, zwembad en restaurant. De gasten hoeven daar de camping niet af voor hun dagelijkse boodschappen of om een terrasje te pakken.
Dorpsbewoners betreuren dit, omdat het leidt tot sluiting van winkels en andere voorzieningen in het dorp en dat heeft weer (negatieve) gevolgen voor de leefbaarheid. Bewoners op de Veluwe genieten van hun omgeving. Ze zien het als een voorrecht om op de Veluwe te wonen en vinden dat ook anderen van de omgeving moeten kunnen genieten. Toeristen zijn dan ook meer dan welkom, vooral in de dorpen waar geen sprake is van massatoerisme, want “toeristen brengen leven in de brouwerij”.
De dorpsbewoners hebben ook wensen als het gaat om recreatie en toerisme. Het liefst zien ze dat recreatieondernemers investeren in kwaliteit. Dat wil zeggen: geen grootschalige bungalow- of pretparken, maar voorzieningen die passen bij de schaalgrootte en het karakter van het dorp. In het ene dorp houdt dat in dat ze vooral welgestelde toeristen naar zich toe wil trekken, terwijl een ander dorp graag bezoekers ziet komen met een bepaalde levensovertuiging. Dorpsbewoners zien ook kansen in seizoensverbreding, zodat het dorp het hele jaar door kan profiteren van de voordelen die recreatie en toerisme met zich meebrengen.
De drukte die het toerisme in het hoogseizoen met zich meebrengt - de wachtrij bij de bakker, de geluidsoverlast van autoen motorverkeer - nemen bewoners voor lief. De drukte blijft doorgaans beperkt tot de directe omgeving van de campings en het dorp. “Recreanten komen voor natuur, rust en ruimte”, zegt een bewoner. “Maar als je een paar honderd meter het bos in wandelt, zie je niemand meer.”
“Wilde dieren lijken leuk voor toeristen, “De recreatie is het behoud van ons
maar die zijn vaak bang voor het
dorp. Als je toeristen weert uit het
echte wild. Ze willen eigenlijk alleen
dorp, dan gaat het licht uit. Zij zorgen
onder begeleiding de natuur in.
dat de supermarkt kan blijven voort-
Ze zijn ook bang voor de stilte.
bestaan.”
Als ze dieper het bos in gaan, gaan ze steeds harder praten.”
16 | Op zoek naar het Veluwegevoel
17
Chalet nabij Uddel. | Mooie boederij.
7
“Permanente bewoning recreatiehuisjes niet stimuleren”
“Mensen die permanent in recreatiebungalows of chalets wonen zijn geen toeristen.Vaak zijn het forensen die ’s ochtends vroeg naar hun werk in de stad racen, hun boodschappen in de stad doen en dan ’s avonds laat terugkeren. Maar het zijn ook onze kinderen voor wie een recreatiewoning de enige kans is om op zichzelf te gaan wonen in het dorp.”
Permanente bewoning van recreatiewoningen is een heikel punt, waar de meeste dorpsbewoners dubbele gevoelens over hebben. Waar bewoners vooral moeite mee hebben zijn forensen die permanent in een recreatiepark wonen en niet deelnemen aan het dorpsleven. Deze mensen dragen in de ogen van de bewoner niet bij aan de leefbaarheid in het dorp. Bovendien nemen ze de plek in van toeristen en recreanten, die de recreatiewoningen niet meer kunnen huren. Daarnaast is een doorn in het oog van veel bewoners dat de permanente bewoners van recreatiewoningen financieel voordeel hebben, omdat ze gevrijwaard zijn van een aantal gemeentelijke belastingen. Dit wordt als onrechtvaardig gezien.
“Wat me het meeste stoort zijn forensen die vanuit hun chalet ’s ochtends om 7 uur wegracen, hun boodschappen in de stad doen, en ’s avonds weer een keer terug keren naar hun recreatiewoning.” 18 | Op zoek naar het Veluwegevoel
De keerzijde is dat permanente bewoning van recreatiewoningen ook kansen biedt voor de leefbaarheid van het dorp. Voor jongeren zijn de relatief goedkope recreatiewoningen de enige mogelijkheid om in het dorp te blijven wonen. Recreatiewoningen bieden uitkomst: ze zijn betaalbaar, beschikken over voldoende ruimte en liggen vaak op de prachtigste plekken. Kortom, permanente bewoning van recreatiewoningen wordt niet op prijs gesteld, maar lijkt op dit moment een belangrijke mogelijkheid om de jeugd in de dorpen te behouden.
“Voor ons jongeren is een recreatiewoning een goedkope manier van wonen. Je kunt in die tijd mooi sparen voor een echt huis. Ik vind wel dat permanente bewoning van recreatiehuisjes niet moet worden gestimuleerd.” 19