Het beroep van Jobcoach Een kwaliteitsimpuls via een register van jobcoaches
Initiatief: Refrisk Dit advies is geschreven namens ‘de initiatiefgroep beroep jobcoaching’ Leden initiatiefgroep zijn: Rob Blom (Voorzet) Marianne Coenen (Combo) Sonja Brouwer (Stam BV) Herman Foeken (V-A-C) Henk van Gelder (Rozij Werk) Willie Gerth (Refrisk) Dick Hogenkamp (Progresz) Annelies Leek (Refrisk) Henk de Rooij (Sterk in werk) Margje Oost (Stam BV)
Vilans Branko Hagen (voorzitter en auteur) Monique Spierenburg (auteur) December 2008
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
1
Voorwoord Dit rapport betreft een advies over de verbetering van de kwaliteit van de jobcoach dienstverlening via een register van jobcoaches. In de zomer van 2008 heeft de begeleid werkenorganisatie Refrisk een aantal collega jobcoachorganisaties uitgenodigd om te spreken over de wenselijkheid van invoering van een register voor jobcoaches. Hier was tevens een opleider bij betrokken. Er was overeenstemming over de wenselijkheid om gezamenlijk een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het beroep jobcoach. Besloten werd om: • een aantal andere bedrijven erbij te betrekken en nog een opleider; • een advies te schrijven; • Vilans te vragen als voorzitter op te treden van de initiatiefgroep en voor het schrijfwerk te zorgen. De initiatiefgroep1 heeft geen formeel verzoek gekregen om een advies te schrijven over de kwaliteit van het beroep jobcoach, wel heeft zij ingespeeld op vragen en wensen die hierover zijn geuit. De leden van de initiatiefgroep willen benadrukken dat zij dit initiatief hebben genomen om de verbetering van de kwaliteit van de jobcoach dienstverlening te stimuleren. De eindgebruiker, op de eerste plaats de mensen die zijn aangewezen op een jobcoach en op de tweede plaats de werkgever en de collega’s van die werknemer, hebben er recht op te worden begeleid door een volwaardige professional. Daarnaast is de dienstverlening van jobcoach een investering die de maatschappij doet om mensen met een ernstige beperking de kans te geven aan het werk te komen en te blijven. Om dit te realiseren is hoogwaardige en gespecialiseerde dienstverlening nodig en de kwaliteit van die dienstverlening moet zo goed mogelijk worden gegarandeerd. Uiteindelijk is de beroepsgroep van jobcoaches en niet de jobcoachorganisaties hiervoor verantwoordelijk. De initiatiefnemers geven daarom alleen een advies af aan de beroepsgroep van jobcoaches in de hoop dat dit advies hen helpt om tot een beroepsvereniging te komen. Ten slotte is er een taak weggelegd voor de financiers en/of de wetgever: Het ministerie van Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid, UWV en gemeenten.
1
Vier van de zes betrokken jobcoachorganisaties zijn lid van de brancheorganisatie Boaborea.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
2
Werkwijze De initiatiefgroep is vijf maal bijeengeweest. Op basis van informatie uit discussies met de initiatiefgroep heeft Vilans de voorliggende tekst als advies geschreven voor zowel de jobcoaches als UWV, SZW en VNG. Het conceptadvies is besproken met enkele jobcoaches. In dit document staan achtereenvolgens: • De kern van het advies; • Een inleiding op het advies; • De kern van het beroepsbeeld; • Een advies aan de jobcoaches en aan de financiers om te komen tot de invoering van een register.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
3
Kern advies Om de professionalisering van jobcoaching vorm te geven is een duidelijk herkenbaar beroepsbeeld vereist dat wordt vastgesteld en in de vorm van een register wordt onderhouden door een beroepsvereniging van jobcoaches. De initiatiefgroep stelt voor dat een HBO opleiding de basis is voor het beroep van jobcoach, gevolgd door een kopstudie op post HBO-niveau die specifiek gericht is op het beroep jobcoach. Voor het zelfstandig mogen uitoefenen van het beroep van jobcoach geldt een periode van twee jaar waarin de medewerker een aspirant-jobcoach is die zich verder bekwaamt in het vak. In die twee jaar kan de aspirantjobcoach de kopstudie volgen en onder mentorschap van een geregistreerde jobcoach werkervaring opdoen als jobcoach. Zowel de opleiding van jobcoach als de werkervaring worden via het register getoetst. Daarnaast dient er een blijvende toetsing en ontwikkeling te zijn van de geregistreerde jobcoach. Via het register kunnen eisen worden gesteld een het behouden van de registratie. We denken hierbij onder meer aan het bijhouden van kennis en het werkzaam zijn voor minimaal een aantal uren. Via het register kan het beroep verder ontwikkeld op terreinen als ethische vraagstukken, specialisaties en dergelijke. Er moet een oplossing komen voor de medewerkers die op dit moment werkzaam zijn als jobcoach en niet aan de eerder genoemde eisen voldoen. Meerdere varianten zijn denkbaar. Het is aan de vereniging van jobcoaches om hierover besluiten te nemen. Het is aan de jobcoaches om met een beroepsvereniging te starten en het is aan de financiers/wetgevers om aan te geven welke kwaliteitseisen zij willen hanteren. De beroepsvereniging van Jobcoaches en de financiers/wetgevers zullen hierover met elkaar moeten overleggen. In dit document zijn een aantal adviezen nader uitgewerkt. Tot slot meent de initiatiefgroep dat naast de beroepsgroep ook blijvend aan de kwaliteit moet worden gewerkt door jobcoachorganisaties en de financiers/wetgever.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
4
Inleiding Jobcoaching en maatschappelijke ontwikkelingen In Nederland staan veel mensen met een beperking naast de arbeidsmarkt. Zij werken niet, zij werken onbetaald in de dagbesteding, doen vrijwilligerswerk of werken in een SW-bedrijf. Zowel deze mensen als de politiek willen in toenemende mate dat meer mensen met een beperking gaan deelnemen in betaald werk, gewoon tussen andere werknemers, bij een regulier bedrijf. We wijzen hier op de plannen die het kabinet heeft op het terrein van Wajong en het advies ‘Werken naar vermogen’ van de Commissie fundamentele herbezinning toekomst WSW2.
Toename jobcoaching Om meer mensen met een beperking te kunnen laten deelnemen aan onze arbeidsmarkt is een grote inspanning nodig. Het is de verwachting dat er in ieder geval een substantiële groei komt van het aantal mensen dat werkt met een jobcoach. Op de eerste plaats zien we een toename van het aantal Wajonggerechtigden. We spreken op dit moment over een instroomaantal naar de Wajong van ruim 16.000 mensen per jaar, waardoor het aantal van 170.000 Wajongers al is overschreden. Na 2010 zal deze groep ‘met alle macht’ worden begeleid naar de vrije arbeidsmarkt. Zowel via het onderwijs als vanuit de situatie van werkloosheid zal dit gepaard gaan met een toenemende vraag naar ondersteuning door jobcoaches. Niet alleen omdat er meer mensen met een beperking moeten participeren op de vrije arbeidsmarkt, maar ook omdat Wajongers gemiddeld genomen meer begeleiding nodig heeft. We zien dat al aan de samenstelling van de groep die in toenemende mate beperkt is in het zelfstandig functioneren op de werkplek door psychische en/of verstandelijke beperkingen. , Op dit moment werkt overigens 9% van alle Wajongers op de vrije arbeidsmarkt, waarvan rond de 19% met een jobcoach. Op de tweede plaats zal de Wsw met zo’n 100.000 daartoe geïndiceerde personen naar alle waarschijnlijkheid nog specifieker worden gericht op werken onder begeleiding van een jobcoach (regeling Begeleid Werken Sociale Werkvoorziening). Nu werkt nog maar een klein deel van de Wswgeïndiceerden met een jobcoach (3%). Voor een deel bestaat deze groep uit Wajongers, maar ook mensen met andere (uitkerings)achtergronden maken hier deel van uit. Op de derde plaats is er een groep van 30.000 mensen die op dit moment arbeidsmatige dagbesteding heeft via de AWBZ3. Ook hier worden veranderingen in verwacht die kunnen leiden tot een grotere vraag naar jobcoachdienstverlening. Naar inschatting kan 10-20% van deze groep doorstromen naar betaald werk.
2 3
Advies Commissie fundamentele herbezinning Wsw (2008), Werken naar vermogen. Hagen, B.A. (redactie) (2007), Arbeidsmatige dagbesteding in de context van de WMO. Vilans.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
5
Kortom, in potentie is er een groep van 50.000 tot 75.000 personen, die bij het inwerken en daarna op een werkplek, langdurig persoonlijke ondersteuning nodig heeft. De noodzaak van jobcoaching wordt nationaal en internationaal in toenemende mate onderkend.
De noodzaak van de borging van de kwaliteit van het werk van jobcoaches Een belangrijke reden om op dit moment na te gaan hoe de kwaliteit van de jobcoach verder kan worden verbeterd, is terug te vinden in het APErapport4 (2008). In dat rapport worden enkele positieve conclusies getrokken over de ontwikkeling van jobcoaching, maar ook een aantal stevige, minder positieve constateringen gedaan over de kwaliteit ervan. Zo blijkt er 50% baanuitval te zijn zeven maanden na de start van een dienstverband met jobcoaching en is er veel tussentijdse baanuitval die meestal niet terug te voeren is op de contractduur. Verder signaleert APE dat deze uitval voortkomt uit ondeskundigheid van jobcoaches, verkeerde matching, problemen thuis enzovoort. Daartegenover staat dat de baanstabiliteit bij een aanzienlijk deel van de begeleid werkenden groot is: na drie jaar blijkt nog 50% te werken, zij het niet altijd in dezelfde baan. In het APE-rapport, maar ook in de politiek wordt aangedrongen op een verbetering van de kwaliteit van de jobcoaching en daarbij denkt men onder meer aan de invoering van de eis dat een jobcoach een geregistreerd beroep moet worden. Naar wij hebben begrepen bestaat er ook een voornemen om een dergelijke eis te gaan hanteren bij de vergoeding van jobcoaching, mogelijk al per 2010. Gevolg van deze ontwikkeling zou zijn dat de jobcoach een erkend beroep wordt en dat de jobcoaches besluiten een beroepsvereniging in het leven te roepen. Deze vereniging zal binnen de eigen beroepsgroep, maar ook in samenspraak met financiers, de werkgevers en wellicht ook cliëntenorganisaties de kwaliteit van het beroep jobcoach via een register vast kunnen vaststellen, verder ontwikkelen en onderhouden. Op dit moment is er nog geen beroepsvereniging van jobcoaches en ook nog geen register. De wetgever en UWV zien graag suggesties tegemoet om dit alsnog te realiseren.
4
APE (2008), Evaluatie jobcoaching en begeleid werken.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
6
Uitgangspunten advies Met dit advies wil de initiatiefgroep de ontwikkeling van de kwaliteit van het beroep jobcoaching bevorderen. Zij hanteert hierbij de volgende uitgangspunten: •
Het is voor het algemene nut wenselijk dat de kwaliteit van de jobcoach wordt geborgd. Er bestaat een grote maatschappelijke bereidheid om in de arbeidsparticipatie van mensen met een beperking te investeren, hier past een zorgvuldige besteding van de middelen bij;
•
Het bepalen van de kwaliteit van een beroepsgroep is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de professionals zelf, in casu de beroepsgroep jobcoaches;
•
De financiers van jobcoaching zullen in samenspraak met de beroepsvereniging tot overeenstemming moeten komen op welke wijze in een wettelijke borging kan en moet worden voorzien;
•
De initiatiefgroep geeft dit advies zonder directe opdrachtgever. Zij richt haar advies aan de jobcoaches en aan UWV/SZW/VNG als beleidsverantwoordelijke organisaties;
•
De initiatiefgroep wil met dit advies een gerichte aanzet geven tot een verdere ontwikkeling van de kwaliteit van de jobcoach en hoopt dat iedereen meehelpt om redelijk snel te komen tot de oprichting van een beroepsvereniging.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
7
Beroepsbeeld We gaan uit van de volgende definitie van ‘beroep’: “Het geheel van functionaliteiten die bij elkaar horen. Generieke competenties die in de praktijk in verschillende rollen c.q. gedaantes voor kunnen komen”. De volgende definitie van ‘jobcoaching’ overeenkomstig de definitie van Supported Employment “providing support to people with disabilities or other disadvantaged groups to secure and maintain paid employment in the open labour market” (EUSE5).
Omschrijving van het beroep jobcoach Een jobcoach: • Begeleidt mensen die niet zonder ondersteuning werk kunnen vinden en behouden naar loonvormend werk in een betaalde baan op de vrije arbeidsmarkt; • Biedt hiertoe systeemgerichte begeleiding; • Gaat uit van werk dat past bij de talenten en de ontwikkelingsmogelijkheden van de werknemer; • Gaat uit van een werkomgeving die past bij de werknemer.
Doel jobcoaching Loonvormende arbeid met een loonwaarde en een arbeidsovereenkomst, met als doel de ondersteuning zoveel mogelijk te beperken door inzet van ondersteuning in de natuurlijke omgeving. Om dit doel te bereiken leidt de jobcoach toe naar werk, ook als dat op dat moment nog het karakter heeft van sociale activering of een voorschakeltraject. De sociale context bepaalt de lengte van het groeitraject (1,5 à 2 jaar voorbereiding). Wanneer onbetaalde arbeid geen perspectief biedt op betaald werk noemen we het geen jobcoaching.
Kerntaken van de jobcoach • • •
• •
5
Kennis en vaardigheden komen samen in attitude die maken hem/haar tot een jobcoach; Procesgericht begeleiden uitgaande van de mogelijkheden van de cliënt; De jobcoach stimuleert de cliënt tot leren en ontwikkelen; hij moet gevoelig zijn voor wat aansluit bij en opgepakt wordt door de cliënt en daar op voortborduren; De jobcoach begeleidt niet alleen de cliënt maar ook de werkgever en het sociale en professionele netwerk van de cliënt.
EUSE staat voor European Union of Supported Employment
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
8
De initiatiefgroep is van mening dat er pas sprake kan zijn van een volwaardige jobcoach nadat de jobcoach tweejaar als zodanig werkzaam is geweest. Voor die tijd is de werknemer die jobcoaching uitvoert een aspirant-jobcoach (werk- en opleidingseisen komen later aan de orde). De initiatiefgroep geeft de volgende overwegingen mee waar een jobcoach aan zou moeten voldoen met betrekking tot een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en attitude:
Kennis • doelgroepgericht
•
arbeidsmarkt
•
kennis van bedrijfsklimaat en -processen; inzicht in functies, activiteiten en taken binnen arbeidsorganisaties; kennis van de economie in de regio: lokale arbeidsmarkt; kennis van baananalyse.
instrumenten / interventies
•
afhankelijk van organisatie; specialisatie behorend bij organisatie; anders breed inzetbaar; ziekteleer: beperkingen kunnen vertalen naar mogelijkheden (niet ziekte zelf centraal stellen); doelgroep: mensen die langdurige ondersteuning nodig hebben bij in de persoon gelegen factoren.
kennis van methodieken; gesprekstechnieken; leiderschapstijlen; leerstijlen.
wet en regelgeving
wettelijke instrumenten kennen en hun toepassing; arbeidsrecht en sociaal verzekeringsrecht.
Vaardigheden • algemeen
kunnen analyseren; zakelijk kunnen optreden; door kunnen vragen; goed kunnen communiceren (schriftelijke en mondeling); zich kunnen inleven; creatief zijn; besluitvaardig optreden; kunnen aangaan van een vertrouwensrelatie en deze behouden; grenzen kunnen stellen; om kunnen gaan met diverse niveaus in een organisatie;
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
9
•
kunnen functioneren binnen een spanningsveld van meerdere opdrachtgevers (werknemer, werkgever, financier en de eigen werkgever) acquireren van banen.
beroepsgericht
‘agogisch’ kunnen begeleiden gericht op werk; een combinatie van kennis, vaardigheden en attitude.
stimuleren tot leren; gevoelig zijn voor wat aansluit bij de leerstijl van de cliënt; empathisch inlevingsvermogen; contacten kunnen leggen; proactief kunnen handelen; weten wanneer je welke rol, positie moet kiezen; om kunnen gaan met feedback; kunnen reflecteren op eigen handelen; kunnen omgaan met belangenverstrengeling; problemen zelfstandig kunnen oplossen, denken in mogelijkheden; creativiteit; goede match kunnen maken vanuit het referentiekader van de cliënt (‘open minded’).
Attitude
Opleidingseisen De initiatiefgroep is het er over eens dat een jobcoach een beroep is waar minimaal een HBO-opleidingsniveau bij hoort, bij voorkeur in de sfeer van sociaal agogische opleidingen. Redenen hiervoor zijn dat de jobcoach in staat moet zijn in complexe situaties zelfstandig te kunnen opereren. Daarnaast moet er een samenhang zijn in het handelen van de jobcoach dat gebaseerd is op theorie, visie en methodiek om een arbeidstoeleidingstraject van een cliënt te kunnen begeleiden. Dit vereist een juiste attitude en inschatting van de ondersteuningsbehoefte van zowel de cliënt, werkgever en opdrachtgever.
Na een HBO-opleiding volgt nog een kopopleiding op HBO-niveau om het beroep van jobcoach te leren. De leerling is dan gedurende twee jaar aspirant-jobcoach. In het eerste jaar volgt deze een eenjarige duale opleiding met onder andere aandacht voor wet- en regelgeving en begeleidingskunde. De kopopleiding voldoet aan de eindtermen van jobcoaching (deze moeten nog verder uitgewerkt worden in overleg met bestaande opleidingen). Er is sprake van een studiebelasting van ongeveer 250 uur. Tevens werkt de aspirant-jobcoach de eerste twee jaar onder supervisie. Er dient sprake te zijn van een professioneel leertraject waardoor de medewerker kan groeien in het beroep en de organisatie. Er moet sprake zijn van een minimaal aantal dagen waarin de aspirant-jobcoach
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
10
werkzaamheden verricht. Na deze twee jaar als aspirant-jobcoach gewerkt te hebben komt hij in aanmerking om ingeschreven te worden in het register van jobcoaches.
Overgangsituatie We kunnen ons voorstellen dat vooral over het punt van de vooropleiding discussie ontstaat. Wat is het gevolg van ons advies voor de huidige jobcoaches die geen HBO-opleiding hebben gevolgd? De initiatiefgroep ziet meerdere mogelijkheden om te kunnen voorzien in een overgangsituatie voor de huidige jobcoaches. Wij hechten eraan dat aan de ene kant goed functionerende jobcoaches die niet aan de ‘nieuwe eisen’ voldoen actief blijven, maar ook dat jobcoaches die niet voldoen aan die eisen en ook niet volwaardig functioneren, zich ook geen jobcoach meer mogen noemen. Er zijn diverse manieren waarop met een overgangsituatie kan worden omgegaan:
Strikte variant Alle huidige jobcoaches die geen kopopleiding op HBO-niveau hebben gevolgd of nog geen twee jaar als jobcoach hebben gewerkt, worden door het register beschouwd als aspirant-jobcoaches zolang zij nog niet aan bovenstaande voorwaarden hebben voldaan.
Soepele variant Alle huidige jobcoaches die geen kopopleiding op HBO-niveau hebben gevolgd en nu al werken als jobcoach worden in het register opgenomen. De volgende oplossingsrichtingen kunnen bij een overgangsregeling in overweging worden genomen: • dispensatie op HBO-opleiding; • dispensatie op kopopleiding op HBO-niveau; • dispensatie op HBO-niveau kunnen werken; • dispensatie omdat de jobcoach een bepaalde termijn als jobcoach heeft gewerkt. Er zijn diverse mogelijkheden om dispensaties toetsbaar te maken. Door te eisen dat mensen alsnog het gehele traject moeten afleggen als zij een Mbostudie als vooropleiding hebben. Of een kopopleiding op Hbo-niveau volgen wanneer zij wel in het bezit zijn van een Hbo-diploma. Mensen kunnen ook getoetst worden door bijvoorbeeld een assessment af te nemen of op basis van een portfolio of erkenning van verworven competenties (EVC). Naast alle genoemde suggesties, kan ook worden overwogen of de werkervaring getoetst kan worden aan een bepaald prestatieniveau.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
11
Advies Met dit advies wil de initiatiefgroep een richting geven voor de professionalisering van het beroep tot jobcoach. Zij wil hiermee benadrukken dat het vooral bedoeld is als voorzet voor en door jobcoaches op te richten beroepsvereniging en of register. De toelichting bestaat uit twee onderdelen, een toelichting op het advies aan de jobcoaches en aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV).
Toelichting advies jobcoaches Het advies van de initiatiefgroep aan de jobcoaches omvat vijf onderdelen, te weten: 1. Richt een beroepsvereniging op. 2. Stel het beroepsbeeld vast. 3. Formuleer een standpunt over een register. 4. Treed in contact met Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en mogelijk ook Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). 5. Treed in overleg met de werkgevers (begeleid werken organisaties/ re-integratiebedrijven). Hieronder zullen we per onderdeel dit advies toelichten.
ad 1 Oprichten beroepsvereniging De initiatiefgroep adviseert jobcoaches een beroepsvereniging op te richten om de belangen van de beroepsgroep te kunnen behartigen. Verschillende overwegingen spelen hierin een rol, niet in de laatste plaats het feit dat een beroepsvereniging een rechtspersoon is en daarmee een vertegenwoordigende partij voor onder andere het ministerie, brancheorganisatie en/of opleidingen. Doelstellingen van een beroepsvereniging voor jobcoaches kunnen zijn: • Bevorderen van ontwikkeling van jobcoaching in de breedste zin; • Ontwikkelen van een visie op jobcoaching; • Kwaliteitsborging; • Serviceverlening aan haar leden; • Informatievoorziening. Het is belangrijk stapsgewijs te komen tot de ontwikkeling van een beroepsvereniging. In de startfase zullen enkele contouren moeten worden uitgewerkt van wat de vereniging in spé wil en moet doen. Vervolgens is het van belang draagvlak te zoeken onder jobcoaches. In de communicatie moet duidelijk worden gemaakt dat het om professionalisering cq. beroepsontwikkeling gaat. Jobcoaches moeten deze ontwikkeling zien als
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
12
een positieve ontwikkeling, niet als een bedreiging. We hebben gemerkt dat voor veel jobcoaches de mogelijkheid van een beroepsvereniging nog nieuw is.
ad 2 Beroepsbeeld vaststellen De initiatiefgroep adviseert de beroepsvereniging een beroepsbeeld vast te stellen. Een aanzet tot een beroepsbeeld is in deze korte notitie gegeven.
ad 3 Register jobcoaching Bij het registreren van een beroep gaat het met name om kwaliteitsstandaarden voor de professie te borgen; het onafhankelijk van de eigen werkgever kunnen handelen naar de ‘norm’ van de beroepsgroep (waarbij beroep niet hetzelfde is als een functie). Het gaat om de vraag: “Hoe kun je op een integere manier meten wat iemand doet?” Het gaat niet alleen om de vorm, procedure en toetsing maar ook om de kennis, kunde, vaardigheden en houding. Het register moet een meerwaarde opleveren voor de transparantie, de borging en de ontwikkeling van kwaliteit. Opleidingen voor de kopstudie moeten op niveau en inhoud getoetst worden.
Behoud registratie De registratie tot jobcoach kan alleen behouden blijven als jobcoaches blijven voldoen aan kwaliteitseisen. Het is aan te bevelen hier een norm voor te ontwikkelen en vast te stellen, in de vorm van een certificeringsysteem. Dat voldoet aan de volgende kenmerken: een ingangstoets (is gelijk aan de initiële opleiding), actief zijn, volgen van bijscholing, intervisie of onderlinge toetsing, facultatief een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied bijvoorbeeld door het geven van cursussen, te publiceren e.d. Een register koppelt kwaliteit en opleiding (ook vanuit Europese normen). We willen ervoor waarschuwen de registratie-eisen niet te ingewikkeld te maken en administratief eenvoudig te houden.
ad 4 Contact met UWV, SZW en VNG Vraag aandacht als projectgroep van jobcoaches tot het oprichten van een beroepsvereniging voor de vorming van een beroepsvereniging en een register voor jobcoaches door: • duidelijkheid te vragen over wensen met betrekking tot de eisen die rond de kwaliteitsborging van het beroep (in regelingen) gesteld zouden moeten worden; • een verzoek tot financiële ondersteuning in te dienen om de ontwikkeling van een beroepsgroep en register te realiseren en in stand te houden (om het doel tot professionaliseren van het beroep te kunnen bewaken en binding aan dit doel te garanderen).
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
13
ad 5 Contact met jobcoachorganisaties, cliëntenorganisaties en werkgevers, Werkgevers van jobcoaches doen er goed aan de professionalisering van het beroep jobcoach te ondersteunen door hun jobcoaches de gelegenheid te geven voor: • Intervisie; • Supervisie; • Opleiding; • Bijscholing door het volgen van congressen, studiedagen; • Actief te zijn binnen de beroepsvereniging. Cliëntenorganisaties en werkgevers zijn de feitelijke klanten van jobcoaches. Zij zijn gebaat bij een goede waarborging van de kwaliteit van diensten die jobcoaches leveren. Zij zijn daarmee zeer belangrijke stakeholders voor de beroepsvereniging en zouden ook betrokken kunnen worden bij de eisen die via een register worden gesteld.
Toelichting advies UWV/SZW De initiatiefgroep adviseert UWV, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en gemeenten (VNG) om de volgende punten in acht te nemen: 1. Bevorder de spoedige vorming van een beroepsvereniging en een register door: a. in gesprek te gaan met een (voorlopige) beroepsvereniging van jobcoaches b. duidelijkheid te geven over eisen rond de kwaliteitsborging van het beroep en of dit dan voor alle wettelijke regiems geldt waar jobcoaching bij nodig is (in regelingen) c. de ontwikkeling van een beroepsgroep en de opzet van een register te bevorderen, onder meer via het toekennen van een startersubsidie 2.
Ontwerp voor de vergoedingen, de begeleiding door werkgevers of anderen die niet zijn geregistreerd een apart regiem, zodat aan iedereen gelijke eisen kan worden gesteld bij de ondersteuning van een jobcoach.
3.
Stimuleer de kwaliteit van begeleid werken niet alleen via een register. Een benchmark, audits en controles op het niveau van bedrijven is en blijft noodzakelijk.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
14
ad 1
Bevordering vorming beroepsvereniging en ontwikkeling van een register
Het is noodzakelijk met een beroepsvereniging te overleggen, maar die beroepsvereniging is op dit moment niet opgericht. De oprichting van een vereniging van jobcoaches kan worden bevorderd door in een vroeg stadium de wenselijkheid uit te spreken van een oprichting van een beroepsvereniging en te voorkomen dat de oprichting van een beroepsvereniging heel lang op zich laat wachten of dat er verschillende verenigingen worden opgericht. Het proces van organisatievorming kan worden bevorderd door: • een eerste inhoudelijke reactie te geven op dit advies dat houvast en richting geeft aan de op te richten beroepsvereniging. Het is aan te bevelen in deze reactie aandacht te besteden aan: de wijze waarop eventuele eisen wettelijk worden vastgelegd; of dit voor alle wettelijke regelingen (WIA, WSW artikel 7) zal gelden; of er de bereidheid bestaat om voor de huidige jobcoaches die niet aan de nieuwe eisen voldoen een overgangsregeling te verzorgen. •
te laten weten dat er behoefte is aan een representatieve gesprekspartner vanuit de beroepsgroep. Spreek hierbij uit welke mate van organisatiegraad hierbij minimaal nodig is en hoe ver de vereniging moet zijn voordat er sprake is van een gesprekspartner (verenging in oprichting, gekozen bestuur)
•
een financiële vergoeding in het vooruitzicht te stellen om de beroepsgroep de ruimte te geven op professionele wijze te kunnen starten met het oprichten van een vereniging en het ontwikkelen van een register.
ad 2
Vergoedingen voor niet-geregistreerde jobcoaches
Tegelijkertijd met de roep om de kwaliteit van jobcoaches te waarborgen, gaan er stemmen op dat werkgevers en/of mentoren ook in aanmerking moeten kunnen komen voor de vergoeding van de jobcoachregeling. Eventueel zou, in het verlengde van experimenten, op termijn een integraal persoonsgebonden budget ingevoerd kunnen worden waarmee cliënten volledig vrij ondersteuning in te kopen van onder andere een jobcoach. De initiatiefgroep erkent dat de ondersteuning van de natuurlijke omgeving van de werknemer van zeer groot belang is voor duurzame plaatsingen. Aandacht hiervoor en actieve bevordering van die bijdrage uit de directe omgeving is onderdeel van het werk van de jobcoach. Jobcoaches ondersteunen mentoren en werkgevers ook om tot een goede begeleiding van de werknemer met een beperking te komen. Natuurlijke ondersteuning, zo blijkt uit onderzoek naar de effectiviteit van begeleid werken, leidt tot een hogere mate van integratie in de reguliere werkomgeving en een hoger salaris.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
15
Tevens geldt dat de aanvraag van een jobcoachvoorziening een keuze van de werknemer met een beperking is. Het is zijn/haar jobcoach en hij vraagt die dan ook zelf aan. Eventuele begeleiding door bijvoorbeeld een familielid biedt geen garantie voor continuïteit, want wie neemt de begeleiding op zich wanneer dat familielid ziek wordt? Tevens meent de initiatiefgroep dat het niet consistent is als de financiers hogere eisen wil stellen aan jobcoaches in vergelijking met personen uit de directe omgeving van de begeleid werkende. Indien er toch een voorkeur blijft bestaan om ook niet-erkende jobcoaches in aanmerking te laten komen omdat zij tot de natuurlijke omgeving van de werknemer met een beperking behoren, adviseert de initiatiefgroep te komen met een aparte regeling.
ad 3 Kwaliteitsborging naast een register jobcoaching De initiatiefgroep stelt voor de kwaliteit van jobcoaches te bevorderen via de beroepsgroep van jobcoach. De vraag is of daarnaast de kwaliteit van jobcoaching ook gewaarborgd moet worden of blijven. De initiatiefgroep meent dat dit nodig is. Dit kan onder meer via een verantwoording op het niveau van begeleid werkenorganisaties, het keurmerk van Blik op Werk en dergelijke. We adviseren een aantal van de bestaande erkenningvoorwaarden aan Begeleid Werken organisaties te handhaven. Mogelijkerwijs kunnen deze voorwaarden op een andere manier aan Begeleid Werken bedrijven worden gesteld of in het register worden opgenomen. Jobcoachbedrijven zijn verantwoordelijk voor: • Een minimaal aantal jobcoaches dat voor een bedrijf werkt. In geval van ‘eenpitters’ zullen zij toetsbare afspraken moeten hebben om de continuïteit van de dienstverlening te kunnen waarborgen; •
Intervisie zal vermoedelijk gekoppeld worden aan het beroep jobcoaching,maar het is tevens te overwegen deze eis mede aan bedrijven te stellen.
Advies Beroep Jobcoach, december 2008
16