Het Belang van Arbeidsmigranten De regio Noord en Midden-Limburg ziet arbeidsmigranten als een kans. Een kans om de regionale economie te stimuleren en om de demografische ontwikkeling positief te beïnvloeden. Gewoon meetellen en meedoen is de aangewezen weg om deze kans positief in te vullen. Het is belangrijk dat niet alleen arbeidsmigranten zich hiervoor inzetten, maar ook iedereen in de ontvangende samenleving. Integratie en participatie moet immers van twee kanten komen. Het belang van arbeidsmigranten is een samenwerkingsproject van gemeenten, provincie, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Wij zetten ons in voor de integratie en participatie van arbeidsmigranten in de regio Noord- en Midden-Limburg. Hieronder vindt u uitgebreide informatie over het samenwerkingsproject Het Belang van Arbeidsmigranten. Zo vindt u hier de Verklaring van Kerkeböske (2011), ons projectplan en diverse folders bedoeld voor arbeidsmigranten. We hebben de Nederlandse versies van deze folders bijgevoegd. Verder vindt u ook informatie over de klankbordgroep arbeidsmigranten en het informatiepunt in Meterik. Mocht u nog vragen hebben over de informatie in dit document dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van het samenwerkingsproject Het Belang van Arbeidsmigranten:
[email protected]
Facebook Neemt u ook eens een kijkje op onze Facebook- pagina “Het Belang van Arbeidsmigranten”. Klik op “Like” om de pagina te volgen en blijf op de hoogte van het laatste nieuws van het samenwerkingsproject.
Het belang van arbeidsmigranten Meer nog dan in veel andere gebieden van Nederland kent de regio Noord-Limburg een instroom van arbeidskrachten uit met name Polen en ander Oost-Europese landen. Voor een deel blijven deze arbeidsmigranten hier tijdelijk, maar een toenemend aantal zal zich hier blijvend vestigen. Beide stromen arbeidsmigranten zijn van groot belang voor de regio: Dank zij de arbeidsmigranten kan er veel economische bedrijvigheid en werkgelegenheid in stand gehouden en verder uitgebreid worden. De arbeidsmigranten vergroten niet alleen het aantal arbeidskrachten, maar ze versterken ook de kwaliteit van de beroepsbevolking (onder de arbeidsmigranten zijn vaak goed geschoolde personen aanwezig). Arbeidsmigranten die zich hier blijvend vestigen, hebben een gunstig effect op de voorziene bevolkingskrimp en ze hebben een dempend effect op de vergrijzingstendens. Naast het belang dat de regio heeft bij de aanwezigheid van arbeidsmigranten, hebben deze zelf ook een aantal belangen: Goede, betaalbare en eigenstandige huisvesting: mensen moeten fatsoenlijk kunnen wonen; zeker bij langer verblijf liefst niet gebonden aan hun werk of werkgever. Sociale en culturele inbedding in de samenleving: mensen moeten weet hebben van het land waar ze (tijdelijk) wonen, ze moeten de taal van dat land beheersen, ze moeten toegang hebben tot algemene voorzieningen (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, sport, cultuur), ze moeten zich gerespecteerd weten en opgenomen worden in de gemeenschap. Samen met de arbeidsmigranten en de andere inwoners van onze regio, samen met instellingen en maatschappelijke organisaties willen wij als lokale overheden bevorderen dat de komende jaren concrete activiteiten worden opgezet op onderstaande terreinen: Begrijpelijke en toegankelijke informatie aan arbeidsmigranten. Positieve beeldvorming over arbeidsmigranten en dialoog over meetellen en meedoen. Fatsoenlijke en betaalbare huisvesting (voor blijvers en voor tijdelijke opvang). Taal en inburgering: stimuleren dat arbeidsmigranten de taal leren. Onderwijs en vrije tijd: zorgen dat kinderen van arbeidsmigranten mee kunnen doen. GBA: bevorderen dat migranten die hier langer verblijven zich inschrijven in het GBA. Werk: bevorderen van goede werkomstandigheden en bestrijden van discriminatie. Individuele gemeenten en een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder Stichting ARKA , Wonen Limburg en Stichting Synthese, hebben in het verleden reeds gezamenlijk of afzonderlijk activiteiten opgezet op genoemde terreinen. Ook vertegenwoordigers van arbeidsmigranten zijn hierbij betrokken. Deze inzet heeft heel duidelijk laten zien dat veel van de genoemde uitdagingen en probleemvelden nauw samen hangen. Daarom is het van belang een gezamenlijke en samenhangende visie te ontwikkelen en een integrale aanpak. Dat geldt voor de regio als geheel en het geldt voor ieder van de gemeenten afzonderlijk. Onderstaande gemeenten van Noord- en Midden-Limburg slaan daartoe de handen ineen. Ze worden daarin ondersteund door de provincie Limburg. Ze nodigen collega-gemeenten en andere hiervoor in aanmerking komende organisaties, bedrijven, instellingen en groepen uit het initiatief te ondersteunen en regiobreed te ontwikkelen. Per gemeente wordt vanuit bovenstaande visie en in samenspraak en samenwerking met alle betrokkenen voor 1 juli 2011 een plan van aanpak opgesteld. Deze lokale plannen worden begin september uitgewisseld en gebundeld tot een integraal regionaal plan van aanpak, voor de uitvoering waarvan steun wordt gezocht bij provincie en rijk. Helden, Kerkeböske, 1 april 2011 Gemeenten die deze verklaring ondertekenen zijn: Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Venlo, Venray. De verklaring wordt ook ondersteund door de provincie Limburg
13 mei 2013 Arbeidsmigranten (regionale samenwerking) Voorwoord: Op 1 april 2011 is door bestuurders uit drie gemeenten “Horst a/d Maas, Peel en Maas en Venray” een start gemaakt om het thema arbeidsmigranten regionaal aan te pakken. Niet als probleem, zoals elders in Nederland, maar als een kans. De insteek is arbeidsmigranten zijn welkom. De regio heeft arbeidsmigranten nodig voor de economie en de arbeidsmigranten die zich blijvend willen vestigen leveren een positieve bijdrage aan de demografische ontwikkeling van de regio. Een bestuurlijke werkgroep is in het leven geroepen en in diverse modules werden deelonderwerpen verder uitgediept en aangepakt. Diverse belangengroepen, private partijen en de gemeenten uit de regio konden vrijwillig en op basis van financiering eigen inzet aansluiten. Deze aanpak is succesvol. Het aantal actieve gemeenten is inmiddels gegroeid naar vijf en Weert oriënteert zich op dit moment op actieve deelname. 10 gemeenten in de regio hebben het convenant “Het belang van arbeidsmigranten” (zie bijlage 1) ondertekend. Naast gemeentelijke overheden nemen in de bestuurlijke werkgroep diverse organisaties uit het veld zoals woningcorporatie “Wonen Limburg”, welzijnsorganisatie Synthese, GGD, Kamer van Koophandel en Arka (lokale belangenorganisatie arbeidsmigranten) actief deel. Ook de provincie Limburg is sinds een jaar actief betrokken bij deze aanpak. Resultaten worden zichtbaar. Het kader voor een regionaal huisvestingsbeleid Short-stay is opgesteld en als basis gebruikt voor het vaststellen van gemeentelijk beleid voor short-stay. Met controles is een begin gemaakt in Horst aan de Maas. Venray volgt dit jaar. Ook in de gemeente Peel en Maas is hiervoor budget beschikbaar. De huisvesting voor short-stay is zowel kwantitatief als kwalitatief de afgelopen jaren wel verbeterd. Gelijktijdig voldoet menige woonlocatie nog niet aan de landelijke eisen. Een enkele woningcorporatie wil inmiddels voor mid-stay concrete plannen realiseren. Eveneens begint ook de doorstroming naar de reguliere huisvestingsmarkt op gang te komen. De regionale aanpak heeft een eigen logo en nieuwsbrief gekregen. Op de drukbezochte regionale bijeenkomsten die twee keer per jaar worden gehouden, worden thema’s uitgediept. De contacten met de doelgroep zelf worden aangehaald, door de vorming van een regionale klankbordgroep, het opzetten en in stand houden van informatiepunten en de aanwezigheid van een interactief, door de arbeidsmigranten zelf te vullen digitaal podium (digidorp / digiwioska). Tevens is er een site op facebook aangemaakt om de kans te bieden aan iedereen om laagdrempelig contact te hebben over dit thema. De aanpak in de regio Noord-Limburg is in Maastricht bij de Provincie beloond met een eenmalige subsidie (50.000 euro) ter ondersteuning en activering. De regio ligt op koers en door regionaal samen te werken is de regio een welkome partner in Den Haag en hebben we als een van de negen regio’s waar dit thema speelt inmiddels een prominente rol.
Twee jaar regionale samenwerking heeft resultaten opgeleverd die met een gelijkwaardige lokale inzet en binnen dezelfde tijd op individueel gemeentelijk niveau niet haalbaar zouden zijn geweest. Gelijktijdig zien we dat diverse thema’s nog onvoldoende aandacht hebben gekregen. Er valt nog winst te behalen op bijvoorbeeld het sociaal maatschappelijk vlak, op het punt van registratie, op economische samenwerking, bij onderzoek en informatie, betrokkenheid van mensen en beeldvorming t.a.v. arbeidsmigranten en m.b.t. huisvesting voor mid- en longstay. Nu eind dit jaar de balans in het kader van de subsidieverstrekking van de provincie opgemaakt moet worden is het tijd om nog eens alle activiteiten op een rij te zetten en te kijken naar de organisatie van het proces. Op 22 april jl. hebben daarom de ambtelijke procesbegeleiders van de vijf actieve gemeenten (Horst a/d Maas, Peel en Maas, Leudal, Venlo en Venray) hieraan een dag besteed. Ook de gemeente Weert heeft deze dag bijgewoond.
Het resultaat is dit document dat nu ter bespreking voor ligt in de bestuurlijke werkgroep. Op basis van dit document hopen en verwachten wij dat op lokaal niveau betrokken partijen komen tot een positieve formele besluitvorming over het proces.
Inleiding: Het aantal Poolse arbeidsmigranten in de regio Noord- en Midden-Limburg is niet exact vast te stellen. Dat heeft te maken met het Schengen akkoord en het vrije verkeer van personen en goederen binnen de EU. Er bestaat geen registratieplicht voor EU ingezetenen als zij een ander EU land bezoeken. Voor Polen die in een periode van 6 maanden langer dan 4 maanden verblijven in Nederland geldt wel een verplichte inschrijving in het GBA. Bovendien beschikken de lokale overheden via de toeristen-/verblijfsbelasting over cijfers waarmee een inschatting van het aantal arbeidsmigranten en de locaties waar zij verblijven in logies en op campings kan worden gemaakt . Daarnaast verstrekt de belastingdienst Burgerservicenummers voor hen die legaal aan het werk gaan. Deze bronnen geven een indicatie over de aantallen, maar een exact kwantitatief beeld over het aantal arbeidsmigranten in de regio bestaat dus niet. Voorlopig zullen we het dan ook moeten doen met ramingen en schattingen. Diverse uiteenlopende onderzoeken geven schattingen van het aantal Poolse arbeidsmigranten in Noord- en Midden-Limburg tussen de 15.000 en 20.000. Het aantal arbeidsmigranten uit alle andere Europese landen tezamen is in de regio tot op heden zeer beperkt. Minder dan 10 %. Het belangrijkste motief van de Polen om naar onze regio te komen is werk. In vergelijking met Polen is hier meer werk voorhanden en dat werk wordt beter betaald. Het minimumloon in Nederland is 4 maal zo hoog als in Polen. De agrarische sector met een omvangrijke vraag naar (seizoens)werk liep voorop. Inmiddels zien we ook dat in de bouw, de maakindustrie, de logistiek en de zorg het aantal Poolse werknemers toeneemt. De Limburgse economie heeft structureel behoefte aan buitenlandse arbeidsmigranten. Het draagvlak in de samenleving en de noodzakelijke voorzieningen zijn daar (nog) niet op afgestemd. De aanwezigheid van zo’n grote groep Polen brengt huisvesting met zich mee. Dat veroorzaakt nogal wat deining in de samenleving en de publieke opinie. Het straatbeeld verandert. Het aantal Poolse kentekens neemt toe. In straten worden meerdere woningen bewoond door arbeidsmigranten. Ook ontstaat er een aparte Poolse parochie, maar ook neemt het aantal meldingen van overlast toe. In de grote steden zien we een groepje Poolse drop-outs, zonder werk en inkomen, vaak mét verslaving. De lokale overheden die met de verschijnselen geconfronteerd worden doen samen met belanghebbenden een gezamenlijke poging om te reguleren en grip te krijgen op deze ontwikkeling. Niet alleen wat de negatieve uitwassen aangaat, maar ook in termen van fatsoenlijke huisvesting, acceptabele werkomstandigheden en integratie in de samenleving. Overheden, werkgevers, commerciële en maatschappelijke organisaties bekommeren zich om een groeiende groep die voor een deel een permanent karakter krijgt en daardoor bijdraagt aan een positieve demografische en economische ontwikkeling van de regio. De grensregio Noord- en Midden-Limburg kampt de komende jaren met een krimpende en vergrijzende beroepsbevolking. De regio kan zijn voordeel doen met het potentieel aan immigranten om de demografische ontwikkelingen op te vangen en de tekorten aan geschoolde vakmensen op de arbeidsmarkt te
verlichten. Het gaat om 32.000 banen in 2016 in Limburg (strategische kadernotitie provincie Limburg, maart 2013). Steeds meer zien we de toegevoegde waarde die de Poolse arbeidsmigranten leveren aan de regionale economie. Niet alleen ongeschoold werk in de agrarische sector, waarvoor eenvoudigweg onvoldoende Nederlandse handen te vinden zijn, ook klassiek geschoolde Poolse vakmensen in de bouw vinden voldoende emplooi. Ondanks een tegenvallende economische ontwikkeling is het aanbod ook in de toekomst in bepaalde beroepsgroepen onvoldoende om de vraag te dekken. Dat heeft alles met onze demografische ontwikkeling te maken, het feit dat de babyboomers de pensioengerechtigde leeftijd bereiken en een toenemende vraag in de zorg. Daarnaast is uit diverse wetenschappelijke en beleidsstudies bekend dat migranten vaak onder het beroepsniveau werken dat past bij hun opleidingsniveau. Veel Polen worden ingezet op laaggeschoold werk in o.a. de land- en tuinbouw, de maakindustrie en de logistieke dienstverlening. Deze onderbenutting leidt ertoe dat het potentieel aan kennis en vaardigheden bij migranten niet volledig ten bate komt van de regionale economische ontwikkeling. Bijkomende vraag is dan ook hoe en in welke mate de arbeidsinzet van migranten beter kan worden benut op de Noord-Limburgse arbeidsmarkt om personele tekorten bij bedrijven en instellingen te verlichten en demografische krimp tegen te gaan. Bovendien is de groep zo omvangrijk dat ze de autonome demografische ontwikkeling voor de regio op termijn kan beïnvloeden en op z’n zachts gezegd, de scherpe kantjes eraf kan halen. Van meet af aan hebben de aantallen overwegend jonge Poolse werknemers een positief effect op de leeftijdsopbouw van de bevolking, de ontgroening en de vergrijzing. Voor de kleine kernen betekent dit ook afzetmarkt en daarmee draagvlak van voorzieningen. Uit de onderzoeken blijkt eveneens dat een groot gedeelte bereid is zolang er werk bestaat, gezinnen te vormen en zich hier permanent te vestigen. De geprognotiseerde aantallen van permanente vestigingen lopen op tot wel de helft van de totale groep. De Poolse arbeidsmigranten blijken dan ook een kans voor de regionale economie en een remedie voor de negatieve effecten van een dreigende bevolkingskrimp. De permanente vestiging van arbeidsmigranten betekent ook dat het vraagstuk andere aspecten krijgt. Taalbeheersing, letterlijk en figuurlijk de weg kennen in Nederland en integratie en participatie nemen in belang toe. Ook de rijksoverheid ziet deze tendens en minister Ascher speelt daar nu op in door te pleiten voor participatiecontracten met arbeidsmigranten die zich hier willen vestigen. Arbeidsmigranten blijft daarmee een vraagstuk dat in beweging blijft, en meer moet worden gezien als een proces dan een project met een duidelijk begin en eind.
Regionale organisatiestructuur: Twee jaar geleden is gestart met een regionale organisatiestructuur. Centraal staat daarbij de bestuurlijke werkgroep met daarin bestuurders van overheden en organisaties in het veld. Deze bestuurlijke werkgroep wordt voorgezeten door de burgemeester van Horst aan de Maas, Kees van Rooij, ondersteund door een ambtelijk regionaal secretariaat. In een achttal modules die voorgezeten worden door bestuurders uit de bestuurlijke werkgroep worden diverse thema’s uitgewerkt. In de modules wordt de vakinhoudelijke bijdrage aangeleverd uit de verschillende gemeenten en organisaties. Daarnaast komen ter voorbereiding en afstemming de beleidsadviseurs en projectleiders uit diverse gemeenten regelmatig bij elkaar. De vertaalslag op lokaal niveau en binnen de organisaties in het veld is per gemeente en organisatie verschillend. Op 22 april hebben de beleidsadviseurs en projectleiders nog eens gekeken naar deze regionale overlegstructuur. We constateren dat arbeidsmigranten geen project is maar een proces. Een duidelijk begin en eind is niet aan te wijzen, terwijl de accenten in de inhoud door de tijd heen, door externe factoren steeds verschuiven. Op hoofdlijnen adviseren wij wel om de bestaande regionale overlegstructuur te handhaven. Op detailniveau hebben we wel een aantal aanbevelingen. We zien dat de bestuurlijke werkgroep in de praktijk weliswaar de spil is van de regionale samenwerking maar niet functioneert als werkgroep, maar evenmin als stuurgroep. Er vinden geen inhoudelijke werkzaamheden plaats in de bestuurlijke werkgroep, maar deze groep beperkt zich ook niet tot het alleen maar nemen van uitgewerkte besluiten, zoals in een formele stuurgroep. Gezien het procesmatige karakter en de samenstelling van de bestuurlijke werkgroep is dit ook niet verwonderlijk. Om deze reden stellen wij voor om de titel te veranderen in bestuurlijke overleggroep. De secretariële ondersteuning en werkwijze bij de voorbereiding blijft intact. Tevens constateren we dat er wel veel modules zijn. Niet alle modules zijn daarbij even actief. Daarom is gezocht naar het op een zo logisch mogelijke manier indikken van het aantal modules. De inhoud van de provinciale notitie “strategische kadernotitie Arbeidsmigratie” van de provincie Limburg (maart 2013) heeft ons hierbij geholpen. We stellen in lijn van deze notitie een nieuwe praktische indeling voor. Wij komen dan uit op een vijftal modules, elk voorgezeten door een bestuurder. De vakinhoudelijke medewerkers uit de diverse organisaties brengen hun vak expertise in. Ter ondersteuning van de bestuurlijke voorzitter regelt hij/zij ondersteuning voor verslaglegging, agendering etc.
Voorstel regionale organisatiestructuur Arbeidsmigranten
Regionale overleggroep Agenda overleg
Regionaal overleg procesbegeleiders
Regionaal secretariaat
Module 1. Economie
Module 2. Ruimtelijk fysiek
Module 3. Sociaal Maatschappelijk
Module 4. Handhaving en Registratie
Module 5 Communicatie en Informatie
Regionale overleggroep: In de regionale overleggroep zitten nu:
bestuurders van de participerende gemeenten
bestuurder en/of afvaardiging van de provincie
bestuurder van Wonen Limburg
bestuurder van Synthese namens alle welzijnsorganisaties
bestuurder van de Kamer van Koophandel
bestuurder van de GGD
bestuurder van Arka
Wij stellen voor dat ook een afvaardiging van werkgevers (o.a. LLTB) en uitzendorganisaties structureel aansluiten bij dit overleg en hiervoor uitgenodigd worden. Frequentie van overleg is 4 tot 6 maal per jaar. De agenda voor de regionale overleggroep wordt opgesteld in het agendaoverleg door het regionaal secretariaat in afstemming met de voorzitter van de regionale overleg groep. Agendapunten kunnen door iedereen worden aangeleverd via het regionaal secretariaat. Modules: Er zijn in dit voorstel een vijftal modules benoemd. De modules 1,2 en 3 zijn modules met een eigen zelfstandig activiteitenpakket. De modules 4 en 5 hebben naast een zelfstandig activiteiten pakket ook een ondersteunende taak aan de andere modules. De vakinhoudelijke module-medewerkers worden afgevaardigd namens de overheden en betrokken organisaties die ook deelnemen in de regionale overleg groep. De frequentie van de bijeenkomsten kan per module wisselen, afhankelijk van de werkzaamheden. De minimale frequentie loopt parallel met de minimale frequentie van samenkomst van de regionale overleggroep. Per module is hieronder aangegeven welke partijen deelnemen, wat het specifieke doel per module is, welke resultaten behaald moeten worden en tot slot welke concrete activiteiten en vragen voorliggen per module.
Regionaal overleg procesbegeleiders: Op ambtelijk niveau stemmen de procesbegeleiders van de actief betrokken gemeenten met elkaar af over de samenhang en de voortgang.
Bestuurlijke en Ambtelijke terugkoppeling richting rijksoverheid en provincie: M.b.t. het thema arbeidsmigranten treedt de regionale samenwerking (ambtelijk) richting provincie en rijksoverheid gezamenlijk namens de regio naar buiten. Voorzitter van de regionale overleggroep en ambtelijk regiosecretaris vervullen deze rol. Indien er sprake is van meer inhoudelijke expertise vragen voorzitter en ambtelijk regiosecretaris om deelname/vervanging door anderen. Deze werkwijze komt overeen met de huidige praktijk.
Terugkoppeling naar de regio: Tweejaarlijks zijn er bijeenkomsten (Kerkeböske) waarbij de regio op thematische onderwerpen wordt geïnformeerd. De gemeentelijke regiotafels worden gebruikt om de regionale gemeenten te informeren.
Besluitvorming: Elke betrokken organisatie blijft zijn eigen autonomie houden m.b.t. besluitvorming.
Module 1. Economie Deelnemers: Werkgevers LLTB KvK Uitzendorganisaties Provincie Gemeentelijke overheden Voorzitter:
Paul Vogels
Ondersteuning:
Hans Krijn
Doel: Bevorderen van goede werkomstandigheden en bestrijden van discriminatie (bron:* “Het belang van arbeidsmigranten) en het afstemmen van arbeidsmarktontwikkeling en arbeidsmigratie. Te behalen resultaten: A. Onderzoek gericht op trends bij de regionale arbeidsmarktontwikkeling m.b.t. arbeidsmigranten. B. Bijdrage gemeente bij controle op arbeidsomstandigheden van arbeidsmigranten. Concrete activiteiten/vragen: A. Verzamelen en ordenen bestaand onderzoek m.b.t. arbeidsmarktontwikkeling: 1.
Verzamelen en ordenen bestaand onderzoek m.b.t. arbeidsmarktontwikkeling.
2.
Linking van bestaand onderzoek naar de regionale situatie.
3.
Aanvullend regionaal onderzoek m.b.t.:
a.
Behoefte onderzoek naar marktsegmenten waar arbeidsmigranten gaan werken.
b.
Nader onderzoek relatie werklozen enerzijds en inzet arbeidsmigranten anderzijds.
c.
Relatie opleiding arbeidsmigranten en werk.
B. Regulier bijhouden van gegevens WW en bijstand bij de arbeidsmigranten. 1.
Welke bijdrage gaan gemeenten leveren bij:
a.
Controle op arbo-omstandigheden bij het werk.
b.
Controle en handhaving arbeidsrechten arbeidsmigranten.
c.
Controle en handhaving bij afdracht loonheffingen/pensioengelden e.d.
Module 2. Ruimtelijk fysiek Deelnemers: Woningbouwcorporaties Particuliere verhuurders Particuliere bouwers Provincie Gemeentelijke overheden
Voorzitter:
Lucien Peeters
Ondersteuning:
Tim Nijs
Doel: Goede, fatsoenlijke, betaalbare en eigenstandige huisvesting. Mensen moeten fatsoenlijk kunnen wonen; zeker bij langer verblijf liefst niet gebonden aan hun werk of werkgever (bron*: Het belang van arbeidsmigranten).
Te behalen resultaten: A. Uniform beleid, Huisvesting Buitenlandse Werknemers (HBW)short stay/logies implementeren en vaststellen. B. Uniform beleid Huisvesting arbeidsmigranten midstay/wonen opstellen en implementeren en vaststellen. C. Onderzoek naar kwalitatieve en kwantitatieve gegevens in de regio naar huisvesting arbeidsmigranten longstay/wonen Waar nuttig en handig in samenhang met vragen uit andere modules. D. Regionale standpunt bepaling bed voor bed regeling en relatie met bestaande wetgeving. E.
Faciliteren en daadwerkelijke realisatie door derden bevorderen en stimuleren short stay, mid stay en long stay.
Concrete activiteiten/vragen: A. Uniform beleid, Huisvesting Buitenlandse Werknemers (HBW) short stay/logies implementeren en vaststellen. 1.
Kennisnemen in de regio van HBW.
2.
Implementatie en vaststelling per gemeente.
3.
Regionaal overzicht vaststellen van wijze van implementatie (verschillen en overeenkomsten).
4.
Uiteindelijk doel fysieke realisatie short stay.
B. Uniform beleid Huisvesting arbeidsmigranten midstay/wonen opstellen en implementeren en vaststellen. 1.
Opstellen beleid midstay/wonen.
2.
Kennisnemen van implementatie en vaststelling.
3.
Regionaal overzicht vaststellen van wijze van implementatie (verschillen en overeenkomsten).
4.
Uiteindelijk doel fysieke realisatie mid-stay. C.
Onderzoek naar kwalitatieve en kwantitatieve gegevens in de regio naar huisvesting arbeidsmigranten longstay/wonen.
1.
Kwalitatief onderzoek huur/koop.
2.
Kwantitatief onderzoek huur/koop waar nodig in samenhang met andere onderzoeken.
D. Regionale standpunt bepaling bed voor bed regeling en uitvoering bouwkundige/ milieukundige wetgeving en bestemmingsplannen. 1.
Standpunt bepaling Bed voor bed-regeling (versoepeling regelgeving) in relatie tot bouwkundige wetgeving.
2.
Standpunt bepaling en oplossing voor problematiek stankcirkels in buitengebied.
3.
Kennisuitwisseling en waar mogelijk afstemming werkwijze bestemmingsplanproblematiek.
E.
Faciliteren en daadwerkelijke realisatie. Uiteindelijk doel is realisatie door derden van short stay, mid stay en long stay.
1.
Faciliteren samenwerking tussen verhuurders, uitzendorganisaties en werkgevers i.s.m. provincie.
2.
Opzet woonbemiddelingspunt i.s.m. provincie.
3.
Implementatie regionale woonvisie in samenwerking met provincie.
4.
Faciliteren en maken van afspraken met corporatie(s) i.s.m. provincie.
5.
Regionale standpunt bepalen en beantwoording voor juni bijeenkomst in Den Haag.
Module 3 Sociaal maatschappelijk
Deelnemers: Sociaal maatschappelijke instellingen onderwijsinstellingen Provincie Gemeentelijke overheden Voorzitter:
Raf Janssen
Ondersteuning:
Bert Peterse
Doel: Sociale en culturele inbedding in de samenleving: mensen moeten weet hebben van het land waar ze (tijdelijk) wonen, ze moeten de taal van het land beheersen, ze moeten toegang hebben tot algemene voorzieningen (o.a. gezondheidszorg, onderwijs, sport, cultuur), ze moeten zich gerespecteerd weten en opgenomen worden in de gemeenschap. Dit geldt voor zowel de arbeidsmigrant zelf als hun gezinsleden (bron* Het belang van arbeidsmigranten).
Te behalen resultaten: A. Is er m.b.t. gezondheid een specifiek risico te benoemen bij arbeidsmigranten, dat om een nadere aanpak/begeleiding vraagt? B. Op welke wijze kunnen we ervoor zorgen dat arbeidsmigranten (minderjarige, jong volwassenen en volwassenen) zo snel mogelijk in kunnen stromen in het reguliere onderwijs? C. Nederlands taalonderwijs bevorderen door vraag en aanbod bij elkaar te brengen en door het in beeld brengen van de kwaliteit v.d. cursussen.
D. Bij integratie en participatie wordt uitgegaan van zelfregulering. Alleen bij signalering van negatieve effecten voor arbeidsmigranten zelf of de omgeving faciliteren. Tevens worden landelijke activiteiten rondom (vrijwillige) inburgering actief gevolgd.
Concrete activiteiten/vragen: A. Is er m.b.t. gezondheid een specifiek risico te benoemen bij arbeidsmigranten, dat om een nadere aanpak/begeleiding vraagt? 1.
Welk risico loopt de arbeidsmigrant en de omgeving m.b.t. overdraagbare ziekten i.r.t.
2.
Moet er op basis van voorgaande een apart inentingsprogamma opgestart worden?
3.
Is er nog specifieke aandacht nodig voor minderjarige kinderen?
4.
Zijn arbeidsmigranten voor ziektekosten regulier verzekerd?
inentingsprogramma's in Nederland versus land van herkomst?
B. Op welke wijze kunnen we ervoor zorgen dat arbeidsmigranten (minderjarige, jong volwassenen en volwassenen) zo snel mogelijk in kunnen stromen in het reguliere onderwijs? 1.
Werkwijze bij instroom basisonderwijs (voor- en nadelen lokaal/centrale instroming).
2.
Onderzoek naar doelmatigheid en doelgerichtheid instroom voortgezet onderwijs (wel of geen schakelklas).
3.
Onderzoek naar wenselijkheid/behoefte onderwijs voor volwassenen.
C. Nederlands taalonderwijs bevorderen door vraag en aanbod bij elkaar te brengen en door het in beeld brengen van de kwaliteit v.d. cursussen. 1.
Welke soorten/typen taalonderwijs worden door wie in de regio aangeboden (kwantiteiten en kwaliteiten)?
2.
Welke soorten/typen taalonderwijs worden geadviseerd bij short-stay/mid-stay en longstay?
3.
Zijn er fysieke belemmeringen om taalonderwijs te volgen (reisafstand, kosten tijdsinvestering)?
4.
Kunnen de fysieke belemmeringen worden weggenomen?
D. Bij integratie en participatie wordt uitgegaan van zelfregulering. Alleen bij signalering van negatieve effecten voor arbeidsmigranten zelf of de omgeving faciliteren. Tevens worden landelijke activiteiten rondom (vrijwillige) inburgering actief gevolgd. 1.
Structureel verzamelen kwantitatieve en kwalitatieve informatie over negatieve effecten op basis van input professionals, wijkmanagement, en doelgroep zelf (klankbordgroep, ARKA, Migrada).
2.
Op basis van input info maatwerk leveren in de uitvoering, zoveel mogelijk via bestaande structuren en organisaties met inzet van hierboven genoemde partijen.
3.
Rijksbeleid t.a.v. inburgeringscursus volgen.
4.
Op basis van informatie keuze maken of regio wil meedoen aan inburgeringstrajecten. Indien gekozen wordt voor inburgeringstrajecten hier uitvoering aan geven.
5.
Uitgangspunten opstellen voor repatriëring als laatste stap bij integratie en participatie. Repatriëringstrajecten uitvoeren (m.b.v. organisatie BARKA).
Module 4 Handhaving en Registratie Deelnemers: politie Belastingdienst Provincie Gemeentelijke overheden Voorzitter:
Kees van Rooij
Ondersteuning:
Martin Vries
Doelen: Zorgdragen voor een actuele registratie, via nachtregister en RNI, met het doel dat migranten die langer dan vier van de zes maanden hier verblijven zich inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en zorgdragen voor een veilige woon- en leefomgeving.
Te behalen resultaten: A. Registratie van arbeidsmigranten is van belang om kwantitatieve informatie te hebben over aantal arbeidsmigranten in de regio. Tevens is registratie waar arbeidsmigranten verblijven vanuit veiligheid van belang.
B. Controle en handhaving in het kader van huisvesting met als onderdelen: brandveiligheid, bouwkundige veiligheid en bouwkundige gezondheidsaspecten. C. Veiligheid en handhaving voor arbeidsmigranten en haar omgeving.
Concrete activiteiten/vragen: A. Registratie van arbeidsmigranten is van belang om kwantitatieve informatie te hebben over aantal arbeidsmigranten in de regio. Tevens is registratie waar arbeidsmigranten verblijven vanuit veiligheid van belang. 1.
Algemene uitgangspunten registratie opstellen en door gemeente accorderen.
2.
Motivatie van arbeidsmigranten, ondanks wettelijke verplichting om zich in te laten schrijven, in beeld brengen.
3.
Technische inschrijvingen GBA stimuleren i.s.m. betrokken partijen.
4.
Technische uitschrijvingen GBA stimuleren/belonen i.s.m. betrokken partijen.
5.
Een regionale digitale systematiek opzetten voor nachtregister en betaling toeristenbelasting.
6.
Regionale digitale systematiek voor nachtregister en betaling toeristenbelasting uitrollen binnen regio.
7.
RNI proces volgen.
8.
Onderzoek naar mogelijk te leggen link tussen RNI en GBA/nachtregister en bijbehorende effecten.
B. Controle en handhaving in het kader van huisvesting met als onderdelen: brandveiligheid, bouwkundige veiligheid en bouwkundige gezondheidsaspecten. 1.
Regionale afstemming over de systematiek en werkwijze. Met als voorbeeld Horster model.
2.
Reguliere en systematische uitvoering controle en handhaving conform regionaal afgestemde systematiek.
C. Veiligheid en handhaving voor arbeidsmigranten en haar omgeving. 1.
Partijen houden vingers aan de pols ter voorkoming van discriminerende excessen rondom arbeidsmigranten.
2.
Registratie en controle van basisgegevens arbeidsmigranten, denk aan: koppeling met 4.2 (Horster model).
3.
Identiteitsgegevens.
4.
Gegevens m.b.t. rijbewijzen en autoverzekeringen.
5.
Overlastproblematiek voor de omgeving.
6.
Uitstaande bekeuringen.
7.
Criminele activiteiten.
Module 5 Communicatie en informatie Deelnemers: Arbeidsmigranten Werkgevers en uitzendorganisaties Welzijnsorganisaties Woning coöperaties en particuliere verhuurders en bouwers Provincie Gemeentelijke overheden Voorzitter:
Ramon Testroote
Ondersteuning:
Lex van Marcke
Doel: Zorgdragen voor begrijpelijke en toegankelijke informatie aan arbeidsmigranten, bijdragen aan een positieve beeldvorming over arbeidsmigranten en het bevorderen van de dialoog over meetellen en meedoen (bron* het belang van arbeidsmigranten). Te behalen resultaten: A. Structureel en incidenteel informatie verzamelen over arbeidsmigranten d.m.v. kennis nemen van bestaande onderzoeken en het zelf uitvoeren van regionaal gerichte onderzoeken. B. Uiteindelijk resultaat dient te zijn dat arbeidsmigranten via de reguliere beschikbare informatievoorzieningen hun weg vinden binnen onze gemeenschap, of zelf die informatiemiddelen in stand houden die zij van belang vinden. C. Informatie- en communicatiemiddelen direct gekoppeld aan het inhoudelijke proces regionale aanpak arbeidsmigranten.
Concrete activiteiten/vragen: A. Structureel en incidenteel informatie verzamelen over arbeidsmigranten d.m.v.kennis nemen van bestaande onderzoeken en het zelf uitvoeren van regionaal gerichte onderzoeken. 1.
Bijhouden en kennisnemen van bestaande onderzoeken.
2.
Indien nodig zelf regionaal aanvullend onderzoek uitvoeren.
3.
Wensen arbeidsmigranten in beeld brengen.
4.
Economische ontwikkelingen in beeld brengen.
5.
Kwantitatieve en kwalitatieve informatie structureel verzamelen:
6.
Hoeveel arbeidsmigranten zijn er verdeeld naar regio's van herkomst.
7.
Werkvelden waar arbeidsmigranten werkzaam zijn (kwalitatief en kwantitatief).
8.
Aantallen per huisvestingslocatie (gemiddelde huurprijs).
9.
Veiligheidscijfers per regio en soort (herkomst).
10.
Verblijfsduur arbeidsmigranten.
11.
Gegevens WW en bijstand.
12.
Opleidingsniveau en huidige werkkring.
13.
Trends en ontwikkelingen in kaart brengen.
B. Uiteindelijk resultaat dient te zijn dat arbeidsmigranten via de reguliere beschikbare informatievoorzieningen hun weg vinden binnen onze gemeenschap, of zelf die informatiemiddelen in stand houden die zij van belang vinden. 1.
Doorontwikkeling klankbordgroep.
2.
Besluitvorming inzet migrada, inzet van middelen bepalen.
3.
Indien besluitvorming Migrada akkoord is, uitvoering geven aan besluitvorming.
4.
Ontwikkeling digiwioska volgen.
5.
Koppeling met de gemeentelijke websites maken (vorm en werkwijze bepalen).
6.
Beschikbaarheid folders bij balies organiseren.
7.
Al dan niet gebruiken landelijke Poolse krant.
8.
Regionale informatiepunten behouden/ontwikkelen met accent op doorontwikkeling Meterik.
9.
(zoveel mogelijk uniforme) werkwijze bij publieksbalies gemeenten en andere organisaties vastleggen.
C. Informatie- en communicatiemiddelen direct gekoppeld aan het inhoudelijke proces regionale aanpak arbeidsmigranten. 1.
Opstellen, vullen en verspreiden regionale nieuwsbrief.
2.
Opstellen en verspreiden regionale persberichten.
3.
Tweejaarlijks regionale thematische bijeenkomst (Kerkeböske) organiseren.
4.
Afspraken over vertegenwoordiging bij rijk (VNG) en provincie bestuurlijk en ambtelijk.
5.
Afspraken over werkwijze, contacten en inzet met en tussen organisaties binnen regio zoals: Klankbordgroep Arbeidsmigranten ARKA BARKA Migrada KvK Werkgevers en uitzendorganisaties Woningbouwcorporaties en overige verhuurders ( o.a. Wonen Limburg) Welzijnsorganisaties (o.a. Synthese) Provincie
Inleiding Laten wij ons eerst eens aan u voorstellen: de regionale klankbordgroep is een groep enthousiaste Poolse mensen die zich bezig houdt met de belangen van de Poolse arbeidsmigrant. Dit betekent dat wij met onze kennis vanuit onze achtergrond en contacten zaken bespreken die de Poolse gemeenschap aangaan. Onze achtergrond We zijn allen goed geïntegreerd in de Nederlandse samenleving en zijn ook goed bekend met de Nederlandse taal. Wij hebben, ieder vanuit zijn/haar eigen werk, dagelijks te maken met arbeidsmigranten. Deze kennis zetten wij in om u te helpen bij grotere vraagstukken zoals werken, wonen en leven in Noord Limburg. Hierdoor zijn we goed in staat om ons in te leven en een mening te vormen over datgene wat er leeft in de Poolse gemeenschap. Wat doen wij? Wij hebben regelmatig overleg met de gemeenten uit de regio. In dit overleg worden zaken besproken die de Poolse gemeenschap aangaan. Wij geven gevraagd en ongevraagd advies en raad. Daarnaast worden wij benaderd voor medewerking aan diverse publicaties en onderzoeken, die betrekking hebben op de arbeidsmigrant. Ook zijn wij betrokken bij het regionale project “Het belang van arbeidsmigranten”. Bovendien zijn wij vertegenwoordigd in de Poolse parochie in Meterik en ook in de stichting Arka. Deze stichting organiseert o.a. voorlichtingsbijeenkomsten maar ook andere bijeenkomsten.
Wat kunnen wij voor u betekenen? Wanneer jij en eventueel meerdere mensen met een bepaald probleem zit waar jullie niet uit komen dan kun je dat bij ons aandragen. Het gaat dan niet om individuele problemen waarvoor je terecht kunt bij het Servicepoint Meterik of Vorkmeer in Helden, maar om collectieve problemen. Denk hierbij aan vragen over huisvesting, inschrijving, kentekens, arbeidsvoorwaarden, rechten en plichten, etc. Wij behartigen de belangen van de Poolse
arbeidsmigrant in de gemeenten Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venray, Venlo, Leudal, Beesel, Bergen, Gennep, Mook en Middelaar, Nederweert. Kunt u iets voor ons betekenen? Wanneer je graag mee wilt praten, denken en adviseren in de klankbordgroep dan nodigen wij je hier graag voor uit. We zijn nog op zoek naar mensen die ons willen helpen om de belangen van de Poolse arbeidsmigrant te behartigen. Wil je meer informatie dan tref je onder aan deze brochure informatie over hoe je ons kunt bereiken. Hoe bereik je ons? De klankbordgroep is te bereiken via: E-mail:
[email protected]
Inleiding Ik ben Krystyna Gorska en ben in het bezit van zowel de Poolse als de Nederlandse nationaliteit. Van de ruim 30 jaar die ik in Nederland woon ben ik sinds 20 jaar inwoonster van de gemeente Horst aan de Maas. Horst aan de Maas is een gemeente waar veel van mijn landgenoten gedurende een groot deel van het jaar werken en wonen. Ik heb mij tot doel gesteld mijn landgenoten uit NoordLimburg en andere arbeidsmigranten uit de voormalige Oostblok landen bij te staan bij sociale en maatschappelijke vraagstukken. Op weg helpen Ik wil u graag op weg helpen. Zo kan ik u adviseren over het inschrijven van u (en uw gezin) bij de gemeente, kan ik u helpen met het invullen van formulieren en kan ik contacten leggen met instanties die voor uw persoonlijke situatie van belang kunnen zijn. Voor echte spoedeisende zaken ben ik bereikbaar via 06-30 98 15 06 Service Point in Meterik In Meterik wonen en werken veel arbeidsmigranten. Vanuit de Poolse Parochie die in het dorp gevestigd is, werd de roep om een ontmoetingscentrum steeds duidelijker. Toen is een Service Point ingericht in het gemeenschapshuis van Meterik aan de St. Jansstraat 2. Naast de mogelijkheid tot het doen van uw dagelijkse inkopen kunt u hier ook met uw vragen en problemen terecht.
Openingstijden Service Point Het Service Point is gevestigd op het adres St. Jansstraat 2, 5964 AC te Meterik. Email:
[email protected]. Tijdens openingsuren is het Service Point telefonisch te bereiken via 077-397 14 46. De openingsuren zijn: • Maandag van 09.00 uur tot 13.00 uur • Dinsdag van 18.00 uur tot 21.00 uur • Woensdag van 18.00 tot 21.00 uur • Donderdag van 18.00 uur tot 21.00 uur • Vrijdag van 18.00 uur tot 21.00 uur Kerkdienst In Meterik wordt door de Poolse Parochie elke zondag om 19.00 uur een Heilige Mis gehouden. Dat hier behoefte aan bestaat blijkt uit het feit dat deze dienst elke week door zeer velen bezocht wordt. Aansluitend kan iedereen het ontmoetingscentrum (dat gelegen is tegenover de kerk) bezoeken om gezellig met landgenoten te praten. Poolse ambassade Mocht u ondanks de mogelijkheden die u geboden worden door de Poolse Parochie Meterik geen antwoord krijgen op uw vraag of vragen , dan kunt u terecht bij de ambassade van uw land. De ambassade van Polen is gevestigd aan de Alexanderstraat 24 te 2514 JM Den Haag. De ambassade is telefonisch te bereiken via 070-36 37 770. De website van de ambassade: www.haga.polemb.net Huren van een woning in de regio waar u werkzaam bent In Limburg zijn meerdere verhuurders van woningen.
Thuis in Limburg www.thuisinlimburg.pl Wonen Limburg Telefoon: 0800-1881 www.wonenlimburg.nl
[email protected] Onderstaande buurtwinkels zijn geopend van: ma. t/m vrij. 10.00 – 13.00 uur en avondopenstelling op ma. van 17.00 – 19.30 uur. Buurtwinkel Venray Gouden Leeuwplein 2, Venray. Buurtwinkel Horst Doolgaardstraat 38, Horst. Buurtwinkel Panningen Raadhuisstraat 130, Panningen. Buurtwinkel Weert Wilhelminasingel 175a, Weert. Woningstichting Kessel (verhuurt alleen in Kessel) Keverbergstraat 2B 5995 XW Kessel 077 432 23 76 www.wskessel.nl
[email protected] VB&T makelaars Vestdijk 180 5611 CZ Eindhoven
040 269 69 99 www.vbtmakelaars.nl
[email protected] WoonWenz (Venlo, Blerick, Arcen, Velden, Lomm en Horst aan de Maas) Molenbossen 618 5923 AJ Venlo-Blerick Postbus 337, 5900 AH Venlo T 077 – 389 31 31 F 077 – 382 79 51 E
[email protected] W. www.woonwenz.nl Thuis bij Antares (Blerick, Meijel, Swalmen, Tegelen en Venlo) Venloseweg 7 5931 GR Venlo-Tegelen Postbus 3046, 5930 AA Venlo-Tegelen T:(077) 373 36 66 F: (077) 373 77 14 E
[email protected] W: www.thuisbijantares.nl Woonservice Urbanus (Belfeld) Schoolstraat 2 5951 CJ BELFELD Postbus 4025, 5950 AA Belfeld T: 077-3586750 E:
[email protected] W: www.ws-urbanus.nl
Inleiding Als u zich in Nederland vestigt, kunt u nog een bepaalde periode gebruik blijven maken van uw buitenlands rijbewijs. De periode is afhankelijk van het land waar u het rijbewijs heeft gehaald. Ná het verstrijken van deze ‘overgangsperiode’ moet u een Nederlands rijbewijs hebben. Poolse rijbewijzen kunnen worden omgewisseld voor een Nederlands rijbewijs. Voorwaarde daarvoor is dat u in Nederland woonachtig bent (dus ingeschreven staat in een gemeente in Nederland) en dat het Poolse rijbewijs geldig is op het moment van de aanvraag. De regels zijn als volgt: Als u een rijbewijs heeft dat is afgegeven in Polen, dan kunt u er in Nederland nog tot 10 jaar na afgifte van het Poolse rijbewijs mee blijven rijden. Als uw rijbewijs echter al ouder is dan 10 jaar, mag u nog twee jaar blijven rijden met uw Pools rijbewijs (gerekend vanaf de datum van inschrijving in een Nederlandse gemeente). Voorwaarde is wel dat het Poolse rijbewijs nog geldig is. Voorbeeld 1: Stel uw rijbewijs is afgegeven op 25-10-1999. U mag dan met het Poolse rijbewijs blijven rijden tot 2510-2009 (= 10 jaar na afgiftedatum*1) tenzij de geldigheidsduur van uw rijbewijs eerder verloopt (zie datum einde geldigheid*2). Als de geldigheidsduur van het Poolse rijbewijs eerder verloopt voor 25-10-2009 dan moet u het rijbewijs omwisselen voordat de geldigheidsduur van het rijbewijs gaat verlopen. Voorbeeld 2: Stel uw rijbewijs is afgegeven op 10-03-1998 en u heeft zich in Horst aan de Maas gevestigd op 10-102007, dan mag u met uw Poolse rijbewijs in Nederland rijden tot 10-10-2009. Het rijbewijs is immers ouder dan 9 jaar. Op grond van de afgiftedatum van het rijbewijs zou er hier mee mogen worden gereden tot 10-03-2008. Men mag
echter vanaf datum woonachtig in Nederland altijd nog twee jaar gebruik maken van het Poolse rijbewijs en dit is dan de datum tot 10-10-2009 (mits uiteraard de geldigheidsduur (datum einde geldigheid*2) van het Poolse rijbewijs nog niet is verlopen). Heeft u een rijbewijs met categorie CD(E)? Personen met categorieën CD(E) (vrachtwagen/autobus/+aanhangwagen voor vrachtwagen of autobus) moeten voordat ze het rijbewijs kunnen omwisselen een zogenaamde ‘eigen verklaring’ bij de gemeente kopen of via de website van het CBR met uw DigiD. Deze moet ingevuld worden. Men moet zich daarvoor (uitsluitend) door een arts van een arbodienst (‘arbo-arts’) laten keuren. Voor adressen kunt u in het telefoonboek/gouden gids zoeken onder ‘arbodiensten’ in de buurt of via www.arbo.startpagina.nl. Vervolgens wordt deze volledig ingevulde ‘eigen verklaring’ opgestuurd naar het CBR te Rijswijk. Indien alles in orde is, krijgt u schriftelijk bericht ervan en kunt u naar het gemeentehuis gaan voor de omwisseling aan te vragen. Dit kan tijdens de openingstijden van de afdeling Burgerzaken of Publiekszaken.
Vakbekwaamheid rijbewijs Een nieuwe code op het rijbewijs De invoering van de nieuwe Europese Richtlijn vakbekwaamheid betekent een nieuwe structuur van basiskwalificatie en verplichte nascholing voor beroepschauffeurs. Vanaf 10 september 2008 krijgen instromende buschauffeurs in plaats van het papieren chauffeursdiploma een code vakbekwaamheid op het rijbewijs. Hetzelfde gebeurt voor vrachtautochauffeurs per 10 september 2009. Per september 2008 wijzigt ook de structuur van de examens voor het behalen van de vakbekwaamheid en het rijbewijs C en D. De code komt achter de relevante categorie op het rijbewijs en ziet er als volgt uit: 95 (= de code vakbekwaamheid) met daarachter de vervaldatum, b.v. 10.09.2015. De code vakbekwaamheid is vijf jaar geldig. Verlenging is alleen mogelijk als beroepschauffeurs in de periode van vijf jaar 35 uur aan gecertificeerde nascholingscursussen volgen. Zonder een geldige code mag de chauffeur geen beroepsvervoer verrichten. Alle houders van een rijbewijs D, afgegeven vóór 10 september 2008 en rijbewijs C, afgegeven vóór 10 september 2009, zijn vrijgesteld van het behalen van de basiskwalificatie vakbekwaamheid. Zij hoeven vanaf die data nog géén geldige code vakbekwaamheid op het rijbewijs te hebben. Werken zij beroepsmatig als chauffeur? Dan dienen zij wel nascholing te gaan volgen. Er is afgesproken dat zij in de eerste periode van verplichte nascholing geen vijf, maar zeven jaar de tijd krijgen om hieraan te voldoen. Dit betekent dat zij uiterlijk op 10 september 2015 (voor huidige buschauffeurs) of 10 september 2016 (voor huidige vrachtautochauffeurs) een geldige code vakbekwaamheid op het rijbewijs moeten hebben. Vanaf die datum dient elke beroepschauffeur over
zo’n geldige code te beschikken. Meer informatie over de richtlijn vakbekwaamheid is te lezen op: www.rijbewijs.nl en www.richtlijnvakbekwaamheid.nl Hoe lang duurt het omwisselen van het rijbewijs? Omwisseling van het Poolse naar het Nederlandse rijbewijs duurt gemiddeld 3 weken. U dient het Poolse rijbewijs in te leveren bij omwisseling. U krijgt een gewaarmerkte kopie van uw Poolse rijbewijs om gedurende deze 3 weken te kunnen aantonen dat u met omwisseling bezig bent, zodat u kunt blijven rijden in Nederland. Internationale rijbewijzen Internationale rijbewijzen zijn slechts gelegaliseerde vertalingen van een nationaal rijbewijs. Deze kunt u dus niet omwisselen voor een Nederlands rijbewijs. Voor meer informatie over rijbewijzen kunt u contact opnemen met de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) in Veendam, telefoon 0900 0739 vanuit Nederland. Van Pools naar Nederlands kenteken Iedere inwoner van Nederland is verplicht zijn motorrijtuig op Nederlands kenteken te registeren in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW). Alleen al de inschrijving in de Basisregistratie Personen leidt tot de verplichting om het buitenlands motorrijtuig in te schrijven in het Nederlands kentekenregister. U bent dan ook verplicht om Motorrijtuigenbelasting te betalen. Het niet naleven van de inschrijving in het kentekenregister is strafbaar. Meer informatie hierover www.belastingdienst.nl, douane 08000749)
Informatie Voor meer informatie kunt u terecht bij de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken van de gemeente Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Venlo en Venray.
Contactgegevens Gemeente Beesel Website: www.beesel.nl Telefoon: 077 – 474 92 92
Gemeente Nederweert Website: www.nederweert.nl Telefoon: 0495 – 67 71 11
Gemeente Bergen Website: www.bergen.nl Telefoon: 0485 – 34 83 83
Gemeente Peel en Maas Website: www.peelenmaas.nl Telefoon: 077 – 306 66 66
Gemeente Gennep Website: www.gennep.nl Telefoon: 0485 – 49 41 41
Gemeente Venlo Website: www.venlo.nl Telefoon: 14 077
Gemeente Horst aan de Maas Website: www.horstaandemaas.nl Telefoon 077-477 97 77
Gemeente Venray Website: www.venray.nl Telefoon: 0478 – 52 33 33
Gemeente Leudal Website: www.leudal.nl Telefoon: 0475 – 85 90 00
Openingstijden Afdeling Burgerzaken/Publiekszaken De openingstijden van de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken zijn te vinden op de websites van de gemeenten.
Gemeente Mook en Middelaar Website: www.mookenmiddelaar.nl Telefoon: 024 – 696 91 11
Inleiding U bent nog niet zo lang in Nederland en u wilt weten hoe dingen in dit land geregeld zijn. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwijs. Deze brochure vertelt wat u moet weten, als u uw kind op een Nederlandse school wil plaatsen. Leerplicht Iedereen in Nederland moet van zijn vijfde tot zijn achttiende verjaardag naar school. Deze leerplicht is in Nederland vastgelegd in de Leerplichtwet. Voor leerlingen van 5 tot 16 jaar heet dit de volledige leerplicht, voor jongeren tussen 16 en 18 jaar heet dit de kwalificatieplicht. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal niveau mbo-2 of havo. Dit diploma vergroot de kans om een baan te vinden en te houden. Kinderen moeten elke schooldag naar school. In een beperkt aantal situaties kunnen kinderen extra vrij krijgen. Bij ziekte van het kind neemt u zo spoedig mogelijk contact op met school om het kind ziek te melden. De Leerplichtwet is streng. De wet zorgt ervoor dat ieder kind tot zijn 18e verjaardag naar school gaat en op een school staat ingeschreven. Verplicht. Ouders of verzorgers zijn er verantwoordelijk voor dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Wanneer moet u een school kiezen? Uw kind mag vanaf vier jaar naar school. In ons land moeten alle kinderen naar school als ze vijf jaar oud zijn. Ze zijn dan leerplichtig. Dat staat in de Nederlandse wet. Veel gemeenten sturen u een brief als uw kind drie jaar wordt. In die brief staat dat u uw kind moet inschrijven bij een school en wanneer u dit moet doen. Het is belangrijk dat u uw kind op tijd inschrijft. Het is daarom goed om nu al na te denken over een school voor uw kind. Gaat uw kind op dit moment naar een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf? Dan kan het zo zijn dat men daar al samenwerkt met een bepaalde basisschool. Vraag er eens naar. Ook organiseren sommige scholen speciale activiteiten om een kind te laten wennen aan de basisschool. Als uw kind drie jaar en tien maanden is, mag het alvast een aantal dagen
naar school om te wennen. Die kennismakingsperiode duurt maximaal vijf dagen. Maar let op, niet alle scholen hebben een kennismakingsperiode. Welk school kiest u? U bepaalt zelf naar welke school uw kind gaat. In Nederland zijn ongeveer zevenduizend basisscholen. Er zijn veel verschillende soorten scholen: openbare scholen, bijzondere scholen en scholen die lesgeven volgens een bepaalde pedagogische opvatting. Er zijn ook scholen voor speciaal onderwijs. Het zijn er nogal wat. Maar wat zijn nu de verschillen? Een korte uitleg vindt u hieronder. • Openbare scholen Ongeveer eenderde van alle kinderen in Nederland gaat naar een openbare school. Een openbare school staat open voor kinderen van iedere godsdienst of levensbeschouwing. Meestal bestuurt een gemeente, een bestuurscommissie of een stichting een openbare school. Maar de gemeente kan als bestuurder ook een openbare rechtspersoon instellen. ‘OBS’ is de afkorting van Openbare Basisschool. • Bijzondere scholen In ons land gaan de meeste kinderen naar een bijzondere school: ongeveer twee derde. Op een bijzondere school krijgt uw kind les vanuit een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging. Er zijn veel verschillende bijzondere scholen. Zo zijn er bijvoorbeeld rooms-katholieke, protestantschristelijke, joodse, islamitische, hindoeïstische en vrije scholen. Maar er zijn ook bijzondere scholen waar het onderwijs niet is gebaseerd op een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, maar op een bepaalde pedagogische opvatting. Dat
zijn de algemeen bijzondere scholen. Een bijzondere school wordt bestuurd door een vereniging of een stichting. Ouders kunnen lid zijn van zo’n vereniging. ‘RK’ is de afkorting voor Rooms Katholiek. • Speciaal (basis) onderwijs Speciaal onderwijs is onderwijs voor kinderen met een handicap, chronische ziekte of stoornis. Deze kinderen krijgen in het speciaal onderwijs meer aandacht en ondersteuning dan in het gewone onderwijs. Welke school kiest u? Hoe kiest u een school? U maakt natuurlijk zelf de keuze voor de school waar uw kind naartoe gaat. Dat is ook logisch, want ouders vinden verschillende dingen belangrijk als ze een school kiezen. Soms kiezen ouders een school omdat hun andere kinderen al naar die school gaan, of omdat een school gewoon dichtbij is. Er zijn ook ouders die kiezen voor een school die aansluit bij hun eigen geloof of bij hun ideeën over opvoeden. Maar het kan ook zijn dat de crèche of peuterklas afspraken met een school heeft en dat de ouders ervoor kiezen om hun kind naar de school te laten gaan waarmee de crèche deze afspraken heeft gemaakt. De ouders weten dan bij het kiezen van een crèche al naar welke school hun kind zal gaan. Vindt u het moeilijk om een school te kiezen? Het kan uw keuze makkelijker maken als u scholen met elkaar vergelijkt. Dat kan op verschillende manieren: • u gaat bij de scholen kijken; • u gaat naar een informatieavond; • u kijkt mee in de les (dit is bij sommige scholen mogelijk); • u informeert bij ouders in de buurt. • u kijkt op de site van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl • u neemt contact op met de leerplichtambtenaar van de gemeente. Ook heeft elke school een schoolgids. Daar staat veel informatie over de school in. Niet alleen over het soort school, maar bijvoorbeeld ook over de doelstellingen en de resultaten van de school. Mijn kind is twaalf jaar, naar welke school moet hij/zij ? De Internationale Schakelklas is gevestigd in Venlo bij het Valuascollege. Leerlingen van twaalf tot achttien jaar die uit het buitenland komen, leren in groepen van maximaal twaalf personen de Nederlandse taal gebruiken. Na een periode van gemiddeld anderhalf jaar beheersen ze het
Nederlands op een voldoende niveau om in het gewone voortgezet onderwijs met hun opleiding verder te kunnen. Nog vragen ? U kunt altijd contact opnemen met de leerplichtambtenaar van uw gemeente. Contactgegevens Gemeente Beesel Website: www.beesel.nl Telefoon: 077 – 474 92 92 Gemeente Bergen Website: www.bergen.nl Telefoon: 0485 – 34 83 83 Gemeente Gennep Website: www.gennep.nl Telefoon: 0485 – 49 41 41 Gemeente Horst aan de Maas Website: www.horstaandemaas.nl Telefoon 077-477 97 77 Gemeente Leudal Website: www.leudal.nl Telefoon: 0475 – 85 90 00 Gemeente Mook en Middelaar Website: www.mookenmiddelaar.nl Telefoon: 024 – 696 91 11 Gemeente Nederweert Website: www.nederweert.nl Telefoon: 0495 – 67 71 11 Gemeente Peel en Maas Website: www.peelenmaas.nl Telefoon: 077 – 306 66 66 Gemeente Venlo Website: www.venlo.nl Telefoon: 14 077 Gemeente Venray Website: www.venray.nl Telefoon: 0478 – 52 33 33