Het belang van gebed.
Geliefde zusters en broeders, Mooi dat ik vandaag in jullie midden mag zijn, zeker om over zo’n belangrijk onderwerp met jullie te spreken. Vanuit de commissie kwamen 2 punten naar mij toe: 1. Toerusting voor het gebed en 2. de kracht van het gebed in de gemeente. Ik wil ze in de andere volgorde behandelen. Dus eerst de tweede en dan de eerste. Nou ja, behandelen. Het is een beetje de vraag of ik die tweede vraag, die dus nu als eerste aan de orde is, wel echt kan behandelen. I (=2) Eigenlijk vind ik dat het lastigste thema. De kracht van het gebed in de gemeente. Waarom??, omdat je het belang van gebed natuurlijk nooit kunt overschatten. Ik zou bijna zeggen: wie die hier vanavond gekomen is, zou durven zeggen dat het gebed in de gemeente niet geweldig belangrijk is. De bidders van en in de gemeente doen het belangrijkste werk. Ik noem enkele teksten die dat onderstrepen. Als het gaat over de eerste gemeente in Handelingen 2, dan staat er in vers 42: ‘En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden.’ Ook in de gebeden werd dus volhard. Aan het eind van het bekende gedeelte over de geestelijke wapenrusting staat dit: Efeze 6: 17-18 ‘En neem de helm van de zaligheid en het zwaard van de Geest, dat is Gods Woord, 18 terwijl u bij elke gelegenheid met alle gebed en smeking bidt in de Geest en daarin waakzaam bent met alle volharding en smeking voor alle heiligen.’ En dan gaat het nog door in vers 19: 19 Bid ook voor mij, opdat mij het woord gegeven wordt bij het openen van mijn mond, om met vrijmoedigheid het geheimenis van het Evangelie bekend te maken, waarvan ik een gezant ben in ketenen, opdat ik daarin vrijmoedig mag spreken, zoals ik moet spreken. Volop het gebed dus: zowel als omlijsting van de geestelijke wapenrusting als ook met het oog op missionair bezig zijn – dat de verkondiging doorgaat. En Jakobus schrijft in zijn brief ook over de kracht van het gebed: ‘Jakobus 5:15/16 En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.’
Dus ook in het kader van het pastoraat, als het gaat om vergeving en heling/genezing is het gebed van wezenlijk belang. Ook het leven van de Here Jezus zou ik kunnen noemen. Ik neem toch min of meer aan dat het bekend is dat Hij op allerlei momenten, met name in de stille uren van de nacht en de vroege ochtend, het contact met Zijn hemelse Vader zocht. En op specifieke momenten lezen we dat Jezus bidt. Voordat hij het brood breekt bij de broodvermenigvuldiging, dankt hij Zijn Vader voor de gave van het brood. Voordat Hij Lazarus terugroept uit de dood in het leven, bidt Hij tot zijn Vader. En er staan mooie beloftes over het gebed: Lukas 11:13 Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? Johannes 5:15 En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen. Mattheüs 7:8 Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. Markus 11: 22-24 22 En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Heb geloof in God. 23 Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt. 24 Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen. 1 Johannes 5: 14-16 14 En dit is de vrijmoedigheid die wij hebben in het toegaan tot God, dat Hij ons verhoort, telkens als wij iets bidden naar Zijn wil. 15 En als wij weten dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, dan weten wij dat wij het gevraagde, dat wij van Hem hebben gebeden, ontvangen. 16 Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, dan moet hij tot God bidden, en Hij zal hem het leven geven, Ik denk, dat ik daar dan ook niet langer bij stil moet staan. Dat moet eigenlijk vanzelfsprekend zijn. Dat we het belang van het gebed onderstrepen. Het belang van de kracht van het gebed in het persoonlijke leven en in het gemeenteleven. En tegelijkertijd wordt het daar juist lastig. En het wordt lastig om vijf redenen: 1. Ten eerste wordt het dan lastig omdat dat heel sterk het gevoel kan geven dat het dan vooral meer moeten doen - bidden. We moeten vanaf nu meer gaan bidden. Kan de uitkomst van vanavond anders zijn? Dan dat we zeggen: we moeten meer bidden. Of: we zouden eigenlijk meer moeten bidden. En is het dan wel verstandig om een lezing te houden, kunnen we dan niet beter in groepjes uiteen gaan om ook daadwerkelijk te bidden?
2. Ten tweede schieten we dan toch weer heel snel in de valkuil dat ons bidden bijdraagt aan onze verlossing. God heeft ons gebed nodig. Soms gaat het bijna zover dat God afhankelijk lijkt te zijn van ons gebed. Alsof wij de Here God met ons gebed kunnen sturen, of de zaak van zijn Koninkrijk kunnen bijsturen. Op zich zit daar zelfs nog wel iets in, dat God zich laat verbidden - als het maar niet uitmondt in een claimcultuur rond het gebed, bijvoorbeeld rond genezing – God moet …. 3. Ten derde blijven we met het punt zitten dat er wel degelijk ook enkele theologische vragen zijn. Bijvoorbeeld dat God toch dat weet wat we vragen. Al voor wij het vragen, weet Hij wat we nodig hebben. Wat is eigenlijk de betekenis van ons gebed? 4. Ten vierde – meer bidden geeft ook risico’s. Er zijn zaken die in de Bijbel juist negatief worden bezien. Zo is Jezus nogal kritisch op het gebedsleven van hen die vooral bidden op plaatsen waar ze gezien worden. Mattheüs 6:5 ‘En wanneer u bidt, zult u niet zijn als de huichelaars; want die zijn er zeer op gesteld om in de synagogen en op de hoeken van de straten te staan bidden om door de mensen gezien te worden. Voorwaar, Ik zeg u dat zij hun loon al hebben.’ En Jezus vertelt niet voor niets de gelijkenis van de Farizeer en de tollenaar. Die eindigt met: 13 En de tollenaar bleef op een afstand staan en wilde ook zelfs zijn ogen niet naar de hemel opheffen, maar sloeg op zijn borst en zei: O God, wees mij, de zondaar, genadig. 14 Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden. Blijkbaar kun je dus toch ook met meer bidden alleen helemaal de mist in gaan. Het kan niet zo zijn dat we ons alleen de last op leggen dat we meer moeten bidden. 5. Ten vijfde en laatste. Er is sprake van een crisis in het gebed. Dat heeft meerdere kanten: 5A. Allereerst is er een diepe geestelijke crisis, die met verschillende zaken te maken heeft, samengevat als het moderne levensgevoel. Al in 1965, let wel: 1965, begint K.H. Miskotte zijn boekje ‘de weg van het gebed’ met die constatering. Miskotte noemt dan de druk die de natuurwetenschap legt op het biddend leven. Ook de verschrikkingen van deze tijd noemt hij. En dan bedoelde iets anders en tegelijkertijd is het zo herkenbaar. Als je hoort van een probleem met bootvluchtelingen. Als je hoort van de verschrikkingen in IS gebied. En hoe de vraag naar zingeving wegtrekt. Zodat de vragen rauwer dan ooit voor ons staan.
Miskotte zegt: ‘In de gemeente wordt begrepen dat de angst om de zinloosheid van het bestaan onze levens ontledigt (leeg maakt). Om het te zeggen met de woorden, die ik in Wierden een keer kreeg toebedeeld. “Ik bid niet meer voor mijn eten. En het eten smaakt er totaal niet anders van. Mijn boterham hagelslag smaakt niet anders als ik niet bid.” Toen kwam het bij mij volop binnen. Gelovigen delen daar ook in. Je kunt niet zomaar aan de tijdsgeest ontsnappen. Wat is dan het verschil? Miskotte schrijft: ‘Deze aparte trek van het verdriet over het geestelijk verval in hen en rondom. Dat is anders. Je bent er verdrietig over en toch ontheft dat verdriet intussen niet aan de solidariteit met anderen.’ Je bent er verdrietig over en toch herken je het zelf ook. Tegelijkertijd ziet Miskotte dit dubbel: ‘Waar werkelijk de grote, ja, de enige ontsteltenis van het hart dit ene is, dit missen van Gods gemeenschap, daar is een wending nabij.’ 5B. De crisis heeft daarnaast ook een uitwendige kant. Namelijk de vraag of wij nog wel vormen hebben om bidden te leren. Waar een oudere generatie wellicht slechte maar hopelijk ook hele goede herinneringen heeft aan de huisgodsdienst, om het maar zo te zeggen, daar is het de vraag of wij in 2015 wel echt manieren hebben om in het gezin, om thuis het lezen, zingen en bidden een plek te geven. In dat verband breng ik het boekje naar voren: ‘Tijd om mee te gaan, over discipelschap vandaag,’ van Dekker, Markus en de Leede. Een hoofdstuk in dat boek heeft als titel: Zorg voor de ziel: Over de binnenkamer en de buitenwereld. De auteurs pleiten voor een bezinning op dit punt. Ze wijzen op drie onmisbare hulpmiddelen: (1)De zondag als dag van rust en toewijding met de kerkdienst als centraal punt, (2)het kerkelijk jaar als belangrijk oriëntatie punt en (3) in netwerken binnen de gemeente of met andere christenen, waar je samen gestalte geeft aan spiritualiteit. Kortom: er is ook een crisis in de vormgeving van het gebedsleven. Waar en hoe bid je als gezin, persoonlijk, in groepen, met de gemeente? Er is nog een derde kant aan de crisis van het gebed. 5C. Hoewel de oudere generatie wellicht zegt: dat werd 20 jaar geleden ook al gezegd: hoe krijg je de rust om te bidden. En nogmaals: dat is dus ok geen nieuw probleem. En toch is het nog weer intensiever geworden. De social media hebben verregaande invloed. En ik wijs daarbij op een wat eigenaardige profeet, de zanger Stromae. In zijn nieuwste videoclip laat hij ons zichzelf zien als jonge jongen, die op een blauwe vogel terecht komt. Dat is het tekentje van Twitter. En die lieve vogel wordt een steeds sneller lopend monster dat je uiteindelijk vernietigt. Kortom: Stromae waarschuwt voor de vernietigende eenzaamheid van social media. Blijkbaar
zetten social media onze relaties onder druk, ook de relatie met de hemelse Vader. II (=1) Dus, en dat is misschien wel mijn belangrijkste punt vandaag – wat wij nodig hebben, is een visie op gebed. Wat is bidden eigenlijk? Hoe geeft het gebed vorm aan ons geloofsleven en hoe kunnen we daarin groeien? Hoe kunnen we meer een gebedsleven ontwikkelen? Hoe kunnen we de weg van het gebed gaan? Toerusting mbt het gebed. En dan met een inhoudelijke insteek. Als we uitgaan van het belang van gebed, op grond van de beloften die in de Bijbel staan, maar niet in de kramp willen schieten dat we dan alleen maar onszelf opleggen dat we alleen maar meer gaan bidden ofzo. Daar zitten duidelijk gevaren aan. Theologische gevaren en ook het gevaar dat we onszelf en elkaar opblazen met weer iets dat moet. Dan zullen we het vooral moeten hebben over de inhoudelijke bezinning op ons gebed. Hoe leren we biddend te leven? En daarom vind ik het tweede punt belangrijk. Dat we elkaar toerusten in gebed. Zodat we groeien in gebed, in biddend leven. Persoonlijk en als gemeente. En ik zeg er dan maar meteen bij. Daarom is het juist geen bijdrage met hapklare brokken. En ik voorspel ook dat dat niet iets is dat we zomaar even voor elkaar hebben. Dat vraagt discipline, betrokkenheid, strijd. Dat is niet iets dat vanzelf gaat. Dat is niet iets dat vanzelf gaat, of weer eens even een kwartiertje per week vraagt. Het is meer een inhoudelijke insteek. Waar leert de Geest ons op de leerschool van het gebed? Tegelijkertijd wil ik het wel praktisch en concreet houden. En in die zin ook echt iets meegeven, waar je mee aan de slag kun. En dan doe ik het voorstel om te leren bidden vanuit het boek van de Psalmen. Er is er lange traditie, misschien soms net iets buiten ons gezichtsveld om de Psalmen te betrekken op het gebed. Daar zijn ook hele concrete vormen en gezichtspunten bij. In bepaalde spirituele tradities, zoals in de kloosters is het heel gebruikelijk om het boek van de Psalmen te gebruiken als gebedsteksten. Ik wijs in dat verband alleen al naar het Dienstboek van onze Protestantse kerk. Op pagina 1006 staat een schitterend rooster dat je in telkens zeven weken heel het Psalmboek laat doorlezen en doorbidden. Ik wijs ook op enkele hedendaagse auteurs, die juist de Psalmen gebruiken om te groeien in de omgang met God. Eugene H. Peterson. Antwoord ana God – leren bidden met de Psalmen Tom Wright: Pleidooi voor de Psalmen Benoit Standeard. Leven met de Psalmen Er is ook een herdruk van Bonhoeffers: bidden met de Psalmen Heel bewust geeft ik dan ook op dit moment in de lezing deze overwegingen mee. Ga eens biddend aan de slag met de Psalmen. Doe dat bijvoorbeeld dagelijks in je stille tijd of aan tafel. Je kunt wel nagaan dat je dan in een jaar tijd het Psalmboek ruim twee keer doorleest, als je dagelijks een Psalm neemt.
Het kan ook een optie zijn om als gebedskring wekelijks een Psalm als uitgangspunt te kiezen. Dan heb je drie jaar nodig om het hele boek van de Psalmen door te werken. Het lijkt mij een vorm van bezig zijn met het gebed, die ook duidelijk past bij onze traditie, hoewel dat in dit geval wordt beïnvloed door andere tradities. De Psalmen hebben in het geestelijk leven in de hervormd gereformeerde traditie altijd een belangrijke rol ingenomen. Maar die rol wordt wel heel snel kleiner. De Psalmen hadden met name plek in het zingen tijdens de eredienst en op andere momenten. Of er op andere momenten nog veel Psalmen worden gezongen, waag ik te betwijfelen en het zingen van de Psalmen in diensten staat ook onder druk. En als het niet onder druk staat, is het de vraag of ze nog eigen worden gemaakt door de nieuwe generaties. Overigens zijn emooie muzikale pogingen geweest de laatste jaren om de Psalmen ook door te geven. Maar de Psalmen heel duidelijk betrekken bij het gebed zou dus ook een nieuwe impuls kunnen geven aan Naast de specifieke aandacht voor de Psalmen zijn we als hervormd gereformeerden gericht op het (W)woord. En dat komt ook tot uiting als de Psalmen leidraad zijn in ons gebed. Ook ons bidden laten we dan bepalen door Gods eigen woord. In die geval betekent dat niet dat het de woorden van God zijn, die bijvoorbeeld via de profeet tot ons komen, maar het zijn wel de woorden van mensen die door de Heilige Geest geleid deel uitmaken van de canon en zo ook richtinggevend zijn voor ons zingen en bidden. Waar God ons aanspreekt in zijn Woord, daar mogen wij antwoorden in het gebed. Ons hoogste doel is niet om in meditatie op te stijgen en een te worden met de godheid. Het woord is belangrijk. En dan komen we bij de vraag wat het gebed eigenlijk is. En ik sluit dan aan bij een beeld dat ik ontleen aan het boek van Eugene H. Peterson – ‘Antwoord aan God. Leren bidden met de Psalmen’. Hij gebruikt het beeld van het gebed als gereedschap. En dat is een beeld dat mij aanspreekt. Peterson verbindt dat aan het mens-zijn. Dat wij mensen gereedschap nodig hebben, is typerend voor ons. Dat is wat ons mensen onderscheid van engelen aan de ene kant en dieren aan de andere kant. Engelen prijzen God automatisch als het ware met heel hun wezen. En dieren verwijzen in hun zijn naar de Schepper, maar zij hebben geen manieren om anders te communiceren met de Schepper. Mensen mogen sprekend met God omgaan. Kortom: het gebed is gereedschap, is een instrument in de ontmoeting met God. En iedereen weet dat dat gereedschap goed gebruikt wordt, dat je dat heel veel vreugde op kan leveren. Daardoor is er meer mogelijk. Tegelijkertijd is gereedschap is geen doel, maar middel. Het gaat uiteindelijk om de relatie met
de Here God. Maar daar kan dit instrument, die gereedschap wel heel belangrijk in zijn. Bij gereedschap geldt: Al doende leert men. Je moet het gebruiken om er mee om te leren gaan. Nadenken over bidden is goed, maar bidden leer je door te doen. Natuurlijk is het heel boeiend om te weten hoe een bepaald gereedschap precies werkt en hoe je het eventueel kunt repareren als het niet goed werkt. Tegelijkertijd heb je meer aan iemand die met een hele slechte hamer, de spijker er goed in slaat, dan iemand, die met een geweldige hamer geen spijker in de muur krijgt. Denk aan het gebed van de tollenaar: Heer, wees mij zondaar genadig. De spijker op de kop. Terwijl de Farizeeër met zijn gebed, wat ongetwijfeld heel mooi was opgezet er totaal naast zat. Ik wil nu drie dingen doen: 1. Gewoon een aantal karakteristieken van de Psalmen noemen en hopelijk u en jou ervan te overtuigen hoe goed het zou zijn om aan de hand van de Psalmen (weer) bidden te leren. 2. In het bijzonder wil ik daarna in navolging van Tom Wright drie terreinen noemen, waar de Psalmen ons binnen leiden in de wereld van God, en de omgang met Hem: de tijd, de ruimte en de materie. 3. Wil ik graag het Onze Vader koppelen aan de Psalmen. Hoe helpen de Psalmen om het Onze Vader dat toch door Jezus ons is aangereikt als het volmaakte gebed. 1. Allereerst dus gewoon een aantal opmerkingen over de Psalmen en waarom die ons zouden kunnen helpen bij de groei in ons gebedsleven. Enkele inhoudelijke opmerkingen over de Psalmen. - Wij kennen het boek van de Psalmen als een boek van 150 liederen of gebeden. Bij een heel aantal staat de aanduiding: ‘van David’, maar we weten niet eens of dat echt die betekenis heeft. Je kunt ook vertalen met voor David, of voor de koning. Wel is het mooi dat de Psalmen zo gekoppeld worden aan concrete gebeurtenissen uit Davids leven. Dat geeft de omstandigheden een gezicht. Het geeft de Psalmen ook een hele persoonlijke invalshoek. Tegelijkertijd weten we dat de Psalmen allemaal ook een cultische setting hebben gekregen. Ze kregen hun plek in de eredienst van Israël. Zo combineren de Psalmen het persoonlijke met het gemeenschappelijk.. - Alle aspecten van het leven komen in de Psalmen aan de orde. Zowel de mooie en goede kanten als ook aller ervaringen van onrecht, schuld en zinloosheid. - Het boek van de Psalmen wordt onderverdeeld in 5 boeken. Waarschijnlijk ligt daar een koppeling met de 5 boeken van Mozes, de Thora. De gebeden zijn zo antwoord op het woord van God.
- De Palmen verbinden ons ook met Israël. Iets dat theologisch ook van groot belang is, maar volgens mij hoef ik dat in Wierden niet te bewijzen. . - En Jezus leefde ook vanuit de Psalmen. Dat is op allerlei manieren te merken. Zeker ook aan het kruis, waar Psalm 22 door Hem op de lippen wordt genomen. - De Psalmen passen ook schitterend passen bij de heilsfeiten. Kruisiging is bekend: Psalm 22 en de verwijzing naar Psalm 69. In mijn dorst hebben ze mij zure wijn laten drinken. Voor de opstanding is Psalm 21 van groot belang. De Koning zal leven. Maar nog meer Psalm 16: U laat niet toe dat Uw heilige ontbinding ziet. De hemelvaart die wordt bezongen in Psalm 47. Om hier nog maar te zwijgen van de koningspsalmen, want dat is hemelvaartsdag toch eigenlijk: God is Koning. En ook Pinksteren heeft in de Psalmen een plek. Je zou aan Psalm 25 kunnen denken. En zeker ook aan Psalm 104. De Geest vernieuwt het gezicht van het aardrijk, de schepping. Samenvattend: A. We stellen ons in de traditie van de kerk B. We laten ons leiden door het Woord. C. We gebruiken het gereedschap dat God ons geeft in de omgang met Hem. 2. Ik denk dat het bezig zijn met de Psalmen ons geweldig zou kunnen helpen als gereedschap. Tom Wright een bekend Bijbels theoloog kan ons daarin helpen. Hij onderscheid drie terreinen waarin de Psalmem ons verder helpen. Dat zijn de terreinen van tijd, van plaats en van materie. 2A. Tijd: De psalmen brengen je het grote verschil te binnen tussen Gods tijd en onze tijd. In het bijzonder haalt Wright dan Psalm 90 naar voren. Een Psalm die nogal eens wordt gelezen op de oudejaarsavond: Eerst het tijdsbesef van Gods tijd. “Heere, Ú bent ons een toevlucht geweest van generatie op generatie. 2 Al vóór de bergen geboren waren en U de aarde en de wereld voortgebracht had, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God. 3 U doet de sterveling terugkeren tot stof en zegt: Keer terug, mensenkinderen. 4 Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht.” En daar tegenover ons tijdsbesef: “Want al onze dagen gaan voorbij door Uw verbolgenheid,
wij brengen onze jaren door als een gedachte. 10 De dagen van onze jaren: daarin zijn zeventig jaren, of, als wij zeer sterk zijn, tachtig jaren, maar het meeste daarvan is moeite en verdriet, want het wordt snel afgesneden en wij vliegen heen.” En dan volgt de conclusie. “12 Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart verkrijgen.” Ook Psalm 102 eindigt met dat geweldige verschil tussen Gods tijd en onze tijd. Alles verandert en verdwijnt. Alles veroudert, maar God blijft dezelfde. En dat geeft geweldige hoop in een wereld, die ons doet huiveren en ons verbijstert. Daarmee komt op een geweldige manier het ‘reeds en het nog niet van het geloof naar voren’. Enerzijds is deze tijd volop actueel. We leven in omstandigheden, die ons leven echt bepalen en kleuren. En tegelijkertijd worden we door het bidden van de Psalmen uitgetild boven de werkelijkheid van ons bestaan in Gods tijd. Wright wijst ook op het begrip tijd in de koningspsalmen. Want hoe zit dat? Wij zijn toch voorstanders van en eerlijke democratie. Hoe kan God dan koning zijn? Theocratie, dat zien we niet zitten. Maar kijk dan naar de grote Bijbels lijn. God, die de mens geschapen heeft als onderkoning in zijn schepping. Maar door de val ligt alles anders. En dan komt het koningschap van David en er licht iets op van Gods bedoeling. En tegelijkertijd is het beperkt en nog met zonde bevlekt. En dan komt de verwachting van de grote koning, die recht en vrede zal brengen. Zijn Psalm 2 en Psalm 110 te idealistisch? Niet als je daar de Here Jezus in ziet. Dat is waar het steeds weer om gaat. Waar raken Gods tijd en onze tijd elkaar. Ons vertrouwen in de toekomstige herstellende gerechtigheid van God geeft ons misschien zelfs vertrouwen nu het goede te doen. Zo tillen de Psalmen ons van onze tijd in Gods tijd. 2B. Plaats. In de Psalmen wordt Jeruzalem bezongen als de plaats waar God woont. Het zijn de Sionspsalmen, die ons de weg wijzen naar Sion. Daar is de zetel van de grote koning: Psalm 48: De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad van onze God, op Zijn heilige berg. 2 Mooi van ligging, een vreugde voor heel de aarde, is de berg Sion aan de noordzijde, de stad van de grote Koning! 3 God is in haar paleizen; Hij is er bekend als een veilige vesting.
We kennen de liederen hamaaloth, de opgangspsalem – de bedevaartsliederen: 120-134 De plek waar God woont, bepaalt ons leven. En de tempel blijk een voorproef te zijn van Gods zeggenschap over heel de schepping. De tempel is een wereld in het klein. Waar we onszelf al biddend in de tempel brengen, in Gods woonplaats daar. En dan zingen de Psalmen ook met groot verdriet over de vernietiging van de tempel. Klaagliederen ken je erbij nemen. Maar Israël bleef liederen van verlangen zingen: Naar het land, naar de stad, naar de plaats, waar God woont. En dan komt er ook de stap dat tempel daar is, waar de wil van God wordt gedaan. Het NT neemt al deze inzichten over, die zo centraal staan in het Psalmboek, en zingt erover in een nieuwe toonsoort. Natuurlijk al deze dingen verwijzen beslist nog steeds op de toekomst. De vroege christenen koesterden geen moment de voorstelling dat ze al in de nieuwe schepping gearriveerd waren. Maar met de opstanding van Jezus Christus en de gave van de Geest was die schepping al in de wereld doorgebroken. En dat betekent niet dat daarmee de klacht geen plaats meer heeft. Zoals Jezus de klachten van de Psalmen tot de zijne maakte, zo doet Paulus dat met Ps. 44 in Romeinen 8: want om uwentwil worden wij de hele dag gedood. En zo bidden we om Gods aanwezigheid in de schepping. Waar Hij is in Jezus Christus, daar vormt de gemeente Gods tempel op aarde. Opdat eens heel de ruimte gevuld zal zijn door God aanwezigheid. Wat kan dit concreet worden als je kerk leegloopt en een andere bestemming krijgt. Of als je kerk verwoest wordt in Nigeria. Gods ruimte komt onze ruimte binnen. Hij heeft Zijn plaats onder ons. 2B. Materie. Het fysieke van de natuur krijgt in de Psalmen volop ruimte. Dit hoofdstuk lezend moest ik denke aan catechisatie. Ik vraag het altijd: heb je de bomen wel eens zien klappen? De Psalmen laten de gelovigen niet uit de werkelijkheid ontsnappen of ontvluchten. Het komt naar voren in alle psalmen die delen van de schepping rechtstreeks in verband brengen met de Schepper. Tom Wright is de theoloog die erg waarschuwt voor het wegvluchten uit deze werkelijkheid. Het Koninkrijk van God dient juist op deze wereld gestalte te krijgen. Het mooiste voorbeeld is misschien wel Psalm 104. Niet zo bekend vanwege de wijs. Op een schitterende manier wordt heel ons aardse bestaan in verband gebracht met God als Schepper. Paulus pakt dat op in Kol. 1: 15-20: 15 Hij is het Beeld van de onzichtbare God, de Eerstgeborene van heel de schepping.
16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. 17 En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem. 18 En Hij is het hoofd van het lichaam, namelijk van de gemeente, Hij, Die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. 19 Want het heeft de Vader behaagd dat in Hem heel de volheid wonen zou, 20 en dat Hij door Hem alle dingen met Zichzelf verzoenen zou, door vrede te maken door het bloed van Zijn kruis, ja door Hem, zowel de dingen die op de aarde zijn als de dingen die in de hemelen zijn. Zo is alles betrokken op Jezus. Heel de scheppingswerkelijkheid doet mee! Kortom: de Psalmen helpen ons om de tijd steeds weer te plaatsen in het licht van Gods tijd. De Psalmen helpen ons om de ruimte, de plaats te zien in het licht van Gods aanwezigheid. De Psalmen helpen ons om de materie te koppelen aan Zijn Koninkrijk. En zo bieden zij ons het taalveld en de gedachtewereld om in relatie met de Here onze God te leven. Ik wil een en ander graag nog iets meer concreet. Wij kennen als volgelingen van Jezus het volmaakte gebed, dat Jezus ons leerde. Ik wil een poging doem om de beden van het ‘Onze Vader’ te koppelen aan gedeelten uit de Psalmen. Onze Vader, Waar het Oude Testament God maar heel mondjesmaat over God als Vader spreekt, komt die gedachte in de Psalmen zeker naar voren. juist in de Psalmen zeker zinsneden te vinden die wijzen op God als Vader: Ik noem: Psalm 2. Daar staat dat de koning bidt: De Here heeft tegen Mij gezegd: U bent mijn Zoon, Ik heb u heden verwekt. Wij denken dan aan de Here Jezus. Maar het is toch ook door Hem dat wij God als Vader mogen kennen en aanroepen. In Psalm 68:6 staat: Vader van de wezen en Rechter van de weduwen: dát is God in Zijn heilige woning; En in Psalm 89:27 - Híj zal tot Mij roepen: U bent mijn Vader, mijn God en de rots van mijn heil. En in Psalm 103: 13 hebben we de vergelijking: Zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt de HEERE Zich over wie Hem vrezen. En nog afgezien van de keren dat er duidelijk over God als Vader wordt gesproken, gaat het erom hoe de Psalmist zich tot God richt. En dan is inderdaad het beeld van kind dat met zijn Vader spreekt herkenbaar.
En tegelijkertijd krijgen we juist via de Psalmen ook de juiste toonhoogte te pakken. Aan de ene kant behoedt het ons ervoor dat God ‘ons vriendje’ wordt. De Psalmen spreken met eerbied over God, hoe pittig de dingen ook zijn, die soms worden gezegd. En aan de andere kant kan het niet zo zijn dat je het ‘Onze Vader’ niet zou mogen bidden, alleen als je echt zeker weet dat je bekeerd bent en dus een kind van God. De Psalmen wijzen ons daarin de goede weg. De catechismus zegt daarover: ‘Om ons terstond bij het begin van ons gebed in ons het kinderlijk ontzag voor en het vertrouwen op God te wekken.’ Dat is de grond van ons gebed: dat God door Christus onze Vader is geworden. En dus als hemelse vader voor ons zorgt. Beter dan dat een aardse vader dat doet. Die in de hemelen zijt – Dat is een thema op zich. De vraag waar God woont. Het is goed om dat te beseffen. God woont in de hemel en wij mogen hier op de aarde zijn. Dat bepaalt onze verhouding tot God, en tegelijkertijd is Hij de God die alle mensen ziet en over de mensen oordeelt. Ps. 115: 16 De hemel, de hemel is van de HEERE, maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven. Dan volgende beden: eerste: Uw Naam worde geheiligd. De catechismus stelt dat het dan gaat over het kennen van God. En dat we Hem in al zijn werken prijzen. Dan verschijnt Psalm 19 voor je geestesoog. Over de kennis van God uit de natuur. Hoe de hemel, hier in de betekenis van het firmament vertelt van God die er is. Maar nog belangrijker is de openbaring van God in zijn Woord en wil. Zo leren we Hem echt kennen. Voor het noemen van de Naam van God zou je vele Psalmen kunnen aandragen. Ik beperk me hier tot Psalm 8. Een bekende Psalm. 1 Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De Gittith’. 2 HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde! U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel. 3 Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders, om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden. 4 Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, 5 wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet? De Naam van de Here is geweldig op heel de aarde. Opnieuw kijkend naar de hemel, raak je onder de indruk van Gods geweldige scheppingskracht. En het gekraai van een baby, het verwijst naar de Schepper.
Het gaat niet om woorden alleen. Zoiets kun je ook met elkaar beleven. Door deze Psalm buiten te lezen of op een plek in de natuur. Ergens waar je onder de indruk kunt zijn van het hemelgewelf. Ook dat hoort bij samen beleven. En met alle menselijke kennis en kunde, is het toch de vraag of we maar iets kunnen van de grootheid van dat wat god doet. Waar een schilderij van Rembrandt duizenden euro’s waard, daar is de schitterende schepping zomaar gratis voorhanden. En de handtekening van de Schepper staat eronder. Dat zie je toch? En het eindigt weer met: 10 HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde! En dat we ons leven daarop richten, zegt antw. 122: Psalm 20:8 “Dezen vertrouwen op strijdwagens en die op paarden, maar wíj zullen de Naam van de HEERE, onze God in herinnering roepen.” Dat kun je toch heel concreet maken. Ook voor ons gebed. Waar vertrouwen we op als het gaat om ons persoonlijk leven? Nee, paarden en strijdwagens zijn het misschien niet letterlijk meer. Maar inmiddels komen de tanks weer akelig dichtbij. En anders wel de financiële middelen, waar we ons vertrouwen op richten. Hoeveel dingen zijn er niet. Maar dat de Naam van Here centraal staat!! De tweede bede: Uw Koninkrijk kome. De Koningspsalmen dringen zich op. Met als hoogtepunt de Koningspsalem in het vierde boek: Psalm 93-99 en uitlopend op die schitterende Psalm 100: Juich voor de Heere, heel de aarde. De koning is in het Oude Testament ook degene die recht spreekt. Denk maar aan Salomo, de grote vrede-koning. En zo zien deze Psalmen uit naar de Koning, die recht en gerechtigheid zal brengen. Denk bijv. aan Psalm 72 Deze Koning staat tegenover alle aardse machthebbers. In die Koning herkennen wij Jezus christus. En zo legt de Catechismus deze tweede bede ook uit: Uw Koninkrijk kome. Dat Jezus Christus door Woord en Geest zijn kerk regeert. En zo regeert Hij ook de wereld. Het terrein van de boze wordt steeds kleiner. En uiteindelijk zal hij alles moeten inleveren. Jezus is de vredevorst van Psalm 72. De derde bede: Uw wil geschiedde. Bij wie komt dan niet als vanzelf Psalm 119 bovendrijven. Hoewel, snappen onze kinderen het: Uw wil geschiedde? En begrijpen jongeren het eigenlijk wat we bidden als we zeggen: Uw wil geschiedde? Geven we daar genoeg woorden aan?
Psalm 1 geeft wat dat betreft de toon aan. Zalig die wil van God zoekt. Het overdenken, overpeinzen van Gods wil. Dat geeft vrucht in je leven. Ik denk ook aan het schitterende eind van P|salm 103 als het gaat om Gods wil in de hemel en op aarde. 20 Loof de HEERE, u, Zijn engelen, sterke helden, die Zijn woord uitvoeren, gehoorzaam aan het woord dat Hij spreekt. 21 Loof de HEERE, al Zijn legermachten, dienaren van Hem, die Zijn welbehagen doen. 22 Loof de HEERE, al Zijn werken, op alle plaatsen van Zijn heerschappij. Loof de HEERE, mijn ziel! En opnieuw komt de Here Jezus helemaal in beeld. Want wat heeft Christus gedaan? Niets anders dan de wil van zijn hemelse Vader gehoorzamen. Dat was zijn roeping en Zijn weg. Zo is Hij naar het kruis gegaan. En de wil van God is niet alleen heilzaam voor de gelovigen zegt HC, maar ook voor alle mensen. Heel de politiek komt in beeld. Here God, geef mensen op plekken in de politiek die wijzen op U en Uw goede geboden. Want Gods wil is niet Uiteindelijk is het goed voor alle wijsheid. Heel de wijsheidsliteratur komt om de hoek kijken. En ook die vinden we in de Psalmen. Psalm 78 – het leren aan de volgende generaties. En ik kan Psalm 25 noemen. Leer mij Uw weg. Want Uw weg is de goede weg. De vierde bede is: Geef ons heden ons dagelijks brood. Die is wel even heel boeiend, met name ook vanwege de plek die dit gebed heeft. Smaakt brood anders als je ervoor bidt? Nou ja, in het kader van de naam van God, de komst van het Koninkrijk, de wil van God. Als dat allemaal ook te maken heeft met de bede om het brood dan wordt het wel interessant. Als we de herkomst van ons brood verbinden met de Naam van God, de Schepper van hemel en aarde. Als we het verbinden met het Koninkrijk van God, dat op allerlei manieren te maken heeft brood. Denk er maar aan dat de Here Jezus het brood vermenigvuldigde en het verdeelde onder alle mensen. Als je denkt aaan het brood van het lichaam van Christus. De wil van God, dat het brood op deze aarde eerlijk verdeeld wordt. Dan smaakt je brood dus inderdaad anders. Ik denk aan de Psalmen, die vaak op bid- en dankdag worden gelezen. Zoals Psalm 65. De psalmen die spreekt over God, die het koren geeft. Ook in Psalm 72, de eerder genoemde koningspsalm komt dit naar voren.
Maar bijvoorbeeld ook in Psalm 104. Een Psalm die op schitterende manier de schepping bezingt. Hoe de mens werkt voor zijn dagelijks brood. De Heidelberger Catechismus noemt in dit verband de Here onze God de bron van al het goede. Het lijkt wel of je zo Psalm 36: 10 leest. Psalmen 36:10) Want bij U is de bron van het leven; in Uw licht zien wij het licht. En zegt Zondag 50 – daarom stellen we ons vertrouwen op God alleen. Psalm 37 spreekt daarvan Vertrouw op de HEERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met trouw. 4 Schep vreugde in de HEERE, dan zal Hij u geven wat uw hart verlangt. 5 Vertrouw uw weg aan de HEERE toe en vertrouw op Hem: Híj zal het doen. En het aantal keren dat de Psalmist zegt: Ik vertrouw op U is bijna niet te tellen. De 5e bede: Vergeef ons onze schulden – gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. De gedachten gaan naar de zeven boetpsalmen die het boek van de Psalmen kent: Psalm 6, 32, 38, 51, 102, 130, 143 In het bijzonder denk ik aan Psalm 32, waar zo schitterend beschreven staat hoe iemand die zijn zonden niet bij God brengt, wegkwijnt. Ook Psalm 25 kan hier genoemd worden. 7 Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd of aan mijn overtredingen; denkt U aan mij naar Uw goedertierenheid, omwille van Uw goedheid, HEERE. 11 Omwille van Uw Naam, HEERE, vergeef mijn ongerechtigheid, want die is groot. En ook de gedachte van het vergeven van de schuldenaren komen we in de PsALmen tegen. Een andere boetpsalm, 51. Die David schreef na de zonde met Batseba. Psalm 51:15) Dan zal ik overtreders Uw wegen leren en zondaars zullen zich tot U bekeren. Daar krijgen de concrete zonden een plek in de omgang met de Here. Je vijand liefhebben, bidden voor hen die je haten = Dat zondaars zicht krijgen op Gods Koninkrijk. De zesde bede: En leid ons niet verzoeking, maar verlos ons van de boze. Dat we staande blijven in alle machten en krachten die ons leven bedreigen. En dat we dat vanuit onszelf niet kunnen. Dank maar aan Psalm 103: 14 Want Híj weet wat voor maaksel wij zijn
en blijft bedenken dat wij stof zijn. en verder zouden er allerlei Psalmen te noemen zijn, waar vijanden en boze machten en krachten worden genoemd. Psalm 56:2 Wees mij genadig, o God, want de sterveling wil mij opslokken; de hele dag onderdrukt mij de bestrijder. 56:3) Mijn belagers willen mij de hele dag opslokken, want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste! Wat wordt het vandaag de dag opeens weer concreet. Het eindigt met de lofprjzing: Want van U is het Koninkrijk, de kracht en de heerlijkheid. Dat verbindt de Catechismus met de lofprijzing, die we in de Psalmen ook uitgebreid tegen komen. Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. Zo zegt Psalm 115 op schitterende manier. En natuurlijk eindigt het boek van de Psalmen met een volledige lofpsalm, Psalm 150. Alles love de Heere!! En zelf het amen vinden we in de Psalmen terug Psalmen 4:4 Weet toch: de HEERE heeft Zich een gunsteling afgezonderd; de HEERE hoort als ik tot Hem roep. Psalmen 5:4 ‘s Morgens hoort U mijn stem, HEERE; ’s morgens leg ik mijn gebed voor U neer Praktisch. Ik denk dat het heel goed mogelijk is om juist via de Psalmen het gebedsleven een impuls te geven. Zowel van mensen persoonlijk als ook van kringen of van de gemeente. Omdat ik geloof in inhoud. Omdat ik geloof dat de Geest het gebedenboek van Israel en de kerk kan inzetten om die omgang met God vorm te geven. M het maar even simpel te zeggen: als een gebedskring wekenlijks bij elkaar komt, heb je al drie jaar nodig om het hele Psalmboek door te gaan. en voor Palm 119 mag je nog wel wat extra bijeenkomsten beleggen. Wat kan het goed zijn om een gebedskring te hebben die wekelijks, tweewekelijks of maandelijks samenkomt. En enige liturgische vorm kan dan zeker helpen. Wat zou het goed kunnen zijn om aan tafel in het gezin naast het gedeelte dat je leest uit de Bijbel een Psalm, of een stuk van een Psalm te gebruiken bij het gebed.
Ik pleit vanavond dus heel concreet voor het opnieuw leren bidden via de Psalmen. De Psalmen helpen om alle onderdelen van het gebed een plaats te geven. Op die manier doet ook heel de theologie mee in het gebed. Het gebed wordt dan inderdaad een gereedschap, een instrument in de omgang met God. Die dan niet los kan staan van alle andere vormen van relatie met God – leven voor zijn aangezicht. Gebed en ethiek. Woorden en daden. Wie bidt om het brood van de armen, heeft zijn random reader al klaar liggen om een bedrag over te maken. En dat wordt zo mooi verwoord in Psalm 25: Gods verborgen omgang vinden. Vertrouwelijk gaat de Here om met wie Hem vrezen. Om ons zo tot een gemeente te maken, die ook daadwerkelijk antwoord de Openbaring van God. In die zin is het gebed het meest wezenlijke van de christelijke gemeente. Dat er een antwoord klinkt op Gods Openbaring. Zowel persoonlijk, in de binnenkamer, in je persoonlijke omgang met God als in de liturgie en tijdens andere momenten van gebed. Het dient om de relatie met God te onderhouden en dat is de kern van ons bestaan. Een levende relatie met de drie-enige God! Tips vanuit de bespreking: - Het gebed van Jabez: 1 Kronieken 4: 10 – zie het boekje van Wilkinson - Boeken van Stormie Omartian De kracht van een biddende man; een biddende vrouw; biddende ouders; een biddend
kind,
biddend Bijbellezen.
- Benadruk dat je elkaar nodig hebt om het bidden vol te houden, te groeien. Zie de eerste gemeente in Handelingen 2, die volhardde in de gebeden.