Bijlage 1
Heropening Polderhoofdkanaal Inclusief natuur- en landschapsontwikkeling Projectplan, bijlage 1 Bijdrage overeenkomst Provincie Fryslân en gemeente Opsterland.
juni 2011
2
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Inleiding Voorgeschiedenis Doelstellingen en doelgroepen Inhoud en aanpak Kosten en financiering Effecten Planning Samenvatting Bijlage
Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Voorgeschiedenis
4 8 11 16 19 20 23 24 27
3 5 8
Zoals in de Inleiding is aangegeven is het project Heropening Polderhoofdkanaal in 2006, als project ingediend voor SNN subsidie. De subsidie is ook toegekend onder nr. EF063, d.d. 22-12-2006. Het project is in uitvoering genomen en een deel van de werkzaamheden is uitgevoerd. 8 Na enkele maanden is naar aanleiding van de bezwaren van natuurverenigingen, de Friese Milieu Federatie (FMF), de Fryske Feriening Foar Fjild Biology (FFF) en van een tweetal particulieren de door het ministerie van LNV verleende ontheffing voor de Flora- en faunawet (F&F) geschorst door de bestuursrechter. Het totale werk is daarmee door de rechter bevroren. Daarmee is ook de termijn verstreken waarbinnen het project gereed moest zijn om in aanmerking te komen voor de SNN bijdrage. 8 Herijking Uitvoeringsovereenkomst met Smallingerland. 10 Het aangepaste oorspronkelijke plan voor het heropenen van het Polderhoofdkanaal en het hieraan gekoppelde robuust pakket aan natuurmaatregelen heeft ertoe geleidt dat de met de gemeente Smallingerland afgesloten uitvoeringsovereenkomst uit 2007 wordt herijkt. Hiertoe is een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met de gemeente Smallingerland voorbereid. In deze samenwerkingsovereenkomst worden de afspraken die partijen hebben
3
gemaakt over de taakverdeling, verantwoordelijkheden en kostenverdeling vastgelegd. De gemeente Opsterland is en blijft penvoerder voor het project Heropening Polderhoofdkanaal. De concept SOK zal naar verwachting in de gemeenteraad van Opsterland van 4 juli 2011 worden vastgesteld, waarna deze in juli formeel door beide partijen zal worden ondertekend. 10 3
Doelstellingen en doelgroepen
11
Het project „Heropening Polderhoofdkanaal inclusief natuur- en landschapsontwikkeling kent een zevental hoofddoelstellingen. 11 Gezien bovenstaande doelstellingen en doelgroepen past het project uitstekend binnen Priorititeit 2 “Attractieve regio‟s” van het “Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013” (EFRO). Deze prioriteit richt zich op flankerende activiteiten die het economisch functioneren van de kernzones, en daarmee van geheel Noord-Nederland, een impuls geven. 14 4 5
Inhoud en aanpak Kosten en financiering
16 19
De kosten en financiering van het in hoofdstuk 4 beschreven pakket aan maatregelen zijn als volgt geraamd. 19 6 7
Effecten Planning
20 23
Zoals in het voorgaande is aangegeven is de afstemming met de natuurorganisaties, met de individuele bezwaarmakers en het aanvragen van een (nieuwe) ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet een bepalend gegeven. Op grond daarvan is de volgende planning uitgezet: 23 8 9
Samenvatting Bijlage
24 27
4
1
Inleiding De watersport is voor Fryslân van groot belang. Naast een belangrijke bron van werkgelegenheid, is het voor de inwoners een gewaardeerde vorm van vrijetijdsbesteding. Het gevarieerde aanbod van meren en plassen vormt, in combinatie met het stelsel van verbindende vaarwegen en aanliggende sfeervolle dorpen en steden, de kern van het unieke Friese watersportgebied. In 1999 is het „Friese Merenproject‟ gestart, met als doel om in alle opzichten een kwaliteitsverbetering in het Friese merengebied te realiseren. Speerpunten daarbij zijn het oplossen van knelpunten van wegen en waterwegen, het uitbreiden en opwaarderen van recreatieve voorzieningen e.d. Deze revitalisering van de Friese Meren is in omvang en geografie een omvangrijk project. Daarom is het totale Friese Merenproject opgesplitst in hanteerbare onderdelen. Deze onderdelen zijn gekoppeld aan vaarroutes ofwel trajecten. In totaal zijn er dertien trajecten benoemd, waarvan het traject M: Polderhoofdkanaal er één is.
Overzicht trajecten Friese Merenproject
Dit traject, of liever gezegd dit project omvat het weer bevaarbaar maken en tegelijkertijd opwaarderen van het Polderhoofdkanaal, dat een verbinding vormt tussen het Fries merengebied en de Turfroute. Meer specifiek loopt
5
het Polderhoofdkanaal vanaf de Veenhoop aan de rand van het Nationaal Park “De Alde Feanen” (gemeente Smallingerland) via Nij Beets naar de Nieuwe Vaart (gemeente Opsterland). De bereikbaarheid van Drachten wordt hiermee vergroot, ook dit zal indirect leiden tot een toeristisch recreatieve en dus economische impuls. Het Polderhoofdkanaal werd in 1875 gegraven voor de afvoer van turf. De veenontginning bracht ongekende dynamiek in het gebied en al snel vestigden zich veel arbeiders langs het nieuwe kanaal en ontstond de nederzetting Nij Beets. De ontginning, de welvaart die dit bracht, maar tegelijkertijd ook de barre omstandigheden waaronder de veenarbeiders werkten (en die o.a. Domela Nieuwenhuis aan de kaak stelde) bepaalden sterk de identiteit van dit gebied. Met de terugloop van de turfwinning en de opkomst van vervoer over de weg verloor het kanaal eind jaren ‟60 haar transportfunctie. De sluizen werden volgespoten met zand en vanaf dat moment werden bruggen aangebracht op een laag niveau boven het waterpeil, waardoor geen scheepvaart meer mogelijk werd. Al sinds 1978 wordt vanuit de regio Zuidoost Friesland en meer in het bijzonder door de kernen Nij Beets en De Veenhoop gestreefd naar een heropening en het weer bevaarbaar maken van het Polderhoofdkanaal. Hiermee wil men de regionale economie een impuls geven en de leefbaarheid en levendigheid van het gebied, die sterk onder druk staan, op peil te houden. De ontwikkeling van de recreatietoervaart heeft hierin een belangrijke vliegwielfunctie. De heropening van het Polderhoofdkanaal is van groot belang, omdat deze een ontbrekende schakel vormt in het landelijke toervaartnetwerk en meer in het bijzonder in het circuit van de Turfroute (gebied ZuidOost FrieslandDrenthe). Behoud en optimalisering van laatstgenoemde route is van belang vanwege de groeiende interesse voor cultuurhistorie en actieve natuurbeleving. Het Polderhoofdkanaal maakt deel uit van de waterbeheersing in de Groote Veenpolder. In de Groote Veenpolder komt kwel van het Drents Plateau naar boven. Door deze kwelstroom is het water in het Polderhoofdkanaal van bijzondere kwaliteit. Vanwege het plan om het Polderhoofdkanaal open te stellen voor de recreatie vaart is een natuurtoets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat er (zwaar) beschermde soorten in het Polderhoofdkanaal voorkomen namelijk: - de Gestreepte waterroofkever en - de Groene glazenmaker.
6
Het voorkomen van deze soorten en de hoge ecologische waarden in en om het Polderhoofdkanaal en de daarop gebaseerde uitspraak van de bestuursrechter om de verleende ontheffing in het kader de Flora en Fauna wet te schorsen (uitspraak 17 oktober 2007), hebben geleid tot een onderzoek naar alternatieve vaarverbindingen, tot compenserende en mitigerende maatregelen en tot een onderbouwing van het grote maatschappelijke belang. Hierop zal verderop in dit projectplan worden teruggekomen. Tegen bovenstaande achtergrond wordt het project aangeduid met de naam: “Heropening Polderhoofdkanaal, inclusief natuuren landschapsontwikkeling”. Om het project te realiseren hebben de twee gemeenten op wiens grondgebied het Polderhoofdkanaal is gelegen, nl. de gemeenten Smallingerland en Opsterland destijds een uitvoeringsovereenkomst gesloten. (zie bijlage 2). Het project is door deze twee gemeenten in nauwe samenwerking met de Provinsje Fryslân (bureau Friese Meren) uitgewerkt. Aanvrager en eindbegunstigde in dit kader is de gemeente Opsterland als penvoerder van het project. De aanvraag wordt mede gedaan namens de gemeente Smallingerland en de Provinsje Fryslân (bureau Friese Meren). Gegevens aanvrager(s): Website gemeente Opsterland Website gemeente Smallingerland Website bureau Friese meren
www.opsterland.nl www.smallingerland.nl www.friesemeren.nl
Het project is eerder, in 2006, voor subsidie bij SNN ingediend. De subsidie is ook toegekend onder nr. EF063, d.d. 22-12-2006. Het project is in uitvoering genomen. Door juridische problemen, namelijk de schorsing van de door het toenmalige ministerie van LNV (thans EL&I) verleende ontheffing voor de Flora- en Faunawet is het project stil komen te liggen. De gang van zaken heeft geleid tot nadere onderzoeken en aanpassingen van het project. Aan de hand hiervan is ook de zojuist genoemde uitvoeringsovereenkomst met Smallingerland aangepast. Alvorens nader in te gaan op de inhoud van het aangepaste project, wordt in hoofdstuk 2 kort stilgestaan bij de voorgeschiedenis. Daarna zal achtereenvolgens worden ingegaan op de doelstellingen en doelgroepen van het project mede in relatie met de doelstelling van het Operationeel Programma EFRO, de inhoud van het project, de kosten en financiering, de effecten en het maatschappelijk belang en tot slot de planning en procedures. Er wordt afgesloten met een samenvatting.
7
2
Voorgeschiedenis Zoals in de Inleiding is aangegeven is het project Heropening Polderhoofdkanaal in 2006, als project ingediend voor SNN subsidie. De subsidie is ook toegekend onder nr. EF063, d.d. 22-12-2006. Het project is in uitvoering genomen en een deel van de werkzaamheden is uitgevoerd. Na enkele maanden is naar aanleiding van de bezwaren van natuurverenigingen, de Friese Milieu Federatie (FMF), de Fryske Feriening Foar Fjild Biology (FFF) en van een tweetal particulieren de door het ministerie van LNV verleende ontheffing voor de Flora- en faunawet (F&F) geschorst door de bestuursrechter. Het totale werk is daarmee door de rechter bevroren. Daarmee is ook de termijn verstreken waarbinnen het project gereed moest zijn om in aanmerking te komen voor de SNN bijdrage. Hierover is met de subsidieverstrekkers tijdig overleg gevoerd. In een laatste overleg d.d. 7 mei 2009 (zie bijlage 3) is met vertegenwoordigers van SNN en Provincie Fryslân afgesproken om het oude project in te trekken en een nieuwe aanvraag in te dienen, waarbij gezien de voorgeschiedenis, bij uitzondering uitgegaan wordt van startdatum 1 januari 2007. De kosten vanaf 1 januari 2007 zijn subsidiabel onder de voorwaarde dat besloten wordt tot een uitzondering op de voorwaarden. De reden van de bestuursrechter om de ontheffing F&F-wet te schorsen was: het onvoldoende aantonen van het groot maatschappelijk belang. Om die reden is ZKA- Consultants & Planners gevraagd om op systematische en samenhangende wijze het groot openbaar belang en het grote maatschappelijke draagvlak aan te tonen voor de heropening en het weer bevaarbaar maken van het kanaal. Naast het aantonen van het groot maatschappelijk belang heeft de rechter in zijn motivatie aangegeven dat er nader advies zou kunnen worden ingewonnen met betrekking tot compenserende en mitigerende maatregelen. In samenspraak met bovengenoemde bezwaarmakers, is het ecologische onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga (A&W) gevraagd om grondig na te gaan of en in hoeverre negatieve effecten van openstelling van het Polderhoofdkanaal op natuurwaarden kunnen worden voorkomen./ gereduceerd.. Aan de hand hiervan is met de natuurverenigingen (FMF en FFF) en de natuurbeherende instanties It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en het Wetterskip Fryslân, een proces doorlopen gericht op de aanpassing van het project.
8
Daarbij is gezocht naar een combinatie van kansen voor zowel de natuur en de natuurwaarden, de cultuurhistorie en de recreatievaart. Daarnaast is er een monitorplan opgesteld en is er door adviesbureau Noordpeil (landschap & stedebouw) een onderzoek naar alternatieve vaarverbindingen uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken en rapporten 1 hebben geleid tot een ook door de natuurorganisaties gedragen nieuw ontwerpplan. In dit nieuwe plan is een uitgebreid pakket nieuwe natuurontwikkelingsmaatregelen opgenomen. Ook de mitigerende maatregelen in het kanaal zelf zijn fors uitgebreid. Voorts is er intensief overlegd met aanwonenden en de plaatselijk belangen van de dorpen Nij Beets en De Veenhoop. Dit nieuwe plan wordt in onderhavige projectbeschrijving weergegeven. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar het basisrapport van 2005: “Friese Merenproject. Traject M „Polderhoofdkanaal‟ (Grontmij, d.d. 1 maart 2005) , de actualiserende notitie opgesteld door Weusthuis BV april 2006 en de wijzigingen/aanvullingen daarna zoals beschreven in de rapporten genoemd in voetnoot 1. Ontheffing Flora- en Faunawet voor het project Heropening Polderhoofdkanaal Bovengenoemde inspanningen hebben er toe geleid dat het Ministerie van Economische Zaken , Landbouw en Innovatie (EL&I) op 21 april 2011 heeft besloten om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora-en
1
Varen in het Polderhoofdkanaal? Verkenning van alternatieven voor mitigatie en compensatie, Altenburg & Wymenga, rapport 1066, februari 2008 (bijlage 4a); Friese meren project Heropening Polderhoofdkanaal, Uitwerking compenserende en mitigerende maatregelen Polderhoofdkanaal, Royal Haskoning, 28 augustus 2009 (bijlage 4b). Monitoringplan openstelling Polderhoofdkanaal, Altenburg&Wymenga, rapport 1160, december 2010 (aangepaste versie, bijlage 4c); Belang heropening Polderhoofdkanaal, Argumentatie dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale en economische aard, ZKA Consultants & planners, augustus 2010 (bijlage 4d); Synergie effecten bevaarbaar maken Polderhoofdkanaal, ECORYS Nederland BV d.d. 25 augustus 2009 (bijlage 4e), Quick scan alternatieve vaarverbindingen Polderhoofdkanaal, Noordpeil, augustus 2010 (bijlage 4f).
9
Faunawet te verlenen. Hiermee is een belangrijk obstakel voor de doorgang van het project weggenomen (zie bijlage 5). Herijking Uitvoeringsovereenkomst met Smallingerland. Het aangepaste oorspronkelijke plan voor het heropenen van het Polderhoofdkanaal en het hieraan gekoppelde robuust pakket aan natuurmaatregelen heeft ertoe geleidt dat de met de gemeente Smallingerland afgesloten uitvoeringsovereenkomst uit 2007 wordt herijkt. Hiertoe is een nieuwe Samenwerkingsovereenkomst (SOK) met de gemeente Smallingerland voorbereid. In deze samenwerkingsovereenkomst worden de afspraken die partijen hebben gemaakt over de taakverdeling, verantwoordelijkheden en kostenverdeling vastgelegd. De gemeente Opsterland is en blijft penvoerder voor het project Heropening Polderhoofdkanaal. De concept SOK zal naar verwachting in de gemeenteraad van Opsterland van 4 juli 2011 worden vastgesteld, waarna deze in juli formeel door beide partijen zal worden ondertekend. Hierbij willen wij nog opmerken dat zolang de nieuwe SOK nog niet bestuurlijke is bekrachtigd, de met Smallingerland in 2007 overeengekomen uitvoeringsovereenkomst uiteraard nog geldt. De nieuwe SOK betreft een update en is ter vervanging van. Bijdrage Overeenkomst met de Provinsje Fryslân. Het oorspronkelijke project Heropening Polderhoofdkanaal maakt onderdeel uit van het Friese Merenproject, traject M. De provinsje Fryslân is ook nadrukkelijk betrokken geweest bij de totstandkoming van het pakket aan compenserende natuurmaatregelen (o.a. afstemming met Ecologische Verbindingszone). Voor de realisatie van het totale project levert de Provinsje een financiële bijdrage. Dit, en de verplichtingen over en weer, zullen worden vastgelegd in een zogenaamde Bijdrage Overeenkomst ( BOK).
10
3
Doelstellingen en doelgroepen Het project „Heropening Polderhoofdkanaal inclusief natuurlandschapsontwikkeling kent een zevental hoofddoelstellingen.
en
De zeven hoofddoelstellingen zijn: 1. Economie 2. Innovatie 3. Recreatie en toerisme 4. Natuur 5. Cultuurhistorie 6. Landschap 7. Veilig varen Ad 1 Economie a. Door de ontsluiting van het gebied voor waterrecreatie zal het gebied zich economisch ontwikkelen. De regionale economie krijgt een impuls. De economische positie van de regio is kwetsbaar en heeft behoefte aan nieuwe dragers van de economie, omdat de traditionele economische sectoren het steeds moeilijker krijgen. b. De verwachting is dat deze ontwikkeling de landbouw een nieuwe impuls kan geven. Het is een landelijke trend dat in de agrarische sector het aantal bedrijven afneemt en dat de overblijvende bedrijven worden opgeschaald. Dit houdt in dat er gaandeweg meer percelen (voorheen agrarische bedrijven) een andere bestemming krijgen (wonen, werken. recreatie e.a.). De agrarische sector loopt geen risico‟s bij de heropening van het Polderhoofdkanaal, maar biedt agrarische bedrijven kansen om te verbreden. c. De leefbaarheid en levendigheid van het gebied, die sterk onder druk staan wordt verbeterd. d. Een waardestijging van het onroerend goed in het gebied. e. Een toename van de bekendheid en de verbetering van het imago van het gebied. Ad 2 Innovatie a. Het is gebleken dat er geen (langjarige) wetenschappelijke gegevens bekend zijn als het gaat om een toename van vaarbewegingen en de effecten op flora en fauna. Daarnaast blijken er geen langjarige gegevens beschikbaar om de ontwikkeling in de tijd van de Europees beschermde Gestreepte waterroofkever te meten in een nieuw ontwikkelde habitat. Oriënterend overleg wijst uit dat het
11
wetenschappelijk onderwijs graag wil participeren in dit innovatieve onderzoek. b. Er wordt gedurende vijf jaar gemonitord wat de effecten zijn van de vaarbewegingen op een aantal belangrijke parameters gerelateerd aan de effecten op flora en fauna. De resultaten worden na 5 jaar gepubliceerd. c. Er wordt gedurende vijf jaar gemonitord wat de ontwikkeling in de tijd is van de Gestreepte waterroofkever in een nieuwe habitat. De resultaten worden na vijf jaar gepubliceerd. Ad 3. Recreatie en Toerisme. a. Door het ontwikkelen van natuur en het bevaarbaar maken van het Polderhoofdkanaal ontstaat een uitbreiding van vaarroutes in Friesland met als gevolg uitbreiding van en meer mogelijkheden voor recreatie en toerisme. O.a. verbinding Lits-Lauwers, ontsluiting richting Drenthe en verder richting Duitsland. Het project maakt deel uit van het Fries Meren Project, is onderdeel van de programmalijn Grenzenloos Varen en is één van de aan te leggen verbindende schakels. b. Als alternatief dienen voor de recreatievaart waardoor het drukke en voor de beroepsvaart veelvuldig gebruikte Prinses Margrietkanaal vermeden kan worden waardoor dit bijdraagt aan de veiligheid op het water. c. Heropening van het kanaal draagt sterk bij aan het beleven van het regionale agrarische en industriële erfgoed (beleving cultuur en historie). Door de aanleg van nieuwe natuur ontstaan er nieuwe recreatiemogelijkheden. Ad 4. Natuur a) Door de aanleg van nieuwe natuur wordt er een biotoop ontwikkeld voor beschermde diersoorten waardoor deze zich kunnen ontwikkelen in een groter verspreidingsgebied. b) Door de aanleg van nieuwe natuur zal de landschappelijke kwaliteit van het gebied toenemen en er ontstaat meer landschappelijke diversiteit. Ad 5. Cultuurhistorie a) Een bijdrage aan de grote cultuurhistorische betekenis van de regio (vervening en Domela Nieuwenhuis). In het verveningsmuseum It Damshus in Nij Beets is dit rijke verleden van dit gebied al te ervaren. b) De oorspronkelijke cultuurhistorische functie van het Polderhoofdkanaal wordt geaccentueerd doordat het kanaal weer een vaarfunctie
12
krijgt. Voor meer achtergrond hierover wordt verwezen naar het artikel “Heropening Polderhoofdkanaal in Nij Beets” in bijlage 8. c) De oude karakteristieke sluizen (uit de verveningtijd) worden opgegraven en hersteld en krijgen hun oude functie terug wat bijdraagt aan de kwaliteit van het gebied. Ad 6. Landschap a) De bestaande (lage) bruggen zorgen voor een rommelig beeld doordat er grote verschillen in soort, grootte, kleur en materiaalgebruik is. De bestaande kunstwerken passen niet in het landschap. De bruggen worden vervangen door uniforme bruggen die zijn afgestemd op het landschap (meer gebiedskarakteristiek). b) De woonfunctie van het gebied krijgt een impuls door de unieke natuurwaarden en de mogelijkheden voor recreatie. c) Het gebied kan concurreren met andere gebieden door de nieuwe (landschappelijke) aantrekkelijkheid en de recreatiemogelijkheden. Door de voorkomende diversiteit in landschapselementen langs het Polderhoofdkanaal is het kanaal een waardevolle aanvulling. Het Polderhoofdkanaal richt zich op het zogenaamde “slow tourism”, letterlijk langzaam varen door een cultuurhistorisch aantrekkelijk gebied waar een balans is gezocht tussen ecologie en economie. d) Het Polderhoofdkanaal ligt hoger dan de omliggende polders. Daardoor is een sprake van een goed en uniek uitzicht over het lager gelegen landschap. Ad 7. Veilig varen a. Het Prinses Margrietkanaal is een hoofdvaarweg en wordt verruimd naar CEMT-klasse V-a. Dat betekent dat de binnenvaartschepen aanzienlijk groter worden. Het toegestaan laadvermogen stijgt van ca. 1.350 ton naar ca. 3.000 ton. b. De ongelijkheid tussen de recreatievaart en de beroepsvaart wordt daardoor steeds groter. De provincie streeft naar het aanleggen van een dekkend systeem van alternatieve routes voor de recreatievaart. Dat systeem is in het kader van het Friese Merenproject ook grotendeels al aangelegd. c. Het Polderhoofdkanaal vormt een belangrijke aansluiting op het systeem van alternatieve vaarwegen vanuit Zuidoost Fryslân. Daardoor wordt het aantrekkelijker om ook van dat systeem gebruik te maken en heeft men minder de neiging om vanwege het ruime water toch voor de hoofdvaarweg te kiezen. d. Het voorkomen van ongevallen door het aantrekkelijk maken van het alternatieve netwerk is een belangrijk onderdeel. Het
13
Polderhoofdkanaal is een waardevolle aansluiting op dat systeem en zal bijdragen aan vermindering van het aantal incidenten. De doelgroepen van dit project zijn: - de toeristen en de (vaar)recreanten - de natuurwetenschappers/natuurorganisaties - bewoners van het gebied - ondernemers in de regio Ten behoeve van de toeristen en (vaar)recreanten wordt er een fraaie vaarroute gerealiseerd in een gebied met een rijke (cultuur) historie (vervening). Er wordt een fraaier landschap met meer verscheidenheid gerealiseerd en een duidelijker accentuering van de verschillende functies (natuur en recreatie). De doelgroep recreanten en toeristen bevindt zich vooral in de stedelijke omgeving in de buurt (Heerenveen en Drachten) en de toeristen van elders (slow tourism/ 55+). Door de mitigerende en compensende maatregelen is het de verwachting dat de te verwachte effecten op zwaar beschermde soorten als gevolg van de openstelling van het kanaal zullen worden verminderd respectievelijk kunnen worden weggenomen. Om de ontwikkelingen op de voet te kunnen volgen zal een monitoringsysteem worden gerealiseerd conform het door Altenburg & Wymenga samen met de natuurorganisaties opgestelde Monitoringplan. Deze aanpak is van groot belang voor de natuurorganisaties en maakt het project uitermate interessant voor natuurwetenschappers. Bij de voorbereiding van het project is gebleken dat er nog heel veel vragen bij wetenschappers leven over het doen en laten van de Gestreepte waterroofkever. De reacties uit deze vakgroep op de voornoemde aanpak zijn dan ook positief nieuwsgierig. De bewoners van het gebied profiteren van de algehele ontwikkeling van het gebied. Niet alleen qua beleving op het punt van natuur, landschap en recreatie, maar het project biedt ook kansen voor economische activiteiten en ontwikkeling. Zo kan de economische bedrijvigheid (bijv. in de horeca, verhuur e.d.) als gevolg van de extra bezoekers/toeristen zich verder ontwikkelen. Er is sprake van een economische impuls. In het ZKA-rapport bijlage 4d is ondermeer via een bottum-up benadering inzicht geboden in de plannen die de ondernemers in het gebied voor ogen hebben. De realisatie hiervan kan leiden tot een vliegwiel effect en een verdere toename aan fte‟s qua werkgelegenheid. Gezien bovenstaande doelstellingen en doelgroepen past het project uitstekend binnen Priorititeit 2 “Attractieve regio‟s” van het “Operationeel
14
Programma Noord-Nederland 2007-2013” (EFRO). Deze prioriteit richt zich op flankerende activiteiten die het economisch functioneren van de kernzones, en daarmee van geheel Noord-Nederland, een impuls geven. Binnen deze Prioriteit 2 staan drie actielijnen centraal, waarvan de actielijn 2A “Aantrekkelijk landelijk gebied” er één is. Het centrale doel van deze actielijn is het behoud en versterking van de kwaliteit van het landelijk gebied, vooral in de kernzones in Noord-Nederland. Versterking van de toeristische-recreatieve infrastructuur (o.a. routestructuren) en voorzieningen in het landelijk gebied is een belangrijk onderdeel van deze actielijn. Daarnaast wordt de samenwerking tussen bedrijven in de toeristische sector gestimuleerd, alsmede gezamenlijke markt- en produktontwikkeling. Het landelijk gebied in de kernzones heeft kwaliteiten en een sterke identiteit. Die kwaliteiten liggen in de sfeer van landschap en landschapselementen, cultuur, authenticiteit, natuur en water. Blijvende investeringen in ontwikkeling en verbetering van natuurwaarden en waterkwaliteit zijn dan ook noodzakelijk om deze kwaliteiten te blijven versterken. Voorwaarde is dat er sprake is van een economische relevantie, bijvoorbeeld als onderdeel van een toeristisch product. Gezien de bovenomschreven doelstellingen van het project en de doelstelling van het Operationeel Programma en het feit dat het project gelegen is in de kernzone A7, kan niet anders geconcludeerd worden dan dat het project Heropening Polderhoofdkanaal inclusief natuur- en landschapsontwikkeling een concrete en optimale invulling geeft van de doelstellingen van Prioriteit 2, actielijn 2a in het OP-EFRO programma. De aantrekkingskracht, de kwaliteiten van de kernzone A7 worden vergroot en de toeristische- recreatieve infrastructuur, de voorzieningen, de natuur, de cultuur en het landschap in het landelijk gebied worden versterkt.
15
4
Inhoud en aanpak Het project behelst het heropenen van een oude historische vaarverbinding die indertijd werd gebruikt voor de aan- en afvoer van goederen (o.a. turf) naar en van de veenkolonieën. Het project betekent een verbeterde kortsluitende verbinding tussen het Friese Merengebied en de Turfroute. Het bevaarbaar maken van het Polderhoofdkanaal vormt een concrete invulling van de doelstellingen van het Friese Merenproject: - Grenzeloos varen: verbetering/uitbreiding van het toeristische vaarwegennetwerk w.o. ontsluiting richting Drenthe e.v. - Extra bestedingen aan de wal: realiseren van nieuwe routes, voorzieningen e.d. - Ecologie en duurzaamheid: natuur- en landschapsontwikkeling, duurzame voorzieningen. Uit onderzoek blijkt dat door de waterrecreant het landschap, de natuur en de rust zeer bewust wordt ervaren. Het blijkt dat de aantrekkelijkheid van de locaties, die de waterrecreant al varend bezoekt, bepaald wordt door verschillende aspecten, de zgn. vijf V‟s namelijk: 1. Variatie (niet voortdurende dezelfde omgeving) 2. Vormgeving (unieke en karakteristieke kenmerken) 3. Verleden ( rijke (cultuur)historie) 4. Vrijheid (eigen route bepalen, waar aan te leggen) 5. Voorzieningen (aanlegmogelijkheden/voorzieningen aan de wal). Het project omvat een pakket aan maatregelen dat gericht is op de doelstellingen zoals weergegeven in hoofdstuk 3 en scoort in hoge mate op alle vijf V‟s : - Variatie: er ontstaat een nieuwe vaarroute - Vormgeving: de route gaat door een uniek gebied (veengebied) met een rijke natuur - Verleden: het gebied heeft een rijke (cultuur)historie (vervening) - Vrijheid: de sluizen en bruggen kennen afstandsbediening, alternatieve vaarroutes zijn voorhanden, men kan een veilige route kiezen: vermijding PM-kanaal - Voorzieningen: aanlegmogelijkheden, mogelijkheden aan de wal (Nij Beets, De Veenhoop)
16
Het project omvat de volgende maatregelen: 1) Natuur 2 Het aanbrengen van palenrijen, kadeherstel, verdieping van watergangen, beperking vaarsnelheid oa. ten behoeve van (bedreigde) flora en fauna. Realisatie van 3,2 ha aan nieuwe natuur bij de Kraanlannen. Het opwaarderen van bestaande natuur (Alde Feanen) t.b.v. meer beschermde soorten, waaronde de Gestreepte waterroofkever. Het inrichten van natuur voor een hogere soort (o.a Gestreepte waterroofkever). Aanleg van nieuwe watergangen, aanleg van een nevengeul bij het Polderhoofdkanaal t.b.v. de Gestreepte Waterroofkever. Rapportages over de effecten van vaarbewegingen op de floraen fauna en over de ontwikkeling van enkele beschermde soorten in een nieuwe habitat. Het verkrijgen van natuurwetenschappelijke data/ gegevens. Meer gegevens over natuurlijke processen, die elders gebruikt kunnen worden. 2) Gebiedsgerichte en innovatieve maatregelen3 Een gedurende vijf jaar lange periode monitoring van de effecten van vaarbewegingen op een aantal belangrijke parameters effecten op flora en fauna vastgelegd in een rapportage. Er wordt gedurende vijf jaar gemonitord wat de ontwikkeling in de tijd is van de gestreepte waterroofkever in een nieuwe habitat. Er wordt een nieuwe monitoringtechniek ontwikkeld en toegepast die ook elders gebruikt kan worden (voorbeeldwerking).
2
Zie: ”Friese meren project Heropening Polderhoofdkanaal, Uitwerking compenserende en mitigerende maatregelen Polderhoofdkanaal”, (pag 52) Royal Haskoning, 28 augustus 2009 (bijlage 4b). 3 Zie: “Monitoringplan openstelling Polderhoofdkanaal”, Altenburg&Wymenga, rapport 1160, december 2010 (aangepaste versie),(bijlage 4c.).
17
3) Routestructuur (het openen van een vaarroute van 7.500 meter) Het restaureren en functioneel geschikt maken van twee met zand en grond volgestorte cultuurhistorische schutsluizen. Het aanlegen van 3 beweegbare verkeersbruggen (bij de Noordersluis, bij het Polderhuis Veenhoop en in Nij Beets) Het aanleggen van 5 vaste verkeersbruggen Het aanleggen van 1 heechhout (voetgangersbruggetje) Het realiseren van aanlegplaatsen binnen en buiten de bebouwde kom met een totale lengte van ca. 300 m. De cultuurhistorie en de natuurlijke kwaliteiten zullen via infopanelen onder de aandacht worden gebracht. . Deze maatregelen vormen de garantie voor een doorvaarhoogte van 2,70 meter (de Dm+-variant) in het Polderhoofdkanaal.
18
5
Kosten en financiering De kosten en financiering van het in hoofdstuk 4 beschreven pakket aan maatregelen zijn als volgt geraamd. Kosten (in mln euro‟s, excl. Btw en exclusief € 1,6 mln risicodekking): Een gespecificeerde projectbegroting is als bijlage 6 toegevoegd. Investeringskosten kanaal Investeringskosten compensatie en mitigatie Algemene kosten Subtotaal Onvoorzien Totaal
8,992 2,000 4,669 15,661 1,289 16,950
Beoogde financiering: Gemeente Opsterland Gemeente Smallingerland Provinsje Fryslân BRTN-gelden (SRN/ILG) Convenant A7 OP-EFRO Totaal
2,800 2,275 5,000 1,200 0,350 5,325 16,950
19
6
Effecten Het project is een combinatie van natuurontwikkeling, stimulering van de beleving van cultuurhistorie, versterken en verbeteren van de landschappelijk waarde en versterken van de toeristische- en recreatieve ontwikkelingen. De effecten van het project doen zich derhalve op vele terreinen voor. Die effecten zijn reeds in een vroegtijdig stadium verkend. Echter de bestuursrechter heeft de door het ministerie LNV (EL&I) afgegeven ontheffing F&F-wet geschorst, omdat het groot maatschappelijk belang onvoldoende is aangetoond. Om die reden is aan ZKA- Consultants & Planners het verzoek gedaan om op systematische en samenhangende wijze een onderzoek te verrichten naar het openbaar belang en het maatschappelijke draagvlak te onderzoeken voor de heropening en het weer bevaarbaar maken van het kanaal.4 Uit die analyse kan geconcludeerd worden, dat er dwingende redenen van groot openbaar belang aan te voeren zijn voor de heropening van het Polderhoofdkanaal. Deze redenen zijn van cultuurhistorische en economische aard. Ook levert de heropening een belangrijke bijdrage aan het vergroten van de veiligheid op en de beleving van het water in de regio. Daarnaast wordt met de heropening van het Polderhoofdkanaal uitvoering gegeven aan reeds eerder vastgesteld beleid op zowel Nationaal als Provinciaal niveau (o.a. Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan (PVVP), Fryslân, Streekplan provincie Fryslân en de Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland (BRTN)). De redenen kunnen ook geïnterpreteerd worden als effecten. De volgende effecten kunnen worden genoemd: a. Economische betekenis: kanaal drager nieuwe regionale economie/toenemende leefbaarheid; b. Positie kanaal in toervaartnetwerk: ontbrekende schakel in turf/veenroutes; c. Cultuurhistorische betekenis: kanaal drager identiteit regio; d. Ontwikkeling nieuwe natuur. 4
“Belang heropening Polderhoofdkanaal, Argumentatie dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale en economische aard” , ZKA Consultants & Planners, augustus 2010 (bijlage 4d).
20
Tevens willen wij hierbij graag verwijzen naar HS 3. , zie toelichting hoofddoelstellingen. Ad a. Economische betekenis/leefbaarheid. Het kanaal vormt de drager voor een nieuwe regionaal economische ontwikkeling in de omvorming van een agrarisch-industrieel gebied naar een nieuwe economie geënt op een mix van toerisme (varen, fietsen, wandelen, etc.) en agrarische bedrijfsvoering (agrotoerisme). Dat de heropening van het Polderhoofdkanaal een vliegwielfunctie vervult voor de economische ontwikkeling van de streek, blijkt uit het feit dat er tot op heden al meer dan 15 plannen ingediend zijn door nieuwe en bestaande bedrijven. Deze leveren in totaal bovenop de bestaande ruim 25 banen op in het gebied. Onderzoeksbureau Ecorys heeft daarnaast becijferd dat het project in de regio aanvullend nog eens 13 banen oplevert, kortom in totaal een toename van 38 banen. Deze komen niet alleen terecht in toerisme maar ook in de horeca, detailhandel en vervoer. Daarmee levert het een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van het voorzieningenniveau en de leefbaarheid en welzijn in Nij Beets en De Veenhoop. Een goed voorbeeld hiervan is de actualiteit rondom de supermarkt Spar in Nij Beets. De eigenaar van de supermarkt heeft de gemeente aangegeven dat noodzakelijke investeringen in de winkel afhankelijk worden gesteld van de voorgenomen openstelling van het kanaal. Het vertrek van de Spar in Nij Beets als laatste supermarkt zal gevolgen hebben voor de leefbaarheid van het dorp. Daarnaast zullen ook bedrijven in de regio kunnen meeprofiteren en zal de openstelling van het kanaal in algemene zin een positief effect hebben op de ontwikkeling van de watersport in Fryslân (o.a. voor de ontwikkeling van Drachten als toeristische watersportkern en de ontwikkeling van een nieuw watersportmeer bij Oudega). Door dit vliegwiel-effect zal het aantal structurele arbeidsplaatsen op middellange termijn verder gaan toenemen. Tot slot kan het tijdelijke werkgelegenheidseffect worden genoemd. Een investering van 16 mln levert uitgaande van ca. 100.000 tot 150.000 euro investering per fte (afhankelijk van het type investering) een tijdelijk werkgelegenheidseffect op van circa 100 tot 160 arbeidsplaatsen. Ad b. Positie kanaal in toervaartnetwerk: ontbrekende schakel in turf/veenroutes. Het kanaal vormt een ontbrekende schakel in het (inter-)nationale toervaartnetwerk, met name in de verbinding tussen Friesland en Drenthe en grensoverschrijdende verbindingen naar Duitsland. Dit is in verschillende stukken vastgelegd (zie o.a. rapport “Het land van turf en honing”) en wordt ondersteund door belangrijke organisaties als Stichting Recreatietoervaart
21
Nederland (SRN), hetgeen zich „vertaalt‟ in een financiële bijdrage, en het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond. Heropening van het kanaal draagt ook in belangrijke mate bij aan de ontwikkeling van het watertoerisme in de provincie; één van de speerpunten in het economisch beleid. Het gaat hier om een steeds meer gedifferentieerde markt qua type vaargebieden en doelgroepen. Het Polderhoofdkanaal zou met name in het versterken van de routestructuur van de oude veen-/turfroutes gericht op „slow tourism‟ van senioren, rustzoekers e.d. een belangrijke rol kunnen spelen. Tot slot ontstaat door de heropening van het Polderhoofdkanaal een veiliger, rustiger en daarmee ook aantrekkelijker alternatief voor de route over het Prinses Margrietkanaal. Het belang van het zoveel mogelijk scheiden van beroeps- en recreatievaart uit oogpunt van veiligheid wordt ook in het Provinciaal Verkeer- en Vervoersplan genoemd en door het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond ondersteund. Ad c. Cultuurhistorische betekenis: kanaal drager identiteit regio. Het Polderhoofdkanaal werd in 1875 gegraven en vormde al snel een centraalonderdeel van het systeem van turfkanalen. Heropening van het kanaal draagt daarmee sterk bij aan het beleven van het regionale agrarische en industriële erfgoed. Meer in het bijzonder heeft de nederzetting Nij Beets haar bestaan er aan te danken. Hierdoor is er ook sprake van een groot draagvlak voor heropening en het weer bevaarbaar maken van het Polderhoofdkanaal. Meer in het bijzonder ondersteunen vanwege de grote cultuurhistorische betekenis de volgende organisaties de plannen voor heropening: museum It Damshûs, Stichting samenwerkende Musea Zuidoost Friesland en WandelOverleg Fryslân. Ad d. Ontwikkeling nieuwe natuur. Een onderdeel van het pakket mitigerende en compenserende maatregelen is de realisatie van 3,2 ha nieuwe natuur als uitbreiding van de Kraanlannen en het gebied rond het Alddjip. De Kraanlannen is een gebied dat voor tweederde uit petgaten bestaat en is een onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. Aansluitend op dit EHS gebied wordt nieuwe natuur gerealiseerd. Hierbij willen wij nog graag opmerkingen dat naast aanleg van nieuwe natuur ook deels bestaande natuur wordt opgewaardeerd voor hogere soorten (o.a Gestreepte waterroofkever).
22
7
Planning Zoals in het voorgaande is aangegeven is de afstemming met de natuurorganisaties, met de individuele bezwaarmakers en het aanvragen van een (nieuwe) ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet een bepalend gegeven. Op grond daarvan is de volgende planning uitgezet: Overleg natuurorganisatie/ind. bezwaarmakers Aanvraag ontheffing F&F wet plus procedure tijd (o.a. bestemmingsplan procedure) Bestuurlijk overleg, voorbereiden vergunningen Definitief Go/No Go raad Opsterland Realisatie Compenserende maatregelen Ontwikkelperiode i.v.m. compenserende maatregelen Realisatie PHK en mitigerende maatregelen Project afgerond Openstelling
t/m aug. ‟10 nov ‟09-april ‟11 juli ‟11 juli „13 – aug‟14 aug‟14 – juli‟15 juli‟13 – sept „14 dec „14 juli „15
In de planning zitten een aantal aannames qua proceduretijd. Indien één en ander sneller kan worden gerealiseerd, binnen de gemaakte afspraken met de natuurverenigingen, dan zal dit worden nagestreefd. De grootste risico‟s m.b.t. het welslagen van het project liggen op het vlak van de juridische risico‟s. Met het verkrijgen van de Ffw-ontheffing voor het project Heropening Polderhoofdkanaal (inclusief realisatie compensatiegebieden) is hierin een belangrijke stap gezet. Nu de Ffwontheffing is afgegeven kunnen thans ook de lopende bestemmingsplan (wijziging) procedure voor een tweetal kunstwerken naar verwachting voorspoedig worden afgerond. Zoals hiervoor aangegeven, kunnen de natuurverenigingen en natuurbeherende organisaties zich vinden in het robuuste pakket aan mitigerende en compenserende maatregelen. Ook hebben zij ingestemd met het bijbehorende monitoringsplan inclusief het “hand aan de kraan” principe. Op grond hiervan wordt verwacht dat bij eventuele bezwaren tegen de onlangs verkregen Ffw-ontheffing door het ministerie van EL&I een procesgang bij de bestuursrechter kan worden doorstaan.
23
8
Samenvatting De watersport is voor Fryslân van groot belang. In 1999 is het „Friese Merenproject‟ gestart, met als doel om in alle opzichten een kwaliteitsverbetering in het Friese merengebied te realiseren. Speerpunten daarbij zijn het oplossen van knelpunten van wegen en waterwegen, het uitbreiden en opwaarderen van recreatieve voorzieningen e.d. Tegen die achtergrond is het project heropening van het Polderhoofdkanaal ontwikkeld inclusief natuur- en landschapsontwikkeling. Dit project omvat het weer bevaarbaar maken en tegelijkertijd opwaarderen van het Polderhoofdkanaal, dat een verbinding vormt tussen het Fries merengebied en de Turfroute. Meer specifiek loopt het Polderhoofdkanaal vanaf de Veenhoop aan de rand van het Nationaal Park “De Alde Feanen” (gemeente Smallingerland) via Nij Beets naar de Nieuwe Vaart (gemeente Opsterland). Het project Heropening Polderhoofdkanaal is in 2006, als project ingediend voor SNN subsidie (Kompas-programma) Die subsidie is ook toegekend (nr. EF063, d.d. 22-12-2006). Het voorkomen van beschermde diersoorten en de hoge ecologische waarden in en om het Polderhoofdkanaal hebben echter geleid tot bezwaren tegen de door het toenmalige ministerie van LNV (thans EL&I) verleende ontheffing in het kader van de Flora & Faunawet. De bestuursrechter heeft n.a.v. deze bezwaren de verleende ontheffing Flora en Faunawet geschorst. Op grond daarvan is het project stilgelegd en zijn de subsidie-termijnen verstreken. Hierover is met de subsidieverstrekkers tijdig overleg gevoerd. Met hen is afgesproken om het oude project in te trekken en een nieuwe aanvraag in te dienen, waarbij gezien de voorgeschiedenis, bij uitzondering uitgegaan wordt van startdatum 1 januari 2007. De kosten vanaf 1 januari 2007 zijn subsidiabel onder de voorwaarde dat besloten wordt tot een uitzondering op de voorwaarden. Naar aanleiding van rechtelijke uitspraak zijn er een aantal onderzoeken verricht: onderzoek naar alternatieve vaarverbindingen, tot compenserende en mitigerende maatregelen en tot een onderbouwing van het grote maatschappelijke belang. De resultaten hiervan hebben geleid tot een aangepast project met de naam: “Heropening Polderhoofdkanaal inclusief natuuren landschapsontwikkeling”.
24
Het project omvat werkzaamheden met betrekking tot de ontwikkeling van de natuur (o.a. mitigerende en compenserende maatregelen), gebiedsgericht innovatie (oa. monitoring natuurontwikkeling) en de heropening van het Polderhoofdkanaal (o.a. sluizen herstellen, aanleg van bruggen, verdieping, aanlegvoorzieningen e.d.). De totale investeringskosten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, worden geraamd op 16,95 mln euro (exclusief Btw en exclusief risicogeld ter hoogte van € 1,6 mln). De beoogde financiering is als volgt: Gemeente Opsterland Gemeente Smallingerland Provinsje Fryslân BRTN-gelden (SRN/ILG) Convenant A7 OP-EFRO Deel waarvoor OP-EFRO wordt aangevraagd
2,800 2,275 5,000 1,200 0,350 5,325 16,950
Na het schorsingsbesluit door de bestuursrechter is er uitgebreid overleg gevoerd met de natuurorganisaties en bezwaarmakers, zijn er aanvullende onderzoeken verricht en zijn er in samenwerking met de natuurorganisaties aanvullende mitigerende en compenserende maatregelen ontwikkeld. Op grond daarvan wordt verwacht dat bij eventuele bezwaren tegen de afgegeven ontheffing(en) F&F door het ministerie van EL&I een procesgang bij de bestuursrechter kan worden doorstaan. Nadat de ontheffing Flora & Fauna-wet onherroepelijk is, kunnen de andere procedures (oa. bestemmingsplan- wijziging) worden afgerond. Bovengenoemde inspanningen hebben er toe geleid dat het Ministerie van EL&I op 21 april 2011 heeft besloten om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora-en Faunawet te verlenen. Hiermee is een belangrijk randvoorwaarde voor de doorgang van het project een feit (zie bijlage 5). Uiteindelijk zullen alle verplichtingen voor eind 2013 kunnen worden aangegaan en kan het Polderhoofdkanaal juli 2015 open worden gesteld. Die heropening met natuur – en landschapsontwikkeling heeft (positieve) effecten op vele terreinen nl. - Economische betekenis: kanaal drager nieuwe regionale economie (ca 38 structurele voltijdbanen)/ toenemende leefbaarheid werkgelegenheid (ca. 100 tot 160 tijdelijke fte‟s) - Positie kanaal in toervaartnetwerk: ontbrekende schakel in turf/veenroutes: extra route/alternatieve vaarroute meer veiligheid op het Prinses Margriet-kanaal
25
-
Cultuurhistorische betekenis: kanaal drager identiteit regio (vervening) Ontwikkeling nieuwe natuur (mitigerende en compenserende maatregelen)
Deze effecten, de aard van het project en de doelstellingen van het project sluiten naadloos aan bij de doelstellingen van het Operationeel Programma EFRO. Door het verstekken van de gevraagde EFRO-subsidie kan het project tezamen met een forse (financiële) inspanning door de initiatiefnemers worden gerealiseerd. Waarmee een concrete invulling gegeven wordt aan de doelstellingen van het programma Noord-Nederland, regeling EFRO doelstelling 2, programmaperiode 2007-2013.
26
2011-07265
9
Bijlage
Legenda: 1: Vaste brug Schouwstrasluis (Zuidersluis); 2: Schouwstrasluis ; 3: Vaste brug; 4: Aanpassing brug/schaatsvoorziening; 5:Beweegbare brug; 6: Voetgangersbrug; 7 t/m10: Vaste bruggen; 11: Beweegbare brug; 12: Noordersluis; 13: Beweegbare brug Noordersluis; 14: Aanlegvoorzieningen.
27