B-Tronic EasyControl
EC5415B
nl
Montage- en gebruiksaanwijzing Wand-/handzender 15-kanaal bidirectioneel Belangrijke informatie voor: • de monteur / • de elektricien / • de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker dient deze originele gebruiksaanwijzing te bewa‐ ren.
Becker-Antriebe GmbH Friedrich-Ebert-Straße 2-4 35764 Sinn/Germany www.becker-antriebe.com
Inhoudsopgave Inhoud ...................................................................................... 3 Algemeen ................................................................................. 3 Garantieverlening ...................................................................... 3 Veiligheidsaanwijzingen ............................................................. 4 Doelmatig gebruik ..................................................................... 5 Verklaring van aanduidingen en toetsen ...................................... 6 Normale/mastermodus .............................................................. 8 Eerste zender programmeren ..................................................... 9 Verdere zenders programmeren ............................................... 11 Zender wissen ......................................................................... 13 Instellen van de eindposities ..................................................... 15 Aanslag boven naar aanslag beneden ............................ 15 Punt boven naar punt beneden ...................................... 16 Aanslag boven naar punt beneden ................................. 16 Punt boven naar aanslag beneden ................................. 18 Eindposities wissen ................................................................. 19 Tussenposities I + II ................................................................. 21 Memoryfunctie ........................................................................ 23 Vastvriesbeveiliging boven ....................................................... 25 Vastvriesbeveiliging boven activeren / deactiveren ......... 25 Vliegenhorbeschermfunctie ..................................................... 26 Repeatermodus ...................................................................... 28 Zender terugzetten naar fabrieksinstelling ................................. 30 Scenario ................................................................................. 31 Batterijen vervangen ................................................................ 36 Wandhouder ........................................................................... 37 Schoonmaken ......................................................................... 38 Technische gegevens .............................................................. 38 Wat doen, wanneer...? ............................................................. 39 Algemene conformiteitsverklaring ............................................. 41
2
Inhoud
Algemeen Met de EC5415B kunt u aandrijvingen en besturingen met bidirectio‐ nele draadloze KNX-functie aansturen. Dit apparaat kenmerkt zich door een eenvoudige bediening. Volg bij de installatie en de instelling van het apparaat de instructies in deze montage- en gebruiksaanwijzing op.
Garantieverlening Constructieve wijzigingen en ondeskundige installatie die in strijd zijn met deze gebruiksaanwijzing en andere instructies onzerzijds, kun‐ nen leiden tot ernstig lichamelijk letsel van de gebruiker en kunnen een ernstig risico vormen voor diens gezondheid, zoals kneuzingen. Constructieve wijzigingen mogen derhalve uitsluitend na overleg met ons en met onze toestemming plaatsvinden, waarbij onze instructies en vooral de instructies in de voorliggende montage- en gebruiks‐ aanwijzing beslist in acht moeten worden genomen. Afwijkend gebruik, toepassingen en/of verwerking van de producten die in strijd is met het bedoelde gebruik, is niet toegestaan. De fabrikant van het eindproduct en de installateur dienen erop te letten dat bij gebruik van onze producten aan alle noodzakelijke wet‐ telijke en officiële voorschriften aandacht wordt besteed en dat deze worden opgevolgd. Dit betreft de fabricage van het eindproduct, de installatie en het advies aan de klant en geldt vooral voor de daarop betrekking hebbende actuele EMC-voorschriften.
3
Veiligheidsaanwijzingen Voorzichtig ▪ Bewaar deze gebruiksaanwijzing! ▪ Gebruik het apparaat uitsluitend in droge ruim‐ ten. ▪ Houd personen uit de buurt van het bewegings‐ gebied van de installaties. ▪ Houd kinderen uit de buurt van besturingen. ▪ Neem de bepalingen in acht die specifiek voor uw land van toepassing zijn. ▪ Voer verbruikte batterijen correct af. Vervang batterijen uitsluitend door batterijen van hetzelf‐ de type (LR03; AAA). ▪ Wanneer de installatie door één of meerdere zen‐ ders wordt bestuurd, dan moet het bewegingsge‐ bied van de installatie gedurende de bediening zichtbaar zijn.
4
Doelmatig gebruik De EC5415B mag uitsluitend worden gebruikt voor de aansturing van daarvoor geschikte aandrijvingen en besturingen met bidirectio‐ nele draadloze KNX-functie. Met deze handzender kunt u één groep of meerdere groepen van apparaten aansturen. ▪ Let erop dat draadloze installaties niet in gebieden met een ver‐ hoogd risico op storingen gebruikt mogen worden (b.v. ziekenhui‐ zen, luchthavens). ▪ De afstandsbediening is uitsluitend toegestaan voor apparaten en installaties waarbij een functiestoring in de handzender of ontvan‐ ger geen gevaar voor personen, dieren of goederen oplevert of waar dit risico door andere veiligheidsvoorzieningen is afgedekt. ▪ De gebruiker geniet geen enkele bescherming tegen storingen door andere telecommunicatie-installaties en eindapparatuur (bijv. ook door draadloze installaties die volgens de regels in het‐ zelfde frequentiebereik werken). ▪ Verbind draadloze ontvangers uitsluitend met door de fabrikant goedgekeurde apparaten en installaties. Aanwijzing ▪ Let erop dat de besturing niet in het bereik van metalen oppervlakken of magnetische velden wordt geïnstalleerd en gebruikt. ▪ Draadloze installaties die op dezelfde frequentie zenden, kunnen aanleiding geven tot storing van de ontvangst. ▪ Houd er rekening mee dat de reikwijdte van het radiosignaal door de wetgever en door bouwkun‐ dige maatregelen is beperkt.
5
Verklaring van aanduidingen en toetsen 14 13 12 11
1
10 9 8 7
2 3 4
6
5
1 Opname wandhouder
8 Omschakeltoets
2 Mastertoets 3 Typeplaatje 4 Batterijen 5 Batterijvakdeksel
9 NEER-toets
6 Programmeertoets het logo) 7 Scenariotoets
6
10 STOP-toets (achter
11 OP-toets 12 Kanaalkeuzetoetsen 13 Display 14 Status-LED
Verklaring van display
4 3 2
1
1 Scenariokeuze 2 Batterijstatus 3 Gekozen kanaal 4 Toepassing
Verklaring van de symbolen Symbool
Verklaring Repeatermodus actief Repeatermodus niet actief Rolluik Dimmer Schakelaar Jaloezie Centralescène Het aangegeven kanaal is niet opgenomen in de ge‐ kozen scène Het aangegeven kanaal is opgenomen in de gekozen scène
7
Het aangegeven scenario wordt momenteel bewerkt Foutaanduiding
Normale/mastermodus De zender kan in twee modi worden gebruikt: ▪ Normale modus (normale werking) De gegeven commando's gelden voor alle ontvangers van een kanaal. ▪ Mastermodus (instelmodus voor alle B‑Tronic producten) De ge‐ geven commando's gelden uitsluitend voor één geselecteerde ontvanger van een kanaal. Fabrieksinstelling is de normale modus.
Mastermodus activeren Druk zolang op de mastertoets tot de omschakeltoets 1x per seconde groen knippert. Zolang u zich in de mastermodus be‐ vindt, blijft dit knipperen doorgaan. Door de mastertoets opnieuw te bedienen wordt de geprogram‐ meerde aandrijving of worden achtereenvolgens de geprogram‐ meerde aandrijvingen gekozen. De gekozen aandrijving bevestigt dit met "klikken". Nu kunt u de verschillende instellingen die uitsluitend in de master‐ modus beschikbaar zijn, uitvoeren. Wanneer alle gewenste instellingen bij deze aandrijving werden uit‐ gevoerd, kunt u door opnieuw op de mastertoets te drukken de vol‐ gende aandrijving voor instelling kiezen.
Mastermodus verlaten Er zijn 2 mogelijkheden om de mastermodus te verlaten: 1. 2.
8
Druk op de omschakeltoets. De mastermodus wordt automatisch verlaten, nadat 2 minuten lang geen toets werd bediend.
Eerste zender programmeren 1) Zender programmeren
a) Ontvanger in de programmeermodus zetten Aanwijzing Neem goed nota van de montage- en gebruiksaan‐ wijzing van de ontvanger. ▪ Schakel de spanningsvoorziening van de ontvanger uit en na 5 se‐ conden weer in. of ▪ Bedien de programmeertoets of de zwarte schakelaar (antenne‐ symbool) van de ontvanger. De ontvanger bevindt zich nu gedurende 3 minuten in de program‐ meermodus. b) Zender programmeren Aanwijzing Denk eraan dat zich telkens maar één ontvanger in de programmeermodus bevindt. Het gelijktijdig pro‐ grammeren van meerdere ontvangers is niet moge‐ lijk. Druk in de programmeermodus op de programmeertoets van de zender tot de ontvanger het succesvol programmeren bevestigt. Tij‐ dens het programmeren knippert de status-LED geel. Daarmee is het programmeren beëindigd. Brandt groen
Zender succesvol geprogrammeerd
Brandt rood
Zender niet succesvol geprogrammeerd
9
2) Huidige ontvangermodus opvragen Er zijn verschillende ontvangermodi. De ontvangermodus moet altijd passend bij de ontvanger (bijv. rolluik/jaloezie/dimactor/schakelac‐ tor) zijn ingesteld. De fabrieksinstelling is rolluik/jaloezie. Druk kort de programmeertoets in en bo‐ vendien de omschakeltoets. Knippert 1x geel
Ontvangermodus rolluik/jaloezie
Knippert 2x geel
Ontvangermodus schakel-/dimactor
3) Omschakelen naar de gewenste ontvangermodus Druk gedurende ca. 5 seconden de pro‐ grammeertoets zowel als de omschakel‐ toets. Knippert 1x geel
Ontvangermodus rolluik/jaloezie
Knippert 2x geel
Ontvangermodus schakel-/dimactor
Herhaal deze procedure zolang tot de gewenste ontvangermodus is gekozen.
10
Verdere zenders programmeren Verdere zenders in de buismotor programmeren Zet de buismotor met een van de drie mogelijkheden in de program‐ meermodus. Aanwijzing Denk eraan dat zich telkens maar één ontvanger in de programmeermodus bevindt. Het gelijktijdig pro‐ grammeren van meerdere ontvangers is niet moge‐ lijk.
Buismotor in programmeermodus zetten met een gepro‐ grammeerde B-Tronic-zender Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Druk op de programmeertoets van de ge‐ programmeerde zender. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Æ De buismotor gaat gedurende 3 minu‐ ten in de programmeermodus. Buismotor in de programmeermodus zetten door de spanning in te schakelen Schakel de spanning in. Æ De buismotor gaat gedurende 3 minu‐ ten in de programmeermodus.
11
Buismotor in de programmeermodus zetten met de zwarte schakelaar (an‐ tennesymbool) Schuif de zwarte schakelaar (antennesym‐ bool) in de binnenste positie. Als de zwarte schakelaar (antennesymbool) zich al in de‐ ze positie bevindt, schuif de schakelaar naar buiten en weer naar de binnenste posi‐ tie terug. Æ De buismotor gaat gedurende 3 minu‐ ten in de programmeermodus. Wanneer de buismotor zich in de programmeermodus bevindt, gaat u als volgt te werk: Druk nu op de programmeertoets van de nieuwe zender. [ De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. Æ Daarmee is het programmeren beëin‐ digd. Brandt groen
Programmeren succesvol.
Brandt rood
Programmeren niet succesvol.
Verdere zenders in een ontvanger programmeren Zet de ontvanger in de programmeermodus. De dienovereenkomstige beschrijving kunt u vinden in de gebruiks‐ aanwijzing van de ontvanger.
12
Zender wissen Wissen met twee zenders Zet een andere geprogrammeerde zender dan de zender die moet worden gewist, in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Terwijl de zender zich in de mastermodus bevindt, knipperen de symbolen op de om‐ schakeltoets 1x per seconde groen.
Wisselt van groen naar geel
Knippert geel
Druk nu op de programmeertoets tot de status-LED van groen naar geel wisselt en de ontvanger bevestigt.
Druk opnieuw op de programmeertoets tot de status-LED geel knippert en de ontvan‐ ger bevestigt. Druk op de programmeertoets van de zen‐ der die moet worden gewist, tot de ont‐ vanger bevestigt. Æ De zender werd uit de ontvanger gewist.
Brandt groen
Zender succesvol gewist
Brandt rood
Zender niet succesvol gewist
13
Wissen met één zender Aanwijzing Met de volgende wishandeling kunt u de laatste of enige zender in de ontvanger wissen. Voor het pro‐ grammeren van nieuwe zenders moet de ontvanger opnieuw door inschakelen van de spanning of de zwarte schakelaar (antennesymbool) op de ontvan‐ ger in de programmeermodus worden gezet.
Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Terwijl de zender zich in de mastermodus bevindt, knipperen de symbolen op de om‐ schakeltoets 1x per seconde groen.
Wisselt van groen naar geel
Knippert geel
Druk nu op de programmeertoets tot de status-LED van groen naar geel wisselt en de ontvanger bevestigt.
Druk opnieuw op de programmeertoets tot de status-LED geel knippert en de ontvan‐ ger bevestigt. Druk nu op de omschakeltoets om de mas‐ termodus te verlaten. Druk nu op de programmeertoets tot de ontvanger dit bevestigt. Æ De zender werd uit de ontvanger gewist.
14
Brandt groen
Zender succesvol gewist
Brandt rood
Zender niet succesvol gewist
Instellen van de eindposities Aanslag boven naar aanslag beneden
Zet de zender in de mastermodus.
Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat de motor tegen de bovenste, continu aanwezige aanslag lopen. [ De buismotor schakelt vanzelf uit. Laat daarna de motor tegen de onderste, continu aanwezige aanslag lopen. [ De buismotor schakelt vanzelf uit. Æ De eindposities zijn ingesteld.
15
Punt boven naar punt beneden
Zet de zender in de mastermodus.
Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Aanwijzing Bij deze instelling van de eindposities vindt geen compensatie van de rolluikpantser-/zonwerings‐ lengte plaats. Laat de motor naar de gewenste bovenste eindpositie lopen. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook op de OP-toets en houd de beide toetsen ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Laat vervolgens de motor naar de gewenste onderste eindpositie lopen. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook op de NEER-toets en houd de beide toetsen ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Æ De eindposities zijn ingesteld.
Aanslag boven naar punt beneden
Zet de zender in de mastermodus.
Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. 16
Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat de motor tegen de bovenste, continu aanwezige aanslag lopen. [ De buismotor schakelt vanzelf uit. Laat vervolgens de motor naar de gewenste onderste eindpositie lopen. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook op de NEER-toets en houd de beide toetsen ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Æ De eindposities zijn ingesteld.
17
Punt boven naar aanslag beneden Zet de zender in de mastermodus.
Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat de motor naar de gewenste bovenste eindpositie lopen. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 1 seconde ook op de OP-toets en houd de beide toetsen ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Laat daarna de motor tegen de onderste, continu aanwezige aanslag lopen. [ De buismotor schakelt vanzelf uit. Æ De eindposities zijn ingesteld.
18
Eindposities wissen Opgelet Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities worden alle inge‐ stelde functies (bijv. tussenpositie) ook gewist. Aanwijzing De ingestelde eindposities kunnen alleen via de mastermodus worden gewist. Gewiste eindposities worden via de Eindpositie-Status-Indicator (ESI) aangegeven.
Eindposities afzonderlijk wissen Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat de motor naar de eindpositie lopen die moet worden gewist. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 1 seconde ook op de STOP-toets en houd de beide toetsen gedurende 10 se‐ conden ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. Æ De eindpositie werd gewist.
Beide eindposities wissen Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. 19
Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat het rolluikpantser/de zonwering lopen tot tussen de eindposities. Druk nu eerst op de programmeertoets en binnen 3 seconden ook op de STOP-toets en houd de beide toetsen gedurende 10 se‐ conden ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. Æ De eindposities werden gewist.
20
Tussenposities I + II Aanwijzing De tussenposities I + II zijn vrij te kiezen posities van het rolluikpantser/de zonwering, tussen de twee eindposities. Aan elke bewegingstoets kan telkens een tussenpositie worden toegewezen. Voor het in‐ stellen van een tussenpositie moeten beide eindpo‐ sities ingesteld zijn. Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities worden deze bei‐ de tussenposities ook gewist.
Instellen van de gewenste tussenpositie Laat het rolluikpantser/de zonwering naar de gewenste tussenpositie lopen. Druk nu eerst op de STOP-toets en binnen 3 seconden ook op de gewenste bewe‐ gingstoets en houd de beide toetsen inge‐ drukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Æ De tussenpositie werd opgeslagen. Brandt groen
Tussenpositie met succes geprogram‐ meerd
Brandt rood
Tussenpositie niet succesvol geprogram‐ meerd
21
Laten lopen naar de gewenste tussenpositie Druk 2 keer binnen een seconde op de be‐ wegingstoets voor de gewenste tussenposi‐ tie. Æ Het rolluikpantser/de zonwering loopt naar de aan de bewegingstoets toege‐ wezen tussenpositie. Brandt groen
Tussenpositie met succes aangelopen
Brandt rood
Tussenpositie van ten minste één ontvanger niet met succes aangelopen
Wissen van de gewenste tussenpositie Laat het rolluikpantser/de zonwering naar de tussenpositie lopen die moet worden ge‐ wist. Druk nu eerst op de STOP-toets en binnen 3 seconden ook op de aan de tussenpositie toegewezen bewegingstoets en houd de beide toetsen ingedrukt. [ De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. Æ De tussenpositie werd gewist.
22
Brandt groen
Tussenpositie met succes gewist
Brandt rood
Tussenpositie niet met succes gewist
Memoryfunctie Elke draadloze B-Tronic-ontvanger voor rolluiken en jaloezieën kan schakeltijden voor een OP- en voor een NEER-beweging opslaan. In de modus "
" wordt deze beweging elke 24 uur herhaald.
De omschakeltoets / is bij het programmeren van de schakeltijd niet belangrijk. Tevoren opgeslagen schakeltijden worden over‐ schreven. Brandt groen
Rolluik/alle rolluiken bevindt/bevinden zich in de automatische modus
Brandt groen
Rolluik/alle rolluiken bevindt/bevinden zich in de handmatige modus
Knippe‐ ren af‐ wisse‐ lend groen
Rolluiken bevinden zich in verschillende modi
Programmeren van de looptijden 1.
Voor de programmering van de NEER-looptijd moet de buismo‐ tor in de bovenste eindpositie en voor de OP-looptijd in de on‐ derste eindpositie staan. 2. Wacht tot de gewenste tijd waarop het automatische comman‐ do moet worden uitgevoerd. 3. Bedien op het gewenste tijdstip de desbetreffende richtingtoets en houd deze ingedrukt tot de buismotor na ca. 6 seconden kort stopt en daarna doorloopt tot aan de eindpositie. 4. Laat de richtingtoets los. De buismotor heeft het actuele tijdstip voor deze bewegingsrichting opgeslagen.
23
Brandt groen
Memoryfunctie met succes geprogram‐ meerd
Brandt rood
Memoryfunctie bij ten minste één ontvanger niet met succes geprogrammeerd
Ga hetzelfde te werk met de andere bewegingsrichting.
Looptijden wissen Aanwijzing Bij het wissen worden altijd beide looptijden gewist. Om de looptijd voor OP en NEER te wissen, drukt u gedurende 10 seconden op de STOP-toets. De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. De looptijden zijn gewist.
24
Brandt groen
Memoryfunctie succesvol gewist
Brandt rood
Memoryfunctie bij ten minste één ontvanger niet succesvol gewist
Vastvriesbeveiliging boven Met de vastvriesbeveiliging boven wordt vastvriezen van het rolluik in de bovenste eindpositie bemoeilijkt, aangezien het rolluik kort voor de bovenste aanslag stopt. De afstand tot de bovenste aanslag wordt automatisch cyclisch gecontroleerd en evt. gecorrigeerd. De vastvriesbeveiliging boven is bij levering gedeactiveerd. Om de vastvriesbeveiliging te kunnen activeren, moeten beide eind‐ posities ingesteld zijn. Aanwijzing De vastvriesbeveiliging wordt alleen uitgevoerd, wanneer het rolluik in de bovenste eindpositie tegen een continu aanwezige aanslag loopt. De vastvries‐ beveiliging is pas zichtbaar, wanneer het rolluik‐ pantser/de zonwering de bovenste aanslag vanuit de onderste eindpositie 3x bereikt heeft. Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities wordt deze inge‐ stelde functie ook gewist.
Vastvriesbeveiliging boven activeren / deactiveren
Zet de zender in de mastermodus.
Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd. Laat het rolluikpantser/de zonwering naar de bovenste eindpositie lopen. Druk nu gedurende ca. 1 seconde op de pro‐ grammeertoets van de masterzender. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. 25
Druk daarna nog eens gedurende 3 seconden op de programmeertoets en bijkomend op de STOP-toets en OP-toets. Æ De bevestiging geschiedt door een "3x klik" van de buismotor. Brandt groen
Vastvriesbeveiliging succesvol geactiveerd/ gedeactiveerd
Brandt rood
Vastvriesbeveiliging bij ten minste één ont‐ vanger niet succesvol geactiveerd/gedeac‐ tiveerd
Vliegenhorbeschermfunctie Bij geactiveerde vliegenhorbeschermfunctie is de hindernisherken‐ ning al na een wikkelbuisomwenteling van ca. 140° vanuit de boven‐ ste eindpositie actief. Als het rolluik op een geopende vliegenhor‐ deur loopt, stopt de buismotor en loopt weer naar de bovenste eind‐ positie. De vliegenhorbeschermfunctie is bij levering gedeactiveerd. Om de vliegenhorbeschermfunctie te kunnen activeren, moeten bei‐ de eindposities ingesteld zijn. Aanwijzing Bij het wissen van afzonderlijke eindposities en bij het wissen van beide eindposities wordt deze inge‐ stelde functie ook gewist.
Vliegenhorbeschermfunctie activeren/deactiveren Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd.
26
Laat het rolluikpantser/de zonwering naar de bovenste eindpositie lopen. Druk nu gedurende ca. 1 seconde op de programmeertoets van de masterzender. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Druk daarna nog eens gedurende 3 secon‐ den op de programmeertoets en ook op de STOP-toets en NEER-toets. Æ De bevestiging geschiedt door een "3x klik" van de buismotor. Brandt groen
Vliegenhorbeschermfunctie succesvol ge‐ activeerd/gedeactiveerd
Brandt rood
Vliegenhorbeschermfunctie bij ten minste één ontvanger niet succesvol geactiveerd/ gedeactiveerd
27
Repeatermodus Zet de zender in de mastermodus. Kies de buismotor door de -toets in te drukken tot de gewenste buismotor dit bevestigt. Alle onderstaande instellingen worden alleen voor dit apparaat uit‐ gevoerd.
Repeatermodus activeren Druk gedurende 5 seconden op de pro‐ grammeertoets en daarna ook op de om‐ schakeltoets. [ De bevestiging geschiedt door een "klik"-geluid van de buismotor. Æ De repeatermodus is nu geactiveerd . De repeatermodus verschijnt op het display. Brandt groen
Repeatermodus succesvol geactiveerd
Brandt rood
Repeatermodus bij ten minste één ontvan‐ ger niet met succes geactiveerd
1x
28
Repeatermodus geactiveerd
Repeatermodus deactiveren Druk gedurende 5 seconden op de pro‐ grammeertoets en daarna ook op de om‐ schakeltoets. [ De bevestiging geschiedt door een "klik-klik"-geluid van de buismotor. Æ De repeatermodus is nu gedeactiveerd . De repeatermodus verschijnt op het display. Brandt groen
Repeatermodus succesvol gedeactiveerd
Brandt rood
Repeatermodus bij ten minste één ontvan‐ ger niet succesvol gedeactiveerd
2x
Repeatermodus gedeactiveerd
29
Zender terugzetten naar fabrieksinstelling Opgelet Wanneer de zender naar de fabrieksinstelling wordt teruggezet, heeft u in de mastermodus geen toe‐ gang meer tot de buismotor(en) waarin de zender werd geprogrammeerd. Voer deze instelling uitslui‐ tend uit met nieuwe batterijen.
Open de afdekking van het batterijvak. Verwijder de batterijen. Plaats vervolgens de batterijen weer op correcte wijze en druk bin‐ nen 1 seconde gedurende min. 5 seconden op de mastertoets tot de zender bevestigt. Tijdens het uitvoeren van het commando knippert de status-LED geel. Brandt groen
Zender succesvol naar fabrieksinstelling te‐ ruggezet.
Brandt rood
Zender niet succesvol naar fabrieksinstel‐ ling teruggezet.
Aanwijzing Als de mastertoets wordt losgelaten, terwijl de status-LED geel flitst, dan wordt de procedure afge‐ broken.
30
Scenario Aanwijzing Producten die geen bevestigingsmelding geven, kunnen niet in scenario's worden opgenomen. Er kunnen alleen ontvangers worden opgenomen die uitsluitend aan één enkel kanaal zijn toegewezen.
Scenario maken/wijzigen Druk op de scenariotoets, om in de scena‐ riokeuze te komen. Kies met de kanaalkeuzetoetsen het ge‐ wenste scenario.
3s
Druk op de scenariotoets, om de scenario‐ keuze te bevestigen. De aanduiding laat u het gekozen en momenteel in bewerking zijnde scenario zien.
31
Kies het kanaal waarop de ontvanger is die moet worden toegevoegd (in het voorbeeld = kanaal 5). op het display betekent De aanduiding dat het kanaal al deel uitmaakt van het ge‐ kozen scenario. op het display betekent De aanduiding dat het kanaal nog geen deel uitmaakt van het gekozen scenario. Aanwijzing! Aanwijzing: De positie/scha‐ keltoestand kan alleen worden veran‐ derd, wanneer de ontvanger geen deel uitmaakt van de gekozen scène. Om de positie/schakeltoestand van een ontvan‐ ger te wijzigen die al deel uitmaakt van de gekozen scène, moet deze gewist en na wijziging weer toegevoegd worden. ,
,
Zet de ontvanger in de gewenste positie/ schakeltoestand. Wijs de ontvanger met de actuele positie of de actuele schakeltoestand aan het scena‐ rio toe of wis deze uit het scenario. op het display betekent De aanduiding dat het kanaal al deel uitmaakt van het ge‐ kozen scenario en dus kan worden gewist. op het display betekent De aanduiding dat het kanaal nog geen deel uitmaakt van het gekozen scenario en dus kan worden toegevoegd.
Ga met andere ontvangers te werk zoals hierboven beschreven.
32
Wanneer u de scenario-wijzigingsmodus wilt verlaten, drukt u op de omschakeltoets. Wanneer u de scenariomodus wilt verlaten, drukt u op de omschakeltoets. Nadat 30 se‐ conden geen toets is bediend, schakelt de besturing automatisch naar de bedrijfsmo‐ dus.
Scenario opvragen Druk op de scenariotoets, om in de scena‐ riokeuze te komen. Kies met de kanaalkeuzetoetsen het ge‐ wenste scenario. /
1s
Druk op de OP- of NEER-toets, om het ge‐ wenste scenario uit te voeren.
Brandt groen
De uitgevoerde actie was succesvol.
Brandt rood
De uitgevoerde actie was niet succesvol. Wanneer u de scenariomodus wilt verlaten, drukt u op de omschakeltoets. Nadat 30 se‐ conden geen toets is bediend, schakelt de besturing automatisch naar de bedrijfsmo‐ dus.
33
Scenario tijdens de uitvoering stoppen Druk op de STOP-toets. Aanwijzing! Alle apparaten van het geko‐ zen scenario blijven in de positie of scha‐ keltoestand waarin ze zich op het mo‐ ment van het stopcommando bevonden. Brandt groen
De uitgevoerde actie was succesvol.
Brandt rood
De uitgevoerde actie was niet succesvol.
Hetzelfde scenario blijven uitvoeren: /
1s
Druk op de OP- of NEER-toets, om het ge‐ wenste scenario te blijven uitvoeren.
Brandt groen
De uitgevoerde actie was succesvol.
Brandt rood
De uitgevoerde actie was niet succesvol.
Een ander scenario uitvoeren: Kies met de kanaalkeuzetoetsen het ge‐ wenste scenario. /
34
1s
Druk op de OP- of NEER-toets, om het ge‐ wenste scenario uit te voeren.
Brandt groen
De uitgevoerde actie was succesvol.
Brandt rood
De uitgevoerde actie was niet succesvol.
Geen scenario meer uitvoeren: Wanneer u de scenariomodus wilt verlaten, drukt u op de omschakeltoets. Nadat 30 se‐ conden geen toets is bediend, schakelt de besturing automatisch naar de bedrijfsmo‐ dus.
Scenario wissen Druk op de scenariotoets, om in de scena‐ riokeuze te komen. Kies met de kanaalkeuzetoetsen het scena‐ rio dat moet worden gewist. 3s
Druk gedurende 3 seconden op de pro‐ grammeertoets en de scenariotoets, om het gewenste scenario te wissen. Na het wissen van het gekozen scenario verschijnt het display gedurende 1 seconde invers. Wanneer u de scenariomodus wilt verlaten, drukt u op de omschakeltoets. Nadat 30 se‐ conden geen toets is bediend, schakelt de besturing automatisch naar de bedrijfsmo‐ dus.
35
Batterijen vervangen Knippert geel
Als de status-LED bij bediening van een toets langzaam geel knippert, dan zijn de batterijen bijna leeg en moeten zo snel mo‐ gelijk worden vervangen. Als de status-LED bij bediening van een toets niet meer brandt, dan zijn de batterij‐ en leeg. 1. 2. 3. 4.
36
Open de afdekking van het batterijvak. Verwijder de batterijen. Plaats de nieuwe batterijen op correcte wijze. Sluit de afdekking van het batterijvak.
Wandhouder
49
4,2
1.
2.
3.
1.
2.
Controleer vóór de monta‐ ge op de gewenste monta‐ gepositie of de zender en ontvanger correct functio‐ neren. Bevestig de houder met de twee meegeleverde schroeven aan de muur. Steek nu de schroefafdek‐ kingen in de schroefgaten.
3.
37
Schoonmaken Maak het apparaat alleen met een vochtige doek schoon. Gebruik geen schoonmaakmiddel, omdat dit het kunststof kan aantasten.
Technische gegevens Nominale spanning
3 V DC
Batterijtype
LR 03 (AAA)
Beschermklasse
IP 20
Toegestane omgevingstemperatuur
-10 tot +55°C
Radiofrequentie
868,3 MHz
Max. ontvangers
30
De maximale reikwijdte van het radiosignaal bedraagt bij en in het gebouw tot 25 m en in het vrije veld tot 350 m.
38
Wat doen, wanneer...? Storing
Oorzaak
Ontvanger reageert Batterijen zijn leeg. niet, status-LED blijft uit. De batterijen zijn niet correct geplaatst.
Verhelpen Nieuwe batterijen plaatsen. De batterijen op cor‐ recte wijze plaatsen.
Ontvanger reageert Ontvanger buiten Afstand tot ontvan‐ niet, status-LED blijft reikwijdte van het ra‐ ger verminderen. aan. diosignaal. Zender is niet in ont‐ vanger geprogram‐ meerd.
Zender programme‐ ren.
Ontvanger is niet ge‐ Ontvanger controle‐ reed voor werking. ren. Status-LED knippert geel
Batterijen zijn zwak.
Nieuwe batterijen plaatsen.
. Buismotor loopt niet in 24-uur ritme.
Looptijden wijken af van de programme‐ ring.
is actief.
Omschakelen naar .
Geen schakeltijden opgeslagen.
Schakeltijden pro‐ grammeren.
Stroomuitval bij de buismotor.
Schakeltijden op‐ nieuw programme‐ ren.
39
Storing
Oorzaak
Verhelpen
Status-LED knippert gedurende 3 secon‐ den rood
De buismotor heeft de gewenste positie niet bereikt.
Controleer de loop‐ weg op een hinder‐ nis.
Storing in de draad‐ loze overdracht.
Afstand tot ontvan‐ ger verminderen.
na bediening van een van de toetsen ,
,
.
Status-LED brandt gedurende 3 secon‐ den rood na bediening van een van de toetsen ,
40
,
.
Batterijen controle‐ ren.
Algemene conformiteitsverklaring Hierbij verklaart de firma Becker-Antriebe GmbH dat het apparaat BTronic EasyControl EC5415B voldoet aan de fundamentele eisen en de andere relevante voorschriften van richtlijn R&TTE 1999/5/EG. Bestemd voor gebruik in de volgende landen: EU, CH, NO, IS, LI Technische wijzigingen voorbehouden.
41
42
43
4035 630 017 0
22-10-2013