HBO-V met uitstroomprofiel Management.
Gemaakt door: Melanie de Jong Studentnummer: 0621226 HBO-V Docent: Marlies Wierts Stageplaats: Zorg en Innovatie Centrum Sevagram te Heerlen Stagebegeleiders: Anny Hupperetz en Marcha Vroomen Uitstroomprofiel: AGZ, management Gemaakt tijdens het afstudeerjaar van de Hbo-v Faculteit Gezondheid en Zorg Hogeschool Zuyd 27-04-2009
Voorwoord: Dit is het Masterpiece (afstudeerscriptie) voor de Hbo-V. Mijn differentiatierichting is de algemene gezondheidszorg, mijn gekozen kwalificatiegebied is management. Ik wil graag een aantal mensen bedanken voor hun hulp gedurende dit verdiepingsjaar; Allereerst wil ik mijn peer Sharon Glastra en mijn tutor bedanken voor de feedback die zij me hebben gegeven op de ingeleverde verslagen en hun hulp bij moeilijkheden en vragen. Ik wil Dhr. Clement (locatiemanager VKH-A) bedanken voor het aanleveren van informatie en zijn begeleiding tijdens het maken van de verschillende verslagen en het uiteindelijke masterpiece. Daarnaast wil ik graag mijn werkbegeleiders Anny Hupperetz en Marcha Vroomen bedanken voor hun inbreng en feedback gedurende dit afstudeerjaar. Zij zorgden voor optimale leer- en ervaringsmomenten tijdens mijn stage. Daarnaast kon ik voor hulp altijd bij hen terecht.
1
Samenvatting: Dit is het masterpiece oftewel afstudeerscriptie voor de HBO-V. Tijdens het laatste jaar van de HBO-V studeer ik af in het uitstroomprofiel management. Het laatste jaar bestaat uit 4 perioden; Maior 1, Minor 1, Minor 2 en Maior 2. Gedurende Maior 1 heb ik een literatuurstudie gemaakt over Diagnose Behandel Combinaties (DBC) en marktwerking in de gezondheidszorg. In Minor 1 heb ik de voorgeschreven minor people and businessmanagement gevolgd. Minor 2 bestaat uit een kwalitatief onderzoek naar de invoering van Dbc’s en het werken met Dbc’s binnen de GGZ en klinische gezondheidszorg. Daarnaast heb ik een literatuurstudie gedaan naar de ontwikkelingen m.b.t. Dbc’s en marktwerking binnen de revalidatie en reactiveringszorg. Dit stuk is gemaakt in de Maior 2 en is de leidraad voor de uiteindelijke afstudeerpresentatie. Ik kan helaas de uitkomsten nog niet implementeren. Wel is het verbeterpunt; fungeren als een pilotinstelling al in werking gezet. De andere uitkomsten van het kwalitatief onderzoek en de literatuurstudies zijn aangereikt aan het management van Sevagram. Het is de bedoeling dat deze gebruikt worden bij het starten van het systeem binnen de instelling. Als toevoeging en ter discussiepunt is er een extra hoofdstuk over kwaliteit van zorg versus kosten van zorg. Het is de bedoeling dat dit een discussie zal creëren tijdens de presentatie. Als afsluiting heb ik een reflectie geschreven over alles wat ik het afgelopen jaar heb gedaan en geleerd. Het was een zeer leerzaam en absoluut geen makkelijk jaar.
Summary: This is the masterpiece or graduation thesis for the nursing bachelor. During the last year of the nursing education I study to the outflow profile management. The last year consists of 4 periods; Maior 1, Minor 1, Minor 2 and Maior 2. During Maior 1 I’ve made a literature study about Diagnose Treatment Combinations (DTC) and market in the healthcare. In Minor 1 I followed the prescribed minor people and businessmanagement. Minor 2 consists of a qualitative research for the introduction of Dtc’s and working with Dtc’s in the mental healtcare and clinical healthcare. Besides this I’ve made a literature study about the developments for Dtc’s and health market in the rehabilitation and reactivation healthcare. This piece is made in Maior 2 and is the guideline for the graduation presentation. Unfortunately I can’t implement the outcome of this year. There’s a improvement point in use; the VKH-A is specified as pilot facility. The other outcoms from the qualitative research and the literature study’s will be hand over to the management from Sevagram. It’s the intention that these will be used for the start in working with the system. As application and for discussion I’ve made a chapter about quality in healtcare versus the cost in healthcare. It’s the intention dat this will leed to a discussion during the presentation. As closure I’ve written a reflection about everything I’ve learned and made the last year. This was a instructive and absolutely not a easy year.
2
Inhoudsopgave: Pag. Inleiding:
4
1. Maior 1: Literatuuronderzoek. § 1,1 Onderzoeksvraag. § 1,2 Analyse. § 1,3 Nabeschouwing.
5 6 8
2. Minor 1:People and bisunessmanagement.
10
3. Minor 2: Literatuuronderzoek. § 3,1 Onderzoeksvraag. § 3,2 Analyse. § 3,3, Nabeschouwing
11 12 14
4. Minor 2: Kwalitatief onderzoek. § 4.1 Onderzoeksvraag. § 4,2 Resultaten. § 4,3 Verbeterpunten.
16 17 20
5. Kwaliteit van zorg tegenover de kosten van zorg.
24
6. Reflectie. § 6,1 Proces. § 6,2 Stage. § 6,3 Literatuurstudies. § 6,4 Kwalitatief onderzoek. § 6,5 Implementeren en veranderen. § 6,6 People and businessmanagement. § 6,7 Pico. § 6,8 Conclusie.
26 26 26 26 27 27 27 27
Literatuurlijst
28
Bijlagen
29
3
Inleiding: Het afstudeerverslag dat voor u ligt is gemaakt tijdens het verdiepingsjaar van de HBO-V. Deze scriptie wordt ook wel het masterpiece genoemd. Het masterpiece bestaat in dit geval uit 3 samengevoegde stukken. Deze stukken zijn 2 literatuurstudies, een minor en 1 kwalitatief onderzoek: - Literatuurstudie: Wat betekenen Dbc’s en marktwerking voor de gezondheidszorg? - Minor: People and businessmanagement. - Literatuurstudie: Wat zijn de huidige ontwikkelingen m.b.t. Diagnose Behandel Combinaties en marktwerking binnen de revalidatie- en reactiveringzorg? - Kwalitatief onderzoek: Hoe verliep de invoering van Dbc’s en hoe verloopt het werken met Dbc’s momenteel binnen de GGZ en de klinische gezondheidszorg? De centrale vraag voor het Masterpiece is: Wat betekenen Dbc’s en marktwerking voor de gezondheidszorg nu en in de toekomst en hoe kan de invoering en het werken met Dbc’s verbeterd worden? (Pico, 2002) Mijn stage tijdens het verdiepingsjaar loop ik bij het Zorg en Innovatie Centrum (ZIC) in de verpleegkliniek te Heerlen. Het ZIC staat bekend om het grote aantal studenten van verschillende niveaus dat hier stage loopt. De cliëntenpopulatie bestaat uit cliënten vanaf 55 jaar deze komen voornamelijk voor revalidatie/reactivering. De maximale verblijfsduur voor de cliënten is een half jaar, maar dit kan vanwege de complexiteit van zorg en wachtlijsten weleens langer zijn. Dit masterpiece is bestemd voor het management van Sevagram. Op vraag van het management is dit masterpiece gemaakt ter voorbereiding op de invoering van de revalidatie (geriatrie) Dbc’s. Dit masterpiece wordt dan ook gepresenteerd op Sevagram. In dit stuk zijn de resultaten/conclusies, verbeterpunten en nabeschouwingen van de gemaakte verslagen te zien. Men moet dit dus zijn als een soort uitgebreide samenvatting. De verslagen zijn apart op te vragen bij Melanie de Jong. Leeswijzer: In hoofdstuk 1 wordt de literatuurstudie van maior 1 besproken. Hoofdstuk 2 laat de resultaten van de minor People and businessmanagement zien. In hoofdstuk 3 wordt de literatuurstudie van minor 2 behandeld. Hoofdstuk 4 bestaat uit het kwalitatief onderzoek. Het voorlaatste hoofdstuk heeft als doel mensen aan het denken te zetten over de kwaliteit van zorg. Dit hoofdstuk is een toevoeging op de verslagen vanuit het gehele verdiepingsjaar. Tijdens hoofdstuk 6 reflecteer ik op het verdiepingsjaar.
4
1. Maior 1 § 1,1 Onderzoeksvraag: Wat betekenen Dbc’s en marktwerking voor de gezondheidszorg? (Pico, 2002) Subvragen: Wat is een Diagnose behandel combinatie? Wat is de Wet Marktordening Gezondheidszorg? Hoe worden Dbc’s samengesteld? Waarom maakt men gebruik van Dbc’s? Wat zijn de voor- en nadelen van het Dbc-systeem? Wat is marktwerking in de gezondheidszorg? Hoe bevordert het ministerie de marktwerking in de gezondheidszorg? Wat betekent het Dbc-systeem voor de cliënt? Welke verschillen merk je als cliënt, wanneer je zorg nodig hebt? Hoe komt de cliënt te weten met welk instelling/zorgaanbieder de verzekeraar afspraken heeft gemaakt? Wat kan de cliënt doen als de zorgverzekeraar geen contract heeft afgesloten met de zorgaanbieder van je keuze? Zitten er nog andere nadelen voor de cliënt aan het nieuwe systeem van Dbc's? Wordt de kwaliteit van de zorg voor de cliënt beter? Doel literatuuronderzoek: Mijn kennis betreffende Dbc’s en marktwerking binnen de gezondheidszorg verdiepen. Tijdens mijn literatuuronderzoek zal ik gebruik maken van de empirische cyclus volgens Bouter en van Dongen.
5
§ 1,2 Analyse van de gevonden literatuur Beantwoording Pico-vraagstelling: Wat betekenen Dbc’s en marktwerking voor de gezondheidszorg? (Pico, 2002) Mijn doelgroep de algemene gezondheidszorg is breed genomen. Dbc’s worden zoals beschreven momenteel toegepast binnen de GGZ en de klinische zorg (ziekenhuizen). Doordat ik voornamelijk algemene informatie, wetgeving en voor- en nadelen van Dbc’s benoemd heb, is dit wel bruikbaar en informatief voor de gezondheidszorg in het algemeen. Marktwerking is momenteel een “hot item” binnen de gehele gezondheidszorg en past dus prima binnen mijn doelgroep. De informatie die ik heb beschreven, is als inleiding op veranderingen in Dbc’s en marktwerking goed bruikbaar voor managers. Ik heb duidelijk zichtbaar gekregen wat alle veranderingen zijn binnen wetgeving en marktwerking zowel voor de gezondheidszorg als de cliënt zelf. De gestelde subvragen om tot mijn hoofdvraag te komen, zijn allemaal beantwoord. Het is duidelijk dat er veel aan het veranderen is in het huidige zorgsysteem. Het ministerie geeft steeds meer vrijheid aan zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgvragers (cliënten). Er is dan ook veel in de wetgeving veranderd. Zo is er sinds 2006 de WMG (Wet Marktordening Gezondheidszorg). Deze bevorderd onder andere een “vrije” marktwerking tussen de 3 partijen in de gezondheidsmarkt. Er bestaat wel nog regels om dit proces te bewaken. Het ministerie blijft namelijk toch de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg garanderen. De NZA (Nederlandse Zorgautoriteit) bewaakt dit en zorgt ervoor dat de marktwerking in de zorg optimaal blijft functioneren. De taken van de NZA staan ook beschreven in de WMG. Onder deze wetgeving vallen ook de Dbc’s. De definitie voor Dbc’s is: ‘het geheel van prestaties van zorginstelling en medisch specialist, voortvloeiende uit de zorgvraag waarvoor de patiënt de medisch specialist in de zorginstelling consulteert’ (Dr. Linders J.J.M.2005). De Dbc-systematiek is in 2005 ingevoerd in de klinische zorg en 2006 in de GGZ. Dbc’s zullen op de duur moeten bijdragen aan de marktwerking in de gezondheidszorg, doordat zorgverleners en zorgverzekeraars onderhandelen over Dbc’s. Hierdoor kunnen dan ook geleverde zorg en prijzen van zorgverleners vergeleken worden met elkaar. De doelstelling is dat deze systematiek zorgverleners stimuleert tot het leveren van hoge kwaliteit zorg. Een Dbc bestaat uit drie assen; - Zorgtype: De aard van de Dbc. - Diagnose: zorgvraag/aandoening van de patiënt. - Behandeling: Dit geeft aan wat de uitgevoerde behandeling is of zal zijn. Er zijn A- en B segment Dbc’s: Het A-segment bevat Dbc’s die een vaste landelijke prijs hebben. Bij het B-segment wordt onderhandeld met zorgverzekeraars over het volume, de prijs en kwaliteit. Er zijn nog ontzettend veel voor- en nadelen aan de Dbc-systematiek. Er zijn verontrustende nadelen bv. bewaken privacy gegevens cliënt. Maar aan deze maatregelen is men hard aan het werk. De gezondheidszorg bestaat uit 3 marktpartijen. Namelijk de zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgvragers. Patiënten vragen zorg en de zorgaanbieder biedt zorg aan. De zorgverzekeraar koopt zorg in bij zorgaanbieders. Patiënten sluiten verzekeringen af en bieden zorgverzekeraars verzekeringen aan. Een kenmerk van marktwerking is dat vragers vrij zijn in de keuze waar vandaan zij een product afnemen en aanbieders vrij zijn in de vorm van het geleverde product en de prijs van het geleverde product. Vragers en aanbieders kunnen met elkaar onderhandelen en aanbieders concurreren met elkaar om de samenwerking met de afnemer. De gezondheidsmarkt is een gereguleerde markt. Het ministerie bewaakt, maar bevorderd ook de marktwerking. Dit gebeurt aan de hand van een aantal wetten; namelijk de WTZi en WMG. Er is duidelijk zichtbaar wat de samenhang is tussen marktwerking en Dbc’s.
6
Maar wat betekent dit voor de cliënt? De cliënt kan meer keuze/inspraak hebben op de zorg die hij gaat krijgen. Maar er zijn ook hiaten; soms moet de cliënt bijbetalen, waar heeft de zorgverzekering contracten mee, wordt de privacy bewaakt? Het blijkt dat de marktwerking en Dbc’s nog volop in groei zijn.
7
§ 1,3 Nabeschouwing voor het maken van deze literatuurstudie In dit hoofdstuk kijk ik terug op het maken van deze literatuurstudie. Dit wil ik doen aan de hand van een reflectie die alles omvattend is. De reflectiemethode die ik hiervoor gekozen heb, is het reflectiemodel van Korthagen (Korthagen 1998) Fase: Handelen
Reflectie: Wat wil(de) ik bereiken, uitproberen? Ik wilde een literatuurstudie maken voor mijn maior 1. De literatuurstudie gaat over een onderwerp dat in overleg met werkbegeleiding en de locatiemanager is gekozen. Het is dus leerzaam voor mij en bruikbaar binnen de instelling. De literatuurstudie is bruikbaar voor mijn masterpiece.
Terugblikken
Formuleren van essentiële aspecten
Ik wilde meer leren over het maken van een literatuurstudie aan de hand van de cyclus van Bouter en van Dongen. Daarnaast wilde ik meer leren over het zoeken van evidence based literatuur. Wat gebeurde er met de Wat gebeurde er met mij? anderen? In eerste instantie was het lastig het onderwerp af te bakenen. Ik vond Het onderwerp is in overleg met ontzettend veel literatuur over Dbc’s. mijn werkbegeleiding en de Vandaar dat ik uiteindelijk mijn locatiemanager gekozen. Men vraagstelling goed heb afgebakend. was dus blij dat ik dit onderwerp gebruikte, omdat hier vraag naar Hier heeft veel tijd in gezeten. was. Toen de vraagstelling duidelijk was, heb ik de relevante literatuur De uiteindelijke afbakening werd door mijn werkbegeleiding ook geordend. Dit ging me goed af! goed gekeurd. De redactionele richtlijnen op blackboard waren erg duidelijk, Het eindresultaat: waardoor ik deze literatuur goed kon opstellen. Dit is terug te vonden in de criterialijsten, feedback en nabeschouwing.Ik heb de Ik ben blij met het eindresultaat. Ik feedback van de werkbegeleider heb een goed link kunnen leggen en Peerassesor gebruikt en voor tussen Dbc’s, marktwerking en het definitief inleveren de studie veranderingen in het zorgstelsel. Ik aangepast hiernaar. heb het voor iedereen begrijpelijk kunnen opzetten. Het is dus leesbaar en begrijpbaar voor iedereen. Wat betekent dit en wat leer ik hieruit? Ik heb dus geleerd hoe ik de cyclus van Bouter en van Dongen moet toepassen. Ik kan nu beter evidence based literatuur zoeken. Hier heb ik meer ervaring in opgedaan. Ik heb ervaring opgedaan in het samenvatten van grote stukken tekst.
8
Ik heb geleerd wat Dbc’s zijn, wat marktwerking in de gezondheidszorg is en wat dit alles voor invloed op de cliënt heeft.
Alternatieven
Wat kan ik anders doen? Wat neem ik me voor?
en keuzes
Ik wil in het vervolg proberen zo snel mogelijk mijn onderzoeksvraag af te bakenen. Nu is daar toch veel tijd in gaan zitten. Dat kan ik dan voorkomen. Ik wil meer ervaring opdoen in het maken van literatuurstudies. Dit binnen verschillende onderwerpen. Je leert hier ontzettend veel van, doordat je actief met literatuur bezig bent.
Deze literatuurstudie is aangereikt aan het management van Sevagram. Zij hebben aangegeven dat de literatuurstudie duidelijk en toepasbaar is bij de 1e informatievoorziening.
9
2. Minor 1 People and Businessmanagement Dit is een voorgeschreven platform minor gegeven op de Hogeschool Zuyd. Deze minor bevat 5 modules die gaan over organisatie en management in brede zin. Ik heb ervoor gekozen deze minor te volgen, zodat ik meer inzicht in het management kreeg. De theorie van deze minor was goed toe te passen binnen mijn stage in het management. Hieronder vindt u de uitslag/beoordeling van de minor. Module: Minor management Beoordelaar: drs. R. Heine & Dhr Ritzen. Datum: 16 febr 2009 Student: Melanie de jong Goed
Verbeterbaar
Geen duidelijke minpunten. Adviezen hadden Heine: Uitstekende beschrijving van het P-beleid van wat meer ruimte kunnen krijgen. drie verschillende organisaties, voldoende eigen beschouwing en evaluatie. Interessant en goed geschreven werkstuk, Ritzen: De aanbevelingen zijn helder en duidelijk en kunnen eenduidig afgeleid worden uit het interview. De vragen die aan mevr. Van Kleef gesteld zijn geven een helder beeld van een verandertraject. Stuk over strategie en externe organisatie is logisch opgebouwd, maar ook hier trekken jullie geen conclusies. cijfer (mod 4): cijfer (mod 1/5) Eindcijfer:
Op blz 1 komt de missie aan bod, op blz. 1 en 2 voeren jullie en SWOT-analyse uit maar trekken hier geen enkele conclusie uit. Ook in de aanbevelingen komen jullie niet terug op deze items . Daardoor ontstaat een wat onevenwichtig beeld over het geheel. DE mening/opmerkingen van mevr. Van Kleef worden daardoor alleen aan jullie eigen, subjectieve, inschatting getoetst.
9 (20%) 7 (80%) 7,4
De uitwerkingen van de modules zijn op te vragen bij Melanie de Jong.
10
3. Minor 2 Literatuurstudie § 3,1 Onderzoeksvraag: Wat zijn de huidige ontwikkelingen m.b.t. Diagnose Behandel Combinaties en marktwerking binnen de revalidatie- en reactiveringzorg? (Pico, 2002) Mijn persoonlijk doel van dit literatuuronderzoek: Mijn kennis betreffende Dbc’s en marktwerking binnen de revalidatie- en reactiveringzorg verdiepen. Tijdens mijn literatuuronderzoek zal ik gebruik maken van de empirische cyclus volgens Bouter en van Dongen. Tijdens dit literatuuronderzoek ga ik mijn kennis over de ontwikkelingen van Dbc’s binnen de revalidatiezorg verder verdiepen. Deze literatuurstudie moet ervoor zorgen dat de laatste ontwikkelingen overzichtelijk onder elkaar staan. Uiteindelijk hoop ik dat Sevagram dit kan hanteren als voorbereiding op de invoering van Dbc’s. Deze literatuurstudie hoort bij de literatuurstudie van maior 1. De literatuurstudie van Maior 1 is algemeen en deze literatuurstudie kijkt vanuit hier naar de ontwikkelingen, consequenties voor de revalidatie en reactiveringszorg. Dit is dan van belang voor Sevagram bij de voorbereiding op de komende overheveling.
11
§ 3,2 Analyse van de gevonden literatuur: Beantwoording Pico-vraagstelling: Wat zijn de huidige ontwikkelingen m.b.t. Diagnosen Behandel Combinaties en marktwerking binnen de revalidatie- en reactiveringzorg? (Pico, 2002) Mijn doelgroep de revalidatie- en reactiveringzorg is al een afgebakende groep. Dbc’s worden zoals beschreven momenteel toegepast binnen de GGZ en de klinische zorg (ziekenhuizen). Hier is dan ook ontzettend veel informatie over te verkrijgen. Het was wat lastiger toepasbare informatie voor de revalidatie- en reactivatiezorg te vinden. Veel van de beschikbare informatie is erg basaal of algemeen. Met wat hulp heb ik goed toepasbare informatie gevonden die aansluit op mijn vraagstelling. De informatie die ik heb beschreven, is als inleiding op veranderingen in Dbc’s en marktwerking binnen de revalidatie en reactiveringzorg goed bruikbaar voor managers. Als inleiding is te zien dat er al een hele geschiedenis vooraf gaat aan de ontwikkeling en invoering van Dbc’s. Deze geschiedenis loopt vanaf 1995 tot momenteel. Er staan echter nog steeds grote ontwikkelingen aan te komen. Revalidatie-instellingen en revalidatieafdelingen van ziekenhuizen werken al met de Dbcsystematiek. De revalidatie-instellingen vallen onder categorale instellingen. Categoraal betekent gericht op een specifieke groep. Per 1 januari 2009 gaan revalidatie-instellingen en ziekenhuisafdelingen over op declaratie van Dbc’s. De revalidatiezorg sluit dan aan bij de landelijke systematiek van prestatiebeschrijving en financiering die per 2005 is ingevoerd voor de ziekenhuiszorg: de DBC systematiek. Om dit mogelijk te maken wordt er al sinds 1 januari 2007 geregistreerd met behulp van een DBC typeringslijst en een lijst ‘zorgactiviteiten’. In 2009 is sprake van een (budget) vangnet. Dit kan gecreëerd woorden door het nog een jaar registreren van Revalidatie Behandeluren (RBU) en verpleegdagen. Ook worden tussen RN en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) afspraken gemaakt over de overloopsituatie van 2008 naar 2009. Reactivering (Geriatrische revalidatie) is een onderdeel van de verleende zorg in verpleeghuizen. Deze zorg wordt uit de AWBZ gefinancierd en de cliënten komen meestal vanuit het ziekenhuis naar het verpleeghuis. Het voornemen van de staatssecretaris is om per 1-12012 de reactivering over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. Mede op aandringen van ActiZ is besloten om in het najaar te bekijken of de overheveling per 2011 kan worden uitgevoerd. Vanaf 1 januari 2009 wordt in de AWBZ intramurale zorg de eerste stap gemaakt naar de zorgzwaartebekostiging. Dit betekent dat het vaststellen van het instellingsbudget nog zal plaatsvinden op basis van het oude bekostigingssysteem, maar dat er tevens productieafspraken in termen van zorgzwaartepakketten (ZZP-en) gemaakt moeten worden. Naast de intramurale zorg ontvangen (geriatrische) revalidatie cliënten ook vaak andere vormen van (na)zorg. Het betreft dan vaak zorg in de vorm van dagbehandeling, poliklinische behandeling en/of extramurale nazorg. Hoe dit financieel zal gaan uitzien is per zorg/behandeling besproken. Met de overheveling van (geriatrische) revalidatiezorg van de AWBZ naar de Zvw per 2010 valt (geriatrische) revalidatiezorg onder een nieuw wettelijk kader met een eigen sturingsregime. Deze overheveling heeft vele consequenties. Onder de kopjes; Revalidatie, Dbc’s, pollissen, zorgcontractering, zorginhoud en de gevolgen voor AWBZ zorgorganisaties die (geriatrische) revalidatie als Zvw aanspraak gaan leveren. Het DIS verzamelt en verwerkt alle DBC- en wachtlijstgegevens. Het uitgangspunt is dat alleen die gegevens worden vastgelegd, waarover door geregistreerde partijen afspraken zijn gemaakt. Het DIS is gebouwd in opdracht van het Ministerie van VWS en is nu onderdeel van DBC-Onderhoud. M.b.t. de privacybewaking is al veel opspraak geweest rondom het Dbc-systeem. De taak van het DIS hierin is; De data die bij het DIS worden
12
aangeleverd, zijn geanonimiseerd. Dit betekent dat er geen informatie van een individuele patiënt aan een diagnose en behandeling kan worden gekoppeld, die naar die patiënt te herleiden is. Een Keten-dbc is een Dbc, waarbij de zorg in de gehele keten van de verschillende zorgaanbieders wordt beschreven en gefinancierd. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden m.b.t. Keten-dbc startend in het ziekenhuis en een Keten-dbc startend na ontslag uit het ziekenhuis. De voor- en nadelen hiervan worden beschreven. Zoals terug te lezen dus veel ontwikkelingen op dit moment, maar ook nog veel onduidelijkheid.
13
§ 3,3 Nabeschouwing voor het maken van deze literatuurstudie: In dit hoofdstuk kijk ik terug op het maken van deze literatuurstudie. Dit wil ik doen aan de hand van een reflectie die alles omvattend is. De reflectiemethode die ik hiervoor gekozen heb, is het reflectiemodel van Korthagen (Korthagen, 1998) Fase: Handelen
Terugblikken
Formuleren van essentiële aspecten
Reflectie: Wat wil(de) ik bereiken, uitproberen? Ik wilde een literatuurstudie maken voor mijn minor 2. De literatuurstudie gaat over een onderwerp dat in overleg met werkbegeleiding en de locatiemanager is gekozen. Het is dus leerzaam voor mij en bruikbaar binnen de instelling. De literatuurstudie zal in combinatie met de literatuurstudie en het onderzoek voorafgaande aan dit stuk het masterpiece gaan vormen. Deze drie stukken vormen een mooi geheel. Ik wilde meer leren over het maken van een literatuurstudie aan de hand van de cyclus van Bouter en van Dongen. Daarnaast wilde ik meer leren over het zoeken van evidence based literatuur. Wat gebeurde er met de Wat gebeurde er met mij? In eerste instantie was het lastig de anderen? Het onderwerp is in overleg met juiste up to date literatuur te vinden. mijn werkbegeleiding en de Aangezien het om ontwikkelingen gaat, kan de literatuur niet te oud zijn. locatiemanager gekozen. Men Deze evidence based literatuur moet was dus blij dat ik dit onderwerp gebruikte, omdat hier vraag naar juist bijgewerkt zijn tot de dag van is. vandaag. Dit was een hele klus. De uiteindelijke afbakening werd De vraagstelling had ik snel afgebakend, omdat dit vanuit overleg door mijn werkbegeleiding en tutor ook goed gekeurd. snel duidelijk was. De redactionele richtlijnen op blackboard waren erg duidelijk, Het eindresultaat: waardoor ik deze literatuur goed kon Het gemaakte stuk werd opstellen. allereerst beoordeeld door mijn Ik ben blij met het eindresultaat. Ik werkbegeleider. Vanuit hier kreeg heb een goed link kunnen leggen ik feedback. Dit ging voornamelijk tussen Dbc’s, marktwerking en over de indeling van het stuk en veranderingen in de revalidatie- en de samenvatting. De reactiveringzorg. Ik heb het voor samenvatting was erg basaal en iedereen begrijpelijk kunnen wekte geen verdere interesse. Dit opzetten. Het is dus leesbaar en heb ik aangepast. begrijpbaar voor iedereen. Wat betekent dit en wat leer ik hieruit? Ik heb dus geleerd hoe ik de cyclus van Bouter en van Dongen moet toepassen. Ik kan nu beter evidence based literatuur zoeken. Hier heb ik meer ervaring in opgedaan. Ik heb ervaring opgedaan in het samenvatten van grote stukken tekst. Ik heb geleerd wat ontwikkelingen zijn in het financieringssysteem binnen de revalidatie- en reactiveringzorg. Vanuit mijn vorige literatuurstudie kwam naar voren dat ik als doel had beter de zoekvraag af te bakenen. Dit is mij nu ontzettend goed afgegaan.
14
Alternatieven en keuzes
Wat kan ik anders doen? Wat neem ik me voor? Ik wil meer ervaring opdoen in het maken van literatuurstudies. Dit binnen verschillende onderwerpen. Je leert hier ontzettend veel van, doordat je actief met literatuur bezig bent. Ik wil meer up to date bronnen kunnen vinden binnen verschillende categorieën en onderwerpen.
Deze literatuurstudie is in samenwerking met en voor het management van Sevagram gemaakt. De huidige ontwikkelingen zijn bedoeld als informatie voor het management zodat zij hiermee bekend zijn. Daarbij is terug te vinden hoe het systeem er op dit moment voor hen zal gaan uitzien en hoe toe te passen.
15
4. Minor 2 Kwalitatief onderzoek § 4,1 De onderzoeksvraag is: Hoe verliep de invoering van Dbc’s en hoe verloopt het werken met Dbc’s momenteel binnen de GGZ en de klinische gezondheidszorg? (Pico, 2002) De aanleiding voor dit kwalitatief onderzoek is dat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van marktwerking en Dbc’s in de gezondheidszorg. Vanuit het zoeken van evidence based literatuur voor de besproken voorafgaande literatuurstudies blijkt dat men dit niet altijd positief ervaart en er veel nadelen aan vast zitten. Vandaar de keuze dit onderzoek te doen als opvolging op deze studie, zodat dit in de toekomst verkomen en verbetert kan worden. Binnen de revalidatie/reactivatiezorg zijn er momenteel veel ontwikkelingen in het werken met Dbc’s. Zoals het er naar uitziet zal het niet meer lang duren voordat dit systeem binnen de revalidatieafdelingen in verpleegklinieken ingevoerd wordt. Vandaar ook de vraag vanuit het management om hier onderzoek naar te doen en verbeterpunten te formuleren die de overgang makkelijker doen verlopen en het systeem beter hanteerbaar maakt. Subvragen: Hoe verliep de voorbereiding van personeel (artsen) op de invoering van Dbc’s? Zijn er aanspreekpunten voor personeel voor vragen over Dbc’s? Is hier vraag naar? Hoe heeft men de invoerperiode van de Dbc-systematiek ervaren? Welke voordelen van het Dbc-systeem zijn merkbaar? Welke nadelen van het Dbc-systeem zijn merkbaar? Is er marktwerking ontstaan vanuit Dbc’s merkbaar binnen de gezondheidszorg? Zijn Dbc’s positief voor de kwaliteit van zorg? Zijn cliënten zich bewust van de invoering van Dbc’s? Wat zou men anders aanpakken bij de invoering van Dbc’s? Hebben Dbc’s toegevoegde waarde voor de gezondheidszorg?
16
§ 4,2 Resultaten/conclusies vanuit de analyse van de enquêtes (zie bijlage): Hieronder vindt u de resultaten en daaruit gevormde conclusies. Deze zijn afgeleid vanuit de analyse van de afgenomen enquêtes. De deelnemers: Het merendeel van de geënquêteerden is afgestudeerd arts en werkzaam binnen de klinische gezondheidszorg. Zij zijn bijna allemaal zelf verantwoordelijk voor het invoeren van de Dbc’s. De enquêteurs werken een uiteenlopend aantal jaren met Dbc’s. Het langste is 14jaar (pilot) en het kortste is 2 jaar. Het merendeel werkt 4 jaar met Dbc’s. Dit zijn dus enquêteurs die werken met Dbc’s en hier kennis en ervaring mee hebben. De informatievoorziening tijdens de startperiode: De grootste groep geeft aan dat ze voldoende vooraf zijn ingelicht over de Dbc-systematiek. De inlichting bestond uiteenlopend uit: Schriftelijke informatie (of via mail), Zelfstudie (internet, beroepsgroep, tijdschriften, enz.), Mondelinge informatie, Ict-instructie, Ondersteuning Dbc-helpdesk, voorbereidingsbijeenkomsten/workshops en Instructie door supervisor. De enquêteurs hebben deze inlichting verschillend ervaren. Gegeven antwoorden zijn: voldoende, complex/tijdrovend, goed, matig, vervelend, prima, naar en zakelijk. De antwoorden zijn dus erg verschillend. Dit komt duidelijk niet overeen met het gegeven antwoord van de meerderheid op de vraag of de voorlichting vooraf voldoende was. Als deze namelijk voldoende was, zouden de antwoorden meer overeenkomen. Daarnaast zitten er toch nog wat negatievere antwoorden tussen. De opleiding in werken met Dbc’s: Er bestaat een duidelijke verdeeldheid in het aantal enquêteurs dat wel of niet is opgeleid in Dbc’s door de instelling. Uit de antwoorden blijkt wel dat het merendeel (10) niet of onvoldoende door de instelling is opgeleid in het werken met Dbc’s. Deze instructies bestonden uiteenlopend uit: schriftelijke instructie, lessen en begeleiding, bijeenkomsten, korte instructie, globale informatie, handleiding, workshops, deskundige voorhanden en 6 enquêteurs gaven geen toepasbaar antwoord. Deze opleiding voor het werken met Dbc’s werd verschillend ervaren. Hier leest u enkele antwoorden: helder en duidelijk, noodzakelijk, oninteressant, goed, vervelend, ok, autodidact, saai, zinvol, prima en 7 enquêteurs gaven geen duidelijk antwoord. Het merendeel geeft aan dat er binnen de werkplek een aanspreekpunt voor vragen en problemen betreffende Dbc’s is en maakt hier ook gebruik van. Een klein gedeelte geeft aan dat het aanspreekpunt er wel is, maar hier geen gebruik van maakt. Binnen een kleine groep enquêteurs is er geen aanspreekpunt. Het is dus opvallend dat men aangeeft dat er geen of te weinig scholing plaats heeft gevonden. Daarnaast zijn de manieren van opleiding erg verschillend en werden dezen ook uiteenlopend ervaren. Het werken met Dbc’s: De startperiode in het werken met Dbc’s wordt door de enquêteurs verschillend ervaren. De gegeven antwoorden zijn: pure wanhoop, moeizaam, rommelig, moeilijk, redelijk, langzaam/duidelijk, spelenderwijs, stroef, tijdrovend en zonder grote problemen. Het merendeel is dus niet of niet geheel positief. Bij de vraag hoe het werken met Dbc’s op dit moment gaat, zijn de antwoorden niet veel positiever. Er zijn duidelijk al een aantal nadelen af te leiden uit de antwoorden. De volgende antwoorden werden gegeven: Tijdrovend, zinloos, redelijk toepasbaar, veel administratie, saai, nog veel onduidelijk, lastig, veel ondoorzichtige regels, nog veel onduidelijk, Maakt transparant, stroef, vervelend en een bureaucratische ballast. Uit deze vragen blijkt dat artsen zowel de startperiode als het huidige werken met Dbc’s als een ballast ervaren.
17
De voor- en nadelen: Een belangrijk punt van de enquête zijn de voor- en nadelen. Bij de voordelen geeft het merendeel aan dat er geen voordelen merkbaar zijn. Voordelen die wel genoemd worden zijn: Een meer rechtvaardige honorering van specialisten, transparantie en een betere financiële systematiek en prijsbewustzijn. Voor de nadelen is als grootste nadeel de administratieve last naar voren gekomen. Andere genoemde nadelen waren: onbetrouwbare diagnose, onder- en overdiagnose en onvoldoende privacybewaking. Een klein deel gaf aan geen nadelen te ondervinden. De meeste enquêteurs geven aan de nadelen meer te merken dan de voordelen. Het is duidelijk te lezen dat de nadelen zwaarder wegen dan de voordelen. Marktwerking: Allereerst is de vraag gesteld met welk segment de enquêteurs werkzaam zijn. Deze vraag werd gesteld, omdat marktwerking plaatsvindt binnen het B-segment. Het grootste deel werkt met beide segmenten. Hierna komt een klein deel dat alleen met het a- of b-segment werkt. Bijna alle enquêteurs geven aan geen marktwerking te merken binnen het B-segment. Het merendeel gaf dan ook geen antwoord op de vraag of deze marktwerking positief is. In het B-segment is als doelstelling marktwerking te creëren. Doordat de grote groep met beide segmenten werkt, zou dit dus merkbaar moeten zijn. Dit is helaas niet het geval. De gevolgen voor de cliënt: Er wordt duidelijk aangegeven; dat het merendeel van de cliënten/patiënten zich niet bewust is van de invoering van Dbc’s. Het is dan ook logisch dat er vanuit cliënten/patiënten geen vraag is naar informatie over contracten met zorgverzekeraars. Dit geldt alleen voor uitzonderingen. Daarnaast blijkt uit de gegeven antwoorden dat de artsen dit niet als hun taak zien of zich hier helemaal niet van bewust zijn. Draagt dit bij aan marktwerking en transparantie? Bij de nadelen kwam de privacybewaking duidelijk naar voren. Artsen hebben verschillende antwoorden op hoe zij deze privacy bewaken: ICT-systematiek, Geen rol/taak in, kan ik niet bewaken, EPD, gebeurt door ziekenhuis, taak organisatie, goede informatie naar alle betrokken medewerkers, zoals protocol voorschrijft en geen bewuste maatregelen. Het valt dus op dat de artsen het vooral niet als hun taak zien en hier ook niks aan doen. Dit is vreemd, omdat het wel duidelijk als nadeel aangegeven wordt. Het meest gegeven antwoord op de vraag of Dbc’s positief zijn voor de kwaliteit van zorg is nee. Enkele enquêteurs geven hier een verklaring bij: geldverslindend, teveel tijd voor administratie, trage systematiek, niet alle zorg in Dbc, geen relatie Dbc’s en kwaliteit, ondoorzichtig, ingewikkeld en maakt zorg duur. Een klein gedeelte heeft geen uitgesproken mening. Daarnaast zijn er 2 deelnemers die het wel positief vinden voor de kwaliteit van zorg. Redenen hiervoor zijn; GGZ-zorg wordt “normaler” en controleerbaar. Het merendeel ziet geen risico tot een prijzenslag. Hoewel bijna de helft dit wel ziet. De meningen zijn hierover dus verdeeld. Het doel van Dbc’s is een efficiënte, praktische bedrijfsvoering die patiënten/cliënten optimaal helpt tegen zo laag mogelijke kosten. De grote meerderheid geeft aan dat dit doel niet behaald of haalbaar is. De terugblik op de startperiode en het huidig werken met Dbc’s: Als de enquêteurs terugkijken naar de startperiode zouden ze verschillende zaken anders aanpakken. Hier volgen een aantal gegeven antwoorden: (vanwege het belang van deze vraag volgen ze puntsgewijs) Beginnen met meer pilot-groepen. Zij meer laten steunen, prikkelen en faciliteren. Aantal Dbc’s kleiner houden en beter definiëren. Heel anders. Teveel verborgen agenda’s. Alles is gebaseerd op bezuinigingen. Geen Dbc’s. De oude declaratiewijze van prijs per verrichting was eerlijker. Veel overzichtelijker maken met minder Dbc’s en betere uitleg voor introductie.
18
Dbc’s afschaffen en op een ander systeem overgaan. De rest van de gegeven antwoorden zijn niet toepasbaar als antwoord. Het grootste deel van de enquêteurs geeft aan op dit moment geen behoefte te hebben aan meer begeleiding bij het werken met Dbc’s. Het merendeel geeft wel aan dat ze geen toegevoegde waarde zien in Dbc’s voor de gezondheidszorg. De enquête: Gemiddeld nam de enquête 12,26 minuten in beslag. Dit valt dus netjes binnen de gestelde 15 minuten. De uitleg was duidelijk en de vragen waren helder geformuleerd. De enquêteurs hadden genoeg antwoord ruimte. Het gemiddeld gegeven cijfer is een 6,9. Hoe verliep de invoering van Dbc’s en hoe verloopt het werken met Dbc’s momenteel binnen de GGZ en de klinische gezondheidszorg? Zoals te lezen is de invoering niet geheel soepel verlopen. Het wordt dan ook als negatief ervaren. De enquêteurs geven aan voldoende ingelicht te zijn vooraf, maar het blijkt dat deze inlichting niet voldoende op hun wensen en kennis afgestemd was. Opvallend is dat de meeste enquêteurs niet voldoende is opgeleid in het werken met Dbc’s. Er is echter wel een meerderheid die aangeeft dat er een aanspreekpunt binnen de instelling is en hier ook gebruik van maakt. De ervaringen in het werken met Dbc’s worden ook niet al te positief ervaren. De nadelen zijn meer merkbaar dan de voordelen. Er is duidelijk geen marktwerking merkbaar binnen het b-segment. Cliënten zijn zich niet bewust van de invoering en vragen hier dus ook niet naar. De enquêteur vindt het niet positief voor de kwaliteit van zorg en er wordt een kans op prijzenslag gezien. Veel enquêteurs zien de Dbc-systematiek liever afgeschaft worden.
19
§ 4,3 Verbeterpunten/aanbevelingen geformuleerd vanuit de conclusies: Deze verbeterpunten en aanbevelingen zijn een vervolg op de resultaten/conclusies van de enquête. Deze zijn bestemd voor Sevagram en dan in het bijzonder de VKH-A. Deze zullen worden aangereikt aan het management van Sevagram. De deelnemers: Vanuit de enquêtes is af te leiden dat enquêteurs die op een pilotafdeling werkzaam waren tijdens de invoering positiever zijn over de startperiode en Dbc’s in het algemeen. Zij geven aan goede scholing en informatievoorziening te hebben gehad. Een tip voor de revalidatie afdelingen van Sevagram is dan ook om te starten als pilotafdeling. Door te starten als pilotafdeling zijn er meer mogelijkheden voor scholing en begeleiding bij de invoeringsfase. Daarnaast is er meer inwerktijd voordat men werkelijk overgaat op het financieringssysteem Dbc’s. Hierdoor zal de overgang naar de Dbc-systematiek voor de organisatie en het personeel vloeiender verlopen en dus minder frustraties en problemen opleveren. Eventuele problemen kunnen dan vroegtijdig (voor de overgangsfase) gesignaleerd en aangepakt worden. De informatievoorziening tijdens de startperiode: Bij de resultaten is te lezen dat de meningen erg verdeelt zijn over de informatievoorziening vooraf de invoering van Dbc’s. Daarnaast komen de gegeven antwoorden (m.b.t. informatievoorziening vooraf) op de vragen niet overeen. Toch is merkbaar dat nog lang niet iedereen tevreden is over de informatievoorziening vooraf. Het advies is dan ook om hier veel aandacht aan te besteden. Mijn inziens is het verstandig om een deskundige (m.b.t. Dbc’s) in te schakelen (te contracteren) die verantwoordelijk is voor een goede informatievoorziening. Deze informatievoorziening is dan bedoeld voor alle werkende direct of indirect betrokken disciplines binnen de revalidatiezorg. De informatie dient te zijn aan de taken m.b.t. Dbc’s. Door iedereen de benodigde informatie te geven, is de organisatie transparant en open naar het personeel toe. Dit voorkomt al mogelijke frustraties en problemen en zorgt ervoor dat personeel weet wie een aanspreekpunt is bij vragen. Zorg dat personeel weet welke informatiebronnen zij kunnen raadplegen zoals; de Dbc-deskundige vanuit de instelling, de beroepsgroep, het internet, de tijdschriften en meer ervaren collega’s. Evalueer de informatievoorziening en pas gesignaleerde verbeterpunten aan in toekomstige scholingen. De opleiding in werken met Dbc’s: Om te zorgen dat de Dbc’s goed geregistreerd worden, zal personeel voldoende geschoold moeten worden. Dit is een investering die je waarschijnlijk in de toekomst positief terug zult zien in het werken met Dbc’s. Als de registratie/declaratie van Dbc’s goed verloopt, is dit mogelijk positief voor de inkomsten van de revalidatiezorg. Vanuit de informatievoorziening vooraf kan men inventariseren welke behoefte aan opleiding er is bij de betrokkenen. Want het is belangrijk de opleiding af te stemmen op de behoefte van het personeel. De Dbcdeskundige kan vanuit deze inventarisatie de juiste opleiding per functie opstellen. Men zal de opleiding dus moeten aanpassen aan wensen en uiteindelijke taken in het werken met Dbc’s. Zorg ervoor dat tijdens de opleiding er een aanspreekpunt is binnen de instelling waar het personeel bij vragen of opmerkingen terecht kan tijdens de opleidingsperiode. Daarnaast dient dit aanspreekpunt aanwezig te blijven. Dit hoeft dus niet de deskundige te zijn omdat deze ook aangenomen kan worden voor korte tijd (tot na de opleidingsperiode). Sevagram kan er dus ook voor kiezen een vaste medewerker (bv. kwaliteitsmedewerker) door de kortdurend aangenomen deskundige te laten opleiden tot inhoudsdeskundige. De
20
Het werken met Dbc’s: De problemen met de startperiode worden met de voorafgaande punten al aangepakt. Door de informatievoorziening, afgestemde opleiding en het aanspreekpunt zorgt men ervoor dat de startperiode mogelijk positiever ervaren wordt. Door de startperiode te vergemakkelijken zal ook het werken met Dbc’s mogelijk positiever worden gezien. Daarnaast kunnen frustraties geuit worden bij een blijvend aanspreekpunt en oplossingen voor problemen worden gegeven. De voor- en nadelen: Zorg ervoor dat de voordelen zichtbaar worden voor de medewerkers. Door dit al meteen te bespreken in de 1e fase (informatievoorziening) stapt men positiever in het werken met de Dbc-systematiek. Blijf de voordelen dan ook tijdens de opleiding benadrukken. Door ze te benoemen, zullen de medewerkers ze in de praktijk eerder opmerken. Door het zien van het positieve van de systematiek, zal men nauwkeuriger registreren. Dit komt dan weer ten goede voor de inkomsten vanuit de Dbc-registratie. Als grootste nadeel komt zowel vanuit de theorie als de enquêtes naar voren de administratieve werklast. De dbc’s brengen duidelijk meer administratieve werklast met zich mee. Deze werklast ligt bij de meeste instellingen bij de hoofdbehandelaar. Er zijn echter instellingen die ervoor gekozen hebben een gedeelte van deze administratie neer te leggen bij bv. het secretariaat. Hier kan iemand voor aangenomen worden. Men kan er dan voor kiezen het registreren geheel te laten overnemen. Hierbij moet het dan wel duidelijk zijn wat voor verrichtingen (zorg) gedaan worden. Je zult dus heel duidelijk moeten hebben wat geregistreerd moet worden per cliënt. Alles wat niet geregistreerd wordt, kost de instelling geld. Sommige instellingen kiezen ervoor de hoofdbehandelaren alleen te ondersteunen. Naar mijn idee is het in ieder geval niet verstandig de gehele last bij de arts te laten liggen. Door de werkdruk en de frustratie die het oplevert, bestaat de kans; dat er minder goed geregistreerd zal worden. Dat kan voorkomen doordat men vanwege deze frustraties en werkdruk verkeerd registreert. Dus dan kan dit een ander kostenplaatje opleveren. Bij meer tijd zal men dit zorgvuldiger doen, waardoor fouten kunnen worden voorkomen (aanspreekpunt benaderen). Daarbij zal de kwaliteit van zorg door de werkdruk en voorkomende frustraties niet verbeteren. De artsen geven duidelijk aan dat de administratieve last negatief werkt voor het cliëntencontact. Door de administratieve last te beperken (wegnemen), blijft de arts genoeg tijd voor de cliënt houden. De kwaliteit van zorg blijft dus behouden. Dit kan weer uiteindelijk positief voor het kostenplaatje worden; als marktwerking zichtbaar wordt, kan kwaliteit van zorg en tijd voor zorg cliënten trekken. Daarnaast kan het in sommige gevallen betekenen dat de doorstroom van cliënten verbetert. Om cliënten goed te kunnen behandelen (behandelplan aanpassen aan cliënt), is tijd nodig. Door direct een passende behandeling/therapie vast te stellen en snel te kunnen reageren op problemen/klachten (doordat er werkelijk tijd in de cliënt gestoken wordt), bevorder je het herstelproces. Dit kan dus het juist registreren/declareren van verrichtingen stimuleren. Dit zorgt weer voor minder opnamedagen (complicaties voorkomen) en dus ook een betere doorstroom van cliënten. De genoemde nadelen; onbetrouwbare diagnose en onder- en overdiagnose hebben te maken met het verkeerd registreren. Door goede informatievoorziening en opleiding voorkom je dit voor een groot deel. Daarnaast door de werkdruk (administratieve last) weg te nemen, zal het registreren met meer nauwkeurigheid gebeuren (of door de arts of door ondersteuning). Dit wordt dus al met andere oplossingen voor problemen indirect verholpen.
21
De privacybewaking is moeilijk te beïnvloeden. Je zult uiteindelijk toch behandelingen moeten declareren anders krijg je dit niet vergoed. Verder gaat de privacybewaking hetzelfde uitzien als nu, volgens het protocol. Elke Dbc bestaat uit een code. Deze code is bekend bij de zorgverzekeraar. Je zult dus eerst deze code moeten ontcijferen wil je de behandeling vaststellen. Wil je dan weten waarvoor de cliënt is opgenomen, zul je de verrichtingen (behandeling) naast elkaar moeten leggen en dan ontcijferen bij welk ziektebeeld dit past. Je krijgt de informatie dus niet op een presenteerblaadje. Verder komen er ook niet meer persoonlijke gegevens vrij als bij het oude systeem. Dus mij lijkt dit vergezocht. Een tip is wel een goed protocol voor privacy te ontwikkelen vooraf de invoering van Dbc’s. De gevolgen voor de cliënt: Zoals beschreven in de resultaten is er nog geen marktwerking merkbaar binnen het B-segment. De vraag is ook of dit er van zal komen aangezien er nog ongeveer 3 grote zorgverzekeraars zijn en de ziekenhuizen contracten hebben met elk van deze zorgverzekeraars. Dit maakt het dan ook logisch dat er vanuit cliënten geen vraag naar informatie hierover is en ze zich hier dus niet bewust van zijn. Naar mijn idee heeft het ook geen meerwaarde hier uit eigen beweging informatie over te gaan geven. Wel moeten de artsen zich bewust zijn van hun taak m.b.t. informatievoorziening. Dit geldt niet alleen voor het medisch gedeelte, maar ook algemenere informatie. Momenteel houdt dit dus in informatie op vraag te kunnen aanreiken. Dit kan echter wel in de toekomst veranderen als er toch enige vorm van marktwerking ontstaat in het b-segment. Logischerwijs zullen de vragen vanuit cliënten dan groeien. Daarbij lijkt het mij op zo’n moment al informatie (positief uitpakkend voor de instelling) uit eigen beweging aan te reiken. Dit vergroot dan transparantheid en bevorderd tevredenheid van cliënten. Deze informatie zou men dan als een soort pr voor de instelling kunnen gebruiken door de sterktes van de instelling dus pre’s te benoemen. Bij Dbc’s is het nu eenmaal zo dat er meer gegevens overgedragen worden dan binnen het oude financieringssysteem. Binnen de nadelen wordt hier dit al uitvoerig besproken. Wat opvallend is, is dat artsen dit niet als hun taak zien, maar dit wel als nadeel beschrijven. Zij voelen zich mogelijk dus niet geroepen om dit nadeel anders aan te pakken en zien privacybewaking niet als hun taak. Het lijkt mij verstandig het privacyprotocol van de instelling opnieuw te bekijken en eventueel aan te passen in samenspraak met de artsen. Daarna zou ik dit privacyprotocol onder de aandacht van de artsen brengen, zodat zij inzicht krijgen in de inhoud van het protocol. Zodoende maak je de artsen bewust van de essentie van dit protocol. De meeste enquêteurs geven duidelijk aan nog niet te zien dat Dbc’s bijdragen aan de kwaliteit van zorg. Een aantal genoemde oorzaken ervan zijn in de voorafgaande verbeterpunten al aan bod gekomen; administratieve werklast, transparantie, complexiteit en het declareren. Door dit aan te pakken zal het systeem minder als een ballast gezien worden en dus de voordelen meer merkbaar worden. Daarnaast is het systeem nog te kort volledig werkzaam om een verbetering in kwaliteit van zorg te zien. De medewerkers zijn nog steeds aan het leren juist te werken met het systeem en een aantal nadelen moeten nog aangepakt worden. Het is dus nog volop in ontwikkeling. Ditzelfde geld voor het te behalen doel (een efficiënte, praktische bedrijfsvoering die patiënten/cliënten optimaal helpt tegen zo laag mogelijke kosten) en het risico op prijzenslag. Dit zijn zaken die pas geëvalueerd kunnen worden als het systeem goed werkt binnen een instelling en in het algemeen. Daarnaast is er “nog” geen marktwerking (de vraag is of dit nog zal ontstaan binnen het huidige zorgverzekeringssysteem en de centralisatie van instellingen) merkbaar in de huidige gezondheidszorg.
22
De terugblik op de startperiode en het huidig werken met Dbc’s: De enquêteurs geven duidelijk aan dat zij de startperiode anders hadden willen zien. Vandaar ook dat ik al de aanbeveling gedaan heb te starten in een pilot-groep. Daarnaast wordt ook al in de verbeterpunten/aanbevelingen transparantie en complexiteit besproken. Er is veel negativiteit en frustratie merkbaar in de gegeven antwoorden. Door de genoemde verbeterpunt/aanbevelingen verwacht ik dat een deel van deze negativiteit en frustraties kunnen worden voorkomen bij de invoering binnen Sevagram. Afsluiting: Hier volgen de kernpunten geformuleerd vanuit de verbeterpunten. De instelling meldt zich aan als pilot en start een pilot afdeling op. Hiermee verkrijgt men mogelijk subsidies, meer informatie, meer opleidingsmogelijkheden en een langere inwerkperiode. Schakel een Dbc-deskundige in. Deze zorgt dat de startperiode vloeiender verloopt. Taken kunnen zijn informatievoorziening, afstemmen en aanleveren scholingen, beginnend aanspreekpunt, controle registratie/declaratie en opleiden medewerker tot langdurig aanspreekpunt. Informatie vooraf geven aan alles disciplines. De informatie wel afstemmen op behoefte. Opleiding afstemmen op behoefte. Tijdens en na afloop inventarisatie bevindingen en behoefte aan aanvullende informatie/opleiding. Creëer een vast aanspreekpunt binnen de afdeling voor vragen en opmerkingen. Maak een keuze in welke verantwoordelijkheid bij de artsen ligt en maak dit kenbaar. Dit niet alleen bij registratie maar bv. ook m.b.t. privacybewaking. Probeer de administratieve werklast voor artsen te verminderen door taken uit te besteden/verdelen. Benadruk voordelen en verklaar nadelen. Geef bij de nadelen aan hoe deze aangepakt kunnen worden. Creëer transparantie.
Dit onderzoek is aangereikt aan het management van Sevagram. Zij hebben te kennen gegeven dit te waarderen en toe te passen. De VKH-A heeft zich al opgegeven als pilot-instelling voor dit systeem.
23
5. Kwaliteit van zorg tegenover de kosten van zorg: In de voorafgaande stukken is te lezen hoe het gesteld is met de marktwerking in de gezondheidszorg en wat de ontwikkelingen zijn binnen het Dbc-systeem. Dit in combinatie met de uitkomsten van het kwalitatief onderzoek zal waarschijnlijk veel lezers aan het denken zetten. In dit hoofdstuk haak ik hier meteen op in. Zoals bekend is het Dbc-systeem oorspronkelijk afgeleid van het Amerikaanse gezondheidsstelsel. Hier kan Sevagram dan ook veel informatie en positieve punten/problemen van gebruiken en hier van leren. Hieronder leest u dan ook een stukje afgeleid uit literatuur vanuit en over dit Amerikaanse gezondheidsstelsel. Het juiste uitgangspunt wordt vaak beschreven als; het verhogen van de kwaliteit van zorg voor cliënten tegenover een zo laag mogelijke kostprijs. Dit is ook duidelijk naar voren gekomen tijdens de vooraf beschreven verslagen. Maar is dit haalbaar en zal dit niet negatief voor de kwaliteit van zorg kunnen worden? Ook dit was een veelvuldig gestelde vraag tijdens het afgelopen verdiepingsjaar. Kan kwaliteit van zorg behaald worden door het minimaliseren van de kosten? Is het verlagen van de kosten wel een haalbaar doel? Hierover zijn verschillende meningen gevormd. Tijdens mijn presentatie wil ik dit naar voren laten komen en hopelijk een korte discussie opstarten als afsluiting van de presentatie. Hier volgt een samenvatting gemaakt vanuit het boek: Porter, M. E. , & Olmsted-Teisberg, E. (2006). Redefining Health Care. USA: Harvard business school press. Het verlagen van kosten is niet effectief en kan een averechtse uitwerking hebben. Het verlagen en voorkomen van onnodige kosten is zeer effectief. Het besparen van kosten moet gebeuren daar waar het nodig maar ook mogelijk is. Dit houdt dus in niet door het verschuiven van kosten, het beperken van zorgverlening of verlagen van de kwaliteit van zorg. Elk beleidsplan en het gebruik hiervan in de gezondheidszorg zou eerst getest moeten worden aan het streefdoel van de cliënt. Als we gaan meten wat kwaliteit van zorg inhoud, is dit voor cliënten heel verschillend en complex. Opnameduur, kwaliteit van leven en het emotioneel welbevinden gedurende de opname beïnvloeden de kwaliteit van zorg. In een systeem waarbij het doel kwaliteit van zorg is, kan men de juiste zorg geven aangepast aan de verschillende doelgroepen cliënten. We hebben bij veel andere systemen zoals het marktwerkingsysteem te maken met concurrentie. Hierbij wil men vaak zo goedkoop mogelijk werken om mee te kunnen concurreren. Hierbij wordt er minder op kwaliteit van zorg gelet. De waarde moet gemeten worden voor de cliënt en niet voor het beleidsplan, ziekenhuis, arts of andere medewerkers. Dit is een groot en belangrijk verschil in de praktijk. Binnen veel van de gezondheidszorg wordt zorg verleend vanuit de tradities en voorkeuren van de instelling en bv. arts en dus niet de waarde van de cliënt. Instellingen en medewerkers hebben vaak de focus op de kosten die zij produceren en dus niet het geheel aan kosten voor het leveren van zorg. Dit zorgt er vaak voor dat kosten verschoven worden naar leverancier of cliënt, maar er niet wordt gekeken naar het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Waarde in de gezondheidszorg kan alleen begrepen worden door te kijken naar waar het werkelijk gecreëerd wordt. Hiermee doelen we op onvergelijkbare medische aandoeningen zoals; Diabetes, knieproblematiek en hartfalen. Alleen op het niveau van medische aandoeningen kunnen resultaten en kosten met elkaar vergeleken worden om de waarde te bepalen. Waardeverbetering komt voor, maar nog niet in die mate als het zou kunnen. Om waarde te begrijpen, moeten we de resultaten per euro gespendeerd in de medische aandoening meten binnen een tijdsbestek. De uitdaging is het creëren van een goede competitie (marktwerking) in het systeem dat voor verbetering zorgt.
24
Als we waarde meten, moeten we zowel de kosten als resultaten meten gedurende het gehele zorgproces. Dus niet voor aparte interventies of procedures. Kortdurende kostenbesparingen leiden niet tot langdurig kosteninperking en bevorderen niet de waarde van zorg. Een goedkope diagnosestelling die verkeerd is genomen en onnodige behandeling volgt, is niet goed voor de waarde. Het zorgproces bevat niet alleen behandeling, maar ook re-integratie en mogelijk langdurige/chronische zorg voor het minimaliseren van recidieven. Er zijn steeds meer mogelijkheden voor de verbetering van de waarde in de gezondheidszorg door nieuwe ontwikkelingen en technologieën. Daarbij komen er meer nieuwe manieren van organiseren, meten and het managen van zorglevering gedurende het gehele zorgproces. Door te kijken naar de waarde gedurende het gehele zorgproces i.p.v. naar kortdurende besparingen kan veel denkwijzen over zorgverlening veranderen. Door zorg goed te coördineren, komt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor resultaten en kosten gedurende het hele zorgproces voor alle betrokkenen. In de gezondheidszorg, waar resultaten beslissend zijn voor de kwaliteit van het leven van de cliënt, zou iedereen betrokken bij de cliëntenzorg verantwoordelijkheid moeten dragen voor de afloop/het gevolg voor de cliënt.
25
6. Reflectie § 6,1 Proces: Na goed overleg binnen Sevagram wist ik al snel hoe mijn afstudeerjaar (masterpiece) eruit ging zien. Hierdoor kon ik snel aan de slag met mijn 1e literatuurstudie. Deze literatuurstudie is over het algemeen goed verlopen. Ik had alleen problemen met het afbakenen van mijn zoekgebied. Na overleg werd dit duidelijker en goed toepasbaar. Vanuit hier ben ik gestart aan de minor People and businessmanagement. Ik vond de start van deze minor heel lastig na 6 jaar alleen les in verpleegkunde gehad te hebben. Ik merkte dat ik achter lag qua kennis op de rest van de groep studenten. Na het bestuderen van veel literatuur heb ik deze achterstand ingehaald en de minor voldoende afgesloten. Gedurende de zojuist beschreven periodes heb ik een start gemaakt met het kwalitatief onderzoek door de enquêtes al uit te delen. In Minor 2 kon ik vrijwel direct starten met het analyseren van de terug gezonden enquêtes. Het aantal terug gezonde enquêtes viel tegen, maar na veel energie hierin gestoken te hebben, moest ik vanwege het tijdsbestek starten met de analyse. Vanaf hier is dit onderzoek heel goed verlopen. Ik heb toepasbare verbeterpunten kunnen formuleren en aangereikt aan Sevagram. Een van de verbeterpunten is al in werking gezet; namelijk het fungeren als pilotinstelling voor de overheveling van Dbc’s. Als laatste heb ik me verdiept in de huidige ontwikkelingen voor Dbc’s en marktwerking binnen de revalidatie en reactiveringzorg. Hier was veel over te vinden en met hulp van het management heb ik hier een mooie studie van gemaakt. § 6,2 Stage: Gedurende de stage heb ik 1 dag per week met de teamleider samen gewerkt en de rest van de uren op de afdeling. Dit was voor mij een hele omschakeling. Het was lastig om me in het begin te profileren als managementstudent en afstand te nemen van het zorgverlener zijn. Om dit te verbeteren zijn er evaluatiegesprekken geweest. Hoe meer de tijd vorderde, hoe meer ik me zekerder voelde als managementstudent. Dit kreeg ik ook terug van mijn werkbegeleider en collega’s. Ik heb mijn doel bereikt: Ik weet wat de taken van een teamleider zijn en hoe je deze moet uitdragen, daarnaast heb ik een duidelijke blik gekregen op het managen van een afdeling en het zorgproces van de cliënt. Ik heb momenteel geen ambities om verder te gaan in het management, omdat ik eerst meer ervaring wil opdoen als Hbo-verpleegkundige. Naar mijn idee ben ik te jong en heb te weinig ervaring om nu al te kiezen voor het management. § 6,3 Literatuurstudies: Ik heb 2 literatuurstudies gemaakt voor minor 1 en minor 2. Deze 2 kun je niet los van elkaar zijn, maar volgen logisch op elkaar. Ik had al vaker een literatuurstudie gemaakt, maar die gingen dan over een onderwerp die te maken heeft met zorg verlenen. Nu ging het over een financieringssysteem. Dit maakte het even lastig erachter te komen waar ik de informatie vandaan moest halen. Met wat hulp is dit goed gegaan. Verder heb ik meerdere keren terug gekregen erop te laten geen Limburgs te schrijven. Dus een Limburgse uitdrukking te gebruiken. Dit vind ik vaak lastig. Daarbij heb ik ook de neiging zaken onnodig dubbel te schrijven. Ik heb wel geleerd van alle feedback. Verder het proces van het maken van een literatuurstudie beheers ik en heb ik dan niet al te veel moeite meer mee. § 6,4 Kwalitatief onderzoek: Dit was een hele uitdaging aangezien ik dit lang niet meer gedaan had en zeker niet zo uitgebreid. Ik ben tegen veel problemen aangelopen tijdens het uitdelen en terug krijgen van de enquêtes. Uiteindelijk heb ik de knoop moeten doorhakken en genoegen moeten nemen met een teleurstellend lage respons. Het analyseren en maken van verbeterpunten was niet lastig. Ik heb gebruik gemaakt van evidence based literatuur voor uitleg over hoe dit aan te
26
pakken. De verbeterpunten zijn bestemd voor het management van Sevagram en deze hebben ze enthousiast ontvangen. Ik zal dit ook presenteren voor alle geïnteresseerden. Ik heb veel plezier eraan gehad dit onderzoek te doen! § 6,5 Implementatie en veranderen: Ik kan mijn uitkomsten helaas niet op dit moment implementeren. Alle gemaakte stukken zijn bestemd voor het management van Sevagram. Een verbeterpunt wordt momenteel al gebruik en dat is het zijn van een pilot-instelling. De VKH-A is opgegeven als pilot-instelling. De literatuurstudies zijn hanteerbaar als 1e informatievoorziening. De verbeterpunten zullen verder pas gebruikt kunnen worden voor de startperiode als pilot-instelling. Dit zal pas rond 2011 gebeuren. De verandering zal er in ieder geval komen en uit ervaring is bekend dat de verandering niet altijd goed verlopen is. Zo ook terug te zijn in het kwalitatief-onderzoek. Als dit moment van verandering er is, zijn al deze 3 stukken heel bruikbaar. § 6,6 People and Businessmanagement: Deze minor werd gegeven aan de Hogeschool Zuyd. Deze minor bevat 5 modules over uiteenlopende onderwerpen die betrekking hebben op management en de organisatie. In het begin zag ik geen connectie met de functie van teamleider zijn. Naar mate de minor vorderde en ik de stof steeds beter begreep, kon ik de link met de stage plaatsen. Ik vond het geen makkelijke minor, maar heb wel veel geleerd over organiseren, managen, de maatschappij/omgeving, de organisatie, structuur, personeel, managementvormen en ontwikkelingen. Vel van de onderwerpen kan ik zelfs toepassen als ik gewoon op de afdeling werk. Ik heb veel energie en tijd moeten steken in deze minor om het onder de knie te krijgen. Van deze minor heb ik veel nieuwe dingen geleerd. § 6,7 Pico: De centrale vraagstelling is: Wat betekenen Dbc’s en marktwerking voor de gezondheidszorg nu en in de toekomst en hoe kan de invoering en het werken met Dbc’s verbeterd worden? De meeste auteurs maken gebruik van de pico-regel. Pico is de afkorting van de elementen die de vraag bevat: (Pico, 2002) Patiënt of probleem: De gehele gezondheidszorg. In de drie verschillende geschreven stukken wordt gesproken over GGZ, klinische zorg, categorale instelling, revalidatie en reactiveringszorg. Om dit in een geheel te nemen kies ik ervoor de term gehele gezondheidszorg te gebruiken. Dit ook met het oog op de toekomst waar dit systeem voor de hele gezondheidszorg een rol zal spelen. Interventie: Inzicht krijgen in Dbc’s en marktwerking voor nu en de toekomst. Daarnaast onderzoeken hoe de invoering en het werken met Dbc’s verbeterd kunnen worden. Co-interventie: Mensen aan het denken zetten over kosten van zorg en kwaliteit van zorg. Outcome of resultaat: Duidelijkheid hebben over Dbc’s en marktwerking in de gezondheidszorg en de ontwikkelingen hierin t.b.v. Sevagram. Door middel van de verbeterpunten de invoering en het werken met Dbc’s beter laten verlopen. Een onderzoeksvraag moet dus aan de bovenstaande elementen voldoen.(Offringa, E,A, Gray & Gray 2002) § 6,8 Conclusie: Het is lastig vast te stellen of de probleemstelling opgelost is, omdat ik mijn verbeterpunten nog niet heb kunnen implementeren. Wel is er positief gereageerd op de aangereikte stukken en gemaakte verbeterpunten. Rond 2011/2012 zal zichtbaar worden of het gebruik van de informatie en verbeterpunten de invoering en het werken met Dbc’s verbeterd en vergemakkelijkt. Ik hoop wel dat de drie gemaakte stukken mensen aan het denken zet over de kwaliteit van zorg en het beperken van kosten.
27
Literatuurlijst: De Jong, M.J. (2008). Dbc’s en marktwerking in de gezondheidszorg. Heerlen: Hszuyd. De Jong, M.J. (2009). Wat zijn de huidige ontwikkelingen m.b.t. Diagnose Behandel Combinaties en marktwerking binnen de revalidatie- en reactiveringzorg? Heerlen: Hszuyd. De Jong, M.J. (2009). Hoe verliep de invoering van Dbc’s en hoe verloopt het werken met Dbc’s momenteel binnen de GGZ en de klinische gezondheidszorg? Heerlen: Hszuyd. Porter, M. E. , & Olmsted-Teisberg, E. (2006). Redefining Health Care. USA: Harvard business school press. Zoekstrategie: Het is lastig om een juiste zoekstrategie te beschrijven, omdat het 3 uiteenlopende stukken zijn. Ik zal proberen dit samenvattend te beschrijven. Voor aanvang van elk onderzoek heb ik mijn in- en exclusiefactoren afgebakend. Dit door duidelijk vast te stellen wat mijn onderzoeksvraag was aan de hand van de Pico-methode. Mijn literatuur heb ik gezocht via databanken van de Hszuyd, het internet, de Hszuyd bibliotheek, tijdschriften, d.m.v. raadplegen van Instanties, het vragen van informatie aan inhoudsdeskundigen en via het management van Sevagram. Ik heb hier specifiek moeten kijken naar de datum van schrijven om de informatie up to date te houden. Dit was belangrijk, omdat de Dbc-systematiek voortdurend in beweging is en er dus veel veranderd. Ik gebruik gemaakt van zowel Engelstalige literatuur als Nederlandstalig. Mijn bronnen voor het hele afstudeerjaar waren dus zeer divers. Er is ontzettend veel informatie te vinden over dit onderwerp. Dit vereist een goede afbakening en filtering van de publiseerdata’s.
28
Bijlage:
Criterialijst presenteren: Student: Melanie de Jong (0621226) Leerjaar: Verdiepingsjaar HBO-V. Presentatie: Masterpiece HBO-V uitstroomprofiel management. Criteria 1. Werd er gebruik gemaakt van hulpmiddelen en waren deze functioneel? 2. Was er genoeg tijd om sheets te bekijken en waren deze duidelijk? 3. Werd er duidelijk, rustig en enthousiast gesproken? 4. Waren er genoeg rustpunten en werd het publiek aangekeken? 5. Bleef het publiek geboeid en werd het tot meedenken gestimuleerd? 6. Was er een motiverend begin en een pakkend slot? 7. Was de stof begrijpelijk en werd begrippen uitgelegd? 8. Was de relatie van de onderwerpen met elkaar duidelijk? 9. Was de presentatie voldoende en logisch gestructureerd? 10. Was de presentatie complex genoeg voor het afstuderen? 11. Werd er rekening gehouden met het niveau van het publiek. 12. Was de volgorde van de verschillende onderdelen goed? 13. Werd er duidelijk en correct gereageerd op vragen? 14. Werd de einddiscussie goed geleid en bleef het gestructureerd? 15. Werden de gebruikte
Voldaan
Onvoldaan
29
bronnen volgens APA getoont? 16. Werd iedereen bedankt voor zijn of haar aanwezigheid?
Bij 14 of meer voldaan is de criterialijst behaald. Voldaan/Onvoldaan.
Beoordeeld door:
Feedback: ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
30
Enquete Dbc’s: Deze enquête is geheel anoniem. Het invullen van deze enquête neemt ongeveer 15 minuten van uw tijd in beslag. U geeft uw antwoord door een optie te omcirkelen. Bij foutief omcirkelen, kunt u er een kruis doorheen zetten en een andere optie omcirkelen. Bij open vragen kunt u uw antwoord gewoon noteren in de daarvoor bestemde ruimte. Deze enquête dient ingevuld te worden met een pen en dus niet met een potlood. 1. Wat is uw functie? a. Arts b. Arts in opleiding c Nurse practitioner d. Anders namelijk; 2. Voor wat voor een instelling bent u werkzaam? a. Geestelijke Gezondheidszorg b. Klinische Gezondheidszorg c. Anders namelijk; 3. Wat is uw taak m.b.t. het invoeren van Dbc’s? a. Onder begeleiding van een meerdere. b. Zelfstandig. c. Anders namelijk; 4. Bent u voldoende informatief ingelicht alvorens de instelling met de Dbc-systematiek ging werken? a. Ja. b. Nee. c. Anders namelijk; 5. Kunt u beschrijven waar deze inlichting uit bestond/ bestaat? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 6. Hoe heeft u dit ervaren? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
31
7. Bent u door de instelling opgeleid in het werken met Dbc’s? a. Ja b. Nee c. Anders namelijk 8. Kunt u beschrijven waar deze opleiding uit bestond? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 9. Hoe heeft u deze opleiding ervaren? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 10. Hoelang werkt u nu met Dbc’s? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 11. Is er binnen de instelling een duidelijk aanspreekpunt aanwezig waar u nog gebruik van kunt maken bij vragen indien nodig? a. Ja, hier maak ik regelmatig gebruik van b. Ja, hier maak ik geen gebruik van c. Nee. d. Anders namelijk; 12. Hoe verliep voor u de startperiode van het werken met Dbc’s binnen uw instelling? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
32
13. Hoe ervaart u momenteel het werken met Dbc’s? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. 14. Vanuit de literatuur zijn er een aantal voordelen van de Dbc-systematiek goed merkbaar. De meest beschreven heb ik hieruit genomen. Kunt u aankruisen welke voor u merkbaar zijn? Daarnaast kunt u in de lege ruimtes nog aanvulling geven met andere voordelen. a. Betere financiële systematiek en prijsbewustzijn. b. Van aanbod naar vraagsturing c. Consistentie in het zorgaanbod d. Meer en beter beheersbare managementinformatie waardoor kortere wachtlijsten en betere capaciteitsplanning en snellere doorlooptijden e. Transparantie door zicht op zorgproces en kosten f. Meer marktwerking en vrijheden van partijen. g. Verhoging van de kwaliteit van de geleverde zorg. h. Ziekenhuiszorg blijft betaalbaar en wachtlijsten kunnen korter worden. i. Een meer rechtvaardige honorering van specialisten en realistische begrotingen van ziekenhuizen. j. …………………………………………………………………………… k. …………………………………………………………………………… l. …………………………………………………………………………… m. …………………………………………………………………………… 15. Naast de voordelen zijn er in de literatuur ook een aantal nadelen beschreven. Wederom staan hieronder de meest beschreven. Diegene die voor u merkbaar zijn, mag u aankruisen. De lege ruimtes zijn bestemd voor eventuele aanvullingen. a. Onvoldoende cliëntgerichte behandeling b. Onvoldoende betrouwbare diagnose c. Onder- en overdiagnostiek en verkeerde diagnose d. Onvoldoende vastgelegde ‘informed consent’ e. Schadelijke bijwerkingen van medicatie minimaal opgenomen. f. Onvoldoende uitvoering van formeel vastgestelde behandelingsprotocollen g. Privacy van de persoongegevens is slecht te bewaken. h. Meer administratief werk. i. ……………………………………………………………………………… j. ………………………………………………………………………………
33
16. Welke zijn op dit moment meer merkbaar voor u? a. De voordelen b. De nadelen c. Beiden even veel d. Anders namelijk; 17. Werkt u met A- en/ of B-segment Dbc’s? a. Alleen A-segment b. Alleen B-segment c. Beiden d. Anders namelijk; 18. Merkt u marktwerking binnen het B-segment? a. Ja, duidelijk merkbaar b. Nee, niet merkbaar c. Anders namelijk; 19. Zo ja, is deze marktwerking volgens u positief? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 20. Zijn cliënten/patiënten zich bewust van de invoering van Dbc’s? a. Nee, totaal niet b. Ja c. Dit verschilt per cliënt. d. Anders namelijk; 21. Zorgaanbieders hebben de plicht cliënten/ patiënten te informeren over zorgverzekeraars waarmee zij contracten hebben afgesloten. Geeft u als zorgverlener deze informatie of is hier geen vraag naar? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
34
22. Hoe bewaakt u de privacybewaking van de cliëntgegevens. (De meeste cliënten zijn al slecht op de hoogte van wie welke informatie over hun gezondheid in kan zien en hoe die informatie-uitwisseling plaatsvindt. Bij de Dbc-systematiek moeten alle rekeningen voor de betrokken behandelingen volledig gespecificeerd worden uitgeschreven. Dat betekent: met alle informatie over diagnose, behandeling, medicijngebruik etc. Behandelaars moeten zich houden aan een geheimhoudingsplicht. Natuurlijk hebben verzekeraars in dit verband gegevens nodig, bijvoorbeeld om declaraties te kunnen betalen. Maar de aard en de gevraagde hoeveelheid informatie maken het mogelijk dat door deze manier van informatieuitwisseling privacygevoelige gegevens verspreid kunnen worden.) ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 23. Zijn volgens u Dbc’s positief voor de kwaliteit van zorg? En waarom wel of niet? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 24. Is er volgens u een reëel risico dat het een “prijzenslag” wordt om wie de goedkoopste behandeling levert? En waarom ziet u dit risico? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………. 25. In de literatuur staat een algemeen doel m.b.t. Dbc’s beschreven; een efficiënte, praktische bedrijfsvoering die patiënten optimaal helpt tegen zo laag mogelijke kosten. Is dit doel behaald of haalbaar voor u? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
26. Als u terugblikt op de startperiode van de Dbc’s-Systematiek (of zich er nu in bevindt) wat zou u dan anders aanpakken? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
35
27. Heeft u behoefte aan meer begeleiding bij het werken met Dbc’s? En hoe zou deze begeleiding er dan uit zien? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 28 Vindt u Dbc’s toegevoegde waarde hebben voor de gezondheidszorg? Dit ook in vergelijk met de eerdere systematiek. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 29. Heeft u zelf nog informatie toe te voegen aan deze enquête? ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 30. Aangezien dit voor mijn afstudeer project is wil ik graag weten; a. Hoeveel tijd heeft deze enquête u gekost? b. Was de uitleg duidelijk? c. Waren de vragen helder geformuleerd? d. Had u genoeg antwoordruimte? e. Welk cijfer (1-10) geeft u deze enquête?
Hartelijk dank voor uw medewerking aan deze enquête en dus mijn afstudeerscriptie! Melanie de Jong.
36