Kiezen…
voor een sector en uitstroomprofiel schooljaar 2013-2014
1
Blz. 2
Inleiding
Blz. 3
1
de leerwegen
Blz. 4 Blz. 4 Blz. 5 Blz. 6 Blz. 6 Blz. 8 Blz. 8 Blz. 10 Blz. 12 Blz. 14 Blz. 15
1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
de leerwegen in klas 3 en 4 een toelichting op de leerwegen samengevat de sectoren en de uitstroomprofielen eerst kies je voor een sector en dan het uitstroomprofiel economie techniek zorg en welzijn sport, dienstverlening en veiligheid samengevat
Blz. 16
3
sector-oriëntatie
Blz. 18 Blz. 18
4 5
doorstromen naar de havo bijzondere trajecten
Blz. 19
6
overgangsnormen
2
Inleiding Beste leerlingen van klas 2 Jullie zitten nauwelijks een half schooljaar in klas 2 en nu vragen we je al weer te kiezen. Je moet namelijk in de komende periode aangeven hoe je straks in klas 3 en 4 verder gaat. Je kiest voor een sector, en bij sommige sectoren moet je ook kiezen voor een afdeling. We noemen dat een uitstroomprofiel. In de techniek begin je met een brede oriënterende start. En in welke leerweg je geplaatst wordt, is afhankelijk van je resultaten in het tweede leerjaar. In klas 3 begin je al aan de beroepsvoorbereidende opleiding. die is meer gericht op het mbo, waar je een beroep leert. De bovenbouw is ook anders ingericht. Vooral in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg krijg je veel praktijkuren. Daarom is het van het grootste belang dat je serieus omgaat met het maken van een keuze. De komende twee jaren vormen de bekroning van je opleiding. Dat hangt van 2 zaken af: • 1 Wat kan je? Dit bepaalt je leerweg • 2 Wat wil je? Dit bepaalt je sector
3
1. De leerwegen In de eerste plaats is belangrijk: Wat kan je? Je hebt straks de eerste twee leerjaren van het vmbo achter de rug. Deze jaren waren voor veel leerlingen gelijk. Zij hebben in grote lijnen allemaal hetzelfde programma gevolgd. Denk maar aan de vakken die thuishoren in de onderbouw. Leerlingen binnen dezelfde klas konden op een verschillend niveau werken. In klas drie gaat dat veranderen. Het niveau waarop je het beste presteert, bepaalt vanaf dan de leerweg. Je rapporten in klas 1 en 2 spreken duidelijke taal. De resultaten die je daar behaald hebt zijn bepalend voor je leeradvies. Het leerwegniveau dat je volgt na het eerste cijferrapport in klas 2, dus na de eerste periode, bepaalt het leerwegniveau in klas 3. Afhankelijk van je resultaten in klas 3 is het mogelijk om in de 3e klas, na de eerste periode, te veranderen van leerweg. Zo’n verandering wordt besproken met alle docenten van wie je les krijgt. Een voorbeeld: leerlingen die op dit moment les volgen in de basisberoepsgerichte leerweg, beginnen in klas 3 ook in de basisberoepsgerichte leerweg. Pas na het eerste cijferrapport in klas 3, na de eerste periode, is verandering van leerweg mogelijk. Bijvoorbeeld opstroming naar de kaderberoepsgerichte leerweg. De leerling moet dat wel bewijzen door de cijfers, studiehouding et cetera. Er vindt tijdig overleg met ouders, leerling, mentor en docenten plaats. In hoofdstuk 6 staan de overgangsnormen van klas 2 naar klas 3 uitgebreid beschreven. Het vmbo is geen eindonderwijs: na deze school ga je weer verder op een andere school. De meeste van onze leerlingen gaan naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs (mbo).
4
1.1
De leerwegen in klas 3 en 4 • De basisberoepsgerichte leerweg: Deze leerweg geeft leerlingen met een diploma recht op toegang tot niveau 2 van het mbo. • De kaderberoepsgerichte leerweg : Met deze leerweg heb je recht op instroom in niveau 3 en 4 op het mbo.
1.2
Een toelichting op de leerwegen
1. De basisberoepsgerichte leerweg. Kun je je goed redden in de praktijk, ben je redelijk handig, maar ben je niet zo goed in de theorievakken, dan zullen jouw mogelijkheden vooral in de basisberoepsgerichte leerweg liggen. Je bent vooral uitvoerend bezig zonder al te veel theorie. Je krijgt dan een programma dat sterk op een beroep gericht is en vier algemene vakken waarin je examen gaat doen. Altijd Nederlands en Engels en twee vakken die bij je keuze voor een sector horen. Bijvoorbeeld wiskunde en natuur/scheikunde voor de sector techniek. Je werkt ongeveer de helft van de lestijd in een praktijklokaal. In het hoofdstuk over de sectoren staan ook de bijbehorende vakkenpakketten. 2. De kaderberoepsgerichte leerweg. Als blijkt dat je het in de theorievakken goed doet en dat je al goed weet wat je later in de praktijk wilt gaan doen, dan is voor jou de kaderberoepsgerichte leerweg heel interessant. Je bent dan ondernemend en zelfstandig, het leren gaat je makkelijker af en je kunt goed samenwerken. Je krijgt binnen deze leerweg meer en moeilijker leerstof dan in de basisberoepsgerichte leerweg. Dat komt omdat je met deze opleidingen op een hoger niveau (niveau 3 en 4) het mbo kunt instromen. Je hebt dan veel meer theoretische kennis nodig. Het vakkenpakket wijkt niet veel af van de basisberoepsgerichte leerweg. Alleen worden alle vakken op een hoger niveau gegeven met meer nadruk op theorie, een zelfstandige werkhouding en juiste motivatie. In het hoofdstuk over de sectoren staan ook de bijbehorende vakkenpakketten.
5
1.3 Samengevat Hieronder zie je een schema van de leerwegen die we op d’Ampte aanbieden:
KLAS 3
INHOUD
Basisberoepsgerichte leerweg
veel praktijk, minder theorie
Kaderberoepsgerichte leerweg
tamelijk veel praktijk, behoorlijk wat theorie
KLAS 4
INHOUD
Basisberoepsgerichte leerweg
veel praktijk, minder theorie
Kaderberoepsgerichte leerweg
tamelijk veel praktijk, behoorlijk wat theorie
DOORSTROOM MBO Niveau 2 Niveau 3 en 4
DOORSTROOM MBO Niveau 2 Niveau 3 en 4
6
2. De sectoren en de uitstroom-profielen In hoofdstuk 1 hebben we gesproken over Wat kan je? In dit hoofdstuk gaat het over: Wat wil je? In klas 3 en 4 gaan doen. 2.1 Eerst kies je voor een sector Er zijn binnen het vmbo vier sectoren: • Economie Economie heeft te maken met handel, ondernemen en zaken doen. De mensen die in de economische sector werken kunnen goed met geld omgaan en vinden winst maken belangrijk. Ze houden zich bezig met bijvoorbeeld inkopen, verkopen of reclame maken. Het kan ook zijn dat ze onderzoeken wat klanten leuk, lekker of mooi vinden. Onder de sector economie valt ook de afdeling SDV = sport, dienstverlening en veiligheid. En de afdeling Transport en logistiek. Het praktijkgedeelte Logistiek van T&L vindt plaats op het praktijkplein van de Techniek (magazijntechnieken). • Landbouw Landbouw heeft alles te maken met wat we elke dag op ons bord krijgen: vlees, kaas, melk, enz. De mensen die werken in de landbouw zorgen ervoor dat alles groeit en bloeit, maar dat niet alleen. Het kan ook zijn dat ze zich bezighouden met het milieu of onderzoek doen naar bestrijdingsmiddelen. • Techniek Techniek heeft te maken met apparaten, bouwen en machines. De mensen werken graag met hun handen en knutselen graag. Als je kiest voor de sector Techniek leer je hoe je apparaten en machines repareert, huizen bouwt of machines bedient. Het kan ook zijn dat je wilt leren hoe je wegen en spoorlijnen aanlegt. • Zorg en Welzijn In de sector Zorg en Welzijn draait het allemaal om verzorging van andere mensen. Werk je liever met zieke of gezonde mensen, jonge of oudere mensen? In de sector Zorg en Welzijn kun je bijvoorbeeld werken als 7
assistent van de huisarts, tandarts of fysiotherapeut. Maar je kunt ook werken als kapper of schoonheidsspecialiste.
8
2.2 En dan het uitstroomprofiel! Op d’Ampte hebben we de sectoren Economie, Techniek en Zorg en Welzijn. Elke sector heeft ook nog uitstroomprofielen. Welke richting ga je op binnen de sector die je gekozen hebt? Sector Economie
Techniek
Uitstroomprofiel 1. Handel en administratie 2. SDV 3. Transport en Logistiek 1. a. b. c. d. 2. a. b. c.
Zorg en welzijn
1. 2. 3.
Multitechniek: techniek breed motorvoertuigen elektrotechniek metaaltechniek Bouwen, wonen en vormgeven timmeren wonen: fijnhoutbewerking vormgeven: schilderen en Signmaker Zorg en welzijn (breed) Uiterlijke verzorging Verzorging
2.3 Economie Handel en administratie (brede opleiding) Leerlingen die graag met mensen werken binnen een winkel of kantoorruimte, kunnen binnen de opleiding handel en administratie ervaren of dit het beroep wordt waar je verder in wilt. Je werkt punctueel, vindt de computer een uitdaging, geld en getallen kennen geen geheimen voor je. Je gaat een gesprek met de klant aan om te verkopen, je kunt je creativiteit kwijt wanneer je inpakt of de etalages inricht.
9
Een handelsgeest kan ook geen kwaad en je mag er best van dromen dat je later heel rijk wordt. Dat is de opleiding handel en administratie! Transport en Logistiek Wil je een combinatie van economie en techniek? Trekt de wereld van het vervoer jou? Plannen, organiseren, magazijnwerk en oriëntatie op werken in de transportwereld? Kies dan in leerjaar 3 voor deze opleiding. Vakkenpakket klas 3 Economie
BASIS
KADER
verplichte vakken
ne, eng, ec, wis, sector-progr.
Ne, eng, ec, sector-progr.
keuzevakken
n.v.t.
1 van de 2: du of wis
Vakkenpakket klas 4 BASIS
KADER
verplichte vakken
ne, eng, ec, wis, sectorprogr.
Ne, eng, ec, sectorprogr.
keuzevakken
n.v.t.
1 van de 2: du of wis (keuze in klas 3 bepalend)
10
2.4 Techniek Multitechniek breed De ideale opleiding voor de leerling die weet dat zijn (of haar) toekomst ligt in de techniek maar zich nog niet wil specialiseren. Binnen de brede opleiding Multitechniek komen een groot aantal onderdelen van onderstaande opleidingen tot expert aan de orde. Vanuit de brede opleiding kan de leerling zich op het mbo alsnog toeleggen op een specialisatie. Ook bestaat die mogelijkheid al eerder op het techniekplein. • Elektrotechniek (expertopleiding) • Metaaltechniek (expertopleiding • Motorvoertuigentechniek (expertopleiding) De opleidingen tot expert zijn geschikt voor al die leerlingen die nu al weten wat zij later willen worden. Werken in de logistiek of rijden op een grote vrachtwagen, dan spreekt het voor zich dat een leerling kiest voor de opleiding tot expert in transport en logistiek. De leerling die later automonteur wil worden kiest voor motorvoertuigentechniek, zoals de leerling die lasser wil worden kiest voor metaaltechniek. De leerlingen met een helder beroepsperspectief maken dus een keuze voor een opleiding tot expert. Voor alle opleidingen binnen de techniek geldt dat ‘gouden handjes’ heel goed van pas komen. Bouwen, Wonen en Vormgeven Alle kennis en vaardigheden op het gebied van timmeren, meubelmaken en vormgeven kom je tegen binnen de opleiding Bouwtechniek.
bouwen: timmeren (opleiding tot expert) wonen: fijnhoutbewerking (opleiding tot expert) vormgeven: schilderen en vormgeven (opleiding tot expert). Door de samenwerking met de opleiding Signmaker van het Horizon College is er een naadloze aansluiting op de nieuwe opleiding Signmaker op het mbo.
11
Vakkenpakket klas 3
Techniek
BASIS
KADER
verplichte vakken
ne, eng, wis, nask, sectorprogr. n.v.t.
ne, eng, wis, nask, sectorprogr. n.v.t.
keuzevakken
Vakkenpakket klas 4
verplichte vakken keuzevakken
BASIS
KADER
ne, eng, wis, nask, sectorprogr. n.v.t.
ne, eng, wis, nask, sectorprogr. n.v.t.
12
2.5 Zorg en Welzijn Zorg en Welzijn breed Hier draait alles om de verzorging van mensen, van klein tot groot en van gezond tot ziek. Je leert alles over voeding en allerlei andere zaken die met de verzorging van het lichaam te maken hebben. Naast alle wettelijke eisen op het gebied van hygiëne leer je op professionele wijze mensen te ondersteunen en te begeleiden die zorg behoeven. De haar-, en huidverzorging komen binnen deze brede opleiding natuurlijk ook aan bod. In klas 3 werk je ook in de keuken en in het restaurant, waar je leert koken, serveren, was behandelen en schoonmaken. Uiterlijke verzorging (expertopleiding) Droom je al langer van het werken in een haarsalon of in een beautysalon, dan kies je voor de expertopleiding uiterlijke verzorging. Hier leer je alles over de verzorging van haar en huid. Veel kappers en schoonheidsspecialisten zijn ooit de opleiding bij ons begonnen. Het op de juiste manier omgaan met klanten is een belangrijk uitgangspunt. Verzorging ( expertopleiding) De leerlingen die deze opleiding volgen vinden later heel vaak een baan binnen kinderdagverblijven en verzorgingscentra. Ook voor werk binnen de thuiszorg vormt deze opleiding een prima vertrekpunt. Een luisterend oor en andere sociale vaardigheden zijn van groot belang als je hier tot je recht wilt komen.
13
Vakkenpakket klas 3 Zorg en welzijn BASIS
KADER
verplichte vakken
ne, eng, bio, wis, sectorprogr.
ne, eng, bio,wis, sectorprogr.
keuzevakken
n.v.t.
n.v.t.
Vakkenpakket klas 4
verplichte vakken
BASIS
KADER
ne, eng, bio, wis. sectorprogr.
ne, eng, bio, wis. sectorprogr.
14
2.6 Sport, dienstverlening en veiligheid SDV Ben je heel sportief en kun je presteren zonder boos te worden bij verlies, dan kun je binnen deze opleiding op zoek naar je eigen grenzen. Met deze opleiding kun je later bijvoorbeeld deel uitmaken van een beveiligingsbedrijf of uitgroeien tot manager van een sportorganisatie. De opleiding SDV is de perfecte vooropleiding voor het CIOS. Veel opdrachten vinden buiten de school plaats, je bent dus veel onderweg. Vakkenpakket klas 3 SDV verplichte vakken
Nederlands, Engels, biologie, sectorprogramma
keuzevakken 1 van de 2: economie of wiskunde Vakkenpakket klas 4 verplichte vakken
Nederlands, Engels, biologie, sectorprogramma
keuzevakken 1 van de 2: economie of wiskunde
15
2.7 Samengevat Sector Economie
Uitstroomprofiel Handel en administratie Transport en logistiek
1. Zorg en Welzijn (breed) 2. Uiterlijke Verzorging (expert) 3. verzorging (expert)
Zorg en Welzijn
Leerwegen Basis Kader
Basis Kader Basis Kader Basis Kader
1. Multitechniek (brede start) Mogelijkheden daarna: • Elektrotechniek (expert) • Metaaltechniek (expert) • Motorvoertuigentechniek (expert) • Techniek breed Techniek
2. Bouwen, Wonen en vormgeven •
• • •
SDV
Brede start timmeren: in de loop van het jaar een keuze tussen Timmeren en Meubelmaken) Timmeren Fijnhoutbewerking (meubelmaker) Schilderen &Vormgeven
SDV
Basis Kader Basis Kader
Basis Kader Basis Kader
Klas 3 basis of kader Klas 4 basis of kader
16
3. Sector-oriëntatie Om de keuze makkelijker te maken is er op school het project sector-oriëntatie. Op de computer doe je een aantal testen: de beroepentest (BIT) en de geschiktheidstest. Uit deze testen kun je afleiden waar je interesse ligt en voor welke sector je geschikt bent. Bovendien heb je in de afgelopen maanden al PSO (praktische sector oriëntatie) gehad. Zo heb je al een klein beetje kennis kunnen maken met de verschillende sectoren. Je mentor is de persoon die je begeleidt in het keuzeproces. Daarnaast zijn er de decanen die jou, je mentor en je ouders van informatie kunnen voorzien. De decanen hebben hun kantoor in gebouw A, schuin tegenover de administratie. Nog steeds vragen? Neem dan snel contact op met de mentor.
De heer Komen: Mevrouw N. Volten:
[email protected] [email protected]
17
Opmerkingen • Met uitzondering van kunstvakken2 (tekenen), kan er in de 4de klas steeds alleen maar gekozen worden voor de genoemde vakken, als dat vak in de 3e ook gevolgd is. Het examen omvat namelijk bij alle andere vakken een programma gedurende twee jaar. • Groepsgrootte en roosterproblemen kunnen aanleiding zijn voor wijzigingen in het aanbod van pakketten. • De vakkenpakketten bestaan uit 5 of 6 examenvakken. 5 examenvakken: het afdelingsprogramma telt 2x mee. Totaal kom je dan toch op 6 examenvakken. 6 examenvakken: 5 avo-vakken en het afdelingsprogramma. Afdelingsprogramma telt 1 x mee. • Natuurlijk krijg je ook nog de overige vakken zoals gymnastiek, maatschappijleer en Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Maatschappijleer sluit je af in klas 3. Het telt mee voor de eindexamenresultaten van klas 4. • Ook CKV moet in klas 3 met een voldoende worden afgesloten. • In klas 4 moet gymnastiek met een voldoende worden afgesloten.
18
4. Doorstromen naar de havo Doorstroming van de kaderberoepsgerichte leerweg naar de havo is niet mogelijk.
5. Bijzondere trajecten Leerwerktraject klas 3 Het is nu eenmaal zo: in de onderbouw zijn er leerlingen die in de onderbouw niet in staat is (of grote moeite hebben met) het volgen van het reguliere programma. Deze leerlingen volgen allemaal een individueel traject in het 3de en 4de leerjaar. De stage maakt hier ook een belangrijk onderdeel van uit. De LWT-leerlingen worden op een andere manier benaderd en hebben een andere leerstijl. Voor elke leerling wordt een persoonlijk opleidingsprogramma (POP) gemaakt waarbij toekomstperspectief wordt geboden op een opleiding op het mbo (en eventueel op werken). Leerwerktraject klas 4 Dit traject is ook op d’Ampte aanwezig in klas 4. Het is er voor leerlingen die niet goed functioneren in het reguliere onderwijs. Je volgt dit traject in de basisberoepsgerichte leerweg. Het verschil met het gewone programma is dat je een beperkt aantal vakken op school volgt, namelijk Nederlands, Engels, het sectorprogramma en lichamelijke opvoeding. Kiezen voor extra keuzevakken is mogelijk. Daarnaast loop je al veel stage bij een bedrijf of instelling, namelijk 3 dagen per week. Omdat je maar een beperkt aantal lesuren op school volgt, doe je eindexamen in je beroepsgerichte afdeling, afdeling leerwerktraject. Je kunt wel in het mbo op niveau 2 verder studeren, maar uitsluitend in de richting van het sectorprogramma dat je gehad hebt.
19
6. Overgangsnormen van klas 2 naar klas 3 Van 2 vmbo BBL en KBL naar 3 vmbo BBL EN KBL 5 = 1 onvoldoende 3 of 4 = 2 onvoldoendes Alle vakken waarvoor een cijferbeoordeling wordt gegeven maken deel uit van de bevorderingsnormen. De leerling wordt bevorderd naar dezelfde leerweg in leerjaar 3 als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • het rekenkundig gemiddelde van alle vakken tezamen op de eindlijst bedraagt minimaal 5,5, zowel in periode 4 als bij het gemiddelde jaarcijfer (voortschrijdend gemiddelde); • bij keuze sector Techniek: rekenkundig gemiddelde van de vakken Ne, En, wi, nask bedraagt minimaal 5,5, zowel in periode 4 als bij het gemiddelde jaarcijfer (voortschrijdend gemiddelde); • bij keuze sector Zorg & Welzijn: rekenkundig gemiddelde van de vakken Ne, En, mbg, wi of m&m (bij keuze ML2) bedraagt minimaal 5,5, zowel in periode 4 als bij het gemiddelde jaarcijfer (voortschrijdend gemiddelde); • bij keuze sector Economie: rekenkundig gemiddelde van de vakken Ne, En, ec, wi of Du bedraagt minimaal 5,5, zowel in periode 4 als bij het gemiddelde jaarcijfer (voortschrijdend gemiddelde); • bij keuze afdeling SDV: rekenkundig gemiddelde van de vakken Ne, En, Bi, Wi of Ec bedraagt minimaal 5,5, zowel in periode 4 als bij het gemiddelde jaarcijfer (voortschrijdend gemiddelde); • maximaal 3 onvoldoendes kunnen gecompenseerd worden met drie maal 6,5 of hoger; • de uitslag van de CITO-toets heeft een adviserend karakter. • de uitslag van de TOA-toets heeft adviserend karakter. Indien het cijfer 3 op de eindlijst staat, wordt altijd besproken of een leerling bevorderd kan worden. Als een leerling doubleert worden geen vrijstellingen verleend voor vakken of onderdelen van vakken.
Op –en afstroomafspraken: 20
1. Schakelmoment voor de opstroom van complete leerweg Een leerling kan uitsluitend schakelen in leerjaar 2 naar een hogere leerweg (van BBL naar KBL) met ingang van lesperiode 2, indien naar het inzicht van de docenten verwacht mag worden dat de hogere leerweg met succes kan worden gevolgd. Het rekenkundig gemiddelde van de vakken Ne, En, Du, Wi, Eco, Nask, mbg, m&m bedraagt minimaal 8,0. Elke vaardigheid dient minimaal met 60% gewaardeerd te zijn. 2. Schakelmoment voor opstroom voor een deel van de vakken met behoud van leerweg: Een leerling die niet opstroomt in een leerweg, kan voor maximaal 2 vakken opstromen van BBL naar KBL. Dit kan uitsluitend in leerjaar 2 met ingang van lesperiode 2, indien naar het inzicht van de docenten verwacht mag worden dat het vak met succes kan worden gevolgd. Het cijfer voor het vak bedraagt minimaal 8,0. 3. Schakelmoment afstroom Een leerling kan uitsluitend schakelen in leerjaar 2 naar een lagere leerweg (van KBL naar BBL) met ingang van lesperiode 2, indien naar het inzicht van de docenten verwacht mag worden dat hogere leerweg niet met succes kan worden gevolgd. Een afstroomadvies wordt besproken in de rapportvergadering. Het team geeft een advies op grond van onderwijskundige en/of sociaal-emotionele redenen. 4. Een leerling stroomt af van KBL naar BBL indien de resultaten niet voldoen aan de bevorderingsnormen én een negatief advies vanuit de rapportvergadering van periode 4 omtrent het vervolgen van dezelfde leerweg. In alle afwijkende gevallen geeft het team een advies op grond van onderwijskundige en/of sociaal-emotionele redenen. De eindbeslissing ligt bij de directie.
21
22