Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement voltijd - deeltijd Associate degree-programma Officemanagement voltijd – deeltijd Hogeschool Schoevers
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement voltijd – deeltijd Associate degree-programma Officemanagement voltijd – deeltijd Hogeschool Schoevers CROHO nr. 34063 en 80007
Hobéon Certificering BV Datum 12 augustus 2011 Auditteam Drs. R.B. van der Herberg Dr. E.M.C. van der Pool G.J. Pastijn I.H.C. Jaspers Secretaris D.P.M. de Koning MSc
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
MANAGEMENT SAMENVATTING Integraal advies Algemene gegevens Beoordelingskader Samenstelling auditteam Samenvattende beoordeling
1 1 1 1 1 1
2. 2.1. 2.2.
INLEIDING7 Functie van het rapport De audit
7 7
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
9
4.
VORIGE ACCREDITATIE
DEEL 2
13 15
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
15 15 15 19 20 21 21 24 26 27 28 30 31 32 34 34 35 36 37 37 38 40 40 41 43 44 44 48
6.
OORDEELSCHEMA
49
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I BIJLAGE II BIJLAGE III BIJLAGE IV BIJLAGE V
51 53 57 63 71 75
Programma en gesprekspartners Kwantitatieve gegevens van de opleiding Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Geraadpleegde documenten
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) de hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement (CROHO-nummer 34063) en het daaronder vallende Associate degreeprogramma Officemanagement (CROHO-nummer 80007), verzorgd door de Hogeschool Schoevers, in al haar varianten en locaties te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd.
1.2.
Algemene gegevens
Naam van de instelling: Naam van de bacheloropleiding: Naam van het Associate degreeprogramma: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen:
Hogeschool Schoevers Commercieel Communicatiemanagement Officemanagement voltijd en deeltijd Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht
Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport:
Hobéon Certificering b.v. 7 september 2010 17 augustus 2011
1.3.
Beoordelingskaders
De bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskaders zijn het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003) en het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-bachelor): uitwerking voor Associate degree-programma’s (11 februari 2008).
1.4.
Samenstelling auditteam
Het auditteam bestond uit de volgende personen: Drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner Hobéon Groep; Dr. E.M.C. van der Pool, vakdeskundige, lector Human Communication Development bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen; G.J. Pastijn, werkvelddeskundige, zelfstandig media- en marketingcommunicatieadviseur en communicatiedocent en –trainer bij SRM; I.H.C. Jaspers, studentlid, vierdejaars studente Communicatiemanagement aan de Fontys Hogeschool; D.P.M. de Koning MSc, secretaris, adviseur Hobéon Groep.
1.5.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement en de Ad opleiding Officemanagement op de volgende overwegingen:
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 1
Algemeen beeld Het auditteam was aangenaam getroffen door het enthousiasme dat het management, de docenten en de studenten van Hogeschool Schoevers tentoonspreidden ten aanzien van beide opleidingen. Docenten en studenten typeren de hogeschool als een kleinschalige, met elkaar betrokken gemeenschap waarin studenten herkend en erkend worden. De hogeschool is in de eerste plaats een community die zich kenmerkt door veiligheid en geborgenheid. De kleinschaligheid, informele sfeer en persoonlijke aandacht zijn sterke punten van de opleiding. Het auditteam constateerde dat de bacheloropleiding zich hard inspande om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en verder te verbeteren. Zij had reeds een aantal fundamentele zaken in gang gezet, zoals: actualisering en verdieping van het curriculum sinds 2009 (van driejarig naar vierjarig); het opzetten van een onderzoekslijn en in het verlengde het invoeren van een onderzoeksopdracht in jaar twee; het instellen van het bindend studieadvies sinds 2010 en het verhelderen van de relatie tussen de Dublin Descriptoren, eindkwalificaties en leerdoelen (op het niveau van docenten op alle locaties). Sommige van deze stappen waren vrij recent gezet, wat inhield dat de opleiding op een aantal punten nog slagen moest maken. Dit was mede de reden dat het auditteam over een aantal zaken nog geen definitief oordeel wilde vellen en de opleiding heeft verzocht om een aantal zaken nader uit te werken. Dit heeft de opleiding naar het oordeel van het auditteam adequaat gedaan. Het is een omvangrijk proces dat Schoevers doorloopt en een proces dat de kern van de zaak raakt, namelijk het bachelorniveau van de opleiding Commercieel Communicatiemanagement. Schoevers heeft dit proces sinds de pilot instellingsaudit in 2008 goed op- en aangepakt. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam concludeert op basis van de bestudering van het materiaal en de gevoerde gesprekken dat de eindkwalificaties gebaseerd zijn op de landelijk vastgestelde beroepsniveauprofielen van (de branchevereniging) Logeion en de beroepsprofielen uit het rapport ‘Werken in Kantoren: ontwikkelingen in competenties’ van professor Wentink. Het auditteam vindt dat de nu gehanteerde doelstellingen aansluiten op de eisen vanuit het werkveld, maar zou het een goede zaak achten als de positie van de opleiding wordt aangescherpt. Meer aandacht is gewenst voor de externe profilering ten opzichte van verwante opleidingen in het brede beroepsdomein van Commerce en Communicatie. Het auditteam oordeelt dat de eindkwalificaties alle elementen bevatten waar de Dublin Descriptoren betrekking op hebben. Het auditteam constateert dat een relevante vertegenwoordiging van het werkveld betrokken is geweest bij het opstellen van het beroeps- en opleidingsprofiel en dat het niveau van de eindkwalificaties aantoonbaar is afgestemd op het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar. De opleiding houdt op meerdere manieren vinger aan de pols wat betreft de ontwikkelingen in het werkveld. Een belangrijk mechanisme hierin is het overleg tussen de opleiding en de Raad van Advies en de klankbordgroepen. Een toevoeging aan de klankbordgroep Commercieel acht het auditteam zinvol. Het Associate degree programma sluit aan op de vraag vanuit de beroepspraktijk naar officemanagers. De opleiding heeft bij het opstellen van de eindkwalificaties uitgebreid contact gehad met vertegenwoordigers van brancheverenigingen. Ook is er goede afstemming geweest met vertegenwoordigers van mbo-instellingen. De Ad heeft de bachelorcompetenties als uitgangspunt genomen en heeft ze geconcretiseerd naar een voor de Ad passende set van competenties. De Ad heeft hierbij het beoogde niveau aangepast aan het Ad-niveau.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 2
Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam heeft geconstateerd dat kennisontwikkeling op een adequate manier plaatsvindt via vakliteratuur en aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal. Het auditteam is van mening dat aandacht gewenst is voor verdieping van de literatuur en het gebruik van internationale en Engelstalige literatuur. Studenten komen regelmatig in aanraking met de beroepspraktijk, onder meer via de beroepsvormende onderdelen in het programma. In het eerste jaar zijn er een oriëntatiestage en bedrijfssimulatiedagen. Het tweede jaar voeren studenten een groot project uit en wordt een onderzoeksopdracht uitgevoerd. In het derde en vierde jaar doorloopt de student twee uitgebreide stages. De opleiding wordt ten slotte afgesloten met een afstudeeropdracht waarin een project of onderzoek op basis van een reëel probleem of vraagstelling wordt uitgevoerd. De opleiding kenmerkt zich als een echte beroepsopleiding: het aanleren van beroepsvaardigheden staat centraal. De opleiding heeft niettemin in toenemende mate aandacht voor kennisontwikkeling via toegepast onderzoek. In het programma wordt op een structurele manier een doorlopende onderzoekslijn aangebracht. Het auditteam vindt dit positief en raadt de opleiding aan om de onderzoekslijn verder te integreren in het programma door ook de samenhang met een aantal kernvakgebieden te zoeken. Op verzoek van het auditteam heeft de opleiding het onderwijsprogramma explicieter verbonden aan het beroeps- en opleidingsprofiel. De leerdoelen zijn nu op een zodanige wijze beschreven dat zij richting kunnen geven aan de programmatische opbouw en inhoud van de opleiding. Het auditteam vindt dat de inhoud van het programma studenten in voldoende mate in staat stelt om zich te ontwikkelen tot beginnende beroepsbeoefenaars op hbo-niveau. Het aanbrengen van theoretische en inhoudelijke verdieping in het programma en verdere uitwerking van de doelstellingen op het gebied van internationalisering zijn van belang. Het auditteam heeft geconcludeerd dat de samenhang in het programma wordt gerealiseerd door (vak)inhoudelijke leerlijnen, waarbij de opleiding in toenemende mate aandacht heeft voor de samenhang tussen deze leerlijnen. M.a.w. er is aandacht voor de afstemming tussen vakgebieden. De studielast bestaat uit 240 EC die evenredig zijn verdeeld over vier studiejaren. Studenten achten het programma studeerbaar. De opleiding hanteert duidelijke toelatingseisen en zorgt ervoor dat het onderwijs aansluit bij alle instromende studenten. De opleiding voldoet aan de formele eis met betrekking tot de omvang van het curriculum van een hbo bacheloropleiding en een Associate degree programma. De opleiding geeft een specifieke invulling aan de onderwijskundige uitgangspunten van Schoevers, welke wordt gekenmerkt door de volgende vier P’s: Praktijkgericht, Persoonlijk, Performance en Prettige Leeromgeving. Het onderwijsaanbod wordt gekenmerkt door veel contacturen, regulier ingeroosterde tutoruren, kleine (klassen)groepen en een intensief systeem van studiebegeleiding. De toetsvormen die de opleiding gebruikt, sluiten aan op de leervormen. Ruimte voor een gedifferentieerde (!) individuele beoordeling bij groepswerk is van belang. Niet onbelangrijk: studenten en werkveld zijn tevreden over de opzet en inhoud van het programma. Het auditteam is ook positief over de Ad-opleiding. De opleiding kenmerkt zich door een hoge mate van beroepsgerichtheid. Studenten volgen een programma dat hen in staat stelt actuele beroepsspecifieke kennis en vaardigheden op het gebied van Officemanagement te verwerven.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 3
Onderwerp Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Het auditteam is van mening dat het huidige docentencorps voldoende gekwalificeerd is om het programma inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch te realiseren. Het gehele opleidingsteam is met groot enthousiasme en gedrevenheid aan het werk. Het merendeel van de docenten heeft praktijkervaring opgedaan, voordat zij in dienst kwam bij de opleiding. Sommige docenten hebben naast hun parttime onderwijsaanstelling nog een parttime baan in het werkveld (vaak als zzp’er). Via diverse kanalen houden docenten contact met de praktijk. Schoevers hanteert een flexibel personeelsbeleid: zij maakt gebruik van kerndocenten met een vaste aanstelling en van een flexibele schil van uurdocenten en freelancers. Dit maakt het mogelijk om het aantal docenten adequaat af te stemmen op de jaarlijkse hoeveelheid studenten. Aandachtspunt is de verwachte uitstroom van pensioengerechtigde docenten die een vaste aanstelling hebben. Het management van de opleiding is hier alert op. Het auditteam constateert dat Schoevers zowel inzet op individuele scholing van docenten als instituuts- en/of opleidingsbrede scholing. Het delen van kennis en ervaringen krijgt gestalte door gemeenschappelijke docentendagen en gebeurt in zogenoemde vakgroepvergaderingen. Het auditteam is van mening dat de opleiding nog een slag kan maken op het punt van kennisdeling en –circulatie. Studenten zijn tevreden over de docenten, hun (vak)deskundigheid, hun kennis van de beroepspraktijk en hun praktijkgerichtheid in de lessen. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. Op basis van een bezoek aan alle vestigingsplaatsen en het hoofdkantoor van de opleiding en na gesprekken met studenten en docenten (van alle vestigingen) stelt het auditteam vast dat de materiële voorzieningen voldoen aan de basisvereisten. Alle partijen geven aan hier – met een kleine op- of aanmerking – tevreden over te zijn. De opleiding besteedt veel tijd en aandacht aan studiebegeleiding. Het systeem van studiebegeleiding wordt gekenmerkt door een persoonlijke aanpak met een intensieve begeleiding. De opleiding werkt met vast ingeroosterde tutoruren en met mentoren die elk een klas onder hun hoede hebben. Deze vorm van begeleiding geeft de opleiding snel zicht op eventuele voor de studievoortgang belemmerende factoren. Samen met de betrokken student worden vervolgens remediërende factoren ondernomen. Overigens geschiedt dit ook en vaak op informele wijze. Per vestiging is de opleiding kleinschalig georganiseerd. Docenten en studenten ontmoeten elkaar frequent. Het systeem van informatievoorziening werkt met verschillende instrumenten en is volgens het auditteam adequaat. Verder is er een goed systeem voor de registratie van de studievoortgang. Onderwerp Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding heeft haar interne kwaliteitszorg voldoende geregeld en betrekt daar alle (interne en externe) belanghebbenden bij. De betrokkenheid van alumni en werkveld zou op een meer systematische manier kunnen gebeuren. De opleiding is zich hiervan bewust en zet allereerst in op uitbreiding van het alumnionderzoek. Een belangrijke stap in het kwaliteitszorgsysteem is de vertaling van evaluatie-uitkomsten naar vervolg- en/of verbeteracties. Het auditteam is van mening dat de opleiding dit adequaat oppakt. Monitoring van de (effecten van de) verbetermaatregelen conform de PDCA-cyclus is hierbij essentieel.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 4
Onderwerp Resultaten: onvoldoende Het oordeel van het auditteam over het facet ‘onderwijsrendement’ is positief. Ten aanzien van het rendement is het auditteam van mening dat de opleiding structureel meet en stuurt op de rendementsgegevens. De bacheloropleiding komt dicht in de buurt van haar streefcijfers. Een opvallend punt is dat de opleiding bijzonder weinig uitval kent. Daar waar de streefcijfers nog niet worden gehaald, start de opleiding adequate maatregelen die de rendementen in positieve zin zullen beïnvloeden. Het facet ‘gerealiseerd niveau’ kon het auditteam niet met de beoordeling ‘voldoende’ besluiten. Bij bestudering van een aantal scripties formuleerde het auditteam een aantal serieuze aandachtspunten. Deze punten lagen enerzijds bij het handhaven van richtlijnen en procedures, maar anderzijds ook bij het gerealiseerd niveau zelf. Het merendeel van de voorafgaand aan de audit bestudeerde scripties voldeed niet aan het hbo-bachelorniveau. Het niveau van de afstudeerwerkstukken van de Ad-studenten is overigens wel conform datgene wat men mag verwachten van een afgestudeerde Ad’er. Het auditteam is van mening dat de opleiding, in het bijzonder na de pilot instellingsaudit eind 2008, hard heeft gewerkt aan (verdere) borging van het gerealiseerd niveau. De opleiding heeft een degelijk afstudeertraject ontwikkeld, waarin bijvoorbeeld afstudeervoorstellen voorafgaand aan de start van het afstudeertraject moeten worden goedgekeurd, zowel bij de bachelor als bij de Associate degree. In haar ‘Projectplan borging niveau bachelor Hogeschool Schoevers’ heeft Schoevers extra aandacht geschonken aan de beoordelingswijze en (de weging van) de beoordelingscriteria. Ook heeft zij goed gekeken hoe de afstudeerprocedure een door een ieder gedragen praktijk wordt bij de opleiding. De met elkaar samenhangende verbetermaatregelen betreffen o.a. verdieping van het programma; ontwikkelen van een onderzoekslijn; aanscherping van de procedures voor stage en afstuderen; invoeren van een nieuwe afstudeerhandleiding; deskundigheidsbevordering voor de afstudeerbegeleiders; betrokkenheid van het werkveld bij advisering over de afstudeerwerken. Het auditteam heeft vertrouwen in de inzet en motivatie van de opleiding én in de effecten van de verbetermaatregelen. Monitoring van alle ingezette verbeteracties is essentieel, niet in de laatste plaats omdat het verbeterproces de kern van de zaak raakt, namelijk het hbobachelorniveau. Daarom zou het auditteam het een goede zaak vinden, als de opleiding in aanmerking komt voor een herstelperiode en de resultaten van haar inspanningen op een later tijdstip nogmaals door een auditteam worden bekeken. Het auditteam is van mening dat na de herstelperiode de ingezette verbeteringen reëel gesproken zichtbaar kunnen en zullen zijn in de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 5
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 6
2.
INLEIDING
2.1.
Functie van het rapport
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement (CROHO-nummer 34063) en het daaronder vallende Associate degree-programma Officemanagement (CROHO-nummer 80007), verzorgd door de Hogeschool Schoevers. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en deeltijd op de locaties Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest: Hobéon Beoordelingskader, versie 2009.
2.2.
De audit
De audit heeft plaatsgevonden op 7 september 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Na afloop van de audit heeft het auditteam aan het opleidingsmanagement medegedeeld dat het auditteam op een aantal facetten van de onderwerpen 1, 2, 5 en 6 nog niet tot een afgerond oordeel kon komen: er waren naar de mening van het auditteam nog aandachtspunten waarvoor aanvullende informatie en maatregelen gewenst waren. Deze aanvullende informatie heeft de opleiding op 16 november aan Hobéon Certificering aangeboden. Deze informatie en de ingezette maatregelen zijn beoordeeld tijdens een paneloverleg op 30 november 2010. Het auditteam werd gevormd door R.B. van der Herberg, E.M.C. van der Pool, G.J. Pastijn, I.H.C. Jaspers, en D.P.M. de Koning. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter Drs. R.B. van der Herberg werkvelddeskundige G.J. Pastijn vakdeskundige Dr. E.M.C. van der Pool student I.H.C. Jaspers secretaris D.P.M. de Koning
vak / discipline
X X
onderwijs X
kwaliteitszorg /audit X
studentperspectief
X X
X
X X X
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 7
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 8
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Algemeen Sinds 1998 biedt Hogeschool Schoevers erkende hbo-opleidingen aan. Tot 2003 ging het uitsluitend om kort-hbo programma’s. Sinds 2003 biedt Schoevers de hbo-bachelor Commercieel Communicatiemanagement aan. In 2005 nam Schoevers deel aan de eerste aanvraagronde voor een Associate degree programma. Haar aanvraag voor een Ad Officemanagement is gehonoreerd. In 2010 heeft Schoevers opnieuw een aanvraag ingediend voor een Associate degree. Deze aanvraag voor een Ad Commerciële Arbeidsbemiddeling heeft inmiddels een positief advies gekregen van de NVAO en is gehonoreerd door de staatssecretaris. Profiel van de opleiding In 2003 verscheen het rapport ‘Werken in Kantoren: ontwikkelingen in competenties’ van prof. dr. Ton Wentink, bijzonder hoogleraar Kwaliteitsmanagement en Bedrijfsvoering aan de TIASNimbas Business School van de Universiteit van Tilburg. In dit rapport wordt een analyse gemaakt van de ontwikkelingen in kantoororganisaties en wordt geschreven over de professionalisering van het ‘clerical work’. Aan de bovenkant van de beroepskolom kent het takenpakket hoogwaardig werk op het gebied van communicatie en organisatie; aan de onderkant staat een groep ‘rank and file’ medewerkers die eenvoudige secretariële en administratieve diensten uitvoert. Schoevers heeft zich gespecialiseerd in het leren en ontwikkelen van (toekomstige) kantoorwerkers en het rapport weerspiegelt de ontwikkeling die Schoevers heeft doorgemaakt van secretaresseopleider naar opleider van office- en commercieel personeel. Het onderzoek van professor Wentink richt zich op de veranderende posities, rollen en taken van kantoorwerkers. Deze verandering wordt vooral veroorzaakt door ontwikkelingen in de marktomgeving van de organisaties waarvan de kantoren een onderdeel vormen. Ook innovaties in de infrastructuur en toepassingen van informatie- en communicatietechnologieën missen hun uitwerking niet. Bovendien wijzigen de opvattingen over werken, organiseren en management. Dit betekent dat de eisen die worden gesteld aan de competenties van kantoorwerkers, ook veranderen. Kenmerkend voor de beroepskolom is dat op alle niveaus commercieel handelen wordt verondersteld, d.w.z. een basishouding voor klantgerichtheid en klantgericht werken. Het voorgaande heeft geleid tot de definitie van drie kerncompetenties voor de opleidingen van Schoevers die de rode draad vormen voor de verschillende opleidingsniveaus: communiceren, organiseren en commercieel/klantgericht handelen. In het algemeen worden management ondersteunende functies ingedeeld in drie niveaus. Schoevers hanteert de driedeling uitvoerend - faciliterend – initiërend/leidinggevend. In samenspraak met het beroepenveld zijn deze kerncompetenties voor ieder opleidingsniveau uitgewerkt in eindkwalificaties, competenties en prestatie-indicatoren. De bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement stelt zich tot doel om werknemers af te leveren die op commercieel en communicatief gebied brede kennis bezitten en de managementvaardigheden bezitten om deze kennis in de praktijk te brengen en anderen hierin te begeleiden en besturen. De student die de bachelor heeft afgerond, heeft een initiërende, aansturende en adviserende rol in relatie tot de interne en externe communicatieprocessen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 9
Zij 1 kan een strategische analyse maken van de organisatie en haar informatiebehoefte gericht op zowel de interne als de externe klant. Vervolgens kan zij met deze kennis en vanuit een visie op communicatie – met klantgerichtheid als kern – informatiestromen vormgeven, beïnvloeden en bewaken. Associate degree Met de Associate degree Officemanagement wordt daarnaast, via een selectie uit de bachelormodules, een programma geboden dat beoogt gedegen kennis en praktische vaardigheden op het gebied van communicatie, organisatie en commercie aan te brengen, zodanig dat de student na twee jaar direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt. Voor de Ad Officemanagement ligt het accent daarbij op organisatie en communicatie. Studentenpopulatie Studenten hebben over het algemeen voor de opleiding gekozen vanwege de kleinschaligheid van Schoevers, de breedte van de opleiding, de praktijkgerichtheid van de opleiding, de goede naam die Schoevers in een bepaald segment heeft en de persoonlijke aandacht die Schoevers heeft voor haar studenten. Ook de baangarantie die Schoevers biedt, vormt een doorslaggevende factor. Ad-studenten kiezen in het bijzonder voor de Ad vanwege de feit dat de opleiding maar twee jaar duurt en vanwege het zicht op doorstroom naar de bachelor. Het merendeel van de bachelorstudenten (ruim 65%) stroomde in 2009 direct van de havo in en een kleine 10% van een vwo-opleiding. Ongeveer 15% had een afgeronde mbo-opleiding achter de rug; vaak bij Schoevers Opleidingen. Ook voor de Ad gold dat de instromende studenten voornamelijk van de havo afkomstig waren (ca. 60%). Het aandeel instromende studenten met een afgeronde mbo-opleiding was bij de Ad ongeveer 25%. Daarnaast is er nog een significante groep die enkele jaren een andere wo- of hbo-opleiding heeft geprobeerd en ervoor gekozen heeft om over te stappen. Opleidingsprogramma Bachelor voltijd Het opleidingsprogramma van de bachelor opleiding is opgebouwd rondom de kerncompetenties communiceren, organiseren en commercieel handelen. In de eerste twee studiejaren worden algemene modules gegeven op het gebied van communicatie (Nederlands, Engels en een tweede vreemde taal); organisatie (Bedrijfsorganisatie, Managementvaardigheden, Evenementenorganisatie) en; commercie (Communicatieve vaardigheden). Daarnaast krijgen studenten relevante steunmodules (zoals Informatica). Hierdoor wordt een zo volledig mogelijk beeld van de beroepspraktijk gegeven. Bachelorstudenten volgen naast de algemene modules ook een aantal vakspecifieke modules op het gebied van marketing, communicatie en commercie. Het tweede studiejaar wordt afgesloten met een onderzoeksopdracht. In de afstudeerfase van de studie vindt integratie van kennis en vaardigheden plaats en zijn er twee lange stages. De opleiding wordt afgesloten met een afstudeeropdracht op het gebied van Communicatie of Commercie. Bachelor deeltijd In de deeltijd is het programma opgedeeld in een basisprogramma en een vervolgprogramma dat bestaat uit diverse clusters van modules. Na het volgen van het basisprogramma kiest de student haar eigen route door de clusters. Hiermee ontstaat een flexibele studieroute voor de student. De student kan op deze manier ook zelf het studietempo bepalen, afhankelijk van de tijd die zij beschikbaar heeft. Deeltijdstudenten hebben óf 8 uur les op vrijdag of 2x vier uur ’s avonds. Deeltijders kunnen zich in 1x keer inschrijven of voor bepaalde onderdelen.
1
Overal waar ‘zij’ of ‘haar’ staat, kan de lezer ook ‘hij’ of ‘hem’ lezen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 10
Associate degree De deelnemers aan het korte programma volgen de algemene modules op het gebied van communiceren, organiseren en commercieel handelen en sluiten hun opleiding af met een afstudeeropdracht waarin ze laten zien het geleerde bij de kerncompetentie organiseren te beheersen. De studenten volgen het onderwijs samen met de bachelorstudenten. Echter daar waar de bacheloropleiding een verdieping kent in de vakgebieden management, marketing, communicatie en onderzoeksvaardigheden, beperkt de Associate degree zich tot het aanbrengen van de meer algemene bedrijfsorganisatorische kennis, aangevuld met de praktische vakkennis die nodig is om als officemanager op hbo-niveau te functioneren. De Ad deeltijd kent een basisprogramma, aangevuld met trainingen, vier specialisaties (van elk een half jaar) en het afstudeertraject (van een maand of twee).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 11
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 12
4.
VORIGE ACCREDITATIE
In het najaar van 2008 heeft Schoevers als enige particuliere opleider deelgenomen aan een pilotaudit in het kader van het vaststellen van de nieuwe accreditatiekaders door de NVAO. De toenmalige auditcommissie heeft een advies uitgebracht over de kwaliteit van het functioneren van de hogeschool. Ten aanzien van de stelling “De instelling is in control over de kwaliteit van de opleidingen” is de commissie van de NVAO tot het oordeel “conditioneel vertrouwen” gekomen. De noodzakelijke verbeterpunten betroffen de inhoudelijke verdieping van de evaluatiesystematiek en de formalisering van de onderwijskundige bedrijfsvoering met als speciaal aandachtspunt het hbo-bachelorniveau. Het panel stelde dat onvoldoende periodiek werd geëvalueerd of het hbo-bachelorniveau daadwerkelijk werd gehaald en dat de directie weliswaar zicht had op de beschrijving van de kwalificaties van een bachelor, maar dat docenten, werkveld en studenten veel minder of geen zicht hadden op wat het hbo-niveau zou kunnen inhouden. Het adviesrapport van de NVAO auditcommissie is voor Hogeschool Schoevers aanleiding geweest in 2009 een verbetertraject in te zetten. De belangrijkste focus daarin is het gerealiseerd eindniveau van de bacheloropleiding en de verankering van het niveaubewustzijn in de organisatie. De hogeschool heeft een en ander uitgewerkt in het ‘Projectplan Accreditatie Hogeschool Schoevers'. De uitvoering daarvan was ten tijde van de audit in september 2010 gaande. Tijdens de locatiebezoeken en de daaropvolgende audit op 7 september jl. heeft het auditteam van Hobéon Certificering geconstateerd dat de hogeschool hard werkt aan de veranderingen binnen de bacheloropleiding en dat de borging van het niveau van de bachelor een speerpunt is geweest de afgelopen periode. De opleiding heeft sterk ingezet op training van docenten op dit punt. In vakgroepoverleggen en op docentdagen is specifieke scholing aangeboden om te zorgen voor een verankering van het niveaubewustzijn. Het auditteam is van mening dat Schoevers adequate maatregelen heeft genomen, teneinde te komen tot een oplossing voor de in 2008 bij de proefaudit geconstateerde tekortkomingen. Het ontwikkelingsproces is niettemin nog in volle gang.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 13
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 14
DEEL 2 5. 1.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Beroeps- en opleidingsprofiel De brede bacheloropleiding CCM heeft in haar beroeps- en opleidingsprofiel (in: Onderwijs – en examenregeling Hogeschool Schoevers, Bachelor Commercieel communicatiemanagement en Associate degree Officemanagement, juli 2010) de eindkwalificaties beschreven in drie kerncompetenties, te weten: communiceren, organiseren en commercieel/klantgericht handelen. Deze competenties zijn gebaseerd op: de beroepsniveauprofielen, zoals in 2002 gedefinieerd door Logeion; de beroepsprofielen, zoals vermeld in het rapport ‘Werken in Kantoren: ontwikkelingen in competenties’ van professor Wentink (zie ook hoofdstuk 3). De drie kerncompetenties zijn vervolgens uitgewerkt in acht opleidingscompetenties met bijbehorende eindkwalificaties. Het auditteam heeft in september 2010 kennis genomen van het beroeps- en opleidingsprofiel en had een aantal vragen. 1. Schoevers hanteert voor office- en commercieel personeel de niveau-indeling 1) uitvoerend, 2) faciliterend en 3) initiërend/leidinggevend. Het auditteam miste de uitwerking van een aantal beroepstitels met daarbij aandacht voor verschillende niveaus. 2. Daarnaast was het auditteam niet duidelijk bij welke van de (recente) inzichten van Logeion 2 de bachelor aansluit en op welke manier en/of niveau dit gebeurde. 3. Ten slotte was het auditteam van oordeel dat het commerciële aspect van communicatie – dat kenmerkend en onderscheidend is in de visie van Schoevers – niet voldoende gefundeerd (en uitgewerkt) werd in het profiel. Het team heeft de opleiding verzocht haar opleidingsprofiel met het oog op bovengenoemde aspecten te herschrijven en/of verder uit te werken. De opleiding heeft haar beroeps- en opleidingsprofiel geactualiseerd (Hogeschool Schoevers, Bachelor Commercieel Communicatiemanagement. Van Beroepsprofiel tot opleiding, november 2010). Zij heeft hierin sterker dan voorheen de relatie gelegd met de beroepsprofielen van Logeion en geeft aan dat zij aansluit bij niveau 4 van Logeion: resultaatniveau, verantwoordelijk voor het bepalen van de oplossing. Het commerciële aspect van communicatie en de kerncompetenties ‘commercieel/klantgericht handelen’ zijn verder uitgewerkt aan de hand van het onderzoek van professor Wentink. Ook refereert de opleiding aan de ‘Body of Knowledge and Skills’ (BoKS) van het domein Commerce en legt zij de relatie met de acht domeincompetenties Commerce en haar kerncompetenties. (zie facet 2.2 voor een uitwerking van de competenties). 2
In 2010 heeft Logeion de beroepsprofielen opnieuw gedefinieerd. Er is een samenhangend stelsel vastgesteld met zes kerntaken die op zes verschillende niveaus kunnen worden uitgevoerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 15
Het auditteam constateert dat de brede bachelor op een zodanige manier beschreven is in het beroeps- en opleidingsprofiel en de onderliggende documenten, dat dit richting kan geven aan de programmatische opbouw en inhoud van de opleiding. Het team is van mening, dat de eindkwalificaties van de opleiding corresponderen met de kerntaken van een (beginnend) beroepsbeoefenaar. Het auditteam wil de opleiding nog een aantal zaken in overweging geven. Het auditteam acht het verstandig dat de opleiding haar positionering verder uitwerkt met hierbij aandacht voor haar positie ten opzichte van verwante opleidingen als Communicatie en Commerciële Economie. Het opleidingsmanagement geeft aan dat de opleiding wellicht meer gepositioneerd gaat worden richting commercieel accountmanagement. Deze positie sluit volgens haar beter aan bij de gewenste profilering van Schoevers op het gebied van klantgericht werken en commercieel/klantgericht handelen. Het auditteam is hierover positief gestemd. Welke richting de opleiding ook kiest, verdere verbijzondering van de opleiding is van belang. Associate degree De Associate degree gaat uit van dezelfde basis als de bachelor, te weten de kerncompetenties. Deze competenties zijn gebaseerd op: de beroepscompetentieprofielen van het kwalificatiedossier secretariële beroepen van ECABO; de beroepsprofielen, zoals vermeld in het rapport ‘Werken in Kantoren: ontwikkelingen in competenties’ van professor Wentink (zie ook hoofdstuk 3). De beginnende beroepsbeoefenaar De opleiding is gericht op het opleiden van breed inzetbare procesmanagers op bachelorniveau: medewerkers die praktisch, kritisch en creatief functioneren in arbeidsorganisaties in diverse sectoren (zowel profit als non-profit). Resultaatverantwoordelijkheid en een klantgerichte, proactieve houding zijn belangrijke kenmerken van de afgestudeerde. De student die de bachelor Commercieel Communicatiemanagement heeft afgerond heeft een initiërende, faciliterende en adviserende rol in relatie tot de interne en externe communicatieprocessen. Zij kan een strategische analyse maken van de organisatie en haar informatiebehoefte met daarbij steeds oog voor zowel de interne als de externe klant. Vervolgens kan zij met deze kennis en vanuit een visie op communicatie, met klantgerichtheid als kern, informatiestromen vorm geven, beïnvloeden en bewaken. Functies waarvoor de opleiding opleidt, zijn: account manager; sales manager; communicatieadviseur; (staf)medewerker reclame en promotie; procesmanager; commercieel medewerker (binnen- of buitendienst); relatiebeheerder/manager externe betrekkingen; conference manager; projectleider/beleidsmedewerker congresorganisatie. Afgestudeerden starten veelal in een juniorfunctie met de potentie om door te groeien naar functies in het middenkader of hoger. Associate degree De Associate degree Officemanagement van Schoevers bereidt de studenten voor op een functie als officemanager. Andere mogelijke functies zijn: directie assistent, personal assistant, internationaal secretaresse, senior executive assistent, secretaresse Raad van Bestuur. De student die de Associate degree Officemanagement heeft afgerond, is in staat managers adequaat te ondersteunen bij het ontwikkelen, uitvoeren en beheersen van bedrijfsactiviteiten. De officemanager kan het managementbeleid mede voorbereiden en communicatiestromen binnen de onderneming beïnvloeden en bewaken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 16
De opleiding heeft helder het verschil in werk- en denkniveau weergegeven tussen de managementassistent op mbo-niveau en de Ad officemanager. Het hogere niveau van de Officemanager komt tot uiting in de grotere verantwoordelijkheden in en de grotere complexiteit van de taken van deze functionaris. Van haar wordt een groter analytisch vermogen en een grotere mate van zelfstandigheid, flexibiliteit en inzicht in processen en taken gevraagd. Zij bezit meer kennis op het gebied van bedrijfseconomie en bedrijfsorganisatie. De officemanager heeft een eigen rol in de organisatie. Zij handelt zaken af en neemt zelf beslissingen. Validatie door het beroepenveld Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding regelmatig met het beroepenveld overleg heeft over de opleidingscompetenties. Zij gebruikt hiervoor de volgende gremia: Raad van Advies op instituutsniveau: de in 2009 opgerichte Raad van Advies biedt Schoevers ondersteuning bij het waarborgen van een afstemming tussen enerzijds de inhoud van de opleidingen en anderzijds de praktijk van het beroepenveld. Klankbordgroep commercieel: dit orgaan bestaat uit twee sales (& marketing) managers, een communicatieadviseur en een interim manager/coach. Twee van de vier leden zijn alumni van de bacheloropleiding. Zij adviseren Schoevers met name op het gebied van de bacheloropleiding. Klankbordgroep secretarieel: dit orgaan bestaat uit secretaresses, officemanagers en bureaumedewerkers. Deze klankbordgroep speelt vooral een rol bij feedback op de Associate degree. De klankbordgroepen komen twee maal per jaar bijeen en spreken zich dan uit over het beroepsprofiel, het curriculum en de relatie met de beroepspraktijk. Het auditteam heeft inzage gehad in de notulen van de klankbordgroepen en heeft geconcludeerd dat de opleiding met deze organen een werkend mechanisme heeft om informatie te krijgen over actuele ontwikkelingen en om feedback te krijgen op haar opleidingscompetenties. De samenstelling van de klankbordgroepen acht het auditteam voldoende, maar een toevoeging aan de klankbordgroep commercieel acht het team zinvol, gezien het feit dat de bacheloropleiding een breed werkveld beoogt te bedienen. Associate degree Ook de competenties van de Ad Officemanagement zijn gevalideerd door een representatieve vertegenwoordiging van het werkveld. Naast de klankbordgroep secretarieel is er overleg geweest met vertegenwoordiging van de voornaamste beroepsorganisaties: NVD (Nederlandse Vereniging voor Directiesecretaressen), EUMA (European Management Assistants) en VRMA (Vereniging Registered Management Assistants). Internationale referentie De opleiding heeft aandacht voor de ontwikkeling van internationale competenties. Een van de eindkwalificaties geeft aan dat de afgestudeerde kansen en bedreigingen moet herkennen op de nationale en internationale markt en oog moet hebben voor (inter)culturele ontwikkelingen. De opleiding kan haar visie op internationalisering nog verder uitwerken. De opleiding is sinds 1964 lid van het internationale samenwerkingsverband van particuliere onderwijsinstellingen ESA (European Schools for Higher Education in Administration and Management). Binnen de ESA richt de afstemming zich voornamelijk op de Associate degree. Om een benchmark voor de bachelor uit te kunnen voeren is Schoevers een samenwerkingsverband aangegaan met de Erasmus Hogeschool in Brussel (sinds 2009). Er heeft reeds een globale programmavergelijking plaatsgevonden. Verdere uitwisseling, onder andere op het gebied van de eindkwalificaties en competenties, staat gepland. Ten slotte is er in samenwerking met uitzendorganisatie Randstad een onderzoek uitgezet naar de internationalisering van het secretaresseberoep.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 17
Onderhoud beroeps- en opleidingsprofiel Het auditteam heeft geconstateerd dat er veel contact is tussen de opleiding en het werkveld. Het onderzoek dat professor Wentink uitvoert naar ontwikkelingen in de beroepskolom, vindt eens per drie à vier jaar plaats. Daarnaast vindt structureel overleg plaats met het beroepenveld in verschillende gremia (alumni, stagebedrijven, uitzendorganisaties) en op verschillende niveaus.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 18
Facet 1.2. Niveau: bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. In het beroeps- en opleidingsprofiel is een matrix opgenomen waarin de opleiding de Dublin Descriptoren af heeft gezet tegen de opleidingscompetenties. In het onderwijs- en examenreglement heeft de opleiding per Dublin descriptor aangegeven hoe zij deze heeft uitgewerkt in haar eindkwalificaties. Zo is de Dublin descriptor ‘Oordeelsvorming’ als volgt uitgewerkt: De bachelor verwerft zelfstandig noodzakelijke informatie om oplossingen en adviezen te kunnen onderbouwen. De bachelor is in staat de verworven informatie te structureren en te interpreteren en te toetsen aan bedrijfsmatige, commerciële, maar ook sociaal maatschappelijke en ethische aspecten. Associate degree De opleiding heeft een duidelijk visie op het beoogde niveau van de Associate degree. Ze heeft deze visie opgesteld aan de hand van de zogenoemd Dublin Descriptoren Short Cycle (protocol toetsing Ad-programma door de NVAO). Door de jarenlange ervaring van Schoevers met opleidingen op dit niveau hebben docenten volledig in de vingers wat het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar bij de Associate degree Officemanagement is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 19
Facet 1.3. Oriëntatie hbo De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 20
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Vakliteratuur en aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal Studenten maken in de opleiding gebruik van speciaal door Schoevers ontwikkelde leermiddelen, syllabi en externe leermiddelen. Auteurs zijn over het algemeen werkzaam in de beroepspraktijk. In de syllabi wordt speciaal geselecteerde actuele literatuur samengebracht. Voor de vakgebieden Management, Communicatie en Marketing/Commercie maakt Schoevers over het algemeen gebruik van externe standaardwerken. Het auditteam concludeert dat de opleiding gebruik maakt van vakliteratuur die relevant en up-to-date is. Dit geldt ook voor de literatuur die in de Ad-opleiding wordt gebruikt. Binnen het studieprogramma wordt vooral gebruik gemaakt van Nederlandstalige literatuur. Aandacht voor internationale en Engelstalige vakliteratuur is gewenst. Het auditteam heeft gevraagd welke werkwijze en welke criteria gehanteerd worden bij de jaarlijkse samenstelling van de literatuurlijst van de bacheloropleiding en op welke wijze Schoevers toeziet op het vereiste niveau van de literatuurlijst. De Schoevers leermiddelen worden jaarlijks gescreend en waar nodig geactualiseerd. De afdeling Opleidingen beoordeelt in overleg met de desbetreffende landelijk vakcoördinator in hoeverre vakliteratuur en/of studiemateriaal bijgesteld of geactualiseerd moet worden. Docenten kunnen suggesties aandragen. Het auditteam benadrukt het belang van kennisontwikkeling en –verdieping via vakliteratuur/theorie en heeft geconstateerd dat de opleiding nog stappen kan maken met betrekking tot de verdere verdieping van de literatuur voor bepaalde kernvakken. Interactie met de beroepspraktijk Het auditteam heeft op basis van de documenten en de gesprekken tijdens de audit kunnen vaststellen dat studenten tijdens hun studie in contact worden gebracht met hun toekomstige werkveld. Interactie met de beroepspraktijk in de voltijds opleiding vindt op diverse manieren plaats. Hieronder geven wij de belangrijkste voorbeelden. Studenten lopen twee stages: in jaar 1 een oriëntatiestage van 8 weken (voorheen 6 weken) en in jaar 3 en 4 twee stages van 15 weken. Schoevers heeft criteria geformuleerd voor een passende (stage)werkplek op hbo-niveau. Kernvraagstukken uit de beroepspraktijk zijn hierbij vaak het vertrekpunt voor het onderwijs. Er wordt dan ook gewerkt met (bedrijfs)simulaties, cases en praktijkopdrachten. Zo vinden in jaar één de bedrijfssimulatiedagen in Kernwasser Wunderland (Kalkar, Duitsland) plaats waarbij studenten in groepsverband werken aan een case die in samenspraak met een bedrijf is opgesteld. De afgelopen twee jaar was dit bedrijf radiostation Q Music. Ook is er een opdracht waar studenten een marktonderzoek simuleren. Ze stellen een enquête op volgens de methoden en technieken voor marktonderzoek, berekenen de omvang van de te onderzoeken populatie en beschrijven hun werkwijze. Ze hoeven deze enquête niet uit te zetten in de praktijk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 21
In verschillende modules wordt projectmatig gewerkt. Studenten voeren projecten uit voor echte (of gesimuleerde) opdrachtgevers. In jaar twee is er bijvoorbeeld een opdracht voor het Ronald McDonald Kinderfonds. Studenten organiseren hierbij in het kader van de module Projectmanagement (de projectweek) een fondsenwervingsactie. In het tweede jaar doen de bachelorstudenten een onderzoeksopdracht. Hier is een externe opdrachtgever voor nodig. Ook de studenten van het Ad-programma nemen deel aan de bedrijfssimulatiedagen in Kalkar, de oriëntatiestage in het eerste jaar en de opdracht voor het Ronald McDonald’s Kinderfonds. Ad-studenten ronden het tweede studiejaar af met een afstudeeropdracht.
Deeltijd Voor de deeltijd opleiding geldt dat leren voor een groot deel plaatsvindt op of via de werkplek. Voor de deeltijdstudenten in de Ad is het niveau van de werkplek soms problematisch bij leren op de werkplek. De opleiding stelt dat de werkplek die studenten bij de start van de hboopleiding hebben, over het algemeen op mbo-niveau is en dat de ervaring leert dat het bedrijfsleven weinig ruimte biedt om buiten de eigen werkplek ervaring op te doen. De opleiding geeft aan dat het niet moeilijk is werkplekken te vinden op het niveau van het eerste jaar hbo, maar dat werkplekken op een hoger niveau moeilijker te vinden zijn. Het auditteam heeft geconstateerd dat de kwaliteit (en het niveau) van het buitenschools leren goed wordt bewaakt. In de gesprekken met studenten tijdens de audit werd duidelijk dat de opleiding expliciet stuurt op de inhoud en het niveau van de werkplek. Deeltijdstudenten die niet beschikken over een relevante werkplek, moeten stage lopen, conform de condities in de voltijdopleiding. Toegepast onderzoek Kennisontwikkeling via praktijkgericht onderzoek is een prioriteit voor de bacheloropleiding. De opleiding had in diverse modules reeds aandacht voor methodologische aspecten als het formuleren van een probleemstelling, het maken van een onderzoeksontwerp en de verzameling en analyse van gegevens. Vanaf studiejaar 2010-2011 is er sprake van een doorlopende onderzoekslijn in het curriculum. In elk jaar krijgen studenten theorie en vaardigheden op het gebied van onderzoek. De toepassing vindt plaats in de onderzoeksopdracht in jaar twee (bachelor), bij het opzetten van het marktonderzoek (simulatie) en de afstudeeropdracht (jaar twee Ad; jaar vier bachelor). Het auditteam heeft vastgesteld dat de aandacht voor (kennisontwikkeling via) toegepast onderzoek is toegenomen. De onderzoeksleerlijn ligt nu als een lint in het curriculum. Verdere samenhang met een aantal kernvakgebieden acht het auditteam van belang, zodat onderzoek een geïntegreerd onderdeel van het curriculum wordt en de opleiding studenten met recht in staat stelt om ‘reflective practitioners’ te worden. Actualiteit van het programma Het auditteam is van mening dat de opleiding er op een adequate manier voor zorgt, dat het programma actueel is en blijft. Door snelle ontwikkelingen in het werkveld is vooral dat laatste van groot belang. De opleiding doet dit o.a. door: afstemming met de Raad van Advies en de klankbordgroepen die het werkveld van de opleiding vertegenwoordigen; overleg met de stage- en afstudeerbedrijven en de opdrachtgevers in projecten; contact met Schoevers Professionals en Schoevers Training en Advies; het aantrekken van diverse docenten die deels werkzaam zijn (geweest) in de relevante beroepspraktijk. Daarnaast zijn docenten actief binnen de stagebegeleiding en begeleiding bij het afstudeertraject; regelmatig (landelijk) vakgroepoverleg waarbij de inhoud van het onderwijs aan de actualiteit wordt getoetst. De afdeling Opleidingen verwerkt met de landelijke vakgroepcoördinator actuele ontwikkelingen in de modules;
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 22
contact met de collega-instellingen met name in het particuliere onderwijs over de opzet en inhoud van het programma.
De vestigingsmanager van elke locatie van Schoevers onderhoudt een netwerk van relaties met bedrijven en instellingen binnen de eigen regio. Dit netwerk heeft de potentie om nog verder structureel te worden uitgewerkt. Beroepsvaardigheden Het auditteam is van mening, dat de opleiding voldoende aandacht besteedt aan de beroepshouding. Via rollenspellen of simulatie trainen de studenten specifieke beroepsvaardigheden. In verschillende opdrachten leren studenten samenwerken, overleggen, onderhandelen en zich uit te drukken. Daarnaast lopen de studenten stage (bachelor: oriëntatiestage 1e jaar en twee lange stages in de afstudeerfase; Associate degree: oriëntatiestage 1e jaar), hetgeen van groot belang is voor de ontwikkeling van de noodzakelijke beroepsvaardigheden. Tevredenheid studenten De studenten die het auditteam sprak, waren tevreden over de mate waarin de actualiteit en praktijkgerichtheid aan bod komen. Zij geven aan dat docenten sprekende voorbeelden gebruiken tijdens hun lessen. Studenten stellen niettemin dat de praktijk meer dan nu gebeurd van buiten naar binnen mag worden gehaald: zij zouden graag meer interactie met het beroepenveld hebben, bijvoorbeeld in de vorm van gastdocenten, bedrijfsbezoeken en/of excursies. Een van de leden van de klankbordgroep geeft aan in de opleiding de toepassing soms gemist te hebben, waardoor zij met name de stap naar creatief denken over marketingoplossingen pas in de beroepspraktijk heeft gezet. Het werken met business cases zou volgens haar een goede aanvulling zijn. Met betrekking tot toegepast onderzoek zien zij nog ruimte voor verbetering. Enkele studenten gaven aan zelf op zoek te zijn gegaan naar verdiepende theorie over het doen van onderzoek ter voorbereiding van hun afstudeeropdracht. Met de nieuwe opzet van de doorlopende onderzoeksleerlijn komt de opleiding tegemoet aan de wensen van studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 23
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Concretisering eindkwalificaties De eindkwalificaties en competenties zijn uitgewerkt tot een opleidingsprofiel. Het opleidingsprofiel kent vijf hoofdgebieden: 1) Communicatie/PR, 2) Talen, 3) Commercie/Marketing, 4) Communicatieve vaardigheden en 5) Bedrijfsorganisatie. Daarnaast zijn er drie ondersteunende vakgebieden: Bedrijfskunde, Informatica en Onderzoeksvaardigheden. Ten slotte kent de opleiding een beroepsvormingscomponent. In onderstaand schema heeft de opleiding dit inzichtelijk gemaakt.
Competenties
Communicatie/PR Communiceren Talen
Coördineren Begeleiden Managen
Commercieel/ Klantgericht handelen
Organiseren
Commercie/Marketing Communicatieve vaardigheden
Beroepsvorming
Commercieel handelen Klantgericht handelen
Onderzoeksvaardigheden Bedrijfskunde Informatica
Analyseren Adviseren Creëren
Vakgebieden
Kerncompetentie
Bedrijfsorganisatie
Associate degree Conform de Ad regelgeving zijn de meeste onderwijseenheden van de Ad Officemanagement identiek aan het voltijdse programma van de bacheloropleiding. Van elke onderwijseenheid vindt, ten behoeve van verzorging binnen de Ad, indien nodig, een upgrade plaats (bijvoorbeeld op het punt van de toespitsing van de competenties of de beroepscontext). Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen Schoevers Opleidingen hecht aan centrale leerstofontwikkeling. Per module zijn door de landelijke vakcoördinatoren leerdoelen geformuleerd en is een programma van toetsing vastgesteld. Vervolgens heeft de vakcoördinator de leerdoelen uitgewerkt in een lesprogramma en de keuze voor de leermiddelen gemaakt. Het auditteam was ten tijde van de audit in september 2010 van mening dat het onderwijsprogramma explicieter kon worden verbonden aan het competentieprofiel. De relatie tussen de doelstellingen en de leerdoelen van de verschillende modules, zoals geformuleerd door de landelijke vakcoördinatoren, was niet altijd even duidelijk voor het auditteam. Dit gold in sommige gevallen ook voor docenten, zo bleek uit de gesprekken tijdens de audit.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 24
Het gevolg hiervan was dat de landelijk vastgestelde leerdoelen niet altijd correspondeerden met de inhoud van de lessen, zoals docenten die gaven. Het team heeft de opleiding gevraagd om bij de verdere uitwerking van het opleidingsprofiel (zie facet 1.1) dit aspect mee te nemen. Dat is gebeurd. Het auditteam is van mening dat de opleiding in het hernieuwde profiel de eindkwalificaties inzichtelijker heeft vertaald in leerdoelen. De opleiding heeft de leerdoelen voor alle modules opnieuw geformuleerd, hierbij uiteraard gebruik makend van de basis die al aanwezig was. Per studieonderdeel beschrijft de opleiding aan welke competenties en eindkwalificaties de student werkt, welke leerdoelen hierbij horen en op welke manier deze getoetst zullen worden. De opleiding heeft extra ingezet op afstemming met de docenten, zodat het verband tussen leerdoelen en eindkwalificaties breed gedragen wordt in de organisatie. De opleiding heeft dit onderwerp nadrukkelijker geagendeerd op docentendagen en in vakgroepvergaderingen. Mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen De opleiding heeft via een matrix de relatie tussen de verschillende modules en de acht opleidingscompetenties gelegd. Uit deze matrix blijkt, dat het totaal aan leerdoelen van de verschillende modules alle opleidingscompetenties bestrijkt. Het auditteam is van mening dat de inhoud van het programma studenten in voldoende mate de mogelijkheid biedt om de geformuleerde eindcompetenties te ontwikkelen. De klankbordgroep Commercieel heeft adviezen gegeven over verdieping op het gebied van onderzoek en strategisch (communicatie)management en verdere specialisatie, bijvoorbeeld in de richting van E-commerce en actuele onderwerpen. De opleiding heeft deze adviezen opgepakt. Zoals in facet 2.1 is aangegeven, heeft zij een nieuwe opzet gemaakt van een doorlopende onderzoeksleerlijn. De strategische verdieping wordt onder meer gerealiseerd door de toevoeging van de module Verandermanagement en het verzwaren van de marketinglijn. Zo is de module marketing naar voren gehaald in het programma. De inbedding van actuele onderwerpen zal de komende jaren gerealiseerd worden door nieuwe vakken als crossmediale communicatie en experience marketing. Het auditteam acht verdere (inhoudelijke en theoretische) verdieping van het programma een goede zaak. Het auditteam heeft tijdens de audit voorbeelden gezien en gehoord van internationalisering in diverse studieonderdelen. Zo krijgen studenten vreemde talen3, is er in het programma aandacht voor de culturele dimensie van internationalisering en maken modules als Europakunde , internationale betrekkingen, internationale economie en Europees recht al vele jaren onderdeel uit van het curriculum. Ook is in samenwerking met de ESA een internationale werkweek in Engeland in ontwikkeling waarin de studenten opdrachten in een internationale context moeten uitvoeren en worden binnen de ESA-kaders docenten uitgewisseld als gecommitteerde bij talen- en economische examens. De projectpresentaties in het tweede jaar worden in het Engels gehouden en vinden plaats bij de Erasmushogeschool in Brussel ten overstaan van een internationale beoordelingscommissie. Oordeel studenten Studenten van alle varianten op alle vestigingen zijn voldoende positief over de inhoud en het niveau van de opleiding en de mate waarin de opleiding bijdraagt aan de ontwikkeling van de beroepscompetenties/-rollen die zij in de toekomst nodig hebben. Uit de gesprekken tijdens de audit is af te leiden dat zij zich kunnen vinden in de adviezen van de klankbordgroep. Zij missen bijvoorbeeld aandacht voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van communicatie en zouden verdere specialisatie willen.
3
Engels is verplicht. Daarnaast kunnen studenten kiezen tussen Duits, Frans of Spaans, waarbij de keuze voor Frans of Spaans afhankelijk van de vestiging is.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 25
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Verticale samenhang De opbouw van het programma kenmerkt zich door een oplopende complexiteit en kent een steeds grotere reikwijdte. Een belangrijke bijdrage aan de verticale samenhang leveren de leerlijnen die door het hele curriculum heenlopen. Binnen de opleiding worden inhoudelijke leerlijnen onderscheiden die gekoppeld zijn aan een vakgebied (zie facet 2.2). De leerlijnen zijn herkenbare en samenhangende onderdelen van het curriculum die door de opleiding heen een geleidelijke, logische opbouw kennen. In jaar één wordt de basis gelegd en in de verdere jaren wordt de vakspecifieke invulling verder uitgediept. Zo is er in de propedeuse het vak Marketing 1 dat in het verloop van de studie een vervolg krijgt in de modules Marketing 2 t/m 4. In de deeltijd is het programma niet zoals in de voltijd opgedeeld in jaarlagen, maar in een basisprogramma en een vervolgprogramma, bestaande uit diverse clusters van modules. Associate degree Daar waar de bacheloropleiding een verdieping kent, beperkt de Ad zich tot het aanbrengen van de basis, aangevuld met de praktische vakkennis die nodig is om als officemanager te functioneren. Horizontale samenhang De horizontale samenhang is allereerst binnen de vakinhoudelijke leerlijnen te vinden. De vakgebieden zijn opgesplitst in verschillende modules. Zo is de vakinhoudelijke leerlijn Communicatie voor het studiejaar 2010-2011 opgesplitst in de modules Communicatie, Presentatietechniek, Marketingcommunicatie, Bedrijfscommunicatie en Crossmediale Communicatie. De vijf inhoudelijke leerlijnen op de kernvakgebieden worden ondersteund door leerlijnen op het gebied van informatica, bedrijfskunde en onderzoeksvaardigheden. De leerstof uit de verschillende vakgebieden worden geïntegreerd in de zogenoemde integratieopdrachten, al dan niet gecombineerd met een beroepsvormingsonderdeel. Aan het einde van jaar twee is er een opdracht projectmanagement (zie facet 2.1). Voor het einde van jaar drie is een integratieopdracht ontwikkeld waarbij studenten een ondernemingsplan moeten schrijven. Door de relaties tussen de verschillende vakgebieden te belichten, leren studenten problemen oplossen waarbij meer disciplines van belang zijn. Dit bereidt hen voor op het bedrijfsleven, waarin zij met problemen te maken kunnen krijgen die kennis en vaardigheden uit verschillende vakgebieden vergen. De opleiding heeft in toenemende mate aandacht voor de afstemming tussen de vakgebieden (inhoudelijke leerlijnen) en de onderlinge vakcoördinatie. Zo is het vakgebied Communicatie afgestemd met de vakgebieden Bedrijfsorganisatie en Marketing en wordt in de modulewijzers de relatie aangegeven tussen vakken uit de verschillende vakgebieden. Het auditteam heeft bij facet 2.1 aandacht gevraagd voor verdere integratie van de ondersteunende leerlijn onderzoeksvaardigheden met de vakinhoudelijke leerlijnen. Studenten over ervaren samenhang Studenten zijn tevreden over de samenhang tussen de programmaonderdelen, de aansluiting van de stage op het binnenschools curriculum en de aansluiting van de geleerde vaardigheden op de stage/het werk/de werkplek.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 26
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Contacturen en studielast Schoevers hanteert lesuren van 45 minuten. De bacheloropleiding omvat in de eerste tweeënhalf jaar gemiddeld twintig contacturen per week, aangevuld met een aantal tutor- en mentoruren. In jaar drie lopen studenten vier dagen stage en volgen zij nog één dag in de week lessen. Ook in de Ad zijn er gemiddeld twintig contacturen per week. Hiernaast besteden studenten nog vijftien à twintig uur aan zelfstudie en groepswerk. Voor groepswerk is er ten minste één dagdeel per week vrijgeroosterd. Het auditteam is specifiek in gegaan op de gerealiseerde studielast. De studiebelasting in tijd is stevig. Dit komt overigens overeen met datgene wat men mag verwachten van een hbo bacheloropleiding. De stevige studielast heeft vooral te maken met de hoeveelheid lesstof en niet zozeer met de diepgang, zoals blijkt uit gesprekken met studenten tijdens de audit. Het auditteam acht verzwaring van de studielast essentieel op het punt van theoretische en inhoudelijke verdieping (intellectuele uitdaging voor de studenten). Dit sluit aan bij de lijn die de opleiding al heeft ingezet. Het auditteam heeft tijdens de audit al voorbeelden gehoord van studielastverzwarende maatregelen. Zo worden modules inhoudelijk verzwaard, heeft de opleiding marketingtheorie naar voren gehaald in het programma, worden er andere leermiddelen toegepast en is er meer aandacht voor onderzoeksvaardigheden. Het auditteam heeft kennis genomen van deze maatregelen en acht deze adequaat. Studeerbaarheid De studeerbaarheid van de opleiding wordt op de volgende wijze gewaarborgd: Bij de ontwikkeling van een module wordt een aantal basisgegevens vastgelegd zoals eindtermen, tijdtabel van de leerstofonderdelen, didactische werkvormen, studiebelasting, toetsmomenten en normering. De programmering van de modules en de toetsing ervan worden op elkaar afgestemd. De studeerbaarheid wordt gemonitord door middel van de diverse studentenenquêtes. Daarnaast wordt de haalbaarheid jaarlijks besproken in de landelijke vakgroepvergaderingen. Door de relatieve kleinschaligheid van de vestigingen kennen de docenten de studenten persoonlijk. Studieproblemen worden derhalve in een vroeg stadium al gesignaleerd en besproken en leiden tot hetzij verbeteringen in het programma, hetzij een maatwerktraject voor een student. Zo liepen in Arnhem enkele studenten vast met economie. De vestigingsmanager heeft met een docent geregeld dat deze studenten tien uur bijles hebben gekregen. Studenten over studielast en studeerbaarheid Studenten geven aan dat de opleiding goed let op signalen inzake de studeerbaarheid. Er wordt gelet op de spreiding van studielast en een aantal docenten stemt inleverdata met elkaar af. Het laatste is volgens het auditteam nog een mogelijkheid om te verbeteren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 27
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Toelating De opleiding heeft de toelatingseisen duidelijk vastgelegd. Ook de criteria en procedure voor toelating van studenten ouder dan 21 jaar zonder vereist diploma. De vestigingsmanager van elke locatie houdt een (verplicht) intakegesprek met iedere student waarin motivatie en wederzijdse verwachtingen worden besproken. Aansluiting Het auditteam heeft geconstateerd, dat het onderwijs aansluit bij de verschillende instromende studenten. Dit doet de opleiding o.a. door: studenten in de gelegenheid te stellen om te kiezen voor verschillende varianten en trajecten. De hogeschool biedt een bacheloropleiding (voltijd en deeltijd) aan en een tweejarige Ad-variant (voltijd en deeltijd). Daarmee kan de student kiezen voor de leerstijl en leersituatie die bij haar passen; de opzet van de algemene vakken aan te laten sluiten bij de kwalificaties die de student meebrengt uit het voortgezet onderwijs; mbo-studenten met een afgeronde mbo-opleiding Directiesecretaresse / Managementassistent (niveau 4) een schakelprogramma aan te bieden waarbij ze – met inbegrip van het volgen van een aantal extra vakken op het gebied van Management & Organisatie en Bedrijfskunde – kunnen instromen in jaar twee van de Ad. Studenten die de mbo-opleiding bij Schoevers volgen, kunnen de extra vakken al volgen tijdens hun mbo-opleiding (in de vrije ruimte). Voor deze groep is er overigens een programma Studievaardigheden om de overgang van mbo naar hbo te vergemakkelijken (zie facet 4.2); Ad-studenten de mogelijkheid te bieden om door te stromen naar de bachelor. Studenten moeten nog wel enkele extra vakinhoudelijke modules volgen die bachelorstudenten wel hebben gevolgd in de eerste twee jaar van hun studie en Ad-studenten niet; studenten bewust te maken van de opleiding en de daarbij horende studievaardigheden en het daarbij vereiste niveau. Op alle locaties is er een intakegesprek waarbij de interesse, geschiktheid en motivatie van studenten wordt gepeild; de studievoortgang nauwgezet te monitoren. Door het systeem van tutoruren (zie facet 4.2) bestaat de mogelijkheid om studenten die bepaalde voorkennis missen, extra ondersteuning te bieden; een diagnostische toets en een bijspijkerprogramma aan te bieden op het gebied van grammatica; studenten de mogelijkheid te bieden vrijstelling te vragen voor bepaalde programmaonderdelen. De bevoegdheid tot het toekennen van vrijstellingen berust bij de Examencommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 28
Het deeltijdprogramma van zowel de Ad als de bachelor biedt mensen die werkzaam zijn in de relevante beroepspraktijk of al relevante diploma’s hebben gehaald, de mogelijkheid om via een maatwerktraject het diploma te behalen. Dit houdt in dat de student een eigen flexibel studieprogramma doorloopt, het zogenaamde maatwerktraject. Zoals in hoofdstuk drie is gesteld kent de deeltijd een basisprogramma en een vervolgprogramma dat bestaat uit diverse clusters van modules. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid tot een flexibele studieroute voor de student. De opleiding volgt bij de maatwerktrajecten het EVC-beleid van het EVC-Centrum van Schoevers. Dit centrum werkt volgens de richtlijnen van de landelijke EVC-Code en is gecertificeerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 29
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum.
Oordeel: voldaan Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. De studielast voor de bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement bedraagt 240 credits en is verdeeld over vier studiejaren van 60 credits. De studielast van het Associate degree-programma Officemanagement bedraagt 120 credits en is verdeeld over twee studiejaren van 60 credits. Het auditteam stelt hiermee vast dat de opleiding voldoet aan de formele, kwantitatieve eis die aan hbo-bacheloropleidingen en Associate degrees wordt gesteld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 30
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Onderwijskundige uitgangspunten Schoevers hanteert de volgende onderwijsuitgangspunten: 1) praktijkgericht, 2) performance, 3) persoonlijke benadering en 4) prettige leeromgeving (“de vier P’s”). Deze uitgangspunten zijn als volgt uitgewerkt: Praktijkgericht onderwijs. De opleidingen van Schoevers staan bekend om hun hoge mate van beroepsgerichtheid. Door onder meer praktische opdrachten en stages staat het onderwijs van Schoevers dicht bij de praktijk van het bedrijfsleven. Hoge verwachtingen. Schoevers verwacht wat van haar studenten. Aanwezigheid bij de lessen en open staan voor feedback van medestudenten en docenten horen daarbij. Eigen verantwoordelijkheid. Het onderwijs is erop gericht de student steeds meer verantwoordelijkheid te laten nemen voor haar eigen leerproces, teneinde de student voor de praktijk toe te rusten met een adequate beroeps- en werkhouding. De student staat centraal. Het leerproces van de student staat in de opleiding centraal. Elke student krijgt een uitgebreide intake. Er wordt veel aandacht geschonken aan individuele begeleiding van de student door de inzet van mentoren (persoonsgericht) en tutoren (vakgericht.) De voltijd- en deeltijdcoördinatoren zijn het dagelijkse aanspreekpunt voor de studenten. De ouders worden bij de opleiding van hun zoon of dochter betrokken door ouderavonden en, indien noodzakelijk of gewenst, individuele gesprekken met ouders. Adequate beroepshouding. Voor het verkrijgen van een adequate beroeps- en werkhouding wordt er veel aandacht besteed aan de sociale kant van leren en werken. De sociale kant van werken wordt vormgegeven door werkvormen waarbij samenwerking, teamvorming en werkverdeling van belang zijn. Het auditteam is van mening dat de opleiding deze uitgangspunten op een goede manier vorm heeft gegeven. De onderwijskundige uitgangspunten sluiten goed aan op de visie op leren, zoals geformuleerd op instituutsniveau. Werkvormen Het auditteam is van mening dat de werkvormen die de opleiding hanteert er voor zorgen dat de studenten de beoogde eindkwalificaties kunnen ontwikkelen. De werkvormen zijn goed afgestemd op het didactisch concept dat Schoevers hanteert. Schoevers kiest bewust voor (gestructureerd) klassikaal onderwijs in combinatie met individuele begeleiding, e-learning en het leren werken in projecten. Studenten zijn tevreden over de gehanteerde werkvormen. Voor de theoriecomponent geldt dat de kennis voornamelijk overgedragen wordt door middel van contacturen met docenten en zelfstudie. Docenten maken gebruik van verschillende werkvormen (doceren, vragen en opdrachten, discussie) en audiovisuele media om de lessen afwisselend, actief en boeiend te maken. In de praktijkcomponent passen de studenten het geleerde toe, in lesverband, bijvoorbeeld door het oefenen van mondelinge taalvaardigheid met rollenspellen, maar ook buiten lesverband, bijvoorbeeld bij projectwerk en tijdens de stages. In verschillende modules wordt ook projectmatig gewerkt. Studenten voeren projecten uit voor echte (of gesimuleerde) opdrachtgevers. Het didactische concept en de werkvormen van de Ad stemmen volledig overeen met het didactisch concept en werkvormen van de bacheloropleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 31
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Inleiding De opleiding heeft sinds de pilot audit Instellingstoets in najaar 2008 goede stappen gezet op het terrein van beoordeling en toetsing, in het bijzonder met betrekking tot de eindbeoordeling. Ten tijde van de audit formuleerde het auditteam niettemin nog enkele aandachtpunten. Bij facet 6.1 gaan wij verder in op deze aandachtspunten. Ook zullen we de maatregelen aanstippen die de opleiding reeds heeft genomen. Relatie leerdoelen en toetsvorm De relatie tussen toetsvorm en leerdoel is inzichtelijk: de toetsvorm correspondeert met het leerdoel. Zoals bij facet 2.2 is gesteld, stelt de landelijke vakcoördinator een programma van toetsing vast. De coördinator waarborgt dat er op relevante leerdoelen wordt beoordeeld. Variëteit aan toetsvormen Summatieve toetsing Aan het einde van elke module vindt toetsing plaats. Deze toetsing is landelijk vastgesteld (op instituutsniveau) en wordt door elke vestiging op gelijke manier uitgevoerd. De wijze van toetsing hangt af van de werkvorm van de desbetreffende module. Voor theoretische onderdelen wordt in het algemeen een schriftelijke toets met open of meerkeuzevragen toegepast. De meeste praktijkvakken worden separaat getoetst door praktische opdrachten en/of het samenstellen van een portfolio of het houden van een mondelinge presentaties. Projectgroepen worden eveneens apart beoordeeld door middel van een schriftelijk verslag en/of mondelinge presentatie. Formatieve toetsing Vakgroepen of docenten kunnen zelf formatieve toetsen vaststellen. Gedurende een module kan een student bijvoorbeeld tussentijdse toetsen en/of werkstukken verzamelen. De resultaten hiervan kunnen aan het einde in positieve zin meewegen bij de eindbeoordeling van de module. Het op deze wijze vormgeven van de toetsing stimuleert de deelname aan lessen en het leereffect ervan. Eigen oordeel auditteam Ten tijde van de audit heeft het auditteam, naast de eindwerken (zie facet 6.1), steekproefsgewijs een aantal toetsen en antwoordmodellen bekeken. Het ging hierbij om verschillende typen toetsen (zoals mc-toetsen, toetsen met open vragen, casustoetsen). Het totaal aan toetsen gaf een goed beeld van de verschillende typen toetsen die de opleiding hanteert en van het oplopende niveau in de toetsen gedurende de verschillende leerjaren. Het auditteam – en in het bijzonder de vakdeskundige – is van oordeel dat de inhoudelijke kwaliteit van de toetsen van de opleiding Commercieel Communicatiemanagement voldoende is. De tentamenstof komt overeen met de daaraan voorafgaande leerstof. Wel is het auditteam van mening dat bij een aantal toetsen (met name de open vragen toetsen) de vraagstelling uitdagender kan. De opleiding is hier reeds slagen in aan het maken. Dit ligt immers in de lijn van de theoretische en inhoudelijke verdieping die zij wil aanbrengen in het programma (zie facet 2.3).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 32
Het werkveld als beoordelaar De opleiding betrekt de praktijkbegeleiders op de stageplek bij de eindbeoordeling. Dit gebeurt door een beoordelingsformulier dat de begeleider van de stagiair invult. De opleiding draagt er zorg voor dat studenten hun afstudeerwerken in bedrijven kunnen doen waar de schijn van subjectiviteit niet kan bestaan (denk hierbij aan familiebedrijven). Bij de mondelinge tentamens voor de talen en internationale economie in het tweede studiejaar is een internationale gecommitteerde van een van de ESA-scholen aanwezig. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Het auditteam is van mening dat de opleiding de kwaliteit van het toetsen en beoordelen voldoende borgt en heeft geconstateerd, dat de opleiding de afgelopen jaren veel geïnvesteerd heeft in het verbeteren van het toetsproces. Kwaliteitsborging vindt o.a. plaats door: het houden van studiebijeenkomsten tussen docenten op het gebied van toetsing om ervoor te zorgen dat de toetsprocedures, richtlijnen en beoordelingscriteria op een en dezelfde manier geïnterpreteerd en gehandhaafd worden. Dit gebeurt veelal op docentendagen en in de vakgroepvergaderingen. Onderwerpen die aan bod komen, zijn bijvoorbeeld interbeoordelaarskwaliteit en toetsvaliditeit, competentiegericht toetsen en de Dublin Descriptoren en hbo-kwalificaties; regelmatige evaluatie van het toetsbeleid; het hanteren van het ‘meer ogen principe’ bij het opstellen van toetsen – docenten als opsteller en controleur en de landelijke vakcoördinator als vaststeller – en het beoordelen van projecten en afstuderen; bij de ontwikkeling van tentamens gebruik te maken van checklists (o.a. op het gebied van beoordelingscriteria) van de CITO-groep, een organisatie die gespecialiseerd is in het opstellen en beoordelen van toetsen; controle op de uitvoering van de toetsing (het toetsplan) door de examencommissie en de STAF-commissie. Meeliftgedrag Het auditteam wil aandacht vragen voor het veelal ontbreken van differentiatie naar de individuele student bij de beoordeling van groepswerk. Op alle vestigingen geven studenten aan dat ‘meeliftgedrag’ een aandachtspunt is. Studenten geven in gesprekken met het auditteam aan, dat er veelal alleen een groepsbeoordeling wordt gegeven. In de groepsbeoordeling kan gedifferentieerd worden naar individuele studenten. M.a.w. er is een mogelijkheid om cijfers naar boven of beneden bij te stellen. Hier zijn echter geen vaste afspraken voor en deze mogelijkheid bleek niet bij alle studenten bekend te zijn. Het auditteam wil de opleiding meegeven om afspraken hieromtrent vast te leggen en te communiceren en om vervolgens goed te kijken of de beoordeling recht doet aan de inspanning die een individuele student daadwerkelijk heeft geleverd. Examencommissie Ten tijde van de audit diende de rol van de examencommissie nog in lijn gebracht te worden met haar nieuwe rol conform het nieuwe wetsvoorstel (Versterking Besturing). De examencommissie was zich bewust van haar veranderende rol, maar had hier ten tijde van de audit nog geen concrete invulling aan gegeven. Het auditteam heeft de opleiding – tegen de achtergrond van voorgestelde wetswijzigingen en onderzoeksresultaten van de inspectie van het onderwijs – meegegeven om de positie van de examencommissie te versterken. Ten tijde van het schrijven van de rapportage waren er reeds concrete stappen gezet door de nieuwe wettelijke bepalingen op te nemen in de betreffende reglementen en handleidingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 33
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Algemeen Het beleid van de opleiding is een belangrijk deel van het onderwijs en wordt verzorgd door docenten die een verbinding kunnen leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Voor de bachelor geldt dat docenten een afgeronde hbo- of wo-opleiding moeten hebben in een relevante studierichting. Van deze eis kan worden afgeweken, indien de docent aantoonbaar over relevante en substantiële ervaring in de beroepspraktijk en/of het onderwijs beschikt. Relaties met het werkveld Het auditteam heeft geconstateerd dat het onderwijs binnen de opleiding uitgevoerd wordt door docenten die weten wat er speelt in het werkveld. De praktijkgerichte modules worden verzorgd door docenten die in de beroepspraktijk werkzaam zijn geweest of dat nog zijn. Andere modules worden verzorgd door een vaste kern van docenten. Diverse vestigingsmanagers geven aan dat met name de vaste docenten meer zouden kunnen opereren buiten de Schoeversomgeving dan nu het geval is. Zij zijn wel vaak betrokken bij de stage- en afstudeerbegeleiding en houden via deze weg contact met de beroepspraktijk. Het auditteam heeft de CV’s van docenten ingezien en heeft voldoende voorbeelden gezien van docenten die een verbinding kunnen leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Er zijn 21 docenten werkzaam in de beroepspraktijk, bijvoorbeeld als zelfstandig tekstschrijver, zelfstandig communicatieadviseur, interim manager, P&O adviseur, vertaler, coach/trainer, marktonderzoeker. Docenten houden verder actuele ontwikkelingen bij via het lezen van vakliteratuur. Daarnaast zijn enkele docenten lid van beroepsnetwerken 4. In vakgroepvergaderingen spreken docenten over nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied en delen zo actuele kennis met elkaar. Ook is er een bulletinboard op intranet waarop docenten informatie met elkaar kunnen uitwisselen. Studenten en werkveld over werkveldkennis docenten Studenten zijn tevreden over de mate waarin docenten praktijkgericht zijn en op de hoogte zijn van de beroepspraktijk. Wel zouden zij graag meer les krijgen van gastdocenten.
4
Voorbeelden van lidmaatschappen zijn: NIMA, vakgroepen van Logeion en de Voorlichtings Sociëteit Amsterdam (VSA, een communicatievereniging die nu door het leven gaat als Welcom).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 34
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Docent-studentratio De docent-studentratio is 1:23. Dat vindt het auditteam ruim voldoende om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te kunnen verzorgen. Personeelsplanning Het auditteam is van mening, dat de opleiding efficiënt is georganiseerd. Hogeschool Schoevers heeft een ander personeelsbeleid dan een reguliere hogeschool. De oorzaak van het verschil zit voornamelijk in het commerciële karakter van het instituut. Dit betekent in de praktijk, dat er naar behoefte invulling wordt gegeven aan de personeelsformatie. Er zijn 43 docenten aan de opleiding verbonden (kerndocenten met een vaste aanstelling). Dit komt overeen met 23,3 fte. Daarnaast zijn er 12 voltijd uurdocenten en 70 deeltijd uurdocenten, die op jaarbasis flexibel inzetbaar zijn. Ten slotte worden 46 freelancers actief ingezet. Jaarlijks wordt – op basis van de inschrijvingen – de behoefte in het aantal te onderwijzen lesuren geanalyseerd. Allereerst worden deze lesuren, voor zover mogelijk, ingevuld door de kerngroep docenten die iedere Schoevers vestiging heeft. Daarna worden de uren ingevuld met uurdocenten en indien nodig freelancers. Uurdocenten zijn docenten die slechts ingehuurd worden voor het geven van onderwijs en die geen taak hebben in bijvoorbeeld studiebegeleiding. Deze uurdocenten komen uit de database van het instituut en zijn bekenden. Zij hebben eerder lesgegeven en worden op freelance basis met een zekere regelmaat gecontracteerd. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van docenten waar positieve ervaringen mee zijn opgedaan. Hierdoor wordt gegarandeerd dat de lessen met voldoende kwaliteit worden onderwezen. Hogeschool Schoevers garandeert de studenten dat er geen uitval van lessen plaats vindt. Dit is zij verplicht aan de studenten (en ouders van de studenten) die tenslotte voor de opleiding betalen, ten einde haar marktpositie te kunnen waarmaken en behouden. De uitgebreide database van het instituut garandeert dat er altijd voldoende back-up is om invulling aan de lessen te geven. De database wordt elk jaar aangevuld en uitgebreid. Er zijn enkele vakgebieden die achter blijven. Voor deze vakgebieden worden in studiejaar 2010-2011 contacten gelegd met detacheringsbureaus om zo snel te kunnen beschikken over docenten op deze vakgebieden. Met het management heeft het auditteam gesproken over de vergrijzing van het vaste docententeam. De gemiddelde leeftijd van een docent is 53 jaar. Er is vanuit centraal een loopbaanbeleid opgesteld, waarbij o.a. gesteld wordt dat er loopbaangesprekken gevoerd (gaan) worden met medewerkers van 55 jaar en ouder. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding aandacht heeft voor aspecten rondom in-, door- en uitstroom en kennisoverdracht, maar dat de ene vestiging hier op een meer proactieve manier mee om gaat dan de andere. Het uitstromen van oudere docenten geeft de opleiding kansen om het vaste docentenkorps aan te vullen op die manier die het beste bij de toekomstvisie van de opleiding past. Het opleidingsmanagement heeft een duidelijke visie m.b.t. de aanvulling van het docentenkorps. Het is zaak om de kansen die er liggen goed te benutten. Studenten over capaciteitsinzet Studenten zijn over het algemeen tevreden over de persoonlijke aandacht die zij krijgen van docenten en begeleiders en over de bereikbaarheid van de docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 35
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteit Uit de CV’s van de docenten blijkt een grote kennis en ervaring. In de gesprekken tijdens de audit heeft het auditteam geconstateerd dat de verschillende functionarissen capabel zijn voor de uitvoering van hun taken. Vrijwel alle docenten hebben een hbo-opleiding of een algemene of vakspecifieke universitaire opleiding. 24 docenten hebben een masteropleiding. Selectiecriteria voor het aannemen van personeel zijn vastgelegd in de functieomschrijvingen voor docenten, vakcoördinatoren en mentoren. Het is niet verplicht om een didactische aantekening te hebben, maar docenten worden wel streng geselecteerd op hun didactische kwaliteiten. Scholing Jaarlijks worden docenten beoordeeld via een personeelsbeoordelingssysteem. Hogeschool Schoevers heeft per docent een deskundigheidsprofiel opgesteld waarbij zowel de feitelijke deskundigheid als de noodzakelijke kundigheid is beschreven. Met de docent wordt afgesproken op welke wijze en op welke termijn mogelijke discrepanties tussen beide worden weggewerkt. In de beoordeling worden ook de resultaten van studentenenquêtes meegenomen. Wanneer een docent niet goed genoeg presteert, wordt hij of zij d.m.v. een persoonlijk scholingstraject gestimuleerd zijn prestaties te verbeteren. Schoevers heeft via de werkmaatschappij Schoevers Training en Advies zelf trainingen op diverse gebieden in huis. Mocht een dergelijk traject niet tot verbetering leiden, dan wordt een exittraject ingezet. Naast individuele scholing is er ook scholing op een hoger niveau. Zo worden docenten drie keer per jaar uitgenodigd om deel te nemen aan instituutsbrede docentendagen. Hier wordt gesproken over nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs en staat per bijeenkomst een algemeen onderwerp van deskundigheidsbevordering centraal. Daarnaast organiseert de afdeling Opleidingen docentenbijscholingen en -trainingen. Vaak zijn deze bijscholingen en trainingen gekoppeld aan de invoering van een nieuwe module. Uit de pilot audit van de NVAO in 2008 kwam naar voren dat docenten gekwalificeerd zijn voor het onderwijs dat wordt gegeven, maar dat zij minder op de hoogte zijn van wat het hbobachelorniveau inhoudt. Het management heeft besloten om een traject van deskundigheidsbevordering op te starten voor de afstudeerbegeleiders, onder meer op het gebied van onderzoeksvaardigheden (zie ook facet 6.1). De opleiding is in juni 2010 gestart met dit traject. Borging kwaliteit personeel Het auditteam ziet dat de opleiding de afgelopen periode al een stap voorwaarts heeft gemaakt m.b.t. de inhoudelijke afstemming en het uitwisselen van ervaringen en good practices tussen medewerkers van verschillende vestigingen. Kennisdeling en –circulatie vindt plaats op het niveau van de vakgebieden (o.a. in de vakgroepvergaderingen) en op opleidingsniveau (bijv. op docentendagen). Dat neemt niet weg dat het auditteam vindt dat de opleiding hier nog verdere stappen in kan zetten. Studenten over kwaliteit personeel Studenten zijn stuk voor stuk zeer positief over de kwaliteiten van de docenten. Zij geven aan dat docenten zeer betrokken zijn en bereid om de stof extra uit te leggen. Daar waar zij klachten hebben over een docent, wordt dit signaal adequaat opgepakt door het management.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 36
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende voor alle locaties Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Gebouw De opleiding is gehuisvest op zes locaties, te weten Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht. Het auditteam heeft alle locaties van Schoevers bezocht waar de opleiding gedoceerd wordt. De kwaliteit van de huisvesting verschilt per locatie, maar in het algemeen voldoen de gebouwen in de behoeften en zijn adequaat om de opleiding te verzorgen. Er zijn leslokalen, computerlokalen en extra ruimtes om bijvoorbeeld te werken in groepen. Op basis van input vanuit het werkveld en resultaten van de studentenenquêtes worden waar nodig aanpassingen gedaan en/of vernieuwingen doorgevoerd. Bibliotheek Schoevers is als commerciële instelling niet in staat om op elke vestiging een mediatheek in te richten. De opleiding verwijst studenten, indien mogelijk, door naar universiteitsbibliotheken, maar van deze mogelijkheid maken studenten niet of nauwelijks gebruik. De vakcoördinatoren Management en Commercie/Marketing onderzoeken de mogelijkheden om via een abonnement op bepaalde digitale diensten de studenten toegang te bieden tot een breed aanbod van vakliteratuur. Tot dan wordt er gebruik gemaakt van de leermiddelen die Schoevers voorschrijft op de boekenlijst. ICT De opleiding heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de ICT-voorzieningen. Alle overheadprojectors zijn vervangen door vaste beamers. Op alle vestigingen zijn flatscreens geplaatst in de computerlokalen. Er is in het najaar van 2008 een draadloos netwerk aangelegd. De computer-studentratio tijdens de informaticalessen is op alle vestigingen 1:1. Dit is heel bijzonder, zeker in vergelijking met het reguliere hbo. Studenten over voorzieningenniveau Uit gesprekken met de studenten blijkt dat ook zij over het algemeen tevreden zijn over de voorzieningen. Opmerkingen die zij maken, hebben met name betrekking op de klimaatbeheersing van diverse locaties.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 37
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studiebegeleiding De opleiding is per vestiging kleinschalig opgezet waardoor er veel aandacht kan worden besteed aan individuele begeleiding. Er is aandacht voor de individuele student en opvallende studieresultaten worden tijdig gesignaleerd en besproken. Studenten worden begeleid door mentoren en tutoren. Elk cohort krijgt een mentor. De mentor is als vakdocent aan de opleiding verbonden en verricht deze functie als aanvullende taak. De mentoren signaleren achterblijvende leerprestaties van studenten en proberen met de desbetreffende student te werken aan verbetering. Zo worden studenten niet alleen ondersteund in hun studievaardigheden, maar ook bij persoonlijke problemen. Aan het begin van het studiejaar is er een kennismakingsgesprek tussen student en mentor. Tijdens het studiejaar is er minimaal één verplicht voortgangsgesprek in de periode na de eerste tentamenweek. Op initiatief van de student of van de mentor kunnen meer gesprekken ingeroosterd worden. Daarnaast werkt Schoevers met tutoren. Elke dag zijn er vaste uren ingepland waarop de (vak)docenten beschikbaar zijn: bijvoorbeeld om extra uitleg te geven, werkstukken te bespreken of als extra voorbereiding voor de tentamens. Het tutoruur kan ook worden gebruikt om aan de groepsopdrachten te werken. Deeltijd Deeltijdstudenten worden begeleid door de deeltijdcoördinator op de vestiging. De deeltijdcoördinator staat de student terzijde met advies bij praktische en studieproblemen en bewaakt de studievoortgang. Er is een uitgebreid intakegesprek tussen de deeltijdcoördinator en de student. Associate degree Studenten die vanuit het mbo instromen in jaar twee van de Ad blijken doorgaans nog veel behoefte te hebben aan sturing en ondersteuning. Om die reden is er een gestructureerd programma Studievaardigheden. Het programma kent een algemeen deel waarin aandacht wordt besteed aan onderwerpen als plannen, doelgericht studeren, informatie structureren en analyseren en daarnaast krijgt iedere individuele student een aantal coachingsgesprekken ter ondersteuning. Studenten wordt met regelmaat gevraagd hun oordeel te geven over de studiebegeleiding. De beoordeling van studenten wordt gebruikt bij het zo nodig aanscherpen van de begeleiding. Het auditteam acht de studiebegeleiding adequaat met het oog op de studievoortgang. Studenten over de studiebegeleiding Studenten geven tijdens de audit aan over het algemeen tevreden te zijn over de begeleiding. Zij voelen zich geen nummer, ervaren korte lijnen met de docenten en vinden het erg prettig dat er een vaste docent is die hen goed kent en het hele studiejaar volgt. Sommige studenten vinden dat de begeleiding op sommige punten te gestructureerd is en dat ze “wel erg bij het handje worden genomen”.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 38
De opleiding kent bijvoorbeeld een aanwezigheidsplicht voor veel modules. Als de student afwezig is, wordt de student gebeld. Een van de studenten gaf aan dat ook haar ouders werden gebeld. Zij vond dit niet passen bij een hbo-opleiding. Deze aanpak komt echter overeen met de visie van Schoevers. Het instituut beschouwt naast de student ook in beginsel de ouders/verzorgers van de student als klant. Informatievoorziening Bij een introductiedag krijgen studenten uitleg over de vakken, de roosters, de boekenlijst en de jaarplanning. Deze informatie wordt overigens ook besproken in de les. De communicatie vindt verder plaats via persoonlijk contact (vestigingsmanager, docenten en coördinatoren), en via het Schoevers Intranet. Via het intranet kunnen studenten, zo blijkt uit gesprekken tijdens de audit, alle informatie vinden die zij nodig hebben. Via het forum op het intranet informeren vestigingen studenten over allerlei organisatorische zaken. Studenten over de informatievoorziening Studenten zijn tevreden over informatievoorziening. In het sporadische geval dat er een les uitvalt, worden studenten snel geïnformeerd. De opleiding heeft volgens de studenten ook aandacht voor het tijdig bekend maken van de tentamencijfers, roosters en andere organisatorische regelingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 39
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kwaliteitsbeleid Het opleidingsbeleid en de bijbehorende streefcijfers worden jaarlijks vastgelegd in een businessplan. In november worden hierin de kwaliteits- en commerciële doelstellingen voor het nieuwe jaar geformuleerd. Het businessplan wordt besproken tijdens vestigingsmanagersvergaderingen. Daarnaast wordt er jaarlijks in februari met elke vestigingsmanager een managementcontract gesloten met daarin de afspraken voor elke vestiging. Voorafgaand aan het sluiten van het nieuwe contract wordt vanzelfsprekend het oude contract geëvalueerd. Evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een behoorlijk aantal instrumenten ter beschikking heeft voor het evalueren van de opleiding en dat zij deze instrumenten ook regelmatig inzet. De evaluaties die structureel worden gehouden, zijn: instroomenquête; studentenenquête ( twee keer per jaar); uitstroomenquête; alumni-enquête; stage-enquête (ingevuld door de stagebedrijven); tevredenheidsmeting samenwerking personeel (iedere twee jaar). Daarnaast is er een leerlingenraad waar twee klassenvertegenwoordigers per klas in zitten. Met deze raad bespreekt de opleiding bepaalde onderwerpen. Ook neemt de bacheloropleiding deel aan de Nationale Studentenenquête. Evaluatie van het onderwijs vindt bovendien plaats binnen de vakgroepvergaderingen, de docentendagen, de docententeams en door coördinatoren van bijvoorbeeld afstuderen, stages en studieloopbaanbegeleiding. De opleiding weet een respons van bijna 100% te behalen door studenten in te roosteren achter de computer om de enquête in te vullen. In vergelijking met reguliere hbo-opleidingen is dit in positieve zin zeer opmerkelijk. Streefnormen Voor de evaluaties zijn eenduidige streefnormen vastgesteld. Voor alle enquêtes geldt dat een score van 70% tevredenheid als norm wordt gehanteerd. Bij tegenvallende resultaten gaat de opleiding na of sprake is van een incident of een structureel probleem. Het auditteam stelt vast dat de opleiding op alle locaties de uitvoering van het onderwijs op goede wijze evalueert. Dit geschiedt periodiek aan de hand van door de opleiding gehanteerde toetsbare streefdoelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 40
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Na de evaluaties Het auditteam heeft geconstateerd, dat de opleiding een adequaat verbeterbeleid voert, waarbij zij systematisch het onderwijs evalueert. Wanneer (uit evaluaties) blijkt dat niet aan de gestelde streefnormen is voldaan of wanneer er sterke signalen vanuit studenten, docenten of het werkveld komen over gewenste verbeteringen, neemt de opleiding actie. Jaarlijks worden in juni naar aanleiding van de resultaten van de studentenenquêtes en eigen bevindingen in een gezamenlijke overlegsessie van directie, vestigingsmanagers en afdeling opleidingen diverse verbeterpunten op het gebied van onderwijsorganisatie, informatievoorzieningen en huisregels besproken en vastgelegd. De opleiding heeft in haar Management Review een overzicht gegeven van de verbeteracties die zij heeft ondernomen naar aanleiding van de externe audits, waaronder de pilot instellingsaudit in 2008 (zie ook hoofdstuk vier – vorige accreditatie). De belangrijkste maatregelen tot verbetering betreft de borging van het gerealiseerd niveau (zie ook facet 6.1). Dit onderwerp is nadrukkelijk op de agenda van alle bij het onderwijs betrokken personen geplaatst en er zijn diverse verbetertrajecten uitgezet om het niveau te realiseren, zoals doorontwikkeling van de doorlopende leerlijnen, deskundigheidsbevordering van de afstudeerbegeleiders (sinds voorjaar 2010) en scholing op het gebied van de Dublin Descriptoren en de eindkwalificaties (met bijbehorende leerdoelen) op het niveau van docenten op locaties om zo het niveaubewustzijn van het hbo-niveau te vergroten. Enkele voorbeelden van andere genomen/te nemen verbetermaatregelen zijn: actualisering en verdieping van het curriculum sinds 2009; het opzetten en inbedden van een geordende onderzoekslijn in het curriculum; zoeken naar mogelijkheden voor benchmarking; start van een alumnionderzoek; invoeren van het bindend studieadvies; Het auditteam heeft voldoende vertrouwen dat de opleiding de verbetermaatregelen met kracht ter hand zal nemen. Beheer van de verbetercyclus Het auditteam constateert dat de opleiding voldoende evaluatieve gegevens bezit om gericht te werken aan de verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Uit de documentatie en de gesprekken tijdens de audit ontstaat het beeld dat de opleiding zich bewust is van de aandachtspunten en deze over het algemeen ook adresseert. Van belang is wel dat de genomen maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd worden en dat gemeten wordt of deze veranderingen daadwerkelijk tot verbeteringen leiden (monitoring). De opleiding geeft aan dat een overkoepelend systeem waarin alle evaluaties en verbeterplannen een plaats hebben, ontbreekt. Zij wil op het gebied van de integrale kwaliteitszorg een verdiepingsslag maken. Professor Wentink heeft als voorzitter van de Raad van Advies vanuit zijn kennis van kwaliteitsmanagement een notitie geschreven. Het auditteam is positief gestemd over deze ontwikkeling en wil de opleiding dan ook op het hart drukken verdere uitwerking van deze notitie door te zetten, hierbij gebruik makend van de expertise die zij – onder meer in de persoon van professor Wentink – in huis heeft.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 41
Studenten over de verbeterpraktijk van de opleiding Over het algemeen vinden de studenten met wie het auditteam heeft gesproken, dat door de opleiding merkbaar gewerkt wordt aan verbeteringen die zij aangeven. Er wordt gezegd dat er met hun kritische opmerkingen daadwerkelijk iets gedaan wordt, dat er rekening gehouden wordt met hen en dat zij merken dat verbeteracties adequaat worden doorgevoerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 42
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Docenten en studenten worden actief betrokken bij de evaluatiesystematiek in het kader van de interne kwaliteitszorg (zie ook facet 5.1). Rapportages naar aanleiding van enquêtes worden beschikbaar gesteld aan alle medewerkers van de Schoevers organisatie. Docentbeoordelingen worden teruggekoppeld aan de desbetreffende docent. Studenten kunnen de resultaten van de enquêtes vinden op Schoevers.net. Het bestaan van de studentenraad is overigens niet bij alle studenten bekend. Bij het uitvoeren van systematisch onderzoek onder alumni en het afnemend werkveld valt nog veel te winnen. De opleiding is zich hiervan bewust. Alumnibeleid is in ontwikkeling. Via informele kanalen is er al wel veelvuldig contact met alumni (bijvoorbeeld via sociale netwerken). Het werkveld wordt nu vooral bij de interne kwaliteitszorg betrokken via de leden van de klankbordgroepen en via de enquêtes die plaatsvinden bij stagebedrijven. Al met al constateert het auditteam dat de opleiding op systematische en samenhangende wijze interne partijen bij haar evaluaties betrekt. Externe partijen worden ook betrokken bij evaluaties. Op dit punt ligt nog ruimte voor verbetering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 43
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: onvoldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Inleiding: afsluitende toetsing Het afstudeertraject bij de bacheloropleiding is individueel en omvat twee stages (ieder 18 EC) en een afstudeeropdracht (23 EC). De stageopdrachten voor de beide stages dienen nadrukkelijk van elkaar te verschillen. Eén opdracht moet gericht zijn op communicatie/organisatie en de andere opdracht moet een commerciële achtergrond hebben. De afstudeeropdracht moet worden gedaan voor een concrete opdrachtgever. Het onderwerp van de opdracht moet verband houden met een van de drie kerncompetenties communiceren, organiseren of commercieel/klantgericht handelen. De werkzaamheden voor de afstudeeropdracht omvatten het volgende. 1. het opstellen van een persoonlijk afstudeerplan; 2. het doen van literatuuronderzoek en schrijven van een literatuurstudie; 3. het werken aan de afstudeeropdracht; 4. het schriftelijk rapporteren over de afstudeeropdracht (inclusief, methodenverantwoording, conclusie, discussie en aanbevelingen); 5. het opstellen van een zelfreflectie; 6. het houden van een eindgesprek en een afstudeerpresentatie, De resultaten van het literatuuronderzoek en de rapportage over de afstudeeropdracht vormen samen de afstudeerscriptie. Voor de Ad voltijd geldt dat de afstudeeropdracht (8 EC) in groepsverband mag worden gedaan (maximaal drie studenten). Deeltijdstudenten Ad voeren de opdracht individueel uit. Ook Adstudenten hebben een concrete opdrachtgever nodig. Zij kiezen een onderwerp dat gecentreerd is rondom de kerncompetenties communiceren of organiseren. De begeleiding tijdens het afstudeertraject ligt in handen van de afstudeercoördinator en de afstudeerbegeleider. De afstudeercoördinator regelt de algemene zaken rond de afstudeeropdracht. De afstudeerbegeleider begeleidt de student bij de uitvoering van de afstudeeropdracht. Daarnaast is er een externe begeleider vanuit de organisatie waar de student afstudeert. Bevindingen auditteam Hobéon Certificering heeft van de opleiding voorafgaand aan de audit een overzicht gekregen van alle 45 afstudeeropdrachten van de jaargangen 2008-2009 en 2009-2010 en heeft hier vijftien scripties uit geselecteerd. Hieronder vindt u een overzicht van het precieze aantal van tevoren bestudeerde afstudeerwerken per locatie. Locatie
Totaal aantal scripties
# van tevoren bestudeerde scripties
Amsterdam
2
2
Arnhem
4
2
Den Haag
9
3
Eindhoven
9
3
Rotterdam
6
2
Utrecht
15
3
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 44
Niveau van de afstudeerwerkstukken hbo-bacheloropleiding Op basis van de van tevoren aangeleverde scripties kan het auditteam facet 6.1 niet met een voldoende beoordelen. Dit heeft te maken met het niveau van de afstudeeropdracht. In plaats van een strategische invalshoek was er bij meerdere scripties sprake van een operationele of tactische invalshoek. Ook heeft dit te maken met de uitwerking van de afstudeeropdracht. Als het gaat om de onderzoeksvaardigheden of –technieken die de studenten laten zien, is er nog flinke ruimte voor verbetering. Aandacht voor het adequaat formuleren en analyseren van probleemstellingen met daaruit af te leiden deelvragen en voor het koppelen van conclusies aan de onderzoeksvragen/deelvragen is een serieus aandachtspunt. Ook bij het literatuuronderzoek kan nog een slag worden gemaakt: in een aantal scripties was de theoretische onderbouwing van de vraagstelling en vervolgens de toepassing van de theorie naar de praktijk onvoldoende aanwezig. Het gebruik dat wordt gemaakt van relevante literatuur is wisselend. Het auditteam heeft tijdens de auditdag nog een aantal extra scripties bestudeerd tijdens het blok ‘verificatie van documenten’. Deze scripties bevestigden het beeld dat het auditteam reeds had op basis van de van tevoren bestudeerde scripties. Niveau van de afstudeerwerkstukken Associate degree Het auditteam is wel positief over de Ad-opleiding. De Associate degree voorziet in een duidelijke behoefte vanuit het werkveld. De Ad-opleiding kenmerkt zich door een hoge mate van beroepsgerichtheid. Het niveau van de afstudeerwerkstukken is conform datgene wat men mag verwachten van een afgestudeerde Ad’er. Handhaven richtlijnen en procedures Het auditteam heeft niet alleen vraagtekens geplaatst bij het gerealiseerd niveau van de scripties zelf. Ook heeft het team – zoals bij facet 2.8 reeds is aangestipt – een aantal aandachtspunten geformuleerd ten aanzien van de toetsing en beoordeling bij de eindbeoordeling. Het gaat hier in het bijzonder om het handhaven van richtlijnen en procedures. Hieronder zullen wij puntsgewijs deze punten behandelen. Cesuurbepaling: het auditteam heeft geconstateerd, dat de cijfermatige beoordeling van de scriptie niet altijd in verhouding staat met de mate waarin en de manier waarop de scriptie voldoet aan de gerealiseerde eindkwalificaties. Zo heeft het team scripties gezien met een hoge beoordeling, terwijl de koppeling tussen theorie en praktijk niet goed tot uiting kwam of de probleemstelling niet diepgaand of doordacht genoeg was. Ook de argumentatie m.b.t. de beoordeling onvoldoende/voldoende was in sommige gevallen niet duidelijk traceerbaar. Validiteit van het beoordelingskader: het bovenstaande punt hangt samen met het beoordelingskader dat de opleiding ten tijde van de audit gebruikte. Docenten gaven tijdens de audit aan, dat het beoordelingskader zoals het er toen lag, niet voldoende valide was en dat zij “er niet goed mee uit de voeten konden”. Door verschillende beoordelingscriteria op gelijke wijze te wegen werd er niet gemeten wat de bedoeling was. Zo werd bijvoorbeeld aan ‘taalgebruik en spreektempo’ en ‘inhoud van de presentatie’ eenzelfde gewicht toegekend als de gebruikswaarde voor het bedrijf. Een nieuw beoordelingskader was overigens al in ontwikkeling ten tijde van de audit. Consistentie in de totstandkoming van de beoordeling: in het verlengde hiervan heeft het auditteam geconstateerd dat de wijze van beoordeling nog niet consistent was. Er waren grote verschillen in de werkwijze bij beoordelen tussen de vestigingen. M.b.t. de interpretatie en toepassing van het beoordelingskader (en daarmee de afstudeercriteria) gold dat deze criteria niet eenduidig werden gehanteerd door de afstudeerbegeleiders op de zes verschillende locaties. Examencommissie: ten slotte stelde het auditteam vast dat herziening van de positie en de bevoegdheid van de examencommissie noodzakelijk was.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 45
Verbeteracties opleiding In hoofdstuk 4 ‘Vorige accreditatie’ hebben wij aangegeven dat de opleiding zich – mede door de pilot instellingsaudit – reeds bewust was van de aandachtspunten omtrent het gerealiseerd niveau en dat zij ook al verbeteracties had ingezet. De opleiding geeft in haar Management Review duidelijk aan dat het niveau van de bachelor dan ook speerpunt is voor de komende jaren. Zo stelt zij dat het hbo-bachelorniveau onvoldoende eenduidig was vastgelegd, waardoor afstudeerbegeleiders verschillende eisen stelden. Zij heeft sinds de pilot instellingsaudit allereerst sterk ingezet op een eenduidige beschrijving van het hbo-bachelorniveau door een expliciete koppeling te maken met de Dublin Descriptoren en de hbo-eindkwalificaties (zie ook hoofdstuk vier). Vervolgens heeft zij ingezet op deskundigheidbevordering van de afstudeerbegeleiders. Ten slotte werd er in samenwerking met de afstudeerbegeleiders gewerkt aan een aangescherpt beoordelingskader. De opleiding heeft op verzoek van het auditteam alle verbeteracties inzichtelijk op een rij gezet in het document ‘Projectplan borging niveau bachelor Hogeschool Schoevers’. Bij het aanscherpen van het beoordelingskader heeft zij na de opmerkingen van het auditteam extra aandacht geschonken aan de beoordelingswijze en (de weging van) de beoordelingscriteria. Ook heeft zij goed gekeken hoe de afstudeerprocedure een door een ieder gedragen praktijk wordt bij de opleiding. Hieronder geven wij een uitgebreid overzicht van de verbetermaatregelen. Verdieping van het programma: de opleiding onderkende dat zij een breed curriculum aanbood met onvoldoende verdieping, waardoor studenten wellicht minder goed voorbereid waren op het afstudeertraject. Zoals bij facet 2.2 is gesteld, heeft de opleiding het curriculum verdiept door een aantal vakken toe te voegen en door de marketinglijn te verzwaren. Ook heeft de opleiding de onderzoeksopdracht aan het einde van jaar twee aangescherpt. Zij vindt het essentieel dat studenten al oefenen met het formuleren van (onderzoeks)vraagstellingen en het doen van onderzoek. Voor de zittende studenten die niet dit verzwaarde programma volgen, is er extra begeleiding bij het afstudeertraject. ontwikkelen van een onderzoekslijn: De opleiding is hard bezig met de ontwikkeling van een doorlopende onderzoeksleerlijn (zie ook facet 2.1) om zo studenten in het nieuwe curriculum voor te bereiden op het schrijven van goed onderbouwde producten. Per januari 2011 wordt vanaf jaar één gestart met een nieuw programma onderzoeksvaardigheden. Uitrol van de vervolgmodules in het tweede en derde studiejaar vindt plaats in achtereenvolgens september 2012 en september 2013. aanscherping procedures voor stage en afstuderen: de opleiding heeft de procedure rondom stage en afstuderen aangescherpt. Het afstudeerplan wordt door de begeleidende docent en de STAF-commissie samen beoordeeld aan de hand van een beoordelingsformulier. Studenten krijgen voor dit afstudeerplan een cijfer dat meetelt in de eindbeoordeling. Aan studenten maakt dit duidelijk dat het afstudeerplan een serieuze aangelegenheid is en dat ze goed moeten nadenken over hun afstudeervoorstel. De STAFcommissie fungeert als waakhond en houdt dit proces scherp in de gaten. nieuwe afstudeerhandleiding: er wordt in de afstudeerhandleiding expliciet verwezen naar de competenties en eindkwalificaties waar de student aan werkt. Deze competenties worden nog – ter verduidelijking richting de studenten – aangevuld met indicatoren. De opleiding heeft de beoordelingsformulieren aangepast: beoordelingscriteria zijn herschreven en er wordt een andere weging toegepast waarbij de nadruk sterker ligt op de inhoud van de scriptie. De beoordelingscriteria zijn in een schema afgestemd op de eindkwalificaties. Deskundigheidsbevordering afstudeerbegeleiders: de opleiding is reeds in het voorjaar 2010 gestart met een professionaliseringstraject voor afstudeerbegeleiders. Er wordt aandacht besteed aan kennis en vaardigheden op het gebied van toegepast onderzoek en aan het realiseren van een gemeenschappelijke visie op het gewenste eindniveau. Er zijn in juni, september en november trainingsdagen geweest en er staat nog een aantal trainingsdagen op de agenda voor 2011. Hierna organiseert de opleiding iedere twee maanden intervisiebijeenkomsten voor afstudeerbegeleiders en leden van de STAFcommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 46
Het meer-ogen principe / eenduidige hanteren procedure: de tweede beoordelaar komt vanaf studiejaar 2010-2011 altijd van een andere vestiging dan de afstudeerbegeleider. Hiermee wordt een betere afstemming over de interpretatie van beoordelingscriteria bewerkstelligd. Betrokkenheid werkveld: de Raad van Advies en de examencommissie zullen ten minste eenmaal per jaar enkele afstudeerscripties bestuderen. Ook gaat de opleiding meer dan nu het geval is informatie vanuit de alumni en het afnemend werkveld betrekken bij de borging van het gerealiseerd niveau. Examencommissie: de controlerende rol van de examencommissie is aangescherpt en in lijn gebracht met Wet Versterking Besturing.
Conclusie Het auditteam is van mening dat de opleiding hard heeft gewerkt aan (verdere) borging van het gerealiseerd niveau. De problematiek is op een eerste docentendag en in vakgroepoverleggen besproken en alle afstudeerbegeleiders zijn zich bewust van het belang van eenduidige toepassing van de criteria. Het management zal extra alert zijn op de uitvoering van de toetsprocedures en het handhaven van de richtlijnen. In lijn van het gezegde ‘wie zaait, zal oogsten’ heeft het auditteam er vertrouwen in dat de inspanningen van de opleiding al in het lopend studiejaar (2010-2011) hun vruchten al zullen afwerpen. Het is een omvangrijk proces dat Schoevers doorloopt en een proces dat de kern van de zaak raakt, namelijk het hbo-bachelorniveau. Het auditteam heeft vertrouwen in de inzet en motivatie van de opleiding én in de effecten van de met elkaar samenhangende verbetermaatregelen. Monitoring van alle ingezette verbeteracties is niettemin essentieel. Daarom wil het auditteam ter overweging meegeven om de opleiding in aanmerking te laten komen voor een herstelperiode. Het team is van mening dat over anderhalf jaar de ingezette verbetering reëel gesproken zichtbaar kunnen en zullen zijn in de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 47
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers en uitkomsten Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding streefcijfers heeft geformuleerd. Zij hanteert zowel voor de bachelor als voor de Ad een rendementsdoelstelling van 85% studenten die de opleiding met een diploma afrondt en een rendementsdoelstelling van 75% geslaagden die hun diploma binnen de nominale studieduur halen. De rendementsdoelstelling van 75% wordt niet gehaald, maar ligt wel hoger dan het landelijk resultaat van 54% van 5 jaar 5. M.b.t het halen van het diploma geldt het volgende: Voor de rendementsdoelstelling van 85% geldt dat: Van de eerste lichting bachelors (cohort 2004, nominale studiejaar eindigde op 31 december 2007) waren ten tijde van de audit 16 van de 19 studenten van de oorspronkelijke groep geslaagd (84%). Twee studenten zijn uitgevallen en één student was nog bezig met studeren. Van de oorspronkelijke groep van cohort 2005 geldt dat 27 van de 35 studenten zijn geslaagd (77%). Vier studenten zijn uitgevallen en vier studenten zijn nog bezig. Van de eerste lichting Ad-studenten (cohort 2006) heeft inmiddels 69% het diploma gehaald (45 van de 65 studenten). Elf studenten zijn na één jaar uitgevallen. Eén student is na jaar één doorgestroomd naar de bachelor. Drie studenten hebben dit na jaar twee gedaan. Vier studenten zijn nog bezig. Voor de Ad deeltijd zijn er nog geen afgestudeerden. De opleiding kent weinig uitval (14%). Kenmerkend is dat Schoevers vrijwel geen uitval kent tijdens het studiejaar (2%). Een aantal studenten besluit om na één jaar te stoppen met de studie om elders verder te studeren of aan het werk te gaan. Vaak geven ze dit ook al bij de start van de opleiding aan. Dit heeft gevolgen voor het rendement. Analyse en verbetermaatregelen De opleiding monitort en analyseert de rendementscijfers op regelmatige basis. Indien noodzakelijk neemt zij verbetermaatregelen. Ten aanzien van het rendement van de Ad is bekend dat met name de eisen die worden gesteld op het gebied van de Nederlandse taal voor veel studenten een struikelblok vormen. Voor het vakgebied Officemanagement is een uitstekende beheersing van het Nederlands (en dus ook van de Nederlandse spelling- en stijlregels) een voorwaarde. Het afrondende tentamen aan het eind van het tweede jaar blijkt voor veel studenten in eerste instantie een brug te ver. Echter uit de directe contacten met de arbeidsmarkt blijkt dat het absoluut ongewenst is op dit gebied concessies aan het niveau te doen. Via een grammaticatoets aan het begin van de studie en een speciaal e-learning programma streeft Schoevers ernaar de resultaten te verbeteren. Met ingang van studiejaar 2009-2010 is het programma verspreid over vier jaar (zie hoofdstuk 3). Dit zorgt voor een betere spreiding van de studiebelasting De verwachting is dat dit ten goede zal komen aan het rendement. Het ingezette deskundigheidsbevorderingstraject voor de afstudeerbegeleiders moet waarborgen dat docenten nog beter in staat zijn de studenten naar de eindstreep te begeleiden, waardoor het rendement verbetert. 5
Bron: De staat van het onderwijs, Onderwijsverslag 2008-2009. Inspectie van het Onderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 48
6.
OORDEELSCHEMA hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement voltijd en deeltijd
Onderwerp
/
Facet
Oordeel
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
V V V
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V V V V V V G V
3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
V G V
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
G V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
O V
Samenvattend oordeel
V
V
V
V
O
V
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de accreditatie van de hbo-bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement (CROHO-nummer 34063) ) en het Associate degreeprogramma Officemanagement (CROHO-nummer 80007), verzorgd door de Hogeschool Schoevers, in al haar varianten en locaties te verlengen. Vervolgens wil het auditteam ter overweging meegeven om de opleiding in aanmerking te laten komen voor een herstelperiode. Het team is van mening dat na deze periode de ingezette verbetering reëel gesproken zichtbaar kunnen en zullen zijn in de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 49
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 50
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 51
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 52
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Het auditteam heeft in de week voorafgaand aan de audit locatiebezoeken georganiseerd en heeft op elke vestiging gesproken met de vestigingsmanager en met studenten. Schoevers Amsterdam: Officia 2 De Klencke 4 1083 HH Amsterdam
Vestigingsmanager Maggy Wijffels
Studenten Robin Donker, 2e jaar bachelor Shadymae Oosterom, 2e jaar bachelor Aphra Vrinten, 3e jaar bachelor Marisa Kalika, 3e jaar bachelor Doménique van de Kimmenade, 2e jaar Ad Julia Krause, 2e jaar Ad Lisanna Pakasi, afgestudeerde jaar 2009/2010 Ad Afwezig: Bert Pomper, 1e jaar bachelor
Fabianne Papen
-
Eva de Kort: 1e jaar bachelor Gerien Vos: 2e jaar bachelor Milou van de Streek: 2e jaar bachelor Teske Crooymans: 2e jaar Ad. Doorgestroomd naar 3e jaar bachelor
Jobke Kúthe
-
Karen van Schie, 2e jaar bachelor Hester van Pelt, 3e jaar bachelor Julie Hetterscheidt, 3e jaar bachelor Gabrielle Lether, 2e jaar Ad Sarie Jacobs, alumna bachelor
Diana van der Heijden
-
Saskia de Mol, 1e jaar bachelor Vivian Stroeken, 2e jaar bachelor Graciella van Drunen, 3e jaar bachelor Amanda Wiegman, 3e jaar bachelor Merel Kuijper, 1e jaar Ad Sien Hommeles, 2e jaar Ad Claudia de Kock, alumna Ad
Pieta Kamp
-
Marijne Veth, 1e jaar bachelor Stefanie Bremer, 2e jaar bachelor Neeltje Heuvelman, 3e jaar bachelor Annemijn Harten, 3e jaar bachelor Nils den Herder, 2e jaar Ad Angelique Chatta, alumna bachelor
Paula Muytjens
-
Maaike Schermer, 1e jaar bachelor Marjolein Preijde. 2e jaar bachelor Colinda Roos, 2e jaar Ad Maaike van Maris ,3e jaar bachelor Laetitia Bosma, 3e jaar bachelor
Locatiebezoek 31 augustus 2010
Schoevers Arnhem: Utrechtsestraat 35 6811 LT Arnhem Locatiebezoek 1 september 2010 Schoevers Den Haag: Fluwelen Burgwal 44 2511 CJ Den Haag Locatiebezoek 2 september 2010 Schoevers Eindhoven: Markt 17 5611 EB Eindhoven Locatiebezoek 1 september 2010
Schoevers Rotterdam: Karel Doormanstraat 331 3012 GH Rotterdam Locatiebezoek 31 augustus 2010 Schoevers Utrecht: Kromme Nieuwegracht 3 3512 HC Utrecht Locatiebezoek 31 augustus 2010
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 53
Programma Accreditatie-audit hbo bacheloropleiding Commercieel Communicatiemanagement (CM) (voltijd en deeltijd) + Associate Degree Officemanagement (voltijd en deeltijd) 7 september 2010 Samenstelling auditteam Voorzitter Vakdeskundige Werkvelddeskundige Studentlid 26 mei Secretaris Toehoorder
Ruud van der Herberg Els van der Pool Guus Pastijn Irene Jaspers Daniëlle de Koning Suzanne Oostrom
Week 36 – 7 september 2010 – locatie Houten Tijd en ruimte 08.15 – 08.30 08.30 – 09.15 09.15 – 10.30
10.30 – 10.45 10.45 – 11.45
11.45 – 12.00 12.00 – 12.30
12.30 – 13.15 13.15 – 14.00
Gesprekspartners
Management - Ria van ’t Klooster, algemeen directeur - Ingrid Kolenbrander, financieel directeur - Caroline Calis, manager opleidingen
Korte pauze Coördinatoren Voltijdcoördinator: - Amanda de Boer, Den Haag Deeltijdcoördinator: - Debby Schonis, Rotterdam Vakcoördinatoren: - Jan de Geus, bedrijfskunde/marketing, Amsterdam - Karin de Laat, Engels, Eindhoven - Frank van der Schot, communicatie, Amsterdam Afstudeercoördinator: - Ger Pangkey, Rotterdam Mentor/Afstudeerbegeleider: - Nelleke van der Zwan, Den Haag Korte pauze Examencommissie - Caroline Calis, voorzitter van de examencommissie - Eveline Koster, secretaris - Tessa Hoekstra, lid Lunch Verificatie documenten
Auditoren
Onderwerpen Inloop door en ontvangst van auditteam
Auditteam Auditteam
Voorbespreking auditteam - Kennismaking - Definitieve vaststelling programma Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie / Instroom / Toelating Internationalisering Innovatie / van 3 naar 4 jaar Relatie beroepenveld Personeel / Scholing Resultaten / Onderwijsrendement Alumnibeleid Kwaliteitszorg (evaluatie van resultaten / maatregelen tot verbetering / betrekken van stakeholders) Interne terugkoppeling, verificatie Inhoudelijk opleidingskader + curriculum - Afstemming en ontwikkeling van de opleiding als geheel - Relatie beroepenveld / borging actualiteit programma - Ontwikkelingen beroepsdomein - Onderwijsontwikkeling - Samenhang programma - Internationalisering - Toetsen en beoordelen - Instroomniveau / doorlopende lijn mbohbo - Studeerbaarheid, studielast - Studie(loopbaan)begeleiding - Stage en afstuderen -
Auditteam Auditteam
Auditteam Auditteam
Auditteam Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie - Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen - Vrijstellingen / EVC - Toetscommissie - Bevoegdheden Examencommissie - Kwaliteitsborging afstudeerders - Lunch Gelegenheid voor (een deel van) het auditteam om documentatie te verifiëren
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 54
Tijd en ruimte 14.00 – 15.15
15.15 – 15.30 15.30 – 16.15
16.15 – 17.00 17.00 – 17.15
Gesprekspartners Docenten voltijd bachelor + docenten Ad - Janneke Bavelaar, Management/Marketing, Utrecht - Gerard Onderstal, Communicatie, Arnhem - Henk van Rossem, Engels, Amsterdam André Swagers, Management/Marketing, Amsterdam - Marcel Theloesen, Economie, Arnhem/Eindhoven Korte pauze Docenten deeltijd - Bente Jansen, Managementvaardigheden, Organisatiepsychologie, Utrecht - Marijke Kuiper, Nederlands, Den Haag - Ger Pangkey, Management/Marketing, Rotterdam - Jan Prins, Management, Utrecht - Henk van Rossem, Engels, Amsterdam
Voorlopige terugkoppeling
Auditoren Auditteam
Onderwerpen - Relatie beroepenveld / borging actualiteit programma - Ontwikkelingen beroepsdomein - Onderwijsontwikkeling - Samenhang programma - Toetsen en beoordelen - Internationalisering - Scholing
Auditteam Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie Zie hierboven
Auditteam
-
Auditteam
-
Intern overleg Bepaling voorlopige beoordeling generiek beleid Voorlopige terugkoppeling
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 55
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 56
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Instroomcijfers Instroomcijfer studenten voltijd studiejaar 2010-2011
Studiejaar 2010-2011 Stand per 6 augustus 2010
Amsterdam
Arnhem
Den Haag
Eindhoven
Rotterdam
Utrecht
TOTAAL 10/11
Associate degree jaar één
11
7
4
9
6
11
48
8
1
0
5
9
5
28
Associate degree jaar twee
30
13
3
17
15
21
99
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement jaar twee
10
3
4
4
12
4
37
6
6
10
4
10
8
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement jaar één
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement jaar drie TOTAAL
65 30 21 39 52 49
44 256
Instroomcijfer studenten voltijd studiejaar 2009-2010
10
3
16
11 31*
10
2
5
7
11
5
27
12
9
22
15
24
7
6
9
5
9
5
8
4
9
18
10
67 34 35 68 56
6 71
TOTAAL 09/10
TOTAAL
15
Utrecht
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement 3e jaar
Rotterdam
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement, 2e jaar
Eindhoven
Associate degree OM 2e jaar
Den Haag
Bachelor Commercieel/ Communicatiemanagement, 1e jaar
Arnhem
Associate degree, 1e jaar
Amsterdam
Studiejaar 2009-2010
86 40 109 41 55 331
* inclusief Sprint
Studenten Deeltijd Omdat het deeltijdprogramma geheel modulair is opgebouwd, kunnen geen instroomcijfers gegeven worden. De student schrijft zich per onderdeel in. Aan het eind van het traject worden de onderdelen samengevoegd tot de complete opleiding. In studiejaar 2008-2009 rondden 28 studenten het basisdeel van de opleiding af; in studiejaar 2009-2010 waren dit er 40.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 57
Uitvalcijfers Bachelor Uitval
instroom in 1e jaar
cohort 2004
19
nominaal 31-12-07 cohort 2005
35
nominaal 31-12-08 cohort 2006
57
nominaal 31-12-09 cohort 2007
51
nominaal 31-12-10 cohort 2008
39
nominaal 31-12-11 cohort 2009
40
nominaal 31-12-12
uitval na 1e jaar
totaal uitval cohort
uitval na 2e jaar
uitval
uitstroom naar ad
totaal uitval na 1e jaar
uitval
uitstroom naar ad
totaal uitval na 2e jaar
1 5% 2 6% 5 9% 6 12% 6 15% 0 0%
1 5% 1 3% 4 7% 1 2% 2 5% 0 0%
2 11% 3 9% 9 16% 7 14% 8 21% 0 0%
0 0% 1 3% 0 0% 5 10% 0 0% 0 0%
0 0% 0 0% 1 2% 0 0% 0 0% 0 0%
0 0% 1 3% 1 2% 5 10% 0 0% 0 0%
Associate degree Uitval instroom in 1e jaar
uitval
interne doorstroom
oorspronkelij uitval doorstroom ke groep oorsrponkelij van Ad1 naar 1e jaar ke groep bachelor cohort 2006
65
nominaal 31-08-08 cohort 2007
76
nominaal 31-08-09 cohort 2008
91
nominaal 31-08-10 cohort 2009
11 17% 8 11% 9 10%
1 3 5
86
nominaal 31-08-11
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 58
2 11% 4 11% 10 18% 12 24% 8 21% 0 0%
Rendementscijfers Rendement bachelor geslaagd na nominale studieduur van 3 jaar en 4 maanden studenten totaal studenten met een oorspronkelijke met een oorspronkelijke afwijkende groep + oorspronkelijke afwijkende groep studieroute zij-instroom groep studieroute cohort 2004
19
48
67
nominaal 31-12-07 cohort 2005
35
35
70
57
12
69
nominaal 31-12-08 cohort 2006 nominaal 31-12-09 cohort 2007
51
16
cohort 2008
39
10
10
20
53%
21%
30%
16
13
29
46%
37%
41%
16
1
17
28%
8%
25%
67
nominaal 31-12-10 10
totaal oorspronkelijke groep + zij-instroom
5
1
10%
6%
49
nominaal 31-12-11 cohort 2009
40
nominaal 31-12-12
geslaagd na nominale studieduur + 1 jaar
oorspronke lijke groep
cohort 2004 nominaal 31-12-07
cohort 2005 nominaal 31-12-08
cohort 2006 nominaal 31-12-09
15 79%
21 60%
33 58%
studenten met een afwijkend e studierout e
24 50%
22 63%
4 33%
totaal oorspronkelijke groep + zijinstroom
39 58%
43 61%
37 54%
geslaagd na nominale studieduur + 2 jaar*
oorspronk elijke groep
15 79%
27 77%
33 58%
studenten met een afwijkend e studierout e
28 58%
26 74%
5 42%
totaal oorspronkelijke groep + zijinstroom
43 64%
53 76%
38 55%
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 59
*31122009 *31122010 *31122011
Associate degree Rendement Associate degree
geslaagd na nominale studieduur van 2 jaar
oorspronkelijke groep cohort 2006
studenten totaal studenten met een oorspronkelijke met een afwijkende groep + oorspronkelijke afwijkende studieroute zij-instroom groep studieroute
65
26
91
nominaal 31-08-08 cohort 2007
76
21
97
nominaal 31-08-09 cohort 2008
91
32
123
nominaal 31-08-10 cohort 2009
totaal oorspronkelijke groep + zij-instroom
41
14
55
63%
54%
60%
51
10
61
67%
48%
63%
59
16
75
65%
50%
61%
86
nominaal 31-08-11
geslaagd na nominale studieduur + 1 jaar
geslaagd na nominale studieduur + 2 jaar*
oorspronkelijke groep
studenten met een afwijkende studieroute
43
16
59
45
17
62
62% 13
65% 69
69%
65%
68%
cohort 2007
66% 56
nominaal 31-08-09
74%
62%
71%
cohort 2006 nominaal 31-08-08
totaal studenten totaal oorspronkelijke met een oorspronkelijke groep + oorspronkelijke afwijkende groep + zij-instroom groep studieroute zij-instroom *31-082010 *31-082011
cohort 2008 *31-082012
nominaal 31-08-10 cohort 2009 nominaal 31-08-11
Van cohort 2006 zijn 11 studenten na het 1e jaar uitgestroomd, 1 ging er naar de bachelor. Als deze 12 studenten niet mee worden geteld is het rendementspercentage als volgt. geslaagd na nominale studieduur + 2 jaar*
oorspronkelijke groep - 12 uitvallers
45 85%
studenten met een afwijkende studieroute
17 65%
totaal oorspronkelijke groep + zij-instroom - 12 uitvallers
62 78%
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 60
Propedeuse bachelor en Associate degree
Rendement* bachelor propedeuse
cohort 2004
Rendement* Associate degree
oorspronkelijke groep
propedeuse
oorspronkelijke groep propedeuse
19
n.b.
35
n.b.
57
n.b.
65
n.b.
51
34
76
63
nominaal 31-12-07 cohort 2005 nominaal 31-12-08 cohort 2006 nominaal 31-12-09 cohort 2007 nominaal 31-12-10 cohort 2008 nominaal 31-12-11
n.b.
67% 39
27 69%
83% 91
76 84%
niet bekend (tot 2007 werd het propedeuseresultaat niet centraal geregistreerd
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 61
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 62
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN Drs. R.B. (Ruud) van der Herberg De heer Van der Herberg was jarenlang eindverantwoordelijk schoolleider in het voortgezet onderwijs (Minkema College). Hij heeft daar ruime ervaring opgedaan met bestuurlijke verzelfstandiging, fusieprocessen, convenanten en sponsorcontracten tussen vmbo en brancheorganisaties, personeelsbeleid en kwaliteitszorg. Als externe deskundige is hij betrokken bij audits (Platform Bèta Techniek) en visitatieprocessen in het speciaal voortgezet onderwijs en voortgezet onderwijs. Tevens maakte hij deel uit van de Stuurgroep Academische Opleidingsschool, Utrechts Model’. Bij Hobéon zet hij zich sinds 2007 als senior adviseur in bij de accreditatie onderzoeken die worden uitgevoerd in het hoger beroepsonderwijs. Daarnaast adviseert hij het voortgezet onderwijs, o.a. op basis van zijn specifieke kennis van dit type onderwijs. Dr. E.M.C. (Els) van der Pool Mevrouw Van der Pool is sinds oktober 2002 deeltijd lector Human Communication Development aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). Daarnaast is zij universitair docent aan de Universiteit van Tilburg, bij de studierichting Bedrijfscommunicatie en Digitale Media. Vanuit diverse werkomgevingen heeft Van der Pool zich bezig gehouden met professioneel communiceren en de ontwikkeling daarvan. Een combinatie van theorie en praktijk stonden daarbij steeds centraal. Tijdens en na haar promotie was ze werkzaam als zelfstandig trainer-adviseur onder andere bij de Belastingdienst. Aansluitend werkte ze bij Boertien & Partners en Vergouwen Overduin. Daarna was zij projectleider bij advies- en ingenieursbureau DHV voor een organisatiebreed ontwikkelingsprogramma voor de professionalisering van klantgerichte communicatie. G.J. (Guus) Pastijn De heer Pastijn heeft de opleiding Small Business & Retailmanagement gevolgd in Amsterdam. Deze opleiding vulde hij aan met SRM Mediaplanning en Nima A, B en C. Na zijn militairendienstplicht begon hij in 1977 als mediaplanner bij Recla-Janssen Advertising in Amsterdam. Dit bureau is later opgegaan in Saatchi & Saatchi. Sinds die tijd heeft hij altijd media- en directiefuncties bekleed binnen een groot aantal (internationale) reclame- en mediabureaus. De afgelopen dertig jaar heeft hij daarom alle veranderingen in het communicatielandschap van dichtbij meegemaakt. Sinds 2004 bedient hij met zijn eigen bedrijf M-fuel B.V een aantal adverteerders en reclamebureaus als zelfstandig media- en marketingcommunicatieadviseur en communicatietrainer. Daarnaast geeft de heer Pastijn in eigen beheer ontwikkelde mediaworkshops en communicatietrainingen. Ten slotte is hij werkzaam als docent mediaplanning en marketingcommunicatie bij het marketingopleidingsinstituut SRM. I.H.C. (Irene) Jaspers Mevrouw Jaspers is vierdejaars studente aan de voltijdopleiding Communicatiemanagement van de Fontys Hogeschool Communicatie. Ze volgde tijdens haar studie onder andere de minor communicatie- en mediadesign. Naast haar studie werkt ze als administratief- en communicatiemedewerkster bij Focus-on-U een bureau voor coaching en advies hoofdzakelijk m.b.t. onderwijs en educatie. Mevrouw Jaspers heeft in 2010 ook als studentlid opgetreden in de audit ten behoeve van de accreditatie van de opleiding Communicatiemanagement van Hogeschool Utrecht.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 63
D.P.M. (Daniëlle) de Koning MSc Mevrouw De Koning heeft haar propedeuse behaald in de Franse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Leiden, vervolgens heeft zij ervoor gekozen om over te stappen naar de studie Commerciële Economie (richting Internationaal Management) aan de Haarlem Business School. Tijdens deze studie heeft zij tien maanden in Frankrijk gewoond, waar zij stage heeft gelopen en gestudeerd heeft aan de ESSCA (Ecole Supérieure des Sciences Commerciales d’Angers). In 2003 studeerde zij af en is zij de studie Cultuur, Organisatie en Management gaan volgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, welke zij in 2006 heeft afgerond. Haar werkterreinen binnen Hobéon zijn organisatieadvies, marktonderzoek en certificering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 64
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 65
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 66
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 67
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 68
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 69
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 70
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Werkwijze en beoordelingsprocedure Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd en deeltijd) opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Voor de beoordeling van het Ad-programma is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader Associate-degreeprogramma's”. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De (voltijd en deeltijd) opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een hbo-opleiding Commercieel Communicatiemanagement op bachelor-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Beoordelingsprocedure De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
1 Documentenanalyse
Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Commercieel Communicatiemanagement van Hogeschool Schoevers aangeleverde schriftelijke informatie: zie Bijlage V. Op basis van de door opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2 Audit
De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie 6, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering.
6
Visitatie heeft op 7 september 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 71
Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 72
Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; 7 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
7
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 73
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 74
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN Deel A Opleidingsdossier behorend bij de Management Review Hogeschool Schoevers Doc. nr.
Titel
Datum
Op USBstick
2010/2011
x
Ter inzage bij de audit x
A01
OER 2010/2011 Hogeschool Schoevers met daarin opgenomen: beroepsprofielen eindkwalificaties onderwijsvisie toetsbeleid kwaliteitsbeleid
A02
Programma-overzichten 2010/2011
x
x
A03
Programma-overzicht deeltijd
x
x
A04
Semesterindeling bachelor
x
x
A05
Jaarplanning 2010/2011 voltijd
2010/2011
x
x
A06
Roostervoorschrift 2010/2011 voltijd
2010/2011
x
x
A07
Examenreglement 2010/2011 waarin opgenomen taakstelling examencommissie
2010/2011
x
x
A08A
Tentamenprogrammering hbo1 2010/2011 waarin opgenomen aantal credits wijze van toetsing
2010/2011
x
x
A08A
Tentamenprogrammering hbo2 2010/2011 waarin opgenomen aantal credits wijze van toetsing Examenprogrammering deeltijd
2010/2011
x
x
A09
2009/2010
x
x
A10
Modulewijzers 10/11 waarin vermeld staan aantal credits leerdoelen werkvormen
2010/2011
x
Aparte map
A11
Boekenlijsten 2010/2011
2010/2011
x
x
A12
Bouwplan Opleidingenhuis
x
x
A13
Projectplan Accreditatie hogeschool
x
x
A14
Human Resources Actieplan 2010
x
A15
Gerealiseerd scholings- en opleidingsbeleid
x x
A16
Docentenoverzicht
x
x
A17
Samenstelling Raad van Advies
x
x
A18
Reglement Raad van Advies Hogeschool
x
x
A19
Samenstelling Klankbordgroep Secretarieel
x
x
A20
Samenstelling Klankbordgroep Commercieel
x
x
A21
Overzichtslijst van de afstudeerwerken
x
x
A22
Ingevuld schema met kwantitatieve opleidingsgegevens
x
x
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 75
Deel B1
Overige bijlagen behorend bij de Management Review Hogeschool Schoevers
B01
Hobéon, Eindrapportage accreditatie bachelor 2005
06-01-05
x
Ter inzage bij de audit x
B02
NVAO, Voornemen tot besluit accreditatie bachelor Commercieel Communicatiemanagement
27-09-05
x
x
B03
Informatiedossier aanvraag Ad Officemanagement
2005
x
x
B04
NVAO, positief advies aanvraag Ad Officemanagement
10-01-06
x
x
B05
Min. OCW, besluit honorering aanvraag Ad Officemanagement
14-03-06
x
x
B06
NVAO, Adviesrapport pilot instellingsaudit hogeschool
18-12-08
x
x
B07
Informatiedossier aanvraag Ad Commerciële arbeidsbemiddeling
2010
x
x
B08
NVAO, positief advies aanvraag Ad Commerciële arbeidsbemiddeling
x
x
Doc. Titel nr.
Datum
Op USBstick
B09
Notulen bespreking NVAO-rapport
11-05-09
x
x
B10
Gespreksverslag bijeenkomst niveauverhoging
22-06-09
x
x
B11
Verslag Raad van Advies
25-11-09
x
x
B12
Verslag Raad van Advies
19-04-10
x
x
B13
Verslag overleg landelijk vakcoördinatoren
07-12-09
x
B14
Notulen diverse vakgroepvergaderingen
x
B15
Gespreksverslagen met vakcoordinatoren over dublin-Descriptoren en te realiseren niveau
x
B16
Samenspraak Advies: Overeenkomst deskundigheidsbevorderingsgtraject afstudeerbegeleiders
27-04-10
x
x
B17
09-02-10
x
x
B18
Inspectie van het onderwijs: Rapport onderzoek kwaliteit examinering 2009 Factsheet Nationale Studentenenquete
2010
x
x
B19
Rapport instroomenquete
2009
x
x
B20
Rapport studentenenquete
2010
x
x
B21
Voorbeeld mentorenevaluatie
2010
B22
Voorbeeld docentenevaluatie
2010
B23
Rapport uitstroomenquete
2009
x
x
B24
Rapport alumnionderzoek
2010
x
x
B25
Rapport stageonderzoek
2010
x
B26
Rapport computerenquete
2010
x
B27
Rapport cursusevaluaties deeltijd
2010
x
B28
SEO onderzoek
B29
Wentink, Inhoudsopgave werken in kantoren
2002
x
x
B30
Wentink, Ontwikkelingen in kantoororganisaties
2003
x
x
B31
Wentink, Werken in kantoren 1
2003
B32
Wentink, Werken in kantoren 2
2003
B33
Wentink, Secretaresses en managementondersteuners in perspectief
2008
x
Aparte map Aparte map x
B34
Beroepsprofiel Vereniging voor Communicatieadviseurs (nu Logeion)
2002
x
x
B35
Ecabo, Kwalificatiedossier secretariële beroepen
2010
x
x
x
x x
x
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 76
Deel B2
Overige bijlagen behorend bij de Management Review Hogeschool Schoevers Doc. Titel nr. B36 Ecabo, Vergelijking mbo hbo Secretarieel
Datum 2005
Op USBstick x
Ter inzage bij de audit x
B37
Ecabo, Vergelijking mbo hbo commerciële arbeidsbemiddeling
2010
x
x
B38
Beroepsprofiel commercieel arbeidsbemiddelaar
2010
x
x
B39
Verslagen klankbordgroepvergaderingen secretarieel
x
x
B40
Verslagen klankbordgroepvergaderingen commercieel
B41
Reacties op verzoeken tot benchmark
2010
x
x
B42
ESA minutes Santpoort 2010
x
x
B43
Presentatie ESA internationaal arbeidsmarktonderzoek
2010
x
x
B44
Opdrachtenbundel Bedrijfssimulatiedagen
2008
x
x
B45
Stagehandleiding 1e jaar
2010
x
Los document
B46
Onderzoeksopdracht Bachelor 2e jaar
2009
x
x
B47
Afstudeerhandleiding Associate degree Officemanagement voltijd
2009
x
x
B48
Afstudeerhandleiding Bachelor
2009
x
x
B49
Diverse persberichten Project Kinderfonds Ronald McDonald
2009
x
x
B50
Instructie portfolio beroepsvorming deeltijd
B51
Afstudeerhandleiding Associate degree Officemanagement deeltijd
B52
Werkplekcriteria deeltijd
B53
Agenda's docentendagen
B54
Roostervoorschrift mbo
B55
CITO contract
B56
CITO constructiewijzer tentamens
B57
CITO procedure constructie
B58
CITO procedure tentamenevaluatie
B59
CITO checklist tentamenvaststelling
B60
CITO jaarevaluaties
B61
CITO docentenevaluaties
B62
Tentamenplanning
B63
Tentamenrooster
B64
Tentamenopgaven en correctiemodellen
B65
Beoordelingsformulier stage 1e jaar
B66
Beoordelingsformulier stages 3e jaar
B67
Beeordelingsformulier onderzoeksopdracht bachelor
B68
Beoordelingsformulier afstudeeropdracht Ad
B69
Beoordelingsformuilier afstudeeropracht bachelor
B70
Verslagen vergaderingen examencommissie
B71
Verslagen vergaderingen examencommissie en tentamenleiders
B72
Presentatie CITO Docentendag december 2009
B73
Fondsenlijst uitgeverij
B74
Businessplan
B75
Voorbeeld managementcontract
B76
Resultaten pressure cook
B77
Klachtenprocedure
B78
Gedragscode NRTO
B79
Functieprofiel docent
B80
Beoordelingssysteem
2009
x
2009
x
x
2009
x
x
2010
x x
2010
x
x
2010
x
2010
x
x
2010
x
x
2010
x
x
2010
x
x x x
2009
x
2009
x
x x
2009 2009
Aparte map x
x
2009
x
x
2009
x
x
2009
x
x
2009
x
x
x
x
x
x
2009
x
x
2010
x
x
2009
Los document
2009
Op te vragen
2010
Los document
2010
x
x
2010
x
x
2010
x
x
2010
x
x
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 77
Deel C Aanvullingen Doc. Titel nr.
2010
C2
Rapportage papieren benchmark met Bachelor Officemanagement Erasmus hogeschool Belgie, Bachelor Communicatie Erasmus hogeschool Belgie, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Leiden Verslag benchmarkgesprek hogeschool TMO
Ter inzage bij de audit x
2010
x
C3
Format loopbaangesprekken + loopbaangesprek formulier
2010
x
C4
Verslag benchmarkgesprek Hogere Hotelschool Den Haag
2010
X
Onderbouwing opleidingsprofiel
2010
Afstudeerhandleiding bachelor (inclusief 3 beoordelingsformulieren in de bijlage) Verslag training afstudeerbegeleiders 30 september 2010
2010 2010
Projectplan Borging Niveau Bachelor Hogeschool Schoevers
2010
Uitwerking curriculum Onderzoeksvaardigheden
2010
C1
Datum
Plan van aanpak implementatie curriculum Onderzoeksvaardigheden
2010
Onderzoeksplan afstudeeronderzoek onvoldoende
2010
Onderzoeksplan afstudeeronderzoek voldoende
2010
Marketing portfolio 1.1.
2010
Marketing portfolio 1.2
2010
Handleiding onderzoeksopdracht bachelor 2 (inclusief beoordelingsformulier
2010
Op USBstick
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding CCM en Ad-Office management 78