Bloemen & Planten
Poot- & Consumptieaardappelen
Groenten & Fruit
HBAG Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel
jaarverslag 2009
Contactgegevens HBAG en commissies HBAG i: www.hbag.nl t: 0297-380090 f: 0297-380099 e:
[email protected] Commissie Groenten & Fruit i: www.hbaggroenten.nl t: 070-3850100 f: 070-3475253 e:
[email protected] postadres: postbus 90410, 2509LK Den Haag bezoekadres: Bezuidenhoutseweg 82, 2594AX Den Haag Commissies Poot- & Consumptieaardappelen i: www.nao.nl (zie onder knop ‘HBAG’) t: 070-3589331 f: 070-3544290 e:
[email protected] postadres: postbus 84102, 2508AC Den Haag bezoekadres: Van Stolkweg 31, 2585JN Den Haag Commissie Bloemen & Planten i: www.hbagbloemen.nl t: 0297-380090 f: 0297-380099 e:
[email protected] postadres: postbus 1012, 1430BA Aalsmeer bezoekadres: Turfstekerstraat 63, 1431GD Aalsmeer
Inhoud Voorwoord secretaris Peter van Ostaijen Code Goed Bestuur Beleid in theorie en praktijk Voorzitter Varekamp: ‘Je kunt veel doen voor sector’ FNV’er De Keijzer: ‘Tijd voor concrete vakbondsplannen’ CNV’er Mastenbroek: ‘Arbeid geen rekensommetje meer’
2 4 6 8 10 12
Commissie Groenten & Fruit Voorzitter Tacken: ‘Vol overtuiging verder’ Commissierapportage: meer uitbesteden is de trend Uit de praktijk: exporteur Kees Oskam (Vleuten)
14 16 22
Commissies Consumptie- en Pootaardappelen Voorzitter Van Arendonk: ‘Overheid neemt verantwoordelijkheid niet’ Commissierapportage: Erwinia en afzetbevordering wegen zwaar Uit de praktijk: kleinverpakker Bram Werkman (Oosternieland)
25 28 34
Commissie Bloemen & Planten Voorzitter De Boon: ‘Samen optrekken met VGB waar het kan’ Commissierapportage: efficiënt, flexibel en praktijkgericht Uit de praktijk: exporteur Gerard van Zuijlen (Naaldwijk)
37 39 46
Balans Rekening van Baten en Lasten Verordeningen Bestuurlijke samenstelling
50 51 52 54
Voorwoord
2
Afgeslankt en zelfstandig de toekomst in Het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel (HBAG) gaat verder afgeslankt de toekomst in, maar blijft een zelfstandige organisatie. Dat is de uitkomst van de discussies over de toekomst van het schap in het jaar 2009. Het HBAG richt zich uitsluitend op taken en activiteiten die publiekelijk dienen te worden opgepakt, in het belang van de agrarische groothandelssector. Dat gebeurt met een slanke, flexibele en efficiënt opererende organisatie. In dit jaarverslag laten we zien wat we allemaal doen ter ondersteuning van de groothandel in bloemen & planten, groenten & fruit en consumptie- & pootaardappelen. Anders geformuleerd, we leggen uit waar we de heffingsgelden die de bedrijven in de onderscheiden sectoren gezamenlijk opbrengen, voor gebruiken. Dat zijn aan de ene kant vaste werkzaamheden zoals registratie van de bedrijven in de branche en aan de andere kant activiteiten en – vooral – projecten, waar bedrijven sectorbreed hun voordeel mee kunnen doen. Het eerste gedeelte van dit verslag over het jaar 2009 is algemeen van aard. Aan het woord daarin komen de HBAG-voorzitter en de twee vakbondsvertegenwoordigers in het bestuur. Ook is er een plaats ingeruimd voor de invulling van de Code Goed Bestuur en voor beleidszaken die omwille van een zorgvuldige verslaglegging aparte toelichting behoeven. De slotpagina’s zijn zoals gebruikelijk gereserveerd voor de financiële cijfers, de verordeningen en de bestuurlijke samenstelling. Het middendeel bestaat uit drie katernen, voor de HBAG Commissie Bloemen & Planten, voor de HBAG Commissie Groenten & Fruit en voor de beide HBAG Commissies Aardappelen. De opbouw van elk katern is gelijk: de voorzitter verwoordt het beleid en de commissiesecretarissen leggen zo concreet mogelijk uit welke projecten en activiteiten uit de HBAG-koker afkomstig zijn. Daarnaast geeft een ondernemer uit de betreffende sector zijn visie op de ontwikkelingen en op de rol van het HBAG in de branche.
Peter van Ostaijen, algemeen secretaris Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel
3
Code Goed Bestuur Sinds 1 juli 2008 geeft het bestuur van het HBAG invulling aan de Code Goed Bestuur. De principes uit deze code zijn destijds uitgewerkt in een aantal interne verordeningen, waarin de SER zich kon vinden. De Code Goed Bestuur kan via de website van het HBAG worden geraadpleegd. Vergoedingen In 2009 ontving de voorzitter in totaal een bedrag van € 20.000 aan vergoeding. De andere vergoedingen betroffen de vacatiegelden voor de bestuurders. Per vergadering ontvingen ze, overeenkomstig de SER-normen, elk € 319. Personele unies De personele unies van de bestuurders zijn in kaart gebracht. Een overzicht vermeldt de datum van hun eerste benoeming, hun functies binnen het schap en hun voor het schap relevante nevenfuncties. Dat overzicht is terug te vinden op de site van het HBAG. Beleidscyclus Vergaderingen van de commissies worden aangekondigd via de websites van die commissies. Dat geldt ook voor vergaderingen van de koepel. Aankondigingen zijn tevens terug te vinden in de vakbladen, alsook verslagen van de commissievergaderingen. Beleidsvoornemens en andere vergaderstukken zijn op te vragen via de afzonderlijke websites. Eigen activiteiten Het HBAG heeft in 2009 geen bijzondere eigen activiteiten ondernomen. Administratieve lasten Het HBAG blijft continu streven naar een minimum aan administratieve lastendruk voor het bedrijfsleven. Daar waar het mogelijk is, worden procedures, regels, voorschriften enzovoort versimpeld en verminderd. Vele jaren reeds wordt aan minimalisering van de lastendruk systematisch aandacht gegeven. Dat was ook in 2009 het geval. Net als in andere jaren heeft het HBAG meegedaan aan de meting van de administratieve lastendruk, zoals de SER dat vraagt.
4
Stelsel van intern toezicht Het intern toezicht op naleving van de Code Goed Bestuur is in de HBAG-structuur verankerd door de aanstelling van een accountant. Deze verzorgt (jaarlijks) de controle op de boekhouding en op de jaarrekening en brengt daarover in een management letter verslag uit aan het bestuur. Bezwaar en beroep; tuchtrecht Tegen heffingen kan bij het HBAG bezwaar worden aangetekend. In het verslagjaar zijn geen zaken aangebracht. Wel lopen er enkele beroepszaken bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, één in zowel de aardappel- als de groenten- en fruitsector en enkele bij bloemen en planten. Het gaat in de onderhavige gevallen om ondernemers die vinden dat de heffing te hoog is dan wel onterecht is opgelegd. In geen van deze beroepszaken is in 2009 een gerechtelijke uitspraak gedaan. Evenmin zijn er in 2009 zaken aangebracht bij het Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen. Dat is een onafhankelijk tuchtgerecht, dat – naast andere publiekrechtelijke bedrijfslichamen – ook het HBAG bedient en waarvan het secretariaat wordt gevoerd door het Instituut voor Agrarisch Recht. Financiële relaties De HBAG Commissie Bloemen & Planten onderhield in 2009 een financiële relatie met haar dragende organisatie VGB. Deze relatie bestond uit subsidiëring van projecten van de brancheorganisatie. Ook voor de andere commissies geldt dat het om subsidiëring van projecten ten bate van de gehele branche ging. De HBAG Commissie Groenten & Fruit onderhield financiële relaties met haar dragende organisatie Frugi Venta en met de vakbonden. Zowel bij de Commissie Pootaardappelen als de Commissie Consumptie-, Fabrieks- & Voeraardappelen ging het om de dragende organisatie NAO. De financiële relaties met niet-dragende organisaties zagen er als volgt uit: - de Commissie Bloemen & Planten onderhield ze met de Plantenziektenkundige Dienst, SACAR, Union Fleurs en de Stichting Florecom; - de Commissie Groenten & Fruit met Frug I Com, Fresh Corridor en Food Compass; - de Commissies Aardappelen met NIVAP, AGFPN, GFK, Loyens & Loeff, VHP-ergonomie en Stichting Duurteelt. Het betrof bij elke commissie bijna uitsluitend projecten.
5
Beleid in theorie en praktijk Missie Het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel (HBAG) ontleent zijn bestaansrecht aan het dienen van het gezamenlijk belang van alle ondernemingen in de agrarische groothandelssector. Daarmee is het een organisatie die bijdraagt aan een gezonde groei van de sector. Dat gebeurt mede in het belang van de rest van de tuinbouw- en aardappelsector en van de totale Nederlandse economie. Het schap ondersteunt waar nodig en nuttig de dragende organisaties. Doelstellingen De doelstellingen van het HBAG sluiten aan op het instellingsbesluit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 2002 en passen binnen de kaders van artikel 71 van de Wet op de bedrijfsorganisatie. Om deze doelstellingen te realiseren verricht het HBAG activiteiten die ten goede komen aan alle ondernemingen en personen waarvoor het schap is ingesteld of die behoren tot een sector binnen de werkingssfeer van het HBAG en de daarbij betrokken personen. Het hoofdbedrijfschap verricht deze activiteiten voor een bescheiden deel zelf. De overige besteedt het uit aan derden – uit doelmatigheidsoogpunt en onder strikte voorwaarden. Een derde mogelijkheid is het verlenen van een financiële bijdrage aan (onderzoeks)programma’s die aansluiten bij de doelstellingen van het HBAG. De hiervoor genoemde strikte voorwaarden betreffen onder meer periodieke (inhoudelijke en financiële) voortgangsrapportages en de toetsing op effectiviteit en efficiency. Projecten Het merendeel van de heffingsgelden van de vier commissies gaat naar projecten die dragende of niet-dragende organisaties uitvoeren. Veel van die projecten nemen meerdere jaren in beslag, al toetst het HBAG tussentijds met regelmaat of ze voldoen aan de verwachtingen dan wel moeten worden aangepast of gestaakt. Voorbeelden van projecten en de evaluatie ervan komen elders in dit jaarverslag aan de orde, zowel in de interviews met de commissievoorzitters als in de sectorrapportages. Er is één project waaraan alle commissies bijdragen: het FHKN-project. Het betreft de stichting ‘FHKN Partner in opleiding en examen’, waarin drie vakbonden samen-
6
werken en die als schakel fungeert tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs. Het draait in het project om scholing, een aantrekkelijk bedrijfstakimago en het werven van jonge mensen voor de agrarische groothandel. Producten en diensten Het HBAG fungeert, specifiek via de afzonderlijke commissies, als helpdesk voor bedrijfsgenoten. Deze kunnen bij de commissies terecht met vragen en opmerkingen over de branche. Zowel via website en e-mail als telefonisch en per post zijn de commissies bereikbaar. Via de algemene website www.hbag.nl worden geïnteresseerden direct doorverwezen naar de sites van de commissies. Onder meer op de afzonderlijke websites van de commissies staat aangegeven welke producten en diensten de desbetreffende commissie sectorbreed biedt. Ook wordt ingegaan op aspecten als kwaliteit, onderzoek, innovatie en voorlichting/ promotie, dit alles ten dienste van alle branchegenoten. De commissies geven verder folders, brochures en andere publicaties uit en laten via persberichten en vakbladen alom horen waarmee ze bezig zijn. Risicoanalyse Risicoanalyse is op geen van de commissies van toepassing. Convenanten Waar nodig maken de commissies convenanten of afspraken om sectorbrede problemen die zich voordoen, aan te pakken. Dat is onder meer gebeurd bij verpakkingen (bij groenten en fruit, bloemen en planten) en ziektebestrijding (bij aardappelen). In 2009 zijn er echter geen convenanten gesloten. Advisering Advisering van andere overheden maakt geen deel uit van de vaste werkzaamheden van de commissies. Wel komt het af en toe voor dat ze adviezen geven, maar uitsluitend als er sprake is van kwesties die een sector collectief aangaan. In 2009 is dat niet gebeurd. Medebewindstaken en uitvoering van Europese regelgeving zijn op geen van de commissies van toepassing.
7
Marius Varekamp (voorzitter HBAG)
Je kunt veel doen in belang van totale sector’ “Een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie zoals het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel mag nooit een doel op zich zijn. Het blijft altijd een middel. Een middel om de bedrijfstak in zijn totaliteit goed te kunnen laten functioneren. Een organisatie bovendien die dienstbaar is, dicht bij de private organisaties staat en, volgens het principe ‘slank en slim’, facilitair en complementair werkt. En die zich steeds weer afvraagt of ze actueel is en nog voldoet.”
Dat stelt HBAG-voorzitter Marius Varekamp vast. Zijn pleidooi voor het verschijnsel bedrijfschap is vooral ook ingegeven door de zelfordenende werking die er binnen de agrarische sector, met veel kleinschalige bedrijven, van uitgaat. “Want je kunt, mits je draagvlak hebt, een hoop zaken regelen die in het belang zijn van de totale sector en beroepsgroep. Zaken die niet te regelen zouden zijn als je ze zou beperken tot leden van private organisaties.” Met samenwerking veel bereikt Hij vindt het “zo makkelijk gezegd” dat een publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie niet nodig zou zijn. Het argument in dat geval is dat de private sector aan de ene en de overheid aan de andere kant genoeg is, met niks meer ertussen. Kijk maar eens, zegt Varekamp, wat de agrarische sector door samenwerking tussen bedrijfschappen, belangenorganisaties en andere betrokken partijen in een eeuw bereikt heeft. “Daardoor is de Nederlandse agrarische sector zo groot en daardoor is het een belangrijke exporterende bedrijfstak geworden. Dan moet je de wijze koesteren waarop wij in dit land de belangen afwegen en de belangen behartigen.” Onder ondernemers in de sector is het draagvlak voor het HBAG volgens hem aanzienlijk. De ondernemers die tegen de heffing zijn, zijn veelal slechts uit op onmiddellijke kostenminimalisatie. “Juist ondernemers die structureel met de toekomst bezig zijn en op lange termijn denken, hoor je niet. Die blijven overigens wel kritisch naar ons toe! Maar kritisch gevolgd worden is altijd goed.” Draagvlakonderzoek voor dit soort lichamen is een goede zaak, zo is zijn overtuiging. “Maar moet het elke vier jaar? Het zou ook eens in de tien jaar kunnen, tenzij er majeure tegenstromen zijn. Dan kun je als schap langetermijnbeleid maken en er ook met je medewerkers op focussen.” Een nadeel van de vierjarige cyclus zijn in zijn ogen ook de forse kosten die draagvlakonderzoeken elk keer met zich meebrengen; ze worden uit de heffingen betaald.
8
Accent verschuift In PBO-land gebeurt het nodige de laatste jaren. Ook bij het HBAG. “Het accent verschuift, waardoor de private organisaties maatgevender worden. En er is sprake van finetuning in de belangenbehartiging,” geeft Varekamp aan. Nuchter voegt hij eraan toe: “De commissies moeten ook niet méér willen zijn dan strikt noodzakelijk.” Bij de Commissie Bloemen & Planten en de Commissie Groenten & Fruit zijn de veranderingen vorig jaar het grootst geweest. Beide zijn behoorlijk in personele omvang afgenomen. Bij de koepel op zich is in 2009 weinig veranderd. Behalve in de zetelbezetting in het dagelijks bestuur. De commissievoorzitters, die er deel van uitmaken, combineren nu alledrie die functie met het voorzitterschap van de private sectororganisaties. Varekamp juicht dat toe. “Anders heb je toch maar twee kapiteins op één schip. Dit werkt beter, ook in HBAG-verband. Je hebt steeds te maken met de mensen die ertoe doen.” Bij aardappelen was altijd al sprake van een personele unie, bij groenten & fruit en bloemen & planten voortaan ook. Een kwestie van interne finetuning vorig jaar, op verzoek van toezichthouder SER, was het verder harmoniseren van werkwijze en structuur van de commissies. Zoals op het gebied van heffingen, jaarrekening/begroting en pensioenen. “Omdat we diverse slagen moesten maken, heeft dat heel wat bestuurlijke aandacht gevraagd. Maar het komt allemaal in orde.” Dezelfde grondgedachte Varekamp wil nog graag kwijt dat in landen als de Verenigde Staten en Engeland, van oudsher notoire tegenstanders van publiekrechtelijke bedrijfsorganisatievormen, ontwikkelingen plaatsvinden die in een vergelijkbare richting gaan. Wettelijk is het daar mogelijk gemaakt om bijvoorbeeld bedrijfsterreinen of winkelstraten een facelift te geven als de meerderheid van de bedrijven er voorstander van is. “Ook de andere bedrijven moeten dan meebetalen. Je bent af van de vrijblijvendheid en je hebt geen freeriders die alleen maar profiteren als het ze uitkomt. Het HBAG is niks anders! Het gaat om dezelfde grondgedachte: je bent met zijn allen bezig voor de sector.”
9
Hans de Keijzer (FNV Bondgenoten)
‘Hoog tijd voor concrete vakbondsplannen’ De vakbonden zullen “veel nadrukkelijker” aan de weg moeten timmeren om onderwerpen die zij belangrijk vinden, op de agenda van het HBAG te krijgen. Dat is de stellige overtuiging van Hans de Keijzer, die namens FNV Bondgenoten sinds 1 januari dit jaar zitting heeft in het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel. “We moeten niet steeds roepen dat de factor arbeid onvoldoende aan bod komt, maar zeggen welke onderwerpen we op tafel willen hebben en hoeveel het kost.”
De Keijzer meent dat de bonden vaak “te timide” zijn geweest. Hij verwacht daarom veel van de landelijke werkgroep ‘Verankering arbeid’, die in het leven is geroepen door de gezamenlijke vakbonden en met concrete plannen, inclusief prijskaartjes, moet komen. Met die plannen kloppen bondsvertegenwoordigers vervolgens aan bij hun besturen van de product- en bedrijfschappen. Vertrouwen in bestuur De eerste contouren van de plannen beginnen zich af te tekenen, meldt de FNV’er. Op zich zal de thematiek van de plannen niet verbazen, die ligt vooral op het vlak van scholing/opleiding, human resource-instrumenten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Keijzer heeft er “vertrouwen” in dat het HBAG serieus werk maakt van de voorstellen van de bonden. Daar heeft hij alle reden toe. “Als ik zie hoe positief dit HBAG bestuursbreed aankijkt tegen de FHKN en dat het tegen de begroting ervan volledig ja heeft gezegd, dan is de basis er.” De door de vakbonden opgerichte stichting FHKN maakt zich met haar projecten sterk voor de opleiding van werknemers en voor hun kansen in de sector, zo licht hij toe. Opleidingen op brancheniveau Al ligt “de kracht van de vakbonden” in de private organisaties, waar CAO’s worden afgesloten en afspraken over arbeidsomstandigheden worden gemaakt, op centraal niveau in het HBAG ligt er eveneens een taak. “We vinden bijvoorbeeld dat er te veel opleidingen op ondernemingsniveau gegeven worden. Dat is vaak, kort door de bocht, apen kunstjes leren. Als er dan morgen voor jou geen plek in het bedrijf meer is, heb je elders niks te zoeken. Er zouden meer opleidingen op brancheniveau moeten zijn. Wij als HBAG kunnen er een rol in vervullen dat ze breder zijn.” Maatschappelijk verantwoord ondernemen is nog een
10
ondergeschoven kindje in de bedrijfstak. “Dat moet de komende periode nadrukkelijker op de rit worden gezet. De FHKN wil daar samen met het Energiecentrum van het MKB het voortouw in nemen,” geeft De Keijzer aan. “Er is draagvlak om aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen te besteden.” Dat mag ook wel, want de blik van de sector is volgens hem nog veelal sterk economisch bepaald. Vertalen in activiteiten Het HBAG doet in de agrarische groothandelssector heel wat zinvol werk in het algemeen belang, vindt De Keijzer. Een van de pijlers zijn de “kerngegevens” die het schap jaar in jaar uit opstelt, zoals die over de behoefte aan arbeidskrachten. “Maar wat we onvoldoende doen, is die kerngegevens omzetten naar activiteiten. Een voorbeeld: als er in de toekomst meer behoefte is aan hoger gekwalificeerd personeel, dan moet je nú investeren. In de huidige crisis maakt de individuele ondernemer doorgaans een pas op de plaats, maar straks is hij te laat. Aarzeling is niet verstandig. Als HBAG moet je door zo’n crisis heen kijken, een lijn over een langere periode herkennen en dat vertalen in activiteiten.” Over de plaats van het HBAG in de sector is hij helder. “Wat je op privaat niveau kunt doen, moet je dáár laten gebeuren. Je moet het niet naar het publieke niveau proberen te trekken. Dat is zonde van de tijd, de energie en het geld.” Op dat publieke terrein is hij voorstander van krachtenbundeling. Tot nu toe is er in zijn ogen te veel vanuit de commissies gedacht. “Méér doen vanuit het totaal,” zo omschrijft hij het. Antenne op hele sector richten Het HBAG moet volgens De Keijzer goed herkenbaar blijven en zijn stem daadwerkelijk laten horen. “Schappen slagen er naar buiten toe niet goed in te laten zien wat ze doen en wat hun meerwaarde is,” stelt hij vast. “Je moet luisteren naar je ondernemers. Maar vaak gebeurt dat in hetzelfde kringetje. Er zijn er veel meer, ook degenen die in the middle of nowhere zitten. Die hebben de meeste scepsis. Als je daar ook je antenne op richt, krijg je draagvlak en steun.”
11
Gerrit Mastenbroek (CNV Dienstenbond)
‘Factor arbeid geen rekensommetje meer’ Binnen het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel zijn het de vertegenwoordigers van de vakbonden geweest die de ‘factor arbeid’ op de kaart hebben gezet. Gerrit Mastenbroek, door de wol geverfd bestuurslid namens CNV Dienstenbond, weet als geen ander dat de specifieke inbreng van werknemerszijde beslist niet van begin af aan een warm onthaal kreeg.
“De factor kapitaal lag in het verleden altijd bovenop de plank. De factor arbeid was maar een afgeleide, arbeid was een rekensommetje,” geeft Mastenbroek aan. “Maar dat is veranderd. Arbeid is in onze discussies een rol van betekenis gaan spelen. Het is een gegeven geworden, iets wat waarde heeft. Arbeid is je draagvlak. Werkgevers zien dat ook, ze zijn meegegroeid.” Maar het is langzaam gegaan. “Je moet eerst zeven keer iets zeggen voor het langzaam doorklinkt. Eerst is het hopen dat je gehoord wordt, nu lopen de lijnen in een verantwoorde richting. We gaan de goede kant op.” Kennis en kunde vergroten Wat de juiste richting is, is voor Mastenbroek helder: verbetering van het imago van de sector en verdieping van de arbeid door vergroting van kennis en kunde. “Vakmanschap is belangrijk, ook voor je imago. Hoe ga je om met je product, met kwaliteit, met duurzaamheid? Ook als bonden moeten we duurzaamheid naar boven trekken. Niet alleen op de vloer, ook bij ondernemers zelf moet dat element versterkt worden.” In zijn ogen is dat typisch iets waarvoor je als HBAG projecten moet inzetten omdat de gehele sector er mee gediend is. Een voorbeeld van een project dat zijn waarde bedrijfstakbreed bewijst, wordt getrokken door de stichting FHKN: het richt zich op scholing en opleiding van (vooral) jongeren en op het voor hen aantrekkelijk maken van het werken in de sector. Dit project is een gezamenlijk initiatief van drie vakbonden en draait al meerdere jaren. Graag in branche willen werken “Het is toch prettig als ook jonge mensen graag in de branche willen werken, in plaats van dat ze zeggen: ‘Ik kijk wel uit!’” Volgens Mastenbroek is er op het gebied van arbeid de laatste jaren bij bedrijven langzaam maar
12
zeker heel wat ten goede veranderd. Al bestaat er nog een enkel bedrijf dat “op een feodale wijze” wordt geleid. “Daar is de baas de baas en de werknemer knecht.” Hoe groter kennis en kunde aan medewerkerskant zijn, hoe beter voor de sector, denkt de CNV’er. “Het gaat niet alleen om ‘handjes’. Wanneer medewerkers zich bewuster zijn van hun mogelijkheden en verantwoordelijkheid voor hun werk dragen, voelen ze zich meer betrokken bij het bedrijf én zijn ze gemotiveerder. Ook waarborg je daarmee beter de continuïteit van je bedrijf, bevorder je het sociale klimaat en verminder je het ziekteverzuim.” Nog kritischer kijken Mastenbroek vindt dat “we blij moeten zijn dat er een HBAG is” voor zaken die een individuele werkgever nu eenmaal niet kan regelen. “Het punt is: hoe gaan we met een bedrijfschap om? Heffingen zijn altijd naar. Maar als je kunt waarmaken dat je zinvolle dingen efficiënt, netjes en zo goedkoop mogelijk doet, welke ondernemer zal dan nee zeggen tegen een schap? In het verleden werkten we ook secuur, maar nu kijken we nog kritischer naar alles en geven we nog bewuster sturing. Daar kan iedereen gelukkig mee zijn!” zegt Mastenbroek. “We denken bij wat we doen steeds goed na wat het nut is voor werkgever en werknemer. En dat doen we naar eer en geweten.”
13
Wim Tacken (Commissie Groenten & Fruit)
‘We gaan vol overtuiging verder’ 2008 en 2009 waren jaren van herbezinning op de positie van de Commissie Groenten & Fruit en ook van het hoofdbedrijfschap zelf, waarvan de commissie een van de pijlers is. De uitkomst van het denkwerk en de discussies doet de nieuwe commissievoorzitter Wim Tacken (hij volgde in het verslagjaar Richard Kamstra op) deugd. Sterker nog: “Binnen de HBAG-koepel zetten we als commissie de koers als zelfstandige bedrijfsorganisatie vol overtuiging voort. Waarvoor de heffing bedoeld is, is volstrekt helder en transparant uit te leggen. Ook dat we toegevoegde waarde voor de sector hebben. Ik durf me nu in PBO-land goed te vertonen!” Dat de commissie in het verslagjaar heeft moeten slikken, beseft Tacken, die tevens voorzitter van brancheorganisatie Frugi Venta is, maar al te goed. “We hebben vastgesteld dat de uitgaven de laatste jaren feitelijk fors hoger waren dan de inkomsten. Met de reserves die we hadden, kon dat, maar niet duurzaam. We hebben ook analytisch gekeken naar de omvang van het apparaat in relatie tot de taken die het doet en kán doen,” schetst hij de situatie. “Dat heeft geleid tot een forse ingreep in de personele omvang, die teruggaat van zes naar tweeëneenhalve fte. Natuurlijk gaat dat gepaard met sociale spanningen en daar heb ik alle begrip en respect voor.” Sociale rekening Terugkijkend op zijn eerste jaar als voorzitter noemt hij de “sociale rekening” die betaald is, als pijnlijkste ervaring. Aan de andere kant is Tacken “content met verlegging van de toekomstige lijnen”. “Door de aanpassingen hebben we de structurele lasten fors kunnen verlagen, zo’n twee ton. Ik denk dat de inkomsten en uitgaven in 2012-2013 in balans kunnen zijn.” De doorgevoerde veranderingen houden in dat de dienstverlening van de HBAG-commissie op een aantal terreinen is uitgebreid. “Niet door personele
14
inzet van de organisatie zelf, maar door slim gebruik te maken van professionele expertise die elders aanwezig is.” Daarbij doelt hij voornamelijk op Frugi Venta. Full service voor iedereen De aanvullende dienstverlening richt zich op een zestal gebieden: kwaliteitsbeleid en -controle; fytosanitair beleid en uitvoering; douane en handelspolitiek; fiscale aangelegenheden; etikettering en voedselveiligheid; en innovatieve onderzoeksprojecten. “Daar geven we de hele branche full service,” zegt hij. De werkzaamheden worden voor het overgrote deel uitgevoerd door Frugi Venta, maar gefinancierd door de commissie. “Want al die dossiers raken iedereen in de branche.” De aanpassingsoperatie heeft volgens hem een stevig fundament onder de commissie gelegd. Wel tekent hij daarbij aan dat de huidige commissiebezetting “het barre minimum” is. Verder teruggaan is in zijn ogen niet aan de orde. Dat de commissie ooit weer eens wat groeit, acht hij niet uitgesloten. “We hebben in 2009 ondanks de snelheid en ingrijpendheid die ermee gepaard gingen, een inspirerend en motiverend regime geschapen om de kar van de toekomst te kunnen trekken. We hebben gedaan wat van ons verwacht werd én we hebben een mooi pakket inhoudelijke activiteiten gekregen,” concludeert hij. Relatief lage inningskosten Wim Tacken rekent voor wat de Commissie Groenten & Fruit de bedrijfsgenoten kost. “We heffen 635 duizend euro, op een omzet in de sector van 12 miljard. Dan heb je het over 0,005 procent! We zitten daarmee op relatief lage inningskosten.” Niet zonder trots voegt hij eraan toe: “In de wereld van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties zitten we in ons huis zelfs op de laagste kosten. Maar desondanks moet je zorgvuldig zijn in wat je doet en niet doet.”
15
COMMISSIEVERSLAG GROENTEN & FRUIT
Trend : minder zelf doen , meer uitbesteden De totale sector van de groothandel in groenten en fruit bedienen en verder vooruit helpen. Dat is en blijft de kern van het werk van de HBAG Commissie Groenten & Fruit. Of de commissie met eigen medewerkers de werkzaamheden verricht of er expertise voor inhuurt en dan de rekening betaalt, maakt in principe niet uit.
Ger van Burik (links) en Paul Nijhuis
Zelf minder doen en méér uitbesteden is wel de trend die in 2009 versterkt doorgezet is. Vooral brancheorganisatie Frugi Venta, waarmee de commissie nauw samenwerkt, doet veel activiteiten en (vooral innovatieve) projecten in opdracht van het schap. Onderwerpen waar in 2009 publiek geld mee gemoeid was, zijn de Rusland-problematiek, de importstop voor Nederlandse paprika’s in de VS, stroomlijning van douanekeuringen, introductie van nieuwe handelsvoorwaarden, het biodieselproject, Fresh Corridor, Frug I Com, Food Compass, FHKN en, vanzelfsprekend, collectieve promotie. Beurscoördinatie Met collectieve handelspromotie timmerde de HBAG-commissie internationaal opnieuw flink aan de weg. De specifieke rol daarin van de commissie is beurscoördinatie. Anders gezegd: op de belangrijkste beurzen ter wereld de loper uitleggen voor handelsbedrijven in groenten en fruit opdat ze onder de gezamenlijke vlag van de Holland Fresh Group hun Nederlandse gezicht kunnen laten zien. Dat is gebeurd op de Fruit Logistica in Berlijn, de Asia Fruit Logistica in Hongkong en de PMA Fresh Summit in Anaheim in de Verenigde Staten. Het zijn de drie belangrijkste beurzen op drie continenten. “Het aantal Nederlandse beursdeelnemers op deze beurzen wordt elk jaar groter en ook het aantal vierkante meters groeit,” meldt beurscoördinator Ger van Burik van het HBAG. “Voor bedrijven maken we het ook wel makkelijk. Ze zeggen hoeveel meter ze willen hebben en hebben er verder geen omkijken meer naar. En als ze bijzondere wensen hebben, kunnen ze dat aangeven.” Dat de waardering voor deze commissietaak groot is, is buiten kijf. Van Burik noemt als voorbeeld een exporteur die, nog maar een uurtje terug van een beurs, hem vroeg zijn naam meteen maar te noteren voor de volgende keer. “Daarmee geef je aan vertrouwen te hebben in de beurs en ons concept. Dat concept is
16
Bescheiden groei sector Omzet 2008 l Binnenlandse groothandel: 4,5 miljard euro (2007: 4,4 mld) l Exporteurs: 5,4 mld (2007: 5,3 mld) l Importeurs: 1,7 mld (2007: 1,7 mld) l Verzendhandelaren: 768 miljoen (2007: 875 mln) l Fruitpachters: 23 mln (2007: 28 mln) Branchegegevens 2009 l 1480 aangesloten bedrijven (kleine daling) l 19 faillissementen l 99 gestopte bedrijven (redenen: leeftijd, geen opvolger, fusie) l 83 nieuw ingeschreven bedrijven l 14.533 medewerkers in loondienst in de sector l 4.194 medewerkers op basis van uitzendcontracten Belangrijke markten 2009 (in geleverde hoeveelheden miljoenen kilo’s) l Duitsland: 966 (2008: 931) l Engeland: 467 (2008: 463) l Frankrijk: 170 (2008: 167) l Rusland: 161 (2008: 210) l Polen: 73 (2008: 69)
‘all in one’: je betaalt één tarief voor huur van de vloerruimte, standbouw, decoratie en catering,” legt hij uit. “Belangrijk is ook dat de uitstraling op deze manier eenduidig is. Hongkong en PMA In Hongkong deed de Holland Fresh Group voor de tweede keer mee. “En ook in 2010 staat de Asia Fruit Logistica al weer op de agenda,” weet Van Burik. “In het Holland Paviljoen zijn we een drie-eenheid: de bedrijven, het Ministerie van Landbouw en wij.” Ook de PMA is een succesverhaal, daar was Nederland voor de 24ste
17
COMMISSIEVERSLAG GROENTEN & FRUIT
Trend : minder zelf doen , meer uitbesteden keer present. Voor de tweede achtereenvolgende keer trokken de commissie en LNV met naast elkaar gelegen paviljoens samen op. Berlijn Berlijn is een verhaal apart. “Het is in vijftien, zestien jaar dé beurs voor Europa geworden. Voor ons is het een project van 1,1 miljoen euro. In 2009 hebben we een gigantische sprong kunnen maken.” Van Burik doelt op de extra meters voor de Holland Fresh Group, die van 1750 naar 2241 m2 beursoppervlakte groeide. In 2010 is het slechts “een klein beetje minder”, vanwege het economisch tij. Nieuw in 2009 was een “door gulle gevers gesponsorde” Holland Fresh Group-party, aansluitend op de beurstijden. Er kwamen ruim 150 mensen uit de Nederlandse groenten- en fruitwereld op af. In 2010 mikt de commissie op een internationaler gezelschap. “Wat we met de party willen, is de bevordering van de contacten. Het gaat erom elkaar vertrouwen te geven om zaken te gaan doen. Daarom is het heel informeel, niks moet.” Door twee andere beursdeelnames werd een streep gezet. “Voor Londen was uiteindelijk niet genoeg animo,” zegt Van Burik. “Moskou was iets van het laatste moment en toen was er niet voldoende draagvlak voor een collectieve stand. Maar mogelijk gaan we in 2010 wél naar Moskou.” In eigen land deelde het HBAG op Fresh Rotterdam, een tweejaarlijkse beurs, een stand met Frugi Venta. “Daar zijn we een ontmoetingsplaats voor de leden. Voor hen zijn we er.” Schat aan informatie Registratie en statistiek van alle bedrijven in de branche die zich bezighouden met de handel in verse groenten en fruit aan wederverkopers, tussenpersonen en commissionairs vormt van oudsher de primaire activiteit van de commissie. De verzamelde branchegegevens leveren jaarlijks een schat aan informatie op over onder meer omzetten, volumes, vestigingsplaats, afzetmarkten, handelsstructuur en werkgelegenheid. Die informatie laat in de volle breedte zien wat er speelt en omgaat in de branche. Rusland-problematiek Een terugkerende kwestie op de commissieagenda is Rusland. “Rusland voert een handelspolitiek die relatief streng is tegen Nederland. Veel strenger dan de EU-
18
normen,” zegt commissiesecretaris Paul Nijhuis. “Dit omdat we een grote handelspartner zijn.” Het land zoekt het in fytosanitaire barricades en verwijst daarbij naar de volksgezondheid. “Zolang de Russen zelf onvoldoende produceren, moeten ze importeren. Maar het hangt wel als zwaard van Damocles boven ons hoofd. Er is veel overleg, op ambtelijk en politiek niveau. Intussen loopt de handel door, maar… er zijn nu minder roebels,” aldus Nijhuis. Paprika-stop VS “Een punt van zorg” noemt Nijhuis de importstop op paprika’s van Nederlandse afkomst in de Verenigde Staten. Dat gebeurde daags voor de beurs PMA openging… Oorzaak: een insect dat in een paprikazending was aangetroffen. “Het regime waar in de testfase voor gekozen is, is het Nederlands product en import niet in één ruimte onder te brengen. De bedoeling daarvan is ‘safe areas’ te creëren waar het insect niet voorkomt. Ook zullen gecertificeerde bedrijven wel paprika’s naar de VS mogen exporteren.” De klap was des te harder omdat de VS voor het overschot aan paprika’s soelaas bood. Vooral omdat de luchtvrachtkosten relatief laag waren. Nijhuis: “We kwamen eindelijk aan de bak in Amerika. Gelukkig was het het einde van het seizoen, anders hadden we de deksel op onze neus gekregen. Zo zie je maar weer: één incident kan de export platleggen. We blijven het kritisch volgen.” Keuringsafstemming douane Actiepunt in 2009 (doorlopend in 2010) voor de commissie was ook de betere afstemming van keuringen met de douane. “We willen met name graag een versnelde toegangscontrole zodat groenten en fruit, bederfelijk en kwetsbaar als ze zijn, zo snel mogelijk doorgelaten kunnen worden,” meldt de commissiesecretaris. “Dat willen we ook omdat de verwachte aankomsttijd van producten steeds belangrijker wordt; want daar willen bedrijven op kunnen plannen.” Het gaat volgens hem om procesinnovatie bij de douane. Daarbij richt het schap zich vooral op de regelgevingkant. Met andere woorden hoe kunnen de wensen van de sector goed afgestemd worden op de mogelijkheden van de douane.
19
COMMISSIEVERSLAG GROENTEN & FRUIT
Trend : minder zelf doen , meer uitbesteden Fresh Corridor In wezen gaat het bij het beter afstemmen van keuringen om optimalisering van de logistieke stromen. Om logistiek draait het eveneens in het project Fresh Corridor, dat beoogt het multimodaal containervervoer van groenten en fruit te stimuleren tussen de Zuidwest-Nederlandse voedingstuinbouwcentra en belangrijke logistieke centra stroomopwaarts zoals de Betuwe, Venlo en Antwerpen. Het HBAG is medefinancier van Fresh Corridor. Het is een project waarin, uitgaande van de almaar toenemende congestie op de autosnelwegen, onder meer onderzocht wordt in hoeverre containers deels per schip over de binnenwateren vervoerd kunnen worden. Ook het spoor als vervoersalternatief is onderwerp van studie. Het streven is daarnaast om tot kostenbesparingen te komen en (vanwege eerdere aankomsttijden) een hogere productkwaliteit te kunnen garanderen. Fresh Corridor heeft een onderscheiding gekregen als innovatief onderzoeksproject. Innovatieve projecten Ook steekt de commissie geld in het innovatieve project Frug I Com, waarin de groenten- en fruitsector en de aardappelsector op het gebied van elektronisch dataverkeer samenwerken. Frug I Com zet nieuwe ICT-lijnen uit, bedoeld om de leidende positie van Nederland in Europa te kunnen uitbouwen. Food Compass is een innovatief initiatief dat eveneens financieel door het HBAG wordt ondersteund. Hierbij gaat het om het zo goed mogelijk waarborgen van de voedselveiligheid door middel van een residumonitoringsysteem. Nieuwe handelsvoorwaarden In 2009 heeft de HBAG-commissie nieuwe algemene handelsvoorwaarden voor de inkoop en verkoop geïntroduceerd. “Het voordeel van de nieuwe handelsvoorwaarden is dat ze uniform zijn,” stelt Nijhuis. Desgewenst kunnen bedrijven er eigen elementen aan toevoegen. “Bij de recall-verzekering zijn de handelsvoorwaarden leidend. Verzekeraars beschouwen ze als de basis voor de recall-verzekering.” Bij een eerder eigen HBAG-onderzoek bleek dat er bij de handel een grote behoefte was aan duidelijke, eigentijdse handelsvoorwaarden. “Het project heeft veel energie gekost,” weet Nijhuis. Maar de resultaten zijn ernaar. “Er zijn behoorlijk wat
20
bedrijven die er inmiddels gebruik van maken en ze bij henzelf hebben ingevoerd,” geeft Van Burik aan. Het opvragen van de nieuwe handelsvoorwaarden (online via de HBAG-website) gaat nog steeds door. Biodiesel/CO2 Het biodieselproject ‘Schoon Vervoerd’, in 2007 opgezet met als doel vermindering van CO2-uitstoot, staat op een lager pitje dan de jaren daarvoor. Wel wordt met interesse een onderzoek van Volvo gevolgd dat nog niet is afgerond. De autofabrikant onderzoekt wat de effecten van biodiesel op vrachtwagens zijn op langere termijn. Nijhuis: “De intentie van Schoon Vervoerd blijft natuurlijk overeind. Want als je de CO2-uitstoot kunt beperken, is dat altijd goed.” Er is een BP-pomp met B30biodiesel, maar deze is gevestigd op het terrein van bloemenveiling FloraHolland in Naaldwijk en wordt daarom voornamelijk gebruikt door de bloemenhandel. Van Burik wijst er nog op dat het de sector en de commissie menens is met de milieuproblematiek. “Zo is het hele paviljoen in Berlijn in 2010 CO2-neutraal gebouwd. Dat is iets unieks. De CO2-uitstoot bij het transport van het materiaal en de bouw van de stands zijn gecompenseerd met een composteringsproject in Zuid-Afrika.” FHKN-project Sinds enkele jaren bekostigt het schap het project FHKN, waarin drie vakbonden samenwerken en dat zich hard maakt voor vakopleidingen voor medewerkers van handelsbedrijven en voor werkzoekenden in de agrarische handelssector. Onderdeel van het project is ook voorlichting aan werkgevers over opleidingsmogelijkheden. “Het is belangrijk dit scholingsaspect aandacht te geven,” vindt commissiesecretaris Nijhuis. “Want als de sector personeel heeft én trekt dat goed geschoold is, heeft iedereen daar profijt van.”
21
Kees Oskam (Handelsmaatschappij Jan Oskam)
Muisje tussen olifantspoten... dat kan best! “Makkelijk was 2009 niet,” stelt de Vleutense groenten- en fruitexporteur Kees Oskam vast. “We hebben een beetje break-even gedraaid. Maar we zijn een gezond bedrijf en doen volop mee. We zijn altijd in staat rekeningen op tijd te betalen en, ook in mindere tijden, wat te investeren. En we zijn zelfstandig! We houden onze eigen broek op en streven ernaar zelfstandig te blíjven. We beschouwen onszelf als een muisje dat tussen olifantspoten door manoeuvreert en overal wel zijn eten vindt. Dat geeft een stuk voldoening.”
Oskam (50) prijst zich gelukkig dat de Nederlandse groenten- en fruitsector “goed georganiseerd” is. Hij vindt dat de HBAG Commissie Groenten & Fruit “erg zinvol” werk doet, net als Frugi Venta. “Er zitten mensen die de belangen van de sector hoog in het vaandel hebben staan. Het gaat ze niet om individueel bedrijfsbelang, maar om het collectieve. Voor ons als ondernemers is dat belangrijk. Want als je je zou moeten bemoeien met zaken waar zij mee bezig zijn, heb je er een dagtaak bij. Ik zou het zelf niet willen, en al zéker niet beter kúnnen!” Visstand moet goed zijn Of de ene ondernemer meer profiteert dan de andere, is volgens hem niet te bepalen. “Maar dat valt in het niet bij het gemeenschappelijk belang waarvoor ze in de weer zijn. We vissen allemaal in dezelfde vijver. Dan moet je zorgen dat de visstand goed is, dat de vissen blijven happen.” Zonder commissie en branchevereniging is dat in zijn ogen ondoenlijk. Oskam noemt zijn belangrijkste “raakpunt” met de HBAG-commissie de beurzen waarvan ze de coördinatie op zich neemt. “Ze nemen je alles uit handen.” Dat geeft hem grote bewegingsvrijheid. Bijvoorbeeld als de beurs afgelopen is. “Wanneer we vrijdags om vijf uur van de beurs vertrekken, nemen we een paar dozen materiaal mee. De rest laten we over aan degenen die ervoor zijn ingehuurd. Dan kun je desnoods meteen zaterdagmiddag al aan de follow-up beginnen.” Je krijgt het zoals je het hebben wil. Een kwestie van afspraken maken welke accenten je als handelaar wilt leggen. “Het is een stukje gemak en meerwaarde.” Uitgaan van eigen kracht Gezamenlijk uitpakken met een Holland-paviljoen is je beste promotie. “Houd dat overeind! In mijn optiek trekt een collectieve stand meer mensen aan. Daaraan meedoen is beter dan ergens verdwaald tussen Italianen, Chinezen en Duitsers staan. Het kan zijn dat bezoekers in het paviljoen tegen een collega aanlopen
22
Groenten- en fruitexporteur Jan Oskam l Omzet circa € 22 miljoen. l Een kleine dertig medewerkers. l Bedrijfshallen in Vleuten, fruitteeltbedrijf in Neerijnen. l Vier vrachtwagens. l Klanten zitten in heel Europa. Oskam: “Van Malta tot Noorwegen en van de Canarische Eilanden tot achter in Rusland.” l De meeste producten komen uit eigen land. Sinds zes jaar is er ook import. l Breed assortiment kasgroenten en fruit. “We hebben niet altijd alles in voorraad, maar kunnen zo nodig snel iets beschikbaar krijgen.” l Website: www.janoskam.nl.
terwijl je dat eigenlijk liever niet hebt… Maar ik ga altijd uit van eigen kracht!” Het exportbedrijf heeft de smaak van beursdeelname pas de afgelopen jaren te pakken gekregen. Oskam was met een stand present in Moskou en Berlijn. “Tot die tijd waren we minder met expansie bezig en richtten we ons traditioneel op de Duitse en Scandinavische markt. De laatste vijf jaar zijn we behoorlijk gaan doortrekken. We kregen steeds meer internationale contacten. Dan heb je een podium nodig om je te profileren. Deelname aan een beurs is dan een goede zet. Dat hoort erbij,” legt hij uit. Vader stak nek uit De wieg van zijn vader Jan Oskam (1926-1994) stond in een fruittelersgezin. Maar op het gemengde bedrijf was geen plaats voor alle vier de zoons. “Mijn vader had dat snel in de gaten en werd zelfstandig, met steun van mijn moeder. Hij was iemand met lef, die ook zijn nek uitstak.” Hij startte als commissionair-pachter een eenmanszaak in Vleuten in 1951. Ruim tien jaar later kreeg hij zijn eerste klanten in het Roergebied. Het exportbedrijf was geboren. Net als zijn vader koos ook Kees Oskam jong voor een eigen bedrijf. Maar de twee sloegen de handen ineen in 1991 toen ze elk met hun eigen zaak op een kruispunt stonden. Samen optrekken werd het parool. Bijkomend voordeel was dat de val van de Berlijnse Muur kort daarvoor diverse nieuwe markten had geopend.
23
Kees Oskam (Handelsmaatschappij Jan Oskam)
Muisje tussen olifantspoten... dat kan best! “Twintig jaar geleden startten we met een omzet van 6 miljoen gulden, nu is dat 50 miljoen gulden. Oftewel 22 miljoen euro. Bijna een vertienvoudiging in 20 jaar. Je ziet daaraan dat de tweede generatie vaak de uitbouwers zijn. We hebben kansen gekregen en ze ook aangepakt.” De toekomst ziet hij positief in, hoewel “de markt niet altijd even eenvoudig” is. Keuzes maken Bij het Vleutense familiebedrijf, waar Oskam een “goede sfeer” hoog acht, draait het puur om export. De internationale oriëntatie is breed: foodservicebedrijven, kleinere retail, lokale toeleveranciers, verwerkende industrie en pakstations. “In Nederland doen we alleen wat handel met collega’s. In het buitenland mikken we niet op de grote retail. Dat hoeft ook niet. We kijken op ons eigen niveau en hebben dan ook heel veel contacten met klanten die ook middelgroot zijn,” zegt Kees Oskam. “Ik heb altijd ontzettend veel schik gehad in mijn werk en dat wil ik graag zo houden. Het is een kwestie van keuzes maken.”
Twee grieven Twee zaken die Kees Oskam hoog zitten, móét hij kwijt: de GMO-subsidies en het betalingsgedrag in de verssector. Met dergelijke subsidies kunnen coöperaties volgens hem investeringen doen die concurrentievervalsend uitpakken. “Het is een heikel punt in de harde strijd van de vrije handel.” Het betalingsgedrag van met name de retail vindt hij “ongepast”. “Leveranciers als wij moeten ook kunnen werken en innoveren en daar hangt een prijskaartje aan. Ik wil graag behandeld worden zoals wij dat met ónze leveranciers doen: netjes, en op tijd betalen.”
24
Kees van Arendonk (Commissies Aardappelen)
Bedrijfsleven neemt verantwoordelijkheid, overheid niet In zijn ogen is een bedrijfschap ook vandaag de dag een uitstekend middel om een bedrijfstak in zijn totaliteit te dienen. Maar Kees van Arendonk weet dat hij en zijn collega’s het waarom van het schap telkens opnieuw moeten uitleggen én waarmaken. In de aanloop naar het landelijke draagvlakonderzoek in 2011 geeft de voorzitter van de HBAG Commissies Poot- en Consumptieaardappelen aan “een beetje een zorgelijk gevoel” te hebben.
Waarop berust die bezorgdheid? Van Arendonk: “Er zijn diverse bewegingen gaande. Je merkt dat ondernemers in moeilijkere tijden nog meer op de kosten letten. De tendens tot individualisering speelt daarnaast een rol. Grote bedrijven bijvoorbeeld kunnen zelf iets oppakken als ze dat willen, zonder afhankelijk te zijn van andere. Ook zie je in deze tijden dat er meer sprake is van kortetermijndenken. De combinatie van zulke factoren maakt dat ik met enige zorg naar de toekomst kijk.” Schap moet blijven Zijn eigen visie is niettemin helder: “Als voorzitter blijf ik ervan overtuigd dat het HBAG een goede zaak is. Je kunt voor de sector in zijn totale breedte projecten uitvoeren en activiteiten ontplooien die in het belang zijn van alle ondernemers. Bovendien wordt er middels de heffingen door iedereen aan meebetaald. Het schap moet dan ook blijven! Ik zet daar een paar kanttekeningen bij: het moet allemaal transparant en eenvoudig zijn en je moet als betrokkene goed kunnen volgen en begrijpen wat er gaande is.” Voor de trend van de laatste jaren bij de diverse commissies in het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel om af te slanken, kan Van Arendonk begrip opbrengen. Overhead en bureaucratie zoveel mogelijk terugdringen, kan geen kwaad. “Iedereen is zich ervan bewust lean and mean te moeten werken. Wij als aardappelcommissies zitten altijd al op een minimale bezetting, zijn geïntegreerd met de handelskant en werken hogelijk efficiënt. Ik ben ook blij, én trots, dat de commissieleden, ook van werknemerskant, erg betrokken zijn en alles zeer positief-kritisch volgen.” Teleurgesteld in overheid Kijkend naar de pootgoedsector in 2009 noemt de commissievoorzitter als “blikvanger” het Deltaplan Erwinia, waarvan de commissie een belangrijke medefinancier is. Hij omschrijft het als een samenwerkingsproject tussen aardappel- en bloembollenbedrijfsle-
25
Kees van Arendonk (Commissies Aardappelen)
Bedrijfsleven neemt verantwoordelijkheid, overheid niet ven, landbouwministerie en Wageningse universiteit. Het bedrijfsleven neemt al jaren zijn verantwoordelijkheid, vindt hij. “Maar ik ben erg teleurgesteld in de overheid. Ze wapperen overal graag met de succesvolle export van Nederlands uitgangsmateriaal, bij uitstek van pootaardappelen. Daarin zijn we de grootste ter wereld, net als in rassenveredeling. Maar als diezelfde sector een probleem heeft dat structureler dan voorheen moet worden aangepakt, geeft de overheid niet thuis. We hebben de overheid herhaaldelijk het verzoek gedaan om de financiering van het onderzoek voor haar rekening te nemen. Ruim twee jaar zijn we in gesprek en er is nóg geen duidelijkheid. Een besluit wordt steeds uitgesteld. Dat frustreert. Die besluiteloosheid is ook niet te rijmen met het wapperen met het succes. Het fundamenteel en strategisch onderzoek kan niet van de grond komen doordat de overheid het volledig af laat weten.” Intussen zit de Erwinia-bacterie niet stil. Het LEI heeft becijferd wat de economische schade ervan voor de sector is op jaarbasis, 18 tot 23 miljoen euro. “Dat is nog los van imagoschade,” aldus Van Arendonk. Handelsbarrières slechten Dat de commissie in 2009 wederom veel geld gestoken heeft in het NIVAP (Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van Pootaardappelen), acht hij billijk. De stichting verricht uitstekend werk. “Het spitst zich meer en meer toe op het slechten van handelsbarrières. Maar gelukkig kunnen we daarmee voorkomen dat het nog erger wordt.” Gerichte promotie Bij de consumptieaardappelen stelt hij vast dat er een verschuiving van de promotieactiviteiten aan het plaatsvinden is. “De internationale promotiecampagne Potatomania zetten we niet voort. De formule ervan was nogal bureaucratisch. We werken nu aan acties op nationaal niveau. Daarvoor zijn middelen gereserveerd in samenspraak met de kleinverpakkers. Een goed bureau gaat drie jaar lang de tafelaardappel op de kaart zetten bij de doelgroep vrouwen van 25 tot 35 jaar.” Vrouwen in die leeftijdscategorie hebben vaak een baan en zijn alleen of met zijn tweeën of hebben een gezin. De breed gedragen campagne richt zich op het gemak
26
en het gezonde van de aardappel. Bovendien wordt er vérder gekeken: “De jonge consument is de klant van de toekomst,” aldus Van Arendonk. Duurzaamheid Naast deze specifieke tafelaardappelactie zoekt de commissie het in algemene projecten van collectief belang. Zoals ‘Carbon Footprint’, dat de effecten van kooldioxyde-uitstoot onderzoekt in onder meer de aardappelketen, vanaf de eerste productieschakel tot het moment waarop de aardappel bij de consument op tafel staat. In dergelijke innovatieve projecten werkt de aardappelhandelssector vaak samen met de productiesector. En, als er raakvlakken zijn, ook met andere agrarische bedrijfstakken. Prioriteit hebben projecten waarin duurzaamheid centraal staat. “Maar ook gezondheid en smaak krijgen onze aandacht.” Als een project met HBAGgelden gefinancierd wordt, is volgens Kees van Arendonk één principe leidend: “Het goed positioneren van de consumptieaardappel in de volle breedte.”
27
COMMISSIEVERSLAG POOT- & CONSUMPTIEAARDAPPELEN
Belangen ‘Erwinia’ en afzetbevordering zwaarwegend De beide HBAG-commissies aardappelen hebben in 2009 een kleine zeven ton gestoken in projecten en activiteiten ten behoeve van de aardappelsector. Wanneer de financiering van het omvangrijke onderzoeksproject Deltaplan Erwinia buiten beschouwing wordt gelaten, is dat bedrag vergelijkbaar met de uitgaven van de fondsen in 2008.
Jan Gottschall (links) en Lodewijk Eijssen
De bestemmingsheffingen voor het pootgoedfonds zijn per 1 januari 2010 omhoog gegaan van € 0,60 naar € 0,70 per ton. Dit vanwege mogelijk extra uitgaven voor het Erwinia-project. “Indien de overheid niet met een bijdrage aan het Deltaplan komt, wordt de extra heffing niet geëffectueerd,” meldt Jan Gottschall van de HBAG Commissie Pootaardappelen. De bestemmingsheffingen ten behoeve van het consumptieaardappelfonds zijn per 1 januari 2010 verlaagd van € 0,27 naar € 0,19 per ton. Daartegenover zijn de huishoudelijke heffingen bij de commissie consumptieaardappelen verhoogd, en wel zodanig dat de heffingsinkomsten toenemen met ongeveer een ton op jaarbasis. Doordat de bestemmingsheffing daalt, gaat per saldo hetzelfde bedrag geheven worden. Bij de commissie pootaardappelen zijn de huishoudelijke heffingen gelijk gebleven. Noodzaak Erwinia-project Gottschall onderstreept het enorme belang van het Erwinia-project. Doel is de Erwinia-bacterie te bestrijden, en besmettingsgevaar te voorkomen als de bacterie onverhoopt toch op aardappelvelden aanwezig is. “Het gaat hier om de Nederlandse exportpositie, om onze reputatie als kwaliteitsleverancier van pootaardappelen,” zegt hij. Het praktijkonderzoek is in 2009 gestart met het volgen van de teelt bij twee groepen telers en door proefvelden aan te leggen. “De problemen met Erwinia waren in 2009 groter dan in 2008,” meldt Gottschall. Dat kan hij opmaken uit het aantal afkeuringen. “Tijdens de veldkeuring werd een kwart van de percelen in klasse verlaagd. Het overgrote deel van deze verlagingen was te wijten aan bacterieziekten zoals Erwinia.” De noodzaak om te komen tot een schonere teelt is daarmee volgens hem duidelijk aangetoond. Met een bedrag van jaarlijks € 240.000 draagt de pootaardappelhandel bij aan bekostiging van het
28
project. De HBAG Commissie Pootaardappelen neemt daarvan de helft voor haar rekening, de NAO de andere helft. De extra financiering van overheidskant laat echter op zich wachten. Dit ondanks het feit dat het bedrijfsleven er via zijn organisaties zoals de NAO bij de overheid geregeld op aandringt over de brug te komen. “Als het niet zou gebeuren, betekent dat dat de bestemmingsheffing niet verder omhoog gaat,” weet Gottschall. Projecten NIVAP Ook in 2009 gingen de bestemmingsheffingsinkomsten voor een substantieel deel naar de stichting NIVAP (Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van Pootaardappelen). “Voor een kleine drie ton doet het NIVAP belangrijk werk,” vindt Gottschall. Met het geld worden activiteiten in binnen- en buitenland gefinancierd. “Afzetbevordering verdient continue aandacht. Belangrijke instrumenten daarbij zijn kennisoverdracht en uitwisseling van specialisten. NIVAP-medewerkers lobbyen in (potentiële) afzetlanden van pootgoed om handelsbarrières te voorkomen of op te lossen.” Een mijlpaal voor het NIVAP in 2009 was de openstelling van de Venezolaanse markt voor Nederlands pootgoed. “Vervolgens is er 300 ton heen geëxporteerd. Dat is op zich nog betrekkelijk gering, maar Venezuela is een afzetmarkt met potentie. Bovendien hebben dergelijke acties een regionale uitstraling.” China was voor het NIVAP in het verslagjaar een van de landen waar het zich op richtte. Het NIVAP was betrokken bij het organiseren van een handelsreis in juni 2009. Ook werd het betrokken bij een project voor 2010 om China het belang te doen inzien van kwekersrecht en van het gebruik van gecertificeerde pootaardappelen. Verder heeft het NIVAP een nieuwe promotie-dvd uitgebracht die handelshuizen kunnen gebruiken om buitenlandse agenten te interesseren voor de Nederlandse pootaardappelbranche. Stappen tegen Franse heffing Het schap is daarnaast financieel betrokken bij een gerechtelijke procedure bij de Europese Commissie. Kern van de kwestie is het bezwaar dat de NAO maakt tegen de Franse heffing op de import van Nederlandse pootaardappelen. De Franse or-
29
COMMISSIEVERSLAG POOT- & CONSUMPTIEAARDAPPELEN
Belangen ‘Erwinia’ en afzetbevordering zwaarwegend ganisatie GNIS gebruikt deze heffingen onder andere voor promotie van gecertificeerde pootaardappelen en keuring van de pootaardappelen. “Maar die zijn al in Nederland gekeurd, we leveren goedgekeurd pootgoed af,” zegt Gottschall. “Eenmaal keuren is voldoende en één keer betalen vinden wij genoeg. Ons inziens is de heffing in strijd met het Europese gemeenschapsrecht.” Inmiddels is de GNIS-heffing verlaagd van 13,50 euro per ton naar 5,65 euro per ton. Dit levert voor de Nederlandse pootgoedsector een besparing op van 330.000 euro per jaar. Banden met PCC De kosten van de Pootaardappel Contact Commissie (PCC), voor zover ze voor rekening komen van de handel, lopen via de huishoudelijke heffingen van de HBAG-pootaardappelencommissie. De PCC is het overlegorgaan tussen de NAO en de belangenorganisatie LTO van de telers. Met name zaken van algemeen belang voor zowel handel als teelt komen in de PCC ter tafel, zoals fytosanitaire ontwikkelingen, meststoffenwet, Erwinia en keuringsaangelegenheden. De HBAG Commissie Pootaardappelen is behalve financieel ook als ‘informant’ met de PCC verbonden. Ze is namelijk de bron van de exportcijfers die de PCC jaarlijks verspreidt. Beurs Potato Europe Het Consumptieaardappelfonds investeerde onder meer in een stand op Potato Europe 2009 in Emmeloord. De beurs vindt bij toerbeurt plaats in Frankrijk, België, Duitsland en Nederland, dat ditmaal gastheer was. De stand, onder de vlag van de NAO, was belangrijk voor de Nederlandse handel. “Het was voor NAO en NIVAP de centrale plek om de vele buitenlandse handelaren, instanties en toeleveranciers te ontvangen en van daaruit over de beurs, en ook het demoveld, rond te leiden,” vertelt Lodewijk Eijssen van de HBAG Commissie Consumptie-, Fabrieks- en Voeraardappelen. Promotieprojecten De Europese promotiecampagne voor aardappelen, die Nederland samen met België en Frankrijk onder de naam ‘Potatomania’ voerde, is in 2009 afgerond. In Nederland gebeurde dat met HBAG-geld en, net als bij de andere landen, met financiële steun van de Europese Commissie.
30
In 2009 werden in samenwerking met het bedrijfsleven en de kleinverpakkers de contouren van een nieuwe Nederlandse campagne geschetst. Het wordt een landelijke campagne die het imago van de aardappel bij de doelgroep ‘vrouw van 25-35 jaar’ moet versterken. “De invulling vindt in nauw overleg met het bedrijfsleven en met name de kleinverpakkers plaats.”
Enkele cijfers 2009 Areaal l Nederland, consumptieaardappelen: 70.519 ha (2008: 69.302) l Nederland, pootaardappelen: 36.490 ha (2008: 35.618) l EU 15, consumptieaardappelen: 1.157.000 ha (2008: 1.133.000) l EU 27, consumptieaardappelen: 2.088.000 ha (2008: 2.142.000) l EU 15, pootaardappelen: 98.000 ha (2008: 96.000) Productie l Nederland, consumptie- en pootaardappelen: 4,9 miljoen ton (2008: 4,9 mln) lN ederland, gecertificeerde pootaardappelen per 1 maart 2010: 602.649 ton (maart 2009: 580.060) l EU 15, alle aardappelen: 45 miljoen ton (2008: 44,1 mln) l EU 27, alle aardappelen: 61,7 miljoen ton (2008: 62,2 mln) l Capaciteit verwerkende industrie: stabiel, rond 3,3 miljoen ton Consumptie lN ederland, ongeschilde aardappelen: 315.273 ton (2008: 319.323 ton) Bedrijven Aantal geregistreerde bedrijven per 1 januari 2010: l Pootaardappelen: 185 (1-1-2009: 201; 1-1-2008: 202) l Consumptie- en/of voeraardappelen: 336 (2009: 356; 2008: 327) l P ootaardappelen en consumptie- en/of voeraardappelen: 90 (2009: 103; 2008: 99) l Totaalaantal afzonderlijke bedrijven: 431 (2009: 454; 2008: 430)
31
COMMISSIEVERSLAG POOT- & CONSUMPTIEAARDAPPELEN
Belangen ‘Erwinia’ en afzetbevordering zwaarwegend Acties en activiteiten Een grote uitgavenpost van het Consumptieaardappelfonds was het kwaliteitsonderzoek van de eigen buitendienstmedewerkers van de commissie. Het is een vast onderdeel van het fondspakket. Tot 2009 vallend onder deze post, maar voortaan apart opgevoerd is het realiseren van zelfkeur door exporteurs. Een eenmalige actie van de commissie was, namens de consumptieaardappelbranche, alle 12.000 voedselpakketten van de voedselbanken te voorzien van 5 kilo aardappelen. Ook is onderzoek gedaan naar het ontwikkelen van een arbocatalogus voor aardappelen, naar het voorbeeld van die bij groenten en fruit. Eijssen: “Veel daaruit is van toepassing op de aardappelbranche. Mede daarom is besloten niet verder te gaan met een eigen arbocatalogus.” De gebruikelijke financiële steun was er voor activiteiten om duurzame landbouw (kenniswebsite van de Stichting Duurteelt) en het gebruik van biologische aardappelen (sticker- en spaaracties onder impuls van de ketenmanager biologische aardappelen) te stimuleren. Korte seizoensterugblik Door de grotere oogst in 2009 is de export van pootaardappelen snel op gang gekomen. “De export heeft een voorschot genomen op de tegenvallende vraag in Europa door in begin van het seizoen meer naar overzeese bestemmingen te exporteren,” zegt Gottschall daarover. Zoals voorzien lag de prijs behoorlijk lager. Bij de consumptieaardappelen was de oogst door de droogte problematisch geweest. Dat gaf kwaliteitsproblemen. “De prijsvorming is dan ook niet meegevallen.” Nauwelijks niet-georganiseerden Voor beide aardappelsectoren geldt dat het aantal ondernemingen dat wel heffingen afdraagt aan de commissies maar niet-georganiseerd is (dat wil zeggen niet aangesloten bij de NAO), zeer gering is. Dat betreft slechts enkele procenten.
32
Financiering activiteiten pootgoedfonds 2009 € - S tichting Nederlands Instituut voor Afzetbevordering van Pootaardappelen (NIVAP): activiteiten in binnen- en buitenland, zoals voorlichting en onpersoonlijke propaganda - NAO: onderzoek naar bacterieziekte Erwinia. (Het onderzoeksproject Deltaplan Erwinia, ten bedrage € van € 240.000 per jaar, loopt gedurende de jaren 2009 tot en met 2012. Hiervan financieren de NAO en HBAG Commissie Pootaardappelen ieder de helft) - NAO: bijdrage in de naleving van de Algemene Teelt Regeling € - Loyens & Loeff: werkzaamheden om bedrijfsleven voor te bereiden op wet- en regelgeving in het kader van terrorisme (AEO) € - NAO: procedure bij de Europese Commissie inzake Franse heffing op pootgoed uit Nederland € totaal €
277.995 119.406
-10.000 2.250 8.500 398.151
Financiering activiteiten consumptieaardappelfonds 2009 - GFK: marktonderzoek - NAO/PT: ketenmanager biologische aardappelen - NAO: Stand Potato Europe op beurs Emmeloord september 2009 - NAO: Verstrekken 12.000 voedselpakketten van 5 kg aardappelen ten behoeve van de voedselbanken - AGFPN: Europese promotiecampagne aardappelen - PD/NIVAP: behandeling fytoproblemen die zich met betrekking tot het buitenland voordoen - Loyens & Loeff: werkzaamheden om bedrijfsleven voor te bereiden op wet- en regelgeving in het kader van terrorisme (AEO) -Stichting Duurteelt: bijdrage aan internetsite ‘Agriwijzer’ van Stichting Duurteelt (doel kennisdatabase: stimulering duurzame landbouw) -HBAGC: door buitendienst uitvoeren van kwaliteitsonderzoek consumptieaardappelen in Nederland (1500 monsters/rapporten/nitraatbepalingen) ten behoeve van monitoren kwaliteit consumptieaardappelen en terugrapporteren bevindingen aan leveranciers - HBAGC: realisering zelfkeuren van consumptie- en industrieaardappelen door exporteurs, alsmede het voorbereiden van het bedrijfsleven op wet- en regelgeving in het kader van terrorisme - LTO-Nederland: het via Hoofdproductschap Akkerbouw medefinancieren van onderwijsblad ‘Het Kleine Loo’ -V HP-ergonomie: onderzoek naar ontwikkeling van arbocatalogus totaal
€ € € € € €
3.570 7.500 55.720 6.360 55.000 11.648
€
2.250
€
5.950
€
90.000
€ € €
20.000 1.668 14.952
€ 274.618
33
Bram Werkman (Landjuweel)
‘Aardappelassortiment klinkt als een klok’ “We hebben één doel: de consument die onze aardappelen koopt, moet tevreden zijn.” Aardappelen in de winkelschappen van de supermarkt die niet goed ogen of waar iets mis mee is, zijn voor kleinverpakker Bram Werkman (53) van Landjuweel in Oosternieland (Groningen) een gruwel. Teleurstelling bij de consument die jouw aardappelen koopt, moet je altijd vóór zijn. Elke teleurstelling is er één te veel. Dus hamert hij op kwaliteit. “Kwaliteit is een van de allerbelangrijkste dingen waar we op focussen. En daar hoort bij: afspraak is afspraak.”
Als dat geldt voor wat hij zelf levert aan supermarkten, is dat evengoed van toepassing op zijn eigen leveranciers, de aardappeltelers en handelshuizen. “Als aardappelen niet aan de kwaliteitseisen van Landjuweel voldoen, komen ze er niet in. Het gaat op ónze voorwaarden,” zegt hij. Dat mag ferm klinken, Werkman is allesbehalve een dictator. Hij zegt het uit liefde voor de aardappel (“Het is mijn lust en mijn leven”) en het gaat hem om de boodschap. Bovendien beseft hij het maar al te goed: “Een aardappel is een natuurproduct, dat kan nooit 100% zijn. In de teelt is het vechten tegen de natuur, terwijl je op voorhand weet dat je het verliest.” Toch het vak in In het gezin van negen kinderen zag het er aanvankelijk niet naar uit dat Bram de aardappelhandel in zou gaan. Twee oudere broers zaten al in het bedrijf van zijn vader. Bram ging leren. Maar toen zijn broers eruit stapten en zijn vader hem prompt polste, was hij om. “Mijn vader was al wat ouder, er was veel werk en ik had niks met leren.” Hij was nog geen twintig toen zijn vader en hij de kar samen gingen trekken. Zijn vader overleed een jaar of zeven later, waarna hij er alleen voor kwam te staan. “Ik was relatief jong.” Maar de uitdaging pakte hij graag op. Keuze voor supermarkten “Ik heb toen nadrukkelijk de keuze gemaakt voor levering aan supermarkten,” vertelt Werkman. Dat deed hij in de verwachting dat daar de meeste verkoop te behalen zou zijn. Hij voelde zich geruggensteund door marktonderzoek én de voorspelling van een Duitse geleerde over de ontwikkelingen in supermarktland. “Ik weet het nog goed. Die voorzag dat er nog maar een handjevol supermarkten over zou blijven. En die zouden met minder toeleveranciers toe kunnen dan er toen waren.” Daar moest Werkman dan wel bij zijn!
34
Kleinverpakker Landjuweel Omzet in 20 jaar vertienvoudigd. Nu: 90.000 ton. Bedrijfshallen in Oosternieland. Klanten: grotendeels supermarktketens, ook horeca. Leveranciers in binnen- en buitenland. 21 vrachtwagens. Topdag: 50 vrachtwagens met verpakte aardappelen. Werkman: “Onder het koffiedrinken stonden we nog niet stil. Mijn vrouw werkte ook mee, dan zie je dat het een familiebedrijf is. Het geeft een kick als je het dan weer gered hebt.” l Website: www.landjuweel.nl. l l l l l l
“Je had in de supermarkt een zak bintjes. Verder niks. Dat was dus een hele uitdaging, daar ben ik ingedoken. En van het een kwam het ander,” kijkt hij terug. Anno 2010 liggen zakken gewassen, ongeschilde Landjuweel-aardappelen (van 500 gram tot 25 kilo) in ruim een kwart van alle Nederlandse supermarkten. “De supermarkten zagen vrij gauw dat er op aardappelen, groenten en fruit een stukje marge te maken was, als er een kwaliteitsslag werd gemaakt. Dat gebeurde, ook bijvoorbeeld door over te gaan van de zandaardappel op de geschiktere kleiaardappel, zoals we die hier in Groningen hebben. Er kwam meer en meer kwaliteitsbesef, er kwamen steeds meer soorten. Vandaag de dag klinkt het assortiment als een klok.” Snelle ontwikkelingen Ook andere ontwikkelingen voltrokken zich razendsnel. Je moest eerst zelf met kleine vrachtauto’s alle buurtsupermarkten af, tot het centraal aanleveren op een regionaal distributiecentrum in zwang raakte en de oplegger zijn intrede deed. Werkman was blij dat hij toen te horen kreeg dat hij bij het selecte groepje leveranciers hoorde. Een paar jaar na zijn keuze voor het supermarktkanaal ging hij als eerste kleinverpakker over op het wassen van aardappelen. “Hoe durf je, was de reactie. Maar al na een jaar of wat werd alles gewassen.” De tegenwoordige supermarkten, in een heftige onderlinge strijd om de klant gewikkeld, doen er alles aan om te voldoen aan de wensen van de klant. Ze on-
35
Bram Werkman (Landjuweel)
‘Aardappelassortiment klinkt als een klok’ derzoeken continu wat voor aardappel de consument wil en hoe die hem wil. “We sluiten daar op aan, zodat het lijntje mooi strak komt te staan. En gelukkig mogen we volop meedenken en ideeën aandragen,” zegt Werkman. Zijn vaste advies aan telers zal niet verbazen: “Teel vraaggericht!” Ingewikkeld hoeft een supermarktconcept niet altijd te zijn, ervaart hij. Soms is het iets heel simpels dat ineens “loopt als een trein”, zoals de jutezak met 10 kilo aardappelen. Genoeg uitdagingen over De consument vertellen wat voor ras het is? “Dat moet je niet meer willen. De categorie die koopt op ras wordt kleiner. Kruimig en vastkokend is al moeilijk uit te leggen – dat kwartje is nog niet 100% gevallen. Een must tegenwoordig is de bereidingswijze op de verpakking.” De toekomst ziet Bram Werkman rooskleurig in. De aardappel is immers een vaste waarde gebleken in de winkelschappen. Er liggen nog zoveel uitdagingen, er zijn nog zoveel ideeën. “Ik maak me geen zorgen. Ook uit eigen onderzoek blijkt dat de aardappel als gezond wordt beschouwd. Veel jonge consumentengezinnen zien dat zo. Er moet dus nog veel meer inzitten.” ‘Noorden móét vertegenwoordigd zijn’ Bram Werkman, al jaren bestuurslid van brancheorganisatie NAO, zit sinds 2007 in het bestuur van de HBAG Commissie Consumptieaardappelen. “Punt één” om toe te happen was zijn opvatting dat “het noorden vertegenwoordigd moet zijn”, zo geeft hij aan. “Ik heb niet aan de weg getimmerd, ze kwamen híér om me te vragen. Er zijn niet veel kleinverpakkers, de keuze is niet zo groot. Ik ben ook geen echt vergadermens,” zegt hij over zijn bestuurlijke ambities. Maar toch: het is allemaal zinvol. Zeker weten. “Je zit er niet in voor jezelf. Je zit er voor je collega’s, voor de groep. Dat is ontzettend belangrijk. Ook dat de werknemers vertegenwoordigd zijn, om evenwicht te houden. Als werkgevers zijn we niet allemaal brave broeders. Er zal verschil van mening zijn, dat mág ook. Maar je respecteert elkaar. Samen uit, samen thuis. Het is mooi om te doen. Met elkaar kun je onvoorstelbaar veel.”
36
Herman de Boon (Commissie Bloemen & Planten)
‘Samen optrekken met VGB waar het kan’ “Er heeft in 2009 een redelijke verschuiving in onze oriëntatie plaatsgevonden,” zegt Herman de Boon over de HBAG Commissie Bloemen & Planten, waarvan hij sinds 1 januari van dat jaar voorzitter is. “We zijn niet opgegaan in het Productschap Tuinbouw, er is een betere afstemming tussen VGB en HBAG en we werken volgens het principe ‘lean and mean’,” vat De Boon, tevens voorzitter van brancheorganisatie VGB, het jaar samen. Dat alles zet hij welbewust af tegen “een teleurstellende gang van zaken in de sector” in 2009. “Hoewel het ten opzichte van andere sectoren nog meeviel.” Het is volgens hem de vraag of de tijden van de forse groeicijfers terugkeren. “Want we zijn vijf jaar achterop geraakt.”
Doordat de bedrijven de broekriem hebben moeten aanhalen, doet het schap dat vanzelfsprekend ook. “Omdat we gedragen worden door de heffingbetalers, zijn we altijd verplicht binnen onze organisatie te kijken hoe het handiger en slimmer kan.” De Boon spreekt van “ingewikkelde situatie” wat betreft de belangenbehartiging in de totale keten. Verticale en horizontale belangen, publieke en private organen, het loopt allemaal door elkaar. “Het is continu een kwestie van de balans zoeken, ook als HBAG. In 2009 en in 2010, eigenlijk al vijftig jaar lang. Het is een ragfijn samenspel in de keten. Daarbij zoek je iedere keer de beste oplossing, zonder te vervallen in sjablonen.” Hij ziet ook nu “schuivende panelen” in een keten waar de “dynamiek” in blijft. “Wat nadrukkelijk speelt, zijn de schaalvergroting in de sector en de dominantie van één partij, bloemenveiling FloraHolland. Dat laatste beïnvloedt het samenspel, ook tussen grote partijen bij handel en productie.” Aan de korte teugel In 2009 is “serieus overwogen” het bedrijfschap te laten opgaan in het PT. De optie zou dan zijn de vorming van een zogenoemde ’88 commissie’, een aparte handelscommissie binnen het PT waarin de HBAG-activiteiten worden gecombineerd en die een eigen fonds beheert. “Het is er niet van gekomen. We denken onze eigen zaken als handel veel directer te kunnen regelen, door ze aan de korte teugel te houden. De discussies over de schappen volgend, was onze inschatting ook dat we als afzonderlijke instantie minder kwetsbaar zouden zijn dan als onderdeel van het PT.” Mede in aansluiting daarop is de samenwerking tussen HBAG-commissie en VGB aanmerkelijk geïntensiveerd. “Dat kreeg in 2009 zijn beslag.” Iets eerder al waren de functies van voorzitter van het publieke en private orgaan verenigd in één persoon, in dit geval Herman de Boon.
37
Herman de Boon (Commissie Bloemen & Planten)
‘Samen optrekken met VGB waar het kan’ Waar het kan, trekken we gezamenlijk op – dat is het devies. Logisch, vindt De Boon. “Want veel activiteiten van de VGB zijn niet alleen in het belang van de leden, maar van de totale handel. Zoals het onderhandelen van de VGB-commissie van de handel met FloraHolland over de veilingtarieven.” Bij het schap gaat het uitsluitend om collectieve, algemene belangen. “Het bestuur ervan bepaalt welke belangen dat zijn en de toezichthouder, de SER, ziet toe of dat juist is.” Publieke sticker Vanwege de aard van de sector, waarin veel kleinschalige bedrijven actief zijn, bestaat volgens hem eerder de neiging zaken in gezamenlijkheid aan te pakken. “Als de structuur van individuele bedrijven niet sterk genoeg is, zorg je voor samenbundeling, waarbij iedere ondernemer meedoet door een heffing te betalen. Ook de VGB vindt dat het bedrijfschap daarvoor een goed middel is.” Waar plakt de voorzitter zoal een, wat hij zelf noemt, “publieke sticker” op? “Op goede export- en importstatistieken, de debiteuren- en incassoservice, verstrekking van oorsprongcertificaten, fytosanitaire en handelspolitieke zaken. Verder is er een belangrijke rol voor het HBAG bij innovatie en automatisering en bij de contacten met internationale handelsorganisaties, zoals Union Fleurs.” Tastbare maatregelen In het “bestuurlijk belangrijke jaar” 2009 zijn enkele tastbare maatregelen genomen ter verhoging van de efficiency. De Boon wijst op het opheffen van de functie van directeur, het niet-vervangen van de medewerker die fytosanitaire en handelspolitieke zaken in zijn pakket had en het fysiek dichter bij elkaar brengen van medewerkers op het Aalsmeerse kantoor waar commissie en VGB gevestigd zijn. De directietaken zijn nu ondergebracht in het pakket van de nieuwe commissiesecretaris Tom Bijleveld en de expertise op fytosanitair/handelspolitiek gebied wordt voortaan ingehuurd van de VGB. Ook de nieuwe kantoorverdeling pakt goed uit. “Doordat de medewerkers bij elkaar zitten, kunnen ze elkaar makkelijker opvangen,” zegt De Boon. “Zo kun je ook daar wat verdienen.”
38
COMMISSIEVERSLAG BLOEMEN & PLANTEN
Efficiënt, flexibel en met beide benen in de praktijk De actueelste debiteureninformatie. Aanmaningsservice voor klanten met openstaande facturen. Statistische informatie over export, markten en afzetkanalen. Lancering van een bedrijfsspecifieke websitepagina ‘MyHBAG’. Mee uitbouwen van Client-export. Internationale lobby op fytosanitair en handelspolitiek gebied. Mee uitbouwen van het track- & tracingsysteem RFID. Mee ontwikkelen van een up-to-date productcodering. Vergoeding voor elektronische melding van de combinatie exportfactuur en betaling. Mee verder verbeteren van elektronische berichtenuitwisseling. Investeren in branchebrede projecten van brancheorganisatie VGB. Verwijsfunctie voor vakgerichte opleidingen en cursussen.
Ziedaar de belangrijkste diensten, activiteiten en projecten van de HBAG-Commissie Bloemen & Planten, waarmee de bloemen- en plantenhandel over de volle breedte van de sector in 2009 bediend werd. Volgens commissiesecretaris Tom Bijleveld is de commissie efficiënt, flexibel, slagvaardig en slank en staat ze met beide benen in de dagelijkse praktijk van de groothandel. Debiteureninformatie Een internationaal uniek ‘wapen’ van de commissie is het debiteureninformatiesysteem. Daarmee ondersteunt ze de groothandel op het gebied van creditmanagement. “Aan de hand van de debiteureninformatie die een groothandelaar via de HBAG-website kan aanvragen, kan hij het betalingsgedrag van nieuwe en bestaande buitenlandse klanten natrekken. Hoe staan ze bekend? Zijn het goede of slechte betalers? Wat is het gemiddelde factuurbedrag? Is er sprake van faillissementen? Ons systeem geeft antwoord op zulke vragen en werkt daarmee als waarschuwingssysteem. Je loopt minder risico op onbetaalde rekeningen en dat komt je rendement ten goede,” legt Bijleveld uit. “Terwijl we in 2008 19.000 keer debiteureninformatie hebben afgegeven, was dat in 2009 bijna 26.000 keer. En dat aan een ongeveer gelijkblijvend aantal ondernemers. Anders gezegd, er wordt steeds intensiever gebruik gemaakt van de service.” Het belang van debiteurenbeheer en betalingstermijnen wordt volgens hem in tijden van crisis alleen maar groter. “Als de betalingstermijn oploopt, neemt het risico van niet-betalen meer dan evenredig toe. Dus het risicoverhaal wordt vele malen groter. Kredietverzekeraars weten dat en verzekeren een groot deel van de klanten helaas niet meer.” Nog te vaak wordt leverancierskrediet in de sector op onverantwoorde wijze als concurrentiemiddel ingezet. “Dat is kwalijk,” vindt Bijleveld.
39
COMMISSIEVERSLAG BLOEMEN EN PLANTEN
Efficiënt, flexibel en met beide benen in de praktijk Kredietlimiet Als gevolg van afspraken met kredietverzekeraars kunnen groothandelaren kredietlimieten tot € 25.000 aanvragen bij het bedrijfschap. “Zo’n limiet geeft een bepaalde mate van betrouwbaarheid van een klant aan. Er kan binnen de gestelde limiet dus meteen verzekerd zaken worden gedaan. We kunnen zo te werk gaan omdat we beter zijn ingevoerd dan ieder ander. Met ons debiteurensysteem kennen we immers iemands betalingsgedrag. Het zijn ook nog eens dynamische ervaringen, omdat we steeds nieuwe input vanuit de handel krijgen.” Naast het debiteureninformatiesysteem dat betrekking heeft op buitenlandse klanten, is er voor Nederlandse groothandelsklanten een zogenoemde ‘Waarschuwingslijst binnenland’. Aanmaningsservice Als probaat hulpmiddel bij het creditmanagement van handelsbedrijven fungeert de incassoservice die het bedrijfschap levert. “Het is geen incassobureau, maar een aanmaningsservice voor klanten in binnen- en buitenland met openstaande facturen. Zelfs in lastige markten kunnen we, met de reputatie die we als bedrijfschap hebben, vaak rechtstreeks hulp bieden en beweging krijgen in het betalen van facturen,” aldus Bijleveld. “In 2009 hebben we op verzoek van de groothandel ruim 2,5 miljoen euro helpen incasseren.” Statistische informatie Een andere pijler van de commissie is de statistische informatie. De afdeling Exportinformatie publiceert de maandelijkse exportstatistiek, de maandelijkse rangordestatistiek (op verzoek geleverd, zonder namen van collega-exporteurs te noemen) en de afnemersstatistiek met verfijnde kwartaalcijfers per afzetkanaal. Zoveel mogelijk exportinformatie online beschikbaar stellen is een speerpunt. “Want via internet kun je het beste tegemoetkomen aan de toenemende informatiebehoefte van de groothandel,” zegt Bijleveld. “We streven ernaar online zo actueel, efficiënt, flexibel en toegankelijk mogelijk te zijn. Op die manier kunnen we ook steeds beter voldoen aan de specifieke individuele wensen van exporteurs.” Het schap wil liefst zoveel mogelijk maatwerk leveren. “Dat kunnen we steeds beter. Er zit inmiddels ontzettend veel in onze
40
database. Een bedrijf dat – binnen het redelijke – méér wil weten, kan daarvoor op de HBAG-site of bij ons persoonlijk terecht.” Lancering MyHBAG Nieuw sinds 2009 op de HBAG-website is een eigen domein voor geregistreerde bedrijven onder de naam ‘MyHBAG’. Daar kunnen ze bedrijfsspecifieke, eigen statistische informatie raadplegen en debiteureninformatie opvragen. “Aangesloten ondernemers kunnen er langs elektronische weg informatie ophalen en die in hun eigen systeem inlezen. Dat is kostenbesparend! Ze kunnen ook eenvoudige analyses zelf maken; bescheiden nog, maar het is een begin,” aldus Bijleveld. Handelspolitiek naar VGB In 2009 waren handelspolitieke en fytosanitaire zaken voor het laatst onderdeel van het takenpakket van de commissie. Per januari 2010 zijn de desbetreffende werkzaamheden overgedragen aan medewerkers van de VGB. Aangezien het hierbij bijna uitsluitend om publieke zaken gaat die van algemeen belang zijn voor de handelssector, financiert de commissie deze werkzaamheden.
Jan Lanning
In 2009 was Jan Lanning, die eind dat jaar afscheid nam van het schap, nog het bekende gezicht van de handelspolitieke afdeling. Wet- en regelgeving kritisch volgen en waar wenselijk proberen terug te dringen, is volgens het voormalige afdelingshoofd het handelspolitieke werk in een notedop. “Onze doelstelling is een ongestoorde handelsstroom van bloemen en planten wereldwijd. Als zich op dat gebied problemen voordoen, doen we er alles aan die zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten op te lossen.” Implementatie Client-export De belangrijkste inspanningen van Lanning, in samenwerking met de afdeling Automatisering, betroffen het mee opzetten van Client-export, een programma voor soepele elektronische afhandeling van im- en exportdocumenten van landbouwgoederen. “Alles is gereedgemaakt om Client-export in 2010 daadwerkelijk te kunnen implementeren. De basis is goed. Er staan eerst pilots bij bedrijven die het programma concreet gaan gebruiken, op de rol. Daarna volgt de rest van de bedrij-
41
COMMISSIEVERSLAG BLOEMEN & PLANTEN
Efficiënt, flexibel en met beide benen in de praktijk ven,” zegt Lanning. “Als de implementatie rond is, komt een verbeterde aansluiting van Client-import op Client-export aan de beurt.” Fytosanitaire richtlijnen EU Wat de evaluatie van de Europese fytosanitair richtlijnen betreft, is 2009 een nuttig besteed jaar geweest. Vooral dan achter de schermen. Lanning: “Overheid en bedrijfsleven hebben zich samen goed voorbereid op de komende evaluatie. Het geheim zit hem in de goede onderlinge afstemming die is gevonden. Gelukkig maar, want vooral van Nederland verwacht men op dit vlak een belangrijke inbreng. Ideeën ter verbetering van de richtlijnen zijn intussen naar Brussel gestuurd. Ik verwacht dat we kunnen rekenen op een goed gehoor in de Europese dreven. Wordt vervolgd in 2010.” Flower Miles De ontwikkeling van zogenoemde ‘Flower Miles’, een soort index voor de CO2belasting door bloementransport, is in 2009 nagenoeg stil komen te liggen. “Dat komt door de grote complexiteit bij bloemen en planten. Er is nog veel te veel onduidelijkheid,” geeft Lanning aan. De aandacht voor een dergelijke index bij groente en fruit is groter. Dit omdat deze producten dagelijks ‘door de maag’ gaan en omdat supermarkten er meer op gespitst zijn. “Ook is zoiets daar simpeler op te zetten dan bij bloemen en planten, waar je veel meer verschillende producten hebt.” Voldoende capaciteit PD Hoewel het besluit in 2009 om de Plantenziektenkundige Dienst (PD) onder te brengen bij de Voedsel en Waren Autoriteit de bloemen- en plantenbranche slechts zijdelings raakt, wil Lanning er graag iets over kwijt. “De PD is van belang bij het bereiken van handelspolitieke oplossingen. Daarom pleiten we er vanuit het vak voor dat de PD voldoende capaciteit beschikbaar blijft houden om problemen op dat vlak in het buitenland snel mee te kunnen helpen oplossen.” Voordelen halen uit RFID Behalve in Client-export stak Ben Ensink van Automatisering in 2009 veel tijd en energie in het project RFID (Radio Frequency Identification). Doel is deense karren
42
beter in de keten te kunnen volgen, met als drievoudige basis een chip op de kar, een elektronisch oog op vaste locaties of in handscanners en een radiosignaal dat een computer op afstand in een identificatie voor de kar (kenteken) kan omzetten. Het is een langjarig samenwerkingsproject van deensekarrenbeheerder Container Centralen, veiling FloraHolland, GASA, Landgard en de VGB. Ben Ensink
In november 2010 moet het systeem operationeel worden; aan de technische uitwerking ervan wordt de laatste hand gelegd. In de tussentijd moet de handelaar ervan op de hoogte gesteld worden wat hem te wachten staat en hoe hij zich het beste kan toerusten. De voordelen hoeven volgens Ensink niet alleen op te gaan voor Container Centralen, dat streeft naar een beter karrenbeheer. “Aan de sector is het nu om er zoveel mogelijk voordelen voor zichzelf uit te halen. Zoals afspraken over welke orders op welke karren moeten staan, wat de volgorde van binnenkomst in de box is en wat daar de juiste locatie voor de binnengekomen kar is.” Breder naar productcodering kijken In het verlengde van het succesvolle project Linnaeus, dat draaide om de VBN-productcodering, zijn veiling, handel en VKC (Vaste Keurings Commissie) een project gestart om, zoals Ensink het noemt, “breder naar codering te kijken”. Op zich is het codesysteem prima, maar het ontbreekt aan duidelijkheid in gecompliceerdere gevallen, vooral door nieuwe ontwikkelingen. “Gemengde partijen, samengestelde producten en producten met toegevoegde waarde zijn niet goed of nog niet in codes te specificeren. Dat betekent dat er in de praktijk veel vragen en klachten over komen. Het is tijd om de onduidelijkheden met alle ketenpartners samen structureel op te lossen.” Kwaliteit e-berichten Al jaren steekt de HBAG-commissie geld in (en neemt ze deel aan) projecten van de e-business-serviceorganisatie Florecom. Dit omdat de moderne bloemen- en plantenhandel ondenkbaar is zonder elektronisch verkeer. Nu de geautomatiseerde
43
COMMISSIEVERSLAG BLOEMEN & PLANTEN
Efficiënt, flexibel en met beide benen in de praktijk berichtenuitwisseling op zich goed loopt, is een nieuwe stap de kwaliteit van de berichten verder te verbeteren. De gedachten gaan volgens Ensink uit naar een vorm van certificering van die kwaliteit. Intussen is de stichting Florecom een strategische samenwerking aangegaan met de organisatie GS1, om goede aansluiting op internationale elektronische standaarden te kunnen helpen bewerkstelligen. Vergoeding slaat aan Ensink wijst erop dat ook in 2009 de financiële vergoeding per elektronische melding van de combinatie van exportfactuur en betaling van de factuur goed gewerkt heeft. “Van de exportmeldingen komt inmiddels 85% elektronisch bij ons binnen. Aan betalingsmeldingen hebben we 10% meer binnengekregen en we zitten nu op ongeveer 60%. Het lijkt dus aan te slaan.” Leveranciers van financiële software hebben een speciale module ontwikkeld om niet alleen de exportmelding, maar ook de betalingsmelding elektronisch door te sturen naar het bedrijfschap. Dat maakt het er voor de handel eenvoudig op. “Voordeel voor ons is dat het minder arbeid kost, daarmee is het goedkoper. Belangrijker nog is dat de debiteureninformatie nog betrouwbaarder wordt,” zegt Ensink. “Met andere woorden, de kwaliteit van onze informatie gaat verder omhoog.” Cursusaanbod op website Hoezeer de HBAG-commissie ook belang hecht aan vakgerichte, praktische cursussen en opleidingen, zelf organiseert ze ze vanaf 2008 niet meer. Sindsdien zijn er externe partijen die de groothandel cursussen aanbieden. Daarover heeft de commissie volgens Tom Bijleveld afspraken gemaakt met de Stichting Opleidingsfonds Groothandel (SOG), die faciliteert in het verwerven van subsidies, en met diverse opleidingsinstituten. Op de website www.hbagbloemen.nl is een overzichtspagina met het cursusaanbod te vinden. Steun voor sectorbrede projecten Bovendien financierde de Commissie Bloemen & Planten in 2009 andere sectorbrede projecten, die de VGB uitvoert. Het omvangrijkste daarvan is het vierjarenprogramma Communities of Practise, dat gestalte geeft aan landelijke samenwerking, overleg en belangenbehartiging. Doelen van dit programma zijn het delen en verspreiden van opgedane kennis; verbetering van efficiency en rendement voor
24 44
aangesloten ondernemers; stimulering van verbeterde dienstverlening van veilingen en vervoerders; en verbetering van de regie van de handelsschakel over de eigen processen en de aanvoerketen. De commissie trok voorts geld uit voor onder meer het jongeondernemersnetwerk Young Network Group en de opstartcursus van het keurmerk Florimark Trade. Verder was ze medefinancier van CAO-activiteiten, zoals de CAO-helpdesk voor werkgevers en CAO-onderhandelingen.
Ondanks krimp geen trendbreuk De economische malaise heeft de bloemen- en plantenhandelsbranche voor het tweede achtereenvolgende jaar in haar greep gehad. De export in 2009 was goed voor € 4,8 miljard. Dat betekent een daling in de totale exportwaarde van 4,3%. Desondanks ziet de handel de krimp niet als een trendbreuk in de groei op middellange termijn. Dit omdat het productvolume op peil is gebleven en de wereldwijd mindere vraag na een economische omslag weer moet toenemen. De snijbloemenhoek (totaal € 3,0 mld) had het in 2009 het zwaarst te verduren. De daling van de exportwaarde daar was 7,8%, nadat er ook het jaar ervoor al een afname was geweest (-3,7%). Na een lichte krimp van 0,3% in 2008 klommen de pot- en tuinplanten (€1,9 mld) met een plus van 1,9% op tot boven het niveau van 2007. Verhoudingsgewijs kwam Duitsland in 2009 sterk uit de bus, met een groei van 3,6%. De snijbloemenexport naar het buurland bleef stabiel (0,9 mld), de planten stegen (0,7 mld; groei 8,7%). Het Verenigd Koninkrijk, tweede in de top-10, daalde in exportwaarde met 12%, nummer 3 Frankrijk met 2,7%. De sterkste dalers waren net als in 2008 de Oost-Europese landen.
45
Gerard van Zuijlen sr (G.J. van Zuijlen)
‘Ondernemen is topsport op dit moment’ “We zitten in een economische crisis, de winter was langer en heviger en daarna kwam de vulkaanuitbarsting op IJsland. Ondernemen is dan ook topsport op dit moment, of je nou in de handel zit of kweker bent. Je hebt altijd up en downs, maar deze crisis, daar zijn we voorlopig niet uit. Maar pessimistisch ben ik niet. Bloemen blijven altijd bestaan. Ze zitten ingebakken in onze cultuur. Bloemen zijn emotie bij veel gelegenheden.”
Zo analyseert Gerard van Zuijlen sr (67) de situatie in de sierteeltsector, waarin hij zich als een vis in het water voelt. Ondanks zijn leeftijd weet hij niet van ophouden. “Stoppen? Nee! Dat zie ik niet zitten.” Gewoon lekker bezig zijn, heerlijk vindt hij dat. “Ik ga iedere dag fluitend naar mijn werk.” Handel in de genen De bloemenhandel zit in zijn genen. Zijn opa exporteerde bijna een eeuw geleden al naar Duitsland. Het certificaat met de officiële toestemming om dat te doen hangt bij Van Zuijlen op kantoor. Zijn vader dreef een groothandel in Zeeland en kocht producten in op de Naaldwijkse veiling. Daar vestigde hij in 1965 zijn eigen bloemen- en plantenexportbedrijf, waar inmiddels ook zijn drie zoons werkzaam zijn. De export was zijn grote liefde. “Dat heb ik altijd gewild. Na de middelbare school ben ik talen gaan leren en in het buitenland gaan werken.” Van Zuijlen wilde het land, de mensen en de cultuur leren kennen. “Ik vond het boeiend om buiten Nederland te reizen en bloemen trokken me altijd.” In Naaldwijk was Gerard van Zuijlens startkapitaal de duizend gulden die hij van zijn vader leende. Hij kocht een tweedehands autootje en leerde het verkoopvak in de praktijk. De meeste bloemen en planten werden destijds met de trein vervoerd. Begin jaren zeventig veranderde dat toen het autovervoer sterk opkwam. Een omslagpunt in zijn ogen. “Met de vrachtwagen was je flexibeler en had je meer speelruimte. Je kreeg ook de lijnrijders, die met hun eigen auto bij de winkels kwamen en zo de Duitse groothandel uitschakelden. Lijnrijders waren veel sneller en effectiever.” Creatief zijn De eerste twintig jaar deed hij grotendeels zaken met Duitsland. “Tot de crisis daar in ’84-’85. Toen zijn we omgeschakeld naar Frankrijk. Duitsland werd langzaam minder. Momenteel zitten we voor 90% op de Franse markt. De Franse cultuur is anders, de mensen ook, ze
46
Bloemen- en plantenexporteur G.J. van Zuijlen l l l l l l
Middelgrote bloemen- en plantenexporteur. Gevestigd op veiling FloraHolland in Honselersdijk. Circa twintig medewerkers. Klanten voor 90% in Frankrijk. 3 vrachtwagens, rest via transportbedrijf. Website: www.vanzuijlen.nl.
willen een ander assortiment.” Hij reist er regelmatig heen en ook naar klanten in de rest van Europa. Want, zo luidt zijn stelling: “Eén keer zien is beter dan honderd keer over iets lezen of horen. Bezoek de mensen! Dan weet je met wie je te maken hebt, en zij weten dat ook.” Verder vooruitkijken dan vijf jaar vindt hij ondoenlijk. Eén jaar is eigenlijk al heel wat. “Je maakt plannen, maar zult die regelmatig moeten bijstellen. Je moet creatief zijn,” aldus Van Zuijlen. Hij wijst daarbij ook op de natuur die ons parten speelt. Eén vulkaanuitbarsting en de bloemenimport ligt stil. “De natuur is sterker dan de Doorn in het oog Het is hem een doorn in het oog en bij veel collega’s proeft hij dezelfde onvrede. Maar naar zijn mening is er in de sector op bestuursniveau te weinig aandacht voor. De politiek zou er eens iets mee moeten doen. Gerard van Zuijlen doelt op het rijtijdenbesluit. Als je uit München of Parijs terugrijdt en de pech hebt dat je een uur stilstaat in de file, zijn ze bij de grens onverbiddelijk. Is je rijtijd voorbij, dan moet je je vrachtwagen 9 uur aan de kant zetten voor je verder mag. Of je moet nog bloemen afleveren bij je laatste klant, maar je rijtijd zit erop: ook 9 uur wachten. “Wetten en regels zijn noodzakelijk. Maar als zich in de praktijk een probleem voordoet, kun je toch kijken hoe je dat redelijk kunt oplossen? Dat geldt vooral bij bederfelijke producten als bloemen, groenten en vis. Ik snap niet dat er niets aan gedaan wordt.”
47
Gerard van Zuijlen sr (G.J. van Zuijlen)
‘Ondernemen is topsport op dit moment’ economie. Je ziet dat ook aan de tsunami van een paar jaar geleden en de gevolgen van de kanalisering van de Rijn. Daardoor word je teruggebracht tot de realiteit.” Zuinig zijn op handelsgeest Toch moet je vooral je zegeningen tellen, vindt hij. “We hebben een prachtig, rijkgeschakeerd assortiment en heel veel nieuwe producten. Als kwekers, handel en de veiling als verbindende schakel werken we goed samen. Dat moet ook, want ondanks de verschillen hebben we elkaar hard nodig. En de kracht van Nederland is dat we een handelsnatie zijn, we spreken onze talen, reizen en hebben de kennis. Daar moeten we zuinig op zijn.”
‘Nooit laten vallen!’ “Het bedrijfschap en ook bijvoorbeeld VGB en Bloemenbureau Holland, die moet je nooit veranderen,” daarvan is Gerard van Zuijlen overtuigd. “In de parfum- of autobranche ben je veel meer geld aan reclame kwijt dan bij ons. Het zou van mij zelfs best uitgebreider mogen. Het voordeel is dat iedereen, kwekers, handel, import, ervan meeprofiteert én eraan meebetaalt.” Inzoomend op het HBAG zegt de exporteur: “Dat instituut moet je nooit laten vallen. Je hebt het nodig als een stukje bindend element in de branche.” Hij beseft hoe anders de Nederlandse handelsbranche eruit zou zien zonder HBAG. “De grootste fout zou zijn te gaan knabbelen aan het debiteureninformatiesysteem.” Wie aangesloten is bij het HBAG, kan via dat systeem nagaan of bestaande en nieuwe buitenlandse klanten betrouwbaar zijn. Dat unieke systeem is volgens hem goud waard. Daar kan geen private instelling, zoals een kredietverzekeraar, tegenop. Het schap is een onafhankelijke instelling die, werkzaam ten behoeve van de totale handelssector, grip heeft op het betalingsgedrag van debiteuren en dat kan controleren. “Dan is het verder jouw keuze of je al dan niet met een klant in zee gaat. Dat is je risico als ondernemer.”
48
Bloemen & Planten
Poot- & Consumptieaardappelen
Groenten & Fruit
Financiën
Verordeningen
Bestuurlijke samenstelling
49
Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Balans per 31 december 2009 Activa 2009 2008 Passiva Vaste activa Eigen vermogen Materiële vaste activa 1.467.981 1.597.829 Algemene reserve Financiële vaste activa 410.599 1.482.543 Bestemmingsreserves 1.878.580 3.080.372
2009
2008
1.132.363 1.479.604 2.438.262 2.320.944 3.570.625 3.800.548
Vlottende activa Voorzieningen Vorderingen en overlopende activa 1.822.137 1.313.141 Toeslagfonds pensioenen 805.183 778.618 Liquide middelen 3.880.830 2.943.668 Backserviceverplichtingen 162.697 170.807 5.702.967 4.256.809 967.880 949.425 Vlottende passiva Kortlopende schulden en overlopende passiva 3.043.042 2.587.208 Totaal activa
50
7.581.547
7.337.181 Totaal passiva
7.581.547 7.337.181
Rekening van Baten en Lasten Jaar 2009 Totaal Bestuur Markt generaal Baten 1 Heffingen 5.050.565 1.131.995 3.010.921 2 Retributies - - - 3 Diensten aan derden 217.768 141.169 59.797 4 Rente 65.851 23.922 24.796 5 Vergoeding opgedragen taken - - - 6 Niet-bestede subsidies - - - 7 Overige baten 309.065 65.284 113.432 Totaal van de baten 5.643.249 1.362.371 3.208.947 Lasten 1 Voorzitter/Personeelskosten 2 Reis-, verblijf- en representatiekosten 3 Huisvestingskosten 4 Bureaukosten 5 Vergaderkosten 6 Financiële relaties 7 Diensten door derden 8 Overige lasten Subtotaal 9 Interne overboekingen Totaal van de lasten Saldo
2.064.720 110.181 351.998 612.228 39.180 2.062.259 635.816 170.683 6.047.065 173.894- 5.873.171 229.922-
910.047 41.810 104.124 221.607 23.007 327.055 240.805 15.021 1.883.505 173.894- 1.709.611 347.240-
3.800.547 3.570.625
1.479.603 1.132.363
Reserve 01-01 Reserve 31-12
848.700 35.547 198.682 328.317 11.886 1.185.160 293.179 124.033 3.025.505 150.000 3.175.505 33.443 595.294 628.743
Product & dienst
Arbeid
853.568 - 15.393 15.557 - - 112.944 997.463
54.080 1.408 1.576 17.404 74.468
277.411 28.589 45.920 59.781 3.887 533.424 86.239 29.483 1.064.734 150.000- 914.734 82.729
28.534 4.235 3.272 2.523 400 16.620 15.592 2.146 73.322 - 73.322 1.146
852.287 935.015
873.363 874.509
NB. Voor de pagina’s 50 en 51 geldt dat het voorlopige cijfers zijn. Alle bedragen zijn in euro’s.
51
Verordeningen van kracht in 2009
Verordening begroting HBAG Doel / Bestemming: Vaststelling van de begroting van baten en lasten voor 2009. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op artikel 119 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening HBAG registratie, verstrekking van gegevens en controle Doel / Bestemming: Doelstelling van de regeling is het hoofdbedrijfschap en zijn commissies in staat te stellen de hem opgedragen taken naar behoren en efficiënt te vervullen. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 93, 95, 100, 102, 104 eerste en derde lid en 106 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, de artikelen 3 en 11 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155) en het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens. Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de ondernemer die een onderneming drijft zoals genoemd in artikel 3, tweede lid, van het Instellingsbesluit HBAG. Duur: Treedt in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Verordening vergoedingen voorzitters en bestuursleden HBAG Doel / Bestemming: Deze verordening strekt tot regeling van de vergoedingen van de voorzitter(s), bestuursleden en commissieleden van het HBAG. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 77, 85, 88 en 88a van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 4, 6, 7, 8 en 9 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de voorzitter(s), bestuursleden en commissieleden van het HBAG. Duur: Van kracht met ingang van 1 januari 2009. Verordening heffing groenten en fruit Doel / Bestemming: De heffing groenten en fruit 2009 van het HBAG wordt opgelegd ter financiering van de bestuurs- en huishoudelijke kosten van de HBAG Commissie groenten en fruit. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 13 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de ondernemer die een onderneming drijft waarin de groothandel, het bedrijf van commissionair, het bedrijf van tussenpersoon of het bedrijf van handelskweker in groenten en fruit, wordt uitgeoefend en waarvoor de HBAG Commissie groenten en fruit is ingesteld. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening bestemmingsheffing promotieactiviteiten groothandel groenten en fruit Doel / Bestemming: Het doel van de heffing is de collectieve financiering van de generieke promotie en de ondersteuning van de functie van de groothandel in groenten en fruit gericht op de directe afnemers in binnen- en buitenland. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 13 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de ondernemer die een onderneming drijft waarin de groothandel in groenten en fruit wordt uitgeoefend. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening HBAG financieringsheffing aardappelen Doel / Bestemming: De verordening legt een heffing op die dient voor de financiering van de huishoudelijke kosten van het hoofdbedrijfschap voor wat betreft de commissie pootaardappelen en de commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en zesde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 3, eerste lid en tweede lid sub a, 5, 10, 11 en 13, eerste en derde lid van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de onder het HBAG ressorterende ondernemers die de groothandel en/of het bedrijf van tussenpersoon in pootaardappelen, consumptie- en/of voeraardappelen uitoefenen. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.
52
Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds Doel / Bestemming: Doelstelling van de regeling is maatregelen en projecten in het belang of de bevordering van de teelt, be- of verwerking en afzet van consumptieaardappelen te bevorderen. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 3, eerste lid en tweede lid sub a, 5, 10, 11 en 13 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: De heffing wordt opgelegd aan elke ondernemer die de groothandel in consumptieaardappelen uitoefent. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds Doel / Bestemming: Doelstelling van de regeling is maatregelen en projecten in het belang van de pootaardappelteelt en -afzet waaronder begrepen collectief onderzoek en collectieve propaganda voor pootaardappelen te financieren teneinde de afzet daarvan te bevorderen. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 95 en 126, eerste en vierde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 3, eerste lid en tweede lid sub a, 5, 10, 11 en 13 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: De heffing wordt opgelegd aan elke ondernemer die de groothandel in pootaardappelen uitoefent. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening HBAG bestrijding Phytophthora infestans bij aardappelen Doel / Bestemming: Doelstelling is de beheersing van de schimmelziekte Phytophthora infestans, die grote schade kan toebrengen aan de aardappelteelt. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 93, 95, 102, 104, eerste en derde lid, en 106 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op de artikelen 10, 11 en 12 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op alle onder het HBAG ressorterende ondernemers die de groothandel en/of het bedrijf van tussenpersoon in pootaardappelen, consumptie- en/of voeraardappelen uitoefenen. Duur: Van kracht met ingang van 1 juli 2007. Verordening heffing bloemen en planten Doel / Bestemming: Op basis van deze verordening wordt aan alle ondernemers in de sector groothandel bloemen en planten, waarvoor het HBAG is ingesteld, een algemene heffing opgelegd. De opbrengst van de algemene heffing wordt aangewend voor de financiering van de activiteiten van de Commissie Bloemkwekerijproducten van het HBAG. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op artikel 100, derde lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op artikel 13 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op de ondernemer die een onderneming drijft zoals genoemd in artikel 3, tweede lid, onder b, van het Instellingsbesluit HBAG. Duur: 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Verordening HBAG bloemen en planten factuur- en betalingsmeldingen Doel / Bestemming: Het HBAG in de gelegenheid stellen maandelijks gedetailleerde statistische informatie over handelsstromen te publiceren. Door deze informatie beschikt de bloemen- en plantenbranche over een zeer bruikbaar instrument, op grond waarvan de juiste bedrijfseconomische en marketingtechnische beslissingen kunnen worden genomen door de bedrijven. Daarnaast heeft de factuur- en betalingsmelding voor de betreffende bedrijven het voordeel dat structurele wanbetaling, fraude en oplichting via een gecoördineerde aanpak vanuit het HBAG vroegtijdig kunnen worden onderkend. Bedrijven hebben hier onmiddellijk een groot voordeel van. Wett. basis: Deze verordening is vastgesteld door het bestuur van het HBAG, gelet op de artikelen 93, 100, derde lid, en 102 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en de artikelen 3 en 11 van het Instellingsbesluit HBAG (Staatsblad 2002 nr. 155). Reikwijdte: Deze verordening is van toepassing op iedere ondernemer die bloemkwekerijproducten verhandelt. Duur: Van kracht vanaf 1 januari 2009.
53
Bestuurlijke samenstelling HBAG 2009 Voorzitter Algemeen secretaris Bloemen & Planten Groenten & Fruit Aardappelen Toezichthouder namens de SER
Bestuursleden Plaatsvervangend M.J. Varekamp P.M.M. van Ostaijen H. de Boon B. Rip W.L.A.G. Tacken W. Baljeu C.J.M. van Arendonk R. van Diepen G. Mastenbroek G.B. Rijzinga J.M. de Keijzer N. Meijer A.A.M. Steijaert N. Meijer C. Elzenga A. Tilroe R.C. Gilhuijs
HBAG Dagelijks Bestuur Voorzitter Algemeen secretaris Vicevoorzitter
54
M.J. Varekamp P.M.M. van Ostaijen H. de Boon W.L.A.G. Tacken C.J.M. Arendonk J.M. de Keijzer
Aangewezen door
VGB Frugi Venta NAO/CECOHA CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten De Unie
Bestuurlijke samenstelling HBAG Commissies HBAG Commissie Consumptie-, Fabrieks- en Voeraardappelen Voorzitter Commissiesecretaris
Bestuursleden Plaatsvervangend Aangewezen door C.J.M. van Arendonk R. van Diepen NAO B. Werkman R. van Diepen NAO D. Zelhorst R. van Diepen NAO H.S.L. Gramsma R. van Diepen CECOHA J.C. Fraase Storm G. Mastenbroek CNV Dienstenbond - A. Sioua FNV Bondgenoten A.L. Moerman A. Sioua FNV Bondgenoten L.M. Eijssen
HBAG Commissie Pootaardappelen Voorzitter Commissiesecretaris
Bestuursleden Plaatsvervangend Th. H. Hof R. van Diepen J.P.M. Muijsers R. van Diepen A.J. de Nijs R. van Diepen C.J.M. van Arendonk R. van Diepen J.C. Fraase Storm G. Mastenbroek - A. Sioua A.L. Moerman A. Sioua J. Gottschall
Aangewezen door NAO NAO NAO CECOHA CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten
HBAG Commissie Groenten & Fruit Voorzitter Waarnemend commissiesecretaris
Bestuursleden Plaatsvervangend W.L.A.G. Tacken J. Timmermans W. Baljeu J. Timmermans H.J. van Rossum J. Timmermans F.M. van Aarle J. Timmermans R.P. de Greeff J. Timmermans L.A.M. Welschen J. Timmermans G. Mastenbroek J.C. Fraase Storm A.A.M. Steijaert N. Meijer J.M. de Keijzer N. Meijer C. Elzenga A. Tilroe P.A. Nijhuis
Aangewezen door Frugi Venta Frugi Venta Frugi Venta Frugi Venta Frugi Venta Frugi Venta CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten De Unie
55
Bestuurlijke samenstelling HBAG Commissies 2009 HBAG Commissie Bloemen & Planten Voorzitter Commissiesecretaris
56
Bestuursleden Plaatsvervangend H. de Boon M. Foppen M. Dekker H. van der Kwaak M. Dekker F.U.H. Koenen M. Dekker B. Rip M. Dekker R. le Clercq A. Broere G. Mastenbroek G.B. Rijzinga M.W. Destellirer-Hensen J.M. de Keijzer T. Bijleveld
Aangewezen door VGB VGB VGB VGB VGB Plantum NL CNV Dienstenbond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten
Colofon Hoofdredactie: Peter van Ostaijen, secretaris HBAG Redactie: Han Carpay Productiebegeleiding: Hazelslag & Jommes Vormgeving: Bart Drughorn Fotografie: Frank Bonnet, Wilfried Overwater Drukwerk: Noordhoek Offset BV © Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel, juni 2010