NAJAARSTENTOONSTELLING BIJ KUNSTGALERIJ ALBRICHT IN OOSTERBEEK
Haute Peinture 2014 Herontdekte, onbekende schilderkunst uit particulier bezit (met o.a. 11 werken van Isaac Israels)
WOENSDAG 29 OKTOBER T/M ZONDAG 2 NOVEMBER 2014 DAGELIJKS VAN 11.00 TOT 18.00 UUR Utrechtseweg 107 6862 AE OOSTERBEEK 026-3611876 www.albricht.nl
Als opening van het kunstseizoen 2014/2015 presenteert Bob Albricht in zijn galerie in Oosterbeek de nieuwe aanwinsten voor het komende seizoen. Dit als voorproefje op de PAN in Amsterdam! Met o.a. 11 werken door Hollands impressionist Isaac Israels (1865-1934), typische Haagse taferelen door Floris Arntzenius (1864-1925), verschillende onbekende werken door Johan Jongkind (1819-1891) en een belangrijk werk uit de periode op Mallorca door Leo Gestel (1881-1941) - volgend jaar te zien in het Singer Museum te Laren - belooft het bij Kunstgalerij Albricht een waar Hollands kunstspektakel te worden. Een groot deel van de schilderijen is afkomstig uit particulier bezit in binnen- en buitenland en heeft jarenlang verborgen gezeten in belangrijke collecties. Zo werd Bob Albricht in de afgelopen zomer twee maal betrokken bij de verdeling van een nalatenschap van 19e eeuwse kunst en kon hij hierdoor een indrukwekkende collectie samenstellen. De werken zullen voor het eerst sinds lange tijd op de markt zijn. Al hebben de collectioneurs in het verleden hun schilderijen regelmatig in bruikleen afgestaan voor de verschillende tentoonstellingen in musea en staan de werken merendeels afgebeeld in biografieën van de kunstenaars.
Isaac Israels (1865 – 1934) De collectie werken door Isaac Israels bij Kunstgalerij Albricht geeft een goed beeld van de verscheidenheid aan techniek en onderwerp. Dat Israels veel heeft geschilderd is algemeen bekend . Het gebruik van kleur en licht in zijn schilderijen heeft mede bijgedragen aan zijn grote populariteit. Als jonge schilder vond hij zijn eigen weg door op zoek te gaan naar de niet gangbare onderwerpen: het gewone straatleven, de cabarets, de wandelaars in het park, de mens in beweging in al zijn hoedanigheid. Met een tekenachtige en realistische schilderwijze en zijn onderwerpen week hij volkomen af van de landschappelijke Haagse School en van de kunst van zijn vader Jozef. Avondenlang zwierf Isaac door de stad op zoek naar inspiratie voor zijn schilderijen. ’s Avonds vond hij ze in theater en cafés, overdag op bankjes in parken, op straat of lopend op de boulevard. Portretten vormen een ander aspect van zijn werk. Soms prachtig gedetailleerd en soms aangegeven met een paar rake lijnen .
Het portret van Madame Maxa is een gedetailleerd portret van de actrice Paula Maxa (Oostenrijk 1896Verenigde Staten 1983). Zij figureerde veel in de horrorshows van het theater Grand-Guignol in Parijs en stond bekend als “’s Werelds meest vermoorde vrouw”. Isaac en zij waren bevriend en zij voelde zich zeer vereerd dat haar portret ingezonden zou worden naar een van de grote “Salons”.
De twee werken van de Spaanse dansgroep La Feria zijn een bijzondere combinatie: de grote pastel met het toneel op de achtergrond geeft het café chantant weer waar Isaac vaak te vinden was in Montmartre en het grote olieverf schilderij is een “close-up” van wat zich op het toneel afspeelt. Het “exotische” aan de Spaanse dansgroep wordt weergegeven in de warme kleuren die Isaac gebruikt. Door toeval hangen deze werken nu naast elkaar, zij zijn afkomstig uit verschillende verzamelingen.
Met een sfeervol schilderij in het Bois de Boulogne en een wervelende Danseuse geeft deze collectie een bijzonder inzicht van de Parijse tijd van Isaac Israels.
Het Nederlandse theater en cabaretleven begin 20ste eeuw wordt weergegeven in een tweetal schilderijen rondom het Scalatheater in Den Haag. Helaas ten prooi gevallen aan de slopershamer stond dit theater bekend om de meest sfeervolle zaal van Den Haag.
Het zonovergoten schilderij van de Pier van Scheveningen is ineens actueel nu er stemmen opgaan in Den Haag de houten pier, zoals hier door Isaac Israels geschilderd, te herbouwen op de plaats van de failliet verklaarde nieuwe pier.
Floris Arntzenius ( 1864 – 1925) De klassieke Haagse Scholers concentreerde zich op het strand, de zee en weilanden. Het stadsgezicht is door Arntzenius eind 19e eeuw nieuw leven ingeblazen. In een grote Spuitsraat - 100,5 x 75 cm- door Floris Arntzenius is het een harmonisch samengaan van figuren en omgeving. De huizen zijn nauw betrokken bij wat zich op straat afspeelt. De sfeer in de compositie is belangrijker dan de topografische realiteit: uithangborden en straatnamen worden slechts aangegeven. Het is geen haastig schilderwerk, maar een nauwkeurige waarneming van het alledaagse. De natte straten geven het geheel nog meer stemming en vergroten de ruimte door de weerspiegeling. In een brief aan zijn latere vrouw Lide Doorman schrijft hij: “ hé, ik wou dat ’t morgen grijs weer was, want met die strakke luchten is bijna niets mooi”. De kleur grijs vond Arntzenius de beste achtergrond waartegen andere kleuren goed uitkomen.
Arntzenius was het gelukkigst in Den Haag en geeft ons steeds weer een prachtig tijdsbeeld van het straatleven. Zo ook op het Noordeinde. Een typisch Haagse smalle winkelstraat die ter hoogte van het Koninklijk Paleis breder wordt. Arntzenius kiest dit punt voor zijn straatbeeld waardoor wij, de kijkers, door de compositie uitgenodigd worden te ontdekken wat het Noordeinde nog meer voor ons in petto heeft. Het is er levendig; wij kijken met het meisje op de voorgrond mee naar wat er allemaal te zien is. Door de vele smalle straten in de binnenstad had het stadsbestuur van Den Haag aan het begin van de 20ste eeuw bedongen dat men rechts moest lopen. Dit verklaart misschien mede de evenwichtige structuur van zijn “menigte” .
Otto Eerelman ( 1839 – 1926) De geboren en getogen Groninger Eerelman laat ons een rijk en kwalitatief uitstekend oeuvre na. Hofschilder, chroniqueur van de grote gebeurtenissen binnen het Koninklijk huis, maar vooral bekend om
zijn schilderijen van paarden en honden. De vele opdrachten voor portretten van lievelingspaarden of honden stelde hem in staat van zijn kunst te leven. Zo goed was Eerelman dat hij de opdracht kreeg het stamboek voor paarden mede te illustreren. Niet het statische is echter zijn kracht maar de dieren in beweging. Op de tentoonstelling is een groot schilderij te zien van een nest spelende St.Bernardpups. Om de honden op hun gemak te stellen en ze goed te kunnen observeren liet hij bij zijn huis in Den Haag en later in Groningen kennels bouwen. Honden zijn lastig te portretteren maar Eerelman lukt het houding en expressie passend bij het ras weer te geven. Door het werk van Otto Eerelman is goed te zien welke hondenrassen in de mode waren rond het einde van de 19e eeuw: o.a. St.Bernards, Deense Doggen, Mastieven voor de grote honden, en o.a. Schnouzers, Pinchers en Keeshonden voor de kleinere.
Leo Gestel (1881- 1941) Leo Gestel dankt zijn roem aan zijn fauvistische en kubistische schilderijen uit de jaren 1908- 1914. Nooit wordt de nieuwe stroming geheel omarmt, Gestel geeft er zijn eigen interpretatie aan. Deze sloten aan bij de internationale tendensen die in Nederland geleid werden door Piet Mondriaan, Leo Gestel zelf , Jan Sluijters en iets eerder Jan Toorop. Gestels vooruitstrevende werken werden gekocht door de grote verzamelaars als Dr.J.F.S.Esser, zijn mecenas Piet Boendermaker en Hélene Kröller – Múller. In januari 1914 vertrok Gestel met zijn vrouw en de schildersvrienden Else Berg en Mommie Schwarz naar Mallorca met de familie Boendermaker. Hier ontstond zijn meest zuivere kubistische werk met kleuren die passen bij het zonlicht uit Zuid Europa. Het is een museaal schilderij dat voor volgend jaar in bruikleen te zien zal zijn , naast nog twee werken uit onze collectie, op de overzichtstentoonstelling van Leo Gestel in het Singer in Laren ( 22 januari t/m/ 25 mei 2015).