TEEKENGENOOTSCHAP PICTURA DORDRECHT
|
april 2014
In dit nummer: Werken aan 200 jaar schilderkunst Between the Lines: tekeningen van Paul van der Eerden, Marisa Rappard, Paul de Reus en Mariëtte Linders Unnoticed Art Festival Objects in the Mirror: tentoonstelling van Teresina Talarico en Owen Gump DordtYart 2014 Pictura in Recklinghausen De kelders van het Urban Explorers Festival
200 jaar 200 jaar koninkrijk (schilder)kunst
2
Redactioneel Gaby van der Zee – • Jan Willem van Welzenis • Evelien de Jong • Ton van Dalen over 200 jaar koninkrijk - 200 jaar (schilder)kunst
In het interview dat Wil Boesten had met Teresiña Talarico, naar aanleiding van haar komende tentoonstelling in Pictura, komt de vraag aan de orde hoe zij als kunstenares kan reageren op de overvloed aan beelden waarin we tegenwoordig leven. Eigenlijk is het woord tegenwoordig hier misplaatst. Die overvloed was er altijd al. Ook onze voorouders die als rondtrekkende nomaden probeerden te overleven moesten voortdurend alle zintuiglijke waarnemingen verwerken en labelen als “ongevaarlijk”, “interessant”, “veelbelovend” of “lekker”. Elke vergissing daarin kon fataal zijn. Ons in die tijd ontwikkelde brein is daar erg goed in geworden. Dat heeft in de huidige tijd helaas ook nadelen. Door het voortdurend snel verwerken van indrukken, beoordelen we veel beelden waarmee we worden geconfronteerd als: “niet relevant” of: “niets voor mij” en zelfs: “misleidend, wegwezen”. De gevolgen van onze selectieve waarneming zijn soms ook in Pictura goed waar te nemen. Vooral de toevallige passant wordt eerst aangenaam verrast door het statige barokke interieur van de voormalige burgemeesterswoning waarin Pictura is gehuisvest. Het brein oordeelt: “mooi” en “oud”. Eenmaal doorgedrongen tot de grote zalen treedt de verwarring in: de ruimte is nog steeds aantrekkelijk, maar de getoonde eigentijdse kunst dwingt de bezoeker een nieuwe positie in te nemen. De confrontatie met beelden, die niet vertrouwd zijn, roept bij een deel van de bezoekers angstgevoelens en zelfs agressie op. Niet zelden blijft zo’n bezoek aan Pictura dan beperkt tot een blik in de tentoonstellingsruimtes gevolgd door vluchtgedrag: “wegwezen” zegt het brein. Liefhebbers van eigentijdse kunst beschikken weliswaar over een soortgelijk brein, maar hebben geleerd, dat de eerste indruk van beeldende kunst niet de enige indruk kan zijn. Er zijn beelden achter de beelden. Een nieuwsgierige aard komt dan goed van pas. De nieuwsgierige bezoeker wordt beloond en krijgt toegang tot een belevingswereld waarvan hij het bestaan niet kende. Dat kan ook wel eens misgaan. Zo stond ik zelf eens geboeid te kijken naar een vuurrood blusapparaat in één van de zalen van het van Abbemuseum. Dit brengt me op een belangrijke opdracht voor Pictura: maak bezoekers nieuwsgierig! Eén van de middelen die we kunnen inzetten is ons Picturablad. Lees de introducties van komende tentoonstellingen, schakel de automatische piloot van je brein uit en kom kijken.
In september 2014 organiseert Pictura in samenwerking met het
3
PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
2
Redactioneel
7
Michel van Kampen - column
8
Evertine van Alphen – Taal roept beelden op. Paul van der Eerden, Marisa Rappard, Paul de Reus en Mariette Linders over hun werk.
10
Nathan Veldhuisen – Frans van Lent over het Unnoticed art festival
13
Wil Boesten – Pro Loco of het atelier als vertrekpunt. Gesprek met Teresiña Talarico en Owen Gump.
16
Gaby van der Zee – • Anja de Jong bij DordtYart • DordtYart kunstenaars 2014
20
Picturaborrel iedere laatste vrijdag van de maand
21
• Bestuur versterkt • Evertine van Alphen benoemd als projectleider voor tentoonstellingen en activiteiten.
22
Kruisvraag Reppel >< Rombouts
24
Reconstructie performance /Membrandt
25
Twee nieuwe leden
26
• Pictura over de grens: bezoek aan Recklinghausen
27
Nico Parlevliet maakt geluidsroute
27
Agenda Pictura-aktiviteiten
28
Gert van Engelen – Kunstenaar op vooroorlogse foto blijkt Picturalid
BtK
Omslagfoto Unnoticed Art Festival FOTO THEUN OKKERSE
Dordrechts Museum de tentoonstelling 200 jaar koninkrijk – 200 jaar (schilder)kunst. Pictura illustreert het jubileum met een confrontatie tussen het werk van Picturianen van twee eeuwen geleden en Picturianen van nu. Tien werken van leden van het Teekengenootschap uit de negentiende eeuw vormen het uitgangspunt voor het werk van veertig huidige Picturaleden. De tentoonstelling toont hoe de hedendaagse kunst zich verhoudt tot de schilderkunst uit de Nederlandse Romantiek. Picturablad vroeg drie leden – Jan Willem van Welzenis, Evelien de Jong en Ton van Dalen – hoe zij zich voorbereiden op de tentoonstelling.
DOOR GABY VAN DER ZEE
3 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Inhoud 1/14
“Ik heb al een ‘leuke boom’ gevonden. Hij staat al klaar, evenals een fantastisch paard dat ik op de rommelmarkt ben tegengekomen.”
4 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Evelien de Jong
Lid van Pictura sinds: 2011
Lid van Pictura sinds: 2013
Frans Lebret - Schapen in weide
Jacob van Strij – Landschap met figuren
FOTO TIM LEGUIJT
Verrassend, want jouw werk zou je als het tegenovergestelde kunnen zien. “In moderne kunst houd ik inderdaad van niet te netjes. Expressief en met veel kleur, zoals het werk van De Kooning. Maar net als in de Romantiek, wil ook ik met mijn werk een sfeer creëren. Tegelijkertijd is oude kunst zo totaal anders dan mijn werk, wat het makkelijk maakt, want daardoor hoef ik me er ook niet tot te verhouden.”
“Er zal zeker geen schaap te zien zijn. En geen gras. En ook geen lucht.”
Waarom heb je besloten mee te doen aan deze tentoonstelling? “Toen ik het idee van deze tentoonstelling zag, keek ik raar op. Oud naast nieuw. Komisch toch? Ik houd van oude kunst en het is mooi dat er in Pictura een keer oude schilderijen te zien zijn. Misschien past het hier wel veel beter dan moderne kunst. In dit oude pand met zijn vereniging waar leden met heiwee over vroeger praten. Al houd ik van moderne kunst, liever wandel ik door het Rijksmuseum. Voor mij is het de sfeer die schilders uit die tijd neer weten te zetten die me aanspreekt: het vele donker en zwart. En zorgvuldig geschilderd.”
Wat kunnen we van jouw interpretatie van het werk van Lebret verwachten? “Er zal zeker geen schaap te zien zijn. En geen gras. En ook geen lucht. Ik heb niet de behoefte om iets na te maken. Misschien neem ik de kleuren als uitgangspunt of de ram in het midden. Maar dan maak ik er wel een rammende ram van.” Wanneer ga je aan het werk beginnen? “Ongeveer een week van tevoren, denk ik. Ik maak mijn kunst altijd snel en driftig en kan die tijdsdruk wel gebruiken. En als het werk klaar is, mag het ook meteen weg. Dan is het weer tijd voor een volgend werk.” www.welzenis.com
Wat sprak je aan in het werk van Van Strij? “Toen ik het zag, kon ik me meteen helemaal voorstellen hoe ik er mee aan de slag zou gaan. Het is een interessant beeld, er zit zoveel in verstopt! En ik vind de titel al geweldig: ‘Landschap met figuren’. Dan ga ik meteen googelen en op marktplaats zoeken en kijken wat er boven water komt. Als een soort detective.” Herkende je er dingen in uit je eigen werk? “De blauwe lucht, de horizon, die silhouet-achtige vorm van die kale boom die zo prominent in beeld is en natuurlijk de figuur op het dier: allemaal elementen die in mijn eigen werk voorkomen. In mijn serie ‘I don’t wanna be your dog’, heb ik mezelf afgebeeld als hond. Het is mijn alter ego Chica, naar de hond van mijn ouders. Op handen en knieën, naakt of als silhouet, word ik als een hond uitgelaten door mijn kinderen. Het is een heftig beeld, maar tegelijk ook herkenbaar voor ouders; dat kinderen regeren, net als de ouders. Ik hou van brutale, stoere kunst. Voor mij is kunst pure expressie. In het dagelijks leven gedraag ik me lief en aardig, maar met mijn werk kan ik provoceren en mensen wakker schudden. In kunst mag je lekker overdrijven, daar houd ik van!” Zie je raakvlakken tussen je eigen werk en de Romantiek? “Toen ik begon met kunst maken, maakte ik geëngageerde kunst;
over zware actuele onderwerpen. Tegenwoordig wil ik het dichterbij houden en stop ik erin wat in mijn directe omgeving is en wat ik leuk vind: mijn kinderen, de hond, ons konijn. Dat maakt het persoonlijker en daardoor ook origineler. Net als in de Romantiek gebruik ik ook alledaagse beelden in mijn werk, maar die plaats ik vervolgens weer in een andere context, ik overdrijf ze dus. Mijn aanpak van werken is een erg creatieve. Ik maak een kader en verder luister ik naar mijn gevoel en werk ik intuïtief. Net als in de Romantiek, waar men de fantasie, de verbeelding, het onderbewuste, het raadselachtige en onverklaarbare hoog achtte. Ook typisch romantisch was het gevoel van het nostalgisch verlangen. Dat heb ik bijvoorbeeld bij jaren negentig muziek, zoals Sonic Youth, Mudhoney en Nirvana. Daarom noem ik mijn werk SUBPOP.”
Evelien de Jong, Landschap met paard, collage, 120x190, 2014, studie voor het kunstwerk voor tentoonstelling 200 jaar koninkrijk - 200 jaar (schilder)kunst
Hoe wordt jouw interpretatie van het werk? “Ik ga schilderen of maak een collage, of hoogst waarschijnlijk een combinatie van beide. Een echt stuk stronk voor de boom gebruiken of zo. Ik heb al een ‘leuke boom’ gevonden. Hij staat al klaar, evenals een fantastisch paard dat ik op de rommelmarkt ben tegengekomen. Lichtdraad gebruik ik ook veel in mijn werk, maar het moet wel functioneel zijn. Het origineel is heel groot, misschien doe ik daar wel iets mee. Ik heb allerlei ideeën in mijn hoofd, en ben nu
druk bezig hoe ik die figuren naar mezelf ga vertalen. Ik heb er veel zin in, het is een erg leuk onderwerp om mee te werken.” www.eveliendejong.nl
5 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Jan Willem van Welzenis
6 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Lid van Pictura sinds: eind jaren 80
Johannes Christiaan Schotel – Zeegezicht met zeilende schepen
Trap op, trap af Michel van Kampen Word je door de Romantiek beïnvloed? “Ik zal het altijd heftig ontkennen, maar ik ben zelf zeker niet gespeend van een zekere romantische inslag. Ik herken me in het punt waarin de Romantiek zich afzet tegen het rationalisme van de Verlichting. Zelf voel ik ook de behoefte om me in mijn bootje zonder enige luxe terug te trekken in de natuur. Om zo te ontsnappen
aan het dagelijks leven en dan net te doen of de industrie aan de horizon bij Moerdijk er niet is. Het is een raar soort escapisme, een irreële behoefte om me af te zetten tegen de rationaliteit.” Wat kunnen we van jouw interpretatie van het werk van Schotel verwachten? “Het eerste idee was om een camera mee aan boord van mijn
boot te nemen en al zeilend de harde wind te registreren en de kijker op die manier mee te nemen in de ervaring. Maar dat vond ik bij nader inzien toch te voor de hand liggend. Het huidige plan is om de kijker de fysieke en zintuiglijke ervaring van zeilen bij storm te laten ondergaan. Ik wil er verder nog niets over kwijt, maar kan wel verklappen dat het raakvlakken heeft met mijn eerdere werk.”
Waarom heb je dit schilderij gekozen? “Maritieme taferelen vind ik fascinerend. Ik val op de stereotypen in zo’n plaatje: de lage horizon, de alom aanwezige dreigende luchten, de woelige baren, gereefde zeilen, zo’n scheepje dat nog net geen schipbreuk lijdt in die oneindige, woeste zee met in de achtergrond een stukje land als symbool voor de veilige haven. Het dramatisch effect dat vergroot wordt door de gaten in het donkere wolkendek waardoorheen licht valt. Allemaal zeventiende eeuwse trucs die schilders in de Romantiek toepassen voor extra dramatiek. Ik voel mee als ik naar zo’n tafereel kijk. Het roept herinneringen op aan benauwde momenten die ik zelf op het Hollands Diep heb meegemaakt.” Wat is je verhouding met de Romantiek als kunststroming? “Ik vind de Romantiek fascinerend, maar het heeft tegelijkertijd ook iets pathetisch. Het teruggrijpen op de zeventiende eeuwse schilderkunst, thema’s als de enormiteit van de natuur ten opzichte van de nietige mens. Zulke zeegezichten met woeste baren, dreigende wolkpartijen – de Dutch Mountains – en kleine bootjes zijn het Hollandse equivalent van bijvoorbeeld de berglandschappen van Caspar David Friedrich. Maar zo’n maritiem tafereel heeft wel weer iets nuchter Hollands. Zo’n bootje was ook gewoon een vervoersmiddel.”
7 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Ton van Dalen
Laatst vroeg ik aan Bert (de voorzitter) wat we nu van die bezuinigingen merken. Bert antwoordde “nou het CBK is bijvoorbeeld dicht.” “Oh ja,” dacht ik, “dat is waar.” Hier hield onze woordenwisseling min of meer op. Dit kwam door mij. Ik besefte dat tot nu toe geen van de bezuinigingen iets heeft veranderd in mijn leven. Het is vast vloeken in de (kunst)kerk, maar ik snap al die mensen wel die juichen bij de cultuurbezuinigingen. ‘Je weet pas wat je mist, als het er niet meer is.’ De meeste mensen hebben nooit geweten wat ze kunnen missen. Laat staan dat ze nu weten wat ze missen. Kunst leren kijken kost in de meeste gevallen veel tijd en moeite. Tijd die er niet voor is, moeite die de tijd voor velen niet waard is. Kunstenaars maken vaak vanuit hun eeuwenlange traditie heel moeilijke dingen zonder dat de kijker maar enige weet heeft van al die conceptuele input. Terwijl deze traditie mede bepaalt wat het effect zal kunnen zijn bij de kijker (als het een zichtbaar kunstwerk is, anders voelen, ruiken etc.). Kijkers die hier weet van hebben noemen we de culturele elite, de rest wordt afgescheept met: ja, zo wordt de kijker vrijgelaten het werk naar eigen inzicht te interpreteren en zijn verbeelding te gebruiken om zo betekenis te geven aan het werk. Lui als ik ben, haak ik af. Juist doordat er zo weinig bekend is over de keuzes van de kunstenaar is er te weinig materiaal om de verbeelding mee te voeden. Het is alsof je iemand midden in een doolhof dropt met de opdracht een weg naar buiten te vinden. Het eerste wat die zich verbeeldt is een bijl om zich een weg naar buiten te banen en nooit meer terug te keren. Voeden is ook opvoeden. Onze verbeelding wordt nauwelijks gestimuleerd door de constante input van kant- en klare beelden en verhalen, dan moeten kunstenaars niet nog eens te abstract blijven. Waarmee ik overigens niet bedoel dat ze geen abstracte kunst moeten maken, maar duidelijk moeten houden wat ze willen bereiken. Waarmee ik overigens niet bedoel dat de kunst nut of een specifiek doel moet hebben, maar het moet wel helder zijn wat de keuzes bij het vervaardigen van het werk waren en vanuit welke achtergrond (horizon) de kijker naar zijn/haar werk kan kijken. Dat schept een relatie met een spanningsveld. Nu gebeurt dit ook wel, maar te vaak blijft het hangen in de trant van bijvoorbeeld een ‘lijnenspel’. Dit is een hol begrip voor wie het spel niet kent. Ontoegankelijke kunst bestaat alleen bij de gratie van kunstenaars die (willen) vinden dat ze geen welgevormd idee hebben over wat ze aan het doen zijn. Alleen dat al helder overbrengen is de kijker toegang bieden, dus strikt gesproken bestaat ontoegankelijke kunst niet. Het gesprek is wezenlijk en helaas is een gesprek met alleen het kunstwerk pas na veel oefenen betekenisvol. Het trappetje van Pictura’s ingang is een mooi symbool voor de problemen met de toegankelijkheid van de kunst. De trap vormt een barrière die het betreden belemmert. Ik ben er ook tientallen keren langs gelopen zonder dat ik ooit de moed had de trap te beklimmen. Ik ben ook niet opgegroeid met dit soort stenen verhogingen. Tot op heden weet ik niet waarom zo’n verhoging een probleem vormt, maar in ieder geval: eenmaal beklommen bleken er gewone mensen te zijn die normaal praten en bier drinken. Misschien zegt die trap wel meer over de mens dan dat een kunstwerk ooit zal zeggen. Misschien moeten we van die trap een kunstwerk maken. Wat symboliseert de trap? Moed, moeite, inzicht, inspanning, zweet, hoogte, oefening, opzien, afzien, afkeer, hoop, haat, vergeten, doorzetten, leeftijd…? Voor velen zou het de moeite lonen om via de kelder binnen te komen, daar de trap opwaarts nog te moeizaam is. Onwilligen krijg je de trap niet op. Maar ze laten staan wanneer ze omhoog kijken is ook zo wat. Bied zo af en toe een alternatieve ingang. Kelderkunst, pas op je hoofd!
Pas op, stoot je hoofd (niet)
Ton van Dalen, Tijdelijke werk Dutch Mountains uit 2005 uitgevoerd in de Dordtse Biesbosch
“Zulke zeegezichten zijn het Hollandse equivalent van de berglandschappen van Caspar David Friedrich. Maar het heeft wel weer iets nuchter Hollands.”
8 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
9 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Taal roept beelden op Taal is één van de verbindende factoren tussen de werken van Paul van der Eerden, Marisa Rappard, Paul de Reus en Mariëtte Linders die te zien zijn in de tentoonstelling Between the lines there is a lot of obsurity: lets stir up some dust! Toch is dat niet bij alle vier duidelijk zichtbaar. In café Olivier in Utrecht vertellen ze over hun kunst, over de rol die taal speelt in hun werk en hoe taal wel en niet terug te zien is in de kunstwerken die in Pictura komen te hangen. DOOR EVERTINE VAN ALPHEN
In het werk van Paul van der Eerden is het vrij duidelijk welke rol taal speelt. Paul laat de serie POEMS zien, 33 werken die elk zijn opgebouwd uit een fragment van een gedicht en een illustratie. “Een tekst heeft een bepaald kantelmoment waarop het meer wordt dan alleen een tekst. De manier waarop een tekst is geschreven kan ervoor zorgen dat een tekst gaat leven en beelden in je hoofd schept: Het woord wordt een ding.” Zo is het ook gegaan met de serie POEMS. “Het is vanzelf gekomen.” Al de gedichten, waaruit de fragmenten komen, heeft Paul ooit gelezen en tijdens het lezen ontstonden beelden. Toch heeft hij ze niet direct getekend. “Er gaat eerst een filter over, het moet inzinken en dan hoop je dat het later naar boven komt” zegt Paul. Later gebeurde dat inderdaad en heeft hij ze op papier weten te zetten. “Bij deze serie kan er niet één worden bijgemaakt, als het klaar is voel je dat. Het momentum is dan over.” Marisa Rappard maakt niet zozeer gebruik van de taal zelf. Ze zegt ook dat haar werk niet echt talig is, maar dat verhalen wel een invloed op haar werk hebben. “De verhalen vormen een beeld en dat beeld gebruik ik weer in mijn
werk.” In Pictura toont Rappard grote tekeningen die volledig bedekt zijn met lijnen, vlekken en krassen, waarin her en der herkenbare figuren opduiken. “In een grote doorlopende stroom zijn flarden van verhalen te ontdekken.” De tekeningen lijken uitsneden uit een groter geheel, alsof ze ook buiten het papier door kunnen gaan. Eén van haar werken heeft de vorm van een boekrol en kan door zijn omvang niet in zijn geheel bekeken worden. “Op dit werk is een grote doorlopende stroom van verhalen te zien, die in een golvende lijn doorvloeit van het ene verhalende element naar het andere.” Marisa biedt de toeschouwer de ruimte om in de werken rond te dwalen, zodat ze iets kunnen gaan zien in de vlekken. Ze zegt over haar werkwijze: “Soms maak ik vlekken waar duidelijk iets in te zien is, die nodigen de toeschouwer uit om ook in de andere vlekken iets te zoeken”. Paul de Reus toont tijdens de expositie tekeningen, hij wil dat dit keer die de tekeningen, en niet zijn beelden, centraal staan. Met zijn werk probeert hij “de benauwdheid van de dag lichter te maken”. Dit gaat vaak gepaard met humor, toch blijkt die humor vaak pas achteraf aanwezig te zijn. “Soms wil ik iets maken wat heel serieus is, maar dan komt er juist iets uit wat niet serieus is!” Wat hij maakt, is niet te plannen, zegt hij zelf. Als hij een plan heeft, wordt het vaak weer totaal iets anders. “Ideeën zijn belangrijk, maar die moeten niet letterlijk worden uitgevoerd, dat lukt niet. Het werk ontwikkelt zich vanzelf.” Zijn kijk op de werkelijkheid is daarbij erg belangrijk. Pauls tekening Drol uit 2002 is een voorbeeld van deze werkelijkheid. “Het komt uit jezelf, maar is totaal wereldvreemd.” Zijn tekeningen maken de toeschouwer ongemakkelijk en die ongemakkelijkheid maakt de toeschouwer juist aan het lachen. Taal is in het werk van Paul niet direct aanwezig. De tekeningen roepen vaak wel een verhaal op en bijna alles is vrijwel exact te benoemen. “Soms lijken het wel afbeeldingen zoals je ze kent van het leesplankje Aap, Noot, Mies.” Hij maakt werken die direct zijn, als het ware ‘beeldverhalen zonder tekst.’ Van Mariëtte Linders is in Pictura de serie I eye ai
ai, ia ia eye I te zien, bestaande uit tekeningen, foto’s en bewerkte prints. De reeks is over een langere periode ontstaan. Net als Marisa maakt Mariëtte niet direct gebruik van taal, maar werkt ze met de beelden die de taal oproept. Ze is geïnteresseerd in hoe de beelden in ons hoofd ontstaan. “Beelden, afbeeldingen en tekeningen blijven een soort primitieve kracht uitoefenen en lijken altijd te ontsnappen aan iedere interpretatie.” De titels van haar werken, zoals Person resting between building-elements for a new home, zijn voor Mariëtte woorden die in haar hoofd, maar ook in het hoofd van de toeschouwer mee gaan ‘trillen’ in de tekening. Een inspiratiebron voor haar werk is haar directe omgeving. Smoothiedrinker, de buurman van Mariëtte, is ontstaan naar aanleiding van foto’s uit haar omgeving. Ook kunstgeschiedenis werkt mee bij het ontstaan van haar werk, dit is onder andere te zien in het werk Grünewald 2014. De vier kunstenaars zullen van 12 april tot en met 18 mei in de expositie Between the lines there is a lot of obsurity: lets stir up some dust! een spannende combinatie van tekeningen tonen. Hierbij is het interessant te ontdekken hoe ze zijn omgegaan met de beelden in hun hoofd en de rol die taal speelt in hun werken. ‘Taal roept beelden op’ legde Paul van der Eerden uit. De toeschouwers zullen daarbij ook zeker ontdekken dat de beelden die de kunstenaars hebben geschapen op hun beurt weer taal weten op te roepen.
Mariette Linders, Radarwoman, 2014,120 x 53, potlood, viltstift op papier
Paul van der Eerden, Poems Muldoon 01, 2012, 250 x172
Paul de Reus, Drol, 2002, potlood op papier, 50 x 65
Marisa Rappard, Z.t. 2013, potlood, krijt op papier, 150 x 250
Unnoticed Art Festival moet ‘onopgemerkt’ aan publiek voorbijtrekken
u n n o t i ce d a r t f e s t i v a l
F OTO T H E U N O K K E R S E / F R A N S VA N L E N T
10 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
heidstrein. Ik stelde toen aan mijn vijf collega-studenten voor een performance te doen in de trein. Het was een heel eenvoudige bewegingsperformance die gebruik maakte van het feit dat de trein zo hard reed en van de natuurlijke bewegingen van de passagiers. We begonnen de performance achterin de trein op het achterbalkon. De eerste liep vervolgens het eerste compartiment in, zocht naar een goede plek op te zitten en nam plaats. De tweede wachtte zestig tellen, volgde de eerste en zocht in het tweede compartiment een plek om te zitten. Dat ging zo door tot de laatste helemaal voorin de trein terecht was gekomen en zich dan weer omdraaide. Hij liep langs de voorlaatste, de vijfde, en die wachtte weer zestig seconden totdat hij terugkeerde. Zo eindigde iedereen uiteindelijk weer op het achterbalkon. Aan het einde hadden we een euforisch gevoel. Het verliep precies zoals het was bedoeld. Met zijn zessen hadden we een strak schema uitgevoerd. We hadden vrijwel de zekerheid dat niemand het had opgemerkt. De bewegingen vonden plaats binnen de definitie van hoe mensen zich normaal gezien voortbewegen in de trein.”
Een kunstfestival dat geen publiek wil trekken en vooral niet wil opvallen. Dat is op zijn minst opmerkelijk. Toch is dat het uitgangspunt van het Unnoticed Art Festival dat in het weekend van 17 en 18 mei op een onbekende locatie zal plaatsvinden. Initiatiefnemer en bedenker Frans van Lent selecteerde met vier collega’s 33 performances uit meer dan 70 inzendingen. “Het draait allemaal om de persoonlijke ervaringen van de deelnemers.”
Dubbelrol “Ik vond de manier van werken overrompelend en aantrekkelijk. Ik realiseerde me dat ik het publiek op deze manier de performance had ingetrokken. De vijf mensen die ik uitnodigde waren niet alleen de deelnemers, maar ook de waarnemers van de performance. Ze waren uitvoerders én publiek. Niemand anders! We hadden niets gefotografeerd of gefilmd, dus de deelnemers schreven hun persoonlijke ervaringen op en die aantekeningen gebruikte ik als documentatie. Later voerden we nog meer van dergelijke performances uit. Onze performances leverden veel positieve respons op. Iedereen die ik erover sprak, was enthousiast. Zo kwam het idee voor het festival bij me op.”
“Het idee voor het Unnoticed Art Festival komt voort uit mijn eigen werk. In mijn voorstel voor mijn Master of Arts in Fine Art aan de HKU beschreef ik dat ik in mijn performances altijd werk vanuit persoonlijke fysieke ervaringen. Die performances, die momenten van ervaren, leg ik vast op video. Door middel van die video toon ik mijn werk op een latere gelegenheid aan het publiek. Wat mij altijd fascineerde was dat de ervaring van de kijker daardoor totaal anders was dan mijn oorspronkelijke ervaring. Dat verschil is erg groot. Ik wilde daar tijdens mijn master dieper op ingaan.”
Veel inzendingen “Ik maakte eerst een open call op Facebook en via mailinglijsten. In totaal reageerden 70 kunstenaars van over de hele wereld. Meer dan verwacht. Tot mijn verbazing kwamen de meeste inzendingen uit het westen. Uit Aziatische en Afrikaanse landen kwam heel weinig respons. Wellicht heeft dat met de aard van het festival te maken. Het is een andere benadering van de kunst die sommige kunstenaars misschien niet aanspreekt. Misschien denken die kunstenaars picturaler. Uiteindelijk heb ik met vier collega’s 33 werken uitgekozen die worden uitgevoerd. Allemaal live art. Het programma ligt dus al vast. Bij de selectie waren de conceptuele uitgangspunten van groot belang. In sommige performances gaat het om het samenspel van de uitvoerders, terwijl andere weer heel solistisch zijn. Een solistische performance wordt ook maar door één persoon waargenomen, de uitvoerder. Eén Engelse kunstenaar vliegt naar Nederland om haar concept verbaal over te brengen op de uitvoerder. Zij wil niets op papier schrijven, maar zoekt menselijk contact met de uitvoerder.”
Bewegingsperformance “De volgende stap was dat ik met de groep studenten uit Utrecht naar een congres in Berlijn ging met een hogesnel-
Publiek “Eigenlijk zijn er twee groepen publiek. Er is een groep mensen die de performances uitvoert en daarbuiten heb je de
DOOR NATHAN VELDHUIJSEN
toevallige voorbijgangers van de performance. Naar buiten toe valt de performance met opzet niet op, maar naar binnen toe is het een heel gerichte actie. Dat contrast is heel belangrijk. Ik vergelijk het met een hele goede experimentele band. Die speelt vaak in zaaltjes waar slechts twintig of dertig mensen in kunnen. Die bezoekers maken het concert mee, een waanzinnige ervaring. Om hen heen staan muren en verder weet niemand iets van het concert af. Dit is vergelijkbaar met de performance. Die muren zijn als de mensen die om de performance heen lopen. De deelnemers mogen overigens ook geen vrienden of familie uitnodigen en ook niets vastleggen op film of video. Dat zijn de voorwaarden. Zowel het een als het ander zal het unnoticed karakter namelijk ongedaan maken.” Geen protest “Het festival heeft zijdelings iets te maken met de eis van rendement en maatschappelijke functionaliteit waar ik weinig mee heb. Dit festival onttrekt zich daar volledig aan. Dit festival is niet gericht op het effect naar buiten toe, zoals beleidsmakers dat doorgaans graag zien. Het is primair een artistiek experiment. Unnoticed Art neemt geen maatschappelijk standpunt of positie in, het is dus geen protest. Natuurlijk kan het wel zo worden opgevat. Overigens is het woordje unnoticed dubbelzinnig. Het is natuurlijk niet unnoticed. Naar binnen toe is het wel noticed en is het wel iets actiefs. ’s Avonds na de eerste festivaldag komen we samen op de camping. Ik weet zeker dat de kunstenaars dan mooie verhalen met elkaar willen delen over hun performances. Ikzelf ook. Ik verheug me enorm op die avond. Op dat moment mogen er natuurlijk wel foto’s worden gemaakt.” Self in Everyday Life “Het festival beweegt zich op de grens van activiteiten die om artistieke redenen worden gedaan en het gewone leven. Dat is in mijn werkwijze altijd van groot belang. Denk aan mijn werk ‘raam’ uit 2006. De handelingen in die video zijn volkomen naturel. Dat ik de handeling zestig keer herhaal is echter minder normaal. Daardoor verdwijnt alle inhoud uit het verhaal en blijft alleen de vorm over. Maar de vorm maakt wel gebruik van bewegingen die thuishoren in het dagelijks leven. Dat contrast vind ik mooi. Ik lees nu The Presentation of Self in Everyday Life uit 1956 van de CanadeesAmerikaanse socioloog Erving Goffman. Zijn tekst gaat over de performancekwaliteit van het dagelijks handelen. Hij laat zien dat mensen een bepaalde houding aannemen ten opzichte van de situatie waarin ze zich bevinden. Als jij hier naast me zit, zal ik een ander gesprek aan de telefoon voeren met iemand dan wanneer ik hier alleen zit. Ik gebruik andere woorden, vertel andere dingen. In het dagelijks leven kun je alles zien als een soort performance met onderlinge verhoudingen. Die benadering vind ik in dit verband heel interessant.” Discussie in Pictura “Op 31 augustus organiseer ik een discussie over het Unnoticed Art Festival in Pictura. We gaan dan een aantal performances heropvoeren, uiteraard met de toestemming van de kunstenaars. We plaatsen dan performances, die
11 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
De kunst van het opgaan in het dagelijks leven
Persoonlijke ervaringen “In het festival breng ik maker en kijker bij elkaar. De rollen vermengen. Het is echter geen manier om de wereld anders naar kunst te laten kijken. Die illusie heb ik niet. Bij het werven van vrijwilligers zoek ik toch naar mensen die al geïnteresseerd zijn in kunst. Wat belangrijk is, is dat ik heb besloten niets visueel vast te laten leggen. De persoonlijke ervaringen van deelnemers zijn het uitgangspunt, daar draait alles om. Zij schrijven in hun eigen woorden en stijl op wat ze zich herinneren, wat hen is bijgebleven. Die relatie is sterker en efficiënter dan een foto. De genoteerde persoonlijke herinnering is een beter document dan een foto. Foto’s zitten je eerder in de weg om iets goed te herinneren. Ze schuiven voor je herinneringen en daardoor verschralen deze herinneringen.” Performances “De performances variëren van kleine poëtische concepten tot zeer anekdotische constructies. Zo zit er ook een performance van een ex-private detective bij. Sommige performances zijn nadrukkelijk niet zichtbaar, andere vallen meer op, al zijn ze niet herkenbaar als kunstproject. In hun eigenaardigheden zouden ze zomaar kunnen plaatsvinden als jij op het station wacht op je trein. De ene performance vindt plaats in een winkelcentrum, de andere weer in een park of langs het water. Elk concept is uitgedacht. Sommige perfor-
Vertrek “We stappen op 16 mei aan het eind van de middag op de bus. De bedoeling is dat iedereen eerst naar Dordrecht komt en dan vertrekken we als groep naar de onbekende bestemming. De deelnemers, van wie ik de overgrote meerderheid niet ken, weten niet waar ze naartoe gaan. Ze weten wel dat ze gaan kamperen. Omdat ik zelf deelneem aan performances en op de inhoud wil zitten, zoek ik een stagiaire – mogelijk een student van de academie – om een deel van de organisatie en coördinatie voor zijn rekening te nemen. Dat zal geen eenvoudige klus zijn. We vormen een grote groep en het is voor de eerste keer dat we allemaal bij elkaar komen.”
Het gesprek over de komende tentoonstelling van Teresiña Talarico en Owen Gump vindt plaats in haar atelier. De werkplaats biedt zicht op het gestolde decor van de aloude Wolwevershaven. De ateliermuren zijn bedekt met een dicht weefsel van notities, rasters, beeldmemo’s, foto’s. Voltooide en onvoltooide schilderijen staan in rijen tegen de wanden. Het uitzicht aan de achterkant contrasteert hier sterk mee: een tuin met grote, oude bomen. Dit is de plaats van waaruit ze werkt, al is ze geen lokale kunstenares.
Unnoticed Art “Eind augustus moet de eindpublicatie af zijn. Die wordt gepresenteerd in Pictura. In de publicatie staan de verschillende concepten van de performances en de persoonlijke ervaringen van de deelnemers. Daarnaast komt er een algemene tekst die is gebaseerd op mijn eigen onderzoek. Dat is tegelijk ook een onderdeel van mijn afstuderen in Utrecht. Het andere onderdeel, staat los van het festival, maar past ook bij unnoticed art. Ik ga in juni een week lang betaald werken op een plek die niets met kunst heeft te maken; denk aan vloeren vegen of magazijnen vullen. In die week maak ik aantekeningen en die bundel ik in een boekje dat ik weer financier met het geld dat ik die week heb verdiend. Dat boekje zal verschijnen in een kleine oplage van twintig exemplaren. Ik probeer de omslag - en liefst nog meer – te maken met het materiaal dat ik op die werkplek vind. Voor die week zoek ik overigens nog een werkplek.
Ate l i e r i n g a n g, m u u r te k e n i n g, gra f i e t, 1 9 9 6
DOOR WIL BOESTEN
Chili Teresiña Talarico werd geboren in Santiago de Chile. Haar Italiaanse vader vestigde zich er voor de Tweede Wereldoorlog en trouwde er met haar moeder Eliana, een vrouw van FransEngelse origine. Vanwege zijn werk verhuisde het gezin naar Bolivia waar Teresiña de middelbare school doorliep. Ze ging studeren in Duitsland, aan de universiteit van Keulen: sociale wetenschappen, filosofie, romanistiek en kunstgeschiedenis. Na de studie werd ze lerares aan het gymnasium. Ze begon alsnog een studie schilder- en beeldhouwkunst aan de Kunstakademie Düsseldorf. In 1992 rondt ze haar studie af, sindsdien werkt ze als zelfstandig kunstenaar.
Ik heb overigens nog geen idee waar mijn onderzoek toe zal leiden. Dat is het fijne van artistiek onderzoek, dat kan nog alle kanten opgaan. Het is een open onderzoek. In een wetenschappelijk onderzoek ga je uit van een hypothese waar je naartoe werkt, maar in mijn onderzoek is er geen foute uitkomst. Het gaat er voor mij niet om of de uitkomst goed of fout is, maar om het onderzoeksproces zelf. Uiteraard ben ik ook erg benieuwd naar wat het uiteindelijk oplevert!” Frans van Lent kan nog wel hulp gebruiken bij de organisatie van zijn festival. Vrijwilligers kunnen zich melden via:
[email protected] F O T O ’ S WA LT E R N I K K E L S
12 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
F O T O A R C H I E F VA N L E N T
Geen gêne “In de essentie zoek ik naar een manier om met mijn werk te communiceren met anderen. Ik zoek naar een betere aansluiting tussen mijn ervaring van de performance en de ervaring van diegene die ik confronteer. Ik doe nu ook performances tussen mensen. Voorheen deed ik dat alleen voor de camera, nu kan ik dat loslaten. Ik heb geen gêne meer. Ik vond altijd dat een performance veel eiste van mijn gevoelsleven. Nu maakt het me niet meer uit dat er andere mensen om me heen staan. Ik neem tijdens het festival ook deel aan meerdere performances. Daardoor mis ik helaas wel de performances van anderen. Maar dat is nu eenmaal de opzet van dit festival.”
Pro Loco of het atelier als vertrekpunt
mances zijn eenmalig en andere worden herhaald. Verder vertel ik hier niets over. Dat zou afbreuk doen aan het festival.”
Pictura Het gesprek gaat over Pictura waar op 24 mei de tentoonstelling Objects in mirror are closer than they appear zal openen. “Het is een aantrekkelijke uitdaging een geconcentreerde ruimte met een rijke tentoonstellingstraditie als Pictura te bespelen.” Pictura heeft haar belangstelling vanaf het moment dat Talarico zich in Dordrecht vestigde, vooral als plek voor presentatie en ontmoeting. Zonder veel verplichtingen, maar toch niet vrijblijvend. Maar volgens Talarico is het werkelijk actuele en belangrijke aan Pictura dat het zijn positie ontwikkelt als een soort contrapunt
13 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
waren bedoeld voor een buitenruimte, in een kunstruimte. Zo krijgen ze iets heel synthetisch. Dat lijkt me een mooie aanleiding om een gesprek te starten over de plaats en het functioneren van kunst. Veel mensen zien kunst als iets wat je aan de muur hangt, als visuele esthetiek. Ze zien kunst als iets wat je consumeert. Voor mij is kunst niet in eerste instantie iets wat je er mooi uit vindt zien, maar iets wat je bezig houdt. Iets waar je je in ontwikkelt en waarin je stappen neemt. De esthetiek van mijn werk zit vaak meer in de concepten dan in het visuele.”
14 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
15 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Owen Gump I believe timeless works, in art, as in literature or music are those where meaning at first remains elusive, which keep giving even after repeated reading. All too often, we look for answers too quickly, to simple explanations that reinforce what we already know. I’m more interested in touching an unknown realm, in touching it the same way you would touch the edge of an unknown ocean.
Te re s i ñ a Ta l a r i co
tegenover de museum- en galeriewereld in Nederland. “Hier heb je niet zo’n uitgesproken traditie – zoals bijvoorbeeld in Duitsland – van kunstverenigingen of kunsthallen die als tussenstadium fungeren in de confrontatie met kunstenaars en kunstopvattingen vóórdat die zich op de kunstmarkt begeven. Plaatsen als Pictura zijn van groot belang doordat ze kunstenaars de mogelijkheid bieden hun kunst binnen een autonome en openbare ruimte aan een objectiveringsproces te onderwerpen.” Beelden achter beelden Teresiña Talarico gaat uitvoerig in op de vraag naar het materiaal waaruit haar tentoonstelling zal bestaan. De vraag hoe zij als kunstenares kan reageren op de overvloed aan beelden waarin we tegenwoordig leven, interesseerde en fascineerde haar altijd al. “Wat zijn de beelden achter de beelden? We worden geconfronteerd met een ononderbroken beeldstroom die door middel van regie alvast is gestuurd. En we weten dat deze ‘mediale’ manipulatie zelfs een substantieel onderdeel van onze waarneming is geworden. Hoe geef ik mijn waarneming de nodige onbevangenheid, wanneer ik weet dat juist die onbevangenheid paradoxaal is?” “Kunnen we onze manier van kijken daadwerkelijk ter discussie stellen, en kunnen we nadenken over de manier waarop de hersenen werken tijdens het opnemen van die visuele informatie? Welke rol speelt intuïtie bij de confrontatie met de meest uiteenlopende beelden – gaat het brein daarbij autonoom zijn gang? Hoe worden zintuiglijke waarnemingen geordend? Bestaat een directe, meetbare ordening van beelden wel, of worden ze pas associatief geordend door middel van de omzetting in taal? Worden ze dan als het ware een associatieve reeks en krijgen ze pas daardoor hun eigenlijke betekenis? Of zijn ze toch slechts het resultaat van puur selectieve waarneming? In hoeverre zijn we op den duur nog in staat tot onbevangen waarnemen, en zijn we nog écht nieuws-
gierig naar de ware beelden én bereid door te dringen tot hun essentie? Hoe ontwikkelt het denken zich, bijvoorbeeld bij aankomst in een nieuw land, een nieuwe stad, omgeving? Met welke organisatorische elementen werkt het brein en tegen welke achtergrond ontstaan onze gedachtereeksen wanneer we in die omgeving visuele informatie opnemen?” Tulle Als voorbeeld voor haar benadering van het materiaal kan het kunstenaarsboek Tulle (2011, Verlag der Buchhandlung Walter König, Köln) dienen. Tule, genaamd naar de Franse plaats Tulle, is een bijna transparante stof met een open structuur. Met het gelijknamige boek heeft Teresiña Talarico een streng gecomponeerd beeldessay gepresenteerd, waarvoor reizen door Libanon de basis vormen. Dit land dat op de breuklijn van de oriëntaalse en westerse cultuur ligt, omschrijft ze “in de vorm van een partituur van beelden en informatie die in het menselijke brein bij elkaar komen, en die als kettingreactie een reeks nieuwe beelden en associaties oproepen.” Ze stelt de vraag naar “het objectieve waarnemen, het zien, het associëren op, en het ordenen van beelden; naar de overlappingen van betekenissen, en naar de rol van taal in dit proces van steeds weer nieuwe, uiterst subjectieve ontdekkingen van het bijna bedekte.” Minder scherp “Ik was me ervan bewust dat het videomateriaal dat ik gebruikte kwalitatief minder scherp zou zijn dan foto’s. Tegelijkertijd haalt die onscherpte als esthetisch aspect de inhoudelijke achtergrond van de thematiek juist naar de voorgrond. De video-stills in mijn boek zijn, als vertaling van de vastgelegde werkelijkheid, daarom juist precies het goede idioom, en ook hun verwantschap met schilderkunst is in dit verband van belang. Denk bijvoorbeeld aan de fotografie van Günther Förg of Andreas Gursky, die sterk leunt op de schilderkunst van Seurat.
Ik noem dat hier omdat dit idee over het algemeen een belangrijk onderdeel is van mijn omgang met eigen en gevonden fotomateriaal.”
Sociale structuren Een ander belangrijk aspect, of ordeningsprincipe in het werk van Talarico vormen de rasterpatronen die van begin af aan in haar werk terugkeren, en die als visuele neerslag een metafoor zijn voor sociale structuren, sociale bewegingen en sociale bepaaldheid in moderne levens en levenslopen. “Rasters vormen ruimtes, hun lineaire structuur geeft richtingen aan en begrenst velden. Rasters drukken verhoudingen uit, zoomen in en beelden scherpte of onscherpte uit. Daarom nemen ze een multifunctionele en centrale positie in binnen globaliserende samenlevingen die moeten zien om te gaan met de eisen waarmee ze worden geconfronteerd. Op individueel niveau helpen ze mensen bij de omgang met en ordening van het leven van alledag.” Expositie De confrontatie van haar werk met dat van de jonge Amerikaan Owen Gump lijkt haar bijzonder interessant. Vooral ook vanwege hun principieel verschillende manier van omgang met fotografisch beeldmateriaal. “De tentoonstelling is opgezet als een tweeluik. Gumps werk staat veelal in de traditie van de Amerikaanse landschapsfotografie en vormt zodoende en contrast met mijn eerder schilderkunstige opvatting van fotografie.”
Op 24 mei 2014 opent de tentoonstelling Objects in the mirror look closer than they are die het nieuwe Picturalid Teresiña Talarico inricht met haar coexposant Owen Gump, een jonge Amerikaanse fotograaf die werkt en woont in Berlijn. teresinatalarico.com owengump.com
Owen Gump werd in 1980 geboren in Californië, een geboortegrond die zijn manier van waarnemen bepaalde. “We woonden op een smal schiereiland tussen bergen en oceaan en ik had altijd het idee dat de massa van het continent me richting de zee duwde en wat daar eventueel achter lag.” Dat gevoel van tussen twee werelden leven is Gump altijd bijgebleven. “Het idee van ergens anders naartoe vluchten, een paradijs.” Gump studeerde in Seattle en Düsseldorf en vestigde zich in Berlijn, waar hij naam maakte als fotograaf van beelden die de werkelijkheid die ze ogenschijnlijk vastleggen eigenlijk ter discussie stellen. In zijn surffoto’s bijvoorbeeld, waar de ogenschijnlijke bedwinging van de machtige oceaan door de surfers eigenlijk de nietigheid van de mens in de onverschillige en nukkige natuur benadrukt. Gump lijkt commentaar te leveren op de verhouding mens-natuur, maar van een afstand, waardoor er ruimte blijft voor vragen, mysterie en twijfel. In zijn werk streeft Owen Gump de dialoog na, zeker nu de – ooit objectief geachte – fotografie door de digitale ontwikkelingen steeds meer twijfel uitdrukt en oproept. “Door de digitale media komt de dualiteit en ambiguïteit - die fotografie overigens altijd al bezat - meer tot uitdrukking omdat we geacht worden te betwijfelen wat we zien. Dat geeft ‘gewone’ foto’s een magische kwaliteit waarin je kunt geloven of niet, en die je nooit helemaal kunt begrijpen. Dat proces omarmt de twijfel en erkent het als integraal bestanddeel van de kunstvorm. Daardoor ontstaan momenten van aarzeling die vastleggen wat de kern van de kunst is, waardoor dialoog, de beweging van ideeën van het ene menselijke domein naar het andere, de bereidheid van mening te veranderen, en de voortdurende ontdekking mogelijk worden.” Gump werkt in diverse fotografische technieken, maar niet in monumentale formaten, ook al lijken galeries, verzamelaars en beurzen daar
O we n G u m p , 1 2 5 , Po i nt S u r
O we n G u m p , 137, PCH
steeds meer om te vragen. “Het is een soort ongeschreven afspraak geworden: het publiek verwacht spektakel en de kunstenaar levert het. Mijn formaten komen direct voort uit mijn ervaring.”
( Voor dit stuk werd dankbaar gebruik gemaakt van een interview dat Diango Hernandez (lonelyfingers.com) had met de kunstenaar.)
WB
16 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
bij DordtYart
Fotograaf en tevens Picturalid Anja de Jong presenteert dit seizoen bij DordtYart een fotoproject dat zij maakte tijdens haar verblijf als artist in residence op het Canadese Newfoundland in 2012. Voor haar work in progress blijft de fotograaf dichter bij huis en trekt het gebied van de voormalige Grote Waard in om ‘ons’ verleden met het water in kaart én beeld te brengen.
Anja de Jong, DjBl-08 Budgen’s Cove, Gros Morne N.P., Newfoundland, 2012-2013 Culture: Precontact Indian?
“Ik ben geen archeoloog. Meer breng ik als een verzamelaar allerlei informatie van verschillende bronnen bijeen over plekken waar in de geschiedenis iets is gebeurd.”
Anja de Jong, DjBl-06 Salmon Point, Gros Morne N.P., Newfoundland, 2012-2013 Culture: Palaeoeskimo (late) – Cultural Phase / Complex: Dorset
Five Eras - Five Cultures (2012) Vaak is De Jong met haar projecten op zoek naar het zichtbare en onzichtbare verleden van een plek. Zo ook in Gros Morne National Park op Newfoundland, Canada waar zij in 2012 zes weken als artist in residence verbleef. “Daar vond ik in het Marine Station een lijst met archeologische vindplaatsen en codes waar ik heel nieuwsgierig naar werd,” vertelt de fotograaf. “De lijst bleek achterhaalde informatie te bevatten en incompleet te zijn. Met behulp van verschillende huidige bewoners van het gebied ben ik toen op zoek gegaan naar de locaties van de vindplaatsen en heb ik een nieuwe lijst samengesteld met kloppende codes.” Ze fotografeerde deze plekken en ging vervolgens op zoek naar antwoorden op de vraag wie zich ooit waar in het gebied vestigde en waarom. De Jong: “Uit bronnenonderzoek en lange e-mailwisselingen met archeologen werd duidelijk dat er vijf verschillende culturen hebben geleefd. Ik was verrast, want dat zou je in dit gebied gezien de heftige klimatologische omstandigheden en de afgelegen ligging niet verwachten.” Het project resulteerde uiteindelijk in een serie van twintig foto’s van twintig locaties waarin beeld, codering en titel het hedendaagse Gros Morne verbinden met de vijf culturen die het gebied ruim 5000 jaar hebben bevolkt. Deze serie met de naam Five Eras – Five Cultures zal bij DordtYart voor het eerst worden getoond. Work in progress bij DordtYart Waar De Jongs projecten zich meestal afspelen in verre uithoeken van de wereld, zoekt de fotograaf het tijdens haar work in progress bij
DordtYart dichter bij huis. Haar onderzoeksgebied betreft het gebied van de voormalige Grote Waard voor een project waarin haar interesse in thema’s als het klimaat, waterproblematiek, geschiedenis en de sporen van menselijke aanwezigheid in het landschap allemaal samenkomen. “Er is hier in dit gebied rondom Dordrecht in de loop der eeuwen zo veel gebeurd. Dit onderzoek vormt een onderdeel van een groter project waar ik al enkele jaren mee bezig ben. Dat gaat over het Nederlandse waterbeleid door de eeuwen heen,” legt ze uit. De Grote Waard is een gebied van 42.500 hectare dat in de vijftiende eeuw ten onder is gegaan door verschillende St. Elizabethsvloeden die mede het gevolg waren van menselijk ingrijpen in het landschap. “Veel van wat we weten over het gebied, is gebaseerd op gissingen,” vertelt De Jong. “Er zijn weinig geschreven bronnen uit die periode bekend. Ook de eerste kaart van het gebied – een reconstructie van de situatie van vóór 1421 – verscheen pas in 1565.” In dit gebied gaat De Jong op zoek naar plekken waar sporen van de strijd met het water ooit aangetroffen of nog zichtbaar zijn. “Ik ben geen archeoloog. Meer breng ik als een verzamelaar allerlei informatie van verschillende bronnen bijeen over plekken waar in de geschiedenis iets is gebeurd. Die informatie analyseer ik om vervolgens te kijken wat er nog van te vinden is. Ik probeer de huidige situatie van zulke plekken fotografisch in beeld te brengen en ze op die manier opnieuw op de ‘kaart’ te zetten, om zo te zien wat nog rest van ‘ons’ verleden met het water en om te kijken wat we gedaan hebben met de voortschrijdende inzichten.” In een soort ‘lab’-achtige setting is de ontwikkeling van het project dit seizoen bij DordtYart te volgen. Meer info: www.anjadejong.nl
DORDTYART 2014
Op 12 april opent DordtYart, het internationale centrum voor hedendaagse kunst in de machinehal van de voormalige scheepswerf ‘de Biesbosch’, voor het derde seizoen zijn deuren. Tien kunstenaars en een groep artists in residence tonen bestaand werk en maken in de voormalige Biesboschhal nieuw werk op locatie. De focus ligt op kunst met een link naar wetenschap en techniek, zoals licht- of kinetische kunst. Ook presenteert DordtYart installatiekunst en kunst die een relatie aan gaat met de hal of de voormalige functie van de plek. Er was het afgelopen seizoen weer genoeg te zien en ervaren bij DordtYart. Zo hulde Edwin van der Heiden de landtong van DordtYart vorig jaar in mist met zijn speciaal voor die locatie ontworpen ervaringskunstwerk Fog Sound Environment. Marije Vogelzang installeerde er haar Pasta Sauna (2009) en ontwikkelde de uit vijf kilometer touw en met diverse smaken gevulde pipetjes bestaande installatie Teardrop die inspeelde op menselijke interactie en het kinderlijk ontdekken. Nog steeds kan het publiek de werken van Peter Vink bewonderen. Vooral zijn Biesboschhal II, bestaande uit onregelmatig knipperende stroboscopische LEDlampen die de hal bij avond geheel blauw kleuren en de indruk wekken dat er binnen wordt gelast, valt van buitenaf op. Prolongatie 2013 Het is maar een greep uit de vele installaties en kunstwerken die in 2013 te zien waren. Naast de beide werken van Vink zijn de in 2013 voor DordtYart gemaakte werken van Roland Schimmel en Ronald van der Meijs ook in 2014 nog te zien. Het werk van kunstenaarscollectief Observatorium, de paviljoens uit Emscher Kunst, wordt dit seizoen herdoopt en herbouwd op een nabij gelegen terrein langs het Wantij. Kunstenaars 2014 Maar er wordt natuurlijk ook nieuwe kunst gemaakt. De Armeense kunstenaar Karen Sargsyan bouwt een nieuwe papieren installatie van mensfiguren. Paul Segers en Ajla R.
17 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Anja de Jong
A j l a R . S t e i nv å g , A m e t a a n a l ys i s o f l a b o u r, 2 0 1 2
Dordtse kunstenaar DordtYart nodigt ook elk seizoen een Dordtse kunstenaar uit om bestaand werk te tonen en nieuw werk op locatie te maken. Dit jaar presenteert Anja de Jong een serie bestaande foto’s en start een onderzoek naar de watergebieden rondom Dordrecht . Artist in residence-programma Ook dit seizoen krijgen twee groepen internationale kunstenaars drie maanden de mogelijkheid onderzoek te doen dat aansluit bij hun oeuvre. Dit jaar zijn er ook twee plekken beschikbaar voor recent afgestudeerde Nederlandse kunstenaars. De nadruk van het AiR-programma ligt op research en het ontwikkelen van vaardigheden.
J o o s t R e k ve l d - # 4 7 _ u mwe l te r _ e l e c t ro s e n s e _ ( 2 0 1 3 - 1 4 )
G i ny Vo s Karen Sargsyan
DORDTYART 2014
18 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
19 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Steinvåg werken bij DordtYart voor het eerst samen en zoeken naar overblijfselen op de landtong. Het duo speelt in hun werk met realiteit en fictie, met authenticiteit en met verleden, heden en toekomst. Joost Rekveld onderzoekt hoe mensen nieuwe zintuigen kunnen ontwikkelen. Ook Jonas Wijtenburg, Giny Vos, Stéphane Cauchy, Paul Devens en Thomas Bakker werken bij DordtYart aan de realisatie van nieuw werk en worden hierbij geassisteerd door jongeren uit het leerwerkbedrijf van DordtMij. De tien kunstenaars zijn geselecteerd door Lyda Vollebregt, artistiek leider DordtYart, en Gerrit Willems, conservator moderne en hedendaagse kunst in het Dordrechts Museum.
J o n a s Wi j t e n b u r g Pa u l S e g e r s - Cro s s i n g
Open Atelier Alle kunstenaars gaan in de hal aan het werk, waardoor er een open atelier ontstaat waar het publiek in gesprek kan gaan met de kunstenaars en kan zien hoe een kunstwerk wordt gerealiseerd. DORDTYART 2014 12 april 2014 – 29 september 2014 Do t/m zo 11.00 – 17.00 Maasstraat 11, 3313 CR Dordrecht www.dordtyart.nl Deelnemende kunstenaars Anja de Jong | Karen Sargsyan | Joost Rekveld | Giny Vos | Stéphane Cauchy | Paul Segers | Ajla R. Steinvåg | Thomas Bakker | Paul Devens | Jonas Wijtenburg | Krijn de Koning
S t é p h a n e C a u c hy - U nt i t l e d 2 0 0 7 - 1 0
Pa u l D e ve n s - Ci t y C h a s e
20 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
21 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Elke laatste vrijdag van de maand:
Vrijdag 31 januari 2014 Theun Okkerse over aspecten van vlagontwerp en vlaggen.
Vrijdag 28 februari 2014 Hartmut Wilkening over zijn project ‘Hemelwater’ in Westvoorne.
Het begint een traditie te worden. Elke laatste vrijdag van de maand is er vanaf 17 uur de Picturaborrel. Gewoon om de week en de maand af te sluiten, even bij te praten en om wat op te steken. Steeds is er een kunstenaar of iemand uit de kunstwereld om iets te vertellen over een interessant kunstwerk, een boeiende tentoonstelling of een opmerkelijke ontwikkeling. In januari deelde Theun Okkerse zijn passie voor vlaggen met ons, in februari vertelde Hartmut Wilkening over het kunstwerk dat hij realiseerde in Oostvoorne en in maart presenteerde Esther Jonkman de plannen van DordtYart voor het jaar 2014.
FOTO’S THEUN OKKERSE
De eerstvolgende Picturavorrel is op 25 april om 17.00. Nico Parlevliet geeft een presentatie over het Urban Explorers Festival dat op 7 juni plaatsvindt.
Jodi Broekman en Ron Weijers versterken bestuur Pictura Jodi Broekman (tweede van rechts) en Ron Weijers (rechts) versterken het bestuur van Pictura. (links de penningmeester Anna Fliers en voorzitter Bert te Kiefte).
FOTO’S THEUN OKKERSE
FOTO JAN OKKERSE
Picturaborrel
Evertine van Alphen Vrijdag 28 maart 2014 Esther Jonkman, van DordtYart, over de plannen voor het komende jaar. De Picturaborrel voor leden en introducés wordt georganiseerd door de activiteitencommissie en vindt elke laatste vrijdag van de maand plaats. Naast de borrel is er een kort programma van zo’n 20 minuten, bijvoorbeeld een lezing, film, muziek, proeverij of poëzie. Dit kan worden verzorgd door leden en andere geïnteresseerden. Heb je iets interessants te vertellen of wil je lid worden van de activiteitencommissie, stuur dan een mail naar
[email protected]. De toegang is vrij.
is per 1 februari 2014 benoemd tot Projectleider tentoonstellingen en activiteiten van Pictura.
> Huismeester Frank Storm (op de trapleer) en Evertine van Alphen samen en exposant Eli Content aan het werk in de Foyer.
In de Algemene Ledenvergadering van maart 2014 zijn Jodi Broekman en Ron Weijers benoemd als bestuursleden van Pictura. Jodi werd al eerder in het Picturablad 13/3 geïntroduceerd als vrijwilliger en kandidaatbestuurslid. Zij studeerde communicatiewetenschappen en heeft als accountmanager bij een reclamebureau gewerkt. Zij woont sinds tien jaar in Dordrecht. Ron Weijers is kunstenaar. Hij schildert, fotografeert en maakt muziek. Ron woont en werkt in Schiedam. Zijn website www.ronweijers.net laat zien dat hij veelvuldig exposeert en publiceert. Alleen al in het jaar 2014 staan zes tentoonstellingen en presentaties gepland. Pictura verwacht haar voordeel te kunnen doen met zijn uitgebreide netwerk, waaronder veel buitenlandse contacten. Jodi en Ron gaan zich de komende tijd bezig houden met de vraag hoe we Pictura aantrekkelijk kunnen maken voor werkende en kunstlievende leden en ook voor sponsors en fondsen, die Pictura willen steunen.
22 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Matthijs vraagt: Zelden zag ik een torso die zowel het aardse als het innerlijke toont. Eerst zag ik in de borstkas onmiskenbaar een vuist die, toen ik een grotere afbeelding zag, een kloppend hart werd dat de torso bevloeide. Die vuist vatte ik nog even op als een verkapt stemadvies, het was ten tijde van de gemeenteraadsverkiezingen. Maar ik heb met mijn hart gekozen. Niet toevallig dezelfde partij. Jouw arbeid toon je op forse formaten. In mijn verbeelding zie ik je op je knieën als een tuinder een wit vel gelijk de onontgonnen aarde voeden met zaaigoed van houtskool en krijt. Weet je wat er op gaat komen? Heb je een plan, een schets, een omlijnd idee? Of laat je je verrassen door de ene keer je hart en de andere keer je vuist?
Jeanne antwoord: Meestal werk ik vanuit een plan. Dat kan een schets of een serie tekeningen zijn. Soms in combinatie met het uitproberen van nieuwe materialen, andere formaten papier enz. Tijdens het tekenen communiceer ik met de verschillende lagen van betekenis die in een beeld ontstaan. Dit heeft zijn weerslag in het omgaan met materialen en het contrast in het werk (licht, donker, figuratie, abstractie, organische en geometrische vormen). Tijdens dit proces probeer ik ook door te dringen in de onzichtbare wereld die schuilt in het zichtbare beeld. Het is een zoektocht naar de onverwachte aspecten die de verschillende lagen van betekenis in het beeld kunnen raken en versterken. Een open proces waarin ook de toeschouwer kan dwalen zonder de beperking van een vastomlijnde betekenis.
Jeanne vraagt: Hollandse luchten. Zorgvuldig samengesteld in de compositie. Een Dordtse traditie in de werken van de Pictura voorvaderen. In het schilderij van De Klerk ( een van de hoofdrolspelers in 200 jaar (schilder)kunst in Pictura ) hoor ik het lied Zwielicht van Schumann. Het onbestemde gevoel in het licht van de schemering. Wat gaat hier gebeuren? Of… heeft het net plaatsgevonden? De laatste woorden van het gedicht zijn: Sei wach und munter. Een toestand in het aanwezig zijn. Kies jij van te voren (net als in de muziek) voor een bepaalde toon (soort) in majeur of mineur? Of wordt het karakter/betekenis bepaald door de spelers van het schouwspel tijdens een willekeurig moment?
23 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Kruisvraag Matthijs Reppel >< Jeanne Rombouts
De vorm binnen de torso ontstond in dit proces als een gebaar. Als tekenaar zie ik de donkere partijen die een noodzakelijk contrast vormen en meegaan in het tekenritme van het beeld. Als kijker word ik net zoals jij meegenomen in de open wereld en lagen van betekenis achter de krijtvormen. Word ik ook geraakt door de dynamiek en de krachtige stilte. Vind ik een gebaar, een vuist, een hart. Mag ik reizen in de wereld van het onbenoembare.
Jeanne Rombouts, Torso, 2011, 200 x 150 cm
De torso zonder omhulsel. Organische lijnen wortelen in het licht van het papier. Verbonden met het hart, de oerkracht van de zwarte aarde.
Matthijs antwoord: Hoe fotografeer je de zon? Niet als een ondergaand dingetje maar als een overweldigende majeure kracht? Om van in mineur te geraken. Wat een hoogmoed om je in te beelden dat dit kan. In ogenschouw met die helse zon sla ik met Icarus op mijn schouder noodgedwongen mijn ogen neer. De onmetelijke ruimte van boven mijn kruin tot voor mijn voeten versmalt zich tot een spleet met lamellen van oogharen. Slechts dan is het mogelijk iets langer naar die genadeloze ploert te kijken. Op de grens van Hollands tegenlicht en Hollandse wolken, precies op het moment dat de wolk nog te zwak is om het licht volledig te dimmen, is het ogenblik waarop ik wacht. Het oog in dit wolkendek zal zich sluiten. In mijn ogenblik. Het maken van deze foto vergt enkele minuten. Maar in die ogenblikken verandert het oog van karakter, vorm, formaat en licht. Het uiteindelijke beeld is dan ook opgebouwd uit vele tientallen losse foto's. Het oog in dit schouwspel van zon en wolken is mijn tekening met licht. Ik maak de spelers tot mijn instrument. Tot ik weer oog in oog sta met die ontzagwekkende zon en voor zijn licht mijn ogen ootmoedig moet sluiten.
Materiaal: houtskool en krijt op papier
[email protected] jeanne.rombouts.kunstinzicht.nl
Matthijs Reppel, Hollands tegenlicht. Wolken boven mijn volkstuin. 11 augustus 2006 Formaat 60 x 72 cm. Fotografie
[email protected] www.hollandstegenlicht.nl
24 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Reconstructie performance / Membrandt Op zaterdag 15 maart 2014 hield Membrandt in het SBK Dordrecht Voorstraat 180, gelijktijdig met de Open Atelier Route, haar Reconstructie Performance met het schilderij ‘Sarajevo '93’ 1994. Membrandt heeft hier zowel de broeksriem, als de borstriem aangetrokken!
Marjan van Breugel (1961) Atelieradres: Officiersvliet 31, Zwijndrecht 3331 KL 06 30 18 79 86
[email protected] www.marjanvanbreugel.nl
Fragile, potloodtekening op paneel, ø 40 cm
Schilderen Nieuwe Akademie Utrecht
*) uit Carel Peeters literaire kroniek De Kunst van het Ambacht, juli 2013.
Het boek (64 pagina's, kleurendruk, hardcover, gebonden) is voor E 30,– verkrijgbaar als men zich gedurende de expositie (van 19 april t/m 17 mei 2014) inschrijft via het mailadres
[email protected] Na de expositie E 35,–. (Prijs is excl. eventuele verzendkosten.)
Deze schilderijen zijn gemaakt met acrylverf op papier of doek. Af en toe is er wat kleur gebruikt, wat vaal groen, geel of blauwige tinten. Verder zijn er veel zwarten, witten en grijzen. Soms is er wat structuur met zand door de verf gemengd. Het formaat van de schilderijen is groot. Een ander project waar ik nu mee bezig ben is de serie Wijk Noord. Het is een registratie van verlichte vensterramen van huizen bij mij in de buurt. Vierentwintig doekjes van 30x40 cm vormen tot nu toe dit werk.
Zaterdag 19 april opent de tentoonstelling ‘Tekeningen van Mirjam Abraas’ in Galerie Huub Hannen in Maastricht. Dan word ook een boek over haar werk gepresenteerd. Zuiver en Zeldzaam Op een krijtwitte leegte rust de punt van een potlood. En uit dat ene potlood komen vervolgens – haaltje voor haaltje, streepje voor streepje – een schors, een tak, een blad… Kijk je naar dit proces, dan zie je ambacht in zijn zuiverste vorm. Alles gaat minutieus met de hand en op het oog. Kijk je naar het resultaat dan zie je kunst die getuigt van ‘oppervlakte, diepte en gelaagdheid’*. Mirjam Abraas’ aandacht voor detail trekt de kijker diep de tekening in. Tegelijkertijd leveren zorgvuldig gekozen uitsneden een ervaring op van vervreemding. Wie een werk van haar bekijkt, reist een microkosmos binnen, betreedt een domein vol verborgenheden, ontbloot met het geestesoog de vrouwelijke welvingen, die zich schuilhouden in de toevalligheid van de natuur. Werk na werk brengt Mirjam Abraas met een minimale materiaalkeuze een diepe intensiteit tot stand. Met zo weinig middelen zoveel creëren. Dat is een kunst, die zeldzaam is. Huub Hannen
zien of een lamp schijnt ergens tussendoor. Het licht-donkercontrast is vrij groot.
In het donker beleef ik de wereld om mij heen anders dan overdag. In mijn schilderijen uit de serie ‘Unheimisch’ zijn de situaties verlaten. Je ziet vaak grote gebouwen waar licht op valt of uit vandaan komt. Het werk toont vaak plaatsen waar je niet voor je plezier naar toe gaat. Je waant je op bedrijfsterreinen waar het werk gedaan is, lang na sluitingstijd. Andere werken laten verlaten plekken in een park of bijvoorbeeld een bushokje langs de snelweg zien. Je vraagt je af wat er te gebeuren staat of gebeurd is. Er is spanning voelbaar. Wat moet iemand hier midden in de nacht? Steeds spelen licht en donker een belangrijke rol. Soms schijnen koplampen van auto’s in je gezicht. De weerspiegeling op de straat lijkt een plas van licht. Er zijn vaak schaduwpatronen op de grond te
Er lopen nog meer projecten waar het draait om kwetsbaarheid van het leven en om verval. Uitgangspunt voor mijn werk zijn soms krantenfoto’s, maar meestal zelfgemaakte foto’s.
nwe leden
Larisa Sjoerds Atelieradres: Groen van Prinsterersingel 44 Gouda (tijdelijk anti-kraak) 06 23 28 19 05
[email protected] www.larisasjoerds.com Op dit moment geef ik twee dagen per week les als docent beeldende kunst en vormgeving op een middelbare school. Verder geef ik rondleidingen en workshops in het Dordrechts Museum en in het Stedelijk Museum Schiedam en ik volg de master kunsteducatie aan het Piet Zwart Institute in Rotterdam. Ik heb op verschillende plekken in de wereld gewoond en woon nu alweer bijna vier jaar in Rotterdam. Ik ben geboren in Dordrecht, dus ik verkeer toch weer in de buurt van mijn roots. Over mijn beeldend werk: Onze emoties en instincten kunnen raadselachtig en intrigerend zijn. Ze kunnen je leven beïnvloeden en zelfs beheersen. Ergens diep in onze cellen vinden heel veel verschillende processen plaats. Dat kan een eisprong zijn, het opnemen van een voedingsstof, het ontstaan van een gedachte of het opborrelen van een reactie. Die verborgen processen, gedachten, emoties en driften wil ik naar buiten laten komen door ze te verbeelden. De ontwikkeling van die verbeelding is organisch en intuïtief zoals het functioneren van een lichaam.
25 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Boek met overzicht werk van Mirjam Abraas
26 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
12 april, 17 uur Opening tentoonstelling Between the lines there is a lot of obscurity: lets stir up some dust! Werk van Paul van der Eerden, Marisa Rappard, Paul de Reus en Mariëtte Linders
25 april, 17 uur Picturaborrel met inleiding van Nico Parlevliet over het Urban Explorers Festival, dat op 7 juni plaatsvindt.
24 mei, 17 uur Opening tentoonstelling van Teresina Talarico en Owen Gump
30 mei, 17 uur Picturaborrel
7 juni Urban Explorers Festival
Pictura over de (Duitse) grens
27 juni, 17 uur Op zaterdag 29 maart brachten negen Picturaleden een bezoek aan de Duitse stad Recklinghausen. Zij hebben daar op uitnodiging van de lokale ‘Kunstverein’ samen met collega-kunstenaars uit Recklinghausen gewerkt aan de voorbereiding van een tentoonstelling. Deze zomer zullen dertien Dordtse werkende leden van Pictura exposeren in het Kutscherhaus, een voormalig koetshuis dat nu als tentoonstellingsgebouw wordt gebruikt. DOOR BERT TE KIEFTE
Recklinghausen is een partnerstad van Dordrecht, heeft ongeveer evenveel inwoners en ligt op de noordflank van het Ruhrgebied. Vorig jaar bracht een delegatie uit de lokale cultuurwereld een bezoek aan Dordrecht. Daarbij werd ook Pictura bezocht. Uit dat bezoek is nu een uitwisselingsproject voortgekomen. In 2015 zal Pictura het werk van kunstenaars uit Recklinghausen presenteren. De tentoonstelling van Picturaleden in Recklinghausen wordt geopend op vrijdag 4 juli en duurt tot en met 17 augustus. Het bezoek aan Recklinghausen vond plaats op een stralende lentedag. De Dordtse delegatie werd ontvangen met koffie en koek door een delegatie van de Künstlerbund onder leiding van de voorzitter Heidi Meier en Carmen Greine, die Leiterin des Recklinghäuser Auslandsinstuts. Het tentoonstellingsgebouw is aan de kleine kant, maar het moet mogelijk zijn een boeiende expositie in te richten met werk van Dordtse kunstenaars. Sommige kunstenaars hebben aangekondig ter plekke een kunstwerk te gaan maken. Afsluitend was er met een bezoek aan de lokale Kunsthalle. Een voormalige bunker, die nu als tentoonstellingsgebouw dienst doet. Daar is nog tot 13 april de tentoonstelling Re:set, abstract painting in a digital world te zien.
Picturaborrel
Nico Parlevliet duikt de kelders in
Nadat hij de Picturaprijs 2013 won met een huiveringwekkende video van zijn kelder, heeft Nico Parlevliet kennelijk de smaak te pakken als het gaat om donkere vochtige ruimtes. Op zaterdag 7 juni vindt het Urban Explorers Festival in Dordrecht plaats. Verrassende performances en avontuurlijke stedelijke expedities door de binnenstad vormen de rode draad in de programmering en zijn de inspiratiebron voor de makers. Voor een van de expedities is Parlevliet gevraagd een speciale geluidsexpeditie door de Dordtse binnenstad te ontwikkelen. Voor zijn geluidsroute is Nico op zoek gegaan naar bewoners van de historische binnenstad die voor één dag hun (wijn)kelder beschikbaar willen stellen voor een installatie of performance van een geluidskunstenaar. Als tegenprestatie ontvangen de keldereigenaren een gesigneerde ideeschets of foto van het kunstwerk dat in hun kelder te zien is. Op vrijdag 25 april (17 uur) komt Nico tijdens de Picturaborrel vertellen over het Urban Explorers Festival en zijn geluidsproject. Urban Explorers festival is een initiatief van stichting Urban Explorers in samenwerking met het Dordrechts Museum.
4 juli, 19 uur Opening tentoonstelling in Recklinghausen van Picturaleden
5 juli, 17 uur Opening Tentoonstelling Jong Talent, afstudeerders van de Academies
3 augustus Art Sale tijdens Kunstrondje Dordt
Maand augustus (elke vrijdag) Zomerzwerfkaart: workshops voor kinderen tussen 6 en 12 jaar
9 augustus – 31 augustus Zomerpresentatie: Affiches
31 augustus Unnoticed Art Festival 13 september, 17 uur Opening tentoonstelling 200 jaar Koninkrijk, 200 jaar (schilder)kunst
26 september, 17 uur Picturaborrel 1 oktober Teekengenootschap Pictura 240 jaar geleden opgerigt
27 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Agenda
28 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
29 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
Kunstenaar op vooroorlogse foto blijkt Picturalid Wim de Visser
Joost van de Weg maakte nog een serie van twee foto's, vrijwel op dezelfde plek, zij het iets iets voorbij de schildersezel. Nu fotografeerde hij de boerderij. Op de ene foto staan twee mannen bij een schuur, op de andere komt een boer aangelopen. Foto's RAD (nrs. 552-403211 en 555-11812)
Foutieve gegevens in beeldbank na decennia hersteld. Speurtocht leidt tot
De Reeweg-Oost aflopend
ook nog ander (serie)-
kwam de derde serie van twee
werk van de
bijna gelijkende foto's tot
herontdekte
stand. Nu is op de ene foto
Dordtse fotograaf
een vrouw met witte, kanten
Joost van de Weg
muts te zien, paard en wagen en een handkar; op de andere een kar met melkbussen en opnieuw paard en wagen. Te oordelen naar de regenplasjes bij de lantaarnpaal zijn ook deze foto's vrijwel tegelijkertijd gemaakt. Foto's RAD (nrs. 555-11807 en 552-403212)
Hier de vergelijkende vier seriefoto's en de foto van De Visser met poetsdoek die bij de grote dragende foto hoort.
Een foto waarop de Dubbeldamse kunstenaar Jim Mulder zou staan afgebeeld, blijkt in werkelijkheid een collega van hem te tonen, het Picturalid Willem Carel de Visser. Dit is onweerlegbaar vastgesteld na een speurtocht door digitale (foto)archieven van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) en de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie (RKD). Dit doorzoeken had nog een ander opmerkelijk resultaat: de vondst van vrij onontdekt gebleven seriewerk van de buitenissige Dordtse fotograaf Joost van de Weg. DOOR GERT VAN ENGELEN
Al decennia achtereen bezit het stadsarchief een foto waarop een kunstenaar aan het werk is. Hij zit, gekleed in keurige winterjas, op een heuveltje, uitkijkend op een boerenhoeve. De locatie is tegenwoordig niet terug te herkennen, maar enkele huizen links en een hoog, groot dak in het midden verraden de plek: bij de spoorwegovergang aan het eind van de Reeweg Oost, ongeveer ter hoogte van het Shellstation en het Halmaheiraplein. Zo plattelanderig zag Dordrecht eruit in de jaren dertig van de vorige eeuw. De man op de foto werd in 1986 als Jim Mulder aangeduid, in Ach Lieve Tijd, een serie populaire, geïllustreerde tijd-
schriften over de bewogen geschiedenis van 800 jaar Dordrecht. In aflevering 13, gewijd aan de kunst, staat het op pagina 311: “Jim Mulder tekent aan de Reeweg Oost.” Dit bijschrift is niet correct, maar dat bleef tot vorig jaar onweersproken, zoals ook de maker van de foto tot op heden ongenoemd is gebleven. Digitaliseren Internet ontstond in de jaren negentig en veroverde de wereld totaal. Instituten sloegen, in navolging van avontuurlijke particulieren, massaal aan het digitaliseren. En zo kwam het waarschijnlijk dat het Picturalid René de Jong begin 2013 in de digitale beeldbank van het Dordtse archief de foto tegenkwam van Jim Mulder, het penseel in de aanslag. Bezoekers worden nadrukkelijk uitgenodigd gegevens over de foto aan te leveren of aan te vullen, en De Jong deed dit. Hij bevestigde dat dit Mulder was en schreef erbij: “Vanaf 1965 legde Jim zich toe op het maken van roestvrij staal plastieken, waarvan er enige in de openbare ruimte van Dordrecht te zien zijn, onder andere vóór het gebouw De Rank in de wijk Dubbeldam. Voordat ik in 1971 aan de Kunstacademie van Rotterdam ging studeren, kreeg ik les van Jim Mulder, die zelf een leerling was van Cor Noltee” – ook al een Picturalid.
Belangwekkende informatie allemaal, zij het deels verkeerd. Ansichtkaarten Halverwege vorig jaar publiceerde de Dordtse boekhandel Vos & Van der Leer een fotoboek over de Dordtse fotograaf Joost van de Weg (1874-1957), getiteld Dordrecht in tegenlicht. Bij leven was Van de Weg een bekende verschijning in het destijds nog overzichtelijke Dordrecht. Nu kent vrijwel niemand hem nog, deze kolenhandelaar die met een houten camera op de fiets vooral stadsgezichten maakte. Het boek ontrukt hem en zijn oeuvre aan de vergetelheid, het is een eerbetoon aan zijn onloochenbare vakmanschap. In een biografische schets, geschreven door bovengetekende, wordt geprobeerd Van de Weg tot leven te wekken; hij leek wel onvindbaar verneveld te zijn in de lokale geschiedenis. Nadat het boek was verschenen, bleef de fascinatie intact: wat had Van de Weg verder nog aan fotografie achtergelaten? Van de Weg heeft honderden foto’s gemaakt, maar vele worden niet als de zijne herkend. Meerdere opnamen zijn bijvoorbeeld verschenen als ansichtkaarten, die de naam van Van de Weg weglieten. ‘Uitgave Koos Versteeg’ stond er dan achterop. Of anders kwamen zijn beelden (al of niet per ongeluk)
anoniem terecht in de verzameling van de Dordtse wiskundeleraar en hbs-directeur W. Meijers, een collectie die na zijn overlijden in het archief belandde. En in de beeldbank wordt dan vervolgens alleen aangegeven dat zo’n foto afkomstig is uit de Collectie Meijers, die overigens voornamelijk bestaat uit topografische foto’s van Dordrecht in de periode 18901945. Dit is ook gebeurd met die foto waarop Jim Mulder bovenaan de Reeweg Oost aan het schilderen zou zijn. Stempel Speurend naar nieuw, onontdekt materiaal van Van de Weg dook er een foto op in het omvangrijke archief van de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie. De foto verraste onmiddellijk, om drie redenen: zij was op exact dezelfde plek genomen als de ‘Jim Mulder-foto’, maar wijkt af doordat de kunstenaar geen penseel, maar een doekje in de hand heeft. Een tweede verschil is dat de foto zonder omwegen wordt toegeschreven aan J. van de Weg, Dordrecht. Als bewijs is nog eens diens stempel afgedrukt, dat achterop staat: J. van de Weg, Voorstraat 145, Dordrecht. En dan is er dat derde opzienbarende feit: op de foto staat niet Jim Mulder, maar het vrijwel vergeten Picturalid Wim de Visser (1910-1980). Maar hoe zit dit? Waaruit valt af te leiden dat deze nieu-
Dezelfde dag? Wim de Visser zal zijn gefotografeerd tijdens de wandeling die Joost van de Weg maakte. De fotograaf drukte tweemaal af, kort na elkaar. Vandaar dat op de ene foto wordt gepoetst en op de andere wordt geschilderd. Maar bijzonderder is dat De Visser in de beeldbank van het archief nóg twee van zulke serietjes van twee foto’s heeft gevonden. Op twee andere foto’s zoomt hij in op de boerderij rechts, en weer maakte hij kort na elkaar twee opnamen: op de ene foto is de boer bezig bij de schuur, op de andere zit hij bij de schuur en komt iemand anders aangelopen, voorbij de hooiberg. Verderop, de Reeweg Oost afwandelend in de richting van de binnenstad, ontstaat het derde serietje, nu van karren op straat. Op de ene foto staat een vrouw bij een melkkar, op de andere loopt een vrouw met witte muts en kinderwagen. Te oordelen naar de plasjes water bij de elektriciteitspaal zijn ook deze foto’s na elkaar gemaakt. Zeker twee van
Chopin Blijft de vraag hoe de loopbaan van de afgebeelde kunstenaar, het Picturalid Wim de Visser, zich heeft ontwikkeld? Herbert de Visser, heeft er over geschreven in een uitgave van de vereniging Oud-Dordrecht. Een nadere, korte introductie: Wim de Visser studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam, onder leiding van J.G. Heijberg. Het bestuur van het Dordrechts Museum gaf hem in 1934 de opdracht een kopie te schilderen van het portret van Frédéric Chopin. Het origineel, van Ary Scheffer, was in 1863 verloren gegaan. De kopie werd in december 1934 geschonken aan de Poolse regering, om geplaatst te worden in het zojuist geopende museum in het geboortehuis van Chopin, in Zelazowa Wola. De Visser was portretschilder, al schilderde en tekende hij ook landschappen, bloemen, naaktstudies en stillevens. Hij bleef altijd zijn klassieke stijl hanteren en verbaasde zich volgens Herbert de Visser over “collega’s die overgingen naar de moderne, abstracte kunst”. Zijn eerste vrouw, Cornelia Feis, heeft regelmatig model gestaan voor zijn schilderijen. Vanaf 1959 werkte hij voornamelijk in zijn woonhuis en atelier, aan de Van Blankenburgstraat 63 in Den Haag. Afbeeldingen van zijn werk zijn te zien op deze website: www.xs4all.nl/~de visser. Bij de foto waarop René de Jong meende Jim Mulder te herkennen, heeft Herbert de Visser inmiddels een correctie laten plaatsen.
Westerstraat 42 3016 DH Rotterdam Postbus 1522 3000 BM Rotterdam
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de adverteerders op deze en de volgende pagina.
Bovenwoning Herbert de Visser weet dat in de beeldbank van het Dordtse archief de man op de foto als Jim Mulder wordt aangeduid. Maar dat kan eenvoudigweg niet, zegt hij. De foto moet haast wel gemaakt zijn tussen 1930, toen Wim de Visser nog bij zijn ouders aan de Reeweg Oost 30 (nu 56) woonde, in de bovenwoning, en 1939, toen hij naar Scheveningen vertrok. Jim Mulder is van 1922, en “dus te jong” om de persoon op de foto te kunnen zijn. De datering die de foto aanvankelijk kreeg van het archief, 1946, klopt ook niet, want toen was de rechterzijde van de Reeweg Oost “al volledig bebouwd”. De boerderij rechts was al verdwenen. Dochter Jetteke de Visser vult aan dat 1946 ook anderszins niet de juiste datering is. “Mijn vader en moeder woonden toen al een paar jaar in Den Haag, en mijn broer Rob is in dat jaar geboren. In die tijd ging mijn vader niet terug naar Dordrecht om buiten te gaan schilderen, vermoed ik. Wij hadden haast geen geld, en daarom zagen wij de familie hooguit één of twee keer per jaar.” Ook zij houdt het erop dat de foto ergens rond 1934-1935 moet zijn gemaakt.
30 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
deze zes foto’s worden abusievelijk niet aan Van de Weg toegeschreven. Is het nu gerechtvaardigd om te veronderstellen dat Van de Weg deze zes foto’s ook allemaal op dezelfde dag heeft vervaardigd, tijdens één wandeling? Dat zou Herbert de Visser niet durven beweren. Er is weinig tijdsverschil te zien op elk van de drie serietjes. Eerder neemt hij aan dat de setjes “op verschillende dagen” tot stand kwamen. Het is ook allemaal niet meer te achterhalen. Maar evenzogoed zijn de zes foto’s een vondst. In het oeuvre van Van de Weg zijn tot dusverre, voor zover traceerbaar, niet eerder foto’s aangetroffen van een kunstenaar die aan het werk is. Ook is niet bekend dat de fotograaf, die inderdaad al zijn werk stempelde omdat hij hechtte aan zijn auteursrechten, serietjes maakte. Drie ervan zijn nu bij toeval ontdekt. Van een verbazingwekkende “verrassing” spreekt dan ook Ad Bakker, eigenaar van het plaatselijke Kunst- en lijstenatelier A. Bakker aan de Spuiweg. Hij is, samen met zijn broer Will, een grondige kenner van het oeuvre van Van de Weg en heeft, met een expositie en het boek, voorkomen dat diens fotografie verdween in het afvoerputje van de geschiedenis.
31 P I C T U R A B L A D N R 1 | A P R I L 2 0 1 4
we gegevens wel de juiste zijn? Wie beweert dat, wie bewijst dat? Het spoor leidt naar familieleden van Willem Carel de Visser. Geboren in Dordrecht op 23 februari 1910, trouwt hij eerst, in april 1939, met Cornelia Wijnanda (Corrie) Feis (1914), die overlijdt in 2007. In april 1946 trouwt hij opnieuw, nu met Henriëtte Elisabeth Gieles (1922), die in 1994 sterft. Zijn eigen leven dooft op 22 januari 1980, op 69-jarige leeftijd. De Visser woonde toen al lange tijd in Den Haag, waar hij zich op 17 maart 1939 vestigde, en de rest van zijn leven is blijven wonen. Twee kinderen heeft hij: Jetteke en Rob. Jetteke verwijst naar haar neef in Dordrecht, Herbert de Visser, omdat hij de digitale familiehistorie beheert. Hij kan uitleggen hoe het precies zit met die betwiste foto. De foto die valt aan te treffen op de RKD-site, zo laat hij per omgaande weten, toont Wim de Visser. “Dat is me verzekerd in 1990, door mijn tante Jet de Visser-Gieles [de echtgenote van de schilder, red.]. Haar toen al overleden man had de foto gekregen of gekocht.”
T 010 209 2777 F 010 209 2778
[email protected] www.lvh-advocaten.nl
Adverteer in het Picturablad Bel 078 614 98 22
32 PICTURABLAD NR 1 | APRIL 2014
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door de adverteerders op deze en de vorige pagina.
Trivire kleurt wonen
Picturablad jaargang 22, nr 1 april 2014 uitgave van
© 2014 Teekengenootschap Pictura te Dordrecht redactie
Wil Boesten Gaby van der Zee Nathan Veldhuijsen Bert te Kiefte Theun Okkerse aan dit nummer werkten mee:
Wil Boesten Michel van Kampen Gert van Engelen Nathan Veldhuijsen Evertine van Alphen Membrandt Bert te Kiefte Gaby van der Zee Marieke Pols foto’s
w w w. t r i v i re . n l
Theun Okkerse Bert te Kiefte Tim Leguijt Walter Nikkels Membrandt
vormgeving
Holster/Morks
© Theun Okkerse 2014 c/o Pictoright druk
Drukkerij Holster / Morks Dordrecht oplage
500 stuks
Teekengenootschap Pictura Voorstraat 190 / 192 3311 ES Dordrecht
T
(078) 614 98 22
E
[email protected]
W www.pictura.nl
ING Bank NL87 INGB 0000 494706
openingstijden woensdag t/m zondagmiddag 1 - 5 uur
deadline nummer 2/14 25 augustus 2014