Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 6 6.1 6.2 6.3 7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Inleiding Ligging Aanleiding Vigerende plannen Plangrens Actualisatie/Harmonisatie Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Waterschap Gemeentelijk beleid Historie Beschrijving Archeologische vindplaatsen en monumenten Ruimtelijke karakteristiek
3 3 3 4 4 4 7 7 8 9 9 11 11 11 15
Bestaande situatie Ruimtelijke ontwikkelingen
15 15
Functionele karakteristiek
17
Wonen Detailhandel en voorzieningen Horeca Maatschappelijk Bedrijvigheid Groen en recreatie Verkeer Milieuaspecten Water Hinder Bodem Het juridisch plan Vormgeving juridisch plan Inhoud juridisch plan Doelstellingen en planopzet Functies algemeen Bebouwing algemeen Toelichting afzonderlijke bestemmingen
17 17 17 19 20 20 21 23 23 24 24 25 25 25 25 26 26 27
8
Overleg en informatie
8.1 8.2 8.3
Bruchem
31
Inleiding Inspraakreactie Conclusie
31 31 32
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
2
1
Inleiding
1.1
Ligging
De huidige gemeente Zaltbommel is op 1 januari 1999 ontstaan als gevolg van een gemeentelijke herindeling waarbij de gemeenten Brakel, Kerkwijk en Zaltbommel zijn samengevoegd. Op 1 januari 2006 telt de gemeente 26.195 inwoners. De gemeente telt naast de stad Zaltbommel 12 verspreid gelegen kernen.
De gemeente Zaltbommel kent een gunstige ligging ten opzichte van de Rijksweg A2 en het spoor. De gemeente vormt onderdeel van de Bommelerwaard en ligt in het Gelders Rivierengebied. De rivieren de Waal, de Maas en de afgedamde Maas vormen de natuurlijke grenzen van de Bommelerwaard. De rivieren hebben door afzetting van zand en klei stroomruggen gevormd die bepalend zijn voor de woongeschiedenis van het gebied. De kern Bruchem ligt in het oosten van de gemeente en telt circa 1640 inwoners en behoort daarmee tot de middelgrote kernen in de gemeente.
1.2
Aanleiding
Voor de verschillende kernen binnen de gemeente Zaltbommel bestaat een grote hoeveelheid aan – vaak gedateerde – bestemmingsplannen. De gemeente heeft besloten een actualiseringsslag te maken. Dit besluit is ingegeven door de ophanden zijnde nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze wet gaat uit van het actueel hebben (en houden) van bestemmingsplannen. Aan het hebben van bestemmingsplannen, die ouder zijn dan 10 jaar, worden sancties gekoppeld. Een en ander betekent dat in een strakke planning nieuwe bestemmingsplannen voor de kernen worden ontwikkeld. De actualisatiereeks heeft het karakter van een inhaalslag. Doelstelling van de actualisatie is tweeledig: enerzijds wil de gemeente door middel van actualisatie/harmonisatie de verleende vrijstellingen van de afgelopen 10 jaar juridisch verankeren (letterlijk actualiseren van bestemmingsregelingen) en
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
3
anderzijds wil de gemeente de algemene directe en indirecte bouw- en gebruiksmogelijkheden aanpassen en waar mogelijk uniformeren (harmoniseren) Het onderhavige bestemmingsplan heeft betrekking op de kern Bruchem.
1.3
Vigerende plannen
Voor de kern Bruchem vigeren momenteel de volgende bestemmingsplannen. 1. (550) Annekeshof (vastgesteld Raad 26-05-1983, goedgekeurd GS 29-03-1984); 2. (551) Bruchem-Dorp 1994 (vastgesteld Raad 29-02-1996, goedgekeurd GS 25-091996); 3. (552) Bruchem-Annekeshof III (vastgesteld Raad 08-06-1994, goedgekeurd GS 1611-1994); 4. (553) Bruchem-Annekeshof Wijziging art. 11 WRO (vastgesteld B&W 08-07-1997, goedgekeurd GS 01-09-1997); 5. (554) De Kosterijen (vastgesteld Raad 29-10-1998, goedgekeurd GS 06-04-1999); 6. (555) De Kosterijen partiële herziening 2004 (vastgesteld Raad 23-09-2004, goedgekeurd GS 02-11-2004);
1.4
Plangrens
Het plangebied wordt gevormd door de kern Bruchem. In onderstaande figuur is de begrenzing van het onderhavige bestemmingsplan indicatief weergegeven.
1.5
Actualisatie/Harmonisatie
Zoals reeds in de inleiding van deze toelichting is aangegeven, maakt dit bestemmingsplan deel uit van een actualisatiereeks.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
4
Het welslagen van dit actualisatieproces hangt voor een belangrijk deel af van de snelheid waarmee de plannen kunnen worden aangepast. Naast de vanzelfsprekende inhoudelijke juistheid van de plannen is het snel kunnen ontwikkelen van nieuwe plannen een belangrijke doelstelling. Actualiseren betekent inspelen op de huidige kennis en deze kennis waar mogelijk gelijkwaardig bij alle plannen toepassen. Het snel actualiseren betekent dat nieuwe ontwikkelingen waar mogelijk buiten de plannen worden gehouden: Het kan zijn dat nieuwe ontwikkelingen in een zodanige planfase zijn dat het niet doelmatig is om deze planvorming te doorkruisen met een actualisatieplan. In het voorliggende plan is echter geen sprake van nieuwe ontwikkelingen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
5
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
6
2
Beleidskader
2.1
Rijksbeleid
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota Ruimte wordt het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. De Nota Ruimte vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota's c.q. de planologische kernbeslissingen (PKB's), behorend bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (en de Actualisering daarvan in de Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte. In de Nota Ruimte zijn alleen uitspraken opgenomen die een specifiek nationaal ruimtelijk belang dienen of die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewoners van Nederland. Rode contouren komen daarom in de nota niet meer voor; een goede waarborging en ontwikkeling van de kwaliteit van specifieke natuurgebieden en landschappen wel. In de Nota Ruimte wordt grote waarde gehecht aan het historisch nederzettingenpatroon en het kenmerkende en gevarieerde ruimtelijke beeld. Het bundelingsbeleid dient deze waarden te beschermen. Dorpen dienen wel over voldoende mogelijkheden te beschikken om de aanwas van de lokale bevolking op te vangen.
In de nota Belvedère is de gehele Bommelerwaard aangemerkt als gebied met hoge gecombineerde cultuurhistorische waarden en de Nieuwe Hollandse Waterlinie is door UNESCO geplaatst op de voorlopige lijst werelderfgoed. Het gebied rond Poederoijen valt binnen deze linie.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
7
De Bommelerwaard maakt deel uit van het rivierengebied. De vele kastelen, kerken en kloosters die in het gebied te vinden zijn, verhogen de belevingswaarde van het landschap. Kenmerkend voor het gebied zijn de kommen, de stroomruggen, de dijken en de forten. Het beleid van Rijk en provincie is er op gericht om delen van de dijkenzone en dijkendorpen beter te beschermen door deze gebieden aan te wijzen als beschermd landschapsgezicht.
2.2
Provinciaal beleid
In het streekplan Gelderland 2005, vastgesteld op 29 juni 2005, maakt het plangebied deel uit van de regio rivierenland. Het streekplan hanteert als uitgangspunt dat de provincie meer op hoofdlijnen stuurt, dit betekent een grotere beleidsvrijheid (en verantwoordelijkheid) voor regio's en gemeenten. De selectieve beleidsinzet op zaken die van provinciaal belang zijn, is vertaald in een tweeledige ruimtelijke hoofdstructuur. Deze hoofdstructuur bestaat uit het “rode raamwerk” en het “groenblauwe raamwerk”. Rood heeft betrekking op hoogdynamische functies die samenhangen met de hoofdinfrastructuur en intensieve vormen van ruimtegebruik als stedelijke functies, intensieve vormen van recreatie en leisure, met stedelijke ontwikkeling samenhangende groenontwikkeling (groen in en om de stad) en intensieve agrarische teelten. Groenblauw heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage dynamiek. De gebieden waar deze functies zijn geconcentreerd zijn kwetsbaar voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Deze gebieden zijn de EHS en waardevolle open gebieden en de gebieden waar meer ruimte voor water gecreëerd moet worden. Naast het rode en het groenblauwe raamwerk zijn er zogenoemde multifunctionele gebieden benoemd. Dit gebied omvat het grootste deel van de provincie, en omvat de steden, dorpen en buurtschappen buiten de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht. In het Streekplan wordt Bruchem gerekend tot de gebieden die zijn aangeduid als waardevol landschap (binnen multifunctioneel gebied). Ten noorden en ten noordwesten van Bruchem zijn delen van het waardevol landschap aangeduid als waardevol open gebied (groen-blauwe raamwerk). Ten zuidwesten van de kern ligt een gebied dat is aangewezen in het kader van de concentratie van intensieve teelten (rode raamwerk). Ten oosten en ten zuidwesten van Bruchem ligt een gebied dat is aangewezen als zoekruimte regionale waterberging. Voor de waardevolle landschappen gelegen binnen het multifunctioneel gebied geldt een 'ja, mits' benadering voor het toevoegen van bouwlocaties en andere ruimtelijke ingrepen, waarbij recht wordt gedaan aan de kernkwaliteiten van het betreffende landschap. Het voorliggende plan betreft een conserverend plan. Het toevoegen van functies wordt niet beoogd. Het provinciaal beleid heeft geen consequenties voor dit plan. Het waterbeleid van de provincie is vastgelegd in de Stroomgebiedsvisie Rivierenland. Het beleid in de Stroomgebiedsvisie is doorvertaald naar het streekplan en richt zich in belangrijke mate op de thema's voorkomen van wateroverlast, herstel en bescherming natte natuur en het veiligstellen van de drinkwatervoorziening. Voor de genoemde thema's is op kaart aangegeven of er in een gebied sturende of mee-ordenende wateropgaven aanwezig zijn. De sturende opgaven zijn alleen op te lossen door ruimte te reserveren en de bestemming water prioriteit te geven boven andere bestemmingen. Bij het combineren met andere functies geldt de noodzakelijke ruimte voor water minimaal als vertrekpunt. Voor de mee-ordenende opgaven bestaan meerdere alternatieven om het doel te bereiken.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
8
Ten oosten en ten zuidoosten van de kern Bruchem ligt voor het voorkomen van wateroverlast een sturende wateropgave in de vorm van zoekruimte bergingsgebieden. Voor het bestemmingsplan heeft dit geen gevolgen. Ten noorden van Bruchem ligt een sturende wateropgave in de vorm van de verbreding van waterlopen. Deze wateropgave valt gedeeltelijk binnen het plangebied. Het beleid is er op gericht er voor zorg te dragen dat een verbreding in planologisch opzicht niet onmogelijk wordt gemaakt. De bedoelde waterloop ligt ingeklemd tussen de Krangstraat en de Dorpsstraat. Aan de waterloop zelf zal de bestemming water worden toegekend. Het omliggende groen krijgt de bestemming groen. Hiermee wordt een toekomstige verbreding in voldoende mate gewaarborgd. Er zijn voor de kern Bruchem geen mee-ordenende wateropgave op het gebied van wateroverlast geformuleerd. Ten aanzien van natuur spelen geen sturende wateropgaven of mee-ordenende wateropgaven. Voor het bestemmingsplan heeft dit geen gevolgen. Vrijwel de gehele Bommelerwaard is aangewezen in het kader van bescherming van oppervlaktewater voor drinkwater (mee-ordenende wateropgave). Voor het bestemmingsplan heeft dit geen gevolgen. Op het gebied van drinkwater ligt er geen sturende wateropgave.
2.3
Waterschap
Het waterschap speelt een belangrijke rol als waterbeheerder. Het waterschap heeft het beleid voor de komende jaren vastgelegd in een aantal beleidsplannen. Voor de gemeente Zaltbommel is dat het Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied (IWGR), het rioleringsbeleidsplan en het beleid stedelijk waterbeheer. Daarnaast heeft het waterschap in samenwerking met de provincie en Rijkswaterstaat een Stroomgebiedsvisie voor het rivierengebeid opgesteld, een uitwerking in het kader van Waterbeheer in de 21e eeuw (WB21). Waterschap Rivierenland hanteert conform het advies WB 21 de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en vervolgens pas afvoeren. Het waterschap pleit ervoor om verhard oppervlak niet aan te koppelen op het vuilwaterriool, maar te infiltreren in de bodem mits duurzame bouwmaterialen gebruikt worden. Indien infiltreren niet mogelijk is, dient de mogelijkheid van afvoeren naar het oppervlaktewater bekeken te worden. Het waterschap heeft in haar Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied wateren en natte natuur aangewezen als wateren met een speciaal ecologische doelstelling (SED) en hoogste ecologische doelstelling (HEN). HEN en SED wateren verdienen extra bescherming om de gunstige ecologische ontwikkelingskansen te benutten. Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient hiermee rekening te worden gehouden. In het plangebied is dit niet aan de orde.
2.4
Gemeentelijk beleid
In de welstandsnota (vastgesteld 5 juli 2004) van de gemeente Zaltbommel is het gemeentelijk grondgebied opgedeeld op basis van een beschrijving van de belangrijkste ruimtelijke eigenschappen en beeldkwaliteitsaspecten van de gemeente Zaltbommel. Het grondgebied is opgedeeld in ruimtelijk/morfologische en functioneel samenhangende deelgebieden. Afhankelijk van de waarde en gevoeligheid van het gebied, is voor elk deelgebied een bijbehorend welstandsniveau vastgesteld. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen enerzijds bijzondere welstandsgebieden (niveau 1) en reguliere welstandsgebieden (niveau 2). De historische dorpskern van Bruchem wordt tot de bijzondere welstandsgebieden gerekend. De latere uitbreidingen vallen onder niveau 2. Deze bijzondere welstandsgebieden worden aangewezen als er sprake is van hoge cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten. Voor deze gebieden wordt een zorgvuldige afstemming van nieuwe bouwkundige ingrepen gevraagd.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
9
Op 13 maart 2003 heeft de gemeenteraad de Visie op Wonen en Werken 2002-2010 vastgesteld. Het doel van de Visie op Wonen en Werken is het maken van een integrale ruimtelijke afweging voor de ontwikkeling van woon- en werklocaties binnen de gemeente op korte en middellange termijn. De visie vormt daarmee de basis voor het voeren van zelfstandige projectprocedures en het opstellen en herzien van bestemmingsplannen. De Visie op Wonen en Werken hanteert een aantal uitgangspunten. De belangrijkste worden hierna weergegeven. Bij de ontwikkeling van woningbouw en bedrijventerreinen wordt rekening gehouden met de onderlinge positionering van de verschillende kernen. Het zwaartepunt ligt bij de hoofdkern Zaltbommel, welke een subregionale verzorgingsfunctie heeft. Er dient zorgvuldig te worden omgesprongen met verstedelijking. Inbreiden gaat voor uitbreiden. Tevens dient de eigen identiteit van de kernen behouden te blijven. In de Visie op Wonen en Werken wordt het incidenteel en vooral selectief, liefst op inbreidingslocaties, bouwen als insteek gekozen. Hiermee wordt zowel beperkt tegemoetgekomen aan de lokale behoefte als rekening gehouden met de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de onbebouwde ruimten in en om de kern. In de Visie Wonen en Werken wordt aangegeven dat in Bruchem op een drietal locaties inbreiding mogelijk is. Het betreft de locaties Burgemeester de Kortstraat/gebied achter de Dorpsstraat, De Korte Groenestraat/Dorpsstraat en de Peperstraat. Een concrete invulling is vooralsnog niet voorhanden. Aan de zuidoostzijde van de kern is nog een beperkte uitbreiding mogelijk. Voor deze locatie is nog geen plan voorhanden, daarom wordt aangesloten bij het huidige gebruik.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
10
3
Historie
3.1
Beschrijving
Bruchem is ontstaan op een stroomrug van de Waal. De Dorpsstraat vormt het oudste deel van Bruchem, de Peperstraat en de Molenstraat waren de uitvalswegen van het dorp waar, vaak op woerden, de boerderijen gevestigd zijn. Vooral aan de Peperstraat geven deze oude, vrij grote boerderijen op woerden ook nu nog een karakteristiek beeld. Het dorp heeft een groen karakter welk wordt bepaald door de ruime percelen, mooie laanbomen en de boomgaard met karakteristieke boerderij midden in het dorp. Het centrum van het dorp is karakteristiek met als meest beeldbepalende objecten het witte kerkje, het landgoed Groenhoven en de dorpsschool, alle in een groene omgeving. De smalle wegen vaak met sloten erlangs passen binnen deze dorpse sfeer. Er zijn van oorsprong twee vluchtheuvels in Bruchem, één aan de Dorpsstraat is nog zichtbaar en beplant met onder andere platanen. De andere ligt aan de westzijde van het dorp, ten noorden van Ottersdam, deze is echter in het geheel niet te zien. Aan de rand van de bebouwde kom, de Hoogveldweg en de Burge, ligt een cluster van oude woningen met dezelfde hoofdopzet en in dezelfde architectuur. Het cluster is waardevol doordat de karakteristieken van de woningen goed bewaard zijn gebleven. Bruchem heeft twee uitbreidingswijken. De zuidelijke uitbreiding, Bruchem-dorp, is met zijn eenvormige rijtjeswoningen kenmerkend voor de jaren '60 van de twintigste eeuw. De Annekeshof, aan de zuidwest zijde heeft het wat dorpse karakter van wijken uit de jaren '70 en '80. De oostelijke rand van Bruchem is diffuus, met verspreide bebouwing aan de linten. Met het oog op de eigen identiteit en herkenbaarheid is het bewaren van voldoende afstand tot Zaltbommel wenselijk.
3.2
Archeologische vindplaatsen en monumenten
De provincie Gelderland heeft, in samenwerking met het Gelders Genootschap en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, de archeologische vindplaatsen en monumenten in de provincie in beeld gebracht. Deze informatie is te raadplegen via de internetsite van de provincie. Uit deze informatie blijkt dat er in de kern Bruchem verschillende monumenten te vinden zijn; het betreft een drietal boerderijen, een woonhuis en een kerk.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
11
Op dezelfde wijze is in beeld gebracht of er in een gebied archeologische monumenten voorkomen en wat de archeologische waarde daarvan is.
Uit de beschikbare informatie blijkt dat het open gebied ten oosten van de Molenstraat is aangeduid als gebied van hoge archeologische waarde. In de omgeving Broekheuvelstraat ligt een gebied met zeer hoge archeologische waarde. Uit de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) blijkt dat aan vrijwel het gehele plangebied een hoge trefkans wordt toegekend. In het plangebied, ten oosten van de Molenstraat, is (een gedeelte van) een monument met hoge archeologische waarde gelegen. Nabij de Broekheuvelstraat valt een gedeelte van een monument van archeologische betekenis binnen het plangebied.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
12
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
13
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
14
4
Ruimtelijke karakteristiek
4.1
Bestaande situatie
Bruchem ligt op de stroomrug ten zuiden van de stad Zaltbommel. De historische dorpskern bestaat uit de bebouwing rondom de belangrijkste wegen; de Dorpsstraat, Peperstraat, Molenstraat en Vreedstraat, waarbij de bebouwing aan de Dorpsstraat het oudste deel van Bruchem vormt. Aan de uitvalswegen Peperstraat en Molenstraat, zijn veelal grote boerderijen op woerden gebouwd. Deze geven het lint samen met de groene ruime percelen een rustiek, typisch dorpskarakter. De laanbomen langs de Dorpsstraat en de boerderij met boomgaard midden in het dorp versterken deze sfeer alleen maar. De meeste bebouwing staat op enige afstand van de openbare weg gepositioneerd. De belangrijkste straat in het dorp is nog steeds de Dorpsstraat, waar tevens de meeste voorzieningen rondom gesitueerd zijn. Schuin tegenover de boomgaard staat een zeer fraai kleinschalig wit N.H.-kerkgebouw met blauwgrijze dakbedekking. De bijzondere objecten in Bruchem zijn naast de N.H. kerk vooral de verschillende grootschalige (T-)boerderijen, waarvan enkele op een vluchtheuvel gelegen zijn. Verder is er nog het landgoed Groenhoven en de dorpsschool in de historische kern. Vrijwel heel Bruchem heeft een groene uitstraling door de vrijstaande boerderijen en woningen op ruime percelen met veelal diepe voortuinen. De woningen staan wisselend geordend op de kavel, niet allemaal op gelijke afstand van de weg en niet in dezelfde rooilijn. Naarmate men verder uit de oude kern verwijderd is, komen meer twee-onderéén-kap woningen voor.
4.2
Ruimtelijke ontwikkelingen
Het onderhavige bestemmingsplan heeft in hoge mate een beheersmatig karakter. In het kader van de Visie op Wonen en Werken van de gemeente Zaltbommel heeft een inventarisatie plaatsgevonden van potentiële inbreidings- en uitbreidingslocaties. In de kern Bruchem zijn 3 inbreidingslocaties naar voren gekomen en 1 uitbreidingslocatie (locatie De Kosterijen). Te zijner tijd zullen de plannen voor deze locaties apart in procedure worden gebracht. Onderstaand overzicht geeft aan welke locaties op grond van de Visie op Wonen en Werken in aanmerking komen voor inbreiding. 1. Burg. De Kortstraat/gebied achter Dorpsstraat Het terrein is omsloten door de Burg. De Kortstraat, de bebouwing aan de Dorpsstraat en Molenstraat. Aan de oostzijde is de nieuwbouwwijk Annekeshof 3 in ontwikkeling. Aan de zuidzijde, in het verlengde van de denkbeeldig doorgetrokken Kerkeland, begint het agrarisch kernrandgebied. De locatie betreft een inbreiding. De huidige functie bestaat uit weiland/akkerbouw. Woningbouw op deze locatie is een passende voortzetting op Annekeshof. De ontsluiting kan via deze wijk plaatsvinden. Voor langzaam verkeer is reeds een ontsluitingsmogelijkheid tussen de woonbebouwing aan de Dorpsstraat aanwezig. Aan de Molenstraat is een agrarisch bedrijf gevestigd. Dit bedrijf vormt een belemmering voor de ontwikkeling van woningbouw. Gezien de beperkte invloed op particuliere initiatieven en de hoge kosten voor sanering/uitkoop is realisatie voorzien in de periode na 2010. Vanwege de waardevolle overgang naar het buitengebied vormt de doorgetrokken Kerkeland de grens van het te ontwikkelen gebied. Nader onderzoek dient plaats te vinden naar de archeologische waarde van het gebied, aangezien er ter plaatse dan wel in de nabijheid een kasteel zou hebben gestaan.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
15
Overigens voorziet het vigerende bestemmingsplan in een uitwerkingsverplichting naar een woonbestemming op deze locatie, waarbij er thans nog in programmatische zin mogelijkheden bestaan om maximaal 27 woningen te bouwen. Deze woningbouwcapaciteit komt vooralsnog te vervallen. 2. De Korte Groenestraat/Dorpsstraat Deze onbebouwde plek, die volgens de definitie een inbreidingslocatie is, vormt een fraai groen geheel, waar een vluchtheuvel, gedeeltelijk omgeven door water met rietkragen onderdeel van uitmaken. Als zodanig vormt het een waardevol en te behouden gebied van Bruchem. Ingeklemd tussen de Dorpsstraat, de bebouwing aan de Krangstraat en het water bevind zich het schilders/glaszetbedrijf Wamazo. De loodsen van dit bedrijf grenzen aan het water. Met name op deze locatie zijn er uitstekende kansen voor invulling met seniorenwoningen/appartementen (3 lagen). Ter plaatse zou woningbouw een aanmerkelijke verbetering in beeldkwaliteit en milieukwaliteit betekenen. De locatie kan goed worden ontsloten op de Dorpsstraat. Wel dient hiertoe het schilder/glaszetbedrijf, tevens (tijdelijke) vuurwerkopslagplaats verplaatst/gesaneerd te worden. Mogelijke verplaatsing/sanering is uit financieel oogpunt zeer onzeker, mede gelet op een mogelijke ernstige olieverontreiniging in grond en grondwater. 3. Peperstraat Deze locatie betreft het terrein van de gemeentewerf. Conform de definitie is sprake van een inbreidingslocatie. Woningbouw past goed op deze locatie, zij het met aandacht voor de omliggende woonbebouwing. Er is echter sprake van belemmerende milieufactoren die gedeeltelijk veroorzaakt worden door een in het plangebied gelegen bedrijf. Daarnaast is er mogelijk sprake van een externe milieufactor door de aanwezigheid van een nabijgelegen fruitboomgaard. Realisatie is afhankelijk van het tijdstip van een mogelijke verplaatsing van de gemeentewerf. Nader onderzoek naar genoemde externe milieufactoren is noodzakelijk.
bovenstaande afbeelding toont de verschillende ontwikkelingslocaties in de kern
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
16
5
Functionele karakteristiek
5.1
Wonen
Bruchem is ontstaan op een stroomrug van de Waal. De Dorpsstraat vormt het oudste deel van Bruchem, de Peperstraat en de Molenstraat waren de uitvalswegen van het dorp waar de boerderijen gevestigd zijn. Vooral aan de Peperstraat geven deze oude, vrij grote boerderijen op woerden ook nu nog een karakteristiek beeld. Het centrum van het dorp is karakteristiek met als meest beeldbepalende objecten het witte kerkje, het landgoed Groenhoven en de dorpsschool, alle in een groene omgeving. Aan de rand van de bebouwde kom, de Hoogveldweg en de Burge, ligt een cluster van oude woningen met dezelfde hoofdopzet en in dezelfde architectuur. Het cluster is waardevol doordat de karakteristieken van de woningen goed bewaard zijn gebleven. Bruchem heeft twee uitbreidingswijken. De zuidelijke uitbreiding, Bruchem-dorp, is met zijn eenvormige rijtjeswoningen kenmerkend voor de jaren '60 van de twintigste eeuw. De Annekeshof, aan de zuidwest zijde heeft het wat dorpse karakter van wijken uit de jaren '70 en '80. Bruchem kent relatief veel koopwoningen en eengezinsrijwoningen. Uit het woningbehoefteonderzoek 2000 komt naar voren dat met name behoefte is aan grotere huurwoningen en enkele goedkope vrijstaande koopwoningen. Er is in Bruchem een afname van het aantal huishoudens geconstateerd.
5.2
Detailhandel en voorzieningen
Het aanbod aan detailhandel en voorzieningen is zeer beperkt aanwezig in Bruchem en bestaat uit onder meer uit een supermarkt, fietsenwinkel, slagerij, warenhuis. Het merendeel van de voorzieningen is gelegen aan de Dorpsstraat en Annekesstraat.
5.3 5.3.1
Horeca Algemeen
Binnen het plangebied zijn een cafetaria en een restaurant aanwezig. In het vigerende bestemmingsplan “Bruchem-Dorp 1994” is goedkeuring onthouden aan de bestemming Horeca voor het cafetaria, omdat toen door Gedeputeerde Staten nog werd geopteerd voor een andere locatie. Een andere locatie is echter niet langer aan de orde. 5.3.2
Bebouwing
In het voorliggende bestemmingsplan is aan deze bestaande functie ter plaatse van Annekeshof 1 een horecabestemming toegekend. Voor de snackbar/cafetaria is reeds op 29 april 1983 een Hinderwetvergunning afgegeven. Binnen de begripsbepaling is een categorie-indeling voor horecabedrijven opgenomen, afgestemd op de druk die deze functie op het woon- en leefmilieu kan hebben, (categorie 3). Voorzien is in een bouwvlak van ca. 230 m² waarop een bebouwingspercentage van 60% van toepassing is. Deze regeling houdt verband met de uitbreiding van het cafetaria van (bestaand) ca. 45 m² tot (nieuw) ca. 134 m². In aanvulling hierop is de mogelijkheid opgenomen van het realiseren van een klein terras aan de zuidkant. Aldus kan beter worden voorzien in de lokale behoefte aan deze horecafunctie.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
17
5.3.3
Onderbouwing
5.3.3.1 Bodem Er is onderzoek verricht naar de bodem. Beoordeeld is het rapport Verkennend bodemonderzoek Annekeshof 1 / Kerkplein 6 te Bruchem van Verhoeven Milieutechniek B.V., kenmerk B07.3197 d.d. 20 augustus 2007. Het onderzoek, inclusief het vooronderzoek volgens NVN 5725 is op de juiste wijze volgens NEN 5740 uitgevoerd. Uit het vooronderzoek bleek dat de locatie als onverdacht te beschouwen is. Bij het onderzoek werd in de ondergrond een licht verhoogd gehalte aan kwik aangetroffen. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan arseen en cadmium aangetoond. De aangetroffen gehalten vormen geen belemmering voor de geplande nieuwbouw op de lcoatie. De bodemonderzoeksrapporten zijn in de bijlage opgenomen. 5.3.3.2 Milieuzonering Vanuit het oogpunt van milieuzonering geldt op basis van de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten een indicatieve afstandsnorm van 30 meter, die moet worden aangehouden tussen het cafetaria en de gevels van woningen van derden (en andere gevoelige objecten). Van deze indicatieve norm kan gemotiveerd worden afgeweken. In de nieuwe situatie bedraagt de afstand tussen het cafetaria en de gevels van woningen van derden 15 meter. De praktijk (dat wil zeggen, de bestaande situatie) wijst uit dat deze afstand aanvaardbaar is. Aldus vormt de goede leefbaarheid van de feitelijke situatie de rechtvaardiging voor het handhaven van de afstand van 15 meter. Belangrijker nog is dat het cafetaria voldoet aan het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen Milieubeheer en dat het cafetaria na uitbreiding zal zijn voorzien van betere isolatie. 5.3.3.3 Verkeer Op basis van de “Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” (ASSV) van het “Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek” (CROW) geldt voor een cafetaria in het “centrum” van een “niet stedelijk gebied” een parkeernorm van minimaal 6 parkeerplaatsen per 100 m² bruto vloeroppervlak. Inclusief terras betekent dat voor het cafetaria Annekeshof ’t Caf (in theorie) uit zou moeten worden gegaan van een behoefte van 6 parkeerplaatsen. Echter, de praktijk wijst uit dat verreweg de meeste klanten het cafetaria te voet of met de fiets bezoeken. Het aandeel bezoekers dat gebruik maakt van de auto is zodanig beperkt dat in redelijkheid kan worden volstaan met de bestaande parkeergelegenheid aan de overzijde van de straat. Niettemin zal de gemeente in samenwerking met de ondernemer voorzien in extra parkeergelegenheid direct naast het beoogde terras. 5.3.3.4 Archeologie Het cafetaria is gesitueerd op gronden die op basis van de IKAW (de archeologische waarden kaart) zijn gekarteerd met een “hoge trefkans” voor archeologische waarden, (Archis II ROB, d.d. 15-09-2003). Echter, met inachtneming van het feit dat niet zal worden afgegraven en bovendien sprake zal zijn van een lichte constructie zonder bodemverstorende fundering wordt inventariserend archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
18
5.3.3.5 Water De totale hoeveelheid verhard oppervlak (bebouwd en verhard) in de nieuwe situatie bedraagt 160 m². Op basis van het beleid van het Waterschap Rivierenland is op deze relatief kleine verharding geen compensatieplicht van toepassing. 5.3.3.6 Luchtkwaliteit Met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het Omnizorgcentrum Apeldoorn (ABRvS 2 november 2005, 200507573/2) wordt geconcludeerd dat de effecten van de onderhavige uitbreiding voor de luchtkwaliteit zodanig beperkt zijn dat nader onderzoek naar dit aspect niet is vereist.
5.4 5.4.1
Maatschappelijk Algemeen
Aan maatschappelijke voorzieningen zijn een sporthal, kerk, basisschool en een sociaalcultureel-medische instelling aanwezig. De bestaande basisschool De Bron een Kerkplein 6 wordt uitgebreid. Concreet worden drie leslokalen en één peuterspeelzaal extra gerealiseerd (alsmede technische ruimtes). De peuterspeelzaal wordt gerealiseerd in een bestaand lokaal, zodoende worden drie leslokalen nieuw gebouwd. In de bestaande situatie is sprake van 7 leslokalen in de nieuwe situatie worden dat er 10 en een peuterspeelzaal. Deze uitbreiding houdt verband met de normale ‘dynamiek in’ en ‘groei van’ deze onderwijsinstelling. 5.4.2
Onderbouwing
5.4.2.1 Bodem Er is onderzoek verricht naar de bodem. Beoordeeld is het rapport Verkennend bodemonderzoek Annekeshof 1 / Kerkplein 6 te Bruchem van Verhoeven Milieutechniek B.V., kenmerk B07.3197 d.d. 20 augustus 2007. Het onderzoek, inclusief het vooronderzoek volgens NVN 5725 is op de juiste wijze volgens NEN 5740 uitgevoerd. Uit het vooronderzoek bleek dat de locatie als onverdacht te beschouwen is. Bij het onderzoek werd in de ondergrond een licht verhoogd gehalte aan kwik aangetroffen. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan arseen en cadmium aangetoond. De aangetroffen gehalten vormen geen belemmering voor de geplande nieuwbouw op de lcoatie. De bodemonderzoeksrapporten zijn in de bijlage opgenomen. 5.4.2.2 Milieuzonering Op basis van de brochure “Bedrijven en Milieuzonering” van de Vereniging Nederlandse Gemeenten moet rekening worden gehouden met een indicatieve afstandsnorm van 30 meter. Van deze indicatieve norm kan gemotiveerd worden afgeweken tot 0 meter. In de bestaande situatie (derhalve voor uitbreiding) bedraagt de afstand 12 meter. De praktijk heeft uitgewezen dat deze situatie beantwoord aan een goed woon- en leefklimaat. Na uitbreiding van de school bedraagt de kortst gemeten afstand tot de woning van derden (te weten ‘pastorie van Bruchem’) 4 meter. Echter, dit betreft enkel een hoek. De gevel naast de woning is gelegen op 9 meter. Geconcludeerd wordt dat de afstand niet zodanig zal worden teruggebracht dat van een onaanvaardbare situatie sprake is
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
19
5.4.2.3 Verkeer Op basis van de “Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” (ASSV) van het “Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek” (CROW) geldt voor een basisschool in het “centrum” van een “niet stedelijk gebied” een parkeernorm van minimaal 0,5 parkeerplaatsen per leslokaal. Voor basisschool De Bron (10 leslokalen + peuterlokaal) geldt dat uit zou moeten worden gegaan van een behoefte van 5,5 parkeerplaatsen. In de nieuwe situatie resteren circa 14 parkeerplaatsen. Aldus kan worden geconcludeerd dat ruimschoots wordt voldaan aan de landelijke parkeernormen. 5.4.2.4 Archeologie De basisschool is gesitueerd op gronden die op basis van de IKAW (de archeologische waarden kaart) zijn gekarteerd met een “hoge trefkans” voor archeologische waarden, (Archis II ROB, d.d. 15-09-2003). Echter, met inachtneming van het feit dat de gronden ter plaatse van de beoogde uitbreiding reeds volledig zijn geroerd wordt inventariserend archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht. Immers, ter plaatse van het zuidelijk deel van de uitbreiding is onder meer sprake van een bestaande rioolput welke zal moeten worden geamoveerd en ter plaatse van het westelijke deel van de uitbreiding is sprake van een parkeerterrein waaronder van riolering, kabels en leiding sprake is. 5.4.2.5 Water De extra verharding als gevolg van de bebouwing is zeer beperkt doordat het grootste deel van de uitbreiding wordt gerealiseerd op het bestaande parkeerterrein. Het verhard oppervlak neemt met circa 350 m² toe. Dit is minder dan de beleidsgrens van 500 m² die het Waterschap Rivierenland hanteert voor wat betreft de compensatieverplichting. Er behoeft derhalve geen waterretentie te worden aangebracht. 5.4.2.6 Externe veiligheid Er liggen geen externe veiligheidscirkels over de basisschool. 5.4.2.7 Luchtkwaliteit Met inachtneming van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake het Omnizorgcentrum Apeldoorn (ABRvS 2 november 2005, 200507573/2) wordt geconcludeerd dat de effecten van de onderhavige uitbreiding voor de luchtkwaliteit zodanig beperkt zijn dat nader onderzoek naar dit aspect niet is vereist.
5.5
Bedrijvigheid
Verspreid door het dorp wordt op enkele plaatsen bedrijvigheid aangetroffen, bijvoorbeeld aan de Peperstraat, de Groenestraat, de Molenstraat, de Akkerstraat en de Dorpsstraat. De bedrijvigheid bestaat onder meer uit een constructiebedrijf met winkel, gemeentewerf, garagebedrijf, montagebedrijf voor fietsen, opslag en overslag bedrijf en een schildersbedrijf.
5.6
Groen en recreatie
In het plangebied liggen geen specifieke recreatievoorzieningen. Bruchem wordt gekenmerkt door een zeer open structuur waarin bebouwing wordt afgewisseld met tuinen, weilanden en ander agrarisch gebruik.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
20
5.7
Verkeer
Bruchem is door middel van de Krangstraat en de Molenstraat verbonden met de doorgaande infrastructuur.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
21
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
22
6
Milieuaspecten
6.1
Water
De Bommelerwaard maakt deel uit van het rivierengebied. Het gebied van de grote rivieren is internationaal economisch, ecologisch en landschappelijk van belang en is daarmee een belangrijk onderdeel van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Het behoud van de veiligheid tegen overstromingen en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit staan er centraal. Rijk, provincies en waterschappen kiezen voor behoud van de bestaande ruimte voor de rivier en waar nodig voor meer ruimte. In verstedelijkte gebieden kunnen versnelde afvoer van water en verminderde infiltratie leiden tot problemen als verdroging, vervuiling en wateroverlast. Door te bouwen op een geschikte plaats binnen het watersysteem kunnen negatieve effecten worden voorkomen. Indien voorkomen niet mogelijk is, dienen negatieve gevolgen gecompenseerd te worden. Het integraal waterbeheersplan Gelders Rivierengebied geeft een beleidsrichting aan hoe om te gaan met vijf kernthema's die betrekking hebben op het omgaan met water. De thema's zijn: y y y y y
Stedelijk water Waterbodems Waterkwaliteit Landschap, natuur- en cultuurhistorische waarden Waterkwaliteit.
De gemeente wil water integreren in het dagelijks leefmilieu. Het is daarom noodzakelijk inzage te hebben in het watersysteem en de mogelijkheden voor integratie binnen het bestaand stedelijk gebied. Het te ontwikkelen Waterplan Zaltbommel zal een leidraad vormen voor de nadere inrichting van bouwlocaties, waarin onderwerpen als riolering, waterberging, afkoppelen, waterkwaliteit en -kwantiteit een plaats krijgen. Bij het actualiseren van het bestemmingsplan is gebleken dat op een aantal plaatsen het gebruik van gronden niet in overeenstemming is met de vigerende bestemming. In het onderhavige bestemmingsplan is de bestemming voor deze gronden in overeenstemming gebracht met het gebruik. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de locaties met een nieuwe bestemming. In het kader van de waterparagraaf is het relevant aan te geven wat de effecten zijn van deze wijziging ten aanzien van wateraspecten. Er kunnen zich een aantal situaties voordoen: y y
y
Functieverandering van bestaande bebouwing. Deze situatie doet zich voor als bijvoorbeeld een bedrijfswoning wordt omgezet naar een burgerwoning. Deze verandering heeft geen effecten op het gebied van water; Functieverandering percelen. Deze situatie doet zich voor wanneer een perceel een functieverandering ondergaat van bijvoorbeeld agrarisch bouwperceel naar woondoeleinden. De effecten op het gebied van water zijn sterk afhankelijk van de functieverandering. Effecten kunnen zijn: toename verhard oppervlak, versnelde afvoer, verminderde infiltratie. Niet alle veranderingen hoeven negatief te zijn, er kunnen zich ook positieve veranderingen voor doen. Nieuwbouw. Deze situatie doet zich voor wanneer een onbebouwd perceel bebouwd wordt. Hier zijn effecten op het gebied van water te verwachten zoals een toename van het verhard oppervlak of het (al of niet) afkoppelen van hemelwater. Het maakt daarbij wel verschil of het een klein of een groot project betreft. De effecten van de bouw van een enkele woning/bedrijf zijn significant kleiner dan ingeval een bedrijventerrein of nieuwbouwwijk.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
23
Onderstaande tabel toont de wijzigingen ten opzichte van de vigerende regeling, of er effecten zijn op de waterhuishouding, wat de omvang is van de effecten en of de effecten als positief danwel negatief moeten worden beschouwd. Vigerende bestemming Nieuwe bestemming 1 2 3 4 5
verzamelweg woningbouw woningbouw groene ruimte maatschappelijke doeleinden 6 agrarisch bedrijf / tuinbouw 7 verblijfsgebied
Effect
Omvang
Positief/ negatief
horeca landelijk groen landelijk groen woondoeleinden woondoeleinden
nee ja ja ja nee
beperkt beperkt beperkt
positief positief negatief
landelijk groen
ja
beperkt
positief
beperkt
negatief
maatschappelijke doeleinden 8 maatschappelijke maatschappelijke doeleinden onbebouwd doeleinden bebouwd
nee ja
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het merendeel van de geconstateerde afwijkingen niet of nauwelijks effect hebben op de waterkwantiteit of –kwaliteit. Omzetting van agrarisch gebied zonder bebouwing of agrarisch bouwperceel naar bedrijfsdoeleinden kan effecten op de waterhuishouding met zich meebrengen (bijvoorbeeld vervuiling). Voorzover de hier gevestigde bedrijven een negatief effect kunnen hebben op de waterhuishouding, zijn ze in het bezit van een milieuvergunning/ hinderwetvergunning. Negatieve effecten op het watersysteem zijn dan ook niet te verwachten. Geconcludeerd wordt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het watersysteem.
6.2
Hinder
Bovenstaande tabel laat zien dat één nieuwe bedrijfsactiviteit is opgenomen binnen dit plangebied. Het betreft een schildersbedrijf. Het bedrijf is niet vergunningplichtig in het kader van milieu- of hinderwetvergunningen.
6.3
Bodem
Omdat er feitelijk niets wordt veranderd, zijn er voor deze bestemmingen geen redenen om nu in het kader van de planprocedure onderzoek uit te voeren. Dit vindt te zijner tijd plaats in andere kaders, zoals de Woningwet en/of de Wet milieubeheer.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
24
7
Het juridisch plan
7.1
Vormgeving juridisch plan
Het bestemmingsplan Brakel is het eerste plan dat in de actualisatiereeks werd ontwikkeld: het heeft derhalve de status van een “pilotplan”. Dit betekent dat voor het opstellen van het bestemmingsplan Bruchem het pilotplan zowel wat aanpak en inhoud betreffen als voor wat betreft het ontwikkelingsproces, de kaders heeft neergezet. Teneinde een breed draagvlak te creëren voor met name de inhoud en vormgeving van het juridisch plan, zijn, alvorens het pilotplan te ontwikkelen, door verschillende gemeentelijke afdelingen, uitgangspunten geformuleerd. De belangrijkste uitgangspunten voor de vormgeving van het juridisch plan luiden als volgt: y De kaarten worden in kleur opgezet waarbij de kleuren worden ondersteund met een letteraanduiding (bijv. W- woondoeleinden) een en ander afgestemd op de kleur en letteraanduiding in Op de digitale Leest (Nirov) y De schaal van de kaarten zijn bij voorkeur 1: 1000 y Ten behoeve van de gebruiksvriendelijkheid en digitale raadpleegbaarheid wordt waar mogelijk informatie op de kaart gezet (bouwvlakken, goot/bebouwingshoogten, eventueel bebouwings-percentages) In het onderhavige bestemmingsplan Bruchem zijn deze vormgevende uitgangspunten toegepast.
7.2
Inhoud juridisch plan
Ook over de inhoud van het juridisch plan zijn afspraken gemaakt. Als een belangrijk inhoudelijk uitgangspunt geldt de gedachte, dat het vigerend bestemmingsplan de basis vormt van de regeling. De inhoud van de vigerende bestemmingsplannen worden uitsluitend aangepast opgenomen in het beheerplan indien, of uit oogpunt van de harmonisatiegedachte of uit oogpunt van gedateerdheid/afwijking bestaande functie, een aanpassing noodzakelijk is. Voor het bestemmingsplan Bruchem geldt dat de functionele verschillen in kaart zijn gebracht (zie bijlage “bestemmingsveranderingen”). De argumentatie is hieronder opgenomen. Over de inhoud van het bestemmingsplan zijn voorts de volgende uitgangspunten geformuleerd: y De begripsbepalingen en wijze van meten, zoals opgenomen in het pilotplan, vormt de standaard voor het onderhavige plan. y Bij de bestemmingtoekenning is gezocht naar waar mogelijk verzamelbestemmingen. Op deze wijze kunnen functionele wisselingen, voorzover gewenst, op een eenvoudige wijze plaatsvinden. y In het onderhavige bestemmingsplan heeft dit uitgangspunt o.a. geleid tot één bestemming maatschappelijke doeleinden voor een school, kerk en sporthal. y Voorzover van belang dienen paraplubestemmingsplannen te worden vertaald in het bestemmingsplan; in het onderhavige bestemmingsplan heeft een vertaling plaatsgevonden van het parapluplan “seksinrichtingen”.
7.3
Doelstellingen en planopzet
Het juridisch bindend deel van het bestemmingsplan bestaat uit de voorschriften en de plankaart tezamen. De basis voor de plankaart, de tekening, is een recente kadastrale ondergrond, aangevuld met topografische gegevens.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
25
Op de plankaart is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven. Binnen die grens zijn de verschillende bestemmingen met verschillende kleuren weergegeven. Voorts zijn diverse aanduidingen opgenomen, waarnaar in de voorschriften wordt verwezen. De voorschriften zijn opgebouwd als volgt: Paragraaf I bevat de begripsbepalingen en een bepaling over de manier waarop de in het plan genoemde maten zijn bepaald; Paragraaf II bevat de regeling van de afzonderlijke bestemmingen; Paragraaf III tenslotte bevat een aantal algemene en aanvullende bepalingen. Deze bepalingen gelden voor het hele plan.
7.4
Functies algemeen
De indeling in bestemmingen is gebaseerd op de gewenste hoofdfunctie van het gebied. Het grootste deel van dit deel van Bruchem heeft een woonfunctie en is bestemd voor woondoeleinden. Op een aantal locaties komen hier niet-woonfuncties voor, zoals detailhandel, horeca, maatschappelijke doeleinden, bedrijven, agrarisch bedrijf, natuur en nutsvoorzieningen. Deze hebben elk hun eigen bestemmingsregeling gekregen. Naast bovengenoemde bebouwde functies kent het plangebied onbebouwde openbare ruimten, die onderscheiden zijn in de volgende bestemmingen: verkeers- en verblijfsdoeleinden, groenvoorzieningen en landelijk groen. Als vierde "openbare ruimte bestemming" kan water worden genoemd. Tot slot zijn er drie dubbelbestemmingen opgenomen: archeologisch waardevol gebied ter bescherming van de in de bodem aanwezige archeologische waarden, de bestemming leidingen ter bescherming van de in het plangebied gelegen rioolwatertransportleiding en brandstofleiding en A-watergang ter bescherming van de Awatergangen.
7.5
Bebouwing algemeen
Er wordt in het bestemmingsplan onderscheid gemaakt tussen gebouwen en andere bouwwerken. Voor de situering en maatvoering van gebouwen is het belangrijk dat er bepalingen zijn opgenomen met betrekking tot: y
Bouwwijze Uitgangspunt van het bestemmingsplan is dat de bestaande situatie op een goede manier dient te worden gereguleerd. Doelstelling is dat de woonwijken in hun karakter gehandhaafd blijven. Dit betekent dat de bouwwijze voor woningen is vastgelegd. Op de kaart is aangeduid of binnen het bouwvlak vrijstaande, halfvrijstaande of aaneengebouwde woningen zijn toegestaan.
y
Goot- en bebouwingshoogte De maximale goot- en bebouwingshoogte zijn aangegeven op de kaart. In het kader van de harmonisering kunnen de maximale hoogten enigszins afwijken van de vigerende regeling. Daar waar vigerende regelingen onderling zeer verschillen waardoor niet te beargumenteren hoogteverschillen ontstaan, is gekozen voor hoogtematen die afgestemd zijn op de bestaande hoogten.
y
Dakhelling In het plan zijn geen eisen aan de dakhelling gesteld. Uitgangspunt is dat het bepalen van de dakhelling geschiedt met behulp van de welstandstoets.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
26
y
Situering gebouwen Teneinde de bestaande situatie eenduidig te kunnen reguleren, is de bebouwing “gezoneerd” Voor woningen is op de kaart en in de voorschriften onderscheid gemaakt in tuin, bouwvlak hoofdmassa en bouwvlak bijmassa. Deze zonering biedt de belangrijkste vorm van rechtszekerheid tussen de eigenaren van bouwpercelen onderling. Uitgangspunt hierbij is de bestaande situering van de bebouwing. Dit is immers een aanvaarde situatie en een verkregen recht. Voor de regulering van de andere functies zijn bouwvlakken op de kaart aangeduid. Hierbinnen zijn gebouwen toegestaan. Omdat het onderscheid tussen hoofd- en bijmassa bij bedrijven niet relevant is, is er slechts één bouwvlak opgenomen.
y
Bebouwingspercentage Bij de regeling van andere dan woonfuncties, is zowel voor de situering van de gebouwen als voor het toegestane bebouwingspercentage, uitgegaan van de vigerende regeling. Dit betekent dat daar waar op de kaart bebouwingspercentages zijn aangegeven, deze percentages doorgaans gelden voor het gehele bestemmingsvlak (zie formulering in betreffende bestemming), dus niet voor uitsluitend de gronden gelegen binnen het bouwvlak. Het bestemmingsvlak moet dan ook worden beschouwd als bouwperceel waarop het gestelde in artikel 20 Besluit op de ruimtelijke ordening van toepassing is.
y
Monumenten Deze gebouwen vinden voor zover het de monumenten betreft reeds bescherming via plaatsing op de lijst van Gemeentelijke en rijksmonumenten volgens de monumentenverordening.
7.6
Toelichting afzonderlijke bestemmingen
In deze paragraaf worden de bestemmingen – voorzover noodzakelijk – afzonderlijk toegelicht. Voor een goed begrip van de regeling dient in elk geval de voorschriften tezamen met de kaart te worden geraadpleegd. 7.6.1
Woondoeleinden
Voor regulering van de woonfunctie kan grotendeels verwezen worden naar paragraaf . Voor een goed begrip van de regeling voor woningen en bijgebouwen is het volgende van belang: Ten behoeve van de toetsbaarheid van het plan is geen onderscheid gemaakt tussen aan- en uitbouwen van woningen (zoals bijkeukens of serres) en aangebouwde bijgebouwen (bergingen en aangebouwde garages). Deze gebouwen worden in dit plan vervat onder de verzamelnaam "bijmassa". De regeling gaat uit van een hoofdmassa binnen het bouwvlak hoofdmassa; de bijmassa mag worden gebouwd in het bouwvlak bijmassa, waar ook de vrijstaande bijmassa mag worden gebouwd. In de tuin wordt bijmassa niet direct toegestaan, vanwege het gereserveerde welstandsbeleid terzake. Wel kan bijmassa in beperkte omvang via vrijstelling worden toegestaan. De woning heeft voldoende uitbreidingsmogelijkheden. In het bouwvlak bijmassa mogen gebouwen worden opgericht met een oppervlakte van maximaal 100 m2. Als de hoogte van de bijmassa nog te beperkt is, kunnen via vrijstelling de hoogtes worden opgerekt tot de hoogtes geldend voor de hoofdmassa. Bij de beoordeling zullen de belangen van de aangrenzende erven worden meegewogen. Deze vrijstellingsbepaling zorgt voor onderlinge uitwisselbaarheid van de hoofdmassa en de bijmassa. Dit biedt een ruime flexibiliteit in de bebouwingsregeling.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
27
Opgemerkt dient te worden dat binnen de woonfunctie onder voorwaarde nevenactiviteiten worden toegelaten, die qua functie ondergeschikt zijn aan de woonfunctie. Dit zijn in de eerste plaats de zogenaamde aan huis verbonden beroepen (zie begripsbepaling). Ten tweede is er de mogelijkheid dat Burgemeester en Wethouders vrijstelling verlenen voor het gebruik van de woning voor aan huis verbonden bedrijvigheid, met dezelfde maximale oppervlakte en onder strengere voorwaarden. 7.6.2
Horeca
De horecabestemming is toegekend aan het bestaande cafetaria aan de Kerkstraat en aan het restaurant op de hoek van Dorpsstraat met het Nieuwelaantje. Binnen de begripsbepaling is een categorie-indeling voor horecabedrijven opgenomen, afgestemd op de druk die deze functie op het woon- en leefmilieu kan veroorzaken. In het algemeen is de lichte horeca, horecacategorie 3 opgenomen. Voor het restaurant is horecacategorie 2 opgenomen. 7.6.3
Maatschappelijke doeleinden
Deze bestemming richt zich op de binnen het plangebied aanwezige school, kerk en sporthal. 7.6.4
Bedrijfsdoeleinden
De verspreid binnen het plangebied aanwezige bedrijven zijn binnen deze bestemming opgenomen. Het gaat hierbij om onder andere een garagebedrijf en verkoop van tuinmachines. Deze bedrijven zijn allen specifiek aangeduid. Deze aanduiding is van belang voor het kunnen waarborgen van de rustige woonomgeving in de nabijheid van de bedrijven. Naast het mogen uitoefenen van het bestaande bedrijf is ook een omzetting naar bedrijven, die op de bedrijvenlijst als categorie 1 bedrijven zijn opgenomen, toegestaan. Wil men een omzetting naar een andersoortig bedrijf, dan dient de uitstraling van het bedrijf te worden getoetst in het kader van een daartoe opgenomen vrijstelling. Daarnaast kan vrijstelling worden toegestaan dat categorie 2-bedrijven zijn toegestaan. Deze lijst is gescreend op soort bedrijf en op afstand tot woonbebouwing. Ook is voor beide vrijstellingen een advies van een terzake deskundige vereist, teneinde de vrijstelling zoveel mogelijk te kunnen objectiveren. 7.6.5
Agrarisch bedrijf
Binnen het plangebied zijn twee agrarische bedrijven gelegen. Deze bedrijven hebben een bouwvlak gekregen, conform het vigerende bouwvlak. Daarnaast geldt voor de bedrijfswoning een eigen bouwvlak. Beide bouwvlakken hebben op de kaart een hoogteaanduiding gekregen. 7.6.6
Nutsvoorzieningen
De binnen het plangebied aanwezige trafostations zijn bestemd voor nutsvoorzieningen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
28
7.6.7
Verkeers- en verblijfsdoeleinden
Deze bestemming richt zich op een deel van het openbaar gebied van Bruchem. De bestemming is globaal geformuleerd. De reden daartoe is dat de exacte ligging van de verschillende doeleinden zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen etc. in dit kader niet relevant blijkt. Het herinrichten van wegen kan daardoor op een eenvoudige manier geschieden, zonder dat een bestemmingsplan onwenselijke en ongefundeerde barrières oproept. 7.6.8
Groenvoorzieningen
De bestemming betreft gronden waar uitsluitend groenvoorzieningen, paden, sport- en spelvoorzieningen, water e.d. is toegestaan. Het onderscheid tussen de vorige bestemming is gelegen in het feit dat groenvoorzieningen een daadwerkelijk structureel groen karakter hebben en behouden. 7.6.9
Landelijk groen
Deze bestemming richt zich op de binnen dit deel van Bruchem voorkomende weilanden en andere voormalige agrarische gronden. Een deel van deze gronden zou kunnen worden ingericht als paardenbak. Tegen het extensief recreatief gebruik is op zichzelf geen bezwaar; voorkomen moet echter worden dat het gebruik intensiveert en tendeert naar bedrijfsmatige of manege-achtige activiteiten. Derhalve is in de voorschriften de gebruiksbepaling hierop gericht (verbod op bedrijfsmatige gebruik) en zijn verlichtingsmasten niet toegestaan. 7.6.10
Natuur
Binnen het plangebied is rondom een waterplas een natuurgebied gelegen. De bestemming “groenvoorzieningen” biedt onvoldoende bescherming voor de aanwezige waarden. Daarom is een eigen bestemming opgenomen, waarin door middel van een aanlegvergunning werken en werkzaamheden worden getoetst. Criterium is dat de aanwezige natuurwaarden niet onevenredig mogen worden aangetast. 7.6.11
Water
De binnen het plangebied gelegen (historische) waterlopen zijn als zodanig bestemd. Dit water betreft niet alleen A-watergangen, maar ook B-watergangen. De A-watergangen worden derhalve apart via een dubbelbestemming beschermd. 7.6.12
Leidingen (dubbelbestemming)
Ten behoeve van de bescherming van een rioolwatertransportleiding en brandstofleiding is een dubbelbestemming opgenomen. Binnen de zone mag niet worden gebouwd, tenzij hiervan vrijstelling wordt verleend. Daarnaast is voor werken en werkzaamheden een aanlegvergunning nodig. 7.6.13
A-watergang (dubbelbestemming)
Voorzover binnen het plangebied water zichtbaar is, heeft het op de kaart de bestemming water gekregen. Dit met de bestemming water op de kaart aangeduide water is gedeeltelijk A-watergang. Daarnaast is de A-watergang gedeeltelijk ondergronds gelegen. Om de A-watergang te beschermen is voor de gehele A-watergang een dubbelbestemming opgenomen, die inhoudt dat alleen kleine bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd. Via vrijstelling kan dan ten behoeve van de onderliggende bestemming worden gebouwd. Een aanlegvergunningstelsel is niet opgenomen, omdat de Keur van het waterschap al voldoende bescherming biedt.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
29
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
30
8
Overleg en informatie
8.1
Inleiding
Aan de orde is de actualisatie van het bestemmingsplan “Bruchem”. Met ingang van vrijdag 6 juli 2007 heeft gedurende 14 dagen het voorontwerpbestemmingsplan voor een ieder ter inzage gelegen. Het voorontwerpbestemmingsplan is opgesteld in het kader van de 'inhaalslag actualisering/harmonisering bestemmingsplannen' van alle bebouwde kommen. In 2003 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met deze actualisering/harmonisering. Hierbij is besloten dit een sterk beheerskarakter te geven, waarmee het als het ware een 'inhaalslag' zou betreffen. Concrete nieuwe ontwikkelingen, waarbij er sprake is van een nieuwe bestemming vallen derhalve in beginsel buiten deze inhaalslag. Hiervoor zal een aparte procedure moeten worden gevolgd. Slechts voor de reeds bestaande functies cafetaria 't Caf en basisschool De Bron is een beperkte en aanvaardbare uitbreiding van de bouwmogelijkheden opgenomen. Gedurende de terinzagelegging is er één inspraakreactie ingediend. In dit eindverslag wordt deze reactie samengevat en beantwoord.
8.2
Inspraakreactie
1. Stichting Behoud Dorpsgezicht Bruchem-Dorp, Peperstraat 34, 5314 AP, Bruchem. Samenvatting a. De inspraaktermijn van slechts twee weken is betrekkelijk kort in vergelijking tot de tijd die de gemeente zelf aan de voorbereiding van het plan heeft besteed. Vier in plaats van twee weken zou meer redelijk zijn geweest. b. De noordzijde van de Krangstraat (vanaf de Kleinestraat tot de Steenweg) betreft een waardevol landschap alwaar een eventuele functiewijziging ongewenst is. Er dient blijvend rekening te worden gehouden met de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten van de onbebouwde ruimten in en om de kern. c. In de plantoelichting wordt niets geschreven over mogelijke ontwikkelingen rondom het perceel Kerkstraat 1 (fruitteler C. Looijen) of het pand 'Gemeentewerf'. Er wordt dan ook vanuit gegaan dat er op dit moment geen ontwikkelingen zijn. Althans, de stichting is niet in de gelegenheid hier een inhoudelijke reactie op te geven. Voor wat betreft de locatie Kerkstraat geldt in ieder geval onverkort dat ernstig rekening dient te worden gehouden met de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. d. In de plantoelichting wordt gesproken over de 'loodsen WAMAZO' als locatie met uitstekende kansen voor seniorenwoningen/appartementen (drie lagen). Echter, drie woonlagen staat niet in verhouding tot de directe omgeving. De eventuele ontsluiting van deze locatie is onduidelijk. Bepaalde alternatieven voor een ontsluiting zijn op voorhand ongewenst (via wandelfietspad, doorgaand autoverkeer) omdat het gebied van grote waard is. e. De stichting heeft geen bezwaar tegen de uitbreiding van basisschool De Bron. Wel heeft men bezwaar tegen het artikel uit De Toren d.d. 9 augustus 2007 waarin door de gemeente wordt gesuggereerd dat de stichting zou ageren tegen de schooluitbreiding en er als gevolg daarvan vertraging werd opgelopen. Deze stemmingmakerij is onjuist en wordt betreurd. Beantwoording a. Een termijn van twee weken is kort. Echter, formeel is de in het geding zijnde procedurele fase (d.w.z. “inspraak”) niet langer wettelijk voorgeschreven. Toch wil de gemeente gebruik maken van een korte correctieronde door een 'voorontwerp' van het bestemmingsplan gedurende twee weken ter inzage te leggen. Na afloop hiervan wordt de eigenlijke procedure gestart en zal een 'ontwerp' van het bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Deze fase betreft geen correctieronde, maar een volwaardig beoordelingstraject met inachtneming waarvan een termijn van zes weken is voorgeschreven.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
31
b. De noordzijde van de Krangstraat valt buiten het plangebied. In het kader van de voorliggende actualisatie kunnen hier dan ook geen uitspraken over worden gedaan. c. en d. In de voorliggende actualisatie van het bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen voor de genoemde locaties. De globale uitspraken die zijn gedaan omtrent eventuele toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden, zijn ontleend aan de vastgestelde Visie op Wonen en Werken. Van de opmerking dat rekening dient te worden gehouden met de landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten, wordt met instemming kennisgenomen. Mocht er op enig moment in de toekomst sprake zijn van ontwikkelingen dan zal telkens een met rechtswaarborgenomklede procedure worden doorlopen. Als dan, kan de stichting de plannen op de eigen merites beoordelen. e. De tekstsamenstelling van het artikel uit De Toren is zonder meer ongelukkig en dekt niet de lading. Een verontschuldiging richting de stichting voor de abusievelijk in het leven geroepen onduidelijkheid/ suggestie is op zijn plaats. De stichting is niet debet aan de vertraging. Conclusie De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het plan.
8.3
Conclusie
Met inachtneming van de beantwoording van de inspraakreactie kan worden geconcludeerd dat het aanvaardbaar is het voorontwerpbestemmingsplan verder in procedure te brengen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
32
Bijlage Nieuwe bestemmingen De onderstaande nummers komen overeen met de kaart "bestemmingsveranderingen" in deze bijlage. 1. In het voorliggende bestemmingsplan is aan deze bestaande functie ter plaatse van Annekeshof 1 een horecabestemming toegekend. (Voor de snackbar/cafetaria is reeds op 29 april 1983 een Hinderwetvergunning afgegeven). Binnen de begripsbepaling is een categorie-indeling voor horecabedrijven opgenomen, afgestemd op de druk die deze functie op het woon- en leefmilieu kan hebben, (categorie 3). Voorzien is in een bouwvlak van ca. 230 m² waarop een bebouwingspercentage van 50% van toepassing is. Deze regeling houdt verband met de uitbreiding van de cafetaria van (bestaand) ca. 45 m² tot (nieuw) ca. 115 m². In aanvulling hierop is de mogelijkheid opgenomen van het realiseren van een klein terras aan de zuidkant. Aldus kan beter worden voorzien in de lokale behoefte aan deze horecafunctie. Doelstelling is te beschikken over (de planologische basis voor) horecavoorziening cafetaria ’t Caf die kan voorzien in de lokale behoefte aan horeca. Met inachtneming van de in 5.3 van de plantoelichting benoemde/onderzochte aspecten alsmede het feit dat de uitbreiding ruimtelijk/stedenbouwkundig passend is, wordt de uitbreiding van deze bestaande functie aanvaardbaar geacht. Nieuwe bestemming: horeca 2. Het gedeelte betreffende perceel 955 (achter het huiserf Groenestraat 4) heeft de bestemming Groene ruimte. Dit wordt de bestemming "groenvoorzieningen" (een parkachtig gebiedje met een natuurvijver achter de betreffende woning). Het gedeelte betreffende perceel 1040 (achter het huiserf Peperstraat 28) krijgt de bestemming landelijk groen. Het betreft een 'landschappelijke' boomgaard. Nieuwe bestemming: groenvoorzieningen en landelijk groen 3. Landelijk groen is de juiste bestemming, conform feitelijk gebruik. De woningen Peperstraat 39 en 41 hebben een compact erf met bijgebouwen. De (onderhavige) gronden hieromheen vormen hierop een aanvulling, die landelijke functies (weilanden, paardenbak etc.) toestaat. Nieuwe bestemming: landelijk groen 4. Onderhavige gronden zijn door de woningen aan Hoenderveld verworden tot ingesloten binnenterrein en als achtertuin in gebruik. Nieuwe bestemming: woondoeleinden 5. Op de plek van de voormalige Rabobank (Annekeshof 2) is middels een vrijstelling ex artikel 19 WRO een woning gerealiseerd. Nieuwe bestemming: woondoeleinden 6. Het betreft een spie grond van de gemeente, die momenteel (versnipperd) als landelijk groen in gebruik is. Bestemmen als “Landelijk groen”. Nieuwe bestemming: landelijk groen 7. Gerealiseerd in 2004 middels artikel 19, lid 2 WRO. De provinciale verklaring hiervoor is d.d. 17 augustus 2004 ontvangen. Nieuwe bestemming: maatschappelijke doeleinden
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
33
8. Voorzien is in de uitbreiding van basisschool De Bron. Concreet worden drie leslokalen en één peuterspeelzaal extra gerealiseerd (alsmede technische ruimtes). De peuterspeelzaal wordt gerealiseerd in een bestaand lokaal, zodoende worden drie leslokalen nieuw gebouwd. In de bestaande situatie is sprake van 7 leslokalen in de nieuwe situatie worden dat er 10 en een peuterspeelzaal. Deze uitbreiding houdt verband met de normale ‘dynamiek in’ en ‘groei van’ deze onderwijsinstelling. Doelstelling is te beschikken over (de planologische basis voor) basisschool De Bron die in ieder geval voor wat betreft de huisvesting kan beantwoorden aan de normale ‘dynamiek in’ en ‘groei van’ de behoefte aan basisonderwijs in Bruchem. Met inachtneming van de in 5.4 van de plantoelichting benoemde/onderzochte aspecten alsmede het feit dat de uitbreiding ruimtelijk/stedenbouwkundig passend is, wordt de uitbreiding van deze bestaande functie aanvaardbaar geacht. Nieuwe bestemming: maatschappelijke doeleinden
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
34
1
Algemene bepalingen
37
Artikel 1 Artikel 2
Begripsbepalingen Wijze van meten
37 41
2
Bestemmingen
43
Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17
Woondoeleinden (W) Detailhandel (D) Horeca (H) Maatschappelijke doeleinden (M) Bedrijfsdoeleinden (B) Agrarisch bedrijf (Ab) Nutsvoorzieningen (N) Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) Groenvoorzieningen (Gr) Landelijk groen (Lg) Natuur (Na) Water (Wa) Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming) (Aw) Leidingen (dubbelbestemming) (Ld) A-watergang (dubbelbestemming)
43 47 49 51 53 56 58 59 61 62 63 65 66 68 70
3
Aanvullende bepalingen
71
Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23
Algemene vrijstellingsbevoegdheid Procedureregels Dubbeltelbepaling Afwijkingsbepalingen Overgangsbepalingen Titel
71 71 71 71 72 72
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
35
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
36
1
Algemene bepalingen
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. bestemmingsplan of plan: het bestemmingsplan "Bruchem", bestaande uit de kaart en deze voorschriften; 2. (plan)kaart: de plankaart, bestaande uit 2 kaartbladen, tekeningnummer 032024x-11.s01 en 03202411.s02, deel uitmakend van het bestemmingsplan; 3. aan huis verbonden beroepen: het in een woning met bijbehorende gebouwen beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, zulks met behoud van de woonfunctie van de betreffende woning; 4. aan huis verbonden (bedrijfs)activiteiten: het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke – geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen – bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of de daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend; 5. achtergrens bouwvlak: een van de openbare weg en/of fiets- en voetpad afgekeerde grens van het bouwvlak; 6. agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 7. agrarisch bedrijf, grondgebonden: een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengingsvermogen van de grond; 8. agrarisch bedrijf, niet-grondgebonden: een agrarisch bedrijf, waarvan de productie geheel of overwegend plaatsvindt in gebouwen; 9. Algemene wet bestuursrecht: Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; 10. bebouwingspercentage: het percentage van gronden, nader bepaald in de voorschriften, dat ten hoogste mag worden bebouwd; 11. bedrijfswoning/ dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
37
12. begane grond: de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau; 13. bestaand: y bij gebruik: aanwezig op het moment van het van kracht worden van dit plan; y bij bouwwerken: aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, alsmede bouwwerken die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende bouwvergunning; 14. bijmassa: een vrijstaand of aan de hoofdmassa aangebouwd gebouw, dat door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdmassa; 15. bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 16. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 17. bouwvlak: een als zodanig op de kaart aangegeven gebied; 18. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren; 19. bouwwijze: de wijze van bouwen van een hoofdmassa, te weten vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd, waarbij: y onder "vrijstaand" wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning niet begrensd is door scheidsmuren van andere hoofdmassa; y onder "halfvrijstaand" wordt verstaan dat de hoofdmassa van een woning naar één zijde door een scheidsmuur van een naastgelegen hoofdmassa is begrensd; y onder "aaneengebouwd" wordt verstaan dat de hoofdmassa deel uitmaakt van een blok van meer dan twee hoofdmassa's, die naar twee zijden door scheidsmuren van naastgelegen hoofdmassa's zijn begrensd, met uitzondering van de hoofdmassa's die de aldus gevormde rij beëindigen; 20. dak: een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk; 21. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
38
22. dienstverlening: dienstverlening met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksaantrekkende functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, hypotheekverstrekker, postkantoor, telefoon-/ telegraaf-/ telexdienst, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede door naar aard en uitstraling overeenkomstige activiteiten; 23. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 24. hoofdmassa: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; 25. horecabedrijf: de horecabedrijven zijn in drie categorieën te onderscheiden: y categorie 1: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt: café, bars, dancings, discotheken, nachtclubs en coffeeshops; y categorie 2: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak logies en/of maaltijden worden aangeboden en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt: restaurants, hotels, pensions; y categorie 3: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar mogelijk kleinere etenswaren worden verstrekt, zoals broodjeszaken, cafetaria's, ijssalons, eethuisjes, lunchrooms, automatiek, internetcafés; 26. kantoor: een gebouw, dat dient voor het verlenen van diensten met een administratief karakter en/of het verrichten van handelingen met een overwegend administratief karakter door bedrijven en (semi)overheidsinstellingen, al dan niet met een publieksgerichte baliefunctie; 27. kap: een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een helling van elk ten minste 20° en ten hoogste 75°; 28. overkapping: bouwwerken, geen gebouwen zijnde met maximaal één gesloten wand; 29. plat dak: een dak met een dakhelling van minder dan 20°; 30. prostitué(e): degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
39
31. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 32. raamprostitutie: een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een gebouw de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor publiek besloten ruimte plaatsvinden; 33. seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 34. tuin: een als zodanig op de kaart aangegeven gebied; 35. verdiepingen: de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag; 36. voorgevel: een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdmassa; 37. Wet op de economische delicten: Wet van 22 juni 1950, Stb. K 258, houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; 38. Wet op de Ruimtelijke Ordening: Wet van 5 juli 1962, Stb. 286, houdende vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; 39. woning: een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden; 40. Woningwet: Wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; 41. zendmast: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
40
Artikel 2
Wijze van meten
Indien krachtens dit plan een meting moet worden verricht, dan moet de volgende wijze van meten worden toegepast: 1. bebouwde oppervlakte: de oppervlakte van een bouwwerk door middel van loodrechte projectie van het dakvlak; 2. bebouwingshoogte/ hoogte: de hoogte in meters van het hoogste punt van een bouwwerk, gemeten vanaf peil, met dien verstande, dat bij de meting van de bebouwingshoogte van een gebouw schoorstenen, lichtkoepels balkonhekken en dergelijke aan een gebouw ondergeschikte bouwdelen buiten toepassing blijven; 3. dakhelling: de helling van het (deel van) het dak en het horizontale vlak; 4. diepte van aangebouwde bijmassa: de diepte van een aangebouwde bijmassa wordt loodrecht gemeten vanaf de gevel van de hoofdmassa, waaraan de bijmassa wordt gebouwd; 5. goothoogte: de hoogte in meters van de druiplijn, de bovenkant van de goot, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel, gemeten vanaf peil; 6.
inhoud: tussen de onderzijde van de begane grondvloer en de buitenzijden (van gevels, (en/of het hart van de scheidsmuren) daken en dakkapellen);
7. peil: a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
41
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
42
2
Bestemmingen
Artikel 3 3.1
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving
De als "woondoeleinden" (W) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen met de bijbehorende voorzieningen, tuinen, erven, groenvoorziening, parkeervoorzieningen, paden e.d.; b. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de op de kaart als "gemeentelijk monument" of "rijksmonument" aangeduide gebouwen. 3.2
Nadere detaillering van de doeleinden
3.2.1 Aan huis verbonden beroep Binnen de bestemming woondoeleinden is gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, mits: a. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft; b. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m2. 3.2.2 Aan huis verbonden bedrijf Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf, kan uitsluitend worden toegestaan, indien vrijstelling ex artikel 3.5.3. wordt verleend. 3.2.3 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangeduide "bouwvlak hoofdmassa". 3.2.4 Bouwwijze Hoofdmassa's in de vorm van woningen mogen uitsluitend in de als zodanig op de kaart aangeduide bouwwijze worden gebouwd. 3.3
Bebouwing
3.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van hoofdmassa met bijbehorende bijmassa, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.3.2 Bebouwingseisen hoofdmassa Hoofdmassa dient aan de volgende eisen te voldoen: a. hoofdmassa mag uitsluitend worden gesitueerd binnen het "bouwvlak hoofdmassa"; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
43
3.3.3 Maatvoering aangebouwde bijmassa Voor de aangebouwde bijmassa gelden de volgende bepalingen: a. de bijmassa mag niet worden opgericht binnen de aanduiding "tuin"; b. de diepte van bijmassa, gemeten vanaf de achtergrens van het "bouwvlak hoofdmassa" en het verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 5,5 m; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m dan wel 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw; d. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; e. het plaatsen van hekwerken op een bijmassa is toegestaan, indien en voorzover het hekwerk als een afscheiding geldt voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1 m. 3.3.4 Maatvoering vrijstaande bijmassa Vrijstaande bijmassa dient aan de volgende bepalingen te voldoen: a. vrijstaande bijmassa mag uitsluitend worden gesitueerd binnen het "bouwvlak bijmassa"; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan 6 m; d. de afstand van de vrijstaande bijmassa tot enig ander gebouw op het bouwperceel, dient minimaal 3 m te bedragen, met dien verstande dat dit niet geldt voor bestaande vrijstaande bijmassa. 3.3.5 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen de "tuin" mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat erfafscheidingen maximaal 1 m mogen bedragen; b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen de overige gronden mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat erfafscheidingen maximaal 2 m mogen bedragen c. binnen de bestemming zijn, in afwijking van het bepaalde onder a en b, vlaggenmasten toegestaan tot een maximale hoogte van 8 m. 3.3.6 Totale bebouwde oppervlakte "bouwvlak bijmassa" De bebouwde oppervlakte binnen het "bouwvlak bijmassa" mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 100 m2 met dien verstande dat het bebouwingspercentage voor het gehele "bouwvlak bijmassa" niet meer mag bedragen dan 50%. 3.4
Vrijstellingsbevoegdheid
3.4.1 Vrijstelling bijmassa in "tuin" Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 3.3.3 onder a voor het bouwen van bijmassa binnen de als "tuin" aangeduide gronden mits de diepte van de bijmassa niet meer bedraagt dan 1,5 m en het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast. 3.4.2 Vrijstelling goot- en/of bebouwingshoogte Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 3.3.3 onder c en d, teneinde de goot- en/of bebouwingshoogte te verhogen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de goot- en bebouwingshoogte bedragen maximaal de in het op hetzelfde bouwperceel gelegen "bouwvlak hoofdmassa" aangeduide goot- en bebouwingshoogte; b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
44
c.
de vrijstelling leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven; d. de vrijstelling leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedebouwkundige kwaliteit van de omgeving. 3.4.3 Surplusregeling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor vergroting van de bebouwde oppervlakte van bijmassa, als bedoeld in 3.3.6, mits er sprake is van sloop van voormalige bedrijfs- dan wel bijmassa, waarbij maximaal 40% van de oppervlakte van de gesloopte gebouwen mag worden opgeteld bij de in 3.3.6 toegestane bebouwde oppervlakte, met een maximum van in totaal 200 m2. 3.4.4 Vrijstelling diepte aangebouwde bijmassa Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 3.3.3. onder b, teneinde de maximale diepte van 5,5 m voor aangebouwde bijmassa te vergroten, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de vrijstelling leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven; b. de vrijstelling leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedebouwkundige kwaliteit van de omgeving. 3.5
Gebruiksbepaling
3.5.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 3.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen: a. het gebruik van vrijstaande bijmassa voor (zelfstandige) bewoning; b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijmassa voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf; c. het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting. 3.5.3 Vrijstelling aan huis verbonden bedrijf Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 3.5.2. onder b, teneinde binnen een woning en/of bijmassa de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan: a. de woonfunctie dient als overwegende functie gehandhaafd te blijven; b. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen afbreuk doen aan het karakter van de buurt; c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk; d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf; e. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag maximaal 30 m2 bedragen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
45
3.5.4 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 3.5.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 3.5.5 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 3.5.1 en 3.5.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
46
Artikel 4 4.1
Detailhandel (D)
Doeleindenomschrijving
De als "detailhandel" (D) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel; b. dienstverlening; c. horeca; d. woondoeleinden; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d. 4.2
Nadere detaillering van de doeleinden
4.2.1 Begane grond Detailhandel, dienstverlening en horeca zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond. 4.2.2 Woondoeleinden Per bestemmingsvlak is maximaal één woning toegestaan. 4.2.3 Horeca Horecabedrijven zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van categorie 3. 4.2.4 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. 4.3
Bebouwing
4.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 4.3.2 Maatvoering gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart. 4.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4m, met dien verstande dat de hoogte van reclame-uitingen buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 2,25 m.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
47
4.4
Gebruiksbepaling
4.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 4.4.2 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting. 4.4.3 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 4.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 4.4.4 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 4.4.1 en 4.4.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
48
Artikel 5 5.1
Horeca (H)
Doeleindenomschrijving
De als "horeca" (H) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor horecadoeleinden met de bijbehorende voorzieningen zoals terrassen tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d. 5.2
Nadere detaillering van de doeleinden
5.2.1 Horeca Voor horeca geldt het volgende: a. Uitsluitend zijn toegestaan horecabedrijven vallende onder categorie 3. b. In aanvulling op het bepaalde onder a. zijn op de gronden aangeduid met "horecacategorie 2" op de kaart ook horecabedrijven in categorie 2 toegestaan. 5.2.2 Bedrijfswoningen Voor bedrijfswoningen geldt het volgende: a. Uitsluitend op de gronden aangeduid met "bedrijfs-/ dienstwoning" op de kaart, is één bedrijfswoning toegestaan. b. De inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 600 m3 bedragen. c. De bedrijfswoning aan Dorpsstraat 6 mag uitsluitend in het bedrijfsgebouw worden gesitueerd. 5.2.3 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. 5.3
Bebouwing
5.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 5.3.2 Bebouwingseisen gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart. 5.3.3 Bebouwingspercentage Voorzover op de kaart per bouwperceel een bebouwingspercentage is aangegeven – geldend voor het bouwvlak – mag dit niet worden overschreden.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
49
5.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m. 5.4
Gebruiksbepaling
5.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 5.4.2 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting. 5.4.3 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 5.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 5.4.4 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 5.4.1 en 5.4.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
50
Artikel 6 6.1
Maatschappelijke doeleinden (M)
Doeleindenomschrijving
De als "maatschappelijke doeleinden" (M) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van medische, sociale, culturele of religieuze activiteiten, voorzieningen ten dienste van onderwijs, sport- en gymnastieklokalen, alsmede overheidsdiensten met een overwegend openbaar karakter; b. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van het op de kaart als "rijksmonument" aangeduide gebouwen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals ondersteunende horeca, tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, paden e.d. 6.2
Nadere detaillering van de doeleinden
6.2.1 Dienstwoning Dienstwoningen zijn niet toegestaan. 6.2.2 Gemeentewerf Een gemeentewerf is uitsluitend toegestaan op de gronden aangeduid met "gemeentewerf" op de kaart. 6.2.3 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. 6.3
Bebouwing
6.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 6.3.2 Bebouwingseisen gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart, met uitzondering van de bestaande torens op religieuze gebouwen. Hiervoor geldt de bebouwingshoogte op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan als maximum. 6.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voorts mogen worden gebouwd, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4m.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
51
6.4
Gebruiksbepaling
6.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 6.4.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 6.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 6.4.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 6.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
52
Artikel 7 7.1
Bedrijfsdoeleinden (B)
Doeleindenomschrijving
De als "bedrijfsdoeleinden" (B) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven; b. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de op de kaart als "gemeentelijk monument" aangeduide bouwwerken; één en ander met bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen e.d.. 7.2
Nadere detaillering van de doeleinden
7.2.1 Categorie 1 Uitsluitend zijn toegestaan bedrijven in categorie 1 als opgenomen in de bij de voorschriften als bijlage gevoegde bedrijvenlijst met dien verstande dat de bouwpercelen met de volgende aanduidingen op de kaart eveneens de bij de aanduiding behorende bedrijvigheid is toegestaan: y cw: constructiebedrijf met winkel; y gb: garagebedrijf; y gl: glashandel; y mf: montagebedrijf voor fietsen; y op: opslag- en overslagbedrijf; y sh: schildersbedrijf. 7.2.2 Bedrijfswoning Uitsluitend op de gronden aangeduid met "bedrijfs-/ dienstwoning" op de kaart, is één bedrijfswoning toegestaan. De inhoud van de bedrijfswoning mag maximaal 600 m3 bedragen. 7.2.3 Verkoop Verkoop als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen is toegestaan. 7.2.4 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak. 7.3
Bebouwing
7.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 7.3.2 Maatvoering gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
53
7.3.3 Bebouwingspercentage Voorzover op de kaart per bouwperceel een bebouwingspercentage is aangegeven – geldend voor de gronden gelegen binnen het bouwvlak – mag dit niet worden overschreden. 7.3.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m. 7.4
Vrijstellingsbevoegdheid
7.4.1 Vrijstelling bedrijvenlijst Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 7.2.1 teneinde bedrijven toe te staan, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in . toegestane bedrijven, mits: a. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft; b. omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu en de omgeving advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige. 7.4.2 Vrijstelling categorie 2 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 7.2.1 teneinde bedrijven toe te staan in categorie 2 toegestane bedrijven als opgenomen in de bij de voorschriften als bijlage gevoegde bedrijvenlijst, die qua aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 9.2.1 toegestane bedrijven, mits: a. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen betreft; b. omtrent de vergelijkbaarheid van de invloed op het milieu en de omgeving advies wordt gevraagd aan een onafhankelijke terzake deskundige. 7.5
Gebruiksbepaling
7.5.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 7.5.2 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting. 7.5.3 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 7.5.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
54
7.5.4 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 7.5.1 en 7.5.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
55
Artikel 8 8.1
Agrarisch bedrijf (Ab)
Doeleindenomschrijving
De als “agrarisch bedrijf” (Ab) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en glasopstanden; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 8.2
Nadere detaillering van de doeleinden
8.2.1 Bouwen onder peil Bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangeduide “bouwvlak bedrijfswoning”. 8.2.2 Bedrijfswoning Per bouwperceel is maximaal één bedrijfswoning toegestaan met een inhoud van maximaal 600 m3. 8.2.3 Glasopstanden Glasopstanden mogen maximaal 1000 m2 in totaal bedragen. 8.3
Bebouwing
8.3.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 8.3.2 Situering en maatvoering gebouwen Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het op de kaart aangeduide “bouwvlak bedrijfswoning” en/of ”bouwvlak bijmassa”; met dien verstande dat in het “bouwvlak bedrijfswoning” uitsluitend een bedrijfswoning mag worden gesitueerd; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart; c. de bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart. 8.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. de hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m; met dien verstande dat erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevel maximaal 1 m hoog mogen zijn; b. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
56
8.4
Gebruiksbepaling
8.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 8.4.2
Vrijstelling meest doelmatige gebruik
Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 8.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 8.4.3
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in 8.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
57
Artikel 9 9.1
Nutsvoorzieningen (N)
Doeleindenomschrijving
De als "nutsvoorzieningen" (N) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. openbare nutsvoorzieningen; b. het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de op de kaart als "gemeentelijk monument" aangeduide bouwwerken; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 9.2
Bebouwing
9.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. binnen het bouwvlak mag de bebouwingshoogte niet meer bedragen dan 4 m; b. buiten het bouwvlak mag de bebouwingshoogte niet meer bedragen dan 2 m; c. in afwijking van het voorgaande geldt voor een zendmast een maximale bebouwingshoogte van 40 m. 9.2.2 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming. 9.2.3 Gebouwen Gebouwen van openbaar nut dienen aan de volgende bepalingen te voldoen: a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het op de kaart aangeduide bouwvlak; b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 9.3
Gebruiksbepaling
9.3.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 9.3.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 9.3.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 9.3.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 9.3.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
58
Artikel 10 10.1
Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V)
Doeleindenomschrijving
De als "verkeers- en verblijfsdoeleinden" (V) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, voet- en fietspaden; b. parkeervoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. sport- en spelvoorzieningen; e. verblijfsvoorzieningen; f. nutsvoorzieningen; g. beeldende kunstwerken; h. water; één en ander met bijbehorende voorzieningen. 10.2
Bebouwing
10.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming. 10.2.2 Maatvoering bouwwerken De bouwwerken dienen aan het volgende te voldoen: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m. b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 10.3
Wijzigingsbevoegdheid
10.3.1 Wijzigingsbevoegdheid naar "tuin" Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolgde artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, deze bestemming te wijzigingen teneinde woondoeleinden toe te staan, teneinde de gronden te gebruiken als "tuin" mits het woon- en leefklimaat niet wordt aangetast. 10.4
Gebruiksbepaling
10.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 10.4.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 10.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
59
10.4.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 10.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
60
Artikel 11 11.1
Groenvoorzieningen (Gr)
Doeleindenomschrijving
De als "groenvoorzieningen" (Gr) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. beplantingen; b. paden; c. sport- en spelvoorzieningen; d. beeldende kunstwerken; e. water; f. nutsvoorzieningen; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 11.2
Bebouwing
11.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming. 11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De bouwwerken dienen aan het volgende te voldoen: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m. b. De hoogte van de geluidswal mag niet meer bedragen dan 5,5 m. c. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m. 11.3
Gebruiksbepaling
11.3.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 11.3.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 11.3.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 11.3.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 11.3.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
61
Artikel 12 12.1
Landelijk groen (Lg)
Doeleindenomschrijving
De als "landelijk groen" (Lg) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor grasvelden, weilanden met voorzieningen zoals paardenbakken, sport- en spelvoorzieningen e.d.; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 12.2
Bebouwing
12.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming. 12.2.2 Verlichtingsmasten Verlichtingsmasten zijn niet toegestaan. 12.2.3 Maatvoering bouwwerken De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1,5 m. 12.3
Gebruiksbepaling
12.3.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 12.3.2 Strijdig gebruik Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen: het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voorzover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; a. het aanbrengen van verhardingen; b. het bedrijfsmatig gebruiken van de gronden. 12.3.3 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 12.3.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 12.3.4 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 12.3.1 en 12.3.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
62
Artikel 13 13.1
Natuur (Na)
Doeleindenomschrijving
De als "natuur" (Na) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor de bescherming van landschapswaarden; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 13.2
Bebouwing
13.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming. 13.2.2 Maatvoering bouwwerken De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 1,5 m. 13.3
Aanlegvergunning
13.3.1 Aanlegvergunning Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het bebossen; b. het vellen en rooien van houtgewas; c. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeeraangelegenheden of het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken. 13.3.2 Uitzonderingen Het onder 13.3.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. die behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer; b. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend; c. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen aanlegvergunning vereist was. 13.3.3 Verlening aanlegvergunning De onder 13.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapsen/of (dag)recreatieve waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
63
13.3.4 Advies deskundige Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 13.3.1 wordt de provinciale dienst aangaande landschappelijke aangelegenheden gehoord. 13.3.5 Strafbepaling Overtreding van het verbod dat is gesteld onder 13.3.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 13.4
Gebruiksbepaling
13.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 13.4.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 13.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 13.4.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 13.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
64
Artikel 14 14.1
Water (Wa)
Doeleindenomschrijving
De als "water" (Wa) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor water met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d. 14.2
Bebouwing
14.2.1 Algemeen Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van deze bestemming met een hoogte van maximaal 4 m. 14.3
Gebruiksbepaling
14.3.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 14.3.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 14.3.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 14.3.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 14.3.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
65
Artikel 15 15.1
Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming) (Aw)
Doeleindenomschrijving
De als "archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming)" (Aw) op de kaart aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem. 15.2
Bebouwing
Op de in 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken ten behoeve van de doeleinden van deze bestemming. Het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemmingen is uitsluitend toegestaan na verlening van vrijstelling door burgemeester en wethouders, als opgenomen in 15.3. 15.3
Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 15.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarden geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de bouwvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij een terzake deskundige. 15.4
Aanlegvergunning
15.4.1 Aanlegvergunning Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het ophogen hoger dan 50 cm; b. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden dieper dan 30 cm; c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 30 cm; d. het planten van bomen; e. het verlagen van het waterpeil; f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeeraangelegenheden; g. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies. 15.4.2 Uitzonderingen Het onder 15.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden: a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend; b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren en waarvoor tot het van kracht worden van het plan geen aanlegvergunning vereist was.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
66
15.4.3 Verlening aanlegvergunning De onder 15.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in bedoelde gronden aanwezige oudheidkundige sporen niet dan in geringe mate worden aangetast of als de mogelijkheid bestaat tot het doen van voorafgaand archeologisch onderzoek of het doen van archeologische waarnemingen. 15.4.4 Advies deskundige Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 15.4.1 wordt het advies ingewonnen van een door de gemeente aan te wijzen deskundig archeoloog. 15.4.5 Strafbepaling Overtreding van het verbod dat is gesteld onder 15.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 15.5
Gebruiksbepaling
15.5.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 15.5.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 15.5.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 15.5.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 15.5.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
67
Artikel 16 16.1
Leidingen (dubbelbestemming) (Ld)
Doeleindenomschrijving
De als "Leidingen" (dubbelbestemming) (Ld) op de kaart aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor aanleg en instandhouding van: a. een rioolwatertransportleiding ter plaatse van de aanduiding "rioolwatertransporteiding" op de kaart, alsmede binnen een afstand van 4 m aan weerszijden van de aangegeven rioolwatertransportleiding; b. een brandstofleiding ter plaatse van de aanduiding "brandstofleiding" op de kaart, alsmede binnen een afstand van 4 m aan weerszijden van de aangegeven brandstofleiding; één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 16.2
Bebouwing
16.2.1 Bouwwerken Ter plaatse van deze bestemming zijn geen bouwwerken toegestaan. 16.3
Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 16.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de bouwvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. 16.4
Aanlegvergunning
16.4.1 Aanlegvergunning Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van (half-)verhardingen; b. het vergraven, ophogen, diepwoelen of diepploegen van de bodem; c. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; d. het verwijderen van beplanting; e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen; f. het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk; g. het graven van sloten en het leggen van (drainage)leidingen. 16.4.2 Uitzonderingen Het onder 16.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden: a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend; b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren; c. welke het normale beheer en onderhoud van de leidingen betreffen.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
68
16.4.3 Verlening aanlegvergunning De in 16.4.1. genoemde aanlegvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 16.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Bij negatief advies van de leidingbeheerder wordt de vergunning niet eerder verleend dan na een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. 16.4.4 Strafbepaling Overtreding van het verbod dat is gesteld onder 16.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten. 16.5
Gebruiksbepaling
16.5.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 16.5.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 16.5.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 16.5.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 16.5.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
69
Artikel 17 17.1
A-watergang (dubbelbestemming)
Doeleindenomschrijving
Op of nabij de aanduiding “A-watergang (dubbelbestemming)” zijn de gronden met inbegrip van een strook van 4 m aan weerszijden van de watergang bestemd tot aanleg en onderhoud van een watergang. 17.2
Bebouwing
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming, met een maximale hoogte van 1 m. 17.3
Vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 17.2. teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de Awatergang geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de bouwvergunning door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij de betrokken beheerder van de A-watergang. 17.4
Gebruiksbepaling
17.4.1 Gebruiksverbod Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de zich daarop bevindende opstallen te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming. 17.4.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het in 17.4.1 vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 17.4.3 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in 17.4.1 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
70
3
Aanvullende bepalingen
Artikel 18 18.1
Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Vrijstelling maatvoering
Burgemeester en wethouders kunnen, voorzover niet reeds op grond van een andere bepaling van dit plan vrijstelling kan worden verleend, vrijstelling verlenen van de op de kaart of in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits hierdoor geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat.
Artikel 19 19.1
Procedureregels
Vrijstelling
Bij het verlenen van vrijstelling overeenkomstig een in dit plan opgenomen vrijstellingsbevoegdheid nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. Het ontwerpbesluit strekkende tot vrijstelling ligt gedurende 2 weken ter inzage. b. De terinzagelegging wordt tevoren bekend gemaakt in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente verspreid worden en voorts op de in de gemeente gebruikelijke wijze. c. De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen tegen het ontwerpbesluit kenbaar te maken bij burgemeester en wethouders. d. Burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijze kenbaar hebben gemaakt, de beslissing daaromtrent mede. 19.2
Wijziging
Indien het plan overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt gewijzigd, dient bij de voorbereiding van het besluit tot wijziging de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd.
Artikel 20
Dubbeltelbepaling
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21
Afwijkingsbepalingen
a. Bouwwerken die bestaan op het tijdstip van het terinzageleggen van het ontwerp van dit plan dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning ingevolge artikel 40 Woningwet of krachtens een voor dat tijdstip gedaan verzoek om instemming met een melding ingevolge (het inmiddels vervallen) artikel 42 Woningwet en die afwijken van de bebouwingsregelingen worden geacht te voldoen aan dit plan. b. Deze bouwwerken mogen geheel worden vernieuwd, gerenoveerd, verbouwd en veranderd, mits geheel vallend binnen de bestaande vorm en maatvoeringen (massa) en geheel vallend binnen de bestaande specifieke lokatie/situering van het betreffende bouwwerk.
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
71
c.
Het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op bebouwing die is opgericht zonder bouwvergunning/melding ingevolge de Woningwet, en die, ten tijde van het terinzageleggen van het ontwerp van dit plan reeds in strijd was met het ter plaatse geldende bestemmingsplan en hierbij ook niet onder het overgangsrecht viel.
Artikel 22 22.1
Overgangsbepalingen
Bebouwing
Bouwwerken die bestaan op het tijdstip van het terinzageleggen van het ontwerp van dit plan dan wel mogen worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde bouwvergunning ingevolge artikel 40 Woningwet en die afwijken van het plan, mogen, behoudens onteigening overeenkomstig de wet en mits de planafwijking naar de aard niet wordt vergroot en overigens geen andere afwijking van het plan ontstaat: a. gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd; b. uitgebreid worden met ten hoogste 10% van de oppervlakte en/of de inhoud, die bestond op het moment, dat het plan ter inzage werd gelegd; c. na calamiteit ter plaatse worden herbouwd, mits de bouwaanvraag binnen 2 jaar na de calamiteit is ingediend; d. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op bebouwing die is opgericht zonder bouwvergunning ingevolge de Woningwet, en die, ten tijde van het terinzageleggen van het ontwerp van dit plan, reeds in strijd was met het ter plaatse geldende bestemmingsplan. 22.2
Ander gebruik van de grond en gebruik van de opstallen
22.2.1 Gebruiksverbod Het gebruik van de grond en/of opstallen, dat strijdig is met het plan op het tijdstip waarop het plan van kracht wordt, mag worden gehandhaafd; dit geldt echter niet indien het betreft een gebruik dat strijdig met de in het vorige bestemmingsplan aangewezen bestemming was en welk strijdig gebruik een aanvang heeft genomen, nadat dit vorige bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen. 22.2.2 Vrijstelling meest doelmatige gebruik Wijziging van met het plan strijdig gebruik van de gronden en/of de opstallen is verboden, tenzij door de wijziging de afwijking van het plan naar de aard en de omvang niet wordt vergroot. 22.2.3 Strafbepaling Overtreding van het verbod dat is gesteld onder 22.2.2 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2 van de Wet op de economische delicten.
Artikel 23
Titel
Het plan, waarvan deze voorschriften deel uitmaken, is genaamd: "Bruchem".
Bruchem
NL.IMRO.00000000024-
vastgesteld1
72