Harm 2 studie: Medicatieveiligheid en
communicatie Prof. dr. Miriam CJM Sturkenboom Erasmus MC, afdeling Medische Informatica
IPCI vs. HARM studie in 2005
Jaarlijks 10.000-16.000 vermijdbare opnamen
Design HARM studie
Return on investment laag
Leendertse, A. J. et al. Arch Intern Med 2008;168:1890-1896.
IPCI: Prevalentie geneesmiddel gerelateerde ziekenhuisopnames (IPCI) (WHO criteria)
Vermijdbare opnamen van de 5.1%: 36.1% (95%CI: 28.1-44.9%)
Van der Hooft CS et al.Pharmacoepidemiology & Drug Safety 2008; 17: 365-371
Effecten HARM en IPCI studies Minister Klink beloofde de Kamer dat het percentage vermijdbare opnamen met helft gereduceerd moesten worden VWS financierde Harm-Wrestling initiatief dat aanbevelingen genereerde voor verbeterpunten in de praktijk - > HARM Wrestling rapport (2008) VWS financierde in 2009 de HARM-2 studie met als doelen: Meetbare proces indicatoren genereren vanuit de Harm wrestling aanbevelingen Meten van prevalentie van geneesmiddel gerelateerde ziekenhuisopnamen of efficiente wijze
Evaluatie 1st HARM & IPCI studie door Harm Wrestling groep
Belangrijke aanbevelingen Harm-wrestling omtrent communicatie HW Aanbeveling 4 (totaal 35)
Wanneer een medisch specialist een behandeling initieert, die vervolgens door de huisarts wordt voortgezet, stemmen deze zorgverleners onderling af wie verantwoordelijk is voor de periodieke controles, herevaluaties, herhaalmedicatie(s) en therapieduur en zij leggen dit vervolgens vast. Huisartsen die het uitschrijven van herhaalrecepten overnemen van een initiërende specialist kunnen zich er niet op beroepen dat de verantwoordelijkheid hiervoor nog steeds bij de specialist ligt, tenzij de specialist dit concreet heeft vastgelegd in zijn of haar ontslagbrief. Voorschrijvers en apothekers gaan bij ouderen op polyfarmacie gezamenlijk na d.m.v. periodieke medicatie reviews welke herhaalmedicatie nog steeds terecht wordt voorgeschreven en welke medicatie ten onrechte in het medicatieprofiel ontbreekt .
HW Indicatoren
Harm Wrestling Indicatoren 1. 35 Aanbevelingen zijn vertaald naar 69 subindicatoren 2. Bepaald of deze meetbaar zijn in geaggregeerde huisartsen EMDs (IPCI, n=31) of apotheekdata (SFK, n=15) 3. Meting in IPCI (EMD) en SFK in 2007, 2008, 2009 en 2010
Conclusies indicatoren
1) Harm Wrestling aanbevelingen zijn niet altijd meetbaar in de praktijk: van de 69 deel aanbevelingen slechte 31 bij de huisartsen en 15 in de apotheek. Niet meetbare indicatoren betreffen veelal communicatie 2) Het type HW indicator en het beloop daarvan kunnen verschillen tussen apotheek en huisarts 3) Tussen 2007 en 2010 lang niet altijd meetbare verbetering is opgetreden in het uitvoeren van de Harm-Wrestling aanbevelingen die nog voor verdere verbetering in aanmerking kwamen
4) Er moet gezocht worden naar lokale implementatie van de belangrijkste HW indicatoren (bijv. NSAIDs, benzodiazepinen en diuretica)
Aanbevelingen 1)
Verspreiding van HW informatie onder huidige en toekomstige zorgprofessionals
2) Het verbeteren van de randvoorwaarden die voor de HW implementatie essentieel zijn (teveel niet-meetbare aanbevelingen: communicatie wordt niet systematisch vastgelegd) 3)
Automatisering kan en moet een belangrijke bijdrage leveren (e.g. 10% van alle opnamen door nierfunctiestoornissen: labwaarden!)
4)
Breder toegankelijk maken van de reden van voorschrijven voor de apotheker voor betere medicatie bewaking
5)
Toepassing van HW indicatoren om snel de effecten van nieuwe ontwikkelingen inzichtelijk te maken
Nieuwe ontwikkelingen (vergoeding) en HW indicatoren
Prevalentie geneesmiddel gerelateerde opnamen QUADRAT
Methoden-1: Ontwikkeling efficientere manier
Tussen resultaten geautomatiseerde schatting (temporele associatie geneesmiddel-trigger opname)
Werd gekeken of trigger opname tijdens of binnen 90 dagen na stoppen geneesmiddel werd gegeven
Methoden-2 Na geautomatiseerde ‘associatie’ vaststellen van validiteit door beoordeling van ontslagbrieven
Positief predictieve waarde causaliteit voor automatisch vastgestelde geneesmiddel-trigger opnamen
Prevalentie schatting geneesmiddel gerelateerde ziekenhuisopnamen na correctie in 2005 en 2008
Rond de 20% vermijdbaar
Redenen vermijdbaarheid gnm-gerelateerde opnamen
NSAID’s (34x), diuretica (incl. spironolacton) (30x), trombocytenaggregatieremmers (30x), anticoagulantia (27x), benzodiazepinen (24x), opioïden (23x), bèta-blokkers (20x), calciumanta-gonisten (17x), bloedglucose verlagende middelen (17) en RAS-remmers (14x) kwamen het vaakst voor.
Conclusies vervolg studie (QUADRAT) Met de QUADRAT methode is een flinke efficiëntieslag gemaakt om geneesmiddel-gerelateerde ziekenhuisopnamen in kaart te brengen en te monitoren
Volgens onze bepaling waren er in Nederland 8.000 resp. 7.000 geneesmiddelgerelateerde ziekenhuisopnamen in 2005 en 2008 mogelijk vermijdbaar. Op basis van deze studie lijkt er een dalende trend te zijn in het aantal vermijdbare geneesmiddel-gerelateerd opnamen in Nederland (voorzichtig) Het type vermijdbare opname (bloedingen, elektrolytstoornissen), de oorzaken (dubbele medicaties, geen beschermende medicatie, doseringsfouten en contra-indicaties) en de meest betrokken middelen (NSAIDs, TARs, OACs, diuretica) zijn nog steeds dezelfde als in de oorspronkelijke IPCI en HARM studies