Overzicht en evaluatie van resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar etnische verschillen in gezondheid, gezondheidsrisico’s en zorggebruik in Nederland
Dr. A.E. Kunst Prof. Dr. J.P. Mackenbach
Drs. M. Lamkaddem Dr. J. Rademakers Prof. Dr. W. Devillé
Afdeling MGZ Erasmus MC Rotterdam
NIVEL Utrecht
November 2008
Dit rapport is een gezamenlijke uitgave van: Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) Erasmus MC Universitair Medisch Centrum Rotterdam Postbus 2040 3000 CA Rotterdam telefoon 010 – 70 384 60
[email protected]
NIVEL Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Postbus 1568 3500 BN Utrecht telefoon 030 – 27 29 700
[email protected]
2
Inhoudsopgave Voorwoord
4
Hoofdtekst 1. Achtergrond 2. Doelstelling 3. Opzet van onderzoek 4. Methodiek 5. Resultaten: overzicht van gepubliceerde studies 6. Resultaten: overzicht van gezondheidssituatie 7. Resultaten: gezondheidsgedrag en zorggebruik 8. Conclusies en implicaties voor verder onderzoek
5 6 7 8 12 15 21 24
Bijlage 1. Literatuur review naar etnische verschillen in gezondheid in Nederland 1. Doelstelling 2. Zoekstrategie en –uitkomsten 3. Overzichtstabellen 4. Evaluatie van beschikbare literatuur 5. Overzicht van en toelichting op de tabellen 6. Tabellen
27 27 27 28 29 31
Bijlage 2. Systematisch en consistent overzicht van etnische verschillen in aandoeningen in Nederland 1. Doelstelling 2. Uitgangspunten voor methodiek 3. Gegevens en methoden 4. Overzicht van de tabellen 5. Evaluatie van de schattingen 6. Tabellen
Referenties
49 49 52 53 54 57
89
3
Voorwoord Deze studie is uitgevoerd in opdracht van, en met financiering van, ZonMw ten behoeve van programmering van onderzoek op het terrein van etniciteit en gezondheid. Wij danken Martin Gommer en Nancy Hoeymans van het centrum VTV van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor het beschikbaar stellen van ongepubliceerde schattingen van geslacht- en leeftijdsspecifieke DALY’s voor aandoeningen in Nederland. November 2008, De auteurs
4
Hoofdtekst 1. Achtergrond In Nederland is in de laatste jaren veel onderzoek verricht naar etnische verschillen ten aanzien van gezondheid, risicofactoren en gezondheidszorg. Dit onderzoek werd gestimuleerd door de sterke groei van het aantal Nederlanders van niet-westerse afkomst gedurende de afgelopen decennia. Veel van de allochtone Nederlanders hebben te maken met problemen die samenhangen met hun migratiegeschiedenis en hun zwakke positie binnen de Nederlandse samenleving. Een belangrijke vraag is of deze problemen hun weerslag hebben op de gezondheid van allochtone Nederlanders. Het onderzoek uit de afgelopen tien jaar kenmerkt zich door een zeer grote verscheidenheid. Studies lopen sterk uiteen in hun keuze tussen de verschillende allochtone groepen en de verschillende gezondheidsaspecten (aandoeningen, gedragsfactoren of vormen van zorggebruik) die onderzocht kunnen worden. Terwijl veel studies alleen de gezondheidssituatie beschrijven, doen enkele studies een poging deze te situatie te verklaren vanuit achterliggende problemen en determinanten. Veel is onderzocht, maar veel meer blijkt nog onbekend te zijn. Het terrein van onderzoek naar allochtonen en gezondheid is als een bos met wel zeer veel bomen. Hoewel verscheidenheid in onderzoek noodzakelijk blijft, roept het ook belangrijke vragen op over de inrichting van toekomstig onderzoek. Bij schaarse tijd en middelen zullen in dat onderzoek prioriteiten gesteld moeten worden. Een belangrijke vraag is bij welke allochtone groepen en welke gezondheidsaspecten de problemen zo groot zijn dat verder onderzoek zich daarop dient te concentreren. Een andere vraag is hoe studies over heel specifieke groepen en gezondheidsproblemen zodanig kunnen worden opgezet dat zij inzichten opleveren die ook relevant zijn voor andere groepen en problemen. Door de bomen heen willen we graag het bos gaan zien. Met de huidige studie beogen wij bij te dragen aan het formuleren van prioriteiten voor toekomstig onderzoek naar de gezondheid van Nederlanders van nietwesterse afkomst. Wij zullen eerst het onderzoek dat de afgelopen 10 jaar is verricht naar de gezondheidssituatie van allochtone groepen in kaart brengen. De informatie uit deze studies zullen wij vervolgens gebruiken om vast te stellen bij welke allochtone groepen en welke gezondheidsaspecten de problemen zo groot zijn, of de etnische verschillen zo markant zijn, dat verder onderzoek zich daarop dient te concentreren.
5
Hoofdtekst 2. Doelstelling Het algemene doel van dit rapport is om, door middel van een overzicht en evaluatie van resultaten van wetenschappelijk onderzoek in Nederland sinds 1997, bij te dragen aan het stellen van prioriteiten voor verder onderzoek naar etnische verschillen in gezondheid, gezondheidsgerelateerd gedrag en zorggebruik. Het kerndoel van dit rapport is vast te stellen bij welke allochtone groepen en voor welke uitkomstvariabelen de verschillen met de autochtone Nederlandse bevolking het grootst zijn, en welke belangrijke vragen ten aanzien van deze verschillen nog onvoldoende beantwoord zijn. Ten behoeve van dit doel hebben wij twee deelonderzoeken uitgevoerd. De specifieke doelstellingen van deze deelonderzoeken waren: 1. een systematisch overzicht te geven van resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar de omvang van etnische verschillen in gezondheid, gezondheidsgerelateerd gedrag en zorggebruik in Nederland sinds 1997; 2. de resultaten van dit overzicht te verwerken tot consistente en gedetailleerde schattingen van de omvang van etnische verschillen in gezondheid in Nederland in 2005 en in 2025. Op drie terreinen zal in kaart worden gebracht wat de belangrijkste problemen zijn die vooral allochtone Nederlanders kunnen treffen. a) de gezondheidssituatie: hier is het de vraag welke gezondheidsproblemen, en in het bijzonder welke aandoeningen, een grote bijdrage leveren aan de ziektelast van allochtone Nederlanders. Wij zullen ons in dit onderzoek vooral richten op de sterfte, de incidentie en de prevalentie van een groot aantal diagnosegroepen. b) de gezondheidsrisico’s: hier moet worden geëvalueerd welke gezondheidsbedreigingen, zoals ongezonde leefgewoonten, relatief vaak onder allochtone Nederlanders voorkomen. Deze studie zal zich concentreren op gezondheidsrelevant gedrag, inclusief roken, voeding, lichamelijke activiteit, veiligheid, veilig vrijen. c) toegang tot goede zorg: de vraag is in dit geval of allochtone Nederlanders bijzondere problemen ervaren met de toegang, het gebruik of de kwaliteit van zorgvoorzieningen. Zorggebruik zal worden gemeten in termen van het volume van gebruik van verschillende zorgvoorzieningen (inclusief huisarts, verzorging en verpleging, specialistische hulp). Geestelijke gezondheidszorg wordt niet in dit overzicht opgenomen omdat deze onderwerp is van een andere programmeringsstudie. 1 Omdat een identificatie van de belangrijkste gezondheidsproblemen de basis vormt voor de verdere ontwikkeling van gezondheidsbeleid, hebben we ervoor 1 Bekker M, van Mens-Verhulst J. GGZ en diversiteit: prevalentie en zorgkwaliteit. Programmeringsstudie “Etniciteit en Gezondheid” voor ZonMW. Tilburg / Utrecht, 2008
6
Hoofdtekst gekozen relatief veel aandacht te besteden aan het documenteren van etnische verschillen in de gezondheid, en in de lacunes van de kennis op dit terrein. De resultaten van de studies op de andere twee domeinen (gezondheidsrisico’s en zorggebruik) zullen meer globaal besproken worden.
3. Opzet van onderzoek Het onderzoek is begonnen met twee deelonderzoeken. Deelonderzoek 1. Literatuuroverzicht. Volgens de methode van de systematic review werd een overzicht gemaakt van de resultaten van Nederlands onderzoek waarover sinds 1997 is gepubliceerd. Op basis van gepubliceerde informatie hebben wij samenvattende tabellen gemaakt waarin wij per gezondheids(zorg)variabele de resultaten per uitkomstvariabele samenvatten. Deelonderzoek 2. Kwantitatieve synthese. Dit deel had tot doel consistente en gedetailleerde schattingen te maken van de omvang van etnische verschillen in het belang van een aantal specifieke aandoeningen. De schattingen worden gemaakt voor belangrijkste niet-westerse herkomstgroepen, met onderscheid naar geslacht en generatie. Tot slot is op basis van gegevens uit de deelonderzoeken 1 en 2 de hoofddoelstelling van dit onderzoek beantwoord. Vastgesteld is voor welke uitkomstvariabelen de etnische verschillen het grootst zijn en welke etnische groepen het meest door deze problemen worden getroffen. Ook werd aandacht gegeven aan andere aspecten, zoals de verwachte ontwikkelingen in de toekomst als gevolg van onder meer veroudering van allochtone groepen. Voor problemen die als “groot” werden beoordeeld, is vervolgens nagegaan welke vragen in verdere onderzoek moeten worden beantwoord om deze problemen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze te kunnen bestrijden. Dit rapport bestaat uit drie gelijkwaardige delen: de hoofdtekst, bijlage 1 en bijlage 2. In de hoofdtekst bespreken wij de algemene methodiek (sectie 4) en de belangrijkste bevindingen (sectie 5 en 6). Tot slot geven wij op grond van deze bevindingen aanbevelingen voor verder onderzoek (sectie 7). Bijlagen 1 en 2 geven een beschrijving en een verantwoording van de methoden die zijn gevolgd in de deelonderzoeken 1 en 2. Bijlage 1 (verslag van de literatuurstudie) bevat circa 10 tabellen waarin de kernresultaten van de geselecteerde studies worden weergegeven. Bijlage 2 (verslag van de kwantitatieve synthese) bevat circa 25 tabellen met gedetailleerde resultaten van deze synthese.
7
Hoofdtekst 4. Methodiek
Literatuurstudie (deelonderzoek 1) Bijlage 1 doet verslag van de methoden en resultaten van de literatuurstudie. De daar beschreven methoden worden hieronder samengevat. Publicaties werden gezocht met behulp van internationale en nationale databases. Daarnaast werd “grijze” literatuur geïdentificeerd. Er is gezocht naar studies die cijfermatige informatie bevatten over gezondheidsuitkomsten, gezondheidsrisico’s of zorggebruik in relatie tot niet-westerse landen van herkomst. De publicaties dienden na 1997 verschenen te zijn en betrekking te hebben op de Nederlandse situatie. Een eerste systematische zoektocht resulteerde in meer dan 1000 potentieel relevante publicaties. Na systematische beoordeling van deze studies werden uiteindelijk ruim 150 titels geselecteerd voor verdere verwerking. Deze titels zijn opgenomen in de referenties aan het eind van dit rapport. Op basis van deze studies hebben wij een overzicht gemaakt van kwantitatieve schattingen van de omvang van etnische verschillen in gezondheid, risicofactoren en/of zorggebruik. Gegevens werden overgenomen indien zij (a) absolute waarden presenteerden voor de te onderscheiden groepen en/of (b) relatieve risico’s presenteerden waarin de waarde van een allochtone groep werd uitgedrukt in verhouding tot de autochtone bevolking. Een ruime selectie van de geselecteerde resultaten wordt gepresenteerd in tabellen aan het eind van bijlage 1. Binnen het tijdsbestek van deze programmeringstudie was het niet mogelijk, en ook niet de bedoeling, om een uitputtende selectie en evaluatie van alle recente Nederlandse studies te maken. Het is goed mogelijk dat in Nederland in de afgelopen 10 jaar verschillende publicaties zijn verschenen die weliswaar bruikbare schattingen bevatten, maar waarvan die schattingen toch niet in onze tabellen terecht zijn gekomen. Desondanks is onze indruk dat de selectie van de opgenomen schattingen een representatief beeld geven van de “state of the art”. Op basis van deze resultaten is voor elke aandoening geëvalueerd hoe sterk het bestaande bewijs is voor etnische verschillen in het vóórkomen en de impact van deze aandoeningen. Een samenvattende oordeel is per aandoening gegeven in tabel 1 (op pagina 12). Bij dit oordeel zijn we uitgegaan van de aard van de gegevens waarop de gepubliceerde schattingen zijn gebaseerd. Wij hanteerden de volgende “wensenlijst” van optimale gegevenskenmerken: (a) een recente periode, (b) nationaal representatieve populaties, (c) inclusie van alle grote allochtone groepen, (d) voldoende statistische power en (e) geen grote problemen met betrouwbaarheid.
8
Hoofdtekst
Voor veel aandoeningen werd ook meegewogen dat de benodigde gegevens uit meerdere studies moesten worden gehaald. Dit gold met name indien niet één publicatie voldeed aan alle gestelde criteria. In geval dat gegevens uit meerdere publicaties afkomstig waren, werd in de beoordeling van de sterke van het bewijs ook meegenomen of de resultaten uit de verschillende studies onderling consistent waren.
Kwantitatieve synthese (deelonderzoek 2) Een belangrijke vraag is hoe de gezondheidssituatie van allochtone groepen op een zodanige wijze in kaart gebracht kan worden, dat dit optimaal bijdraagt aan het stellen van de juiste prioriteiten. Belangrijk was dat het relatief belang van verschillende aandoeningen kon worden gekwantificeerd, met maten die desgewenst gebruikt konden worden voor het samenstellen van ranglijsten. Bovendien moesten prioriteiten gesteld kunnen worden tussen verschillende allochtone groepen, zoals gedefinieerd in termen van herkomstland, geslacht en generatie. De keuze voor de methodiek moest weloverwogen worden gemaakt, omdat deze verreikende gevolgen kan hebben op de resultaten. De overwegingen zijn uitvoerig beschreven in bijlage 2. Wij willen op deze plaats twee van onze uitgangspunten uitlichten. Ten eerste hebben wij ervoor gekozen om het belang van aandoeningen te beoordelen in termen van de effecten die deze aandoeningen hadden op de kansen van mensen om een lang en gezond leven te leiden. Prioriteit zou moeten worden gegeven aan aandoeningen die de grootste invloed hadden op de lengte en kwaliteit van het leven van Nederlanders van niet-westerse herkomst. Bovendien zou prioriteit moeten worden gegeven aan allochtone groepen waar de betreffende aandoening het grootste effect had. De groepen moesten kunnen worden omschreven in termen als “Surinaamse mannen van de eerste generatie”. Om het effect van aandoeningen op kansen op een lang en gezond leven te kwantificeren, hebben wij gebruik gemaakt van DALY’s. Deze maten wegen het belang van een aandoening als een optelsom van twee termen: de effecten voor deze aandoening op de levensverwachting van mensen (uitgedrukt in termen van aantal levensjaren dat verloren is gegaan doordat sommige mensen aan deze aandoeningen overlijden) en de effecten van deze aandoening op gezondheid van mensen tijdens hun leven (uitgedrukt in termen van het aantal “gezonde” jaren dat verloren is gegaan doordat sommige mensen aan deze aandoeningen lijden). Bij het laatste wordt de ernst van een aandoening meegewogen.
9
Hoofdtekst Ten tweede hebben wij ervoor gekozen bij de beoordeling van het belang van aandoeningen twee aanvullende perspectieven te kiezen. Het gaat enerzijds om het absoluut belang van aandoeningen voor de gezondheid van allochtone Nederlanders, en anderzijds om de bijdrage van aandoeningen aan verschillen in gezondheid tussen allochtone en autochtone Nederlanders. In deze studie begonnen wij met de descriptie van de gezondheidssituatie van allochtone groepen op zich. De kernvraag was daarbij welke aandoeningen binnen de allochtone groepen het grootste effect hebben op hun kansen op een lang en gezond leven. De tweede stap was om na te gaan in hoeverre deze gezondheidssituatie verschilt van die van autochtone bevolking. De kernvraag was daarbij welke aandoeningen het meeste bijdragen aan etnische verschillen in kansen op een lang en gezond leven. Deze twee perspectieven leiden, zoals wij later zullen zien, tot andere rangordes van aandoeningen. Sommige aandoeningen veroorzaken wel een grote “ziektelast” 2 binnen allochtone groepen, maar dragen zeer weinig bij aan de verschillen tussen allochtone en autochtone Nederlanders in kansen op lang en gezond leven. Ischemische hartziekten zijn hiervan een belangrijk voorbeeld. Daartegenover staan onder meer astma, infectieziekten en ongevallen in de privé sfeer. Zij behoren niet tot de aandoeningen die binnen allochtone groepen de meeste ziektelast veroorzaken, maar (doordat zij binnen de autochtone bevolking nog minder voorkomen) dragen zij wel substantieel bij aan verschillen in ziektelast tussen allochtone en autochtone Nederlanders. Schattingen van de ziektelast zijn gemaakt voor de 57 aandoeningen die volgens VTV 2006 in Nederland de grootste “ziektelast” veroorzaken. Voor dit rapport gebruiken wij gegevens over de ziektespecifieke DALY’s naar geslacht en leeftijdsgroep. Verder is gebruik gemaakt van schattingen van de relatieve omvang van etnische verschillen in het optreden van de onderscheiden aandoeningen. Deze schattingen zijn ontleend aan het literatuuroverzicht uit deelonderzoek 1. Wij hebben tevens gebruik gemaakt van CBS gegevens over de bevolkingsomvang en -opbouw naar leeftijd en geslacht van allochtone groepen. Wij hebben onderscheid gemaakt tussen de vier grote herkomstgroepen (afkomstig uit Suriname, Antillen en Aruba, Turkije resp. Marokko) en een totaalgroep van alle niet-westerse herkomstlanden (volgens CBS definitie, dus exclusief Indonesië). Per groep is onderscheid gemaakt naar geslacht, leeftijd en generatie. Op grond van bovenstaande gegevens zijn demografische berekeningen uitgevoerd. De Excel files waarin deze berekeningen vorm hebben gekregen, kunnen op verzoek worden toegestuurd. Evaluatie van kwantitatieve synthese 2
De term “ziektelast” gebruiken wij als verkorte woord voor de hoeveelheid verlies aan gezonde levensjaren, zoals uitgedrukt in DALY’s.
10
Hoofdtekst
We willen benadrukken dat in dit rapport een eerste poging is gedaan om schattingen te maken van de bijdrage van verschillende aandoeningen aan de totale ziektelast van allochtone groepen. De methode is, ook internationaal gezien, vernieuwend. Het gevolg is wel dat de schattingen die nu voor het eerst zijn gemaakt, voor verbetering vatbaar zijn. Wij bespreken aan het einde van bijlage 2 de belangrijkste punten van verbetering. Ondanks het grote aantal Nederlandse studies blijkt de kennis over etnische verschillen in gezondheid belangrijke lacunes te vertonen. Voor veel aandoeningen bleken de bestaande schattingen fragmentarisch te zijn. Voor sommige aandoeningen moesten wij de schattingen ontlenen aan studies waarvan de representativiteit en betrouwbaarheid onzeker waren. In tabel 1 wordt per aandoening een indicatie gegeven van de kwaliteit van beschikbare schattingen. Als gevolg van de problemen met de beschikbare gegevens, zal een verbetering van onze kwantitatieve synthese alleen mogelijk zijn indien nieuwe gegevens beschikbaar komen. Vooral is gewenst dat op een systematische wijze de situatie voor een breed scala van aandoeningen en voor verschillende allochtone groepen in kaart wordt gebracht. In onze synthese zijn niet de aandoeningen meegenomen die vrijwel alleen binnen sommige herkomstgroepen voorkomen. Voorbeelden van zulke “allochtone” aandoeningen zijn sikkelcelanemie, thalassemie, vitamine D deficiëntie, leverkanker en levercirrose. Hoewel de sterke concentratie van deze aandoeningen tot allochtone groepen op zich belangwekkend is, kan de ziektelast van deze aandoeningen ook binnen allochtone groepen veel minder groot kan zijn dan de ziektelast van vele andere aandoeningen. Zo komt bijvoorbeeld leverkanker, een aandoening met een sterk verhoogde incidentie onder allochtone groepen, niet hoger dan op ongeveer de 40ste plaats van de lijst van de meest belangrijke aandoeningen onder allochtone Nederlanders (zie bijlage 2, sectie 5). Op basis van gegevens uit nieuw onderzoek zal vastgesteld moeten worden of sommige van de andere “allochtone” aandoeningen wel een relatief grote ziektelast onder allochtone groepen veroorzaken.
11
Hoofdtekst 5. Resultaten: overzicht van gepubliceerde studies Gezondheidsuitkomsten In tabel 1 vatten wij samen in hoeverre op basis van de beschikbare literatuur een precieze en gedetailleerde schatting kan worden gemaakt van etnische verschillen in gezondheid. In de tabel wordt een onderscheid gemaakt tussen de 57 aandoeningen die in de VTV 2006 zijn onderscheiden. Onze bevindingen zijn als volgt: 1. van circa 10 aandoeningen zijn geen gegevens gepubliceerd over etnische verschillen in de incidentie, prevalentie of sterfte aan die aandoeningen; 2. van circa 15 aandoeningen kan alleen een globale schatting gemaakt worden van de omvang van deze etnische verschillen; 3. van circa 20 aandoeningen kan deze omvang met enige nauwkeurigheid worden geschat, ook voor de grotere herkomstgroepen; 4. alleen voor diabetes, beroerte, suïcide en de verschillende kankersoorten konden nauwkeurige en gedetailleerde schattingen gemaakt, met bovendien een redelijke consistentie tussen schattingen uit verschillende bronnen. De tweede en derde groep bevat een aantal groepen van aandoeningen die, mede gezien de jonge leeftijdopbouw van allochtone groepen, bij deze groepen op termijn een grote ziektelast zouden kunnen gaan veroorzaken: psychische aandoeningen (vooral angststoornissen en depressie), gewrichtsaandoening (vooral artritis) en aandoeningen van de luchtwegen (vooral COPD en luchtweginfecties). Over de groepen afkomstig uit Suriname, Turkije en Marokko wordt bij benadering in gelijke mate gepubliceerd in de afgelopen 10 jaar. Antillianen en Arubanen komen iets minder vaak aan bod. Over andere herkomstgroepen wordt veel minder gepubliceerd. Alleen over asielzoekers wordt relatief veel gepubliceerd, onder meer in studies naar doodsoorzaken resp. psychische aandoeningen. Een beperkt aantal studies dat zich richt op de Surinamers maakt bovendien een nader onderscheid naar etniciteit (Hindoestanen en Creolen). Een aantal studies maakt onderscheid naar leeftijdsgroep of richt zich op een specifieke leeftijdsgroep zoals ouderen. Relatief veel studies richten zich op etnische verschillen in de gezondheid onder pasgeborenen, kinderen en/of adolescenten. Een klein deel van de studies, onder meer op het terrein van kanker, maakt onderscheid tussen de eerste en tweede generatie. Zelden worden gezondheidsproblemen onderzocht in relatie tot verblijfsduur in Nederland of in relatie tot leeftijd bij immigratie. Hoewel we hier niet systematisch naar hebben gekeken, is het onze indruk dat maten voor acculturatie iets vaker worden gebruikt, vooral in onderzoek naar verklarende mechanismen.
12
Hoofdtekst Aandoening
Aandoening
Kwaliteit van gepubliceerde gegevens [a] 1 Infectieziekten maag en darm 2 Tuberculose 1 Hersenvliesontsteking 0 Sepsis 2 HIV/AIDS 2 SOA Slokdarmkanker Maagkanker Dikke- en endel-darmkanker Longkanker Huidkanker Borstkanker Baarmoederhalskanker Prostaatkanker Non-Hodgkin lymfomen
2-3 2-3 3 3 3 2-3 2-3 3 3
Diabetes Dementie
2-3 0
Schizofrenie Depressie en dysthymie Angststoornissen Alcoholafhankelijkheid Stoornissen door drugsgebruik Verstandelijke handicap
1-2 1-2 1-2 1 0 0
Parkinson Multiple sclerose Epilepsie Gezichtsstoornissen Gehoorstoornissen
0 0 1-2 0-1 0-1
Coronaire hartziekten Hartfalen Beroerte Aneurysma van de aorta
2 1 2-3 1
Infecties bovenste luchtwegen Infecties onderste luchtwegen Influenza Astma COPD
1 1 1 1-2 1-2
Kwaliteit van gepubliceerde gegevens [a] Zweren maag en duodenum Inflammatoire darmziekten
1 1
Acute urineweginfecties Constitutioneel eczeem Contact eczeem Decubitus
1 1-2 1-2 0
Reumatoïde artritis Artrose Dorsopathieën Osteoporose
1-2 1-2 1-2 0 2 2
Aangeboren afwijkingen CZS Aangeboren afwijkingen HVS Syndroom van Down Heupfracturen Ongevalsletsel verkeer Ongevalsletsel bedrijf Ongevalsletsel privé Ongevalsletsel sport Suicide Geweld (moord en doodslag)
1 0 2-3 1 1-2 0 3 2
Tabel 1. Beoordeling van kwaliteit van gepubliceerde gegevens over etnische verschillen in aandoeningen Het kwaliteitsoordeel is gebaseerd op de externe en interne validiteit van de noodzakelijke bronnen en op de consistentie van schattingen uit verschillende bronnen. 0 1 2 3
= geen gegevens beschikbaar = omvang van gezondheidsverschillen kan alleen globaal geschat worden = de omvang kan bij benadering geschat worden, per herkomstgroep = de omvang kan vrij nauwkeurig geschat worden, ook naar geslacht en generatie
13
Hoofdtekst Gezondheidsrelevant gedrag en zorggebruik In Nederland zijn veel studies naar etnische verschillen ten aanzien van gedragsfactoren en zorggebruik zijn gedaan. Veel van de gepubliceerde studies bleken echter bij nader inzien niet de door ons gewenste informatie te bevatten. In een aantal gevallen waren de problemen met interne of externe validiteit van de gegevens te groot om de gepubliceerde schatting in onze overzichten op te kunnen nemen. In sommige andere gevallen was de publicatie van de resultaten verre van volledig, bijvoorbeeld doordat de auteurs nalieten om vergelijkbare schattingen te presenteren voor de autochtone bevolking. Voor roken, overgewicht, sommige aspecten van voeding en veilig vrijen kan op grond van de beschikbare gegevens de omvang van etnische verschillen met enige nauwkeurigheid worden geschat, ook voor de grotere herkomstgroepen. Voor onder meer alcoholgebruik, drugsgebruik en lichamelijke activiteiten kan alleen een globale schatting gemaakt worden van de omvang van deze etnische verschillen. Voor zorggebruik is de situatie iets rooskleuriger, mede dankzij een goede meting van zorggebruik in nationaal representatieve registraties en persoonsenquêtes. Vooral voor huisartsbezoek kan de omvang van etnische verschillen met redelijk nauwkeurigheid worden geschat voor elk van de grotere herkomstgroepen. Voor de meeste andere vormen van zorggebruik kunnen de verschillen op het niveau van herkomstgroep bij benadering worden geschat. Slot Ondanks een groot aantal studies blijkt de kennis over etnische verschillen in gezondheid, gezondheidsgedrag en zorggebruik grote lacunes te vertonen. De bestaande schattingen zijn fragmentarisch, mogelijk soms sterk vertekend en vaak inconsistent. Problemen zijn onder meer (a) onvolledig en weinig systematisch gebruik van de in Nederland beschikbare gegevens uit registraties en persoonsenquêtes; (b) problemen met de interne validiteit en representativiteit van gebruikte gegevens; (c) gebrekkige methoden van analyse, vaak door het ontbreken van een heldere vraagstelling en conceptuele modellen en (d) beperkingen in de presentatie van resultaten, mede als gevolg van de beperkte ruimte die tijdschriften bieden. Een systematisch en evenwichtig overzicht van de gezondheidssituatie van allochtone groepen wordt bovendien belemmerd door het feit dat een relatief groot deel van de literatuur zich richt op specifieke aandoeningen, zoals diabetes mellitus, infectieziekten en perinatale sterfte.
14
Hoofdtekst 6. Resultaten: overzicht van gezondheidssituatie
In tabel 2 geven wij een rangorde van aandoeningen. Deze rangorde is gebaseerd op de totale ziektelast van de aandoeningen onder alle niet-westerse herkomstgroepen in 2005. Deze ziektelast is berekend met de DALY’s, volgens dezelfde methodologie als in VTV 2006. Daarbij is rekening gehouden met de jongere leeftijdopbouw van de niet-westerse herkomstgroepen en de gepubliceerde gegevens over etnische verschillen in aandoeningen. Omdat die gegevens verre van volledig zijn (zie vorige paragraaf) moet deze rangorde als tentatief worden beschouwd. De vijf belangrijkste aandoeningen betreffen twee psychische aandoeningen (depressie, angststoornissen), diabetes mellitus, coronaire hartziekten en beroerte. Ook bij alternatieve schattingen van de omvang van etnische verschillen, behouden deze aandoeningen hun positie in de top vijf. Elk van deze aandoeningen heeft naar schatting minstens een twee keer zo grote ziektelast als elk van de lager geplaatste aandoeningen, Ook astma blijkt, op basis van verschillende publicaties over grote etnische verschillen in het optreden van astma, van groot belang te zijn. Opvallend in tabel 2 zijn ook de hoge posities van verschillende vormen van ongevallen, geweld (suïcide, moord) en gewrichtsaandoeningen (artrose, artritis, dorsopathieën). De jonge leeftijdsopbouw van migrantengroepen speelt hier duidelijk een rol, maar ook waargenomen etnische verschillen in het optreden van deze aandoeningen of letseloorzaken dragen aan de hoge posities bij. Grote afwezigen in de lijst zijn de verschillende kankersoorten. Alleen borstkanker bij vrouwen neemt een relatief hoge plaats is, zelfs nog in de top tien. Alcoholafhankelijkheid neemt slechts een 14de plaats in, dankzij het relatief lage alcoholgebruik in de meeste allochtone groepen. Als alcoholgebruik onder migrantengroepen even hoog zou zijn als in de autochtone bevolking, zou alcoholafhankelijkheid in de top vijf zijn gekomen. Bijdragen van aandoeningen aan etnische verschillen in totale ziektelast In tabel 3 vergelijken we aandoeningen vanuit een ander gezichtspunt, door de bijdrage van aandoeningen te meten aan etnische verschillen in de totale ziektelast. De totale ziektelast is groter onder allochtone groepen dan onder de autochtone bevolking. Schattingen uit bijlage 2 suggereren dat de totale ziektelast, zoals gemeten in termen van DALY’s gesommeerd over alle aandoeningen, onder nietwesterse herkomstgroepen, 22 procent hoger ligt dan in Nederland als geheel. Voor mannen en vrouwen liggen deze percentages op 21 en 24 procent. De variatie naar land van herkomst is in de regel klein (Suriname 26, Antillen/Aruba 25 en Turkije 31 procent) met uitzondering van Marokko, waarvoor de ziektelast slechts 3 procent boven het Nederlandse gemiddelde ligt.
15
Hoofdtekst Tabel 2: Rangorde van 22 aandoeningen in termen totale ziektelast onder nietwesterse herkomstgroepen, naar geslacht, in 2005 en 2025.
Aandoening Angststoornissen Diabetes Depressie en dysthymie Coronaire hartziekten Beroerte
totaal 1 2 3 4 5
mannen 2 1 5 3 6
vrouwen 1 3 2 6 4
Projecties voor 2025 (totaal) 2 1 5 3 4
Ongevalsletsel prive Astma Ongevalsletsel verkeer Reumatoïde arthritis Verstandelijke handicap
6 7 8 9 10
4 9 7 13 11
7 5 18 8 13
6 11 13 10 14
Artrose Infecties onderste luchtwegen COPD Alcohol afhankelijkheid Suicide
11 12 13 14 15
16 14 12 8 10
9 12 14 31 22
7 12 8 19 17
Contact eczeem Dorsopathieën Gezichtsstoornissen Aangeboren afwijkingen CZS Geweld (moord en doodslag)
16 17 18 19 20
21 20 19 18 15
11 15 16 17 19
21 15 9 25 23
Schizofrenie Borstkanker (vrouwen) Infectieziekten maag en darm Epilepsie Aangeboren afwijkingen HVS
21 -23 24 25
17 -23 26 24
20 10 24 23 25
20 8 30 28 34
Schatting voor 2005
[a] [b]
[a] [b] [b] [b]
Rangorde binnen de lijst voor vrouwen. Deze aandoeningen zullen volgens de projecties in 2025 uit de top 25 van belangrijkste aandoeningen vallen.
16
Hoofdtekst Tabel 3. Bijdrage van aandoeningen aan het verschil in ziektelast tussen nietwesterse allochtonen en de Nederlandse bevolking als geheel
Rang 1 2 3 4 5
Aandoening Diabetes Astma Ongevalsletsel prive Angststoornissen Beroerte
Relatief verschil allochtoon vs. autochtoon 3.5 2.2 1.7 1.2 1.5
Bijdrage (%) aan algemeen verschil 26.4 7.4 6.7 6.3 6.3
6 7 8 9 10
Geweld (moord en doodslag) Gezichtsstoornissen Schizofrenie Reumatoïde artritis Artrose
4.1 2.2 2.3 1.5 1.5
5.2 3.8 3.8 3.4 3.3
11 12 13 14 15
Infectieziekten maag en darm HIV/AIDS Infecties onderste luchtwegen Contact eczeem Dorsopathieën
2.3 4.5 1.4 1.5 1.5
2.8 2.6 2.5 2.5 2.4
16 17 18 19 20
Epilepsie Aangeboren afwijkingen CZS Depressie en dysthymie Sepsis Tuberculose
2.0 1.4 1.1 2.3 10.8
2.2 2.0 1.9 1.3 1.2
21 22 23 24 25
SOA Inflammatoire darmziekten Acute urineweginfecties Ongevalsletsel bedrijf Hersenvliesontsteking
3.6 1.4 1.6 1.6 2.4
1.1 1.0 0.9 0.8 0.8
26 27 28 29 30
Infecties bovenste luchtwegen Influenza Constitutioneel eczeem Maagkanker Aangeboren afwijkingen HVS
1.4 1.4 1.1 1.2 1.0
0.5 0.4 0.3 0.3 0.1
17
Hoofdtekst Met tabel 3 wordt de vraag beantwoord welke aandoeningen het meest bijdragen aan deze etnische verschillen in totale ziektelast. De tabel bevat alleen de 30 aandoeningen die, volgens schattingen uit recente publicaties, relatief vaak optreden onder allochtone groepen. Opvallend is de grote bijdrage van diabetes mellitus. Op grond van de beschikbare gegevens lijkt 26 procent van de etnische verschillen in totale ziektelast toe te schrijven te zijn aan verschillen in het optreden van diabetes mellitus. Vijf andere aandoeningen dragen elk 6 tot 7 procent bij: astma, ongevallen in de privé sfeer, angststoornissen, beroerte en geweld (moord en doodslag). Een bijdrage van 3 tot 4 procent wordt verder geleverd door gezichtsstoornissen, schizofrenie, reumatoïde artritis, en artrose. Deze tien aandoeningen dragen samen bij aan ongeveer drie kwart (72%) van het totale verschil in ziektelast. Belangrijk is op te merken dat een aantal aandoeningen niet op de lijst voorkomt dan wel een lage positie inneemt. Op deze lijst ontbreken onder meer coronaire hartziekten, suïcide en alle kankersoorten doordat, gemiddeld genomen over alle allochtone groepen, sterfte aan deze aandoeningen relatief laag is. Mogelijk is verrassend de lage positie van HIV/AIDS, tuberculose en SOA. Het optreden van deze aandoeningen is in relatieve termen sterk verhoogd onder een aantal allochtone groepen. Doordat de totale ziektelast van deze aandoeningen in Nederland betrekkelijk klein is, dragen zij toch in geringe mate bij aan etnische verschillen in de totale ziektelast.
Vergelijking van herkomstgroepen Tabel 4 toont de verdeling van de ziektelast van afzonderlijke aandoeningen in relatie tot herkomstgroep en generatie. Deze verdeling weerspiegelt verschillen tussen de onderscheiden populaties in de totale bevolkingsomvang en in de bevolkingsopbouw naar leeftijd en geslacht. Bovendien houden deze schattingen rekening met het feit dat voor een aantal aandoeningen kon worden vastgesteld dat, ook na controle voor leeftijd en geslacht, de kansen op het optreden van aandoeningen verschilt naar generatie en land van herkomst. De bevindingen die voor de hieronder geslecteerde aandoeningen worden gepresenteerd, zijn representatief voor de bredere set van de door ons onderzochte aandoeningen. Voor vrijwel alle aandoeningen valt het grootste deel van de ziektelast in de eerste generatie. Voor de “oudere” aandoeningen, zoals COPD, diabetes en hart- en vaatziekten, ligt dit aandeel op 90 procent of meer. Alleen voor aandoeningen die vooral op jonge leeftijd optreden, zoals astma en congenitale aandoeningen, valt een aanzienlijk deel van de ziektelast in de tweede generatie.
18
Hoofdtekst Tabel 4. Verdeling van de ziektelast naar generatie en herkomstgroep, voor 10 aandoeningen.
Aandoening Sur
Aandeel (%) in ziektelast (totaal = 100% per aandoening) Eerste generatie Tweede generatie Ant Tur Mar Ov. Sur Ant Tur Mar
Ov.
Diabetes Coronaire hartziekten Beroerte
31 35 41
7 7 7
15 20 13
15 10 9
25 24 21
3 2 4
1 1 1
1 1 1
1 0 1
2 1 2
Angststoornissen Depressie en dysthymie Schizofrenie
7 11 16
3 4 5
28 21 9
10 15 25
28 29 30
3 4 4
1 1 1
11 6 2
4 4 4
5 4 3
Ongevalsletsel verkeer Ongevalsletsel prive
11 19
7 5
12 12
11 10
26 23
8 8
3 2
8 7
7 6
8 9
Astma COPD
16 19
11 9
4 24
6 11
20 28
14 2
7 1
4 2
6 1
13 3
Borstkanker
17
10
10
8
50
1
1
0
0
3
Reumatoïde arthritis Artrose
19 24
4 5
22 22
16 16
29 28
3 2
1 0
3 1
2 0
3 2
6 3
3 2
8 4
7 4
17 13
10 11
4 4
15 19
14 18
16 21
Aangeboren afwijk. CZS Aangeboren afwijk. HVS
Binnen de eerste generatie valt in het algemeen het belangrijkste deel van de totale ziektelast onder de mensen afkomstig uit Suriname, gevolgd door Turkije, Marokko en tot slot Antillen/Aruba. Deze verschillen zijn vooral het gevolg van de oudere bevolkingsopbouw van de Surinamers, en het relatief klein aantal mensen van Antilliaanse/Arubaanse afkomst. Het grootste deel van de totale ziektelast valt onder mensen uit andere landen van herkomst, waarbij moet worden gedacht aan een groot aantal “niet-westerse” landen uit Afrika en Azië (Indonesië niet meegerekend). Er zijn belangrijke verschillen tussen aandoeningen in de verdeling van de ziektelast naar land van herkomst. Van alle “niet-westerse” gevallen van diabetes, coronaire hartziekten en beroerte, valt naar schatting 30 tot 40 procent onder mensen geboren in Suriname. Depressie en angststoornissen zouden zich het meest concentreren onder mensen van Turkse afkomst, terwijl op grond van de beschikbare schattingen mag worden verwacht dat schizofrenie naar verhouding vaak voorkomt onder mensen van Marokkaanse afkomst. COPD zou meer dan evenredig voorkomen onder mannen van Turkse afkomst. Naar schatting de helft van alle “niet-westerse” gevallen van borstkanker treedt op onder vrouwen geboren in een van de “overige” landen.
19
Hoofdtekst Verkenning van de toekomst De laatste kolom van tabel 2 toont de rangorde van aandoeningen volgens projecties tot 2025. In deze projecties is rekening gehouden met de veroudering van allochtone groepen en is bovendien aangenomen dat de etnische verschillen zullen afnemen met 25 procent (voor de eerste generatie) resp. 50 procent (voor de tweede generatie). Vergelijkbare aannames zijn gemaakt in recente projecties van de incidentie van kanker onder allochtone groepen.3 De projecties moeten uiteraard met grote voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. Drie punten kunnen echter worden uitgelicht. Ten eerste, indien geen grote onverwachte veranderingen in ziekteprofiel optreden, zal ook op langere termijn de top vijf uit dezelfde aandoeningen bestaan. Ten tweede, een aantal aandoeningen die sterker samenhangen met ouderdom, zullen waarschijnlijk aan belang winnen, zoals artrose, COPD en gezichtsstoornissen. Tot slot, de top 25 van aandoeningen zal niet drastisch veranderen. Volgens de projecties zijn er slechts twee nieuwe aandoeningen in deze top, te weten longkanker (op nummer 22) en hartfalen (op nummer 24). De blijvend lage plaats van longkanker is opvallend, hoewel rekening moet worden gehouden met een snellere stijging als gevolg van toenemend tabaksgebruik in vooral de tweede generatie. Overige verkenningen van de toekomst lieten zien dat de verdeling van de ziektelast over de eerste versus de tweede generatie in de komende 20 jaar nog niet wezenlijk zal verschuiven. Ook in 2025 valt het grootste deel van de ziektelast in de eerste generatie. Onderscheid naar leeftijd Hoewel in bijlage 2 ervoor is gekozen om de nadruk te leggen op verschillen tussen generaties in plaats van leeftijdsgroepen, is een uitsplitsing naar leeftijd wel belangrijk voor het bepalen van het relatief belang van enkele gezondheidsproblemen die sterk aan leeftijd zijn gebonden. Het is vooral belangwekkend om na te gaan in hoeverre de ziektelast, zoals geschat in onze aandoeningspecifieke methode, zich concentreert onder allochtone kinderen, jongeren en jongvolwassenen. Voor alle niet-westerse herkomstgroepen tezamen kon 11 procent van de totale ziektelast worden toegewezen aan de leeftijdsgroep 0 tot 14 jaar, met een verdere 13 procent aan de leeftijdsgroep 15 tot 24 jaar. Maar liefst 60 procent van de totale ziektelast viel in de leeftijdsgroepen 25-44 en 45-64 jaar. Projecties voor het jaar 2025 laten een verdere verschuiving zien naar hogere leeftijden. De aandelen van 014 en 15-24 jarigen zou afnemen naar 5 resp. 8 procent, terwijl het aandeel van de ziektelast onder mensen van 65 jaar en ouder zou groeien van 15 naar 33 project.
3 Kunst AE, Stirbu I. Aantallen nu en in de toekomst. In: Kanker WA, Kanker S, editors. Allochtonen en kanker: sociaal-culturele en epidemiologische aspecten. Amsterdam: KWF; 2006. p. 35-90.
20
Hoofdtekst 7. Resultaten: gezondheidsgedrag en zorggebruik
In dit deel zal een overzicht worden gegeven van de literatuur over etnische verschillen in gezondheidsgedrag en zorggebruik. Anders dan bij de gezondheidsindicatoren kunnen we geen systematisch, kwantitatief overzicht geven, omdat daarvoor de literatuur op deze terreinen te fragmentarisch is. Wij zullen ons beperken tot een korte en kwalitatieve bespreking van de belangrijkste bevindingen uit recente studies. Deze bevindingen zullen wij in het licht plaatsen van het overzicht van gezondheidsverschillen dat wij in de vorige sectie hebben opgesteld. Gezondheidsrelevant gedrag De verhoogde sterfte en prevalentie van diabetes mellitus in de meeste allochtone groepen wijst op het potentieel grote belang van overgewicht en obesitas. In een aantal studies wordt een hogere prevalentie van overgewicht en obesitas gevonden voor de vier grootste herkomstgroepen, met variaties tussen deze groepen. In bijvoorbeeld de Amsterdamse gezondheidsenquête van 2000 was de prevalentie van overgewicht onder Marokkanen iets verhoogd (17 versus 11 procent in de autochtone bevolking) maar onder Turken sterk verhoogd (35 versus 11 procent). Tussen allochtone groepen en de autochtone bevolking bestaan grote verschillen in voedingspatronen. Onzeker is echter in hoeverre deze verschillen een invloed hebben op verschillen in de incidentie of sterfte aan onder meer hart- en vaatziekten. Algemene uitspraken hierover zijn moeilijk te geven, onder meer doordat de samenstelling van het dieet (in termen van nutriënten) voor allochtone groepen niet ondubbelzinnig “gezonder” of “ongezonder” is dan voor de autochtone Nederlandse bevolking. Daarnaast is belangrijk te weten of de totale energieconsumptie hoger ligt onder allochtone groepen. De grote etnische verschillen in overgewicht en obesitas wijzen weliswaar in die richting, maar ook moet worden gedacht aan de rol van lichamelijk activiteit. Samen met patronen van voeding (= energie input) wordt het vóórkomen overgewicht en obesitas bepaald door patronen van lichamelijke activiteit (= energie output). Het ligt voor de hand te verwachten dat een lagere lichamelijke activiteit, en dan vooral in de vrije tijd, heeft bijgedragen aan de hogere prevalentie van overgewicht onder veel allochtone groepen. De recente studies die wij hebben verzameld, geven hier aanwijzingen voor, zoals een Amsterdams onderzoek onder Turken en Marokkanen. Tot nog toe is informatie over patronen van lichamelijke activiteit onder allochtone groepen echter nog fragmentarisch. De lage sterfte aan long- en nierkanker die voor vrijwel alle allochtone groepen is waargenomen, wijst erop dat de life time blootstelling aan roken in de eerste generatie migranten lager is geweest dan in de autochtone Nederlandse bevolking. Recente literatuur heeft vooral de prevalentie van huidige roken onder allochtone groepen onderzocht. Ook het huidige roken is onder veel allochtone groepen relatief laag, vooral bij vrouwen. Voor enkele groepen, in het bijzonder Turkse en Surinaamse mannen, is een hogere prevalentie waargenomen. Er zijn bovendien aanwijzingen voor een geleidelijke toename van roken onder groepen waar roken nu nog weinig voorkomt. Verwacht kan worden dat op termijn de incidentie van
21
Hoofdtekst rookgerelateerde aandoeningen onder veel allochtone groepen naar het Nederlands niveau zal convergeren. Een tendens hiertoe is al waarneembaar ten aanzien van bijvoorbeeld de incidentie van longkanker onder de tweede generatie migranten uit Turkije. De gemiddelde consumptie van alcohol ligt onder de meeste allochtone groepen aanzienlijk lager dan in Nederland, vooral bij groepen waarin de islam een belangrijke rol speelt. De consumptie van mensen afkomstig uit Antillen en Aruba ligt dicht tegen het autochtone niveau. De lagere alcoholconsumptie bij het merendeel van de eerste generatie migranten verklaart de lagere incidentie van een aantal kankers waarvoor alcoholconsumptie een belangrijke risicofactor vormt, zoals de kankers van de mond- en keelholte en van de slokdarm. Een aandachtspunt zijn ook adolescenten uit allochtone groepen. Hoewel ook onder hen de alcoholconsumptie relatief laag is, kan de consumptie het Nederlandse niveau benaderen voor deelgroepen zonder een islamitische achtergrond en bij personen die meer in de Nederlandse samenleving zijn geïntegreerd. De hogere prevalentie van ongevallen in de privé sfeer kunnen niet alleen verband houden met grotere risico’s in de woonomgeving van allochtone groepen, maar mogelijk ook met verschillen in veilig gedrag. Bij ons weten is de afgelopen jaren in Nederland niet gepubliceerd over verschillende vormen van veilig gedrag in allochtone groepen. Belangrijk is dat etnische verschillen in gezondheidsrelevant gedrag niet alleen worden gedocumenteerd, maar dat ook pogingen worden gedaan om de oorzaken van deze verschillen te achterhalen. Belangrijke stappen op dit terrein zijn gezet in Amsterdams onderzoek naar roken en eetpatronen van Turken en Marokkanen. Hoewel de determinanten van bijvoorbeeld roken in het algemeen vergelijkbaar waren met die van de autochtone bevolking, bleek er een aantal bijzonder factoren een rol te spelen, zoals de rol van de iman en de wijdverbreide gewoonte sigaretten aan te bieden. Inzichten in dergelijke factoren kunnen nieuwe aanknopingspunten bieden voor preventie. Zorggebruik Deze sectie richt zich op het volume van zorggebruik door mensen van niet-westerse herkomst. Etnische verschillen in het volume van zorggebruik zullen worden vergeleken met de verschillen in ziektelast zoals geschetst in sectie 5. Overige aspecten van zorggebruik, zoals toegankelijkheid, kwaliteit en tevredenheid, zullen worden behandeld in een andere programmeringstudie.4 Een groot aantal publicaties heeft etnische verschillen in het aantal bezoeken aan de huisarts gedocumenteerd. Een recente studie op basis van landelijke gegevens vond dat, in vergelijking tot de autochtone bevolking, het aantal bezoeken in het afgelopen jaar ongeveer 30 procent hoger lag bij alle vier grote herkomstgroeperingen. Etnische verschillen waren vooral groot ten aanzien van het aantal herhaalbezoeken (in plaats van een eenmalig consult). 4 Seeleman MC, Essink-Bot ML, Stronks K. Toegankelijkheid en kwaliteit van de somatische zorg – Programmerinsgsstudies Etniciteit en Gezondheid voor ZonMW. Amsterdam, 2008.
22
Hoofdtekst
Ook het gebruik van fysiotherapie en medicijnen op recept was hoger bij mensen van niet-westerse herkomst. Opvallend was dat voor veel vormen van zorggebruik het verschil tussen niet-westerse allochtonen en de autochtone bevolking vrij gering was (kleiner dan 20 procent) voor zowel specialistenbezoek, ziekenhuisovernachting, tandartsbezoek, medicijnen zonder recept, wijkverpleging en gezinszorg. Een afzonderlijke analyse van zorggebruik onder 0 tot 19 jarigen toonde geen grote verschillen in relatie naar het land van herkomst, maar mogelijk een iets (circa 20%) lagere frequentie van bezoek aan de huisarts en specialist onder kinderen van nietwesterse herkomst. De frequentie van het bezoek aan consultatiebureau lag onder deze kinderen wel fors (86%) hoger dan onder kinderen van autochtone herkomst. In gevallen waar het zorggebruik hoger lag onder mensen van niet-westerse herkomst, kon dit patroon vrijwel geheel worden toegeschreven aan het vaker vóórkomen van gezondheidsproblemen onder niet-westerse allochtonen. Dit betekent dat mensen met een niet-westerse herkomst niet meer zorg consumeren dan autochtone Nederlanders met ongeveer dezelfde gezondheidstoestand. Voor het omgekeerde zijn er wel aanwijzingen. Niet-westerse herkomstgroepen lijken minder vaak gebruik te maken van specialistische en ziekenhuiszorg dan op grond van hun gezondheid kon worden verwacht. De frequentie van specialistenbezoek en het aantal ziekenhuisovernachtingen was in het bijzonder lager onder mensen afkomstig uit Turkije en Marokko, maar niet onder mensen uit Suriname en de Antillen en Aruba. Vanwege de kleine aantallen respondenten was het echter niet mogelijk de gebruikscijfers voor de afzonderlijke allochtone groepen nauwkeurig te schatten. Tot slot willen wij ook langs andere weg een vergelijking trekken tussen behoefte aan zorg en het volume van zorggebruik. De behoefte aan zorg kan worden afgemeten aan de totale ziektelast onder niet-westerse herkomstgroepen, zoals gesommeerd over aandoeningen. In sectie 5 is gemeld dat deze ziektelast 22 procent hoger ligt dan in de autochtone bevolking. Op vergelijkbare wijze kan het totale volume van zorg worden berekend door de kosten van zorg over alle zorgsectoren te sommeren. Uit de eerder aangehaalde studie bleken de kosten van zorg bij niet-westerse herkomstgroepen 15 procent hoger te liggen dan in de autochtone Nederlandse bevolking. Dit betekent dat het hogere volume van zorggebruik, zoals uitgedrukt in 15 procent hogere kosten van zorg, vrij goed overeenstemt met de 22 procent hogere ziektelast. Voor zover er een discrepantie tussen deze twee samenvattende maten is, wijst die op enig ondergebruik van de gezondheidszorg door niet-westerse herkomstgroepen.
23
Hoofdtekst 8. Conclusies en implicaties voor verder onderzoek In deze studies hebben wij ernaar gestreefd vast te stellen welke aandoeningen de grootste bedreiging vormen voor kansen op een lang en gezond leven voor Nederlanders van niet-westerse herkomst. Tegelijk hebben wij vastgesteld welke aandoeningen het meest bijdragen aan etnische verschillen in gezondheid en sterfte in Nederland. Dit overzicht is aangevuld met een kwalitatief overzicht van etnische verschillen in gezondheidsgedrag en zorggebruik. Hiermee beogen wij bij te dragen aan het stellen van prioriteiten voor (onderzoek ten behoeve van) gezondheidsbeleid gericht op Nederlanders van niet-westerse herkomst. In deze sectie vatten wij de belangrijkste bevindingen samen en formuleren wij implicaties voor verder onderzoek. Wij zullen niet in detail ingaan op de rol van gezondheidszorg resp. geestelijke gezondheid, omdat over deze onderwerpen in twee andere programmeringstudies verslag is gedaan. 5 Welke aandoeningen zijn het belangrijkst? 1. Vijf aandoeningen zijn veruit het belangrijkst in termen van de totale ziektelast die zij veroorzaken in de gehele groep van mannen en vrouwen van niet-westerse herkomst. Het betreffen, in alfabetische volgorde, angststoornissen, beroerte, coronaire hartziekten, depressie & dysthymie en diabetes mellitus. Een breed scala van vooral chronische aandoeningen en ongevallen draagt verder bij aan de ziektelast van allochtone groepen. 2. De totale ziektelast van allochtone groepen is groter dan die van de autochtone bevolking. Van groot belang is te weten welke aandoeningen bijdragen aan dit verschil in kansen op een lang en gezond leven. De bijdrage van diabetes mellitus is veruit het belangrijkst (26 procent). Een substantiële bijdrage wordt verder geleverd door vijf andere aandoeningen: beroerte, astma, angststoornissen, ongevallen in de privé sfeer, en geweld (moord en doodslag). 3. Het optreden van infectieziekten, inclusief seksueel overdraagbare aandoeningen, is sterk geconcentreerd onder allochtone groepen. Toch dragen deze ziekten betrekkelijk weinig bij aan de totale ziektelast van allochtone groepen, of aan etnische verschillen daarin. Dit komt doordat het aantal gevallen dan wel de ziektelast per geval voor de meeste infectieziekten in Nederland relatief klein is. Welke allochtone groepen worden het meest getroffen? 4. Veruit het grootste deel (ongeveer 90 procent) van de totale ziektelast van allochtone groepen valt binnen de eerste generatie. Dit aandeel blijft vrijwel onveranderd in de komende 20 jaar. Het aandeel van de ziektelast dat valt onder migranten van 65 jaar en ouder zal groeien van 15 naar ongeveer 33 procent, 5 Bekker M, van Mens-Verhulst J. GGZ en diversiteit: prevalentie en zorgkwaliteit. Programmeringsstudie “Etniciteit en Gezondheid” voor ZonMW. Tilburg / Utrecht, 2008. Seeleman MC, Essink-Bot ML, Stronks K. Toegankelijkheid en kwaliteit van de somatische zorg – Programmerinsgsstudies Etniciteit en Gezondheid voor ZonMW. Amsterdam, 2008.
24
Hoofdtekst terwijl het aandeel onder 0-24 jarigen af zal nemen van 24 naar ongeveer 13 procent. 5. Voor sommige aandoeningen is er bewijs dat hun optreden sterk varieert naar herkomstland. Voorbeelden van een sterk verhoogd optreden onder bepaalde herkomstgroepen zijn beroerte en diabetes onder Surinamers, borstkanker en astma onder Antillianen, COPD en depressie onder Turken, en schizofrenie onder Marokkanen. 6. De totale ziektelast, zoals gesommeerd over alle aandoeningen, ligt voor mannen en vrouwen uit alle vier grote herkomstgroepen ongeveer een kwart hoger dan in de autochtone bevolking. Er zijn aanwijzingen dat de totale ziektelast het hoogst is onder Turken en het laagst onder Marokkanen. Nederlanders afkomstig uit Suriname en Antillen & Aruba nemen een tussenpositie in. Wat zijn prioriteiten voor descriptief onderzoek? 7. Er is sterke behoefte aan systematische overzichten waarin etnische verschillen op een valide en vergelijkbare wijze worden beschreven voor verschillende aandoeningen en allochtone groepen. De recente literatuur op dit terrein is veel te fragmentarisch. 8. Essentieel is een systematisch analyse van de gegevensbronnen met een relatief hoge betrouwbaarheid en nationale representativiteit. Voorbeelden hiervan zijn de doodsoorzakenregistratie en registraties in eerste lijn (zoals LINH en LIPZ). Vele andere registraties in de zorg kunnen inmiddels voor dit doel worden benut dankzij het Gezondheid Statistisch Bestand van het CBS. 9. Bijzondere aandacht moet worden gegeven aan een aantal aandoeningen die vermoedelijk sterk bijdragen aan de totale ziektelast van allochtone groepen, maar waarvan de omvang van etnische verschillen nog onzeker is. Belangrijke voorbeelden zijn: psychische aandoeningen (angststoornissen, depressie, schizofrenie), gewrichtsaandoeningen (reumatoïde artritis en artrose) en aandoeningen van de luchtwegen (COPD, astma en luchtweginfecties). Ook is verder onderzoek nodig naar de ziektelast van specifiek “allochtone” aandoeningen als sikkelcelanemie en thalassemie, 10. Ook voor de aandoeningen waarvan gegevens over etnische verschillen in incidentie, prevalentie en/of sterfte wel beschikbaar zijn, was zeer weinig bekend over de prognose van de aandoening en de kwaliteit van leven van patiënten uit verschillende allochtone groepen. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen in hoeverre de prognose en de ziektelast van aandoeningen verschilt tussen allochtone en autochtone patiënten. 11. In toekomstig onderzoek moet systematisch aandacht worden gegeven aan “nieuwe” herkomstgroepen. Bijzondere aandacht verdienen voormalige vluchtelingen, van wie onvoldoende bekend is hoe de (geestelijke) gezondheid zich heeft ontwikkeld gedurende een langer “erkend” verblijf in Nederland.
25
Hoofdtekst Wat zijn prioriteiten voor (verklarend) onderzoek naar gedragsfactoren? 12. Verder onderzoek naar het vóórkomen van overgewicht en obesitas onder allochtone groepen is wenselijk. Een van de kernvragen is in hoeverre etnische verschillen in overgewicht bijdragen aan de grote verschillen in diabetes mellitus. Minstens zo belangrijk is de vraag waardoor overgewicht vaker voorkomt onder de meeste allochtone groepen. Hierbij gaat het er om enerzijds de rol van obesogene voeding resp. lichamelijke activiteit vast te stellen en anderzijds de determinanten van voeding resp. lichamelijke activiteit te onderzoeken. 13. Op grond van de analyse van de huidige gezondheidssituatie van allochtone groepen kan aan onderzoek naar roken en alcoholgebruik niet dezelfde prioriteit worden gegeven als in het geval van overgewicht en obesitas. Voor de langere termijn is het echter van groot belang te monitoren onder welke allochtone groepen het roken snel toeneemt en vervolgens te onderzoeken welke factoren voor deze toename verantwoordelijk zijn. Hetzelfde geldt voor excessief alcoholgebruik bij jongeren. 14. Vanwege de vermoedelijke grote ziektelast van ongevallen in de privé sfeer is het van groot belang onderzoek te starten naar gedrag ten aanzien van veiligheid bij allochtone groepen. Tot nu toe is in Nederland vrijwel geen onderzoek gedaan naar etnische verschillen in relevant gedrag, zoals bescherming van kinderen tegen veiligheidsrisico’s in en rondom het huis. In het verlengde hiervan kan ook aandacht worden besteed aan patronen en gevolgen van huiselijk geweld. 15. De ziektelast van seksueel overdraagbare aandoeningen is niet dermate groot dat op grond daarvan aan veilig vrijen prioriteit kan worden toegekend binnen een programma dat erop is gericht op de kansen op lang en gezond leven te bevorderen. Uiteraard moet wel binnen programma’s van onderzoek naar seksueel overdraagbare aandoeningen uitvoerig aandacht besteed worden aan de grote invloed van land van herkomst. 16. Onderzoek naar de rol van gedragsfactoren dient te worden aangevuld met onderzoek naar de leefomstandigheden van allochtone groepen. Recente studies onderstrepen dat de gezondheidssituatie van allochtone groepen alleen goed kan worden begrepen vanuit de slechte sociaal-economische positie waarin veel allochtone Nederlanders verkeren. Ook de rol van discriminatie verdient grotere aandacht dan tot dusver is gegeven. 17. Voor onderzoek dat beoogt een substantiële bijdrage te leveren aan de verklaring van etnische verschillen in gezondheid, moet aan longitudinale opzetten gedacht worden. Bij voorkeur moet wordt geïnvesteerd in een grootschalig onderzoek, omdat alleen dit de mogelijkheid biedt uiteenlopende aandoeningen te onderzoeken en met elkaar te vergelijken. Bovendien biedt alleen een grootschalige, representatieve studie de mogelijkheid recht te doen aan de grote diversiteit onder Nederlanders van niet-westerse herkomst.
26
Bijlage 1
Bijlage 1. Literatuur review naar etnische verschillen in gezondheid in Nederland 1. Doelstelling Het algemeen doel van het eerste deel van de programmeringstudie was om een overzicht te maken van de resultaten van Nederlands onderzoek naar etnische verschillen in gezondheid, gezondheidsrisico’s en zorggebruik. De nadruk lag daarbij op het maken van een overzicht van schattingen van de precieze omvang van deze verschillen.
2. Zoekstrategie en -uitkomsten Publicaties werden gezocht met behulp van internationale databases (bijv PubMed, PsychInfo) en databases op nationaal niveau (bijv. websites van kennisinstituten). Internationale databases werden onderzocht op grond van een vaste set sleutelwoorden betreffende etniciteit, gezondheid, risicofactoren en zorggebruik. Daarnaast werd “grijze” literatuur geïdentificeerd, onder meer via contacten met verschillende collega’s en instituten binnen Nederland. Er is gezocht naar studies die cijfermatige informatie bevatten over gezondheidsuitkomsten, gezondheidsrisico’s of zorggebruik in relatie tot niet-westerse land van herkomst (1e en 2e generatie). De publicaties dienden na 1997 verschenen te zijn, en betrekking te hebben op de Nederlandse situatie. Een eerste “search” op grond van deze criteria resulteerde in meer dan 1000 potentieel relevante publicaties. Uit deze publicaties werd vervolgens door een van de onderzoekers (ML) een selectie gemaakt op basis van de titel en het abstract. Alle publicaties die betrekking hadden op geestelijke gezondheid(szorg) zijn in deze fase handmatig uitgeselecteerd. Dubbelen zijn weggehaald en klinische studies uitgesloten. Dit resulteerde in een beperktere selectie van publicaties, die ruim 300 titels omvatte. Hierin waren publicaties over etnische verschillen in gezondheidsindicatoren ruim vertegenwoordigd, terwijl publicaties naar etnische verschillen in zorggebruik relatief schaars waren. Deze overbleven publicaties werden door drie andere onderzoekers (WD, JR en AEK) beoordeeld op relevantie voor de programmeringstudie. De meest recente resultaten zijn uitgekozen, indien deze voldeden aan het criterium van representativiteit voor de meegenomen bevolkingsgroepen. De voorkeur is ook gegeven aan studies die zich richtten op prevalenties/incidentie van bepaalde gezondheidsproblemen/risicofactoren en op het gebruik van een bepaalde zorgsector. Op basis van deze beoordeling werden ruim 150 titels geselecteerd voor verdere verwerking. Deze titels zijn opgenomen in de referenties aan het eind van dit rapport.
3. Overzichtstabellen Op basis van de geselecteerde studies hebben wij een overzicht gemaakt van kwantitatieve schattingen van de omvang van etnische verschillen in gezondheid, risicofactoren en/of zorggebruik. De nadruk lag op deze kwantitatieve schattingen
27
Bijlage 1 omdat deze de basis zouden vormen voor verder werk in de programmeringstudie (zie bijlage 2). Aan het begin van deze stap werd door ons bepaald welke schattingen in de tabellen dienden te worden opgenomen en dus uit de geselecteerde studies zouden moeten worden overgenomen. Centraal stond de vraag hoe de omvang van etnische verschillen in gezondheid, gedragsfactoren en zorggebruik moest worden gekwantificeerd. In principe moest een waarde voor een of meer allochtone groepen kunnen worden vergeleken met de waarde voor Nederland of de autochtone bevolking. Studies voldeden aan dit criterium indien zij (a) absolute waarden presenteerden voor de te onderscheiden groepen en/of (b) relatieve risico’s presenteerden waarin de waarde van een allochtone groep werd uitgedrukt in verhouding tot die van de referentiegroep. Deze referentiegroep bestond bij voorkeur uit de autochtone bevolking van Nederland, maar omvatte in sommige studies de gehele populatie, dus inclusief de allochtone bevolking. Indien een publicatie deze schattingen bevatte voor één of meer van de te onderzoeken gezondheidsvariabelen, gedragsfactoren en/of vormen van zorggebruik, werden deze schattingen in onze tabellen opgenomen. Tevens werd voor deze studies aanvullende informatie opgenomen over onder meer studiekenmerken en de onderscheiden etnische groepen. Vervolgens zijn deze verzamelde schattingen herordend in tabellen voor specifieke vormen gezondheidsvariabelen, gedragsfactoren resp. vormen van zorggebruik. Veelvuldig bleek dat meerdere studies schattingen bevatten voor dezelfde uitkomstvariabele. In sommige van deze gevallen werden schattingen uit meerdere studies overgenomen. In een aantal andere gevallen werden alleen de schattingen overgenomen van een studie die duidelijk beter scoorde in termen van interne validiteit (bijv. betere kwaliteit gegevens; betere presentatie van resultaten) of externe validiteit (goede representativiteit voor bijv. heel Nederland of een bredere leeftijdsrange).
4. Evaluatie van beschikbare literatuur Onze voorkeur ging uit naar studies waarin etnische verschillen in uitkomstvariabelen werden beschreven met controle voor leeftijd en geslacht waar nodig, maar zonder controle voor “intermediaire” factoren die een verklaring kunnen vormen voor de waargenomen etnische verschillen. Helaas wordt in veel studies alleen over het verband tussen etniciteit en uitkomstvariabelen gerapporteerd onder controle voor een groot aantal variabelen die wij als “intermediair” moeten beschouwen. Vaak ontbrak in deze studies een heldere vraagstelling en conceptueel kader van waaruit de analyse werd vormgegeven. Wij hebben helaas veel van deze studies uit ons overzicht moeten weglaten. Terwijl een groot aantal studies zijn verschenen met bruikbare schattingen over de omvang van etnische verschillen in gezondheidsvariabelen, is het aantal studies met bruikbare gegevens op het terrein van gedragsfactoren en zorggebruik veel kleiner. Vooral het aantal studies met informatie over de omvang van etnische verschillen in het volume van zorggebruik was onverwacht klein.
28
Bijlage 1
Het totaal aantal studies dat de door ons gewenste schattingen van de omvang van etnische verschillen in gezondheid bevat, is wellicht minder groot dan men zou verwachten afgaande op het grote aantal studies naar etnische verschillen in gezondheid in Nederland. Vele studies bleken echter bij nader inzien niet de door ons gewenste informatie te bevatten. In een aantal gevallen waren de problemen met interne of externe validiteit te groot om de schatting in onze overzichtstabellen op te kunnen nemen. In sommige andere gevallen was de publicatie van de resultaten verre van volledig, bijvoorbeeld doordat de auteurs nalieten om vergelijkbare schattingen te presenteren voor de autochtone bevolking. Binnen het tijdsbestek van deze programmeringstudie was het niet mogelijk, en ook niet de bedoeling, om een uitputtende selectie en evaluatie van de recente Nederlandse literatuur te maken. Het is goed mogelijk dat in Nederland in de afgelopen 10 jaar verschillende publicaties zijn verschenen die weliswaar bruikbare schattingen bevatten, maar waarvan die schattingen toch niet in onze tabellen terecht zijn gekomen. Desondanks is onze indruk dat de selectie van de opgenomen schattingen een representatief beeld geven van de “state of the art”.
5. Overzicht van en toelichting op de tabellen De resultaten uit de literatuur zijn samengevat in de volgende drie serie tabellen: Serie G: Gezondheid 1. Sterfte, totaal en diverse doodsoorzaken 2. Infectieziekten en SOA 3. Kanker 4. Hart- en vaatziekten en diabetes 5. Overig (algemene gezondheid en overige aandoeningen) Sectie R. Risicofactoren, gedrag 1. Roken, alcohol, drugs 2. Voeding, overgewicht, lichamelijke activiteit 3. Moeder en kind 4. Seksualiteit Sectie Z. Zorggebruik 1. Huisarts 2. Overige gezondheidszorg
Wij willen opmerken dat niet alle gegevens uit de referentielijst in de tabellen weergegeven zijn. De voorkeur is gegeven aan de meest recente studies en studies met (intern en extern) valide onderzoeksmethoden. Zoals eerder hierboven is aangegeven, moesten studies die controleren voor “intermediaire variabelen” vaak worden uitgesloten.
29
Bijlage 1 De kenmerken van de verschillende tabellen zijn in de taal van de betreffende publicaties ingevoerd (Engels of Nederlands). Hiermee wordt er rekening gehouden met de gekozen definities van etnische groepen en uitkomstmaten. Verder is er voor een aantal publicaties gekozen om in de tabellen rechtstreeks naar de publicatie te verwijzen. Dit deden we met name indien de resultaten alleen gestratificeerd zijn weergegeven en de weergave van deze resultaten te veel ruimte zou vergen.
30
Bijlage 1 Tabel G.1: Sterfte, totaal en diverse doodsoorzaken
Auteurs, Jaar van uitgave Stirbu et al., 2006a
Uitkomstmaat Total mortality – RR’s
Total avoidable mortality – RR’s
Stirbu et al, 2006b
Total avoidable mortality adj. for all factors – RR’s Total injury related mortality – RR’s Traffic injuries – RR’s
Non-traffic injuries – RR’s
Etnische groepen Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
Centrale uitkomsten 1.00 1.15 (1.11 – 1.20) 0.90 (0.86 – 0.94) 1.33 (1.29 – 1.37) 1.27 (1.18 – 1.35) 1.00 0.93 (0.86 – 0.99) 0.77 (0.71 – 0.84) 1.50 (1.43 – 1.57) 1.23 (1.13 – 1.40) 1.00 0.86 (0.81 – 0.93) 0.72 (0.66 – 0.78) 1.19 (1.13 – 1.25) 1.00 (0.90 – 1.11) 1.00 0.91 (0.81 – 1.01) 0.91 (0.81 – 1.03) 1.33 (1.22 – 1.46) 1.53 (1.32 – 1 .79) 1.00 1.05 (0.86 – 1.28) 1.15 (0.93 – 1.41) 0.93 (0.74 – 1.16) 1.31 (0.96 – 1.79) 1.00 1.02 (0.79 – 1.32) 0.98 (0.74 – 1.30) 1.68 (1.40 – 2.02) 1.14 (0.74 -1.76)
Onafhankelijke Opmerkingen variabelen Age Also available: RR’s (age-adj.) for each avoidable mortality cause, by gender. Age
Age, gender, marital status, urbanization level and area income Age, sex, area income, urbanization degree
Also available: RR’s (adj. for all factors) for each injury-related mortality cause.
31
Bijlage 1 Intentional injuries – RR’s
Bos et al., 2004
Mortality infectious diseases by gender – RR’s
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 0.83 (0.71 – 0.97) 0.81 (0.68 – 0.97) 1.41 (1.25 -1.58) 1.83 (1.50 -2.22)
Male Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 1.25 (0.88 – 1.79) 1.07 (0.72 – 1.59) 2.21 (1.79 – 2.73) 2.87 (1.98 – 4.16)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 1.92 (1.27 – 2.90) 2.42 (1.58 – 3.69) 1.80 (1.35 – 2.40) 2.58 (1.55 – 4.30)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 0.63 (1.57 – 0.71) 0.47 (0.41 – 0.54) 0.62 (0.56 – 0.68) 0.83 (0.69 – 1.01)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 0.47 (0.40 – 0.56) 0.39 (0.31 – 0.48) 0.58 (0.53 – 0.64) 0.66 (0.54 – 0.80)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban
1.00 0.98 (0.88 – 1.08) 0.51 (0.44 – 0.59) 1.13 (1.05 – 1.21) 0.83 (0.69 – 1.02)
Female
Mortality neoplasms all by gender – RR’s
Male
Age, marital status, region, degree of urbanization and socio economic status
Also available: Mortality RR’s for diseases of respiratory system, external causes, other diseases and symptoms/signs/ill defined conditions, by gender. SubCat. RR’s for neoplasms and cardiovascular diseases also available.
Female
Mortality Male Cardiovascular diseases all by gender – RR’s
32
Bijlage 1 Female Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruban Ho et al., 2007
Overall mortality & by gender – RR’s
1.00 0.87 (0.74 – 1.02) 0.85 (0.68 – 1.06) 1.14 (1.06 – 1.23) 0.99 (0.82 – 1.20)
All Dutch 1.00 Indonesian 1.00 (0.98 – 1.02) Male Dutch 1.00 Indonesian 0.93 (0.90 – 0.96) Female Dutch 1.00 Indonesian 1.06 (1.03 – 1.09)
Mortality infectious diseases by generation – RR’s
1st generation
Mortality neoplasms all by generation – RR’s
1st generation
Dutch 1.00 Indonesian 1.56 (1.33 – 1.83) 2nd generation Dutch 1.00 Indonesian 1.93 (1.24 – 3.00)
Also available: Age, socioeconomic Mortality RR’s for diseases of status respiratory system, external causes, unknown and diabetes mellitus, by generation. SubCat. RR’s for Age, socioeconomic infectious diseases, status and neoplasms and marital status cardiovascular diseases also available.
Dutch 1.00 Indonesian 0.79 (0.76 – 0.82) 2nd generation Dutch 1.00 Indonesian 1.07 (0.92 – 1.24)
Mortality 1st generation Cardiovascular Dutch 1.00 disease all by Indonesian 1.07 (1.04 – 1.10) generation – 2nd generation RR’s Dutch 1.00 Indonesian 0.83 (0.69 – 1.00)
33
Bijlage 1 Troe et al., 2006
Infant mortality – Hazard ratios
Dutch Turkish Moroccan Surinamese Antillean/Aruban
1.00 1.16 (1.01 – 1.33) 1.23 (1.07 – 1.41) 1.24 (1.06 – 1.46) 1.36 (1.09 – 1.72)
Gender of infant, marital status, maternal age, parity, pregnancy interval, socioeconomic status
Van Enk et al., 1998
Perinatal death – OR’s
Dutch Mediterranean Black Hindustani Asian Other European Other
1.00 1.2 (1.1 – 1.4) 1.0 (0.9 – 1.2) 1.1 (0.9 – 1.3) 1.0 (0.8 – 1.3) 1.0 (0.8 – 1.3) 1.3 (1.1 – 1.6)
Maternal age, parity and preterm birth
Also available: crude HR’s of causes of infant mortality (infectious, neurological, perinatal, congenital, illdefined, external and other causes Increase in OR’s when not adjusted for preterm birth for Black (2.1; CI 1.82.3)
34
Bijlage 1 Tabel G.2: Infectieziekten en SOA
Auteurs, Jaar van uitgave Bax et al., 2002
Uitkomstmaat
Etnische groepen
Centrale uitkomsten
Prevalence Chlamydia trachomatis
European Mediterranean African Creole Hindu Asian Hispanic Other/unknown Dutch Surinamese/Antillean Other Geen onderscheid Mannen Vrouwen Infectueuze en parasitaire ziekten Mannen Vrouwen
3.5% 3.6% 7.8% 7.5% 5.1% 6.3% 11.1% 5.2% 11.4% (4.9%-23.9%) 17.5% (10.7%-27.3%) 12.8% (5.9%-23.9%)
Gotz et al., 2006
Ct positivity (95%CI)
Koppenaal et al., 2003
standardized mortality ratio’s (95%CI)
Termorshuizen et al, 2000
Prevalence of anti-HAV by ethnic origin and age
1,23 (1.01-1.42) 0.85 (0.59-1.11)
4.1 (1.3-6.9) 8.3 (2.1-14.4)
15-49yrs Dutch Turkey Morocco Other Western countries Indonesia Surinam and the Antilles Other non-western countries Unknown
Onafhankelijke variabelen Adjusted for age, post coital bleeding and contraceptive method
Opmerkingen
Adjusted for sex and age Gestandaardiseerd naar de Nederlandse populatie, en correctie voor leeftijd.
Andere SMR’s beschikbaar per soort doodoorzaak
NA 20.2% 90.9% 95.8% 25.0% 21.0% 38.2% 50.8% 30.8%
35
Bijlage 1 Gras et al., 1999
HIV prevalence (antibody positive)
Hindust. Surinamese Afro Surinamese Antillean Ghanaian Nigerian Others
Male 0.6% 2.9% 0.9% 1.8% 2.4%
Female 0.3% 0.8% 1.8% 3.8%
NA
Ook risicofactoren (zie tabel)
36
Bijlage 1 Tabel G.3: Kanker
Auteurs, Jaar van uitgave Stirbu et al., 2006
Uitkomstmaat
Etnische groepen
RR’s of cancer mortality (allcancer)
1st generation
Visser et al., 2005 Detection rate (number of breast cancers/100 screened women)
Positive predictive value (number of breast cancers /100 referred women)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese Antillean/Aruba
Centrale uitkomsten
Ref 0.55 (0.50-0.61) 0.41 (0.35-0.46) 0.57 (0.53-0.62) 0.78 (0.68-0.91)
1st generation Netherlands Indonesia ``Other western countries Surinam Turkey Morocco Antilles Other non-western countries st 1 generation Netherlands Indonesia Other western countries Surinam Turkey Morocco Antilles Other non-western countries
4.0 4.7 3.3 1.5* 1.8* 0.8 6.8 2.8
Onafhankelijke variabelen Adjusted for sex, marital status, urbanization level and area income Adjusted for age (*p<0.05 compared to cat. ‘Netherlands’)
Opmerkingen Also available: RR’s per cancer-type, & comparison between 1st and second generation Also available: Interval carcinoma rate (number of brest cancers in non-refrred women within 2 yrs after screening/1000 screened women
45% 47% 39% 38% 33% 17% 75% 32%
37
Bijlage 1 Tabel G.4: Hart- en vaatziekten en diabetes
Auteurs, Jaar van uitgave BosG., 2007
Etnische groepen Prevalentie hart- en vaatziekten Nederlandse (beroerte/hartinfarct/hartaandoening) Turkse Marokkaanse
Agyemang, 2005
Prevalence of hypertension – OR’s among Surinamese
Agyemang, 2006b
Uitkomstmaat
Prevalence of hypertension
Centrale uitkomsten 14% 25% 8%
Male White Black South Asians Female White Black South Asians Male Dutch Turkish Moroccan
Onafhankelijke variabelen Leeftijd, geslacht
Opmerkingen Ook verschillen tussen resp. met en zonder diabetes wat deze prevalenties betreft
Age 1.00 2.2 (1.4-3.4) 1.7 (1.0-2.6) 1.0 3.8 (2.6-5.7) 2.8 (1.8-4.5) Age, BMI 1.00 0.47 (0.300.74) 0.48 (0.300.76)
Female
Van den Born, Annual incidence 2006 rate/100000patients (over 12 years)
Dutch 1.00 Turkish 0.71 (0.40Moroccan 1.27) 0.51 (0.280.94) Black 7.3 (+- 4.6) White
NA
1.7 (+-0.7) 38
Bijlage 1 Dijkshoorn et al, 2003
SR hart en vaatzieketen – OR’s
Dutch 1.00 Turkish 3.03 (2.05Moroccan 4.48) 1.28 (0.831.97)
Age, sex
Dijkshoorn et al, 2003
SR diabetes mellitus – OR’s
Dutch 1.00 Turkish 5.8 (3.64Moroccan 9.24) 6.84 (4.2910.88)
Age, sex
Weijers et al., 1998
Prevalence type 2 diabetes - %
Surinam Turkish Moroccan Dutch
Age and sex
17.3% (12.9 – 21.6) 10.9 % (9.7 – 12.2) 12.4% (9.7 – 15.0) 3.8% (3.5 – 4.1)
Also models including (stepwise) : overgewicht, lichaamsbeweging, Opleiding, diabetes, roken. Also models including (stepwise) : overgewicht, lichaamsbeweging, Opleiding, diabetes, roken. Also available: comparison of found results with prevalences from other studies
39
Bijlage 1 Tabel G.5: Overig (algemene gezondheid en overige aandoeningen)
Auteurs, Jaar van uitgave Gerritsen et al., 2005
Uitkomstmaat Poor SR general health status – OR’s Reporting more than one chronic condition – OR’s
Somalia Afghanistan Iran Somalia Afghanistan Iran
Centrale uitkomsten 1.00 0.79 (0.40 – 1.56) 1.66 (0.78 – 3.54) 1.00 1.81 (0.87 – 3.77) 2.55 (1.13 – 5.74)
Uiters, 2007 (p.57-70)
Poor SR health - OR’s
Weide and Foets, 1998
ICPC Diagnoses in past year: Bloed – OR’s
Dutch Surinamese Antilleans Turks Moroccans Dutch Turkish Moroccans Surinamese
1.00 2.4 (2.0 – 2.8) 2.4 (2.0 – 3.0) 4.7 (3.9 – 5.6) 3.8 (3.1 – 4.6) 1.00 1.42 (0.59-3.37) 1.58 (0.59-4.23) 2.49 (1.24-5.00)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese
1.00 0.85 (0.55-1.32) 0.46 (0.25-0.82) 1.39 (0.97-2.00)
Dutch Turkish Moroccans Surinamese
1.00 1.41 (1.04-1.89) 1.22 (0.87-1.71) 1.45 (1.09-1.91)
ICPC Diagnoses in past year: hartvaatstelsel – OR’s ICPC Diagnoses in past year: luchtwegen – OR’s
Etnische groepen
Onafhankelijke variabelen Refugee status, gender, age, number of traumatic events, mean score for post-migration stressors, sumscore for social support, feeling at home in the NL Age, gender, education, civil status, occupational status. Gender, age, education, work situation, ‘samenlevingsvorm’, insurance form
Opmerkingen Also available: OR’s for reporting PTSD, and OR’s for reporting depression and anxiety symptoms
Also available: model taking interactions into account
Also available: OR’s for all other ICPC chapters (for instance general, eye, ear, metabolism, etc.) This publication (NS1) was chosen above NS2 data, because the latter doesn’t offer multivariate results.
40
Bijlage 1 Schellingerhout, 2004
Gemiddeld aantal gerap. chronische aandoeningen
Turken Marokkanen Surinamers Antillanen Molukkers autochtonen
3.4 2.8 2.3 1.6 1.5 1.7
Leeftijd, geslacht
OR’s van tenminste 1 chro aandoening
Turken Marokkanen Surinamers Antillanen Molukkers autochtonen
4.41* 2.04* 1.66* 1.01 0.72 1.00
Leeftijd, geslacht,opleiding, werk, socialculturele integratie, al dan niet alleenstaande
Ook andere algemene gezondheidsuitkomsten in hoofdstuk 6
Uijen et al, 2008
Prevalentie Astma - % op basis van ICPC
Autochtonen Turken Marokkanen Surinamers
2.5% 2.1% 1.6% 3.5%
NA
Also available: results stratified by age group and gender
Heijboer et al, 2001
% draagsters van hemoglobineS-mutatie
12.0% 15.7% 8.1% 3.6%
NA
Anthony et al., 2005
congenital malformations – OR’s
Surinaams Afrikaans Midden/Zuidamerikaans Antillans/Arubaans Dutch Mediterranean Other European Black Hindu Asian Unknown
1.00 1.21 (1.16-1.27) 0.91 (0.83-1.00) 1.10 (1.02-1.19) 1.08 (0.97-1.21) 0.89 (0.80-0.98) 1.18 (1.09-1.27)
Maternal age
Also available: OR’s for specific congenital malformations
41
Bijlage 1 Tabel R.1: Roken, alcohol, drugs
Auteurs, Jaar van uitgave Nierkens et al, 2006
Uitkomstmaat
Hosper et al, 2007b
Smoking prevalence – OR’s
Smoking prevalence, stratified by age group and sex – OR’s
Etnische groepen
Centrale uitkomsten Turkish See article Moroccan (opmerking 3) Surinamese
1st generation Dutch Turkish
Onafhankelijke variabelen Educational level
Age 1.00
Men 2.15 (1.14-3.27) Women 1.11 (0.80-1.54)
Monshouwer et al, 2002
Alcohol use prevalence – OR’s
Dutch Antillean/aruban Surinamese Moroccan Turkish
Also available: Smoking prevalence, stratified by age group and sex Missing OR’s in text for Moroccan women Also ageadjusted, sex/ generationstratified prevalences for smoking, alcohol and overweight
Moroccan Men Women 2nd generation Dutch Turkish Men Women Moroccan Men Women
Opmerkingen
0.50 (0.23-1.08) ? 1.00 1.48 (1.05-2.07) 1.64 (1.20-2.23) 0.79 (0.49-1.25) ? 1.00 1.14 (0.60-2.15) 0.40 (0.27-0.60) 0.03 (0.01- 0.06) 0.07 (0.04 – 0.13)
Sex, age, schooltype, spijbelen, werk moeder, gezinssituatie, urbanisatiegraad
Also available: smoking prevalence – OR’s 42
Bijlage 1 Cannabis use prevalence – OR’s
Dutch Antillean/aruban Surinamese Moroccan Turkish
1.00 0.68 (0.17-2.66) 1.01 (0.56-1.80) 0.37 (0.14-0.96) 0.61 (0.25-1.50)
Sex, age, schooltype, spijbelen, betaald werk moeder, gezinssituatie en urbanisatiegraad
43
Bijlage 1 Tabel R.2: Voeding, overgewicht, lichamelijke activiteit Auteurs, Jaar van uitgave Nicolaou et al, 2006
Uitkomstmaat
Stellinga-Boelen, 2007
Overweight prevalence- OR’s
Hosper et al, 2007b
Overweight
Hosper et al, 2007a
Diet quality indicator score (average)
Physically active respondents (Once a week or more in leisure time) - %
Etnische groepen
Centrale uitkomsten South Asian 4.83 Afro-Caribbean 4.36 Ethnic Dutch 3.79
Dutch standard Africa Central Asia Eastern Europe
see article (opmerking 3)
Turkish
1.00 0.9 0.6 1.6
See article (opmerking 3)
all 55.5%
Onafhankelijke variabelen Age, marital status, educational level. P<0.001 Overweight calculated in function of age into account. No information about 95% CI Age
NA
Opmerkingen Also: adj. % of daily sufficient intake of fruit, vegetables, etc…. Unclear for me…but information about longitudinal results Also OR’s for Overweight And ageadjusted, sex/ generationstratified prevalences for smoking, alcohol and overweight Explores specifically the relationship with acculturation
44
Bijlage 1 Tabel R.3: Moeder en kind
Auteurs, Jaar van uitgave Van der Wal et al, 2001
Uitkomstmaat Borstvoeding gegeven in de 1ste levensweek – OR’s
Gestopt met borstvoeding vóór 25 weken
Van der Meer, 2006
25 (OH)D deficiency - %
Etnische groepen Nederland Suriname Marokko Turkije Ander land Nederland Suriname Marokko Turkije Ander land Western Turkish Moroccan Other nonwestern
Centrale uitkomsten 1.00 1.54 (0.91-2.61) 2.48 (1.43-4.30) 5.99 (2.30-15.6) 2.74 (1.57-4.77) 1.00 1.45 (1.14-1.84) 0.81 (0.62-1.05) 0.82 (0.60-1.11) 0.86 (0.69-1.08) 8% 84% 81% 59%
Onafhankelijke variabelen Leeftijd, geslacht, pariteit, plaats van bevalling, werkstatus en opleidingsniveau van de moeder
Opmerkingen
“The difference between ethnic groups were not confounded by other determinants such as age, socioeconomic status or parity”
45
Bijlage 1 Tabel R.4: Seksualiteit
Auteurs, Jaar van uitgave De Graaf et al, 2005
Uitkomstmaat
Van Enk et al., 1999
Aandeel tienermoeders (1419yrs) onder totaal aantal bevallingen - %
Gras et al, 2001
Multiple sex partners in the past 12 months – OR’s
Consequent anticonceptiegebruik met laatste partner – OR’s
Unprotected sex in country of origin in the past 5 years
Etnische groepen
Centrale uitkomsten Nederlands Zie publicatie Marokkaans (opmerking 3) Turks Surinaams Antilliaans Autochtoon 2.2% Mediteraan 25.9% Ander europees 7.8% Afro-allochtoon 14.9% Hindustaans 9.7% Aziatisch 5.5% Overig 10.4% Afro-Surinamese 2.80 (1.87- 4.20) Antillean 1.52 (0.88-2.63) Ghanaian 1.00
Afro-Surinamese 1.00 Antillean 0.32 (0.10-1.02) Ghanaian 19.4 (2.80 – 135.0)
Onafhankelijke variabelen
Opmerkingen
NA
Ook: verloskundige uitkomsten
Age, recent STD, education, long-term relationship, ever commercial sex Age, recent STD, education, sexual partner past 5 years, unprotected sex in NL, number of visits in past 5 yrs
Also, not per ethnic group: unprotected sex in the Netherlands past year
46
Bijlage 1 Tabel Z.1: Huisarts
Auteurs, Jaar van uitgave Uiters, 2007
Uitkomstmaat
Etnische groepen
Mean number of contacts with GP/year (patients who did contact their GP)
Dutch Surinamese Antillean/aruban Turkish Moroccan Male Dutch Surinamese Antillean/aruban Turkish Moroccan Female Dutch Surinamese Antillean/aruban Turkish Moroccan Turkish Moroccans
Lamkaddem et al., 2008
Self-reported number of GP contacts in 2005 (past two months) - mean
Gerritsen et al., 2006
Self-reported use of GP health care – OR’s
Reijneveld et al., Weekly number of contacts 2001 with illegal immigrants per GP
Centrale uitkomsten 3.7 (3.5-3.8) 4.9 (4.7-5.1) 4.4 (4.1 – 4.7) 4.8 (4.6-5.0) 4.9 (4.7-5.1)
Onafhankelijke variabelen Age
Opmerkingen Also: OR’s of contacting the GP at least once in 2001 (adjusted for sociodemographic characteristics)
2.8 (2.5-3.1) 3.6 (3.2-3.9) 3.3 (2.7-3.9) 3.2 (2.7-3.6) 3.6 (3.2-4.1) 3.8 (3.6-4.1) 4.7 (4.7-5.0) 4.5 (4.0-5.0) 4.7 (4.3-5.2) 5.0 (4.6-5.5) 1.03 1.51
Somalia 1.00 Afghanistan 1.81 (1.01-3.25) Iran 1.77 (0.96-3.28)
0 779 (75.6%) >0-2 151 (14.6% >2-5 65 (6.3%)
NA
Age, gender, legal status, general health status Adjusted for stratified sampling and
Determinants of change in GP contacts between 2001 and 2005 (multivariate) Also: OR’s of use of outpatient medical specialist, mental services, medication Also: predictors (GP/ practice/community 47
Bijlage 1 >5-10 24 (2.3%) >10-28 12 (1.2%)
differences in response per stratum: weighted to obtain national estimates
charateristics) of contacts with GP: adjusted OR’s
Tabel Z.2: Overige gezondheidszorg
Auteurs, Jaar van uitgave Schellingerhout, 2004
Uitkomstmaat Bezoek specialist (% in afg. 2 maanden, zonder ziekenhuisopname)
Bezoek ziekenhuis (% in afg. 12 maanden, 1 nacht of langer)
Bezoek fysiotherapeut (% in afg. 12 maanden)
Etnische groepen Centrale uitkomsten Turken 35 Marokkanen 35 Surinamers 43 Antillianen 36 Molukkers 28 Turken 18 Marokkanen 14 Surinamers 18 Antillianen 14 Molukkers 13 Turken 25 Marokkanen 18 Surinamers 30 Antillianen 28 Molukkers 20
Onafhankelijke variabelen Gewogen voor leeftijd en geslacht
Opmerkingen Alleen 55+, ook aanwezig: huisarts, tandarts en geestelijk hulpverlener + thuiszorg
48
Bijlage 2
Bijlage 2. Systematisch en consistent overzicht van etnische verschillen in aandoeningen in Nederland
1. Doelstelling Het doel van deze bijlage is om consistente en gedetailleerde schattingen te geven van de omvang van etnische verschillen in aandoeningen in Nederland in 2005 en 2025. Op basis van dit overzicht dient het mogelijk te zijn om vast te stellen voor welke aandoeningen de etnische verschillen het grootst zijn en welke etnische groepen het meest door deze aandoeningen worden getroffen. Hiermee beogen wij bij te dragen aan het stellen van prioriteiten voor (onderzoek ten dienste van) gezondheidsbeleid gericht op allochtone groepen.
2. Uitgangspunten voor methodiek Een belangrijke vraag is hoe de gezondheidssituatie van allochtone groepen op een zodanige wijze in kaart gebracht kan worden, dat dit optimaal bijdraagt aan het stellen van de juiste prioriteiten. De keuze voor de methodiek moet weloverwogen worden gemaakt, omdat deze verstrekkende gevolgen kan hebben voor de resultaten. Wij zullen in deze sectie de door ons gevolgde aanpak verantwoorden. De gezondheidssituatie van allochtone groepen in Nederlands is niet onverdeeld gunstig. Voor sommige (maar zeker niet alle) allochtone groepen is gevonden dat zij hogere kansen op voortijdig overlijden hebben dan de autochtone bevolking. Voor vrijwel alle allochtone groepen is gevonden dat zij lagere kansen hebben op een goede gezondheid gedurende het leven. Gezondheidsbeleid gericht op allochtone groepen zal dienen bij te dragen aan het verbeteren van kansen op een lang en gezond leven en aan de reductie van ongelijkheden in deze kansen. Daarbij kunnen de juiste prioriteiten worden gesteld door voorrang te geven aan onder meer gezondheidsproblemen die het meest van invloed zijn op kansen op een lang en gezond leven, en aan de allochtone groepen die het meest door deze problemen worden getroffen. Belangrijk is daarom dat het relatief belang van verschillende aandoeningen in kaart wordt gebracht. Daarbij moet bovendien een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende allochtone groepen, zoals gedefinieerd in termen van geslacht, herkomstland en generatie. Aan welke eisen moeten deze schattingen precies voldoen? Bij de ontwikkeling van onze schattingen hebben wij ons laten leiden door de volgende uitgangspunten.
49
Bijlage 2 Van relatieve naar absolute maten Ons eerste uitgangspunt was dat rekening gehouden moest worden met het aantal betrokken mensen. Ceterus paribus geldt dat, naarmate een aandoening een impact heeft op een groter aantal mensen, het een grotere prioriteit verdient. Gezondheidsproblemen of gezondheidsverschillen zijn belangrijker naarmate hun eventuele opheffing voor meer mensen een gezondheidswinst met zich meebrengt. Op grond van dit uitgangspunt zullen wij in deze bijlage veelvuldig (maar niet uitsluitend) gebruik maken van “absolute” maten van het optreden van een aandoening, zoals het absoluut aantal mensen dat er aan (over)lijdt. Tevens zullen wij, bij de vergelijking tussen allochtone groepen, vaak gebruik maken van gezondheidsmaten die zijn gewogen naar het aantal mensen die deel uitmaken van de te vergelijken groepen. Dit uitgangspunt wijkt af van een haast natuurlijke neiging, die zichtbaar is in sommige studies naar de gezondheid van allochtone groepen, om veel gewicht te geven aan aandoeningen met hoge Relatieve Risico’s. In de regel geeft men veel aandacht aan de sterk verhoogde risico’s die zijn waargenomen voor sommige infectieziekten, kankersoorten of uitwendige doodsoorzaken. Wij onderschrijven dat een sterk verhoogd gezondheidrisico van belang kan zijn, onder meer omdat dit aangrijpingspunten kan bieden voor de identificatie van specifieke determinanten en risicogroepen. Bovendien zal in sectoren van het gezondheidsbeleid die geconfronteerd worden met een sterke etnische concentratie van de problemen, zoals bij de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen, aandacht voor diversiteit noodzakelijk zijn. In deze studie gaan wij echter niet uit van het perspectief van afzonderlijke sectoren van het gezondheidsbeleid, maar nemen wij een breder perspectief dat ermee begint de vraag te stellen hoe de kansen op een lang en gezond leven van mensen van niet-westerse afkomst zo goed mogelijk kunnen worden bevorderd. Vanuit dit perspectief moeten andere maten dan Relatieve Risico’s worden gehanteerd om het belang van gezondheidsproblemen vast te stellen. Ten eerste zullen we de grootte van de betreffende groepen meewegen. Ongelijkheden verdienen een grotere prioriteit naarmate daar meer personen betrokken bij zijn. Want niet groepen op zich, maar individuele personen vormen de teleenheid bij het wegen van het belang van volksgezondheidsproblemen. Ten tweede nemen wij het absoluut niveau van een aandoening mee. Honderd extra ziektegevallen tellen voor de volksgezondheid vanuit dit nieuwe gezichtspunt even zwaar, of dit nu komt door 10% extra incidentie van een groot probleem of door een 50% extra incidentie van een klein probleem.
50
Bijlage 2 Overige uitgangspunten Een eerste aanvullend uitgangspunt was dat het bij de beoordeling van de gezondheidssituatie van allochtone groepen zowel gaat om het absoluut vóórkomen van aandoeningen binnen een groep, als om ongelijkheden in gezondheid tussen deze groep en andere groepen (i.h.b. de autochtone Nederlandse bevolking). In deze bijlage zullen wij in de regel beginnen met de descriptie van de gezondheidssituatie van allochtone groepen op zich. De eerste kernvraag is dan welke gezondheidsproblemen binnen de onderscheiden groepen kwantitatief het belangrijkst zijn. Een aansluitende stap is om vervolgens na te gaan in hoeverre deze gezondheidssituatie verschilt van die van de autochtone bevolking. De tweede kernvraag is daarbij of er etnische verschillen bestaan in kansen op een gezond leven en welke aandoeningen aan die verschillen het meeste bijdragen. Een tweede uitgangspunt was dat het belang van aandoeningen niet alleen moet worden afgemeten aan het optreden en de impact van deze aandoening in recente jaren, maar ook aan de verwachte ontwikkelingen in deze aandoeningen in de eerstkomende 10, 20 of 30 jaar. Bij preventie zal in de regel een iets langere tijdshorizon worden gehanteerd dan in het geval van curatieve zorg. In het geval van allochtone groepen zijn toekomstverkenningen bovendien van belang omdat pas in de komende 20 jaar de eerste generatie migranten massaal de leeftijd zal bereiken waarop gezondheidsproblemen en zorgbehoefte fors zal toenemen. Etnische verschillen in gezondheid kunnen bovendien sterk veranderen, mogelijk vooral bij de tweede generatie, bijvoorbeeld onder invloed van processen van acculturatie. Wij zullen in deze bijlage daarom uitvoerig aandacht besteden aan de verwachte ontwikkelingen in de komende 20 jaar. Een laatste uitgangspunt betrof de precieze gezondheidsmaat die wij zullen hanteren. Dat uitgangspunt luidt dat prioriteiten stellen tussen aandoeningen alleen mogelijk is indien aandoeningen met elkaar worden vergeleken op een gemeenschappelijke noemer. In aansluiting op de VTV 2006 en een bredere internationale literatuur zullen wij gebruik maken van DALY’s. Deze maten wegen het belang van een aandoening als een optelsom van twee termen: de effecten voor deze aandoening op de levensverwachting van mensen (uitgedrukt in termen van aantal levensjaren dat verloren is gegaan doordat mensen aan deze aandoeningen overlijden) en de effecten van deze aandoening op de mate waarin mensen tijdens hun leven in gezondheid kunnen leven (uitgedrukt in termen van het aantal “gezonde” jaren dat verloren is gegaan doordat mensen aan deze aandoeningen lijden). Belangrijk is op te merken dat door middel van de DALY wordt meegewogen hoe groot de ziektelast is voor de individuele patiënt: elk geval van een aandoening met een gemiddeld hoge ziektelast (bijvoorbeeld HIV/AIDS) wordt zwaarder meegewogen dan een geval van een aandoening met een lagere ziektelast (bijvoorbeeld infecties van de bovenste luchtwegen). Dat infecties van bovenste
51
Bijlage 2 luchtwegen desondanks een grotere ziektelast onder allochtone groepen blijken te hebben, komt uitsluitend doordat deze infecties veel meer voorkomen dan HIV/AIDS.
3. Gegevens en methoden Schattingen van de ziektelast zijn gemaakt voor een groot aantal aandoeningen. Wij gaan uit van de selectie van 57 aandoeningen die volgens VTV 2006 in Nederland de grootste “ziektelast”6 hadden. Voor elke aandoening zal dezelfde rekenmethode worden gehanteerd teneinde vergelijkingen tussen aandoeningen te kunnen maken. In de berekeningen combineren wij drie reeksen van gegevens: (a) CBS gegevens over de bevolkingsomvang en -opbouw naar leeftijd en geslacht van de onderscheiden allochtone groepen in 2005 en projecties voor het 2025. Wij hebben onderscheid gemaakt tussen de vier grote herkomstgroepen (afkomstig uit Suriname, Antillen en Aruba, Turkije resp. Marokko) en een totaalgroep van alle niet-westerse herkomstlanden (volgens CBS definitie, dus exclusief Indonesië). Per groep is onderscheid gemaakt naar geslacht, leeftijd en generatie. (b) schattingen van het RIVM van de ziektelast van de 57 aandoeningen in de Nederlandse bevolking. Deze schattingen liggen aan de basis van de DALY cijfers gepresenteerd in VTV 2006. Wij verwijzen voor details van de berekeningen van de DALY’s naar de VTV 2006 en de RIVM website. Voor dit rapport hebben wij van het RIVM de beschikking gekregen over ongepubliceerde gegevens over de ziektespecifieke DALY’s naar geslacht en leeftijdsgroep (0-14, 15-24, 25-44, 45-64, 65-74 en 75+ jaar). (c) schattingen van de relatieve omvang van etnische verschillen in de onderscheiden aandoeningen. Deze schattingen zijn ontleend aan het literatuuroverzicht waarover in bijlage 1 is gerapporteerd. In tabel A.1 zijn de door ons geschatte Relatieve Risico’s op een rij gezet, naar aandoening en herkomstgroep. Tabel A.2 geeft in het kort een overzicht van de gegevensbronnen waar deze schattingen voor verschillende aandoeningen op zijn gebaseerd. Bij punt (c) ging onze voorkeur ging uit naar studies waarin etnische verschillen in uitkomstvariabelen werden gekwantificeerd onder controle voor leeftijd en geslacht (waar nodig) maar zonder controle voor “intermediaire” factoren die een verklaring kunnen vormen voor de waargenomen etnische verschillen. De vraag 6
De term “ziektelast” gebruiken wij als korte omschrijving van de hoeveelheid verlies aan gezonde levensjaren, zoals uitgedrukt in DALY’s. 52
Bijlage 2 is of in onze schattingen gecontroleerd had moeten worden voor de lagere sociaal-economische status (SES) van allochtone groepen. Deze controle wordt vaak gedaan omdat studies veelal geïnteresseerd zijn in de etnisch of “cultuur” specifieke component van de gezondheidsverschillen. In de Relatieve Risico’s die voor onze overzichten zijn geselecteerd, werd echter bij voorkeur niet voor SES gecontroleerd, omdat wij geïnteresseerd waren in de totale ziektelast van allochtone groepen. Wij hebben dus voor een descriptieve invalshoek gekozen, die in overeenstemming is met ons doel om ziektelasten in kaart te brengen. Daarbij zijn we niet ingegaan op een van de mogelijke vervolgvragen, namelijk welke factoren aan de hogere ziektelast van allochtone groepen hebben bijgedragen. Ondanks het grote aantal Nederlandse studies blijkt de kennis over etnische verschillen in gezondheid grote lacunes te vertonen. Voor veel aandoeningen bleken de bestaande schattingen fragmentarisch te zijn. Voor sommige aandoeningen moesten wij de schattingen ontlenen aan studies waarvan de interne validiteit en externe validiteit onzeker waren. In tabel A.2 wordt een indicatie gegeven van de kwaliteit van de beschikbare schattingen. In sectie 5 gaan wij nader in op de consequenties voor onze schattingen en voor verder onderzoek. Op grond van bovenstaande gegevens zijn demografische berekeningen uitgevoerd. De Excel files waarin deze berekeningen vorm hebben gekregen, kunnen op verzoek worden toegestuurd.
4. Overzicht van de tabellen Tabel serie B: Demografische gegevens. Tabellen 1 en 2 geven schattingen van de bevolkingsomvang en leeftijdsopbouw van de verschillende etnische groepen in 2005, met onderscheid naar geslacht, herkomstland en generatie. Tabellen 3 en 4 geven projecties voor het jaar 2025. Tabel serie C: Gezondheidssituatie van allochtone groepen in 2005 indien geen etnische verschillen in kansen op ziekten. Doel van deze serie tabellen is een schatting te geven van de ziektelast van verschillende aandoeningen in verschillende allochtone groepen, onder de aanname dat er geen etnische verschillen ten aanzien van deze aandoeningen bestaan. Deze schattingen geven het effect weer van alleen demografische factoren, in het bijzonder de jonge leeftijdsopbouw, op de ziektelast van aandoeningen. In tabellen 1, 2 en 3 wordt het relatief belang van aandoeningen binnen de verschillende allochtone groepen vastgesteld. Tabel e kwantificeert de mate waarin de ziektelast van aandoeningen in de gehele Nederlandse populatie onder de allochtone groepen valt, terwijl tabel 4 de verdeling van de ziektelast tussen allochtone groepen onderling schat.
53
Bijlage 2 Tabel serie D: Gezondheidssituatie allochtone groepen in 2005 indien wel ziekte verschillen In deze serie worden vergelijkbare maten gepresenteerd als in serie C, met het verschil dat nu ook rekening wordt gehouden met de schattingen van etnische verschillen in het optreden van aandoeningen. Vergelijking met overeenkomstige maten in serie C leert in hoeverre het bestaan van etnische verschillen in gezondheid een effect heeft op de ziektelast van aandoeningen binnen allochtone groepen. Tabel serie E: Gezondheidsverschillen tussen allochtone groepen en de Nederlandse bevolking in 2005 Deze serie is gebaseerd op dezelfde berekeningen als serie D, maar bekijkt de uitkomsten vanuit een ander gezichtspunt, door te berekenen in welke mate de verschillende aandoeningen bijdragen aan etnische verschillen in de totale ziektelast. Uitgangspunt hierbij is dat de totale ziektelast (zoals gemeten over alle aandoeningen) groter is onder allochtone groepen dan onder de autochtone bevolking. Met serie E wordt de vraag beantwoord welke aandoeningen het meest bijdragen aan deze etnische verschillen. Die bijdragen worden vastgesteld voor alle allochtone tezamen (tabel 1), voor mannen en vrouwen (tabel 2) en voor de vier grote herkomstgroepen (tabellen 3 en 4). Tabel serie F: Projecties voor het jaar 2025 In deze serie wordt een aantal kernresultaten uit series D en E berekend op basis van demografische projecties voor het jaar 2025. Door de schattingen voor 2025 te vergelijkingen met die voor 2005, kan een indruk worden verkregen van de mate waarin de ziektelast van aandoeningen zal veranderen onder invloed van de veroudering van de allochtone groepen. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan het onderscheid naar generatie, omdat juist de eerste generatie zal beginnen te verouderen. Tabel F.2 rekent bovendien de enkele effecten door van een eventuele vermindering in etnische verschillen in Nederland in de komende 20 jaar.
5. Evaluatie van de schattingen We willen benadrukken dat in dit rapport een eerste poging is gedaan om schattingen te maken van de bijdrage van verschillende aandoeningen aan de totale ziektelast van allochtone groepen. De methode is, ook internationaal gezien, vernieuwend. Het gevolg is wel dat de schattingen die nu voor het eerst zijn gemaakt, voor verbetering vatbaar zijn. Wij zullen hieronder de belangrijkste punten van verbetering noemen. Uit deze bespreking zal duidelijk worden dat nauwkeurigere en meer gedetailleerde schattingen alleen mogelijk zijn indien nieuwe gegevens over etnische verschillen in het optreden en de prognose van aandoeningen beschikbaar komen. Vooral is gewenst dat op een systematische wijze de situatie voor een breed scala van aandoeningen en voor verschillende allochtone groepen in kaart wordt gebracht.
54
Bijlage 2 Probleem 1. Geen nauwkeurige of gedetailleerde schattingen. Voor een klein aantal aandoeningen waren in het geheel geen gegevens over etnische verschillen in de Nederlandse bevolking beschikbaar. Dit zijn de aandoeningen die hieronder in tabel A.2 een code “0” in de eerste kolom hebben gekregen. Voor deze aandoeningen moest worden aangenomen dat er geen etnische verschillen bestaan. Voor andere aandoeningen kon de omvang van gezondheidsverschillen alleen bij benadering worden vastgesteld. Voor deze aandoeningen, die een code “1” in tabel A.2 hebben gekregen, zullen nauwkeurigere schattingen pas gemaakt kunnen worden op basis van nieuwe informatie uit toekomstig onderzoek. Voor sommige andere aandoeningen kon weliswaar de omvang van etnische verschillen in het algemeen worden geschat, maar waren nauwkeurige schattingen niet mogelijk voor afzonderlijke geslachten, generaties en herkomstgroepen. Dit zijn aandoeningen die in tabel A.2 de code “2” hebben gekregen. Wij menen dat het belang van deze aandoeningen voor de allochtone bevolking als geheel vrij nauwkeurig geschat kon worden. Maar nieuwe informatie is nodig voordat hun belang ook precies kan worden vastgesteld binnen specifieke groepen. Voor de meeste aandoeningen moeten de schattingen voor specifieke herkomstgroepen, geslachten en generaties nog met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd worden. Probleem 2. Onzekerheid over prognose en ziektelast van aandoeningen Voor veel aandoeningen zijn onze schattingen voor een belangrijk deel afgeleid uit sterftegegevens. Daarbij is aangenomen dat etnische verschillen in sterfte een weerspiegeling vormen van etnische verschillen in de incidentie en de prevalentie van aandoeningen. Tevens is aangenomen dat een ziekte bij een allochtone patiënt dezelfde ziektelast veroorzaakt als bij eenzelfde patiënt in de autochtone Nederlandse bevolking. Deze twee aannames mogen worden gemaakt indien de prognose en ziektelast van aandoeningen niet zouden verschillen naar land van herkomst. Het is echter twijfelachtig of de laatste voorwaarde is vervuld. Voor bijvoorbeeld diabetes mellitus zijn er aanwijzingen dat de ziektelast per patiënt kleiner zou kunnen zijn voor sommige allochtone groepen, vooral als gevolg van een ander effect op hart- en vaatziekten. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen in hoeverre de prognose en de ziektelast van aandoeningen verschilt naar land van herkomst. Meer in het algemeen zal in toekomstige studies een systematisch onderscheid gemaakt moeten worden tussen incidentie, prevalentie, prognose en ziektelast van specifieke aandoeningen.
55
Bijlage 2 Probleem 3. Uitsluiting van “allochtone” aandoeningen In deze studie is uitgegaan van de lijst van 57 aandoeningen die volgens de VTV de meeste ziektelast veroorzaken in de Nederlandse bevolking. Met zo’n selectie lopen wij echter het risico dat aandoeningen werden overgeslagen die binnen sommige herkomstgroepen een aanzienlijke gezondheidslast kunnen veroorzaken. Daarbij moet vooral worden gedacht aandoeningen die sterk zijn geconcentreerd in allochtone groepen. Voorbeelden van zulke “allochtone” aandoeningen zijn sikkelcelanemie, thalassemie, vitamine D deficiëntie, leverkanker en levercirrose. Wij willen hier opmerken dat, ondanks de sterke concentratie van deze aandoeningen tot sommige allochtone groepen, deze aandoeningen ook binnen allochtone groepen veel minder belangrijk kunnen zijn dan veel andere aandoeningen. Op basis van incidentie- en sterftegegevens uit een recent KWF rapport konden wij bijvoorbeeld berekenen dat leverkanker ongeveer de 40ste plaats in zou nemen in de rangorde van de meest belangrijke aandoeningen onder allochtone groepen. Weliswaar zijn nieuwe gevallen van leverkanker sterk geconcentreerd in allochtone groepen, het absoluut aantal patiënten met leverkanker is ook binnen allochtone groepen vrij klein in vergelijking tot onder meer het aantal mensen met long- of borstkanker.
56
Bijlage 2 6. Tabellen
Tabel A.1. Overzicht van geschatte relatieve risico’s, naar aandoening, geslacht en herkomstgroepen [a] [a] Schattingen voor de groep van “overige” niet-westerse herkomstlanden zijn voor vrijwel alle aandoeningen berekend als gemiddelde van de schattingen over vier grote landen.
Aandoening
Relatief Risico (autochtoon = 1.00) Suriname Antillen/A Turkije man vrw man vrw man vrw 2.21 1.80 2.87 2.58 1.25 1.92 12.13 8.27 15.75 11.85 6.86 8.82 2.21 1.80 2.87 2.58 1.25 1.92 2.21 1.80 2.87 2.58 1.25 1.92 4.08 2.02 5.30 2.90 1.25 1.92 4.08 2.02 5.30 2.90 1.25 1.92
Marokko man vrw 1.07 1.92 5.87 8.82 1.07 1.92 1.07 1.92 1.07 1.92 1.07 1.92
1 2 3 4 5 6
Infectieziekten maag en darm Tuberculose Hersenvliesontsteking Sepsis HIV/AIDS SOA
7 8 9 10 11 12 13 14 15
Slokdarmkanker Maagkanker Dikke- en endel-darmkanker Longkanker Huidkanker totaal Borstkanker Baarmoederhalskanker Prostaatkanker Non-Hodgkin lymfomen
0.33 1.05 0.81 0.45 0.07
1.06 0.79
0.89
1.40 0.79
0.89
0.60 0.79
0.89
0.48 0.79
0.89
16 17
Diabetes Dementie
4.55 1
4.55 1
3.44 1
3.44 1
2.87 1
2.87 1
3.26 1
3.26 1
18 19 20 21 22 23
Schizofrenie Depressie en dysthymie Angststoornissen Alcoholafhankelijkheid Stoornissen door drugsgebruik Verstandelijke handicap
2.21 0.71 0.55 0.56 1 1
2.21 0.71 0.55 0.56 1 1
1.64 0.71 0.55 0.67 1 1
1.64 0.71 0.55 0.67 1 1
1.20 1.41 2.17 0.34 1 1
1.20 1.41 2.17 0.34 1 1
4.00 1.22 0.95 0.10 1 1
4.00 1.22 0.95 0.10 1 1
24 25 26 27 28
Parkinson Multiple sclerose Epilepsie Gezichtsstoornissen Gehoorstoornissen
1 1 1.45 1.91 0.88
1 1 1.45 1.91 0.88
1 1 1.55 1.91 0.88
1 1 1.55 1.91 0.88
1 1 2.71 2.35 0.78
1 1 2.71 2.35 0.78
1 1 2.00 2.35 0.71
1 1 2.00 2.35 0.71
29 30 31 32
Coronaire hartziekten Hartfalen Beroerte Aneurysma van de aorta
1.18 1.18 2.61 2.61
1.52 1.52 2.26 2.26
0.80 0.80 1.68 1.68
1.10 1.10 1.60 1.60
1.00 1.00 1.25 1.25
0.89 0.89 0.99 0.99
0.45 0.45 0.80 0.80
0.78 0.78 1.08 1.08
0.21 1.35 0.58 0.18 0.04 0.44 0.61
0.33 1.05 0.91 0.60 0.07
0.21 1.35 0.65 0.24 0.04 0.83 0.61
0.33 1.05 0.49 0.71 0.07
0.21 1.35 0.35 0.29 0.04 0.38 0.61
0.33 1.05 0.39 0.45 0.07
0.21 1.35 0.28 0.18 0.04 0.36 0.61
57
Bijlage 2
Aandoening
Relatief Risico (autochtoon = 1.00) Suriname Antillen/A Turkije Marokko man vrw man vrw man vrw man vrw
33 34 35 36 37
Infecties bovenste luchtwegen Infecties onderste luchtwegen Influenza Astma COPD
1.45 1.45 1.45 3.27 0.78
1.45 1.45 1.45 3.27 0.78
1.45 1.45 1.45 5.00 1.37
1.45 1.45 1.45 5.00 1.37
1.41 1.41 1.41 0.77 1.33
1.41 1.41 1.41 0.77 1.33
1.22 1.22 1.22 1.38 0.65
1.22 1.22 1.22 1.38 0.65
38 39
Zweren van maag en duodenum Inflammatoire darmziekten
1 1.27
1 1.27
1 1.35
1 1.35
1 1.68
1 1.68
1 1.24
1 1.24
40 41 42 43
Acute urineweginfecties Constitutioneel eczeem Contact eczeem Decubitus
1.61 1.10 1.13 1
1.61 1.10 1.13 1
1.61 0.81 4.58 1
1.61 0.81 4.58 1
1.61 1.60 1.54 1
1.61 1.60 1.54 1
1.74 0.74 0.46 1
1.74 0.74 0.46 1
44 45 46 47
Reumatoïde artritis Artrose Dorsopathieën Osteoporose
1.33 1.33 1.33 1
1.33 1.33 1.33 1
0.95 0.95 0.95 1
0.95 0.95 0.95 1
1.84 1.84 1.84 1
1.84 1.84 1.84 1
1.56 1.56 1.56 1
1.56 1.56 1.56 1
48 49
Aangeboren afwijkingen CZS Aangeboren afwijkingen HVS
1.25 0.90
1.25 0.90
1.25 0.90
1.25 0.90
1.50 1.10
1.50 1.10
1.50 1.10
1.50 1.10
50
Syndroom van Down
1
1
1
1
1
1
1
1
51 52 53 54 55 56 57
Heupfracturen Ongevalsletsel verkeer Ongevalsletsel bedrijf Ongevalsletsel privé Ongevalsletsel sport Suicide Geweld (moord en doodslag)
1 0.93 1.65 2.25 1 1.58 3.77
1 0.78 1.35 1.95 1 1.29 3.77
1 1.23 1.65 1.65 1 1.38 6.29
1 1.08 1.35 1.35 1 0.98 6.29
1 0.93 1.65 1.65 1 0.77 3.77
1 0.78 1.35 1.35 1 0.59 3.77
1 0.93 1.65 1.65 1 0.61 3.77
1 0.78 1.35 1.35 1 0.56 3.77
58
Bijlage 2 Tabel A.2. Overzicht van bronnen van gepubliceerde gegevens over etnische gezondheidsverschillen, naar aandoening, met algemeen oordeel kwaliteit van beschikbare gegevens [a]
[a] Oordeel is gebaseerd op de externe en interne validiteit van de noodzakelijke bronnen en de consistentie van schattingen uit verschillende bronnen. 0 = geen gegevens beschikbaar 1 = omvang van gezondheidsverschillen kan alleen globaal geschat worden 2 = omvang kan bij benadering geschat worden, per herkomstgroep 3 = omvang kan nauwkeurig geschat worden, ook naar geslacht/generatie [b] haakjes rond de ‘x’ indien de betreffende aandoening in de publicatie deel uitmaakt van een bredere groep van aandoeningen
Aandoening Kwaliteit beschikbare gegevens [a] 1 Infectieziekten maag en darm 2 Tuberculose 1 Hersenvliesontsteking 0 Sepsis 2 HIV/AIDS 2 SOA
Nationale doodsoor zaken statistiek [b]
Nationale enquêtes huisartspatiënten
Lokale persoonsenquêtes & studies
ziekteregistrati es
(x) x (x) (x) x
Slokdarmkanker Maagkanker Dikke- en endel-darmkanker Longkanker Huidkanker Borstkanker Baarmoederhalskanker Prostaatkanker Non-Hodgkin lymfomen
2-3 2-3 3 3 3 2-3 2-3 3 3
x x x x x x x x x
Diabetes Dementie
2-3 0
x
Schizofrenie Depressie en dysthymie Angststoornissen Alcoholafhankelijkheid Stoornissen door drugsgebruik Verstandelijke handicap
1-2 1-2 1-2 1 0 0
Parkinson Multiple sclerose
Nationale gezondheidsenquêtes
x
x x x x x x x x x x x x
x x x x
x
x
x x x x
0 0
59
Bijlage 2 Aandoening
Epilepsie Gezichtsstoornissen Gehoorstoornissen
Kwaliteit beschikbare gegevens [a] 1-2 0-1 0-1
Coronaire hartziekten Hartfalen Beroerte Aneurysma van de aorta
2 1 2-3 1
Infecties bovenste luchtwegen Infecties onderste luchtwegen Influenza Astma COPD Zweren van maag en duodenum Inflammatoire darmziekten
1 1 1 1-2 1-2
Acute urineweginfecties Constitutioneel eczeem Contact eczeem Decubitus
1 1-2 1-2 0
Reumatoïde artritis Artrose Dorsopathieën Osteoporose
1-2 1-2 1-2 0 2 2
Aangeboren afwijkingen CZS Aangeboren afwijkingen HVS Syndroom van Down Heupfracturen Ongevalsletsel verkeer Ongevalsletsel bedrijf Ongevalsletsel privé Ongevalsletsel sport Suicide Geweld (moord en doodslag)
1 1
Nationale doodsoor zaken statistiek [b] x
Nationale gezondheidsenquêtes
x x x x
x
x
x
x
x
x
(x) (x)
x x x (x) (x)
(x) (x)
(x)
(x)
x x x
Nationale enquêtes huisartspatiënten
Lokale persoonsenquêtes & studies
ziekteregistrati es
x x x
x x x x
(x) (x) x
x x (x)
x x x
x x
x x
1 0 2 1 1-2 0 3 2
x
x x x x x
60
Bijlage 2 Tabel B.1: Leeftijdsverdeling van de bevolking in 2005 naar geslacht en herkomstgroep
Herkomstgroep
Aantal inwoners 25-44 45-64
0-14
15-24
65-74
75+
1,541,425 1,471,470
985,448 950,778
2,481,203 2,418,892
2,089,837 2,050,438
575,064 654,220
357,712 648,806
246,611 235,800
160,867 156,215
307,131 295,973
127,215 121,421
20,042 17,383
3,718 6,666
Suriname - mannen - vrouwen
38,058 36,404
28,768 29,302
53,068 61,535
31,644 35,789
4,285 5,746
1,571 3,260
Antillen/Aruba - mannen - vrouwen
17,942 17,258
13,595 13,595
21,880 21,661
10,046 11,414
896 1,446
206 599
Turkije - mannen - vrouwen
54,274 51,260
32,267 32,704
70,921 63,545
22,905 20,871
5,414 3,606
372 707
Marokko - mannen - vrouwen
52,934 50,726
28,716 30,810
56,324 48,915
21,184 17,036
5,588 2,851
479 258
Alle (+ Nederland) - mannen - vrouwen Alle niet-westers - mannen - vrouwen
61
Bijlage 2 Tabel B.2: Leeftijdsverdeling van de bevolking in 2005 naar generatie en herkomstgroep
Herkomstgroep
Aantal inwoners 25-44 45-64
0-14
15-24
60,893 421,518
147,397 169,685
527,316 75,788
Suriname - eerste - tweede
4,762 69,700
14,426 43,644
Antillen/Aruba - eerste - tweede
8,425 26,775
Turkije - eerste - tweede Marokko - eerste - tweede
Alle niet-westers - eerste generatie - tweede
65-74
75+
242,758 5,878
36,335 1,090
9,687 697
90,196 24,407
64,846 2,587
9,541 490
4,596 235
15,865 11,325
34,285 9,256
20,791 669
2,250 92
705 100
5,273 100,261
20,141 44,830
116,481 17,985
43,717 59
9,003 17
1,063 16
5,018 98,642
21,423 38,103
94,574 10,665
38,209 11
8,439 0
737 0
62
Bijlage 2 Tabel B.3: Leeftijdsverdeling van de bevolking naar geslacht en herkomstgroep. Projecties voor 2025.
Herkomstgroep
Aantal inwoners 25-44 45-64
0-14
15-24
65-74
75+
1,374,521 1,311,528
995,342 961,812
2,078,725 2,069,849
2,226,996 2,247,904
949,008 991,463
731,820 943,504
190,871 183,788
177,660 174,911
354,837 386,819
242,053 273,367
54,536 63,030
27,091 30,231
Suriname - mannen - vrouwen
19,290 17,761
23,777 22,285
56,749 61,842
47,637 60,511
16,091 20,469
6,733 9,558
Antillen/Aruba - mannen - vrouwen
19,011 18,054
15,727 15,816
30,180 29,815
16,960 18,978
4,344 5,325
2,096 2,570
Turkije - mannen - vrouwen
190,871 183,788
177,660 174,911
354,837 386,819
242,053 273,367
54,536 63,030
27,091 30,231
Marokko - mannen - vrouwen
36,528 34,646
39,033 37,848
67,459 72,721
48,118 48,471
7,853 9,563
6,659 5,038
Alle (+ Nederland) - mannen - vrouwen Alle niet-westers - mannen - vrouwen
63
Bijlage 2 Tabel B.4: Leeftijdsverdeling van de bevolking naar generatie en herkomstgroep. Projecties voor 2025
Herkomstgroep
Aantal inwoners 25-44 45-64
0-14
15-24
40,111 334,548
75,270 277,301
359,833 381,823
Suriname - eerste - tweede
2,978 34,073
7,508 38,554
Antillen/Aruba - eerste - tweede
5,455 31,610
Turkije - eerste - tweede Marokko - eerste - tweede
Alle niet-westers - eerste generatie - tweede
65-74
75+
450,635 64,785
114,511 3,055
55,688 1,634
35,011 83,580
86,364 21,784
35,091 1,469
15,591 700
13,075 18,468
37,335 22,660
29,155 6,783
9,266 403
4,558 108
2,116 52,148
6,748 57,787
55,228 102,646
103,438 16,006
18,592 32
12,314 20
2,032 69,142
5,938 70,943
50,499 89,681
87,079 9,510
17,407 9
11,696 1
64
Bijlage 2 Tabel C.1: Rangorde van 57 aandoeningen naar ziektelast (gemeten in aantal Daly’s) onder niet-westerse herkomstgroepen, naar geslacht. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw maar gelijke kansen op ziekte.
Aandoening
Mannen Dalys rang
Vrouwen Dalys rang
Totaal Dalys rang (Nederland)
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
7304 5409 11235 8923 3590
3 4 1 2 7
14111 10495 1971 3549 3570
1 2 14 5 4
21415 15904 13206 12472 7160
1 2 3 4 5
(6) (10) (16) (1) (2)
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
4743 3635 3329 3382 3252
5 6 10 8 11
2084 2644 2698 2430 2277
13 7 6 8 10
6827 6278 6027 5812 5529
6 7 8 9 10
(19) (8) (4) (22) (11)
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
3004 3368 0 1788 1946
12 9 56 15 13
2350 1446 4469 2127 1911
9 19 3 11 15
5354 4815 4469 3916 3857
11 12 13 14 15
(5) (21) (13) (17) (14)
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
1646 1823 1202 1630 1552
16 14 22 17 18
2107 1897 1815 1265 1336
12 16 17 21 20
3753 3720 3017 2895 2888
16 17 18 19 20
(7) (26) (28) (35) (15)
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
1211 1446 1341 887 1033
21 19 20 25 23
1537 1020 940 1005 625
18 22 25 23 30
2748 2466 2281 1892 1658
21 22 23 24 25
(22) (39) (18) (9) (31)
Hartfalen Dementie Constitutioneel eczeem Ongevalsletsel sport Inflammatoire darmziekten
884 510 689 964 677
26 38 29 24 32
677 946 737 460 720
29 24 27 37 28
1561 1455 1426 1424 1397
26 27 28 29 30
(12) (3) (43) (30) (32)
Epilepsie Infectieziekten maag en darm Non-Hodgkin lymfomen Huidkanker Maagkanker
683 602 675 537 625
30 36 33 37 34
590 624 503 490 389
33 31 35 36 38
1273 1226 1178 1026 1014
31 32 33 34 35
(37) (41) (27) (33) (24)
Geweld (moord en doodslag)
619
35
370
39
988
36
(47)
65
Bijlage 2
Aandoening
Mannen Dalys rang
Vrouwen Dalys rang
Totaal Dalys rang (Nederland)
Slokdarmkanker Multiple sclerose Prostaatkanker Acute urineweginfecties
744 275 866 80
28 44 27 51
213 597 0 766
44 32 57 26
957 872 866 846
37 38 39 40
(29) (38) (25) (36)
Infecties bovenste luchtwegen Ongevalsletsel bedrijf Influenza Sepsis Parkinson
273 678 319 295 291
45 31 40 41 42
563 97 330 279 255
34 49 40 42 43
836 775 649 574 547
41 42 43 44 45
(44) (42) (45) (34) (20)
HIV/AIDS Stoornissen door drugsgebruik Hersenvliesontsteking Syndroom van Down Baarmoederhalskanker
328 281 182 140 0
39 43 47 48 56
106 80 127 162 301
48 50 47 45 41
434 361 310 302 301
46 47 48 49 50
(51) (52) (54) (53) (48)
Sexueel overdraagbare aand. Aneurysma van de aorta Zweren maag en 12v. darm Tuberculose Heupfracturen
118 187 86 24 17
49 46 50 52 53
133 33 57 46 23
46 53 51 52 54
251 220 143 70 40
51 52 53 54 55
(55) (40) (46) (56) (49)
10 1
54 55
22 4
55 56
32 5
56 57
(50) (57)
91339
--
82379
--
173718
--
--
Decubitus Osteoporose Totaal
66
Bijlage 2 Tabel C.2: Relatief belang van 25 belangrijkste aandoeningen naar ziektelast binnen specifieke allochtone groepen (gemeten naar Daly’s), naar geslacht en herkomstgroep. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw maar gelijke kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Mannen Ant Tur
Mar
Sur
Vrouwen Ant Tur
Mar
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
3 4 2 1 5
3 4 1 2 10
3 4 1 2 7
3 4 1 2 7
1 2 15 4 5
1 2 14 4 5
1 2 13 5 4
1 2 13 5 4
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
6 7 8 12 11
5 8 11 6 9
5 6 11 9 10
5 6 9 8 10
14 7 6 12 10
13 7 6 9 10
11 8 7 6 9
9 7 8 6 10
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
9 10 56 15 13
12 7 56 15 13
12 8 56 15 13
12 11 56 15 13
8 22 3 11 13
8 20 3 12 15
10 19 3 12 16
12 20 3 16 15
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
14 17 25 19 16
17 14 22 16 19
17 14 21 16 18
17 14 21 16 18
9 18 19 25 17
11 16 17 21 19
17 14 15 20 21
17 11 14 19 22
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
20 21 18 24 26
21 18 20 25 23
22 19 20 25 23
22 19 20 26 23
20 26 23 21 29
18 25 24 22 30
18 22 23 24 30
18 21 24 26 30
67
Bijlage 2 Tabel C.3: Relatief belang van 25 belangrijkste aandoeningen naar ziektelast binnen specifieke allochtone groepen (gemeten in Daly’s), naar generatie en herkomstgroep. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw maar gelijke kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Eerste generatie Ant Tur Mar
Tweede generatie Sur Ant Tur Mar
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
1 3 6 2 4
1 2 4 3 5
1 2 4 3 5
1 3 4 2 5
1 3 2 13 14
1 3 2 13 14
1 3 2 24 18
1 3 2 27 18
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
15 5 7 19 12
9 6 7 15 12
10 7 8 17 14
10 6 8 17 13
4 22 16 5 6
5 24 17 4 6
5 35 21 4 7
5 36 22 4 8
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
9 17 10 13 18
10 13 11 16 19
9 12 11 15 20
9 11 12 14 20
17 11 24 20 10
18 11 23 20 10
20 12 32 22 10
20 13 34 24 10
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
11 25 26 35 16
14 21 22 26 18
16 21 23 30 18
15 21 23 30 18
28 7 12 8 33
28 9 12 8 33
37 9 11 8 43
41 9 11 7 44
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
22 49 23 21 27
20 36 23 24 25
19 44 22 24 25
19 43 22 24 25
19 9 25 35 27
19 7 25 36 27
16 6 23 39 27
17 6 21 37 28
68
Bijlage 2 Tabel C.4: Aandeel van niet-westerse herkomstgroepen in de totale ziektelast van Nederland (gemeten in aantal Daly’s voor Nederland als geheel), naar geslacht en aandoening. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw maar gelijke kansen op ziekte.
Aandoening
Aandeel (in % van totaal voor Nederland) Vrouwen Totaal Mannen
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
9.6 9.2 11.9 4.3 3.6
9.1 10.2 16.1 1.0 1.1
9.3 9.9 12.4 2.2 1.7
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
10.7 4.4 4.9 12.3 7.9
6.6 3.1 1.5 23.7 2.0
9.0 3.8 2.4 15.4 3.5
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
3.7 10.6 6.5 5.6
1.5 13.0 3.6 2.7 2.2
2.3 11.2 3.6 3.7 3.2
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
4.5 11.8 10.4 13.6 4.5
1.1 13.0 11.3 27.3 1.8
1.6 12.4 10.9 17.5 2.6
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
8.3 14.6 4.8 3.2 9.3
6.1 49.6 1.6 0.7 6.5
6.9 20.7 2.6 1.2 8.0
69
Bijlage 2 Tabel C.5: Verdeling van de totale ziektelast onder niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in totaal aantal Daly’s) naar generatie en herkomstgroep, voor 25 aandoeningen afzonderlijk. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw maar gelijke kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Aandeel (%) in totaal aantal daly’s (totaal = 100% per aandoening) Eerste generatie Tweede generatie Ant Tur Mar Ov. Sur Ant Tur Mar
Ov.
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
15 16 11 25 25
6 6 6 7 7
15 16 13 19 18
13 13 12 17 15
28 29 28 27 26
6 5 8 2 2
2 2 2 1 1
6 5 8 1 1
5 4 6 0 1
5 4 6 2 3
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
11 24 24 10 15
5 7 7 5 5
13 19 18 11 13
11 17 16 9 11
26 28 27 23 23
8 2 2 9 7
2 0 1 3 2
8 0 1 10 8
7 0 1 9 7
8 1 2 11 9
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde arthritis Infecties ond. luchtw.
24 14 26 22 15
7 6 8 7 5
18 16 18 18 11
16 14 14 15 10
26 30 29 29 21
3 6 2 3 7
1 2 1 1 3
2 5 1 2 9
1 4 1 2 8
3 4 2 3 11
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijk. CZS Endel-, dikkedarmkanker
27 10 12 6 25
7 5 5 4 7
18 11 12 7 19
16 9 10 6 17
27 22 23 17 28
2 9 8 11 2
1 3 3 4 1
1 11 9 14 1
0 10 8 14 0
2 12 10 16 1
Dorsopathieën Aangeboren afwijk. HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
17 4 21 28 17
6 3 6 7 6
17 4 16 17 17
14 4 15 15 15
29 13 26 25 30
5 13 4 2 4
1 5 1 1 1
4 18 3 1 3
3 17 3 1 2
4 21 4 2 3
70
Bijlage 2 Tabel D.1: Rangorde van 57 aandoeningen naar ziektelast (gemeten in aantal Daly’s) onder niet-westerse herkomstgroepen, naar geslacht. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en zonder/met verrekening van verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening
Mannen Vrouwen Zonder Met Zonder Met ziekteziekteverschillen verschillen
Totaal Zonder ziekteverschillen
Met
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
3 4 1 2 7
2 5 8 3 6
1 2 14 5 4
1 2 31 6 4
1 2 3 4 5
1 3 14 4 5
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
5 6 10 8 11
7 25 1 11 4
13 7 6 8 10
18 40 3 13 7
6 7 8 9 10
8 29 2 10 6
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
12 9 56 15 13
12 10 56 13 14
9 19 3 11 15
14 22 10 8 12
11 12 13 14 15
13 15 22 9 12
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
16 14 22 17 18
16 9 21 18 28
12 16 17 21 20
9 5 11 17 33
16 17 18 19 20
11 7 16 19 30
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
21 19 20 25 23
20 24 29 19 17
18 22 25 23 30
15 25 30 16 20
21 22 23 24 25
17 25 28 18 21
Hartfalen Dementie Constitutioneel eczeem Ongevalsletsel sport Inflammatoire darmziekten
26 38 29 24 32
34 39 33 30 31
29 24 27 37 28
32 27 28 37 26
26 27 28 29 30
32 33 31 34 26
Epilepsie Infectieziekten maag en darm Non-Hodgkin lymfomen Huidkanker Maagkanker
30 36 33 37 34
26 23 37 52 35
33 31 35 36 38
23 24 39 55 35
31 32 33 34 35
24 23 40 54 38
Geweld (moord en doodslag)
35
15
39
19
36
20
71
Bijlage 2
Aandoening
Mannen Vrouwen Zonder Met Zonder Met ziekteziekteverschillen verschillen
Totaal Zonder ziekteverschillen
Met
Slokdarmkanker Multiple sclerose Prostaatkanker Acute urineweginfecties
28 44 27 51
47 46 43 50
44 32 57 26
51 34 57 21
37 38 39 40
50 43 49 35
Infecties bovenste luchtwegen Ongevalsletsel bedrijf Influenza Sepsis Parkinson
45 31 40 41 42
42 27 40 32 44
34 49 40 42 43
29 48 38 36 43
41 42 43 44 45
39 37 42 36 46
HIV/AIDS Stoornissen door drugsgebruik Hersenvliesontsteking Syndroom van Down Baarmoederhalskanker
39 43 47 48 56
22 45 38 49 56
48 50 47 45 41
45 49 44 47 46
46 47 48 49 50
27 47 45 48 52
Sexueel overdraagbare aand. Aneurysma van de aorta Zweren maag en 12v. darm Tuberculose Heupfracturen
49 46 50 52 53
36 48 51 41 53
46 53 51 52 54
42 52 50 41 53
51 52 53 54 55
41 51 53 44 55
Decubitus Osteoporose
54 55
54 55
55 56
54 56
56 57
56 57
91339
--
82379
--
173718
--
Totaal
72
Bijlage 2 Tabel D.2: Relatief belang van 25 belangrijkste aandoeningen naar ziektelast binnen specifieke allochtone groepen (gemeten naar Daly’s), naar geslacht en herkomstgroep. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Mannen Ant Tur
Mar
Sur
Vrouwen Ant Tur
Mar
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
9 10 5 2 3
11 12 3 4 7
1 4 9 3 7
2 3 24 6 9
4 5 25 3 2
4 5 22 7 6
1 2 31 11 6
1 2 44 14 4
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
8 19 1 11 4
5 17 1 14 8
6 17 2 10 5
5 21 1 8 4
20 36 1 15 7
14 34 1 13 10
16 29 3 13 7
15 36 3 8 6
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
13 7 56 15 12
13 9 56 21 15
8 15 56 11 14
17 18 56 10 15
12 17 13 9 11
9 21 8 16 11
9 26 18 4 12
22 26 18 5 12
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
14 6 26 20 22
23 2 6 16 24
12 23 20 16 32
12 13 31 14 30
8 6 16 22 26
15 2 3 19 27
5 19 8 14 41
9 7 24 13 40
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
21 30 24 18 17
26 25 28 22 20
18 22 28 19 24
19 20 25 16 7
14 32 27 10 21
20 30 29 17 24
10 25 30 15 28
11 20 29 16 10
Geweld (moord en doodslag)
18
11
17
15
23
14
20
17
73
Bijlage 2 Tabel D.3: Relatief belang van 25 belangrijkste aandoeningen naar ziektelast binnen specifieke allochtone groepen (gemeten in Daly’s), naar generatie en herkomstgroep. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Eerste generatie Ant Tur Mar
Tweede generatie Sur Ant Tur Mar
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
5 4 13 3 2
5 6 9 4 3
1 2 18 5 6
2 3 36 4 5
3 5 6 16 9
3 7 5 18 16
1 2 11 29 22
1 2 23 34 22
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
16 25 1 22 6
11 21 1 15 10
14 15 3 16 10
12 21 1 16 8
8 41 4 7 2
4 39 10 8 6
6 42 16 5 3
8 45 12 5 4
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
12 11 24 9 14
8 12 14 18 16
7 19 27 8 17
15 19 27 9 17
23 12 38 21 10
17 14 32 23 11
20 18 43 19 7
29 18 42 20 9
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
7 8 28 34 26
17 2 7 27 25
9 26 20 25 32
10 18 38 23 31
26 1 15 11 39
37 1 2 12 40
34 13 9 4 46
37 6 17 3 46
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
18 52 27 10 19
24 45 29 19 23
12 44 28 13 24
14 43 25 13 6
19 14 28 29 20
22 15 30 31 24
17 8 31 33 28
16 7 30 32 14
Geweld (moord en doodslag)
29
13
21
20
13
9
10
10
74
Bijlage 2 Tabel D.4: Aandeel van niet-westerse herkomstgroepen in de totale ziektelast van Nederland (gemeten in aantal Daly’s voor Nederland als geheel), naar geslacht en aandoening. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en zonder/met verrekening van verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening
Aandeel (in % van totaal voor Nederland) Mannen Vrouwen Totaal zonder – met zonder – met zonder - met
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
9.6 9.2 11.9 4.3 3.6
11.5 10.0 4.4 3.7 5.5
9.1 10.2 16.1 1.0 1.1
10.6 10.8 6.1 1.1 1.7
9.3 9.9 12.4 2.2 1.7
10.9 10.5 4.6 2.1 2.6
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
10.7 4.4 4.9 12.3 7.9
10.3 1.7 17.2 12.3 14.4
6.6 3.1 1.5 23.7 2.0
5.4 0.5 5.2 23.7 3.0
9.0 3.8 2.4 15.4 3.5
8.3 1.1 8.5 15.4 6.0
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
3.7 10.6
3.7 10.7
2.3 10.8
9.9 7.7
1.5 10.9 2.4 4.1 3.1
2.3 11.2
6.5 5.6
1.5 13.0 3.6 2.7 2.2
3.7 3.2
5.6 4.4
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
4.5 11.8 10.4 13.6 4.5
6.8 24.9 15.1 19.1 3.1
1.1 13.0 11.3 27.3 1.8
1.6 28.6 16.7 38.1 0.9
1.6 12.4 10.9 17.5 2.6
2.5 26.7 16.0 24.4 1.6
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
8.3 14.6 4.8 3.2 9.3
12.6 15.0 3.8 7.0 21.8
6.1 49.6 1.6 0.7 6.5
9.2 50.4 1.3 1.6 15.0
6.9 20.7 2.6 1.2 8.0
10.5 21.1 2.1 2.5 18.6
75
Bijlage 2 Tabel D.5: Verdeling van de totale ziektelast onder niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in totaal aantal Daly’s voor deze groepen tezamen) naar generatie en herkomstgroep, voor 25 aandoeningen afzonderlijk. Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Aandeel (%) in totaal aantal Daly’s (som = 100% per aandoening) Eerste generatie Tweede generatie Ant Tur Mar Ov. Sur Ant Tur Mar
Ov.
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
7 11 17 35 41
3 4 10 7 7
28 21 12 20 13
10 15 3 10 9
28 29 28 24 21
3 4 12 2 4
1 1 4 1 1
11 6 7 1 1
4 4 2 0 1
5 4 5 1 2
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
11 21 31 10 19
7 8 7 5 5
12 28 15 11 12
11 17 15 9 10
26 22 25 23 23
8 1 3 9 8
3 1 1 3 2
8 1 1 10 7
7 0 1 9 6
8 1 2 11 9
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde arthritis Infecties ond. luchtw.
19 22 17 19 16
9 8 10 4 5
24 12 10 22 12
11 9 8 16 9
28 30 50 29 20
2 9 1 3 8
1 2 1 1 3
2 4 0 3 9
1 2 0 2 7
3 3 3 3 11
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijk. CZS Endel-, dikkedarmkanker
24 16 9 6 28
5 11 15 3 9
22 4 12 8 13
16 6 3 7 10
28 20 22 17 35
2 14 6 10 2
0 7 9 4 1
1 4 10 15 0
0 6 3 14 0
2 13 11 16 1
Dorsopathieën Aangeboren afwijk. HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
15 3 23 25 16
4 2 7 6 5
20 4 16 19 9
15 4 13 16 25
29 13 26 27 30
4 11 4 2 4
1 4 1 1 1
5 19 3 1 2
3 18 3 1 4
4 21 4 3 3
76
Bijlage 2 Tabel E.1: Effecten van etnische verschillen in specifieke aandoeningen op de ziektelast in niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in termen van Daly’s) Schattingen op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en zonder/met verrekening van verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening
Dalys zonder ziektemet ziekteverschillen verschillen (1) (2)
Toename in Dalys relatief absoluut absoluut (2-1)/1 (2-1) als % van totaal
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
21415 15904 13206 12472 7160
25093 17003 4847 11574 10798
1.17 1.07 0.37 0.93 1.51
3678 1099 -8359 -898 3638
9.6 2.9 -21.7 -2.3 9.5
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Verstandelijke handicap Ongevalsletsel prive
6827 6278 6027 5812 5529
6269 2346 21278 5812 9394
0.92 0.37 3.53 1.00 1.70
-558 -3932 15250 0 3865
-1.4 -10.2 39.6 0.0 10.0
COPD Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen
5354 4815 4469 3916 3857
5293 4635 3041 5912 5297
0.99 0.96 0.68 1.51 1.37
-61 -180 -1428 1996 1440
-0.2 -0.5 -3.7 5.2 3.7
Artrose Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker
3753 3720 3017 2895 2888
5666 8004 4436 4051 1752
1.51 2.15 1.47 1.40 0.61
1912 4284 1419 1156 -1135
5.0 11.1 3.7 3.0 -2.9
Dorsopathieën Aangeboren afwijkingen HVS Gehoorstoornissen Gezichtsstoornissen Schizofrenie
2748 2466 2281 1892 1658
4149 2515 1826 4108 3857
1.51 1.02 0.80 2.17 2.33
1400 48 -455 2216 2199
3.6 0.1 -1.2 5.8 5.7
Hartfalen Dementie Constitutioneel eczeem Ongevalsletsel sport Inflammatoire darmziekten
1561 1455 1426 1424 1397
1498 1455 1601 1424 1956
0.96 1.00 1.12 1.00 1.40
-64 0 175 0 559
-0.2 0.0 0.5 0.0 1.5
Epilepsie Infectieziekten maag en darm Non-Hodgkin lymfomen Huidkanker
1273 1226 1178 1026
2566 2850 981 57
2.02 2.33 0.83 0.06
1293 1625 -197 -969
3.4 4.2 -0.5 -2.5
Maagkanker
1014
1181
1.17
167
0.4
77
Bijlage 2
Aandoening
Dalys zonder ziektemet ziekteverschillen verschillen (1) (2)
Toename in Dalys relatief absoluut absoluut (2-1)/1 (2-1) als % van totaal
Geweld (moord en doodslag) Slokdarmkanker Multiple sclerose Prostaatkanker Acute urineweginfecties
988 957 872 866 846
4013 290 872 297 1392
4.06 0.30 1.00 0.34 1.65
3025 -667 0 -569 546
7.9 -1.7 0.0 -1.5 1.4
Infecties bovenste luchtwegen Ongevalsletsel bedrijf Influenza Sepsis Parkinson
836 775 649 574 547
1149 1249 892 1349 547
1.37 1.61 1.37 2.35 1.00
313 475 242 775 0
0.8 1.2 0.6 2.0 0.0
HIV/AIDS Stoornissen door drugsgebruik Hersenvliesontsteking Syndroom van Down Baarmoederhalskanker
434 361 310 302 301
1954 361 752 302 183
4.50 1.00 2.43 1.00 0.61
1520 0 443 0 -117
3.9 0.0 1.1 0.0 -0.3
Sexueel overdraagbare aand. Aneurysma van de aorta Zweren maag en 12v. darm Tuberculose Heupfracturen
251 220 143 70 40
894 220 143 758 40
3.56 1.00 1.00 10.81 1.00
643 0 0 688 0
1.7 0.0 0.0 1.8 0.0
32 5
32 5
1.00 1.00
0 0
0.0 0.0
173718
212218
1.22
38500
100.0
Decubitus Osteoporose Totaal
78
Bijlage 2 Tabel E.2: Effecten van etnische verschillen in specifieke aandoeningen op de ziektelast in niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in termen van Daly’s), naar geslacht
Aandoening
Mannen toename toename relatief absoluut
absoluut toename % van relatief totaal
Vrouwen toename absoluut
absoluut % van totaal
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
1.20 1.08 0.37 0.87 1.54
1428 454 -7134 -1175 1944
7.6 2.4 -38.0 -6.3 10.4
1.16 1.06 0.38 1.08 1.47
2250 645 -1225 277 1694
11.4 3.3 -6.2 1.4 8.6
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Ongevalsletsel prive COPD
0.96 0.50 3.51 1.81 0.99
-173 -1817 8351 2649 -29
-0.9 -9.7 44.5 14.1 -0.2
0.82 0.20 3.56 1.53 0.99
-385 -2115 6900 1215 -32
-2.0 -10.7 35.0 6.2 -0.2
Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen Artrose
1.01
49
0.3
1.52 1.37 1.52
927 721 853
4.9 3.8 4.5
0.84 0.68 1.50 1.38 1.50
-229 -1428 1069 718 1059
-1.2 -7.2 5.4 3.6 5.4
Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker Dorsopathieën
2.11 1.46 1.40 0.70 1.52
2015 547 657 -467 628
10.7 2.9 3.5 -2.5 3.3
2.20 1.48 1.39 0.50 1.50
2268 872 498 -669 773
11.5 4.4 2.5 -3.4 3.9
Gezichtsstoornissen Schizofrenie Inflammatoire darmziekten Epilepsie Infectieziekten maag en darm
2.18 2.33 1.40 2.03 2.87
1047 1379 273 704 1126
5.6 7.3 1.5 3.8 6.0
2.16 2.31 1.40 2.00 1.80
1169 820 286 589 499
5.9 4.2 1.5 3.0 2.5
Huidkanker Geweld (moord en doodslag) Slokdarmkanker Prostaatkanker Acute urineweginfecties Ongevalsletsel bedrijf
0.07 4.06 0.33 0.34 1.65 1.65
-499 1890 -498 -569 52 441
-2.7 10.1 -2.7 -3.0 0.3 2.3
0.04 4.07 0.21
-470 1135 -169
-2.4 5.8 -0.9
1.64 1.35
494 34
2.5 0.2
Sepsis HIV/AIDS Hersenvliesontsteking Sexueel overdraagbare aand. Tuberculose
2.87 5.30 2.87 5.30 15.75
552 1412 341 507 351
2.9 7.5 1.8 2.7 1.9
1.80 2.02 1.80 2.02 8.27
223 108 102 136 337
1.1 0.5 0.5 0.7 1.7
1.21
18777
100.0
1.24
19723
100.0
Totaal
79
Bijlage 2 Tabel E.3: Effecten van etnische verschillen in specifieke aandoeningen op de ziektelast in niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in termen van Daly’s), voor mensen afkomstig uit Suriname resp. Antillen en Aruba
Aandoening
Suriname Antillen en Aruba toename toename absoluut toename toename absoluut relatief absoluut % van relatief absoluut % van totaal totaal
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
0.55 0.71 0.56 1.30 2.42
-2023 -1009 -1116 997 2823
-19.6 -9.8 -10.8 9.7 27.4
0.55 0.71 0.67 0.90 1.63
-752 -368 -341 -91 343
-22.1 -10.8 -10.0 -2.7 10.1
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Ongevalsletsel prive COPD
0.88 0.33 4.55 2.10 0.78
-161 -1099 5634 1343 -312
-1.6 -10.6 54.6 13.0 -3.0
1.18 0.43 3.44 1.52 1.37
97 -275 1139 219 149
2.8 -8.1 33.4 6.4 4.4
Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen Artrose
1.48 0.44 1.33 1.45 1.33
461 -692 315 388 354
4.5 -6.7 3.1 3.8 3.4
1.25 0.83 0.95 1.45 0.95
94 -65 -17 130 -16
2.8 -1.9 -0.5 3.8 -0.5
Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker Dorsopathieën
3.27 1.13 1.25 0.69 1.33
1622 75 127 -239 199
15.7 0.7 1.2 -2.3 1.9
5.00 4.58 1.25 0.78 0.95
1147 837 55 -50 -12
33.7 24.6 1.6 -1.5 -0.3
Gezichtsstoornissen Schizofrenie Inflammatoire darmziekten Epilepsie Infectieziekten maag en darm
1.91 2.21 1.27 1.45 1.99
525 430 83 115 220
5.1 4.2 0.8 1.1 2.1
1.91 1.64 1.35 1.55 2.72
132 82 38 54 159
3.9 2.4 1.1 1.6 4.7
Huidkanker Geweld (moord en doodslag) Slokdarmkanker Acute urineweginfecties Ongevalsletsel bedrijf
0.05 3.77 0.30 1.61 1.61
-225 513 -171 115 94
-2.2 5.0 -1.7 1.1 0.9
0.05 6.29 0.30 1.61 1.61
-75 402 -51 42 35
-2.2 11.8 -1.5 1.2 1.0
Sepsis HIV/AIDS Hersenvliesontsteking Sexueel overdraagbare aand. Tuberculose
1.99 3.53 2.03 2.94 9.58
134 216 55 96 137
1.3 2.1 0.5 0.9 1.3
2.72 4.69 2.75 3.97 13.08
75 120 40 58 66
2.2 3.5 1.2 1.7 1.9
Totaal
1.26
10323
100.0
1.25
3407
100.0
80
Bijlage 2 Tabel E.4: Effecten van etnische verschillen in specifieke aandoeningen op de ziektelast in niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in termen van Daly’s), voor mensen afkomstig uit Turkije resp. Marokko.
Aandoening
Turkije toename toename relatief absoluut
absoluut toename % van relatief totaal
Marokko toename absoluut
absoluut % van totaal
Angststoornissen Depressie en dysthymie Alcoholafhankelijkheid Coronaire hartziekten Beroerte
2.17 1.41 0.34 0.97 1.13
5243 1351 -1842 -68 176
48.1 12.4 -16.9 -0.6 1.6
0.95 1.22 0.10 0.52 0.91
-182 599 -2132 -1050 -103
-17.3 56.9 -202.7 -99.8 -9.8
Ongevalsletsel verkeer Longkanker Diabetes Ongevalsletsel prive COPD
0.89 0.54 2.87 1.53 1.33
-164 -564 2190 604 349
-1.5 -5.2 20.1 5.5 3.2
0.89 0.36 3.26 1.54 0.65
-142 -706 2303 533 -323
-13.5 -67.1 218.9 50.6 -30.7
Suicide Borstkanker Reumatoïde artritis Infecties onderste luchtwegen Artrose
0.72 0.38 1.84 1.41 1.84
-288 -517 649 320 590
-2.6 -4.7 6.0 2.9 5.4
0.60 0.36 1.56 1.22 1.56
-344 -419 365 155 336
-32.7 -39.8 34.7 14.7 31.9
Astma Contact eczeem Aangeboren afwijkingen CZS Endel- en dikkedarmkanker Dorsopathieën
0.77 1.54 1.50 0.43 1.84
-181 344 311 -321 473
-1.7 3.2 2.9 -2.9 4.3
1.38 0.46 1.50 0.35 1.56
265 -302 286 -318 265
25.1 -28.7 27.1 -30.3 25.2
Gezichtsstoornissen Schizofrenie Inflammatoire darmziekten Epilepsie Infectieziekten maag en darm
2.35 1.20 1.68 2.71 1.58
469 69 196 458 153
4.3 0.6 1.8 4.2 1.4
2.35 4.00 1.24 2.00 1.49
400 858 58 233 117
38.1 81.6 5.5 22.1 11.2
Huidkanker Geweld (moord en doodslag) Slokdarmkanker Acute urineweginfecties Ongevalsletsel bedrijf
0.06 3.77 0.31 1.61 1.61
-196 585 -129 105 101
-1.8 5.4 -1.2 1.0 0.9
0.06 3.77 0.31 1.74 1.61
-163 503 -117 109 87
-15.5 47.8 -11.1 10.3 8.3
Sepsis HIV/AIDS Hersenvliesontsteking Sexueel overdraagbare aand. Tuberculose
1.56 1.41 1.52 1.60 8.16
65 38 34 32 102
0.6 0.3 0.3 0.3 0.9
1.45 1.27 1.41 1.52 7.74
46 20 26 24 82
4.3 1.9 2.5 2.2 7.8
Totaal
1.31
10897
100.0
1.03
1052
100.0
81
Bijlage 2 Tabel F.1: Verandering tussen 2005 en 2025 in ziektelast van aandoeningen onder niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in termen van Daly’s) Projecties op grond van verandering in bevolkingsopbouw maar constante verschillen in ziekte.
Aandoening Diabetes Angststoornissen Coronaire hartziekten Beroerte Depressie en dysthymie
2005
Daly’s 2025 toename (in %)
Rang 2005 2025
21278 25093 11574 10798 17003
49267 36617 29366 28463 25261
132 46 154 164 49
2 1 4 5 3
1 2 3 4 5
Ongevalsletsel prive Artrose COPD Gezichtsstoornissen Reumatoïde arthritis
9394 5666 5293 4108 5912
15496 14886 13505 12503 11547
65 163 155 204 95
6 11 13 18 9
6 7 8 9 10
Astma Infecties onderste luchtwegen Ongevalsletsel verkeer Verstandelijke handicap Dorsopathieën
8004 5297 6269 5812 4149
9874 9492 8319 6819 6622
23 79 33 17 60
7 12 8 10 17
11 12 13 14 15
Borstkanker Suicide Dementie Alcoholafhankelijkheid Schizofrenie
3041 4635 1455 4847 3857
6566 6268 6206 6152 5953
116 35 326 27 54
22 15 33 14 21
16 17 18 19 20
Contact eczeem Longkanker Geweld (moord en doodslag) Hartfalen Aangeboren afwijkingen CZS
4436 2346 4013 1498 4051
5791 5402 4782 4753 4224
31 130 19 217 4
16 26 20 32 19
21 22 23 24 25
Dikke- en endel-darmkanker Gehoorstoornissen Epilepsie Inflammatoire darmziekten Infectieziekten maag-darm
1752 1826 2566 1956 2850
4141 3983 3489 3142 3131
136 118 36 61 10
30 29 24 27 23
26 27 28 29 30
Maagkanker HIV/AIDS Sepsis` Aangeboren afwijkingen HVS Acute urineweginfecties
1181 1954 1349 2515 1392
2652 2611 2581 2278 2198
125 34 91 -9 58
38 28 36 25 35
31 32 33 34 35
Ongevalsletsel sport Non-Hodgkin lymfomen
1424 981
2182 1955
53 99
34 40
36 37
82
Bijlage 2 Daly’s 2025 toename (in %)
Rang 2005 2025
Aandoening
2005
Ongevalsletsel bedrijf Parkinson Constitutioneel eczeem
1249 547 1601
1810 1797 1717
45 229 7
37 46 31
38 39 40
Infecties bovenste luchtwegen Multiple sclerose Tuberculose SOA Influenza
1149 872 758 894 892
1607 1524 1364 1164 1158
40 75 80 30 30
39 43 44 41 42
41 42 43 44 45
Prostaatkanker Hersenvliesontsteking Aneurysma van de aorta Slokdarmkanker Stoornissen gebruik van drugs
297 752 220 290 361
933 753 657 635 457
214 0 199 119 27
49 45 51 50 47
46 47 48 49 50
Syndroom van Down Zweren maag en duodenum Baarmoederhalskanker Heupfracturen Decubitus
302 143 183 40 32
410 339 330 130 117
36 137 80 225 269
48 53 52 55 56
51 52 53 54 55
57 5
100 22
74 364
54 57
56 57
25093
36617
46
--
--
Huidkanker Osteoporose Totaal
83
Bijlage 2 Tabel F.2: Het aandeel van niet-westerse herkomstgroepen in de totale ziektelast in Nederland (gemeten als % van het aantal Daly’s voor Nederland als geheel), naar periode. Projecties voor 2025 op grond van (a) constante etnische verschillen in ziekte en (b) gedeeltelijke convergentie naar het autochtone niveau.
Aandoening Diabetes Angststoornissen Coronaire hartziekten Beroerte Depressie en dysthymie
Aandeel (%) in aantal Daly’s voor heel Nederland 2005 2025 – 2025 – geen enige conver conver gentie gentie
Waarvan % van ziektelast in eerste generatie (i.p.v. tweede generatie) 2005 2025 – 2025 – geen enige conver conver gentie gentie
8.5 10.9 2.1 2.6 10.5
17.7 16.0 4.4 5.9 15.9
13.9 15.0 4.5 5.3 15.5
92 77 95 92 81
86 59 90 89 61
90 60 90 90 61
6.0 2.5 2.3 2.5 5.6
9.1 6.0 4.8 6.8 10.4
7.7 5.4 4.8 5.8 9.2
68 95 91 93 90
68 90 88 92 79
72 91 88 94 81
Astma Infecties onderste luchtwegen Ongevalsletsel verkeer Verstandelijke handicap Dorsopathieën
26.7 4.4 8.3 15.4 10.5
33.4 6.7 10.6 18.9 16.3
25.4 6.1 11.0 18.9 14.3
56 62 66 58 83
48 72 51 43 67
55 74 51 43 70
Borstkanker Suicide Dementie Alcoholafhankelijkheid Schizofrenie
2.4 10.8 0.6 4.6 18.6
5.4 15.1 2.1 6.0 29.4
6.2 15.4 2.1 10.6 23.0
94 80 94 71 86
83 55 96 48 66
81 55 96 39 72
Contact eczeem Longkanker Geweld (moord en doodslag) Hartfalen Aangeboren afwijkingen CZS
16.0 1.4 61.8 1.1 24.4
20.8 2.7 78.0 2.9 26.7
17.9 4.1 50.7 2.9 22.9
62 96 64 92 41
52 89 43 92 35
55 84 54 92 37
Dikke- en endel-darmkanker Gehoorstoornissen Epilepsie Inflammatoire darmziekten Infectieziekten maag-darm
1.6 2.1 19.8 10.3 26.9
3.3 3.9 26.1 16.0 29.1
4.0 4.2 20.6 14.3 21.3
95 84 66 87 42
88 82 55 68 41
86 80 61 71 48
Maagkanker HIV/AIDS Sepsis`
3.6 50.0 7.8
7.0 70.6 13.3
6.7 48.3 10.7
94 85 74
86 58 78
87 68 82
Ongevalsletsel prive Artrose COPD Gezichtsstoornissen Reumatoïde arthritis
84
Bijlage 2
Aandoening
Aandeel (%) in aantal Daly’s voor heel Nederland 2005 2025 – 2025 – geen enige conver conver gentie gentie
Waarvan % van ziektelast in eerste generatie (i.p.v. tweede generatie) 2005 2025 – 2025 – geen enige conver conver gentie gentie
Aangeboren afwijkingen HVS Acute urineweginfecties
21.1 8.8
20.5 13.4
20.3 11.3
27 70
24 62
24 66
Ongevalsletsel sport Non-Hodgkin lymfomen Ongevalsletsel bedrijf Parkinson Constitutioneel eczeem
6.0 3.3 13.7 1.1 17.6
8.3 6.0 18.1 3.1 19.4
8.3 6.4 15.4 3.1 18.3
68 89 79 94 41
64 80 62 94 38
64 79 66 94 39
Infecties bovenste luchtwegen Multiple sclerose Tuberculose SOA Influenza
15.5 7.0 52.6 51.5 12.1
22.4 12.6 84.8 68.6 15.1
19.9 12.6 57.6 47.3 13.4
76 91 83 76 57
56 74 73 51 53
59 74 82 60 56
Prostaatkanker Hersenvliesontsteking Aneurysma van de aorta Slokdarmkanker Stoornissen gebruik van drugs
1.0 31.1 2.1 1.1 12.8
1.8 30.7 4.5 2.1 18.2
2.7 21.9 4.5 3.5 18.2
97 27 97 96 84
95 36 95 88 52
92 44 95 83 52
Syndroom van Down Zweren maag en duodenum Baarmoederhalskanker Heupfracturen Decubitus
12.1 2.1 3.4 0.8 0.7
16.6 4.4 6.3 2.4 2.4
16.6 4.4 7.8 2.4 2.4
54 91 92 89 96
62 85 73 92 95
62 85 69 92 95
Huidkanker Osteoporose
0.3 0.4
0.5 1.6
3.7 1.6
91 94
75 97
57 97
Totaal
4.9
8.0
7.5
78
73
75
85
Bijlage 2 Tabel F.3: Het aandeel van de tweede generatie in de totale ziektelast van nietwesterse herkomstgroepen (gemeten als % van het aantal Daly’s), naar herkomstland en periode. Projecties op grond van verandering in bevolkingsopbouw maar constante verschillen in ziekte.
Aandoening Sur
Aandeel (%) in aantal Daly’s (som = 100% voor eerste plus tweede generatie) 2005 2025 Ant Tur Mar Ov. Sur Ant Tur Mar
Ov.
Diabetes Angststoornissen Coronaire hartziekten Beroerte Depressie en dysthymie
9 29 6 9 25
10 24 7 11 21
7 27 3 7 23
6 27 2 7 21
7 15 4 8 13
15 44 12 12 44
15 35 11 12 34
15 48 11 12 45
13 51 9 11 47
10 30 6 9 28
Ongevalsletsel prive Artrose COPD Gezichtsstoornissen Reumatoïde artritis
31 6 10 7 12
31 7 11 9 13
37 3 8 5 11
38 2 8 5 9
28 6 9 9 9
28 12 13 9 23
30 11 13 9 21
33 10 12 7 24
36 9 11 6 23
32 8 10 8 15
Astma Infecties onderste luchtwegen Ongevalsletsel verkeer Verstandelijke handicap
47
40
50
52
39
52
48
56
61
50
33 41 48
35 32 39
44 40 48
46 39 49
35 23 31
23 49 61
29 41 49
27 54 62
30 58 67
31 42 49
Dorsopathieën Borstkanker Suicide Dementie Alcoholafhankelijkheid
21 7 28 5 40
19 8 23 9 29
19 5 24 2 36
18 4 21 1 34
12 5 9 10 16
37 20 53 5 59
30 19 36 4 42
38 20 52 1 59
39 18 54 1 63
24 15 35 6 47
Schizofrenie Contact eczeem Longkanker Geweld (moord, doodslag) Hartfalen Aangeboren afwijk CZS
20 42 6
17 36 6
16 44 2
14 45 1
10 34 5
39 48 15
29 44 13
40 53 12
41 57 10
23 47 7
45 7 64
35 10 52
42 6 67
42 6 68
26 9 48
64 9 64
47 8 60
64 7 69
68 6 75
48 7 60
86
Bijlage 2 Tabel F.4: Verdeling van de totale ziektelast onder niet-westerse herkomstgroepen (gemeten in totaal aantal Daly’s voor deze groepen tezamen) naar herkomstgroep, voor 25 aandoeningen afzonderlijk. Projecties op grond van verschillen in bevolkingsopbouw en verschillen in kansen op ziekte.
Aandoening Sur
Aandeel (%) in totaal aantal daly’s (totaal = 100% per aandoening, per periode) 2005 2025 Ant Tur Mar Ov. Sur Ant Tur Mar
Ov.
Diabetes Angststoornissen Coronaire hartziekten Beroerte Depressie en dysthymie
34 10 37 45 14
8 4 7 8 5
16 39 20 14 27
16 14 10 10 19
27 33 25 23 34
31 9 34 41 12
7 4 7 8 5
17 38 22 15 28
17 15 11 11 22
28 34 26 24 33
Ongevalsletsel prive Artrose COPD Gezichtsstoornissen Reumatoïde artritis
27 25 21 27 22
7 5 10 7 5
18 23 26 20 24
16 16 12 17 17
31 30 31 30 32
26 23 20 24 20
7 5 11 7 5
18 25 27 22 26
17 18 12 20 19
32 29 30 28 31
Astma Infecties onderste luchtwegen Ongevalsletsel verkeer Verstandelijke handicap
29
18
8
12
33
25
19
7
12
37
24 19 19
8 10 8
21 20 21
16 18 19
31 33 34
23 17 15
9 11 8
20 19 20
17 19 20
31 34 37
Dorsopathieën Borstkanker Suicide Dementie Alcoholafhankelijkheid
19 18 31 39 29
5 11 10 8 14
25 10 16 15 19
18 8 11 11 5
33 53 33 27 33
17 15 27 29 25
5 9 11 8 15
26 11 16 21 19
19 9 12 19 5
33 55 35 24 36
Schizofrenie Contact eczeem Longkanker Geweld (moord, doodslag) Hartfalen Aangeboren afwijk CZS
20 15 23 17 44 16
5 24 9 12 7 7
11 22 28 20 18 23
30 6 17 17 9 21
34 33 23 34 22 33
18 13 21 14 38 13
5 26 9 13 8 8
11 21 30 19 20 19
32 6 17 18 11 21
33 35 23 36 23 39
87
Bijlage 2
88
Referenties
Referenties Agyemang C, Bindraban N, Mairuhu G, Montfrans G, Koopmans R, Stronks K. Prevalence, awareness, treatment, and control of hypertension among Black Surinamese, South Asian Surinamese and White Dutch in Amsterdam, The Netherlands: the SUNSET study. J.Hypertens. 2005;23:1971-7. Agyemang C, Ujcic-Voortman J, Uitenbroek D, Foets M, Droomers M. Prevalence and management of hypertension among Turkish, Moroccan and native Dutch ethnic groups in Amsterdam, the Netherlands: The Amsterdam Health Monitor Survey. J.Hypertens. 2006;24:2169-76. Agyemang C, van V, I, Koopmans R, Stronks K. Factors associated with hypertension awareness, treatment and control among ethnic groups in Amsterdam, the Netherlands: the SUNSET study. J.Hum.Hypertens. 2006;20:874-81. Agyemang C, van V, I, van den Born BJ, Stronks K. Prevalence and determinants of prehypertension among African Surinamese, Hindustani Surinamese, and White Dutch in Amsterdam, the Netherlands: the SUNSET study. Eur.J.Cardiovasc.Prev.Rehabil. 2007;14:775-81. Agyemang C, van Hooijdonk C, Wendel-Vos W, Ujcic-Voortman JK, Lindeman E, Stronks K et al. Ethnic differences in the effect of environmental stressors on blood pressure and hypertension in the Netherlands. BMC.Public Health 2007;7:118. Agyemang C, van V, I, van den Born BJ, Stronks K. Prevalence of microalbuminuria and its association with pulse pressure in a multi-ethnic population in Amsterdam, the Netherlands. The SUNSET Study. Kidney Blood Press Res. 2008;31:38-46. Anthony S, Kateman H, Brand R, den Ouden AL, Dorrepaal CA, van der Pal-de Bruin KM et al. Ethnic differences in congenital malformations in the Netherlands: analyses of a 5-year birth cohort. Paediatr.Perinat.Epidemiol. 2005;19:135-44. Bakker MK, Cornel MC, de Walle HE. [Awareness and periconceptional use of folic acid among non-western and western women in the Netherlands following the 1995 publicity campaign]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2003;147:2426-30. Bax CJ, Oostvogel PM, Mutsaers JA, Brand R, Craandijk M, Trimbos JB et al. Clinical characteristics of Chlamydia trachomatis infections in a general outpatient department of obstetrics and gynaecology in the Netherlands. Sex Transm.Infect. 2002;78:E6.
89
Referenties Bindraban NR, Stronks K, Klazinga NS. [Cardiovascular risk factors for Surinamese in the Netherlands: a literature review]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2003;147:1591-4. Boer Ad. Toekomstverkenning informele zorg. Den Haag: SCP, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2007. Bos G. Etnische verschillen in diabetes, risicofactoren voor hart- en vaatziekten en zorggebruik : resultaten van de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004. Bilthoven: RIVM, 2007. Bos V, Kunst AE, Keij-Deerenberg IM, Garssen J, Mackenbach JP. Ethnic inequalities in age- and cause-specific mortality in The Netherlands. Int.J.Epidemiol. 2004;33:1112-9. Bos V, Kunst AE, Garssen J, Mackenbach JP. Socioeconomic inequalities in mortality within ethnic groups in the Netherlands, 1995-2000. J.Epidemiol.Community Health 2005;59:329-35. Bouwhuis CB, Kromhout MM, Twijnstra MJ, Buller HA, Moll HA. [Few ethnic differences in acute pediatric problems: 10 years of acute care in the Sophia Children's Hospital in Rotterdam]]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2001;145:1847-51. Brussaard JH, Erp-Baart MA, Brants HA, Hulshof KF, Lowik MR. Nutrition and health among migrants in The Netherlands. Public Health Nutr. 2001;4:659-64. Bulk-Bunschoten AM, van Bodegom S, Reerink JD, de Jong PC, de Groot CJ. Weight and weight gain at 4 months (The Netherlands 1998): influences of nutritional practices, socio-economic and ethnic factors. Paediatr.Perinat.Epidemiol. 2002;16:361-9. Bulk-Bunschoten AM, Pasker-de Jong PC, van Wouwe JP, de Groot CJ. Ethnic variation in infant-feeding practices in the Netherlands and weight gain at 4 months. J.Hum.Lact. 2008;24:42-9. Burg JCM, Schellevis FG. De incidentie van astma en COPD in relatie tot etniciteit. [Utrecht]: NIVEL, 2001. Castel A. Gedragsdeterminanten van sigaretten- en alcoholgebruik onder asielzoekers in asielzoekerscentra. Heerlen: Open Universiteit Nederland, 2005. Chandie Shaw PK, Vandenbroucke JP, Tjandra YI, Rosendaal FR, Rosman JB, Geerlings W et al. Increased end-stage diabetic nephropathy in Indo-Asian immigrants living in the Netherlands. Diabetologia 2002;45:337-41. Cornelisse-Vermaat JR,.van den Brink HM. Ethnic differences in lifestyle and overweight in the Netherlands. Obesity.(Silver.Spring) 2007;15:483-93.
90
Referenties de Graaf H, Meijer S, Poelman J, Vanwesenbeek I. Seks onder je 25ste. Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland anno 2005. Utrecht. Rutgers Nisso Groep. 2005. de Graaf R, Knippers EW, Bijl RV. [Prevalence and relevant background characteristics of deafness and severe hearing loss in the Netherlands]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1998;142:1819-23. de Graaff FM,.Francke AL. Zorg voor Turkse en Marokkaanse ouderen in Nederland. Verpleegkunde 2002;17:131-9. Devillé W,.Groenewegen P. Is self-rated health lower in refugees in the Netherlands compared to other migrants? European Journal of Public Health 2004;14:97. Devillé W, Uiters E, Westert G, Groenewegen P. Perceived health and consultation of GPs among ethnic minorities compared to the general population in the Netherlands. pp 85-96. 2006. Devillé WLJM, Drewes JBJ. Gezondheidstoestand en zorggebruik. p I. 2003. Dijkshoorn H. Ongezonde leefgewoonten in Amsterdam : verschillen tussen Turken, Marokkanen en Nederlanders. Amsterdam: Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, cluster EDG, 2002. Dijkshoorn H, Uitenbroek DG, Middelkoop BJ. [Prevalence of diabetes mellitus and cardiovascular disease among immigrants from Turkey and Morocco and the indigenous Dutch population]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2003;147:1362-6. Dijkshoorn H. De gezondheid van Surinamers in Amsterdam De gezondheid van Surinamers in Amsterdam. Amsterdam: GGD Amsterdam, cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG), 2006. Dijkstra S, Klok M, van Hoogenhuyze D, Sauerwein HP, Berghout A. Ischaemic heart disease in Turkish migrants with type 2 diabetes mellitus in The Netherlands: wait for the next generation? Neth.J.Med. 2002;60:434-7. Eland A, Rigter H. Allochtonen en verslavingszorg : achtergrondstudie Nationale Drugmonitor. Utrecht: Bureau NDM, 2001. Elders LA, Burdorf A, Ory FG. Ethnic differences in disability risk between Dutch and Turkish scaffolders. J.Occup.Health 2004;46:391-7. Engelhard D. Met kennis van feiten : vluchtelingen, nieuwkomers en gezondheid in cijfers. Utrecht: Pharos, 2007. Erp-Baart MA, Westenbrink S, Hulshof KF, Brussaard JH. Assessment of dietary intake among Moroccan women and Surinam men. Ethn.Health 2001;6:145-54.
91
Referenties Feldmann CT,.Engelkes PE. [Missed infections in immigrant children and the medical care for underage refugees]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1999;143:2166-7. Fredriks AM, Van Buuren S, Sing RA, Wit JM, Verloove-Vanhorick SP. Alarming prevalences of overweight and obesity for children of Turkish, Moroccan and Dutch origin in The Netherlands according to international standards. Acta Paediatr. 2005;94:496-8. Gerritsen AA, Devillé W, van der Linden FA, Bramsen I, van Willigen LH, Hovens JE et al. [Mental and physical health problems of, and the use of healthcare by, Afghan, Iranian and Somali asylum seekers and refugees]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2006;150:1983-9. Gerritsen AA, Bramsen I, Devillé W, van Willigen LH, Hovens JE, van der Ploeg HM. Physical and mental health of Afghan, Iranian and Somali asylum seekers and refugees living in the Netherlands. Soc.Psychiatry Psychiatr.Epidemiol. 2006;41:18-26. Gerritsen AA, Bramsen I, Devillé W, van Willigen LH, Hovens JE, van der Ploeg HM. Use of health care services by Afghan, Iranian, and Somali refugees and asylum seekers living in The Netherlands. Eur.J.Public Health 2006;16:394-9. Gerritsen AAM, van der Ploeg HM, Devillé W, Lamkaddem M. "Gevlucht gezond?": een onderzoek naar de gezondheid van, en het zorggebruik door asielzoekers en vluchtelingen in Nederland. Utrecht: NIVEL, 2005. Gerritsen AAM, Devillé W, van der Linden FAH, Bramsen I, van Willigen LHM, Hovens JEJM et al. Psychische en lichamelijke gezondheidsproblemen van en gebruik van zorg door Afghaanse, Iraanse en Somalische asielzoekers en vluchtelingen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2006;150:1983-9. Gotz HM, Veldhuijzen IK, Ossewaarde JM, de Zwart O, Richardus JH. Chlamydia trachomatis infections in multi-ethnic urban youth: a pilot combining STI health education and outreach testing in Rotterdam, Netherlands. Sex Transm.Infect. 2006;82:148-52. Gras MJ, Weide JF, Langendam MW, Coutinho RA, van den HA. HIV prevalence, sexual risk behaviour and sexual mixing patterns among migrants in Amsterdam, The Netherlands. AIDS 1999;13:1953-62. Gras MJ, Van Benthem BH, Coutinho RA, van den HA. Determinants of high-risk sexual behavior among immigrant groups in Amsterdam: implications for interventions. J.Acquir.Immune.Defic.Syndr. 2001;28:166-72. Heijboer H, van dT, X, Peters M, Knuist M, Prins J, Heymans HS. [One year of neonatal screening for sickle-cell disease in Emma Children's Hospital/Academic Medical Center in Amsterdam]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2001;145:1795-9.
92
Referenties Heijmans M, Rijken M, Dekker J. Mensen met astma en COPD in Nederland : een overzicht van de kwaliteit van leven, het zorggebruik en de maatschappelijke positie. Utrecht: Patiëntenpanel Chronisch Zieken, 2000. Ho L, Bos V, Kunst AE. Differences in cause-of-death patterns between the native Dutch and persons of Indonesian descent in the Netherlands. Am.J.Public Health 2007;97:1616-8. Hosper K, Klazinga NS, Stronks K. Acculturation does not necessarily lead to increased physical activity during leisure time: a cross-sectional study among Turkish young people in the Netherlands. BMC.Public Health 2007;7:230. Hosper K, Nierkens V, Nicolaou M, Stronks K. Behavioural risk factors in two generations of non-Western migrants: do trends converge towards the host population? Eur.J.Epidemiol. 2007;22:163-72. Hulshoff C. Allochtone jongeren : seksualiteit & veilig vrijen : 'Ook over seks valt met ouders te praten'. Amsterdam: De Meren, afdeling Preventie Zorg en Onderzoek, 1998. Jongh Dd, Ee Mv. Onderzoek naar gezondheidsbeïnvloedende factoren ervaren door asielzoekers in een asielzoekerscentrum. Laren: [s.n.], 2002. Kalsbeek H, Zijlstra-Remon N, Filedt Kok-Weimar TL. [Oral health and dental care in refugee children]. Ned.Tijdschr.Tandheelkd. 2001;108:404-7. Kerver F, Westerveld A. Gezondheidsverkenningen 2003 : factoren en omstandigheden die de gezondheid van asielzoekers beïnvloeden. Groningen: Medische Opvang Asielzoekers Noord-Nederland, 2004. Knorth, E. J. and Eldering, L. Residentiële zorg voor allochtone jongeren : Aantallen, problematiek, plaatsing en hulpverlening. Kind en adolescent : Tijdschrift voor Pedagogiek , 58-72. 1997. Koedijk FD, op de Coul EL, Boot HJ, van de Laar MJ. [Hepatitis B surveillance in the Netherlands, 2002-2005: acute infection is mainly via sexual contact while chronic infection is via vertical transmission through mothers from endemic regions]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2007; 151:2389-94. Koopman LP, Wijga A, Smit HA, de Jongste JC, Kerkhof M, Gerritsen J et al. Early respiratory and skin symptoms in relation to ethnic background: the importance of socioeconomic status; the PIAMA study. Arch.Dis.Child 2002;87:482-8. Koopmanschap, Marc A. Volksgezondheid Toekomst Verkenning 1997 : van zorgbehoefte naar zorggebruik. Tijdschrift voor sociale gezondheidszorg : 14daags blad van de Algemene Nederlandse Vereniging voor Sociale Gezondheidszorg , 366-367. 1997.
93
Referenties Koppenaal H, Bos CA, Broer J. [High mortality due to infectious diseases and unnatural causes of death among asylum seekers in the Netherlands, 19981999]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2003;147:391-5. Kraal K, Wolff R. Zorg voor ons : een onderzoek naar Marokkaanse ouderen en zorg. Amsterdam: Aksant, 2005. Kreuger FA, van Oers HA, Nijs HG. Cervical cancer screening: spatial associations of outcome and risk factors in Rotterdam. Public Health 1999;113:111-5. Kulu Glasgow I, Weide MG, Bakker DH, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg U. Influenzavaccinatie onder allochtone en autochtone ouderen. Utrecht: NIVEL, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, 2000. Kuyvenhoven JV, Lambregts-van Weezenbeek CS, Annee-van Bavel JA. [Tuberculosis in asylum seekers in The Netherlands]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1997;141:581-4. Laban CJ, Gernaat HB, Komproe IH, De Jong JT. Prevalence and predictors of health service use among Iraqi asylum seekers in the Netherlands. Soc.Psychiatry Psychiatr.Epidemiol. 2007;42:837-44. Lamkaddem M, Devillé W. Asielzoekers en hun minderjarige kinderen: dossiergegevens. pp 22-40. 2005. Lamkaddem M, Spreeuwenberg PM, Deville WL, Foets M, Groenewegen PP. Changes in health and primary health care use of Moroccan and Turkish migrants between 2001 and 2005: a longitudinal study. BMC.Public Health 2008;8:40. Lanting CI, van Wouwe JP, Reijneveld SA. Infant milk feeding practices in the Netherlands and associated factors. Acta Paediatr. 2005;94:935-42. Leest LATM, Dis SJ, Verschuren WMM. Hart- en vaatziekten bij allochtonen in Nederland : een cijfermatige verkenning naar leefstijl- en risicofactoren, ziekte en sterfte. Bilthoven: RIVM, 2002. Lovera Rivas A, Overbeeke J, Broer J. Gezondheidsverkenningen 2005 : factoren en omstandigheden die de gezondheid van asielzoekers beïnvloeden. Groningen: Medische Opvang Asielzoekers Noord-Nederland, 2006. Mackenbach JP, Bos V, Garssen MJ, Kunst AE. [Mortality among non-western migrants in The Netherlands]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2005;149:917-23. Manna DR, Bootsma AH, Lamberts SW, Mackenbach JP. [Relation between ethnicity and reason for referral of new patients to the Internal Medicine
94
Referenties outpatient clinic of the Academic Hospital Rotterdam-Dijkzigt, 1997]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2000;144:1785-9. MCA Communicatie U. Alcoholgebruik onder allochtonen in Nederland : kwantitatief onderzoek onder Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen, februari-maart 2000 : tekstrapport. Utrecht: Nationaal Instituut voor gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ), 2000. Monshouwer K, Van Dorsselaer S, Van Os J, Drukker M, de Graaf R, Ter Bogt T et al. Ethnic composition of schools affects episodic heavy drinking only in ethnicminority students. Addiction 2007;102:722-9. Monshouwer, Karin, Smit, Filip, and Spruit, Inge. Alcohol-, tabak- en cannabisgebruik bij scholieren naar etnische achtergrond. TSG : tijdschrift voor gezondheidswetenschappen , 172-177. 2002. Murad SD, Joung IM, van Lenthe FJ, Bengi-Arslan L, Crijnen AA. Predictors of self-reported problem behaviours in Turkish immigrant and Dutch adolescents in the Netherlands. J.Child Psychol.Psychiatry 2003;44:412-23. Nicolaou M, van Dam RM, Stronks K. Acculturation and education level in relation to quality of the diet: a study of Surinamese South Asian and AfroCaribbean residents of the Netherlands. J.Hum.Nutr.Diet. 2006;19:383-93. Nierkens V, de Vries H, Stronks K. Smoking in immigrants: do socioeconomic gradients follow the pattern expected from the tobacco epidemic? Tob.Control 2006;15:385-91. Oort Mv, Devillé W, Bakker Dd. Monitoring huisartsenzorg aan asielzoekers. Utrecht: NIVEL, 2003. Otters H, Schellevis FG, Damen J, van der Wouden JC, Suijlekom-Smit LW, Koes BW. Epidemiology of unintentional injuries in childhood: a population-based survey in general practice. Br.J.Gen.Pract. 2005;55:630-3. Özyer H, Erasmus Universiteit RIBeM. AWBZ-zorg en Turkse ouderen : een onderzoek naar de gezondheidstoestand, zorgbehoefte, zorgvraag en zorggebruik van Turkse ouderen uit Rotterdam-Noord. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 2004. Pasaribu IC, TNO Preventie en Gezondheid L. De taken en utvoering van de medische opvang aan jeugdige asielzoekers : (een dossieronderzoek naar protocollen, registratie en contactmomenten). Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2004. Poort EC. Turkse en Marokkaanse ouderen in Amsterdam '99-'00 : gezondheid, zelfredzaamheid en zorggebruik : Amsterdamse gezondheidsmonitor 1999-2000.
95
Referenties Amsterdam: Gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst Amsterdam, Cluster EDG, 2001. Raghoebier R, Coolen J. Toegang tot zorgvoorzieningen voor migranten met een verstandelijke beperking : een verkenning van knelpunten en kansen. Utrecht: NIZW, 2002. Reelick NF, Gilst ECH, Driel HF. De gezondheid van Marokkanen in vijf steden. [Rotterdam]: GGD Rotterdam e.o., Sector Gezondheidsbevordering, 1998. Reijneveld S, Verheij R, van Herten L, de Bakker D. Contacts of general practitioners with illegal immigrants. Scand.J.Public Health 2001;29:308-13. Reijneveld SA. Reported health, lifestyles, and use of health care of first generation immigrants in The Netherlands: do socioeconomic factors explain their adverse position? J.Epidemiol.Community Health 1998;52:298-304. Reijneveld SA, Verheij RA, de Bakker DH. Relative importance of urbanicity, ethnicity and socioeconomic factors regarding area mortality differences. J.Epidemiol.Community Health 1999;53:444-5. Reijneveld SA, Herten LM. Toegankelijkheid van zorg voor illegalen. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid, 2000. Reijneveld SA. Neighbourhood socioeconomic context and self reported health and smoking: a secondary analysis of data on seven cities. J.Epidemiol.Community Health 2002;56:935-42. Reineveld, S. A., Haveman, H. B., Uniken, P., and Venema, P. Migranten en gezondheidszorg. Tijdschrift voor sociale gezondheidszorg : 14-daags blad van de Algemene Nederlandse Vereniging voor Sociale Gezondheidszorg , 106. 1997. Schellingerhout R. Cijferrapport allochtone ouderen. Den Haag: SCP, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2004. Schulpen TW, van Steenbergen JE, van Driel HF. Influences of ethnicity on perinatal and child mortality in the Netherlands. Arch.Dis.Child 2001;84:222-6. Schulpen TW, van Wieringen JC, van Brummen PJ, van Riel JM, Beemer FA, Westers P et al. Infant mortality, ethnicity, and genetically determined disorders in The Netherlands. Eur.J.Public Health 2006;16:291-4. Selten JP, Wierdsma A, Mulder N, Burger H. Treatment seeking for alcohol and drug use disorders by immigrants to the Netherlands: retrospective, populationbased, cohort study. Soc.Psychiatry Psychiatr.Epidemiol. 2007;42:301-6.
96
Referenties Spee-van der Wekke J, Hirasing RA, Meulmeester JF, Radder JJ. Childhood nocturnal enuresis in The Netherlands. Urology 1998;51:1022-6. Steenbergen, J. E. and Hoogenboezem, J. Mortaliteitsverschillen tussen Turkse, Marokkaanse en Nederlandse kinderen in Nederland. Maandbericht gezondheidsstatistiek , 4. 1997. Stellinga-Boelen AA, Wiegersma PA, Bijleveld CM, Verkade HJ. Obesity in asylum seekers' children in The Netherlands--the use of national reference charts. Eur.J.Public Health 2007;17:555-9. Stellinga-Boelen AA, Wiegersma PA, Bijleveld CM. Dietary intake in asylum seeker children in The Netherlands, strongly related to age and origin. Eur.J.Clin.Nutr. 2007;61:104-10. Stirbu I, Kunst AE, Bos V, Mackenbach JP. Differences in avoidable mortality between migrants and the native Dutch in The Netherlands. BMC.Public Health 2006;6:78. Stirbu I, Kunst AE, Bos V, van Beeck EF. Injury mortality among ethnic minority groups in the Netherlands. J.Epidemiol.Community Health 2006;60:249-55. Stirbu I, Kunst AE, Vlems FA, Visser O, Bos V, Deville W et al. Cancer mortality rates among first and second generation migrants in the Netherlands: Convergence toward the rates of the native Dutch population. Int.J.Cancer 2006;119:2665-72. Stronks K, Ravelli AC, Reijneveld SA. Immigrants in the Netherlands: equal access for equal needs? J.Epidemiol.Community Health 2001;55:701-7. Tak NI, Te Velde SJ, Brug J. Ethnic differences in 1-year follow-up effect of the Dutch Schoolgruiten Project - promoting fruit and vegetable consumption among primary-school children. Public Health Nutr. 2007;10:1497-507. te Beek LA, van der Werf MJ, Richter C, Borgdorff MW. Extrapulmonary tuberculosis by nationality, The Netherlands, 1993-2001. Emerg.Infect.Dis. 2006;12:1375-82. Termorshuizen F,.van de Laar MJ. [The epidemiology of hepatitis A in the Netherlands, 1957-1998]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1998;142:2364-8. Termorshuizen F, Dorigo-Zetsma JW, de Melker HE, van den HS, Conyn-Van Spaendonck MA. The prevalence of antibodies to hepatitis A virus and its determinants in The Netherlands: a population-based survey. Epidemiol.Infect. 2000;124:459-66.
97
Referenties Troe EJ, Bos V, Deerenberg IM, Mackenbach JP, Joung IM. Ethnic differences in total and cause-specific infant mortality in The Netherlands. Paediatr.Perinat.Epidemiol. 2006;20:140-7. Troe EJ, Raat H, Jaddoe VW, Hofman A, Looman CW, Moll HA et al. Explaining differences in birthweight between ethnic populations. The Generation R Study. BJOG. 2007;114:1557-65. Troe EJ, Kunst AE, Bos V, Deerenberg IM, Joung IM, Mackenbach JP. The effect of age at immigration and generational status of the mother on infant mortality in ethnic minority populations in The Netherlands. Eur.J.Public Health 2007;17:134-8. Uiters E, Westert GP, Devillé W, Verheij RA. Duiden gegevens over zorggebruik op een toegankelijkheidsprobleem in de grote steden? pp 50-64. 2003. Uiters E, Devillé W, Westert GP, Verheij RA, Foets M, Groenewegen PP. Etnische verschillen in zorggebruik. TSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2003;81:20. Uiters E, Devillé W, Foets M, Westert GP, Verheij RA, Groenewegen PP. Is er samenhang tussen stedelijkheid en etnische verschillen in zorggebruik? TSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2005;83:205-12. Uiters E. LINH-cijfers: allochtonen voelen zich minder gezond, gaan ze dus ook vaker naar de huisarts? Huisarts en Wetenschap 2005;48:153. Uiters E, van Dijk L, Deville W, Foets M, Spreeuwenberg P, Groenewegen PP. Ethnic minorities and prescription medication; concordance between self-reports and medical records. BMC.Health Serv.Res. 2006;6:115. Uiters E, Bus A, Verheij R. Zorggebruik. pp 61-5. 2007. Uiters EH, Devillé W, Groenewegen PP, Foets M. Health care utilisation by ethnic minorities in the Netherlands. European Journal of Public Health 2003;13:73. Uiters E. Primary Health Care Use among Ethnic Minorities in the Netherlands. Utrecht: 2007. Uitewaal PJ, Goudswaard AN, Ubink-Veltmaat LJ, Bruijnzeels MA, Hoes AW, Thomas S. Cardiovascular risk factors in Turkish immigrants with type 2 diabetes mellitus: comparison with Dutch patients. Eur.J.Epidemiol. 2004;19:923-9. Urbanus-van Laar JJ, de Koning JS, Klazinga NS, Stronks K. Suboptimal asthma care for immigrant children: results of an audit study. BMC.Health Serv.Res. 2008;8:22.
98
Referenties Valkenburg-van den Berg AW, Sprij AJ, Oostvogel PM, Mutsaers JA, Renes WB, Rosendaal FR et al. Prevalence of colonisation with group B Streptococci in pregnant women of a multi-ethnic population in The Netherlands. Eur.J.Obstet.Gynecol.Reprod.Biol. 2006;124:178-83. van Amsterdam JG, Bischoff EW, Hady M, Opperhuizen A, Steerenberg PA. The prevalence of allergic sensitisation in immigrant children in The Netherlands. Int.Arch.Allergy Immunol. 2004;133:248-54. van Burg JL, Verver S, Borgdorff MW. The epidemiology of tuberculosis among asylum seekers in The Netherlands: implications for screening. Int.J.Tuberc.Lung Dis. 2003;7:139-44. van den Born BJ, Koopmans RP, Groeneveld JO, van Montfrans GA. Ethnic disparities in the incidence, presentation and complications of malignant hypertension. J.Hypertens. 2006;24:2299-304. van den Heuvel WJ. Health status of refugees from former Yugoslavia: descriptive study of the refugees in the Netherlands. Croat.Med.J. 1998;39:35660. van den Hoek JA, Mulder-Folkerts DK, Coutinho RA, Dukers NH, Buimer M, van Doornum GJ. [Opportunistic screening for genital infections with Chlamydia trachomatis among the sexually active population of Amsterdam. Il Over 90% participation and almost 5% prevalence]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1999;143:66872. van der Linden MW, Westert GP, de Bakker D, Schellevis F. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartspraktijk. Utrecht: NIVEL, 2004. van der Snoek EM, Gotz HM, Mulder PG, Verkooyen RP, van der Meijden WI. Prevalence of STD and HIV infections among attenders of the Erasmus MC STD clinic, Rotterdam, The Netherlands, during the years 1996 to 2000. Int.J.STD AIDS 2003;14:119-24. van der Wal MF, van dB, Pauw-Plomp H, de Jonge GA. Mothers' reports of infant crying and soothing in a multicultural population. Arch.Dis.Child 1998;79:312-7. van der Wal MF, de Jonge GA, Pauw-Plomp H. [Increased percentages of breastfed infants in Amsterdam]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2001;145:1597-601. van Deutekom H, Gerritsen JJ, van Soolingen D, van Ameijden EJ, van Embden JD, Coutinho RA. A molecular epidemiological approach to studying the transmission of tuberculosis in Amsterdam. Clin.Infect.Dis. 1997;25:1071-7.
99
Referenties van Enk A, Buitendijk SE, van der Pal KM, van Enk WJ, Schulpen TW. Perinatal death in ethnic minorities in The Netherlands. J.Epidemiol.Community Health 1998;52:735-9. van Enk WJ, Gorissen WH, van Enk A. [Teenage pregnancy distribution by ethnicity in the Netherlands, 1990-1993]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1999;143:46571. van Enk WJ, Gorissen WH, van Enk A. Teenage pregnancy and ethnicity in The Netherlands: frequency and obstetric outcome. Eur.J.Contracept.Reprod.Health Care 2000;5:77-84. van Laar JJ, Grishchenko M, van Wouwe JP, Stronks K. Ethnic differences in the timely diagnosis of children with Type 1 diabetes mellitus in the Netherlands: clinical presentation at onset. Diabet.Med. 2007;24:296-302. van Lindert H, Droomers M, Westert GP. Tweede Nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk: een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid en zorggebruik. Utrecht: NIVEL, 2004. van Oort FV, Van der EJ, Crijnen AA, Verhulst FC, Mackenbach JP, Joung IM. Determinants of daily smoking in Turkish young adults in the Netherlands. BMC.Public Health 2006;6:294. van Oort M, Devillé W, de Bakker D. Monitoring huisartsenzorg aan asielzoekers. Utrecht: NIVEL, 2003. van Oort M, Devillé W, de Bakker D. Primary care for asylum seekers in the Netherlands. Ethnicity & Health 2004;9:s82-s83. van Valkengoed IG, Boeke AJ, van den Brule AJ, Morre SA, Dekker JH, Meijer CJ et al. [Systematic home screening for Chlamydia trachomatis infections of asymptomatic men and women in family practice by means of mail-in urine samples]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1999;143:672-6. van Wouwe JP, Mattiazzo GF, el Mokadem N, Reeser HM, Hirasing RA. [The incidence and initial symptoms of diabetes mellitus type 1 in 0-14-year-olds in the Netherlands, 1996-1999]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2004;148:1824-9. van der Meer, I, Karamali NS, Boeke AJ, Lips P, Middelkoop BJ, Verhoeven I et al. High prevalence of vitamin D deficiency in pregnant non-Western women in The Hague, Netherlands. Am.J.Clin.Nutr. 2006;84:350-3. Visser O, van der KK, van Peppen AM, Ory FG, van Leeuwen FE. Breast cancer risk among first-generation migrants in the Netherlands. Br.J.Cancer 2004;90:2135-7.
100
Referenties Visser O, van Peppen AM, Ory FG, van Leeuwen FE. Results of breast cancer screening in first generation migrants in Northwest Netherlands. Eur.J.Cancer Prev. 2005;14:251-5. Visser O,.van Leeuwen FE. Cancer risk in first generation migrants in NorthHolland/Flevoland, The Netherlands, 1995-2004. Eur.J.Cancer 2007;43:901-8. Volkers A, Bus A, Uiters E. Zorggebruik in de huisartspraktijk. pp 115-45. 2007. Vree Fv, Erasmus Universiteit RIBeM. Foliumzuurgebruik en gezond gedrag bij zwangerschap : een onderzoek naar determinanten van gedrag bij zwangere vrouwen met een verschillende culturele achtergrond en een verschillende sociaal-economische status. Rotterdam: Erasmus Universiteit, 2003. Weide MG,.Foets M. [Migrants in family practice: their symptoms and diagnoses differ from the Dutch]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 1998;142:2105-9. Weide MG,.Foets M. Migranten op het spreekuur van de huisarts: inhoud en duur van het consult. TSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 1998;76:30510. Weijers RN, Bekedam DJ, Oosting H. The prevalence of type 2 diabetes and gestational diabetes mellitus in an inner city multi-ethnic population. Eur.J.Epidemiol. 1998;14:693-9. Weijers RN, Bekedam DJ, Smulders YM. Determinants of mild gestational hyperglycemia and gestational diabetes mellitus in a large dutch multiethnic cohort. Diabetes Care 2002;25:72-7. Westerhuis JB,.Mank TG. [Intestinal parasites in African asylum seekers: prevalence and risk factors]. Ned.Tijdschr.Geneeskd. 2002;146:1497-501. Wiegers TA. Monitor Kraamzorg II: verkenning van de toekomstige vraag naar kraamzorg. Utrecht: NIVEL, 2006. Wieringa, Jantine, Nierkens, Vera, and Stronks, Karien. Determinanten van roken onder Turkse en Marokkaanse jongeren : een verkennende studie. TSG : tijdschrift voor gezondheidswetenschappen , 521-527. 2002. Wiggers LC, de Wit JB, Gras MJ, Coutinho RA, van den HA. Risk behavior and social-cognitive determinants of condom use among ethnic minority communities in Amsterdam. AIDS Educ.Prev. 2003;15:430-47. Zadelhoff WM, Snel JH, Fliek L. Achtergronden van groente- en fruitconsumptie in achterstandswijken in Arnhem en Tilburg. [Den Haag]: Voedingscentrum, 2003.
101