Afdeling Huisartsgeneeskunde Huisartsopleiding
Instituutsreglement Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Erasmus MC Rotterdam
Versie: Datum: Opdrachtgever: Beheerder:
Voorgelegd aan de HVRC 18 april 2008 Herman Bueving, hoofd huisartsopleiding Thérèse Brans, stafadviseur bedrijfsvoering huisartsopleiding
Pagina 2/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 Begrippenlijst ........................................................................................................................................... 4 1. Inleiding ........................................................................................................................................ 5 1.1 Inhoud van het instituutsreglement ....................................................................................... 5 1.2 Gestelde kaders voor het instituutsreglement....................................................................... 5 1.3 Vaststelling van het instituutsreglement................................................................................ 5 1.4 Leeswijzer.............................................................................................................................. 6 2 Verplichtingen van en voorwaarden voor de arts in opleiding tot specialist - huisartsgeneeskunde (aios)........................................................................................................................................................ 7 2.1 Algemene regels t.a.v de deelname aan de opleiding .......................................................... 7 2.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding................................................ 7 2.3 Specifieke verantwoordelijkheden......................................................................................... 9 3 Verplichtingen van en voorwaarden voor de (stage)opleider en de stage-inrichting..................... 10 3.1 Algemene regels t.a.v de opleiding ..................................................................................... 10 3.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding.............................................. 10 3.3 Specifieke verantwoordelijkheden....................................................................................... 11 4 Verplichtingen van het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde Erasmus MC............................. 13 4.1 Algemene regels t.a.v de opleidng ...................................................................................... 13 4.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding.............................................. 14 4.3 Specifieke verantwoordelijkheden....................................................................................... 15 5 Conflicten en geschillen ................................................................................................................. 16 Bijlage 1 Verklarende woordenlijst ................................................................................................. 17 Bijlage 2 Modelovereenkomsten inzake de huisartsopleiding........................................................ 18
Pagina 3/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
Voorwoord Het instituutsreglement beschrijft de belangrijkste regelingen voor de uitvoering van de Huisartsopleiding Erasmus MC in Rotterdam. In het reglement zijn belangrijke wederzijdse verplichtingen opgenomen in aanvulling op de landelijke regelgeving. Het reglement is bedoeld voor aios, (stage)opleiders, stage-inrichtingen en stafleden van de opleiding. Voor commentaar en aanvullingen houden wij ons aanbevolen.
Namens de staf van de huisartsopleiding Erasmus MC,
Herman Bueving Hoofd Huisartsopleiding Erasmus MC
Pagina 4/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
Begrippenlijst1 Aios* Beoordelingsdossier
Beslissen Competenties* Cursorisch onderwijs* Deeltijd* Docent Educatieve beoordeling* Hoofd* Individueel opleidingsprogramma*
Instituutsreglement*
Leerwerkplan*
Mediator*
Ontwikkelingsdossier
Opleider* Opleidingsinstituut*
Opleidingsplan*
Selectieve beoordeling* Stage-inrichting*
Stageopleider*
Toetsing* Voltijds* Zelfstudie*
1 2
Arts in opleiding tot specialist, te weten huisartsgeneeskunde. Documenten waaruit de ontwikkeling van de aios blijkt; op basis van dit dossier worden beslissingen van selectieve aard genomen; het opleidingsinstituut beheert dit dossier. Consequenties verbinden aan de beoordeling. De kwalificatie-eisen waaraan moet zijn voldaan om als huisarts te kunnen worden geregistreerd. Niet-patiëntgebonden trainings- en onderwijsactiviteiten; Minder dan een volledige week werkzaam zijn zoals neergelegd in de betreffende regeling arbeidsvoorwaarden. Staflid dat een vaste groep aios begeleidt. Een oordeel geven over het al dan niet aanpassen van een individueel opleidingsprogramma. Hoofd van een opleidingsinstituut. Uitwerking van het opleidingsplan op individueel niveau dat aangeeft op welke wijze de competenties kunnen worden bereikt2. Reglement dat de praktische gang van zaken tussen het opleidingsinstituut en de aios, opleiders, stageopleiders en de opleidings- en stage-inrichtingen regelt. Plan dat de vorm en inhoud beschrijft van het praktisch en theoretisch gedeelte van de opleiding in de praktijk van de opleider, de opleidingsinrichting of stage-inrichting, met inachtneming van het opleidingsplan. Persoon die het proces bij conflictbemiddeling begeleidt en als mediator geregistreerd is bij het Nederlands Mediation Instituut; Documenten waaruit de ontwikkeling van een aios blijkt; op basis van dit dossier worden leerdoelen bepaald; de aios beheert dit dossier. Huisarts werkzaam in de huisartspraktijk en door de HVRC erkend voor de praktijkopleiding van aios. Instituut dat ten behoeve van de opleiding tot huisarts door de HVRC erkend is. In dit geval betreft het het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde (huisartsopleiding) Erasmus MC. door een opleidingsinstituut opgesteld plan dat de inrichting en de uitvoering van de opleiding beschrijft en het kader vormt voor de individuele opleidingsprogramma’s alsmede voor de leerwerkplannen van de opleidings- en stage-inrichtingen; Een oordeel geven over het al dan niet voortzetten van de opleiding. Door de HVRC erkende al dan niet over meerdere locaties verspreide instelling of afdeling van een instelling waar een stage kan worden gevolgd voor een specialisme; Degene die een stage in een stage-inrichting als onderdeel van de opleiding buiten de huisartspraktijk verzorgt en door de HVRC is erkend voor de praktijkopleiding van aios. Vaststellen of en in welke mate aan de leerdoelen is voldaan. Een volledige week werkzaam zijn zoals neergelegd in de betreffende regeling arbeidsvoorwaarden. voor de opleiding noodzakelijke activiteiten die geen deel uitmaken van de praktijkopleiding en het cursorisch onderwijs.
Alle met een * gemarkeerde begrippen zijn gedefinieerd volgens het Kaderbesluit. Leerdoelen en planning worden bijgesteld door de aios
Pagina 5/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
1. Inleiding De huisartsopleiding is een specialistische opleiding na het artsexamen. De door het College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten (CHVG) terzake vastgestelde regelgeving heeft rechtskracht gekregen door de goedkeuring van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De Huisarts-, Verpleeghuisarts- en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie (HVRC) is belast met de toepassing van de regelgeving en met het toezicht op de uitvoering van de huisartsopleiding. Na goedkeuring door de Minister van VWS, zijn op 1 januari 2005 het Kaderbesluit CHVG en het Besluit huisartsgeneeskunde in werking getreden en nadien gewijzigd. Deze besluiten bevatten onder meer de algemene, respectievelijk specifieke opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme huisartsgeneeskunde. In het Kaderbesluit CHVG is in artikel C.20 lid 1 sub a onder iii bepaald dat een opleidingsinstituut dient te beschikken over een instituutsreglement. 1.1 Inhoud van het instituutsreglement Het reglement geeft nadere regels met betrekking tot de eisen te stellen aan - de opleiding tot huisarts, - aan de artsen in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde (aios), - aan de (stage)opleiders en de stage-inrichtingen, - aan de organisatie van het opleidingsinstituut (de Huisartsopleiding), - en aan de geschillenregeling. Ten aanzien van een aantal onderdelen is nadere uitwerking in regelingen of procedurebeschrijvingen gegeven en wordt waar nodig naar deze regelingen of procedurebeschrijvingen verwezen. In artikel C.22 lid 1 van het Kaderbesluit CHVG is bepaald dat het instituutsreglement: - een nadere uitwerking is van de opleidingseisen; - de basis vormt voor de individuele overeenkomsten die het opleidingsinstituut op grond van artikel C.20 lid 1 sub a onder iv sluit met de aios, de opleiders, de stageopleiders en de stageinrichtingen. In deze overeenkomsten is vastgelegd dat partijen de eisen en verplichtingen, voortvloeiend uit het instituutsreglement nakomen (zie ook: artikel B.14 lid a sub ii, artikel B.15, artikel B. 21 lid 1, artikel C.2 lid 1 sub a onder i, artikel C.6 lid a en artikel C.10 lid 1 sub a). Deze individuele overeenkomsten worden opgesteld overeenkomstig modelovereenkomsten die deel uitmaken van het instituutsreglement. 1.2 Gestelde kaders voor het instituutsreglement - Het instituutsreglement bevat geen onderdelen die reeds zijn bepaald of beschreven in het Kaderbesluit CHVG, het Besluit huisartsgeneeskunde, de Beleidsregels HVRC of het (model)opleidingsplan; - Het instituutsreglement is een nadere uitwerking van (onderdelen van) de opleidingseisen van de CHVG, op die punten waar een nadere uitwerking noodzakelijk of wenselijk is; - Voor de opstelling van het instituutsreglement dient het opleidingsinstituut in ieder geval de regels van het Model Instituutsreglement van de HVRC over te nemen. Daarnaast kunnen regels en notities worden toegevoegd, mits deze niet strijdig zijn met het Kaderbesluit CHVG, het Besluit huisartsgeneeskunde, de Beleidsregels HVRC of hogere regelgeving. 1.3 Vaststelling van het instituutsreglement Het instituutsreglement van de Huisartsopleiding Erasmus MC is opgesteld in overeenstemming met het Model Instituutsreglement, dat op 6 april 2006 is vastgesteld door de HVRC en nadien aangepast aan de gewijzigde regelgeving op 23 januari 2008. Deze overeenstemming is een vereiste van het Kaderbesluit CHVG, artikel C.22 lid 2. Op 18 april 2008 is het instituutsreglement van de Huisartsopleiding Erasmus MC door de HVRC goedgekeurd. Deze goedkeuring is een vereiste van het Kaderbesluit CHVG, artikel C.20 lid 2. De goedkeuring van de HVRC strekt zich niet uit over de bij het instituutsreglement gevoegde bijlagen. Het hoofd van de huisartsopleiding is verantwoordelijk voor de overeenstemming van deze stukken met de regelgeving.
Pagina 6/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
1.4 Leeswijzer Het instituutsreglement bestaat uit vier hoofdonderdelen: - verplichtingen van de arts in opleiding tot specialist - huisartsgeneeskunde (hoofdstuk 2); - verplichtingen van de (stage)opleider en de stage-inrichting (hoofdstuk 3); - verplichtingen van de huisartsopleiding Erasmus MC (hoofdstuk 4); - conflicten en geschillen (hoofdstuk 5); - de overeenkomsten inzake de huisartsopleiding (bijlage 2). Deze indeling is op puur praktische gronden tot stand gekomen. Het reglement dient in zijn geheel gelezen te worden. Alleen dan ontstaat het overzicht over de samenhang in de wederzijdse verplichtingen. In dit reglement wordt verwezen naar de artikelen uit het Kaderbesluit CHVG en het Besluit huisartsgeneeskunde. Beide documenten zijn te vinden in het handboek huisartsopleiding. Dit handboek staat op de website van de Huisartsopleiding Erasmus MC, http://www.erasmusmc.nl/huisartsgeneeskunde. Hierin zijn de procedures en notities opgenomen waarnaar wordt verwezen in dit instituutsreglement.
Pagina 7/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
2
Verplichtingen van en voorwaarden voor de arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde (aios)
2.1 Algemene regels t.a.v de deelname aan de opleiding 2.1.1 Opleidingsregister huisartsgeneeskunde (ad B.11 van het Kaderbesluit CHVG) - Alleen artsen die zijn ingeschreven in het BIG (Beroepen in de Gezondheidszorg)-register kunnen, nadat aan hen volgens de geldende toelatingsprocedure een opleidingsplaats is toegewezen, tot de huisartsopleiding Erasmus MC worden toegelaten. Tijdens de opleiding dient inschrijving in het BIG-register in stand gehouden te worden. - Een arts die niet (meer) is ingeschreven in het opleidingsregister huisartsgeneeskunde kan niet (meer) deelnemen aan de huisartsopleiding Erasmus MC. 2.1.2 Opleidingsovereenkomst met het opleidingsinstituut (ad B.15 van het Kaderbesluit CHVG) - De aios sluit een overeenkomst met het opleidingsinstituut, waarbij hij zich schriftelijk akkoord verklaart met hetgeen in dit instituutsreglement is vastgelegd. - Van tussentijdse opzegging van de opleidingsovereenkomst tussen opleidingsinstituut en aios worden de (stage)opleider, de stage-inrichting, de HVRC en de SBOH onverwijld op de hoogte gesteld. 2.1.3 Individueel opleidingsprogramma (ad B.14 en B.6 van het Kaderbesluit CHVG) - Uiterlijk binnen vier weken na het begin van de opleiding dient de aios bij het opleidingsinstituut een individueel opleidingsprogramma in, ter goedkeuring door het hoofd. Hiertoe ontvangt de aios de benodigde informatie van het opleidingsinstituut (opleidingsplan, model/voorbeeld individueel opleidingsprogramma, etc.) - Het door het hoofd goedgekeurde individuele opleidingsprogramma is bindend voor de aios en de andere betrokkenen bij diens opleiding. 2.1.4 AIOTO- opleidingsvariant De mogelijkheid bestaat om tijdens de huisartsopleiding een opleiding tot onderzoeker te volgen (via een promotie -onderzoek): de Arts in Opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde en Tot Onderzoeker. Deze variant duurt maximaal 6 jaar. Artsen die hiervoor in aanmerking willen komen, dienen te zijn toegelaten tot de huisartsopleiding Erasmus MC. Een voorstel voor deze variant dient in overleg met de kandidaat en het hoofd van de huisartsopleiding te worden uitgewerkt, en vervolgens ter goedkeuring aan de HVRC te worden voorgelegd. 2.1.5 Voltooiing opleiding (ad B.12 van het Kaderbesluit CHVG) Vanaf acht weken vóór het beoogde einde van de opleiding kan de aios de HVRC hiervan op de hoogte stellen, teneinde de procedure tot inschrijving in het register van huisartsen in werking te stellen.
2.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding 2.2.1 Begeleiding (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - Begeleiding vanuit het opleidingsinstituut vindt plaats door docenten. De aios dient de aanwijzingen van de docent met betrekking tot het onderwijs, op te volgen. De docenten zijn de eerst aangewezen contactpersonen voor de aios bij problemen in de opleiding. - De frequentie, duur en aanwijzingen betreffende vorm/inhoud van de leergesprekken van de aios met de (stage)opleider is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. 2.2.2 Voorzieningen (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - De aios beschikt, in het kader van de uitvoering van de opleiding, over een direct toegankelijke internetvoorziening en een e-mail adres. - De aios beschikt over de mogelijkheid gebruik te maken van de bibliotheekfaciliteiten van de medische bibliotheek van het Erasmus MC.
Pagina 8/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
2.2.3 Werktijden en deeltijdmogelijkheden (ad B.7 van Kaderbesluit CHVG en B.2 van Besluit huisartsgeneeskunde) - De werktijden worden in overleg met de (stage)opleider en stage-inrichting vastgesteld. De werktijden dienen in overeenstemming te zijn met de regeling arbeidsvoorwaarden van de SBOH. - De aios meldt verzuim aan de (stage)opleider, de stage-inrichting en de SBOH. - Het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC stelt nadere regels over de opname van vrije dagen door de aios. Deze zijn in het handboek huisartsopleiding opgenomen. - De aios heeft op grond van de opleidingseisen recht op het volgen van de opleiding in deeltijd. Het recht bestaat echter met inachtneming van de mogelijkheden die het opleidingsinstituut daartoe biedt. De mogelijkheid tot deeltijdwerken wordt vooral beperkt door de mogelijkheden die de opleidings- en stageplaatsen bieden en de organisatie van ondersteunend onderwijs. - De volgende onderdelen van de opleiding dienen in voltijds te worden gevolgd: zelfstandige weken in de opleidingsperioden in de huisartspraktijk en het cursorisch onderwijs. - De volgorde van de indeling van de stages in de stage-inrichtingen is beperkt door de logistieke mogelijkheden. - Over de aanwezigheidstijden bij deeltijd moet overeenstemming worden bereikt tussen de aios, de (stage)opleiders en de stage-inrichtingen, en het opleidingsinstituut. - Het deeltijdpercentage waarmee een onderscheiden onderdeel van de opleiding ((deel van een) opleidingsperiode, stage, cursorisch onderwijs) wordt gevolgd kan niet tussentijds worden gewijzigd. - Een verzoek tot wijzigen van het deeltijdpercentage of een verzoek tot deeltijd gedurende de opleiding dient ten minste twee weken voor de beoogde ingangsdatum van het onderscheiden onderdeel van de opleiding bij het hoofd te worden aangevraagd (zie Kaderbesluit art. B.7 lid 1 sub a). 2.2.4 Vrijstellingen (ad B.10 van Kaderbesluit CHVG) De aios dient de aanvraag tot vrijstelling uiterlijk binnen twee maanden na aanvang van de opleiding bij het hoofd in. 2.2.5 Zelfstudie en cursorisch onderwijs (ad B.14 van Kaderbesluit CHVG) - De aios besteedt wekelijks minimaal drie uur aan zelfstudie en voorbereiding op de terugkomdag. De aios neemt deel aan het onderwijs dat vanwege de opleiding is geprogrammeerd (ten minste 40 en ten hoogste 50 dagen per jaar). - Het opleidingsinstituut stelt vast over welke literatuur de aios bij het volgen van de opleiding dient te beschikken. Deze literatuurlijst is opgenomen in het handboek huisartsopleiding. 2.2.6 Deelname aan diensten Het deelnemen aan beschikbaarheids- en bereikbaarheidsdiensten vormt een onderdeel van de opleiding, zowel tijdens de leerwerkperioden in de huisartspraktijk als tijdens de externe leerwerkperioden. Het handboek huisartsopleiding geeft nadere voorschriften ten aanzien van het aantal diensten en de supervisie tijdens de diensten. Het minimum aantal ANW-diensten is per opleidingsperiode aangegeven in het opleidingsplan. 2.2.7 Onderwijs en beoordelingen (ad B.3 van Kaderbesluit CHVG) - De aios neemt deel aan de beoordelingen en toetsingen die door het opleidingsinstituut, in overeenstemming met de regelgeving, worden georganiseerd (zie het Protocol Toetsing en Beoordeling, welke is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding). - Ten behoeve van de educatieve beoordeling houdt de aios een ontwikkelingsdossier bij. - Alle verslagen en andere rapportages dienen minstens drie maanden voor de beoogde afronding van de opleiding op de vastgestelde wijze ingeleverd en door of namens het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC goedgekeurd te zijn. Indien de aios niet in staat is aan deze verplichting te voldoen, dan dient hij/zij het hoofd daarvan zo spoedig mogelijk doch minstens vier maanden voor het beoogde einde van de opleiding schriftelijk met redenen omkleed in kennis te stellen. In dat geval kan het hoofd de HVRC verzoeken om een verlenging van de opleiding. Bij in gebreke blijven van de aios kan het hoofd besluiten een aios niet voor te dragen voor inschrijving als huisarts in het register van de HVRC.
Pagina 9/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
2.3 Specifieke verantwoordelijkheden 2.3.1 Verantwoordelijkheden met betrekking tot patiëntenzorg in de huisartsopleiding (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) Aios en opleiders houden zich aan de overeenkomst uit het handboek huisartsopleiding, waarin de verantwoordelijkheden ten aanzien van de patiëntenzorg in de praktijk zijn vastgelegd (zie ook artikel B.14 lid b sub i Kaderbesluit CHVG). De overeenkomst is opgesteld door de HVRC als modelinstructie (1 mei 1997). 2.3.2 Verantwoordelijkheid voor werkzaamheden (ad B.14 van het Kaderbesluit CHVG) - Indien de aios in het kader van de opleiding (specifieke) activiteiten verricht waarvoor de op dat moment verantwoordelijke (stage)opleider geen verantwoordelijkheid kan of wenst te nemen, verricht de aios deze onder de eigen verantwoordelijkheid als arts, of dient de aios zorg te dragen voor het anderszins regelen van de verantwoordelijkheid. - Het is de aios niet toegestaan een al dan niet gehonoreerde nevenfunctie te vervullen of al dan niet gehonoreerde nevenwerkzaamheden te verrichten die redelijkerwijs kunnen worden geacht onverenigbaar te zijn met de opleiding tot huisarts. Indien de opleiding naar het oordeel van het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC wordt geschaad, dient de aios de nevenfunctie of de nevenwerkzaamheden neer te leggen op straffe van beëindiging van de opleiding. - Het is de aios niet toegestaan betaling te vragen of te ontvangen voor werkzaamheden die hij in werktijd en/of in het kader van de opleiding verricht (zie handboek huisartsopleiding). - Waarneming of het verrichten van diensten in de opleidingspraktijk of stage-inrichting buiten het kader van de opleiding door de aios is niet toegestaan. 2.3.3 Geweld en agressie jegens de aios Wanneer een aios in de opleidingssituatie met agressie, in welke vorm dan ook, jegens zijn persoon wordt geconfronteerd, dient hij/zij dit onverwijld te melden aan de (stage)opleider, de docent(en) en (via de docent(en) of direct) het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC. Dan wordt gehandeld volgens de procedure die is opgenomen in het handboek huisartsopleiding. 2.3.4 Klachten (ad B.14 van het Kaderbesluit CHVG) - De aios valt onder de Wet Klachtrecht. De aios werkt onder supervisie van de (stage)opleider, die de zorgaanbieder is (WGBO). De (stage)opleider moet zijn aangesloten bij de daarvoor bestemde klachtencommissie. In geval van een klacht in het kader van de (werkzaamheden) in de opleiding tegen de aios dient de (stage)opleider altijd bij de behandeling van de klacht te worden betrokken, enerzijds omdat de (stage)opleider de eigenlijke (zorg)aanbieder is, anderzijds omdat hij medeverantwoordelijk kan zijn voor het handelen van de aios. - De aios is verplicht elke klacht betreffende de door hem geleverde patiëntenzorg onmiddellijk te melden aan de (stage)opleider en de stage-inrichting. - De aios is verplicht het hoofd van de huisartsopleiding in voorkomende gevallen te informeren over tegen hem in verband met zijn werkzaamheden in zijn functioneren als arts ingestelde civielrechtelijke en/of strafrechtelijke procedures/vorderingen dan wel tuchtrechtelijke klachten en de naar aanleiding daarvan gewezen vonnissen c.q. beslissingen. 2.3.5 Voortijdige beëindiging opleidings- of stageperiode Voortijdige beëindiging van de opleidings- of stageperiode door de aios is slechts mogelijk wanneer daar zeer dringende redenen voor zijn. De procedures daarvoor zijn vastgelegd in het handboek huisartsopleiding.
Pagina 10/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
3
Verplichtingen van en voorwaarden voor de (stage)opleider en de stageinrichting
3.1 Algemene regels t.a.v de opleiding 3.1.1 Opleiding bij erkende specialisten en instellingen (ad B.1 van het Kaderbesluit CHVG) De (stage)opleider en de stage-inrichting dienen de aios inzage te kunnen geven in de erkenning door de HVRC. 3.1.2 Opleidingsovereenkomst met de Huisartsopleiding Erasmus MC De (stage)opleider en de stage-inrichting sluiten een overeenkomst met het opleidingsinstituut, waarbij zij zich schriftelijk akkoord verklaren met hetgeen in dit instituutsreglement is vastgelegd. 3.1.3 Individueel opleidingsprogramma (ad B.6 van het Kaderbesluit CHVG) Het door het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC goedgekeurde individuele opleidingsprogramma is bindend voor de aios en de andere betrokkenen bij diens opleiding. 3.1.4 Aanwijzingen t.a.v. de huisartsopleiding De (stage)opleider is gehouden de aanwijzingen van het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC ten aanzien van de opleiding in acht te nemen en op te volgen. Bij het niet opvolgen van de aanwijzingen van het hoofd is deze gerechtigd de overeenkomst met de (stage)opleider te beëindigen. 3.1.5 Scholing, training en overleg. (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - Huisartsen die voor het eerste zijn erkend als opleider worden pas na het volgen van een oriëntatiecursus ingezet als opleider. - Opleiders die actief bij de opleiding zijn betrokken dienen didactische scholing te volgen. Het niet of in onvoldoende mate deelnemen aan de didactische scholing kan leiden tot beëindiging van de overeenkomst met de opleider. Naast scholing en training neemt de opleider zonodig deel aan overleg met de staf van de huisartsopleiding Erasmus MC - De deelname van de (stage)opleider aan onderwijs van het opleidingsinstituut, inclusief didactische scholing, is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding.
3.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding 3.2.1 Begeleiding (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - De stage-inrichting beschikt over een leerwerkplan c.q. een stagewerkplan voor het theoretisch en praktisch onderwijs aan de aios, dat is opgesteld in overleg met en goedkeuring van het opleidingsinstituut. In dit plan zijn de doelstellingen en de inhoud van het onderwijs tijdens de leerwerkperiode neergelegd. Daarnaast is in het plan vastgelegd wie verantwoordelijk en aanspreekbaar is voor de opleiding en hoe de dagelijkse begeleiding, het toezicht op de aios en de verslaglegging aan het opleidingsinstituut is geregeld. - De frequentie, duur en aanwijzingen betreffende vorm/inhoud van de leergesprekken met de aios zijn vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. - De zelfstandige periode is alleen van toepassing bij de opleidingsperiode in de huisartspraktijk. De opleider stelt de aios in de gelegenheid om de praktijk zelfstandig te voeren gedurende een door het opleidingsinstituut vast te stellen periode van in beginsel twee en maximaal drie weken per opleidingsperiode. Het tijdstip van de zelfstandige periode wordt vastgesteld door het opleidingsinstituut. De opleider draagt zorg voor een huisartsachterwacht, op wie de aios tijdens de zelfstandige periode een beroep kan doen. De wijze waarop de opleider de aios in de gelegenheid stelt om gedurende een beperkte periode zelfstandig de praktijk te voeren, is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. - De (stage)opleider draagt in overleg met het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC zorg voor een waarnemend (stage)opleider bij kortdurende afwezigheid door ziekte of vakantie. Indien de (stage)opleider langer dan vier weken aansluitend niet beschikbaar is, kan het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC een andere (stage)opleider inschakelen. 3.2.2 Voorzieningen in de praktijk van de opleider (ad C.2 en C.6 van het kaderbesluit CHVG) - De opleider draagt zorg voor een zorgvuldig bijgehouden en inzichtelijk registratiesysteem voor patiëntgegevens.
Pagina 11/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
-
-
Voor de opleiding in de huisartspraktijk is het een voorwaarde dat de opleider gebruik maakt van een elektronisch registratiesysteem, inclusief het gebruik van de ICPC - codering. De opleider heeft in de huisartspraktijk een adequate voorziening om geluids- en beeldregistraties in het kader van de opleiding te maken en weer te geven. De opleider beschikt in de huisartspraktijk over voor de aios goed toegankelijke huisartsgeneeskundige literatuur, conform de richtlijnen van de huisartsopleiding Erasmus MC (Zie het handboek huisartsopleiding) én een voor de aios direct toegankelijke internetvoorziening. De opleider beschikt, in het kader van de uitvoering van de opleiding, over een e-mail adres.
3.2.3 -
-
-
Werktijden en deeltijdmogelijkheden (ad B.7 van Kaderbesluit CHVG en B.2 van Besluit huisartsgeneeskunde) De werktijden worden in overleg met de (stage)opleider en stage-inrichting vastgesteld. De werktijden dienen in overeenstemming te zijn met de regeling arbeidsvoorwaarden van de SBOH. De aios heeft op grond van de opleidingseisen recht op het volgen van de opleiding in deeltijd. Het recht bestaat echter met inachtneming van de mogelijkheden die de huisartsopleiding en de opleidings- en stageplaatsen daartoe bieden. De volgende onderdelen van de opleiding dienen in voltijds te worden gevolgd: zelfstandige weken in de opleidingsperioden in de huisartspraktijk en het cursorisch onderwijs. Het deeltijdpercentage waarmee een onderscheiden onderdeel van de opleiding ((deel van een) opleidingsperiode, stage, cursorisch onderwijs) wordt gevolgd kan niet tussentijds worden gewijzigd. Over de aanwezigheidstijden bij deeltijd moet overeenstemming worden bereikt tussen de aios en de (stage)opleider, de stage-inrichting en het opleidingsinstituut.
3.2.4 Deelname aan diensten - De opleider draagt er zorg voor dat de aios deel kan nemen aan het voor de huisartsopleiding noodzakelijke aantal avond-, nacht- en weekenddiensten (nadere regels staan in het handboek huisartsopleiding) - De opleider is verantwoordelijk voor de organisatie en financiering van de huisvesting van de aios tijdens diensten die vanuit de eigen praktijklocatie worden uitgevoerd, indien de aios niet in staat is deze binnen 15 minuten vanuit zijn woonplek te bereiken. 3.2.5 Evaluatie opleiderschap De (stage)opleider en stage-inrichting werken mee aan de evaluatie, de toetsing en de beoordeling van de door hen gegeven opleiding. De resultaten van evaluatie en beoordeling worden door het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC beschikbaar gesteld aan de HVRC ten behoeve van de hernieuwing van de erkenning.
3.3 Specifieke verantwoordelijkheden 3.3.1 Verantwoordelijkheden met betrekking tot patiëntenzorg in de huisartsopleiding (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) Aios en opleiders houden zich aan de overeenkomst uit het handboek huisartsopleiding, waarin de verantwoordelijkheden ten aanzien van de patiëntenzorg in de praktijk zijn vastgelegd (zie ook artikel B.14 lid b sub i Kaderbesluit CHVG). De overeenkomst is opgesteld door de HVRC als modelinstructie (1 mei 1997). 3.3.2 Verantwoordelijkheid voor werkzaamheden (ad B.14 van het Kaderbesluit CHVG) - Indien de aios in het kader van de opleiding (specifieke) activiteiten verricht waarvoor de op dat moment verantwoordelijke (stage)opleider geen verantwoordelijkheid kan of wenst te nemen, verricht de aios deze onder de eigen verantwoordelijkheid als arts, of dient de aios zorg te dragen voor het anderszins regelen van de verantwoordelijkheid. - Het is de (stage) opleider niet toegestaan de aios in te zetten ten behoeve van nevenfuncties van de (stage)opleider. - Het is de (stage)opleider niet toegestaan de aios te betalen voor werkzaamheden die de aios in werktijd en/of in het kader van de opleiding verricht. - Waarneming van de praktijk of het verrichten van werkzaamheden of diensten buiten het kader van de opleiding door de aios zijn niet toegestaan.
Pagina 12/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
3.3.3 Privacy - bescherming Informatieverstrekking door de (stage)opleider over de aios aan derden buiten het kader van de huisartsopleiding behoeft vooraf instemming van de aios. (Dit geldt ook voor situaties na afloop van de opleidings- stageperiode) 3.3.5 Klachten - De (stage)opleider is aangesloten bij de daarvoor aangewezen klachtencommissie. Eventuele klachten jegens de aios meldt de (stage)opleider onverwijld aan het hoofd van de Huisartsopleiding. - De opleider is verplicht het hoofd van de huisartsopleiding in voorkomende gevallen te informeren over tegen hem in verband met zijn werkzaamheden in zijn functioneren als huisarts ingestelde civielrechtelijke en/of strafrechtelijke procedures/vorderingen dan wel tuchtrechtelijke klachten en de naar aanleiding daarvan gewezen vonnissen c.q. beslissingen. 3.3.6 Voortijdige beëindiging opleidings- of stageperiode Voortijdige beëindiging van de opleidings- of stageperiode door de (stage)opleider is slechts mogelijk wanneer daar zeer dringende redenen voor zijn. De procedures daarvoor zijn vastgelegd in het handboek huisartsopleiding.
Pagina 13/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
4
Verplichtingen van het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde Erasmus MC
4.1 Algemene regels t.a.v de opleiding 4.1.1 Opleidingsprogramma (ad C.20 van het Kaderbesluit CHVG) - Het opleidingsinstituut is verantwoordelijk voor het opleidingsprogramma, wat betreft de organisatie en de inhoud van het praktisch en theoretisch gedeelte van de opleiding. - Het opleidingsplan is goedgekeurd door de HVRC op 29 augustus 2006). Het opleidingsplan is hiermee verplicht voor de inrichting en uitvoering van huisartsopleiding Erasmus MC 4.1.2. Toelatingsprocedure (ad C.20 van het Kaderbesluit CHVG) - De toelatingsprocedure bestaat achtereenvolgens uit de centrale aanmelding, schriftelijke sollicitatie en selectiegesprekken. De procedure ten aanzien van de schriftelijke sollicitatie en selectiegesprekken is neergelegd in een landelijke regeling, waarvan een reglement van de selectiecommissie deel uitmaakt en dat voorafgaande aan de selectiegesprekken wordt toegezonden aan alle kandidaten. - De selectiecommissie werkt volgens een door de hoofden Huisartsopleiding gezamenlijk vastgesteld, landelijk geldend reglement. - Periodiek wordt er verslag gedaan van de door de HVRC toegewezen instroom en de aanmeldings- en sollicitatieprocedure. 4.1.3 Opleidingsovereenkomsten (ad B.15 van het Kaderbesluit CHVG) - Het opleidingsinstituut sluit een overeenkomst met de aios, waarbij de aios zich schriftelijk akkoord verklaart met hetgeen in dit instituutsreglement is vastgelegd. - Het opleidingsinstituut sluit een overeenkomst met de (stage)opleider en de stage-inrichting, waarbij zij zich schriftelijk akkoord verklaren met hetgeen in dit instituutsreglement is vastgelegd. - Van tussentijdse opzegging van de opleidingsovereenkomst tussen opleidingsinstituut en aios worden de (stage)opleider, de stage-inrichting, de HVRC en de SBOH onverwijld op de hoogte gesteld. 4.1.4 Inschrijving in het opleidingsregister (ad B.11 van het Kaderbesluit CHVG) - Indien een arts is toegelaten tot de opleiding dient het opleidingsinstituut dit zo spoedig mogelijk aan de HVRC te melden, teneinde de procedure tot inschrijving in het opleidingsregister huisartsgeneeskunde in werking te stellen. - Het opleidingsinstituut laat een arts die niet (meer) is ingeschreven in het opleidingsregister huisartsgeneeskunde niet deelnemen aan de opleiding. 4.1.5 Individueel opleidingsprogramma (ad B.14 en C.20 van het Kaderbesluit CHVG) Het opleidingsinstituut verschaft de arts die is toegelaten tot de opleiding de benodigde informatie (opleidingsplan, model/voorbeeld individueel opleidingsprogramma, etc.) om als arts binnen vier weken na het begin van de opleiding een individueel opleidingsprogramma op te stellen en ter goedkeuring in te dienen. 4.1.6 Opleiding bij erkende specialisten en instellingen (ad B.1 van het Kaderbesluit CHVG) Het opleidingsinstituut dient de aios inzage te kunnen geven voor welke periode een (stage)opleider, een opleidings- of stage-inrichting en de huisartsopleiding Erasmus MC is erkend door de HVRC. 4.1.7 Scholing en training (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - Het opleidingsinstituut onderhoudt ten behoeve van de opleiding contact met de (stage)opleiders en stage-inrichtingen. - Het opleidingsinstituut draagt zorg voor didactische training en scholing van de opleiders, zowel in de vorm van een oriëntatiecursus voor beginnende opleiders als in de vorm van workshops. De deelname van de (stage)opleider aan onderwijs van het opleidingsinstituut, inclusief didactische scholing, is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. 4.1.8 AIOTO- opleidingsvariant De mogelijkheid bestaat om tijdens de huisartsopleiding een opleiding tot onderzoeker te volgen (via een promotie -onderzoek): de Arts in Opleiding en Tot Onderzoeker. Deze variant duurt maximaal 6 jaar. Artsen die hiervoor in aanmerking willen komen, dienen te zijn toegelaten tot de huisartsopleiding. Een voorstel voor deze variant dient in overleg met de kandidaat en het hoofd van de Huisartsopleiding te worden uitgewerkt, en vervolgens ter goedkeuring aan de HVRC te worden voorgelegd.
Pagina 14/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
4.1.9 Onderzoek van het onderwijs De huisartsopleiding Erasmus MC verricht wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het onderwijs betreffende de huisartsopleiding. 4.1.10 Voltooiing opleiding (ad B.12 van het Kaderbesluit CHVG) Het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC kan de aios reeds vanaf twee weken voor de voltooiing van de opleiding een verklaring van voltooiing van de opleiding ter hand stellen en zendt hiervan een afschrift aan de HVRC toe.
4.2 Algemene regels t.a.v. het praktische deel van de opleiding 4.2.1 Cursorisch onderwijs - Het cursorisch onderwijs vindt plaats op de terugkomdagen, in de vorm van cursussen en in de vorm van ander geprogrammeerd onderwijs. - Het opleidingsinstituut stelt vast over welke literatuur de aios bij het volgen van de opleiding dient te beschikken. Deze literatuurlijst wordt opgenomen in het handboek huisartsopleiding. 4.2.2 Inspraak bij de invulling van het onderwijs - Het opleidingsinstituut betrekt aios en opleiders bij het vormgeven en het uitvoeren van het onderwijs. - Het opleidingsinstituut evalueert het gegeven onderwijs. In samenwerking met de andere universitaire huisartsopleidingen wordt de opleiding op landelijk niveau geëvalueerd. 4.2.3 Indeling en plaatsing van aios (ad C.21 en C.23 van het Kaderbesluit CHVG) Opleidingsplaatsen bij (stage)opleiders en in stage-inrichtingen worden toegewezen door Het opleidingsinstituut. Toewijzing van de opleiders vindt plaats door het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC, na de koppelingsprocedure zoals is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. 4.2.4 Begeleiding (ad C.2 en C.6 van het Kaderbesluit CHVG) - Begeleiding vanuit het opleidingsinstituut vindt plaats door docenten. De aios dient de aanwijzingen van de docent met betrekking tot het onderwijs, op te volgen. De docenten zijn de eerst aangewezen contactpersonen voor de aios bij problemen in de opleiding. - De frequentie, duur en aanwijzingen betreffende vorm/inhoud van de leergesprekken met de aios is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. - De (stage)opleider beschikt over een leerwerkplan respectievelijk stagewerkplan dat is opgesteld in overleg met en goedkeuring van het opleidingsinstituut . - De zelfstandige periode is alleen van toepassing bij de opleidingsperiode in de huisartspraktijk. De opleider stelt de aios in de gelegenheid om de praktijk zelfstandig te voeren gedurende een door het opleidingsinstituut vast te stellen periode van in beginsel twee en maximaal drie weken per opleidingsperiode. Het tijdstip van de zelfstandige periode wordt vastgesteld door het opleidingsinstituut. De opleider draagt zorg voor een huisartsachterwacht, op wie de aios tijdens de zelfstandige periode een beroep kan doen. De wijze waarop de opleider de aios in de gelegenheid stelt om gedurende een beperkte periode zelfstandig de praktijk te voeren, is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. - Het instituut maakt ter zake van de huisartsopleiding de benodigde afspraken met de centrale dienstenstructuren in de regio. 4.2.5 Werktijden en deeltijdmogelijkheden (ad B.7 van Kaderbesluit CHVG en B.2 van Besluit huisartsgeneeskunde) - Het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC stelt nadere regels over de opname van vrije dagen door de aios. Deze zijn in het handboek huisartsopleiding opgenomen. - Over de aanwezigheidstijden bij deeltijd moet overeenstemming worden bereikt tussen de aios en de (stage)opleider, de stage-inrichting en het opleidingsinstituut. - Het deeltijdpercentage waarmee een onderscheiden onderdeel van de opleiding ((deel van een) opleidingsperiode, stage, cursorisch onderwijs) wordt gevolgd kan niet tussentijds worden gewijzigd. 4.2.6 Vrijstellingen (ad B.10 van Kaderbesluit CHVG) Het hoofd dient de aanvraag tot goedkeuring van de vrijstelling uiterlijk binnen vier maanden na aanvang van de opleiding bij de HVRC in.
Pagina 15/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
4.2.7 Deelname aan diensten Het deelnemen aan beschikbaarheids- en bereikbaarheidsdiensten vormt een onderdeel van de opleiding, zowel tijdens de leerwerkperioden in de huisartspraktijk als tijdens de externe leerwerkperioden. In het handboek huisartsopleiding worden nadere voorschriften gegeven ten aanzien van het aantal diensten en de supervisie tijdens de diensten.Het handboek huisartsopleiding geeft nadere voorschriften ten aanzien van het aantal diensten en de supervisie tijdens de diensten. Het minimum aantal ANW-diensten is per opleidingsperiode aangegeven in het opleidingsplan. 4.2.8 Toetsing en beoordeling (ad B.3 van het Kaderbesluit CHVG) - De procedure toetsing en beoordeling, die voldoet aan het Protocol toetsing en beoordeling, zoals vastgesteld door de HVRC, is vastgelegd in het handboek huisartsopleiding. - De resultaten van de toetsing en beoordeling worden gebundeld in een beoordelingsdossier. Deze resultaten worden op vooraf vastgestelde tijdstippen beoordeeld door de (stage)opleiders en de docenten, waarna een advies voor het hoofd wordt opgesteld. Het hoofd besluit uiteindelijk over de voortgang van de opleiding. - Het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC kan nadere regels vaststellen voor de inhoud, vormgeving en termijn van het beschikbaar zijn van presentaties, verslagen en andere rapportages van en over onderwijsactiviteiten alsook voor de termijn waarop evaluaties en beoordelingen door de aios van onderwijsactiviteiten ingeleverd zijn. - Alle verslagen en andere rapportages dienen minstens drie maanden voor de beoogde afronding van de opleiding op de vastgestelde wijze ingeleverd en door of namens het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC goedgekeurd te zijn. Indien de aios niet in staat is aan deze verplichting te voldoen, dan dient hij/zij het hoofd daarvan zo spoedig mogelijk doch minstens vier maanden voor het beoogde einde van de opleiding schriftelijk met redenen omkleed in kennis te stellen. In dat geval kan het hoofd de HVRC verzoeken om een verlenging van de opleiding. Bij in gebreke blijven van de aios kan het hoofd besluiten een aios niet voor te dragen voor inschrijving als huisarts in het register van de HVRC. 4.2.9 Evaluatie opleiderschap De resultaten van evaluatie, toetsing en beoordeling van de (stage)opleider en de opleidings- en stage-inrichtingen stelt het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC beschikbaar aan de HVRC ten behoeve van de hernieuwing van de erkenning.
4.3 Specifieke verantwoordelijkheden Taken en verantwoordelijkheden van het hoofd van de huisartsopleiding Het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC heeft de dagelijkse leiding van de huisartsopleiding Erasmus MC en is verantwoordelijk voor de organisatie, de inhoud en de kwaliteit van de opleiding. Deze taken en verantwoordelijkheden dienen te blijken uit de functieomschrijving van het hoofd van de huisartsopleiding Erasmus MC. De functieomschrijving dient aan de HVRC te worden overlegd. De huidige functieomschrijving werd goedgekeurd door de HVRC op 7 april 2003.
Pagina 16/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
5 -
-
Conflicten en geschillen Bij enig conflict dat rechtstreeks te maken heeft met de opleiding pogen eerst de direct betrokkenen (aios, (stage)opleider, opleidings- of stage-inrichting, groepsbegeleiding) het conflict tot oplossing te brengen. Indien de direct betrokkenen niet tot een voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing kunnen komen, wordt het conflict voorgelegd aan de jaarcoördinator en zonodig daarna aan het hoofd van het opleidingsinstituut. Het hoofd doet na hoor en wederhoor een uitspraak. Bij een onderling geschil, dat niet in onderling overleg kan worden opgelost, dienen de aios, de (stage)opleider en de stage-inrichting, en de huisartsopleiding Erasmus MC in eerste instantie gebruik te maken van een mediator of onafhankelijke bemiddelende partij. In Rotterdam kan er een beroep worden gedaan op een aantal vaste mediators, zoals is opgenomen in het handboek huisartsopleiding. Als mediation niet tot overeenstemming leidt wordt het geschil voorgelegd aan de landelijke geschillencommissie, zoals vermeld in het Kaderbesluit CHVG.
Pagina 17/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
Bijlage 1 AIOS AIOTO ANW-diensten BIG CHVG HVRC ICPC SBOH VWS
Verklarende woordenlijst Arts In Opleiding tot Specialist (in dit geval het specialisme huisartsgeneeskunde) Arts in Opleiding tot specialist Huisartsgeneeskunde en Tot Onderzoeker Avond Nacht Weekend diensten Beroepen in de Gezondheidszorg College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Huisarts-, Verpleeghuisarts- en artsen voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie International Classification of Primary Care Stichting Beroepsopleiding tot Huisarts Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Pagina 18/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
Bijlage 2
Modelovereenkomsten inzake de huisartsopleiding
Op de volgende pagina’s staan de vier modelovereenkomsten inzake de huisartsopleiding. Ze zijn vastgesteld door de HVRC op 3 maart 2005 en aangepast op 23 januari 2008: Modelovereenkomst opleidingsinstituut - aios Modelovereenkomst opleidingsinstituut - opleider Modelovereenkomst opleidingsinstituut – stageopleider Modelovereenkomst opleidingsinstituut – stage-inrichting
De individuele overeenkomsten worden opgesteld overeenkomstig deze modelovereenkomsten.
Pagina 19/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
OVEREENKOMST INZAKE DE OPLEIDING TOT HUISARTS opleidingsinstituut - aios Ondergetekenden, -
het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . ., in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . ., hoofd opleidingsinstituut,
en - dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , geboren . . . - . . . - . . . . . . , wonende . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , arts in opleiding tot huisarts, hierna: de aios, overwegende: dat het noodzakelijk is dat partijen een overeenkomst aangaan waarmee zij aangeven in te stemmen met hetgeen ten aanzien van de uitvoering van de huisartsopleiding is bepaald, gelet op: het Kaderbesluit CHVG, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het Besluit huisartsgeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het instituutsreglement ex artikel C.22 Kaderbesluit CHVG (hierna: het reglement), dat de basis vormt voor de overeenkomst die wordt gesloten tussen het opleidingsinstituut en de aios, komen als volgt overeen: 1. Partijen verklaren zich te zullen houden aan hetgeen is bepaald in het reglement, dat wordt geacht met deze overeenkomst één geheel te vormen. 2. De datum van aanvang van de opleiding is vastgesteld op . . . - . . . - . . . . . . 3. Deze overeenkomst eindigt: bij voltooiing van de opleiding bij opzegging door één van de partijen bij doorhaling van de inschrijving van de aios in het artsenregister volgens de Wet BIG bij doorhaling van de inschrijving van de aios in het door de Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie (HVRC) aangehouden opleidingsregister Huisartsgeneeskunde. 4. Naast deze overeenkomst kan de aios voor de duur van de opleiding een arbeidsovereenkomst sluiten met de SBOH; de hiermee verbonden regeling van arbeidsvoorwaarden is dan tevens van toepassing. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend,
hoofd opleidingsinstituut,
de aios,
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Pagina 20/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
OVEREENKOMST INZAKE DE OPLEIDING TOT HUISARTS opleidingsinstituut - opleider Ondergetekenden, -
het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . ., in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . ., hoofd opleidingsinstituut,
en - dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ……………………….. . , praktijkadres. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , huisarts, hierna: de opleider, overwegende: dat het noodzakelijk is dat partijen een overeenkomst aangaan waarmee zij aangeven in te stemmen met hetgeen ten aanzien van de uitvoering van de huisartsopleiding is bepaald, gelet op: het Kaderbesluit CHVG, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het Besluit huisartsgeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het instituutsreglement ex artikel C.22 Kaderbesluit CHVG (hierna: het reglement), dat de basis vormt voor de overeenkomst die wordt gesloten tussen het opleidingsinstituut en de opleider, komen als volgt overeen: 1. Partijen verklaren zich te zullen houden aan hetgeen is bepaald in het reglement, dat wordt geacht met deze overeenkomst één geheel te vormen. 2. De opleider verklaart zich bereid artsen in opleiding tot huisarts (aios) in zijn praktijk te laten functioneren en op te leiden conform de geldende opleidingseisen. 3. Het opleidingsinstituut kan, met instemming van de opleider aios plaatsen in de huisartspraktijk van de opleider. 4. Deze overeenkomst heeft een looptijd gelijk aan de duur van de door de Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie (HVRC) verleende erkenning van de huisarts als opleider. 5. Deze overeenkomst eindigt: bij opzegging door één van de partijen van rechtswege zoals bepaald in artikel C.35 Kaderbesluit CHVG bij doorhaling van de inschrijving van de opleider in het artsenregister volgens de Wet BIG bij doorhaling van de inschrijving van de opleider in het door de HVRC aangehouden register van huisartsen. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend,
hoofd opleidingsinstituut,
de opleider,
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Pagina 21/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
OVEREENKOMST INZAKE DE OPLEIDING TOT HUISARTS opleidingsinstituut – stageopleider Ondergetekenden, -
het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . ., in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . ., hoofd opleidingsinstituut,
en - dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ……………………….. . , werkzaam in. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , hierna: de stageopleider, overwegende: dat het noodzakelijk is dat partijen een overeenkomst aangaan waarmee zij aangeven in te stemmen met hetgeen ten aanzien van de uitvoering van de huisartsopleiding is bepaald, gelet op: het Kaderbesluit CHVG, in werking getreden op 1 januari 2005 het Besluit huisartsgeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 2005 het instituutsreglement ex artikel C.22 Kaderbesluit CHVG (hierna: het reglement), dat de basis vormt voor de overeenkomst die wordt gesloten tussen het opleidingsinstituut en de stageopleider, komen als volgt overeen: 1. Partijen verklaren zich te zullen houden aan hetgeen is bepaald in het reglement, dat wordt geacht met deze overeenkomst één geheel te vormen. 2. De stageopleider verklaart zich bereid artsen in opleiding tot huisarts (aios) in de stageinrichting op te leiden conform de geldende opleidingseisen. 3. Het opleidingsinstituut kan met instemming van de stageopleider en de stage-inrichting aios plaatsen bij de stageopleider. 4. Deze overeenkomst heeft een looptijd gelijk aan de duur van de door de Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie (HVRC) verleende erkenning als stageopleider voor de huisartsopleiding. 5. Deze overeenkomst eindigt: bij opzegging door één van de partijen van rechtswege zoals bepaald in artikel C.35 Kaderbesluit CHVG bij doorhaling van de inschrijving van de stageopleider in het betreffende beroepenregister volgens de Wet BIG. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend,
hoofd opleidingsinstituut,
de stageopleider,
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Pagina 22/22 Instituutsreglement Huisartsopleiding ErasmusMC GOEDGEKEURDE VERSIE HVRC 180408.doc
OVEREENKOMST INZAKE DE OPLEIDING TOT HUISARTS opleidingsinstituut – stage-inrichting Ondergetekenden, -
het opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde bij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . . . . . . . . . . . . . . . ., in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: dhr./mevr. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . ., hoofd opleidingsinstituut,
en - de instelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . te . . . .. . . . . . . . . . . . . . . , in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: dhr./mevr.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , functie: . . . . . . . . . . . . . . . . . . , hierna: de stage-inrichting, overwegende: dat het noodzakelijk is dat partijen een overeenkomst aangaan waarmee zij aangeven in te stemmen met hetgeen ten aanzien van de uitvoering van de huisartsopleiding is bepaald, gelet op: het Kaderbesluit CHVG, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het Besluit huisartsgeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 2005 en zoals nadien gewijzigd het instituutsreglement ex artikel C.22 Kaderbesluit CHVG (hierna: het reglement), dat de basis vormt voor de overeenkomst die wordt gesloten tussen het opleidingsinstituut en de stage-inrichting, komen als volgt overeen: 1. Partijen verklaren zich te zullen houden aan hetgeen is bepaald in het reglement, dat wordt geacht met deze overeenkomst één geheel te vormen. 2. De stage-inrichting verklaart zich bereid artsen in opleiding tot huisarts (aios) in de stageinrichting te laten functioneren en op te leiden conform de geldende opleidingseisen. 3. Het opleidingsinstituut kan, met instemming van de stage-inrichting en de stageopleider, aios plaatsen in de stage-inrichting. 4. Deze overeenkomst heeft een looptijd gelijk aan de duur van de door de Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie Commissie (HVRC) verleende erkenning van de instelling als stage-inrichting voor de huisartsopleiding. 5. Deze overeenkomst eindigt: bij opzegging door één van de partijen van rechtswege zoals bepaald in artikel C.35 Kaderbesluit CHVG. 6. Naast deze overeenkomst kan de rechtspersoon die de stage-inrichting vertegenwoordigt een financiële overeenkomst sluiten met de SBOH; de hiermee verbonden verplichtingen zijn dan tevens van toepassing. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend, hoofd opleidingsinstituut,
de stage-inrichting,
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .
Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . - . . . - . . . . . .