Harlingen Wijnaldum - Visvijvers Bestemmingsplan Voorontwerp
BESTEMMINGSPLAN WIJNALDUM - VISVIJVERS
CODE 1299158 / 12-11-14
GEMEENTE HARLINGEN 1299158 / 12-11-14 BESTEMMINGSPLAN WIJNALDUM - VISVIJVERS TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING 1
1. 1. 1. 2. 2.
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 5.
3 3 5
BESCHRIJVING VAN HET PLAN
7
Huidige situatie Beschrijving van het initiatief
OMGEVINGSASPECTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Ecologie Archeologie Cultuurhistorie Water Milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leidingen
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. 5. 2. 6.
1 1
Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
3. 1. 3. 2. 4.
Aanleiding Planologische regeling
BELEIDSKADER
2. 1. 2. 2. 3.
blz
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
UITVOERBAARHEID
6. 1. 6. 2. 6. 3. Bijlage 1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie Rekentool luchtkwaliteit
7 7 13 13 14 15 15 16 17 17 18 18 19 20 20 20 22 22 22 22
1299158
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding Ten oosten van Wijnaldum is het initiatief ontwikkeld om enkele visvijvers met een archeologisch openluchtmuseum te realiseren. De beoogde locatie hiervoor ligt tussen het Foarryp en de Roptavaart (zie figuur 1). Deze locatie is gekozen omdat wordt aangesloten bij een waterbergingsgebied in de gemeente Franekeradeel en de archeologisch nederzetting bij Wijnaldum. Het waterbergingsgebied gaat ook deel uit maken van de nieuwe voorziening, dit is al planologisch geregeld in de gemeente Franekeradeel. Het waterbergingsgebied wordt aangemerkt als karpervijver. In het plangebied worden vier forelvijvers en een archeologisch openluchtmuseum gerealiseerd. Het archeologisch openluchtmuseum is bedoeld voor het omliggende terpengebied en de archeologische vondsten die hier zijn gedaan. Daarnaast komen er ondersteunende functies zoals een horecavoorziening, een minicamping, een hengelsportwinkel en een bedrijfswoning. Ook worden ten behoeve van het archeologisch openluchtmuseum enkele kleine bouwwerken in de stijl van de 6e eeuw na Christus gerealiseerd. Het initiatief is op basis van het geldende bestemmingsplan niet toegestaan en wordt mogelijk gemaakt met dit nieuwe bestemmingsplan.
Figuur 1.
De ligging van het plangebied
1. 2. Planologische regeling Het geldende bestemmingsplan is het bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld op 9 november 2005). In dit plan heeft het plangebied de bestemming ‘Agrarisch gebied in een open landschap’. De realisatie van visvijvers met archeologisch
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 2
1299158
openluchtmuseum en de beschreven voorzieningen is in strijd met deze bestemming. Deze ontwikkelingen kunnen op basis van het geldende bestemmingsplan dus niet gerealiseerd worden.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
2.
blz 3
BELEIDSKADER
Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Gezien de kleinschaligheid van de voorgestelde ontwikkeling, is het rijksbeleid hiertoe niet van belang. Er zijn geen rijksbelangen in het geding. Er wordt daarom alleen ingegaan op het provinciaal en gemeentelijk beleid dat een relatie heeft met de genoemde ontwikkeling en/of het plangebied. 2. 1. Provinciaal beleid Streekplan Fryslân 2007 Het provinciaal ruimtelijk beleid is onder meer opgenomen in het Streekplan Fryslân 2007. Dit plan bevat de provinciale kaders waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. De provincie Fryslân zet, meer dan voorheen, in op de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit bij veranderingen in het gebruik en de inrichting van de ruimte. Ruimtelijke kwaliteit dient zowel voor economische, sociale als culturele belangen en is daarmee voor alle functies in Fryslân essentieel. Met ruimtelijke kwaliteit wordt bedoeld dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoering, expliciet de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde in stand worden gehouden en verder worden ontwikkeld. Het plangebied ligt tussen Franeker en Harlingen. Deze steden vormen samen een bundelingsgebied. Verordening Romte Fryslân In de Verordening Romte Fryslân (vastgesteld op 25 juni 2014) stelt de provincie regels aan de provinciale belangen. Deze regels moeten in gemeentelijke plannen worden vertaald. Ten eerste geeft de verordening aan dat in een ruimtelijk plan voor landelijk gebied geen bouwmogelijkheden en gebruiksmogelijkheden mogen worden opgenomen voor nieuwe stedelijke functies. In dit geval betreft het (een uitbreiding van) een dagrecreatieve voorziening, dat geen stedelijke functie is. Daarnaast bepaalt de verordening dat plannen voor het landelijk gebied een ruimtelijke kwaliteitsparagraaf moet bevatten. Hierin moet (voor zover noodzakelijk) worden aangegeven op welke wijze: - het plan rekening houdt met de draagkracht van het landschap voor de opvang en inpassing van nieuwe functies, op grond van een analyse van de samenhang van de ondergrond, netwerken en nederzettingspatronen; - het plan invulling geeft aan de blijvende herkenbaarheid van de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten, zijnde de structuren van provinciaal belang zoals die, met inbegrip van een richtinggevend advies, per deelgebied of gebiedsoverschrijdend zijn omschreven in de structuurvisie ‘Grutsk op ’e Romte’;
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 4
1299158
Een bestemmingsplan stelt zo nodig regels die ertoe strekken dat de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten herkenbaar blijven en voorziet in een zorgvuldige inpassing binnen de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten. De wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven is beschreven in paragraaf 3.2. Tevens is voor de ontwikkelingen in het plangebied een beeldkwaliteitsplan in voorbereiding, dat in de volgende versie van het bestemmingsplan wordt opgenomen. Wat betreft archeologie, stelt de verordening dat in de plantoelichting wordt aangegeven op welke wijze het plan rekening houdt met de wijze van onderzoek naar en bescherming van archeologische waarden en verwachtingswaarden zoals aangegeven op de Famke. Paragraaf 4.2 gaat hierop in. Voor dagrecreatieve voorzieningen geeft de verordening aan dat een bestemmingsplan een uitbreiding van een bestaande dagrecreatieve inrichting kan toegestaan, tot een maximaal aantal van 150.000 bezoekers per jaar. Hier is in het bestemmingsplan sprake van, de visvijver in de gemeente Franekeradeel wordt uitgebreid met de visvijvers en het archeologisch openluchtmuseum die in dit bestemmingsplan zijn geregeld. Het verwachte aantal bezoekers blijft (verreweg) onder de 150.000 per jaar. In deze situatie gaat het over 5 jaar om maximaal 15.000 bezoekers per jaar. De provincie stelt hierbij de eis dat in de plantoelichting wordt onderbouwd dat de inrichting milieuhygiënisch en verkeerskundig inpasbaar is in de omgeving, en wat betreft schaal en verschijningsvorm inpasbaar is binnen de landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten. Paragraaf 4.5 van deze toelichting gaat in op de milieuhygiënische inpasbaarheid, in het volgende hoofdstuk is de verkeerskundige inpasbaarheid omschreven. Voor de landschappelijke inpassing van een recreatieve voorziening wordt een ruimtelijk inrichtingsplan opgesteld volgens de methodiek ‘Nije Pleats’, waarvan de uitvoering zo nodig als voorwaardelijke bepaling in het ruimtelijk plan is opgenomen. Voor de plannen in een projectplan opgesteld en is een ontwerptekening gemaakt. Het volgende hoofdstuk gaat hier uitgebreid op in. Tevens wordt gewerkt aan een beeldkwaliteitsplan waarin de beeldkwaliteit nader in wordt omschreven. Dit beeldkwaliteitsplan wordt toegevoegd aan de volgende versie van het bestemmingsplan. Tenslotte dient uit de plantoelichting te blijken dat de beoogde ontwikkeling bijdraagt aan verbreding of kwaliteitsverbetering van het toeristisch-recreatieve aanbod in de regio, en aan kwaliteitsverbetering van de recreatieve voorziening. Ook hier gaat het volgend hoofdstuk op in. Op basis van het voorgaande en deze plantoelichting kan geconcludeerd worden dat aan de vereisten van de provinciale verordening wordt voldaan. Grutsk op 'e Romte In het streekplan en de verordening van de provincie worden de ‘kernkwaliteiten’ van het cultuurhistorische erfgoed en het landschap beschreven. Deze zijn verder
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 5
uitgewerkt in het document ‘Grutsk op ‘e Romte’. Het doel hiervan is behoud en verdere ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit door middel van informeren, adviseren en inspireren. Op deze wijze verwacht de provincie Fryslân de doorwerking van de provinciale belangen in ruimtelijke plannen van gemeenten, rijk en provincie binnen Fryslân te borgen. Het plangebied maakt deel uit van het ‘Kleigebied Westergo’. Dit gebied ligt aan de westzijde van de voormalige Middelzee. Het gebied bestaat uit een zeer oud, grootschalig landschap, waarin de dorpen en steden zeer essentieel zijn als oriëntatiepunten. Dit gebied bestaat uit een kleigebied van kwelderwallen en kweldervlakten, een gebied met slenken, prielen en oeverwallen -het kleiterpengebieden een gebied van inpolderingen met droogmakerijen. De smalle, langgerekte kwelderwallen, met daartussen de langwerpige, laaggelegen kweldervlaktes, liggen evenwijdig ten opzichte van elkaar en parallel aan de kust. In de terpentijd concentreerde de bewoning zich in het noorden van Westergo, op de kwelderwallen, die naar het noorden toe steeds jonger worden en van waaruit het landschap regelmatig werd ingericht. De inrichting van de nederzettingen is bloksgewijs en haaks op de wallen. De kernkwaliteiten van de kwerlderwal uit zich onder andere in de terpen en de dorpen langs de wegen op de kwelderwallen. Het bestemmingsplan heeft (mede) tot doel de kernkwaliteiten van het ‘Kleigebied Westergo’ meer beleefbaar te maken. Door het archeologisch openluchtmuseum op een terp te plaatsen wordt het landschap (ten opzichte van de bomenpartij die hier nu aanwezig is) meer ‘open’ en neemt de beleving toe. Voor de plangebied zijn de volgende aspecten voor de provincie van belang. Ten eerste dient het lineaire karakter van de kwelderwallen gerespecteerd te worden. Dit bestemmingsplan brengt hierin geen verandering. Een terp is hierin een belangrijke eigenschap. Deze wordt in ere hersteld. Daarnaast dient de open ruimte en de zichtlijnen in de dorpen behouden te blijven. Ook hier wordt zoals hiervoor aangegeven aan voldaan. Ten tweede dient de herkenbaarheid en leesbaarheid van de weerslag en de invloed van de zee op het landschap behouden te blijven. Ook hier draagt de nieuwe terp aan bij. Het project draagt dus bij aan de uitgangspunten van ‘Grutsk op ‘e Romte’. Conclusie Het plan past binnen het provinciaal beleid. Er zijn geen provinciale belangen in het geding. 2. 2. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Harlingen 2025 De Structuurvisie Harlingen 2025 geeft richting aan het ruimtelijke, economische en sociaal maatschappelijke beleid van de gemeente Harlingen. Deze structuurvisie is het vertrekpunt voor het uitwerken van het verdere beleid van de gemeente Harlingen voor de toekomst.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 6
1299158
Op de visiekaart is de locatie aangewezen als buitengebied. De gemeente zet hier in op het herkenbaar houden van de karakteristieke openheid van het open kustlandschap. Verdere verdichting van het landschap met bebouwing en beplanting is daarom niet gewenst. In paragraaf 3.2 is aangegeven dat er slechts enkele boomgroepen op het noordelijke terrein worden aangelegd. In het zuidelijke deel van het terrein vindt juist veel bomenkap plaatst, waardoor de oorspronkelijke karakteristieke openheid in ere wordt hersteld. 'Koers houden". Actualisatie ‘beleidsnota Recreatie en Toerisme 2006-2016’ Het beleidsplan ‘Toerisme en Recreatie 2006 – 2016’ is in juni 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit beleidsplan bestaat uit een visie over de ontwikkeling van de gemeente Harlingen op het gebied van recreatie en toerisme voor een periode van tien jaar. Sinds het vaststellen van het beleidsplan hebben zich er zowel op landelijk, provinciaal en lokaal niveau verscheidene ontwikkelingen voorgedaan waardoor het beleidsplan niet meer aansluit op de huidige situatie. Naar aanleiding van die ontwikkelingen is deze actualisering tot stand gebracht. De uitgezette koers in 2006 wordt voor de komende jaren aangehouden. In de beleidsnota zijn de gestelde doelen aangevuld en waar nodig aangescherpt. Recreatie en toerisme is na industrie de tweede economische pijler van gemeente Harlingen. Dit geeft aan dat het een belangrijke sector is voor de gemeente. De hoofddoelstelling is daarom: ‘toeristisch bezoek aan de gemeente Harlingen bevorderen en de bestedingen op dit gebied maximaliseren zodat er een gezonde groei in de werkgelegenheid komt’. Als een van de sterke punten van de gemeente wordt genoemd het aantrekkelijk terpenlandschap in het buitengebied van Harlingen. De ontwikkelingen in dit bestemmingsplan dragen hieraan bij. Hiermee past het voornemen binnen de uitgangspunten van de beleidsnotitie. Welstandsnota De gemeente Harlingen heeft haar gemeentelijke welstandsbeleid opgenomen in de Welstandsnota uit december 2003. Het welstandsbeleid geeft de gemeente de mogelijkheid om de cultuurhistorische, stedenbouwkundige en architectonische waarden die in een bepaald gebied aanwezig zijn, te benoemen en een rol te laten spelen bij de ontwikkeling en beoordeling van bouwplannen. Door deze gebiedsgerichte aanpak wil de gemeente de belangrijke karakteristieken van de bebouwing beschermen en zorgen dat nieuwe ontwikkelingen daarop voortbouwen. Het plangebied maakt in de Welstandsnota onderdeel uit van het ‘buitengebied’. Specifiek voor dit project is een beeldkwaliteitsplan in voorbereiding, waar bouwinitiatieven aan getoetst worden. Dit beeldkwaliteitsplan wordt aan de volgende versie van het bestemmingsplan toegevoegd. Conclusie Het voornemen past binnen het gemeentelijk beleid.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
3.
blz 7
BESCHRIJVING VAN HET PLAN
3. 1. Huidige situatie Het plangebied ligt in het landelijk gebied ten oosten van Wijnaldum. Dit gebied maakt deel uit van het kleigebied. Het kleigebied wordt gekenmerkt door een grote mate van openheid. In het gebied komen verschillende structurerende elementen, zoals dijken, kwelderwallen en terpen voor. Deze elementen komen ook in de omgeving van het plangebied voor. Zo ligt ten noorden van de Roptavaart een dijk. Ten zuidoosten van het plangebied ligt een kwelderwal met daarop een terpenreeks. Zowel de dijk ten noorden van de Roptavaart als de kwelderwal zijn oost-west georiënteerd. Over het algemeen zijn percelen in het kleilandschap gemarkeerd door middel van beplanting. Direct ten oosten en westen van het plangebied liggen twee kleine bospercelen. Hierdoor heeft het plangebied een beschutte ligging in het open gebied. Het plangebied zelf bestaat uit een agrarisch perceel en een bosperceel aan het Foarryp. Ten noorden van het plangebied ligt de Roptavaart. Ten noorden van de Roptavaart wordt in de nabije toekomst een glastuinbouwgebied ontwikkeld met een waterberging. 3. 2. Beschrijving van het initiatief Het initiatief betreft het realiseren van vier forelvijvers op het noordelijke deel van het plangebied en de realisatie van een archeologisch openluchtmuseum en een parkeerterrein in het zuidelijke deel van het plangebied. Bovendien wordt de waterberging ten noorden van de Roptavaart, in de gemeente Franekeradeel, gebruikt als karpervijver. De karpervijver valt buiten de reikwijdte van dit bestemmingsplan en is al planologisch geregeld. De karpervijver wordt met de forelvijvers verbonden door middel van een veerpont over de Roptavaart. Door aan te sluiten bij een reeds gegraven waterbergingsgebied wordt niet een nieuwe locatie geheel onttrokken aan het landbouwkundig gebruik. Door te kiezen voor deze locatie wordt juist slim gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte. Bij de visvijvers worden enkele voorzieningen gerealiseerd. Het gaat om onder andere een horecavoorziening/kantine (ten behoeve van de nieuwe dagrecreatieve functies), een minicamping (voor tenten en/of tentwagen, zonder mogelijkheden voor kampeerauto’s of caravans), 3 trekkershutten, een hengelsportwinkel en een bedrijfswoning. Bovendien wordt er een koppeling gelegd met de terp ten zuiden van het plangebied. Deze terp maakt dat het plangebied een unieke locatie is. In het plangebied wordt daarom een archeologisch openluchtmuseum voor het terpengebied gerealiseerd. Het archeologisch openluchtmuseum krijgt vorm door verschillende kleine houten gebouwen, die op een verhoogd maaiveld worden gebouwd. Hiermee krijgt het de uitstraling van een vroegere terp. Voor de nadere vormgeving hiervan wordt een beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat aan de volgen-
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 8
1299158
de versie van dit bestemmingsplan wordt toegevoegd. De beoogde inrichting van het plangebied is in figuur 2 weergegeven.
Figuur 2.
De beoogde inrichting van het plangebied
In het plangebied worden een viertal visvijvers gerealiseerd met een oppervlakte tussen de 0.2 hectare en 0.5 hectare en een diepte tussen de 0.5 en 1.5 meter.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 9
De vijvers worden in een zo natuurlijk mogelijke vorm aangebracht, de visser moet zich zoveel mogelijk in de vrije natuur wanen. Rietkragen en begroeiing, bestaande uit een diversiteit aan plantensoorten als lisdodde en wilgen aan de ‘waterkant’, zullen mede bijdragen om zowel de vis als de visser een stuk natuurbeleving te brengen. Indien noodzakelijk zal op bepaalde plaatsen een beschoeiing worden aangebracht. Op het terrein zullen op diverse plaatsen boomgroepen worden aangebracht om rust en sfeer maar ook luwte te verkrijgen. Een parkachtige omgeving is gewenst zonder dat dit consequenties heeft voor de bewegingsvrijheid van de visser. Ook worden enkele hoogteverschillen aangebracht om het terrein een speelser karakter te geven. Dit komt tevens de natuurlijke stroming en circulatie in de vijvers ten goede. Rondom het terrein worden natuurlijke oevers aangelegd, mede ten behoeve van de waterberging. Het water wordt vanuit de vijvers met behulp van een Amerikaanse windmolen (met een beperkte hoogte) naar het hoger gelegen helofytenfilter gebracht. Het helofytenfilter vormt een parcours dat het te zuiveren water moet afleggen en het cascadeprincipe wordt gebruikt om hoogte verval te creeren. Op dezelfde wijze kan het gerecirculeerde water tevens belucht worden. In winter, voor- en najaar wordt gevist gedurende 2 dagdelen van elk 4 uur, van 08.30 - 12.30 uur en van 13.00 - 17.00 uur. In de zomer en in ieder geval tijdens de vakantieperiode wordt er in de avond nog een derde dagdeel gevist tussen 17.30 en 21.30 uur. Per dagdeel kunnen maximaal 100 vissers gebruik maken van alle vijvers en kunnen in de zomerperiode dus in totaal 300 personen per dag ontvangen worden. Binnen het plangebied worden ook mogelijkheden geboden voor outdoor/groepsactiviteiten, rondleidingen en cultuurhistorische beleving, die passen binnen het karakter van de dagrecreatieve voorziening. Ook worden mogelijkheden geboden voor het ambachtelijk roken van verse vis. De horecavoorziening/kantine wordt op het centrale deel van het perceel gesitueerd in de stijl refererend aan de omgeving gedecoreerd. Bij slecht weer dient dit als schuilgelegenheid voor de vissers. In het gebouw moeten 150 personen ondergebracht kunnen worden. De horecavoorziening/kantine bestaat uit een bar, keuken, overdekt terras en toiletgelegenheid. Tevens biedt dit gebouw ruimte aan een hengelsportwinkel, waar de vissers hun visbenodigdheden kunnen aanschaffen. In de omgeving (Harlingen) is een dergelijke winkel namelijk niet aanwezig. De winkel wordt geïntegreerd in de kantine. Naast dit gebouw wordt ook een aantal speeltoestellen geplaatst. De visvijvers en het archeologisch openluchtmuseum worden nadrukkelijk niet gepresenteerd als camping. Wel worden in het plangebied overnachtingsmogelijkheden geboden aan vissers in de vorm van een minicamping met 13 plaatsen in het noordoosten van het plangebied en een drietal trekkershutten. Op de minicamping zijn alleen tenten(wagens) toegestaan. De trekkershutten worden gesitueerd op het centrale deel van het plangebied. De hutten krijgen een robuuste en natuurlijke uitstraling en worden bekleed met schaaldelen, ze bestaan volledig uit hout. Alle bebouwing in het centrale deel van het terrein krijgt overigens dezelfde bouwstijl.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 10
1299158
De bedrijfswoning is gelegen aan de oostzijde van het terrein nabij de minicamping. Deze is bedoeld om toezicht te kunnen houden op het terrein. In het zuidelijke deel van het plangebied wordt een archeologisch openluchtmuseum ingericht. Hiermee wordt er een sfeer gecreëerd, die aan de 6e eeuw na Christus uit de tijd van de bewoning van de Koningsterp te Wijnaldum doet denken. De plaatsing van de forelvijvers draagt hier aan bij. Het archeologisch openluchtmuseum krijgt gestalte door middel van een klein dorpje, gebaseerd op gegevens van de ijzertijd / Romeinse tijd. Zo kan op een educatieve en recreatieve manier worden ondervonden hoe de bevolking in deze periode geleefd heeft. Op de op te werpen terp wordt een klein dorpje nagebouwd, gebaseerd op vooralsnog bekende gegevens uit die tijd zodat op een educatieve / recreatieve manier getoond kan worden hoe de bevolking toentertijd geleefd heeft. In het koningshuis dat uit wilgentenen; rondhout en leem gerealiseerd wordt, zal een informatie ruimte c.q. tentoonstellingsruimte worden ingericht, die te maken heeft met de periode van de Koningsterp en het leven van de bevolking van toen. Op dit terrein wordt een nederzetting ingericht waar zich een leemput, wilgentakken en de benodigde bouwmaterialen bevinden en waar bezoekers kennis kunnen opdoen over de historische bouwstijl, het maken van natuurlijke afrasteringen en allerhande producten die van wilgentenen gemaakt kunnen worden. Men kan zich op het terrein helemaal in die tijd verplaatsen in de sfeer van weleer en de manier waarop de mensen toen leefden en kennis maken met de koningsterp, de opgravingen, het ontstaan van de terp en het gebruik van deze bijzondere archeologisch waardevolle terp. In het zuidelijke deel van het plangebied wordt ook een parkeerterrein aangelegd, dat tevens de entree vormt tot het plangebied. Ruimtelijke inpassing De bebouwing op het terrein bestaat uit de horecavoorziening, de bedrijfswoning, de trekkershutten en de bouwwerken ten behoeve van het archeologisch openluchtmuseum. Zoals is te zien op figuur 2 wordt de bebouwing geclusterd. De bebouwing op de noordzijde van het terrein ligt hierdoor achter de terp, waardoor deze enigszins uit het zicht ligt. Bovendien gaat het bij het archeologisch openluchtmuseum om kleine (houten) bouwwerken die op een verhoogd maaiveld worden gerealiseerd, dat refereert naar een vroegere terp. Deze gebouwen met natuurlijke uitstraling vallen weg tegen de achtergrond van de forelvijvers. Dergelijke bebouwing past in het historische karakter van het terpenlandschap. De bouwstijl van de gebouwen wordt op elkaar afgestemd zodat er een eenheid ontstaat. Op het centrale deel van het plangebied, nabij de voorzieningengebouwen, worden enkele boomgroepen aangelegd. Het gaat slechts om enkele boomgroepen, zodat het terrein vooral een open karakter behoudt. De boomgroepen sluiten aan bij de bospercelen nabij het plangebied. Hierdoor vormen de boomgroepen op het terrein geen grote inbreuk op het open karakter van het gebied. Het open karakter van het terrein wordt juist benadrukt door een deel van het bosjes in de zuidzijde van het plangebied te kappen. Op deze wijze wordt ruimte gemaakt voor
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 11
het archeologisch openluchtmuseum en het parkeerterrein en wordt de openheid van het landschap nog eens extra versterkt. Functionele inpassing Dagrecreatieve voorzieningen zoals de visvijvers en het archeologisch openluchtmuseum zijn activiteiten die aan het buitengebied zijn verbonden. Bovendien vinden er gesprekken plaats met het waterschap om te kijken of de visvijvers ook gebruikt kunnen worden voor waterberging. De karpervijver ten noorden van de Roptavaart is bijvoorbeeld al gegraven ten behoeve van waterberging. Het realiseren van een aantal visvijvers past dan ook uitstekend in het buitengebied. Het archeologisch openluchtmuseum sluit goed aan bij de archeologische geschiedenis van Wijnaldum en het terpenlandschap. Om deze reden is een dergelijk archeologisch openluchtmuseum hier op de juiste plek. Met het archeologisch openluchtmuseum wordt de beleving van het landschap versterkt. Beide functies (visvijvers en archeologisch openluchtmuseum) versterken elkaar. Verkeer en parkeren Over 5 jaar worden voor de visvijvers maximaal 10.000 bezoekers per jaar verwacht. Voor het archeologisch openluchtmuseum zijn dit maximaal 5000 bezoekers per jaar. In totaal betreft het dus maximaal 15.000 bezoekers per jaar. In de zomer wordt de grootste toeloop van gasten verwacht. Per dagdeel kunnen op het terrein maximaal 100 vissers worden geherbergd. Er kunnen maximaal 300 personen per dag worden ontvangen, waarbij er tegelijkertijd (bij de overgang van de dagdelen) maximaal 200 vissers aanwezig zullen zijn. Hieraan gerelateerd wordt het maximaal aantal bezoekers per dag voor het archeologisch openluchtmuseum ingeschat op 100 per dag. De ervaring leert dat niet iedereen per auto komt (circa 80 %) en de bezoekers die gebruik maken van de auto doen dat met meerdere personen (gemiddeld 2,5) in een auto. In totaal zijn dus maximaal 100 parkeerplaatsen nodig. In eerste instantie worden 50 verharde parkeerplaatsen aangelegd in het zuidwestelijke deel van het plangebied. Het plangebied biedt ruimschoots mogelijkheden om dit uit te breiden naar het dubbele aantal. Aangezien de gasten in- en afrijden van het parkeerterrein leidt dit tot circa 250 motorvoertuigen per etmaal aan verkeersbewegingen. Daarnaast worden er circa vijf verkeersbewegingen per week met vrachtwagens verwacht voor de bevoorrading, zoals de aanvoer van levende vis. Het plangebied wordt ontsloten op het Foarryp, een erftoegangsweg die enkele percelen ten oosten van Wijnaldum ontsluit en die aansluit op de bovenliggende wegennet (de gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen), de N393, de N383 en de A31. Deze weg is geschikt voor het verkeer dat het plangebied aantrekt en via het Foarryp kan snel worden aangesloten op de gebiedsontsluitingswegen en stroomwegen.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 12
1299158
Duurzaamheid Het is de bedoeling om het terrein duurzaam aan te leggen. Zo wordt het water gecirculeerd door middel van een kleine windmolen naar Amerikaans model en wordt gebruikt gemaakt van technische mogelijkheden zoals zonnecollectoren, het hergebruik van regenwater en led-verlichting
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
4.
blz 13
OMGEVINGSASPECTEN
Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven. 4. 1. Ecologie Normstelling en beleid Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ‘nee, tenzij-principe’. Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gebiedsbescherming Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is de ‘Waddenzee’. Dit gebied ligt op een afstand van 3 kilometer vanaf het plangebied. Dit gebied maakt ook deel uit van de EHS. Gezien de aard van de ingreep en de relatief grote afstand tot het gebied heeft dit plan geen negatieve invloed op het Natura 2000-gebied. Ook liggen er in de omgeving van het plangebied geen gebieden die behoren tot de EHS. Ten aanzien van de gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor het bestemmingsplan. Soortenbescherming Voor het noordelijke deel van het plangebied geldt dat als gevolg van het initiatief geen sloten gedempt, bomen gekapt en gebouwen gesloopt worden. Deze werkzaamheden hebben doorgaans een risico tot het verstoren van soorten. Dit deel van het plangebied is momenteel in gebruik als intensief gebruikte weidegrond. Het noordelijke deel van het plangebied wordt daarom als ernstig verstoord aangemerkt en is daardoor niet een aantrekkelijk leefgebied voor (beschermde) soorBestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 14
1299158
ten. Ten aanzien van de nieuwe ontwikkeling lijkt het dan ook niet waarschijnlijk dat er negatieve invloed op (beschermde) soorten optreedt. In het zuidelijke deel van het plangebied wordt een fors aantal bomen gekapt. Dit gebied wordt door middel van een ecologisch onderzoek onderzocht op de aanwezigheid van beschermde soorten. De resultaten van dit onderzoek worden in een volgende versie van dit bestemmingsplan opgenomen. Bij uitvoering van de werkzaamheden bestaat altijd het risico dat eventueel broedende vogels verstoord worden. Vanuit de Flora- en faunawet is verstoring van broedende vogels verboden, en hiervoor kan geen ontheffing worden verkregen. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen te starten, wordt overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen. Bij start van de werkzaamheden in het broedseizoen wordt eerst door een gekwalificeerd persoon vastgesteld dat er geen nesten in het hierdoor verstoorde gedeelte van het plangebied aanwezig zijn. 4. 2. Archeologie Normstelling en beleid Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is de Monumentenwet van toepassing. De kern van de Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald. In Friesland worden archeologische waarden weergegeven op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE). Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Volgens de FAMKE ligt ten zuiden van het plangebied een terp. Dit is een beschermd monument. Het noordelijke deel van het plangebied ligt in een gebied waar geen archeologisch onderzoek nodig is, zowel niet voor de periode ijzertijd middeleeuwen als de periode steentijd - bronstijd. In het zuidelijke deel van het plangebied is volgens de FAMKE ‘streven naar behoud’ van toepassing. Dit betekent dat vanaf 50 m2 aan bodemingrepen een archeologisch onderzoek nodig is. In relatie tot de ontwikkelingen in dit deel van het plangebied is contact geweest met de provinciaal archeoloog. Er wordt voorgesteld om de ontwikkelingen op een verhoogd maaiveld aan te leggen waardoor eventuele archeologische resten in de bodem onaangetast blijven. De provinciaal archeoloog heeft hierover geadviseerd. Ter bescherming van de archeologisch waarden in dit deel van het plangebied is een archeologische dubbelbestemming opgenomen. Verder geldt in het geval van het aantreffen van vondsten een meldingsplicht. Er moet dan contact opgenomen worden met de gemeente.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 15
4. 3. Cultuurhistorie Normstelling en beleid Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening moet in bestemmingsplannen aandacht worden besteedt aan cultuurhistorie. Cultuurhistorisch waardevolle elementen moeten in het bestemmingsplan worden beschermd. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In het plangebied liggen geen cultuurhistorische waardevolle elementen. De inrichting van het plangebied en het archeologisch openluchtmuseum dragen bij aan de beleving van de cultuurhistorie van de omgeving, zoals in het vorig hoofdstuk in omschreven. Het aspect cultuurhistorie vormt dan ook geen belemmering voor het bestemmingsplan. 4. 4. Water Normstelling en beleid Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte ‘watertoets’. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied ligt in het beheersgebied van Wetterskip Fryslân. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het waterschap is al op de hoogte gebracht van het voornemen. Momenteel denkt het waterschap mee om te kijken of de vijvers ook ingezet kunnen worden voor waterberging. Voor het waterschap is dit een zoekgebied voor waterberging. Door de betrokkenheid van het waterschap kunnen de vijvers meerdere doelen dienen. Hierop wordt ingezet. Daarnaast adviseert het waterschap over de situering van de vijvers om verzilting te voorkomen. Het is van belang om een goede waterkwaliteit te realiseren in de vijvers. In de forelvijvers is de visdichtheid onnatuurlijk hoog. In verband met de waterkwaliteit is het daarom van belang dat de ontstane bezinking gezuiverd moet worden. Deze bezinking wordt afgevangen en met een windmolen afgevoerd naar een hoger liggend helofytenfilter. Aangezien de visdichtheid relatief laag is, is een helofytenfilter van circa 250 m2 in combinatie met zuurstof inbreng door middel van watervalletjes voldoende. In de karpervijver, waar naast karper ook andere vissoorten, zoals paling, snoekbaars en meerval voorkomen, is de visdichtheid lager. In deze vijver ontstaat daarom een meer natuurlijk milieu dat zorgt voor een eigen zuivering. Desondanks wordt toch een deel van het water afgevangen en gezuiverd via het helofytenfilter. Het afvalwater van het horecadeel wordt gezuiverd via een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater) en wordt vervolgens gezuiverd via het helofytenfilter. Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 16
1299158
De reactie van het waterschap wordt te zijner tijd bij het bestemmingsplan betrokken. Het wateradvies wordt met de initiatiefnemer gecommuniceerd. Vanuit het aspect water gelden er geen belemmeringen voor het bestemmingsplan. 4. 5. Milieuzonering Normstelling en beleid In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan De visvijvers en het archeologisch openluchtmuseum zelf zijn geen milieubelastende voorziening. De horecavoorziening, de minicamping en het roken van vis zijn dat wel. Deze activiteiten vallen volgens de VNG-uitgave respectievelijk in milieucategorieën 1, 3.1 en 4.2. Hiervoor adviseert de VNG adviesafstanden ten opzichte van milieugevoelige functies van 10, 50 en 300 meter. Ten zuiden van het plangebied ligt een woning. Deze woning ligt op een afstand van circa 150 meter. De horecavoorziening en minicamping liggen op voldoende afstand. Bij de milieuzone voor een visrokerij is uitgegaan van een zelfstandige visrokerij. Dat staat de initiatiefnemer hier niet voor ogen. Het gaat hier om het op kleinschalige (ambachtelijke) schaal roken van gevangen vis, dus het roken van vis vanuit recreatief oogpunt. Het gaat om maximaal 100 vissen per dag. De vissen worden koud gerookt, wat ook zorgt voor een beperkte geurhinder. De situatie is voorgelegd aan de milieuadviesdienst. Deze concludeert dat de wetgever van mening is dat indien de afstand meer dan 25 meter bedraagt, er geen maatregelen getroffen hoeven te worden en er sprake is van een aanvaardbaar geurhinderniveau. In dit specifieke geval betreft de afstand 150 meter, dit is ruim meer dan de afstand die in het Activiteitenregeling wordt aangehouden. De bedrijfswoning vormt een milieugevoelige functie. In de omgeving van het plangebied liggen enkele agrarische bedrijven. Op basis van het Besluit landbouw milieubeheer geldt hiervoor een afstand van 50 meter ten opzichte van woningen. Hier wordt aan voldaan. Vanuit het aspect milieuzonering gelden er geen belemmeringen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 17
4. 6. Bodem Normstelling en beleid Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat indien ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Voor een inzicht in de kwaliteit van de bodem zijn de bodemkwaliteitskaart (Regionale bodemkwaliteitskaart Friesland, d.d. december 2011, kaart/nummer 206115.03) en de Nota bodembeleid (Nota bodembeleid, d.d. 2 december 2011, kenmerk N360023) geraadpleegd. Daarnaast is gebruik gemaakt van de gegevens uit het Bodeminformatiesysteem van de Provincie Fryslân en de Friese gemeenten. Er is geen sprake van een sanerings- of verdachte locatie. De huidige kwaliteit is landbouw/natuur en voldoet daarmee aan de benodigde kwaliteit van de gewenste functie. Ten aanzien van bodem zijn er geen belemmeringen voor het initiatief. Er is dus geen verder onderzoek nodig. 4. 7. Geluid Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die ‘in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken’, een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. Als niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan De bedrijfswoning vormt een geluidsgevoelig object. De bedrijfswoning wordt gebouwd binnen de geluidszone van het Foarryp. Dit is echter een zeer rustige weg, aangezien de weg alleen is bedoelt voor bestemmingsverkeer. De bedrijfswoning komt op een afstand van ruim 150 meter vanaf deze weg te liggen. Aangenomen wordt dat de voorkeursgrenswaarde niet wordt overschreden. Vanuit het aspect geluid gelden er geen belemmeringen.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 18
1299158
4. 8. Luchtkwaliteit Normstelling en beleid In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Plannen die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen zijn (onder andere) de volgende plannen vrijgesteld van toetsing: • woningbouwplannen met minder dan 1.500 woningen; • kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000 m2; • plannen die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bijdraagt aan luchtverontreiniging. Door het extra aantal voertuigbewegingen en het aandeel vrachtverkeer in te vullen, wordt een worstcase scenario berekend. In paragraaf 3.2 is aangegeven dat de verkeersaantrekkende werking wordt ingeschat op circa 250 motorvoertuigen per dag. In de rekentool (zie bijlage 1) is uitgegaan van een iets hoger aantal. Hieruit blijkt dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Ten aanzien van de luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor het initiatief. 4. 9. Externe veiligheid Normstelling en beleid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over ‘externe veiligheid’ om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In de omgeving van het plangebied liggen geen risicovolle inrichtingen en hoofdgasleidingen. Wel vindt over de A31 het transport van gevaarlijke stoffen plaats. Echter met een afstand van circa 650 meter ligt het plangebied buiten het invloedsgebied van de A31. Ten aanzien van het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 19
4. 10. Kabels en leidingen Normstelling en beleid In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In het plangebied liggen geen kabels en leidingen die een belemmering vormen voor het plangebied. Ten aanzien van het aspect kabels en leidingen zijn er geen belemmeringen.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 20
5.
1299158
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. Algemeen In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld. 5. 2. Toelichting op de bestemmingen In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. Recreatie Het plangebied valt onder deze bestemming. Deze bestemming is afgestemd op het gewenste dagrecreatieve gebruik als visvijver, het archeologisch openluchtmuseum en de andere functies, waaronder een minicamping, een horecavoorziening/kantine en een bedrijfswoning. Voor de bebouwing zijn twee bouwvlakken in het plangebied opgenomen, waarin de bebouwing gebouwd moet worden. Binnen deze bouwvlakken is een maximaal bebouwingspercentage opgenomen, dat voorkomt dat de bouwvlakken geheel vol kunnen worden gebouwd en zorgt voor flexibiliteit wat betreft de plaatsing van de gebouwen. Op deze wijze blijft de bebouwing ook geconcentreerd. In de regels is maatvoering voor de bebouwing opgenomen. De bedrijfswoning moet aan de oostkant van het noordelijke bouwvlak gebouwd worden, hiervoor is in de bestemmingsplanregeling een aanduiding opgenomen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 21
Voor de minicamping is een aanduidingsvlak in het noordoosten van het plangebied opgenomen. Hiermee wordt vastgelegd dat kamperen niet op andere locaties in het plangebied plaats kan vinden en tevens wordt de maximale oppervlakte hiermee vastgelegd. Alleen kamperen in de vorm van tenten en/of tentwagens zijn toegestaan. In de bestemming is daarnaast vastgelegd dat er maximaal 3 trekkershutten gebouwd mogen worden. Waarde - Archeologie Ter bescherming van mogelijk archeologische waarden, zijn de gronden in het zuidelijke deel van het plangebied bestemd als ‘Waarde - Archeologie’ (verwezen wordt naar paragraaf 4.2 van deze toelichting). Bij bodemingrepen (waaronder ook ophogingen) zijn door middel van een omgevingsvergunning bepaalde werkzaamheden verboden die de archeologische waarden kunnen aantasten, zonder dat hiervoor een vergunning van het bevoegd gezag is afgegeven. Indien de bodemingreep een groter oppervlak beslaat dan 50 m2, is tevens archeologisch onderzoek vereist. Ook kunnen er in bepaalde gevallen voorwaarden aan de omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.
blz 22
6.
1299158
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting. Overleg en inspraak Omdat de gemeente participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk vindt biedt de gemeente deze partijen de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader zal het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd worden en wordt het plan opgestuurd naar de overlegpartners. Ontwerpbestemmingsplan De resultaten van overleg en inspraak worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan eenieder zijn zienswijze kenbaar maken. Vaststelling bestemmingsplan Indien noodzakelijk wordt het bestemmingsplan aangepast aan de zienswijzen. Vervolgens wordt het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd vastgesteld. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State. 6. 2. Economische uitvoerbaarheid Het gaat hier om een initiatief dat door een particuliere ontwikkelaar tot stand wordt gebracht. De initiatiefnemer heeft een exploitatiebegroting gemaakt, waaruit blijkt dat de exploitatie haalbaar is. De initiatiefnemer heeft voldoende financiële middelen om de realisatie te financieren. De economische uitvoerbaarheid is daarmee voldoende aangetoond. 6. 3. Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Het bestemmingsplan maakt bouwplannen mogelijk zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
1299158
blz 23
Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten ‘anderszins verzekerd’ zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen en een fasering niet noodzakelijk worden geacht. In dit geval worden er tussen de gemeente en de aanvrager voor de vaststelling van het bestemmingsplan afspraken gemaakt (eventueel in de vorm van een anterieure overeenkomst), waarmee het wordt geregeld. Hiermee is het kostenverhaal anderszins verzekerd en besluit de gemeenteraad om geen exploitatieplan vast te stellen.
===
Bestemmingsplan Wijnaldum - Visvijvers Status: Voorontwerp / 12-11-14
Rho adviseurs B.V.