Gemeente Eemsmond t.a.v. College van B&W Postbus 11 9980 AA UITHUIZEN
Ons kenmerk: 09-12-MT
Groningen, 23-10-2009
Betreft: Voorontwerp-bestemmingsplan Buitengebied
Geacht College, Graag willen wij - de Stichting Natuur en Landschap Eemsmond en de Milieufederatie Groningen - onze zienswijze geven op het voorontwerp-bestemmingsplan Buitengebied van uw gemeente. Wij kunnen instemmen met het beleid zoals de gemeente Eemsmond verwoord heeft in dit voorontwerp bestemmingsplan rondom intensieve veehouderij, verlichting van stallen en kassen en mestvergistingsinstallaties. Wij zijn verheugd dat hiervoor duidelijke richtlijnen zijn opgenomen in het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied. Wonen in het buitengebied
Wij missen in Artikel 3.7 lid g en Artikel 4.7 lid g echter nog een maximum oppervlakte van het nieuw te bouwen woonhuis. Op deze manier maakt u duidelijk wat toegelaten is op het bouwperceel en voorkomt u verdere verstening van het buitengebied. Wij verzoeken u om
Milieufederatie Groningen
Wij kunnen ons vinden in de ruimte-voor-ruimte-regeling waarin de bestemmingen Agrarisch – Dijkenlandschap en of - Wierdenlandschap gewijzigd kunnen worden in de bestemming Wonen-1 zoals verwoord wordt in Artikel 3.7 lid g en h en Artikel 4.7 lid g en h. Hierin wordt via een wijzigingsbevoegdheid ruimte geboden om agrarische bestemmingen om te zetten in wonen mits 1000 m2 aan voormalige agrarische bedrijfsgebouwen wordt gesloopt en ter compensatie van de sloop ten hoogste één nieuw woonhuis wordt gebouwd. Op deze manier wordt onder voorwaarden ruimte geboden aan nieuwbouw zonder dat dit bijdraagt aan verdere verstening van het buitengebied.
ZIENSWIJZE een maximum oppervlakte voor het nieuw te bouwen woonhuis op te nemen in deze artikelen, zoals ook gedaan is in lid h van dezelfde artikelen. Wij vrezen dat de mogelijkheid tot het bouwen van nieuwe woonhuizen in het buitengebied via Artikel 3.7 lid j en Artikel 4.7 lid j zal bijdragen aan een verdere verstening van het buitengebied en het aanwezige landschap zal aantasten. Bovendien vinden wij deze regeling overbodig omdat via transformatie van de bestaande woningvoorraad, het toekennen van een woonfunctie aan vrijkomende agrarische bebouwing en de bovengenoemde ruimte-voorruimte-regeling voldoende mogelijkheden zijn voor het realiseren van woonruimte in het buitengebied. Wij verzoeken u de mogelijkheid de bestemming Agrarisch – dijkenlandschap en Agrarisch – wierdenlandschap te wijzigen in de bestemming Wonen – 1 ten behoeve van nieuwbouw van een woonhuis uit het bestemmingsplan te verwijderen.
Mocht u toch via een wijzigingsbevoegdheid woningbouw in het buitengebied willen toestaan vragen wij u om via de toelichting en regels te borgen dat hiervoor slechts incidenteel de ruimte wordt gegeven. Dit zou gedaan kunnen worden door toepassing van een ladder waarbij eerst gekeken dient te worden naar de mogelijkheid tot realisatie van woonruimte door transformatie van bestaande woningvoorraad, vervolgens naar wijziging van functie van vrijkomende agrarische bebouwing en de ruimte-voor-ruimte-regeling voordat er sprake mag zijn van nieuwbouw van woonhuizen in het buitengebied. Bovendien vragen wij u om duidelijke voorwaarden te verbinden aan het toestaan van de nieuwbouw van woonhuizen in het buitengebied, zoals de te leveren bijdrage die het moet leveren aan
Milieufederatie Groningen
Deze mogelijkheid is ons inziens ook strijdig met het provinciaal beleid aangezien het niet om het incidenteel toestaan van nieuwe woonhuizen gaat en de benodigde randvoorwaarden missen. Het POP 3 biedt via ontheffing de mogelijkheid tot de realisatie van de realisering van landgoederen en incidentele woningbouw ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In het POP 3 wordt incidenteel ruimte geboden voor woningbouw in kleine kernen en bebouwingslinten, wanneer de ruimtelijke kwaliteit daarmee wordt verbeterd (het opvullen door de nieuwbouw van een storend gat in een kern of lint) of op plaatsen waar de bebouwing als storend wordt ervaren (ruines). In incidentele gevallen wordt er ruimte geboden voor landschapsontwikkeling in combinatie met woningbouw. Hierbij gaat het om het in geringe aantallen ontwikkelen van landgoederen, borgwoningen en buitenplaatsen in het buitengebied waarbij een wezenlijke bijdrage geleverd wordt aan behoud en versterking van landschapskarakteristieken en natuurwaarden. Het gaat in het POP 3 dus om het toestaan van woningbouw in het buitengebied in incidentele gevallen en onder strikte voorwaarden. Het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied (en ook de nota Eemsmond vitaal) biedt echter de indruk dat structureel de ruimte geboden zal worden aan woningbouw in het buitengebied en het niet zal gaan om incidentele gevallen. Er wordt zelfs gesproken van het toelaten van 2 woonhuizen per vierkante kilometer. De indruk dat de gemeente Eemsmond niet alleen incidenteel de ruimte wil bieden aan nieuwbouw in het buitengebied wordt bevestigd door de discussienota Eemsmond vitaal, waarin de wens wordt verwoord om meer ruimte te bieden voor nieuwbouw in het buitengebied. Daarnaast ontbreken in het voorontwerp bestemmingsplan voorwaarden die gesteld moeten worden aan het incidenteel toestaan van nieuwbouw in het buitengebied, zoals de te leveren bijdrage die het moet leveren aan landschapskarakteristieken en natuurwaarden.
ZIENSWIJZE landschapskarakteristieken en natuurwaarden en een concretere omschrijving van de incidentele scenario’s waarin er sprake mag zijn van nieuwbouw. Bebouwingspercentage bouwvlak Het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied schrijft bebouwingspercentage voor bouwvlakken het plangebied voor.
geen
maximaal
Wij verzoeken u een maximum bebouwingspercentage voor alle bouwvlakken op te nemen, om volledig volgebouwde bouwvlakken te voorkomen en landschappelijke inpassing te kunnen blijven garanderen. Mest en sleufsilo’s buiten bouwvlak Wij stemmen in met het beleid om bij regel geen mest en sleufsilo’s buiten het bouwvlak toe te staan. Bij ontheffing biedt u in het voorontwerpbestemmingsplan echter wel de mogelijkheid om mest en sleufsilo’s buiten het bouwvlak te plaatsen. Het plan biedt in Artikel 3.3 lid e en f en Artikel 4.3 lid e en f bij ontheffing de mogelijkheid om silo’s van 750 m2 en 4 m hoogte buiten het bouwvlak te plaatsen. Wij vrezen dat deze mogelijkheid zal bijdragen aan een verdere verrommeling van het buitengebied en verzoeken u om deze mogelijkheid uit het plan te verwijderen. Mocht u toch in bijzondere gevallen de opslag van mest buiten het bouwvlak toe willen staan vragen wij u dit alleen toe te staan in mestzakken, deze mestzakken zijn beter voor het milieu en zijn landschappelijk beter in te passen doordat ze wanneer ze niet volledig gevuld zijn (wat veelal het geval zal zijn) minder opvallen in het landschap. Vergroten agrarisch bouwvlak
In een situatie van te verwachten krimp is de kwaliteit van landschap voor het woonleefklimaat en vestigingsklimaat van belang. De agrarische sector is voor ca. 3% werkgelegenheid verantwoordelijk en voor ca. 12% economisch draagvlak inclusief bijbehorende dienstverlening. Zij beslaat fysiek wel een groot gedeelte van het grondoppervlak van het buitengebied. Maar andere sectoren zoals wonen, MKB dienstverlening middenstand recreatie toerisme hebben gezamenlijk een veel groter aandeel in het economische draagvlak. Voor het vestigingsklimaat (en voorkomen van krimp) is de landschappelijke kwaliteit van het buitengebied belangrijk. Met name in die gedeelten van het buitengebied (het bestemmingsplan buitengebied) waar de woonfuncties en de functie landbouw elkaar het sterkst raken en het landschap door haar schaal beperkend is, zal verdere schaalvergroting van de landbouw tegen de grens van onaanvaardbare aantasting
Milieufederatie Groningen
Het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied Eemsmond volgt bij de mogelijkheid tot vergroten van Agrarische bouwblokken de Nota Agrarische bouwblokken en landschap van de provincie. Dit betekent dat ook in het Agrarische wierdenlandschap ruimte wordt geboden voor het bij wijzigingsbevoegdheid vergroten van de bouwvlakken van grondgebonden bedrijven tot 1,5 hectare en zelfs tot 3.0 hectare. De hoofdstructuur van het wierden landschap wordt gevormd door wierden, maren en kleine dorpen met bijbehorende landschapswaardes zoals reliëf en onregelmatige blokverkaveling. Agrarische schaalvergroting door onder andere bouwvlak vergroting hoort ons inziens in dit gebied niet thuis.
ZIENSWIJZE van het landschap aan lopen. (zoals in de Nota Eemsmond Vitaal waar dit ook wordt geconstateerd) Wij vrezen dat het vergroten van de bouwvlakken in het Agrarische wierdenlandschap dit karakteristieke landschap aan zal tasten en vragen u om deze wijzigingsbevoegdheid (Artikel 4.7 lid a en b) uit het plan te verwijderen. De kaart bijlage uit de nota agrarische bouwblokken en landschap is een globaal kaartje met onnauwkeurig aangegeven digitale cirkels - vervaagde vlekken met onduidelijke randen rond de woonkernen, kleine dorpen in het buitengebied en wierden. Zo ligt de vlek rond Oosternieland grotendeels naast het dijkdorp en de vlek rond Oldenzijl alleen rond de middeleeuwse kerk en een groot deel van het dorp valt er buiten. Op bestemmingsplan niveau is een meer nauwkeuriger begrenzing van de ‘cirkels’ noodzakelijk. Een uitwerking op de plankaarten zoals in het vigerende bestemmingsplan met de hinderzones is een mogelijkheid. Wij vragen u om de begrenzing van de witte cirkels nauwkeuriger weer te geven in het ontwerp bestemmingsplan, opdat een duidelijk beeld ontstaat wat waar (on)mogelijk is. Landschappelijke waarden
In de toelichting van het voorontwerp bestemmingsplan wordt het volgende gemeld (Pag.1): ‘In het wierdenlandschap komt een zeldzaam verkavelingstype voor, de onregelmatige blokverkaveling. Dit komt nog voor in de omgeving van Rottum Stitswerd en ten westen van Zandeweer’. Dit is juist maar niet volledig, in het gehele marenlandschap komt dit verkavelingstype voor. Er is wel veel verdwenen (in ruilverkaveling en door gebrek aan handhaving) maar voor het landschap belangrijke hoofdstructuren zijn nog aanwezig. De aanduiding van onregelmatige blokverkaveling is ondermeer belangrijk omdat het bescherming kan bieden voor het dempen van voor het landschap en verkaveling
Milieufederatie Groningen
In dit voorontwerpbestemmingsplan buitengebied geeft u aan dat het landschap randvoorwaarde stellend is aan dit bestemmingsplan en u maakt op basis daarvan onder andere het onderscheid tussen het dijkenlandschap en het wierdenlandschap. Wij onderschrijven dit beleid en het belang van het behoud van belangrijke landschappelijke waarden. Dat veel inwoners van Groningen dit ook zeer belangrijk vinden bleek onlangs weer uit de uitkomsten van de landschapsenquête gehouden onder de inwoners van de provincie Groningen door het Dagblad van het Noorden. Maar liefst 1425 Groningers namen deel aan deze enquête. Vrijwel unaniem gaven zij aan karakteristieke kernwaarden van het landschap zoals ‘rust en stilte’, ‘weidse open vergezichten’, ‘kleinschalig en karakteristiek landschap’ en ‘wierden, dijken en maren’ zeer belangrijk te vinden. Sterker nog: de deelnemers aan de landschapsenquête ervaren verstoring van deze waarden door nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (waaronder agrarische schaalvergroting en megastallen) als zeer negatief! Dit is een duidelijk signaal: voorkom aantasting van de Groninger landschappelijke kernwaarden door deze te beschermen via uw ruimtelijke plannen. Te vaak nog blijken deze kenmerken in ruimtelijke plannen onvoldoende beschermd te zijn, daarom roepen wij u op deze kernwaarden te beschermen. Wij zijn dan ook blij dat in het voorontwerp bestemmingsplan landschappelijke waarden worden aangegeven zoals verkaveling en reliëf, met de bijbehorende regelgeving om deze waarden te beschermen.
ZIENSWIJZE karakteristieke sloten. In Artikel 4.6 wordt namelijk het dempen van sloten verboden indien hierdoor het bestaande patroon van onregelmatige blokverkaveling wordt gewijzigd. Wij vragen u om de karakteristieke landschapskenmerken zoals onregelmatige blokverkaveling goed te borgen in uw plan en in ieder geval de tekst te wijzigen in: ‘Dit komt ondermeer nog voor in de omgeving van….’ Bovendien viel het ons op dat in Artikel 7 voor de bestemming water het dempen van watergangen niet als strijdig gebruik wordt aangegeven. Wij vragen u om ook het dempen van watergangen als strijdig gebruik aan te geven in de voor water aangewezen gronden, overeenkomstig Artikel 39 lid . Wonen Op pagina 22 van het voorontwerp bestemmingsplan noemt u het volgende: ‘Tot het grondgebied van Eeemsmond behoren meerdere kernen, waaronder Uithuizen, Uithuizermeeden en Warffum. In de kernen is het grootste deel van de woningen geconcentreerd. De kernen maken geen deel uit van onderhavig bestemmingsplan. De burgerwoningen in het buitengebied zijn in de meeste gevallen voormalige agrarische bedrijfswoningen of arbeiderswoningen. In enkele gevallen is er spreke van wonen in combinatie met een agrarische hobby’. Hiermee gaat u er ten onrechte van uit dat in het buitengebied geen woonkernen en complete dorpen liggen met daarin historische kerkgebouwen, scholen, dorpshuizen etc. In combinatie met het ontbreken van goed en gedetailleerd aangegeven ‘witte vlekken’ (bijlage kaart nota agrarische bouwblokken) en de in het plan veel gebruikte termen als ‘maximale ontwikkelmogelijkheid’ voor de landbouw, bied dit onvoldoende planologische bescherming voor de woonfuncties in de dorpen. Ons inziens wordt hierdoor bij de belangen afweging van functies de woonfuncties in de kleine dorpen ondergeschikt gemaakt aan de ‘ontwikkelingsmogelijkheden’ voor de functie landbouw. Wij vragen u in het bestemmingsplan meer aandacht te geven aan de belangen van de woonfuncties in de kleine dorpen in het buitengebied. Windturbines
Wij vragen u geen ruimte te bieden voor het vervangen van bestaande solitaire windturbines groter dan 40 meter wanneer deze aan vervanging toe zijn, maar om voor te schrijven dat deze op termijn gesaneerd worden en bijgeplaatst in de grote concentratieparken in uw gemeente.
Milieufederatie Groningen
De Milieufederatie is voorstander van duurzame energie en ondersteunt initiatieven voor windenergie. Aangezien windturbines die groter zijn dan 15 meter een aanzienlijke invloed kunnen hebben op landschap en natuur staan wij voor deze molens een clusteringsbeleid voor met grote windparken nabij industriële landschapen (zoals de Eemshaven). Om verdere aantasting van het landschap door windturbines te voorkomen bepleiten wij het op termijn saneren van solitaire windturbines die groter zijn dan 15 meter. Wanneer deze molens aan vervanging toe zijn kunnen ze bijgeplaatst worden in de concentratieparken. In uw bestemmingsplan biedt u echter de mogelijkheid voor het vervangen van solitaire windturbines groter die groter zijn dan 15 meter.
ZIENSWIJZE Torensilo’s In het plan bied u de mogelijkheid tot het bouwen van torensilo’s van 14 meter hoogte en bij ontheffing zelfs van 25 meter hoogte. Wij denken dat torensilo’s van een dusdanige hoogte het open landschap zullen aantasten. Wij vragen u daarom om de mogelijkheid tot het bouwen van torensilo’s uit het ontwerpbestemmingsplan te verwijderen. Opmerkingen per pagina Pag. 11 “Zelfstandige natuurgebieden komen in het wierdenlandschap niet voor’ Is ons inziens onjuist, zo zijn er natuurgebieden langs de Startenhuistermaar en onder Oldenzijl bij Wilkemaheerd. Pag. 41 De Nota Eemsmond Vitaal. De Nota EV is een discussienota die een aantal nieuwe beleidsontwikkelingen aangeeft. De uitwerking daarvan en de voorwaarden waaronder zijn nog niet ingevuld. Het voorontwerpbestemmingsplan loopt daarop vooruit door enerzijds wel de mogelijkheden voor nieuwe woonlocaties mogelijk te maken, anderzijds worden de regels waaronder dit mogelijk is niet uitgewerkt en wordt ook de consequenties m.b.t. de terecht geconstateerde beperkte (fysieke) schaalvergroting voor de landbouw in het meer kleinschalige marenlandschap niet inde planregels vertaald. Pag. 68 landbouw ‘Uitgangspunt is deze bedrijven de maximale ontwikkelingsmogelijkheid te geven’ Deze formulering lijkt ons in strijd met het overkoepelende planuitgangspunt: ‘het landschap is randvoorwaarde stellend’, met de daarbij genoemde landschappelijke kwaliteiten. Ook vinden wij dat ‘maximale ontwikkelingsmogelijkheid’ de suggestie wekt dat andere belangen zoals de woonkwaliteit (van de meerderheid van de bevolking in het bestemmingsplan gebied) daarvoor dienen te wijken. Pag. 72 Biomassa. In de bestemmingsplanregels is de 50% regel bij A, B, C,opgenomen. planuitgangspunten is dit niet vermeld.
In het gedeelte
De bestaande situatie (bestemmingsplan, bestaande functies en eventueel verstrekte vergunningen) zijn uitgangspunt. Op een enkel onderdeel is dat naar onze mening niet correct naar de plankaart vertaald. Vanwege juridische gelijkbehandeling is de overheid verantwoordelijk voor een correcte weergave. Wij vragen o.a. aandacht voor een op de kaart aangegeven woonlocatie Oldenzijlsterweg. In het vigerend bestemmingsplan is daar geen woon – of andere bouwblokfunctie aangegeven. Ook is er sinds ca. 20 jaar op die plek geen woonbebouwing meer aanwezig. Als daar al sprake zou zijn van een nieuwe woonfunctie,
Milieufederatie Groningen
Pag. 79 Begrip bestaand
ZIENSWIJZE dan moeten naar onze opvatting de wijzigingsregels en de voorwaarden voor uitzonderlijke situaties zoals voor nieuwe woonfuncties worden toegepast. Pag. 80 Een bouwvergunning kan niet worden geweigerd vanwege de strijd met een goede inpassing. Naar onze opvatting kan de welstand met ook haar taak voor bewaking van de kwaliteit van de omgeving, als dat noodzakelijk is wel degelijk negatief adviseren vanwege een niet goede inpassing in de situering. De erf inrichting kan bij dat oordeel een rol spelen. Pag.83 koppelteken Uitbreidingsmogelijkheid agrarische bouwblokken, aangeduid met een koppelteken wat het plaatsen van schuren aan de andere kant van de openbare weg mogelijk maakt. Wij vrezen dat deze mogelijkheid erf verharding (met opslag) en plaatsing van schuren dicht op de weg mogelijk maakt, omdat hierdoor een onduidelijk onderscheid tussen openbaar en privé terrein wordt gecreëerd. Verder voorzien wij problemen met de verkeersveiligheid. Als het al noodzakelijk is zouden er regels moeten komen voor b.v. de afstand t.o.v. openbare ruimte en regels m.b.t. de inrichting. Wij bepleiten daarom dat een bouwblok aan de overzijde van de openbare weg alleen onder voorwaarden wordt toegestaan.
Wij vertrouwen er op dat u onze zienswijze nadrukkelijk betrekt bij het opstellen van het ontwerpbestemmingsplan.
Hoogachtend, namens Stichting Natuur en Landschap Eemsmond
M. Bügel
Milieufederatie Groningen
en mede namens het bestuur van de Milieufederatie Groningen,