BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND VOORONTWERP
BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND
CODE 1112112 / 03-02-12
GEMEENTE WATERLAND 1112112 / 03-02-12 BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
1. 1. 1. 2. 1. 3. 2.
PLANBESCHRIJVING
2. 1. 2. 2. 3.
Aanleiding Planologische regeling Leeswijzer
Huidige situatie De ontwikkeling
BELEID
3. 1. 3. 2.
Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
OMGEVINGSASPECTEN
4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
5.
JURIDISCHE PLANOPZET
6.
Ecologie Archeologie en cultuurhistorie Water Milieuzonering Bodem Geluid Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leiding M.e.r.-beoordeling
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
UITVOERBAARHEID
6. 1. 6. 2. 6. 3.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Grondexploitatie
Bijlage 1
1 1 1 2 3 3 4 6
4.
5. 1. 5. 2.
blz
Ecologisch onderzoek
6 7 8 8 9 10 10 11 11 11 12 12 13 14 14 14 15 15 15 15
1112112
1.
blz 1
INLEIDING
1. 1. Aanleiding De Scoutinggroep Waterland heeft bij de gemeente Waterland een verzoek ingediend voor het oprichten van een portocabin (25 m2) op het Hemmeland. Een portocabin is een tijdelijk gebouw dat dienst doet als clubgebouw. Daarnaast vraagt de Scoutinggroep om de portocabin op termijn te vervangen voor een permanent clubgebouw (70 m2). Het permanente clubgebouw wordt groter dan de portocabin. Om de tijdelijke en permanente functie mogelijk te maken moet voor deze locatie een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1.
De ligging van het plangebied
1. 2. Planologische regeling Het geldende bestemmingsplan is het bestemmingsplan Gouwzee 1990 (vastgesteld op 27 juni 1990). In dit bestemmingsplan heeft het plangebied de bestemming ‘Dagrecreatieve doeleinden’. Binnen deze bestemming is recreatief gebruik tussen zonsopgang en zonsondergang toegestaan. Het gebruik van dit gebied door de scouting past binnen deze omschrijving. Echter, binnen de bestemming zijn geen permanente onderkomens toegestaan. Een clubgebouw is daarom op basis van het geldende bestemmingsplan niet toegestaan. De gemeente wil echter wel medewerking verlenen aan het initiatief. Om het clubgebouw toe te staan moet een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld. Dit bestemmingsplan biedt de juridisch-planologische regeling om de realisatie hiervan toe te staan.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 2
1112112
1. 3. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het plan. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het provinciaal en gemeentelijk beleid dat betrekking heeft op het plangebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Een juridische beschrijving van het plan is gegeven in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de bestemming. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan grondexploitatie.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
2.
blz 3
PLANBESCHRIJVING
2. 1. Huidige situatie Het plangebied ligt op het recreatiegebied Hemmeland. Dit is een groen schiereiland ten noordoosten van Monnickendam. Het Hemmeland bestaat uit bos afgewisseld door enkele open plekken. Het schiereiland wordt voornamelijk gebruikt voor recreatieve doeleinden. Vanwege de aanwezige beplanting, maakt het gebied ook deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Op het Hemmland lopen diverse wegen en paden die het gebied recreatief ontsluiten. Het Hemmeland wordt begrensd door de Gouwzee en het Monnickendammergat. Aan de westzijde van het Hemmeland ligt de jachthaven Hemmeland. In het zuiden grenst het Hemmeland aan Monnickendam. Het plangebied ligt aan de oostkant van het Hemmeland. Zowel ten noorden als westen van het plangebied liggen parkeerterreinen. Ten oosten en westen van het plangebied staat ook al twee kleine gebouwen. Het gaat om een toiletgebouw en een berging van de surfvereniging. Het toiletgebouw betreft een openbaar toilet voor het gehele recreatiegebied. Ten oosten van het plangebied ligt ook een recreatiestrand.
Figuur 2.
Een weergave van de huidige situatie van het plangebied
Het Hemmeland wordt nu nog niet gebruikt door de scouting. Echter dit gebruik is op basis van het geldende bestemmingsplan al wel toegestaan.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 4
1112112
2. 2. De ontwikkeling In het plangebied wordt in eerste instantie een portocabin gebouwd. De portocabin biedt tijdelijk onderdak aan de Scoutinggroep Waterland. De portocabin krijgt een afmeting van 8,50 bij 3,00 meter. De portocabin wordt 3,00 meter hoog. De ligging van de portocabin is in figuur 3 weergegeven.
Figuur 3.
De ligging van de portocabin
Later, als de Scoutinggroep voldoende financiële middelen heeft, wordt de portocabin vervangen door een permanent clubgebouw. Het permanente gebouw wordt groter. Dit gebouw heeft namelijk een oppervlak van maximaal 70 m2. Het clubgebouw komt op dezelfde locatie als de portocabin. Rondom het gebouw wordt geen afschermende beplanting aangelegd. In de wijdere omgeving is immers voldoende groen aanwezig. Functioneel gezien past de scouting goed op het Hemmeland. Het gebied wordt nu ook al gebruikt voor dagrecreatie en de scouting sluit daar goed op aan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 5
Voor de scouting hoeven geen extra parkeerplaatsen te worden aangelegd. Er zijn ruim voldoende parkeerplaatsen aanwezig op de bestaande parkeerterreinen. Overigens heeft het clubgebouw ook geen verkeersaantrekkende werking die vraagt om een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 6
3.
1112112
BELEID
Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Gezien de kleinschaligheid van het initiatief is het rijksbeleid hierbij niet van belang. Er zijn geen rijksbelangen in het geding. Achtereenvolgens wordt ingegaan op het provinciaal en gemeentelijk beleid dat betrekking heeft op de genoemde ontwikkeling en/of het plangebied. 3. 1. Provinciaal beleid Structuurvisie en Provinciale Verordening Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord - Holland is vastgelegd in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 (vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010). In de structuurvisie geeft de provincie een toekomstbeeld, waaruit het provinciaal belang volgt. Het toekomstbeeld is als volgt gedefinieerd: ‘De Provincie Noord-Holland zorgt dat Noord-Holland een mooie, veelzijdige en internationaal concurrerende provincie blijft door in te zetten op klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik.’ Om het geschetste toekomstbeeld ruimtelijk te realiseren zijn provinciale belangen benoemd. De drie hoofdbelangen (klimaatbestendigheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaam ruimtegebruik) vormen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de Provincie. De hoofdbelangen zijn in de Structuurvisie uitgewerkt. In de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (eveneens vastgesteld door Provinciale Staten op 21 juni 2010) zijn regels verbonden aan de hoofdbelangen. De provincie Noord-Holland zet de komende dertig jaar in op compacte, hoogwaardige en bereikbare steden omringd door aantrekkelijke recreatiegebieden en groen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de ruimtelijke kwaliteit, duurzaam ruimtegebruik en klimaatbestendigheid. De provincie wil steden optimaal benutten, landschappen open houden en ruimte bieden aan economie en woningbouw. Het plangebied ligt buiten bestaand bebouwd gebied. Hier zijn geen nieuwe stedelijke functies toegestaan. Over de mogelijkheid om het clubgebouw hier te bouwen heeft overleg plaatsgevonden met de provincie. De provincie heeft aangegeven dat vanwege de geringe omvang van het gebouw er geen ontheffing nodig is. In de Structuurvisie wordt nader ingegaan op het Nationaal Landschap Laag Holland en de rijksbufferzone Amsterdam - Purmerend, waar de gemeente Waterland deel van uitmaakt. Deze gebieden zijn van belang voor het behoud en de ontwikkeling van groen om de stad. In deze gebieden hebben de functies recreatie, natuur en landschap voorrang. In de verordening zijn regels gesteld aan de verdere verstedelijking van nationale landschappen en rijksbufferzones. In nationale landschappen bepaalt de verordening dat nieuwe functies en uitbreiding van de bebouwing van bestaande functies alleen is toegestaan
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 7
als deze geen significant negatieve effecten hebben op de kernkwaliteiten van het gebied. Voor de rijksbufferzones gaat de verordening verder. Hiervoor stelt de verordening dat verdere verstedelijking voor verschillende functies niet mogelijk is. Conclusie provinciaal beleid Het voornemen past binnen het provinciaal beleid. Het plangebied ligt in het Nationaal Landschap en de rijksbufferzone. Met de vestiging van de scouting op Hemmeland wordt de recreatie in dit gebied versterkt. Met de vestiging van het clubgebouw wordt er geen afbreuk gedaan aan de kernkwaliteiten van deze gebieden. 3. 2. Gemeentelijk beleid Stedenbouwkundige visie Hemmeland In de stedenbouwkundige visie staat dat bij ontwikkelingen het behoud van de landschappelijke kwaliteit voorop staat. Het clubgebouw wordt gebouwd op een locatie waar ook al twee gebouwen staan. Bovendien krijgt het een dusdanig kleine omvang dat de landschappelijke kwaliteit niet in het geding is. Ook sluit het gebruik door de scouting goed aan bij de hoofdfunctie van het Hemmeland. Conclusie gemeentelijk beleid Het voornemen past binnen het gemeentelijk beleid. Door de bouw van het clubhuis is de landschappelijke kwaliteit van het gebied niet in het geding.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 8
4.
1112112
OMGEVINGSASPECTEN
Uit de bestaande omgevingssituatie kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden voortkomen voor dit bestemmingsplan. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de omgevingsaspecten beschreven. 4. 1. Ecologie Normstelling en beleid Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming. Gebiedsbescherming De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gebiedsbescherming Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het ‘Markermeer & IJmeer’. Dit gebied ligt op een afstand van circa 100 meter vanaf het plangebied. Dit gebied maakt ook deel uit van de EHS. Verder maakt het plangebied zelf deel uit van de EHS. Binnen de EHS geldt het ‘nee, tenzij’-beleid. Op dit moment wordt het Hemmeland al recreatief gebruikt. Het gebruik door de scouting vormt een slechts geringe toename van dit recreatief gebruik. Hier is het Hemmeland ook voor bedoeld. Het gebruik van de scouting leidt niet tot een verslechtering van de natuurwaarden op het Hemmeland. Dit blijkt ook uit het uitgevoerde ecologisch onderzoek (zie bijlage 1). Uit dit onderzoek blijkt dat er in het plangebied geen bijzondere natuurwaarden aanwezig zijn. Wel treedt er een zeer klein areaalverlies op. Geconcludeerd wordt dat het plan geen onevenredige afbreuk doet aan de beschermde natuurwaarden in de omgeving. Ten aanzien van het aspect gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 9
Soortenbescherming Het eerdergenoemde ecologisch onderzoek heeft ook betrekking op beschermde soorten in de omgeving (zie bijlage 1). Uit het onderzoek blijkt dat als gevolg van de plannen er geen effecten te verwachten zijn op de functionele leefomgeving van strikt beschermde soorten van tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Het aanvragen van een ontheffing van deze wet is dan ook niet aan de orde. Bij de plannen kunnen exemplaren en verblijfplaatsen van enkele algemene en laag beschermde kleine grondgebonden zoogdieren verloren gaan. Hiervoor geldt in deze situatie automatisch vrijstelling van de Flora- en faunawet en zijn geen verplichte vervolgacties nodig. Werkzaamheden die in gebruik zijnde broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen moeten te allen tijde worden voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering op te starten in de periode voor half maart en na half juli. Voor het broedseizoen wordt echter geen standaardperiode gehanteerd, maar het is van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum. Ten aanzien van het aspect soortenbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 2. Archeologie en cultuurhistorie Normstelling en beleid Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is de Monumentenwet van toepassing. De kern van de Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald. Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen. Het archeologisch beleid van de gemeente Waterland is vastgelegd in de ‘Archeologienota Waterland 2011’. In deze nota wordt verwoord hoe het behoud van of het onderzoek naar archeologische waarden worden zeker gesteld. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Volgens de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie zijn er op de locatie geen cultuurhistorische objecten waarmee rekening gehouden moet worden. Ten aanzien van archeologie gaat het om de aanwezigheid van eventuele archeologische sporen in de ondergrond. Volgens de gemeentelijke ar-
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 10
1112112
cheologische waardenkaart ligt het plangebied in een gebied, waarin onderzoek nodig is bij plannen vanaf 2.500 m2 en dieper dan 0,40 meter. De ontwikkeling blijft ruimschoots onder deze drempelwaarden. Daarom is er geen onderzoek nodig. Ten aanzien van het aspect archeologie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 3. Water Normstelling en beleid Een belangrijke ontwikkeling in het waterbeleid is de Watertoets. Het doel van de Watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen meer expliciet en op een evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied valt in het werkgebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het beoogde voornemen heeft beperkte gevolgen voor de waterhuishouding. Het verhard oppervlak neemt toe met 70 m2. Voor dergelijke oppervlaktes hoeft geen watercompensatie plaats te vinden. Het regenwater dat op de verharding valt vloeit af naar de omgeving. Het plan raakt verder geen gronden die voor het waterschap van belang zijn zoals waterkeringen of boezemkades. Ten aanzien van het aspect water zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 4. Milieuzonering Normstelling en beleid Onder andere vanuit milieuhygiënisch oogpunt vergt bedrijvigheid een goede afstemming met andere, in de omgeving aanwezige functies. Voor het bepalen welke categorieën bedrijfsactiviteiten toelaatbaar zijn, is in het kader van dit bestemmingsplan gebruik gemaakt van de VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het clubgebouw wordt volgens de VNG-uitgave ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) gezien als een activiteit uit milieucategorie 2. Hiervoor adviseert de VNG een afstand van 30 meter. In de omgeving van het clubgebouw liggen geen milieugevoelige functies. Er is dan ook geen hinder. Ten aanzien van het aspect milieuzonering zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 11
4. 5. Bodem Normstelling en beleid Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in geval van ruimtelijke ontwikkelingen te worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging moet verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het Hemmeland is in gebruik als recreatiegebied. Er hebben geen verdachte activiteiten plaatsgevonden die de bodem hebben kunnen vervuilen. Daarom wordt het plangebied gezien als een onverdachte locatie. Bodemonderzoek is dan ook niet nodig. Ten aanzien van het aspect bodem zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 6. Geluid Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder is rond inrichtingen die ‘in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken’, wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de in de wet bepaalde voorkeursgrenswaarde. Indien niet aan deze grenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag, in de meeste gevallen de gemeente, hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het clubgebouw is geen geluidsgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Ten aanzien van het aspect geluid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 7. Luchtkwaliteit Normstelling en beleid In de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan luchtverontreiniging zijn op grond van het Besluit ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 12
1112112
De Wet milieubeheer voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet milieubeheer geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde of; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt of; • een project ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het gebouw wordt ongeveer een keer per week gebruikt voor bijeenkomsten. Veel bezoekers van de scouting komen met de fiets. De scouting genereert daardoor slechts een gering aantal verkeersbewegingen. Dit leidt dan ook niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 8. Externe veiligheid Normstelling en beleid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over ‘externe veiligheid’ om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in diverse wet- en regelgeving. De belangrijkste daarvan zijn het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In de omgeving van het plangebied liggen geen risicovolle inrichtingen en gasleidingen. Ook vindt er geen transport van gevaarlijke stoffen in de omgeving plaats. Ten aanzien van het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 9. Kabels en leiding Normstelling en beleid In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 13
Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In (de omgeving van) het plangebied liggen geen kabels en leidingen waarmee rekening gehouden moet worden. Ten aanzien van het aspect kabels en leidingen zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 10. M.e.r.-beoordeling Normstelling en beleid In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast moet het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, nagaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEGrichtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen: • de kenmerken van de projecten; • de plaats van de projecten; • de kenmerken van de potentiële effecten. Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gelet op de kenmerken van het project (zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de plandrempels uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten treden geen belangrijke negatieve milieugevolgen op. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in dit hoofdstuk zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of merbeoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r. Voor dit bestemmingsplan is geen sprake van een m.e.r.-beoordelingsplicht.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 14
5.
1112112
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. Algemeen In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan. 5. 2. Toelichting op de bestemmingen In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de inhoud van de bestemming in dit bestemmingsplan. Recreatie Het plangebied valt onder deze bestemming. Dit sluit aan bij de functie van het Hemmeland en het gebruik van de scouting. Er is een gebouw met een maximale oppervlakte van 70 m2 en een maximale hoogte van 3 meter toegestaan. Op basis van deze maatvoering kan zowel de portocabin als later het permanente clubgebouw worden gebouwd.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
6.
blz 15
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting. Overleg en inspraak Omdat de gemeente participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk vindt, biedt de gemeente deze partijen de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader zal het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd worden en wordt het plan opgestuurd naar de overlegpartners. Ontwerpbestemmingsplan De resultaten van overleg en inspraak worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan wordt vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kan eenieder zijn zienswijze kenbaar maken. Vastgesteld bestemmingsplan Nadat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegen wordt het bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld. Na de vaststelling bestaat de mogelijkheid beroep in te stellen bij de Raad van State. 6. 2. Economische uitvoerbaarheid Het gaat hier om een particulier initiatief. De scouting draagt zelf de kosten voor de bouw van het clubhuis. Zij hebben hier geld voor gereserveerd. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid voldoende gewaarborgd. 6. 3. Grondexploitatie Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden, diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van een clubhuis. Dit valt onder de bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 16
1112112
van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten ‘anderszins verzekerd’ zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen en een fasering niet noodzakelijk worden geacht. Tussen de gemeente en de initiatiefnemer is een overeenkomst gesloten. Omdat met deze overeenkomst het kostenverhaal anderszins verzekerd is, en het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is, besluit de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan dat er geen exploitatieplan wordt vastgesteld. ===
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
BIJLAGE 1
FLORA- EN FAUNAONDERZOEK SCOUTING HEMMELAND
Auteur: Veldonderzoek: Project: Datum: Status:
drs. I. (Iwan) Veeman ing. M. (Martijn) Bunskoek 11-511 21 december 2011 Concept
Aanleiding en doelstelling In opdracht van Buro Vijn (contactpersoon: dhr. E. Mosterman) heeft EcoGroen Advies BV een Flora- en faunaonderzoek uitgevoerd in verband met de realisatie van een nieuw onderkomen voor Scouting Hemmeland. Het onderzoek is gebaseerd op een veldbezoek op 9 december 2011 en een inventarisatie van bekende verspreidingsgegevens. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingreep op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet. Ook is gekeken naar de relatie van de plannen met de vigerende gebiedsgerichte natuurbescherming.
Gebiedsgericht natuurbeleid De planlocatie (zie ook bijlage I) maakt, evenals een groot deel van Hemmeland, onderdeel uit de provinciale EHS. Hoewel er terplekke van de kleine bouwlocatie geen bijzondere natuurwaarden aanwezig zijn en verloren gaan is er wel sprake van areaalverlies. Omdat terplekke een wijziging van de bestemming nodig is, raden we aan de EHS-status van de locatie mee te nemen in de ruimtelijke procedure en via die weg voor te leggen aan de provincie. Zo wordt duidelijk of hiervoor in deze situatie vervolgacties nodig zijn, zoals compensatie. Effecten op de in de omgeving aanwezige Natura 2000-gebieden of Beschermde Natuurmonumenten zijn hier niet aan de orde. De ingreep is zeer lokaal en heeft geen noemenswaardige uitstralende effecten.
Aangetroffen en te verwachten soorten De locatie ligt in een perceel van Esdoorn. Op de beoogde bouwlocatie is enige onderbegroeiing aanwezig, met onder ander Wilde liguster. • In het plangebied zijn geen beschermde plantensoorten of plantensoorten van de Rode Lijst aangetroffen of te verwachten; • Er zijn geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen of andere strikt beschermde zoogdieren aanwezig. In de bomen op en rondom de locatie zijn geen voor vleermuizen geschikte holten geconstateerd. De beoogde plannen hebben geen nadelige gevolgen op mogelijk aanwezige vlieg- en/of jachtroutes en op belangrijk foerageergebied van vleermuizen. Wel kunnen verblijfplaatsen van enkele laag beschermde grondgeboden zoogdieren als Bosmuis, Egel en Bosspitsmuis aanwezig zijn; • Er zijn geen vogelsoorten aangetroffen en/of te verwachten waarvan de nestplaatsen en hun functionele leefomgeving jaarrond beschermd zijn. Wel is broedbiotoop aanwezig voor enkele algemene broedvogels van bos en struweel, zoals Winterkoning, Tjiftjaf en Roodborst; • Binnen de planlocatie en in de nabije omgeving ontbreekt oppervlaktewater waardoor voortplanting van amfibieënsoorten en aanwezigheid van vis kan worden uitgesloten. Mogelijk vindt op de locatie incidenteel overwintering plaats van amfibieën zoals Gewone pad, Kleine watersalamander of Bruine kikker. Van een essentieel overwinteringsgebied voor een bepaalde soort is zeker geen sprake; • Reptielen, beschermde libellen, dagvlinders en andere ongewervelden zijn niet aangetroffen en worden op basis van biotoopkenmerken en bekende verspreidingsgegevens ook niet op de onderzoekslocatie verwacht.
Vervolgstappen en mitigerende maatregelen •
•
•
Als gevolg van de plannen zijn er geen effecten te verwachten op de functionele leefomgeving van strikt beschermde soorten van tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Het aanvragen van een ontheffing annex artikel 75 van deze wet is in deze situatie dan ook niet aan de orde; Werkzaamheden die in gebruik zijnde broedbiotopen van aanwezige vogels verstoren of beschadigen dienen te allen tijde te worden voorkomen. Dit is voor de meeste soorten mogelijk door gefaseerd te werken en de uitvoering op te starten in de periode voor half maart en na half juli. Voor het broedseizoen wordt echter geen standaardperiode gehanteerd, maar het is van belang of een broedgeval wordt verstoord, ongeacht de datum; Bij de beoogde plannen kunnen exemplaren en verblijfplaatsen van enkele algemene en laag beschermde kleine grondgebonden zoogdieren verloren gaan. Voor de in voorliggende situatie aanwezige of te verwachten tabel 1-soorten geldt in deze situatie echter automatisch vrijstelling van artikel 75 van de Flora- en faunawet en zijn geen verplichte vervolgacties nodig. De minst schadelijke periode voor uitvoeren van grondwerkzaamheden zijn de maanden september en oktober, dat is na de voortplantings- en opgroeiperiode en voor de winterrust van veel soorten;
BIJLAGE 1: LIGGING ONDERZOEKSLOCATIE
GEMEENTE WATERLAND 1112112 / 03-02-12 BESTEMMINGSPLAN SCOUTING HEMMELAND
REGELS INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 Artikel 1 Artikel 2
4 5 6 7
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelbepaling Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Overige regels
HOOFDSTUK 4 Artikel 8 Artikel 9
BESTEMMINGSREGELS
Recreatie
HOOFDSTUK 3 Artikel Artikel Artikel Artikel
INLEIDENDE REGELS
Begrippen Wijze van meten
HOOFDSTUK 2 Artikel 3
blz
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht Slotregel
1 1 4 5 5 6 6 7 8 9 10 10 11
1112112
blz 1
HOOFDSTUK 1 Artikel 1
INLEIDENDE REGELS
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Scouting Hemmeland van de gemeente Waterland; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0852.BPKMOscohemmel012-vo01 met de bijbehorende regels; 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.6 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.7 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.8 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.9 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.10 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.11 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.12 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.13 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 2
1112112
1.14 dagrecreatie: recreatief buitenverblijf tussen zonsopgang en zonsondergang, al dan niet doorgebracht in onderkomens die na afloop van het verblijf tezamen met andere meegebrachte voorwerpen worden verwijderd; 1.15 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.16 erf: een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw waarbij het bestemmingsplan die inrichting niet verbiedt; 1.17 erotische getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 1.18 evenement: een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke; 1.19 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.20 horecabedrijf: een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie; 1.21 kampeermiddel: een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.22 meetverschil: een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens; 1.23 overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand, niet bedoeld een luifel; Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 3
1.24 peil: a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het zomerwaterpeil; 1.25 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen wordt verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.26 zomerwaterpeil: het Normaal Amsterdams Peil (NAP) minus 1,54 m.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 4
Artikel 2
1112112
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.2 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 5
HOOFDSTUK 2 Artikel 3 3.1
BESTEMMINGSREGELS
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. dagrecreatieve voorzieningen, waaronder scouting; met daaraan ondergeschikt: b. wegen en paden; c. nutsvoorzieningen; met de daarbijbehorende: d. groenvoorzieningen; e. erven en terreinen; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2
Bouwregels
3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag ten hoogste 70 m² bedragen; c. de goothoogte van een gebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. op of in deze gronden mogen geen erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen. 3.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden; b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 6
1112112
HOOFDSTUK 3 Artikel 4
ALGEMENE REGELS
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 7
Artikel 5 5.1
Algemene gebruiksregels
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; b. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaarof vliegtuigen; c. het storten van puin en/of afvalstoffen; d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 8
Artikel 6
1112112
Algemene afwijkingsregels
Met een omgevingsvergunning kan, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van: a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen, percentages, tot niet meer dan 15% van die maten, afmetingen en percentages, indien dit van belang is voor technische realisering van bouwwerken in aansluiting op bestaande bouwwerken; b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10,00 m.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
blz 9
Artikel 7 7.1
Overige regels
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; e. de ruimte tussen bouwwerken.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.
blz 10
1112112
HOOFDSTUK 4 Artikel 8 8.1
OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%. c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 8.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Buro Vijn B.V.
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
1112112
Artikel 9
blz 11
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Scouting Hemmeland van de gemeente Waterland. Behorend bij het besluit van …. ===
Bestemmingsplan Scouting Hemmeland Status: Voorontwerp / 03-02-12
Buro Vijn B.V.