FLINKE AARDSCHOK SLECHTS EEN KWESTIE VAN TIJD DE HULPSTUDENT WINT TERREIN SANNE WAS BIJNA HOLLAND'S NEXT TOP MODEL
3
10 december 2014 20e jaargang redactioneel onafhankelijk magazine van de hanzehogeschool groningen
MAG
HANZE
KAMER TE DUUR? VERLAAG JE HUUR!
FLINKE AARDSCHOK LIJKT EEN KWESTIE VAN TIJD
8
16
12
LIFE BEHIND RED LIGHTS: STORY OF A PROSTITUTE
SANNE TWEEDE BIJ HOLLAND'S NEXT TOP MODEL
INHOUD
4int
TUSSEN FILM EN WERKELIJKHEID Hoe zijn onze dromen in de loop der jaren beïnvloed door de komst van cinema? Woensdag 3 december gaf Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, een lezing over de relatie tussen dromen en film in het Groninger Forum. De lezing werd georganiseerd door Roos Cornelius, winnares van het Kunststipendium 2014, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt door HanzeCAST, het Cultureel Studentencentrum Usva en de Kunstraad Groningen om jong artistiek talent te stimuleren. Cornelius studeerde dit jaar af aan de Academie Minerva en behaalde daarnaast haar bachelor Psychologie en Filosofie van een Bepaald Wetenschapsgebied aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sindsdien onderzoekt ze als filmmaker de relatie tussen film en realiteit. Een gewone lezing was het zeker niet. Er werd een beroep gedaan op het bewustzijn van het publiek, waardoor de grens tussen film en werkelijkheid tijdens de lezing geleidelijk kwam te vervagen. En uiteindelijk waren er dus niet alleen schapen te zien op het witte doek, maar ook in de zaal… Op ons YouTube-kanaal vind je een videoverslag van de wonderbaarlijke lezing. Foto: Pepijn van den Broeke
BIJ DE LES
ZOEKPLAATSJE
Afstuderen is een hel. Oké, correctie, het vinden van een afstudeerplek is een hel. Ik moet nog zien of daadwerkelijk aan een onderzoek beginnen ook zo traumatisch is. Inmiddels zit ik… ahum… in mijn vijfde jaar, wat ik vreselijk vind. Ik had de boel liever netjes in vier jaar afgerond, maar dit terzijde. Ik zoek nu al bijna een jaar naar een plek. Oké, ik ben niet niemand die er tien brieven per maand uitgooit, maar ik ben wel bezig en al die afwijzingsbrieven komen me m’n neus uit. In het bijzonder de brief van een Friese gemeente die ik hier niet bij naam zal noemen. Deze gemeente had een vacature op ons Blackboard gezet. Ik mailde m’n brief en m’n cv. Ik voegde daar een foto aan toe. Op de één of andere manier klinkt mijn naam Nederlanders (en Friezen!) mannelijk in de oren. De foto sluit elke verwarring uit: daarop staat overduidelijk een vrouw. Ik dus. Afijn, die gemeente waarvan ik de naam niet zal noemen mailt terug. Beste meneer Abdulahi… Die lui hebben dus niet naar mijn cv gekeken. De afwijzingsbrief kreeg ik pas na drie weken, dus al te efficiënt zijn ze ook niet. Ik terugmailen: vriendelijk gevraagd wat de reden voor de afwijzing is. Ik sloot af met: vriendelijke groet, mevr. H. Abdulahi. Misschien een beetje te, maar ach, ik wilde duidelijk zijn. Toet-toet, dat is snel: drie dagen later reageert de gemeente waarvan ik de naam hier niet zal noemen. Een standaardafwijzingsmailtje met de aanhef: beste meneer Abdulahi. Op dat moment dacht ik: zoek het maar uit, ik hoef die plek niet. Inmiddels heb ik weer een sollicitatie lopen. Nu maar duimen dat ik voor de feestdagen voorzien ben. Ach, ik moet niet zeuren. Het komt goed. Ik zál een plek vinden. Zelfs al is het in een Friese gemeente waarvan ik de naam hier niet zal noemen.
HABON ABDULAHI www.habon91.wordpress.com
6
BARSTEN, SCHEUREN EN KIEREN Boudewijn Otten
Drie essen, trillingstijd en bodemversnelling. Termen die Ommelanders inmiddels onaangenaam vertrouwd in de oren klinken. Gelukkig kunnen de studenten van de minor Aardbevingen & Diepe Ondergrond er ook mee uit de voeten.
‘Een beetje raar misschien, maar als ik rapportages moet beoordelen, zit ik soms wel tien minuten naar de inhoudsopgave te kijken. Daaruit kan ik opmaken of de gekozen aanpak logisch in elkaar zit.’ Zo, de studenten weten alvast dat ze hem niet moeten afraffelen, de inhoudsopgave van het rapport dat ze over een paar weken bij André de Roo moeten inleveren. Bij de beoordeling van de eindopdracht voor Aardbevingsbestendig Bouwen 2 zal docent De Roo zich voordoen als Bouwtoezicht, de instantie die de berekeningen van een bouwaanvraag moet goedkeuren. Het is 27 november, een donderdag. Op donderdagen is lokaal B.018 van de Van DoorenVeste van de Hanzehogeschool gereserveerd voor de studenten van de minor Aardbevingen & Diepe Ondergrond. Her en der hangen detailfoto’s van huizen, onmiskenbaar uit het Groninger Ommeland. Scheuren in de voegen, barsten in de bakstenen, kieren rond de kozijnen, spleten in het geluk, de triest ogende gevolgen van tientallen jaren aardgaswinning. Alle 26 studenten zijn hogerejaars van de Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele Techniek. Ze moeten een Plan van Aanpak maken voor het versterken van een woonboerderij. Ze hebben de tekeningen in hun bezit, een stapeltje A-viertjes. ‘Hoe moet zo’n Plan van Aanpak eruit zien? Waar beginnen we mee?’, vraagt De Roo. De gewichtsberekening, luidt het juiste antwoord. ‘En welke stappen zet je het eerst?’ De locatie? Het grondtype? Het fundament? De trillingstijd? De grondversnelling? De schoorsteen? De verbindingen? De ijzeren moerbalken? De grif gegeven antwoorden tuimelen over elkaar heen.
De Roo vindt ze allemaal belangrijk (‘Inderdaad, de schoorsteen is een risico-element’), maar het is toch het best om te beginnen met de inventarisatie van (het gewicht van) de in het pand aanwezige materialen. ‘De materialen bepalen de grenzen van je mogelijkheden. Maak zo’n inventarisatie ook per ruimte. Dan krijg je een goed beeld van hoe die ruimte zich tot het geheel verhoudt.’ Het is volgens De Roo eenvoudiger om een nieuw aardbevingsbestendig gebouw neer te zetten dan om een reeds aangetast bestaand pand te restaureren. Maar dat laatste is de opdracht, in het Ommeland én voor deze minorstudenten. Ze zullen de komende weken moeten rekenen en meten tot ze een ons wegen. Sterkte, stijfheid en stabiliteit (de drie essen) bepalen de stevigheid van een constructie, maar de stevigste oplossing is niet altijd de beste. Een student met een Twents accent roept: ‘Bij twijfel staal, toch?’ Zeker niet altijd, reageert De Roo: ‘Je kunt niet alles zomaar vervangen door beton en staal. Al je keuzes moeten weloverwogen zijn.’ De criteria die in die afweging moeten worden aangelegd zijn voor de studenten zo helder als dubbelglas. Ze lepelen ze grif op. Prijs! Esthetiek! Uitvoerbaarheid! Overlast voor de bewoners! De Roo is tevreden. ‘Heel goed. Mensen die aardbevingsschade aan hun huizen hebben, zijn kwetsbaar. Je krijgt te maken met angst en woede. Tegen deze mensen kun je niet zomaar zeggen: en nu moeten jullie even drie weken je huis uit voor de verbouwing. Sommige mensen willen dat voor geen goud. Daar moet je in je Plan van Aanpak rekening mee houden.’ ‘Waarom is het niet van belang of het pand een monument is?’, wil Fatma weten, één van de vijf meisjes die de minor volgen. De Roo: ‘Dat is wél van belang, maar het is géén apart criterium. Het valt onder uitvoerbaarheid: als je iets niet mág doen, is het onuitvoerbaar. Dan moet je een andere oplossing bedenken.’ Als iedere probleem voorzien is van een oplossing, als het Plan van Aanpak keurig logisch is opgebouwd. ‘Ja, wat doe je dan als laatste?’ Uh, uh, uuhh… ‘Ahum… een herberekening, meneer?’, waagt een jongen op de eerst rij. ‘Jazeker, en waarom...’ (…) ‘Je hebt van alles veranderd, de massa, de stijfheid. De effecten van die veranderingen kunnen tot een hogere aardbevingsbestendigheid leiden. Dat moet je dus met berekeningen controleren.’
Foto: Luuk Steemers
7
8
Foto: Pepijn van den Broeke
DE HULPSTUDENT WINT TERREIN Boudewijn Otten
Hulpstudenten springen in het gat in de markt dat terugtredende overheden achterlaten. Rutger Kussendrager, voormalig student Sportmanagement, haalde de hulpstudent naar NoordNederland. Een belletje of een mailtje, geen gezeur, een vast uurtarief én het goedkoopst.
‘Een gescheiden man, gedoe. Die administratie was een puinhoop, dat kun je wel zeggen, ja. Ik ben best wel goed in administratieve rompslomp. Voor ik het wist zat ik er middenin. Schulden, de dreiging van de deurwaarder, serious trouble. Ik voelde me bijna een schuldhulpverlener, een maatschappelijk werker of zoiets. Dat is ook het mooie van dit werk, je helpt mensen met een persoonlijk probleem.’ Pepijn Otto, laatstejaars International Business & Languages aan de NHL Hogeschool, is hulpstudent, net als Jiske Mölenberg. Jiske, die aan de Academische Pedagogische Academie in Groningen studeert, geeft bijles Rekenen. ‘Als de ene methode niet aanslaat, kan ik een andere uitproberen. In die zin ben ik vrijer dan onderwijzers die meestal vastzitten aan de methode die de school hanteert. Bijles is sowieso effectief doordat je de leerling extra aandacht geeft.’ De twee Groningse studenten werken voor hulpstudent.nl, een bedrijf dat in 2008 begon in Amersfoort en sindsdien uitwaaierde over heel Nederland. Het procedé is simpel: iemand die om hulp verlegen zit, belt of mailt met het bedrijf dat vervolgens bekijkt of er een student beschikbaar is om de klus te klaren. ‘Wij leveren handjes, dat is
onze core-business’, stelt Rutger Kussendrager, de franchiser van hulpstudent.nl in Noord-Nederland. Kussendrager, die in 2009 de opleiding Sportmanagement aan de Hanzehogeschool afrondde, begon in juni met de opbouw van een netwerk van hulpstudenten in Groningen, dat inmiddels bestaat uit zo’n tachtig studenten en studentes. ‘Ik ben kieskeurig. Ik wil weten wie ik in huis haal. Wat voor type is het? Dienstverlening is kwetsbare handel. Als een product niet naar wens is, brengt een klant dat terug naar de winkel. Bij een dienst ligt dat anders. Hulpstudenten komen bij de klant over de vloer. Dan moet je ervan op aan kunnen dat ze betrouwbaar zijn, hun afspraken nakomen en het werk serieus nemen.’ Dat werk kan van alles zijn, maar de kern vormen de klussen in en om het huis. Pepijn: ‘Gewoon een handje toesteken. Ik heb laatst iemand geholpen met een tafel naar boven sjouwen. Het is best lekker om af en toe flink te buffelen. Iemand helpen met verhuizen, grasmaaien, je kunt mensen erg blij maken met heel simpele dingen. Boodschappen doen.’
Hé… een student verpleegkunde kan natuurlijk ook even helpen met het verwisselen van de steunkousen. ‘Nou, dat kan wel, maar we promoten het beslist niet. De werkzaamheden bepaal je samen, maar ik zou heel goed uitkijken met wat voor vorm van medisch handelen dan ook. Een student is in opleiding, daar zijn we glashelder over. Hij kan wel wat, en vaak heel veel, maar je kunt aan hem niet dezelfde eisen stellen als aan de vakman. Dat is één van de redenen waarom de klant een lagere prijs betaalt.’
Duur zijn hulpstudenten als Pepijn en Jiske niet, 12,95 per uur, waarvan ze achtenhalf euro in het handje krijgen. ‘Dat is wel andere koek dan die 5,50 van de AH en de Jumbo’, zegt Jiske. ‘Ik heb wel andere werk gedaan, maar je zit altijd op het minimum. Rutger betaalt goed.’ En toch is Kussendragers hulpstudent.nl voor de klant goedkoper dan andere bedrijven. Dat komt doordat Hulpstudent handig gebruik maakt van de Wet Dienstverlening aan Huis. Kussendrager: ‘Die wet is in het leven geroepen om de huishoudelijke hulp uit het zwarte circuit te halen. Precies, de witte werkster. Als je Mien Dobbelsteen inhuurt, ben je vrijgesteld van loonheffing. De hulpstudent is net zo iets, hulp aan huis. Het is reuze makkelijk voor de klant: één vaste uurprijs en verder niks. Over de klussen overlegt hij met de student. Daar treed ik niet in.’ Kussendrager is één van de weinige Nederlanders die niet met angst en vrees 2015 afwacht, het jaar waarin veel maatschappelijke dienstverlening wordt overgeheveld naar de gemeenten. ‘Natuurlijk zie ik de problemen ook: veel dienstverlening komt op losse schroeven te staan, maar ik zie ook kansen voor de hulpstudent. Een hulpstudent kan best opdraaien voor de schoonmaak van seniorenwoningen.’
Glazenwassers, schilders, hoveniers, verhuizers. Ik kan me voorstellen dat de kleine middenstand niet blij is met de hulpstudent. ‘Je merkt wel iets van scheve ogen, maar eigenlijk valt het wel mee. Kijk, schilderen is een vak. Hulpstudenten kunnen een kwast vasthouden, en sommigen wel meer dan dat, maar het zijn geen professionele schilders. En dat geldt voor al het werk. Ik heb een studente die voor een gezin werkt, ze haalt de kinderen van school en zorgt dat er ’s avonds eten op tafel staat. Ze is geen kinderverzorgster en ook geen kok, maar als dat gezin blij is, dan is het oké.’
Een vierdejaars Informatica of de buitendienst van de computerwinkel, ik zou het wel weten. ‘Zo denken meer mensen, maar je moet je er wel bewust van zijn dat hulpstudent persoonlijke dienstverlening is. We doen er alles aan om de juiste student naar de juiste klus te sturen, maar we geven geen garantie. Klant en student knobbelen samen uit of de student het karwei aankan. Het is een kwestie van vertrouwen. Trouwens, de meeste klussen zijn hartstikke simpel. Er kan weinig misgaan bij het ramen lappen.’
Waarom bieden jullie je diensten niet zelf aan? Jiske: ‘Op de één of andere manier gaat het via hulpstudent makkelijker. Waarschijnlijk omdat hulpstudent degelijk overkomt. Bovendien hoef je dat hele proces niet door, advertenties op Marktplaats zetten, onderhandelen over de prijs en ga zo maar door. Alles is meteen duidelijk.’ Pepijn: ‘Rutger heeft het overzicht, hij kent de hulpstudenten. In december ben ik niet beschikbaar voor klussen, want dan moet ik vol aan de bak in de patisseriezaak van m’n vader. Nou, dan vraagt Rutger een andere student. Die achtervang kun je in je eentje niet zo makkelijk regelen.’ 9
10
Foto: Luuk Steemers
VERGETEN GROND, SCHOKKENDE TIJDEN Boudewijn Otten
Aardbeving op aardbeving, zelfs in de stad zijn ze te voelen. Groningen beweegt en de Groningers bewegen ook, maar de overheid blijft stil zitten. Wrang, vindt Derwin Schorren, bestuurslid van de Groninger Bodem Beweging.
‘Ik zit er niet op te wachten, hoor. Je gunt het geen mens, maar ik denk dat er pas echt wat gebeurt als de stad wordt getroffen door zwaardere bevingen dan die tot op heden. Of als er doden vallen. Het klinkt cru, maar daar is het wachten op.’ Derwin Schorren weet het zeker: als de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op dezelfde voet doorgaat met het winnen van gas in de provincie, krijgt Groningen steeds meer last van aardbevingen. ‘Dat is geen mening, maar een feit. Het Staatstoezicht op de Mijnen voorspelt het, en dat is de belangrijkste kabinetsadviseur op dit gebied: de kans op zwaardere aardbevingen neemt toe, het getroffen gebied zal groter worden en dan zal de overheid niet kunnen ontkomen aan het nemen van maatregelen. Maatregelen die de Deltawerken te boven gaan.’
LIEFDELOOS VERLATEN WINGEWEST
Derwin Schorren (48), projectleider op de Hanzehogeschool (momenteel werkt hij aan de verwezenlijking van de Zernike Advanced Processing faciliteit), zit in het bestuur van de Groninger Bodem Beweging (GBB). ‘Inmiddels de grootste vereniging van de provincie. Zo’n drieduizend leden, ik bedoel drieduizend gezinnen. Het gaat goed met de beweging en het zal de komende tijd alleen maar beter gaan.’ Hij schudt z’n hoofd. ‘Het is triest, diep triest.’ Liever zong Schorren hier de liefde over Groningen, maar hij kan er niet onderuit: Groningen lijkt vergeten grond, liefdeloos verlaten, leeggevreten laagland. ‘Een wingewest: leeghalen en verder niet naar omkijken. Zo beziet Den Haag de Ommelanden, nota bene het oudste cultuurlandschap van Europa. Vlak land, voor zo ver het oog strekt, met
hier en daar een kleine oneffenheid, en je weet: hier heeft iedere bult, ieder minuscuul heuveltje een geschiedenis.’ Schorren zou zich vreugdevol in die geschiedenis willen onderdompelen, hij zou verhalen willen vertellen over dat verleden. Verzen willen reciteren van Jan Boer, de dichter wiens biografie hij schreef: Het Grasgroene Groningen. Maar nee, deze schokkende tijden vragen iets anders van hem.
VERLAMMENDE ONZEKERHEID
Schorren moet zijn mond opendoen over heden en toekomst. ‘Ik zie Groningen zo voor me. De prachtige Waddenzee, de jonge bruisend creatieve Stad, de Ommelanden voor ruimte en ruigte, en in het Noorden een band van industrie. Dat hebben we dus allemaal in huis, een unieke combinatie. Als we de industrie aan de randen van het Wad verder vergroenen en de vaarten en wateren in de Ommelanden verlevendigen wordt Groningen een economische en toeristische trekpleister van jewelste.’ Wat belet de 600-duizend Groningers (200-duizend Stadjers en 400-duizend Ommelanders) om daar enthousiast mee aan de slag te gaan? ‘De onzekerheid, want die verlamt. Heel veel mensen voelen zich gevangen. Ook al denkt geen haar op je hoofd aan verhuizen, het feit dat je niet kúnt verhuizen omdat niemand je huis wil kopen, geeft je een opgesloten gevoel. Koppel dat aan de angst dat je huis instort bij een volgende aardbeving en de vrees dat je kinderen en geliefden iets overkomt. Dan begrijp je toch dat dat mensen naar de keel grijpt?’
HENK KAMP HANGT PRAATJES OP
De personificatie van het onbegrip is Henk Kamp, de niet één-twee-drie van warmte en begrip overstromende minister van Economische Zaken. ‘Hij beziet de problematiek puur financieel, als een kosten-batenafweging. Dit levert de gaswinning op, en dit zijn we kwijt aan de gevolgen van de aardbevingen. Zo simpel is het. Tot nu toe valt die balans uit in het nadeel van de bewoners. Dat kan veranderen als er een opstand komt, of als er doden vallen. Maar ach, zover is het nog niet, lijkt Kamp te denken. Ja, zo wrang is het en dat mag ook, maar kom daar dan volmondig voor uit. Kamp ging hier praatjes ophangen. Zo van: als we gaan minderen met gas winnen, komen jullie hier in de kou te staan. Kijk, dan neem je ons niet serieus: iedereen weet dat het leeuwendeel van het in Groningen gewonnen aardgas aan het buitenland wordt verkocht. Minder gas winnen betekent niet dat er een gastekort ontstaat, het betekent dat de staat minder gasinkomsten heeft.’ Schorren praat als een Groninger, hij leeft en beeft als een Groninger, maar hij is geen Groninger. Z’n wieg stond in het Noord-Brabantse Reusel en het
grootste gedeelte van z’n jeugd bracht hij door in Oldenzaal en Hardenberg (Twente). Grensplaatsen, vader werkte bij de douane.
ONGELOFELIJK ONVERSCHILLIG
Na z’n studie Geschiedenis in de stad vertrok Schorren naar Stitswerd, een dorp even ten noorden van Onderdendam. ‘Tachtig inwoners, 24 huizen, één en al ruimte en de wereld aan lucht. Eindeloos veel lucht. De eerste keer dat ik er kwam, op bezoek bij vriend, wist ik het: hier wil ik zijn. Heel vreemd, misschien. Maar zo voelde het. Nu woon ik er op de kop af twintig jaar. Geen Nederlander die een hoger postcodenummer heeft dan wij Stitswerders: 9999 XL. Extra large, dat is de wereld rondom.’ Schorren kan zich nauwelijks voorstellen dat mensen niet van Groningen houden. Maar nog meer verbaast hij zich over de onverschilligheid die anderen ten toon spreiden. ‘Zelfs Stadjers lijkt het weinig te kunnen schelen dat het Ommeland naar de gallemiezen gaat. Dat is toch vreemd? Alsof we niets met elkaar hebben uit te staan. De Hanzehogeschool schrijft in z’n missie warme woorden over de verankering in de regio. Maar wat merken de mensen wier veiligheid op het spel staat van die warmte? Oké, de Hanze doet wel wat: onderwijs in aardbevingsbestendig bouwen en nog meer, ik weet het. Maar alle Hanze-inzet tot nu toe was gericht op de gevólgen van de aardbevingen. Niet op de oorzaak: de gaswinning.’
EEN GROTE SCHOK VOOR STAD
Het is doodsimpel: als het om veiligheid gaat is minder gas winnen de enige optie. ‘Het is het enige wat helpt. Je ziet het in Loppersum. De NAM besloot om daar minder gas naar boven te halen en meteen namen de bevingen af. Maar de NAM begon ook direct méér gas te winnen in de randgebieden, dus daar namen de bevingen gewoon toe. Dat getuigt, zacht gezegd, van weinig respect voor de bewoners van Stad en Ommeland.’ De stem van de bevolking klinkt nog steeds te zacht, vindt Schorren. Ook de Groninger Bodem Beweging lijkt nog lang niet hard genoeg te roepen. Volgens Schorren is het een kwestie van massa. ‘Na de aardbeving van 30 september, die in de stad goed te voelen was, kwamen er honderden leden bij. Maar dat blijkt nog niet genoeg te zijn, helaas... Natuurlijk blijven we praten, met iedereen. Maar er zijn grenzen, we laten ons niet piepelen. De tijd zal het leren, maar tot nu toe verlopen de scenario’s precies zoals de GBB ze bij de oprichting in 2009 beschreef: een toename van de bevingen én een toename van de politieke belangstelling. Maar de politiek beweegt nog steeds nauwelijks. Die flinke aardschok in de stad lijkt dus slechts een kwestie van tijd. ’t Spiet mie donders, mor ’t is nait aans.’ 11
12
Illustratie: Yoni Bakker
KAMER TE DUUR? VERLAAG JE HUUR! Jolien de Vries
Zeuren over je huisbaas heeft geen zin. Wie denkt dat hij te veel huur betaalt, kan vrij eenvoudig achterhalen of dat zo is. En dan is het: geen smoesjes, maar actie. Het is weinig moeite en het levert vaak geld op. Flink véél geld.
Superblij was ze, toen ze eindelijk een kamer had. Na een hele rits hospiteeravonden bemachtigde de toenmalige Rechtenstudent Denise Zonnebeld met haar laatste kamernetkrediet een kamer. In het centrum nog wel, boven een café. Na een half jaar merkte ze dat haar huisbaas nogal laks was in het onderhouden van de woning. Zonnebeld vermoedde dat ze met 300 euro per maand te veel huur betaalde. Omdat de huisbaas niets wilde weten van huurverlaging, stapte ze naar de huurcommissie. Na een procedure resulteerde dit in een brief met de verlossende woorden: je huurprijs is verlaagd tot 35 euro per maand. Zonnebeld kon het niet bevatten. ‘Volgens mij heb ik wel tien keer naar de huurcommissie gebeld om te checken of het klopte.’ Maar liefst drie jaar lang was haar huur 35 euro per maand. In Nederland betaalt de meerderheid van de studenten te veel huur. De prijs die een verhuurder voor een kamer mag vragen is wettelijk vastgelegd: het is dus geen kwestie van vraag en aanbod. Bij juridisch
adviesbureau RB Student merken ze dat veel mensen dit niet weten. ‘Er is een tekort aan studentenkamers in Groningen, daarvan kan een huisbaas misbruik maken door een te hoge huur te vragen’, vertelt Detmar Ruessink, student Rechten en medeoprichter van RB Student. Lagere maandlasten zijn voor de meeste studenten geen overbodige luxe. Toch ondernemen weinig studenten actie om iets aan de te hoge huurprijs te doen. En dat terwijl de huursom al snel te hoog is. Heb je bijvoorbeeld schimmel in de badkamer, geen trapleuning of geen deurbel? Dan heb je, tot de huisbaas het euvel heeft verholpen, recht op zestig procent huurverlaging. Als je geen slot op je kamerdeur hebt of geen ventilatie in de toiletruimte dan kun je zelfs tachtig procent huurverlaging krijgen. Twijfel je of je actie moet ondernemen?
EXCUUS 1: IK HEB GEEN ZIN IN EEN BOZE HUISBAAS Denise Zonnebeld is nu eigenaar van adviesbureau Frently (voorheen ‘Bekijk het!’), waar ze de afgelopen jaren al 950 studenten hielp hun huur te verlagen. Zonnebeld hoort dit excuus veel, maar geeft aan dat veruit de meeste huisbazen professioneel reageren. ‘Voor huisbazen met veel panden is jouw huur maar een klein deel van hun inkomsten’, legt ze uit, ‘soms neemt een huisbaas het persoonlijk op, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand niet langer normaal in zijn kamer kon wonen.’ Je hoeft in ieder geval niet bang te zijn dat je zo maar op straat komt te staan: een huisbaas mag de huurder in geen geval uit huis zetten op basis van een huurverlagingsprocedure. EXCUUS 2: HET GAAT ME VAST VEEL GELD KOSTEN Zowel Frently als RB Student werken volgens het principe van no cure no pay: als je niet voor huurverlaging in aanmerking komt, hoef je ook niet te betalen. Indien het werk vruchten afwerpt, betaal je het adviesbureau een eenmalig percentage van de verkregen verlaging. ‘Als je een half jaar geleden je contract hebt getekend, krijg je het te veel betaalde
bedrag met terugwerkende kracht terug’, vertelt Ruessink, ‘op die manier heb je de kosten er meteen uit.’ Natuurlijk kun je ook zelf een verzoek indienen bij de huurcommissie. Het voordeel is dat je dan geen kosten hebt voor een adviesbureau. Het nadeel is dat het meer tijd en moeite kost en er geen bemiddelaar is die je kan bijstaan als er een conflict met de huisbaas optreedt.
EXCUUS 3: HET IS ZO’N GEDOE, IK HEB HET AL DRUK GENOEG De meeste adviesbureaus nemen je het werk uit handen. Wel kan het een tijd duren voordat de procedure is afgerond. Studente Suzanne Boschloo schakelde vorig jaar de hulp van Frently in om de huur te verlagen. Boschloo en haar huisgenoten hoefden zelf weinig te regelen. We moesten ervoor zorgen dat er iemand thuis was bij het opmeten van de woning en bij de inspectie van de huurcommissie.’ Op de uitspraak wachtten ze bijna een half jaar, maar voor Boschloo was het dat meer dan waard. ‘Omdat we de aanvraag op tijd hadden gedaan, kregen we het te veel betaalde bedrag in zijn geheel terug. De kale huur van de woning daalde van 1.100 tot 561 euro per maand.’
Meer informatie Online huurcheck via de Landelijke Studenten Vakbond: www.checkjekamer.nl Website van de huurcommissie: www.huurcommissie.nl Juridisch adviesbureau Frently: www.frently.nl Juridisch adviesbureau RB Student: www.rbstudent.nl 13
Foto: Luuk Steemers
ITEM Nicole Aldershof
‘We hebben elkaar ontmoet tijdens een feest van de studentenvereniging. Daar heb ik haar voor het eerst gezien. Later hoorde ik dat zij mij al eerder had gespot. De eerste indruk van haar heb ik in een sms’je naar een vriend gestuurd: mooi meisje met een alternatief tintje. Zelf stond ik daar later ook van te kijken. Die avond zijn we met elkaar naar huis gegaan. Daarna hadden we een beetje een aan-uit-situatie. Op een gegeven moment waren we uit elkaar, maar we misten elkaar wel. Toen hebben we besloten: dit is het wel en hadden we een relatie. Dat is een goede beslissing geweest. Ik vind het leuk dat ze zo spontaan is, extravert, aanwezig en vrolijk. We hebben dezelfde manier van leven. In de zomer, bijvoorbeeld, dan zitten we met een biertje in het park. Maar we hebben ook verschillen. Ik ben erg relaxt, meer van het komt allemaal wel goed. Beetje passief, zelfs. Zij is juist erg druk en ze maakt zich ook meer druk om dingen, maar ze is wel pro-actiever. We vullen elkaar goed aan. We zijn een week naar Antwerpen geweest. Die stad paste bij ons allebei. Een hippe studentenstad. Lekker niks doen en genieten. ‘Toen ze een half jaar naar Finland ging, was ik daar niet heel gelukkig mee. We skypten elke dag maar je denkt toch: wat doet ze en waar is ze? Zelf zit je in Nederland en zij weet hoe mijn leven eruit ziet. Van haar weet je dat dan niet. ‘Ik ben ook van plan om naar het buitenland te gaan om te studeren. We hebben het eerder al een half jaar overleefd, dus nog een half jaar moet dan ook nog wel kunnen.’ 14
Het ‘mooie meisje met een alternatief tintje’ moest alles uit de kast halen, maar haar proactieve houding paste uiteindelijk perfect bij zijn rustige karakter.
HARTGER VEEMAN 22 Tweedejaars Technische Informatica IRIS SOPHIE VEERMAN 22 Vijfdejaars Communicatiesystemen
‘Ik zag Hartger voor het eerst op Schiermonnikoog, tijdens een kamp van onze studentenvereniging Cleopatra. Ik dacht: wat een aantrekkelijke jongen. Helaas was het omgekeerde nog niet het geval. Onze eerste echte ontmoeting was tijdens een feestje van de studentenvereniging. Hij was een nieuw lid. Ik heb hem versierd, maar niet zo heel subtiel, moet ik zeggen. Een vriend van hem pikte mijn fiets en toen pikte ik mijn fiets terug en zei: “Omdat hij mijn fiets heeft gepikt, ga jij mee naar huis.” Heel slecht, maar het werkte wel. Hierna scharrelden we wat. Maar hij kreeg een vriendin en toen stopte het. Ik was toen best wel jaloers. We spraken af en toen heb ik gezegd dat ik wel een relatie met hem wilde. ‘We hebben zowel verschillen als overeenkomsten. Hartger is heel rustig en ik ben juist heel druk en wisselend qua humeur. Hij is lui. Dan zit hij op de bank rotzooi te maken en dan wil ik opruimen. ‘We hebben dezelfde humor, we zitten bij dezelfde studentenvereniging, hebben dezelfde vrienden en we komen allebei uit een klein dorp in Friesland. Hij is zorgzaam, lief en grappig. Ik heb een half jaar in Finland gestudeerd. In Helsinki. Hij vond het niet leuk dat ik wegging, maar we hebben het overleefd en we spraken elkaar elke dag. Ook speelden we vaak Call of Duty, terwijl we dat in Nederland helemaal niet deden. Nu wil hij een half jaar naar het buitenland. We hebben het al één keer overleefd en het is wel echt gaaf. Dus ik vind het wel leuk voor hem. En dan kunnen we gewoon weer samen Call of Duty spelen.’
Haast machinaal, zoals studenten zich door de gangen bewegen. Een constante stroom lichaamsdelen die zich naar de lokalen begeeft, naar de kantine en weer terug. Om aan het einde van de dag naar buiten te gaan, terug naar de fietsenstalling, naar huis. Hetzelfde riedeltje herhaalt zich de volgende ochtend en dat keer op keer. Net zolang tot er die laatste keer naar buiten wordt gelopen met een diploma in de hand. Alleen in de hoek is nog een tafel vrij. De tafel is besmeurd met iets dat nog het meest lijkt op chocopasta en staat vol met gebruikte plastic borden en kartonnen bekertjes met restjes koffie erin. Het geeft niet. Zolang iedereen me maar even met rust laat. Nog steeds galmen de woorden door mijn hoofd die ik zo even heb uitge-
sproken. Autocoureur, hoe langer ik erover nadenk, hoe absurder het me voorkomt. ‘Walter van der Laan, is het toch?’ Vlak naast me klinkt een echte stem, een stem, een stem die mijn naam scandeert nog wel. Verschrikt kijk ik op. Ze staan op nog geen halve meter afstand, veel te dichtbij. Ik herken het blonde, sluike haar uit het klaslokaal, maar de namen schieten me niet te binnen. Ze lijken te veel op elkaar. Meisjes zijn het, machines, inwisselbare gedaantes. Ik knik. Een van de meisjes haalt een smartphone uit haar jaszak. ‘Kijk, we hebben je naam even gegoogeld, maar er is weinig te vinden over je carrière als autocoureur.’ In het zoekscherm zie ik mijn volledige naam staan. Opnieuw voelt mijn keel aan alsof alle lucht eruit wordt gedrukt. De boa constrictor is terug. Een ander meisje gaat spottend verder: ‘Je hebt wel een keer een schaakwedstrijd op school gewonnen toen je 11 was en een petitie getekend tegen de zeehondenjacht, maar verder?’ Mijn gedachten gaan razendsnel. Dit kan niet, dit mag niet. Dit is mijn eerste dag. Mijn lichaam begint zich als vanzelf te bewegen. Eerst zie ik mijn handen zich afzetten tegen de vieze tafel, dan span ik mijn benen aan. Ik ren weg. Weg van de vragende blikken, weg van de machines. Terug naar de virtuele wereld, de échte wereld, mijn wereld.
3Hoog is dé studentenfotosoap van Nederland. De strip volgt de avonturen van Jurre, een ruige kraker met een klein hartje, René, de anders-geaarde huis-ADHD’er, Merel, een bipolaire blondine en Harrie, het frisse verenigingsmeisje. 3Hoog wordt gemaakt door Ype Driessen, de bekendste fotostripmaker van Nederland en omstreken.
15
16
Foto: Pepijn van den Broeke
DROMEN OVER PARIJS, MILAAN EN NEW YORK Loes Vader
Sanne de Roo won Holland’s Next Top Model nét niet. De 21-jarige studente Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken uit Emmeloord heeft net haar tentamens achter de rug, en nog mooie cijfers ook.
Met je neus in de boeken, een compleet ander leven. ‘Ik zit in het vierde jaar en het zou doodzonde zijn als ik mijn studie niet afmaak. Als ik net begonnen was, zou ik waarschijnlijk stoppen om me helemaal op het modellenwerk storten. Straks ben ik de enige student die met haar diploma níet aan het werk wil. Ik heb gelukkig mooie cijfers en een goed gevoel bij de tentamens die ik nog terug moet krijgen.’ HNTM, ging er een meisjesdroom in vervulling? ‘Heel veel meisjes willen model worden. Dromen over foto-shoots op bounty-stranden en prinsessenjurken. Ik heb de mazzel dat ik toevallig leuk op foto’s sta. Ik ben nooit gescout, maar er zijn wel veel mensen in mijn omgeving die vonden dat ik het maar eens moest proberen. Mijn vriendinnen uit Emmeloord hebben me zelfs opgejut. Ik was een dag te laat voor de casting, daarom heb ik me ingeschreven bij de online-actie voor een wild card. Je moest zoveel mogelijk stemmen via Facebook verzamelen. Er waren 2000 meiden in de race voor die wild card. Ik eindigde in de top-25. De jury koos uiteindelijk de winnaar. Een hele
aparte gewaarwording toen stylist Fred van Leer op de stoep stond bij mijn ouders.’ Je wist helemaal van niets? ‘Mijn ouders wel. En als ik nu terugkijk, heb ik wel iets gemerkt. Maar op dat moment stond ik met mijn mond vol tanden. Ik had het echt niet verwacht. Vier dagen later was ik weg. Eerst draaidagen in Nederland, daarna in New York. Voor mijn omgeving was ik ineens van de aardbodem verdwenen. Dat was het lastigste van Holland’s Next Top Model: m’n mond houden. De opnamen waren begin juli afgelopen en het programma werd pas in september en oktober uitgezonden. Alleen mijn ouders, mijn broertje, mijn vriend en drie vriendinnen waren op de hoogte. We hebben allemaal voor geheimhouding getekend.’
Is Doutzen je grote voorbeeld? ‘Doutzen is volgens mij het voorbeeld voor álle aanstormende modellen. Ze is zo lekker zichzelf en zo heerlijk nuchter. Ik ken haar niet, maar ze lijkt me een heel leuk mens. Het klikte ook met de andere HNTM-meiden. Van haat en nijd was absoluut geen sprake. Ondanks dat ik er door die wild card later bij ben gekomen en er door mij een kandidaat uit moest.’ Heb je al aanbiedingen van modellenbureaus? ‘Ik ben nog nergens op ingegaan omdat ik eerst mijn tentamens achter de rug wilde hebben. Ik beslis niets zonder mijn ouders. Ik studeer af in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, er is vast ruimte om in de weekenden te werken. Mijn droom is werkelijkheid geworden, maar ik sta nog helemaal aan het begin van die droom.’
Je moest je mobieltje inleveren. ‘Alles moest geheim blijven en ze wilden ons laten voelen hoe zwaar het modellenleven is. Het klinkt cliché, maar het is echt niet allemaal glitter en glamour. Je moet er altijd gezond en fris en fruitig uitzien. Je haar moet glanzen, ook al staat het stijf van de lak en de gel. Je moet op je eten letten. Het modellenwerk is gewoon keihard werken.’
Je bent een familiemens? ‘Ik ben nog ieder weekend bij mijn ouders. We hebben een hechte vriendenclub, mijn vriend woont ook in Emmeloord en ik werk er in een lunchroom/snackbar bij het busstation, waar het de laatste tijd verdacht druk is met jongens en meiden van een jaar of vijftien die niet voor een patatje komen.’
Je ziet er sportief uit en geen grammetje te veel. ‘Kickboksen, ballet, en ik heb vroeger heel veel gezwommen. Op een redelijk niveau. Ik lag zes ochtenden in de week in het zwembad. Daar komt mijn doorzettersmentaliteit vandaan, denk ik. Toen ik wist dat ik de top nooit zou bereiken, ben ik gestopt met zwemmen en heb me op mijn studie gestort. Nu sport ik nog een beetje op de Aclo om mijn conditie op pijl te houden. Ik ben inderdaad op mijn voeding gaan letten. Dat deed ik vroeger echt niet. Ik ontbijt met havermout en als ik nu chocola eet, neem ik 85 procent pure. Daar zitten gezonde stofjes in. Ik eet ook geen taart meer.’
Model en patat, een bijzondere combi. ‘Dat vind ik nou een beetje jammer, dat er zo bevooroordeeld en vaak negatief naar de modellenwereld wordt gekeken. Haat en nijd en meiden die hun vinger in hun keel steken om mager te blijven. Er werd heel goed voor ons gezorgd door Endemol. HNTM heeft juist veel positiefs met mij gedaan. Ik heb meer zelfvertrouwen én ik weet nu heel goed dat topmodel worden mijn droom is. Natuurlijk moet je goed voor jezelf zorgen, want je lichaam is je baan. Ik geniet er mateloos van om met een team een mooi resultaat neer te zetten. Ik hou van lekker eten en dat doe ik ook. Gelukkig ben ik ook gek op sporten.’
Je focus ligt helemaal op je modellencarrière. ‘Mijn droom is mijn doel geworden. Shows lopen voor Chanel, Marc Jacobs, de cover van Vogue, Parijs, Milaan, New York… Victoria’s Secret Fashion Show, een Amerikaans bedrijf in dameskleding, lingerie en schoonheidsproducten. Doutzen doet ook shows voor Victoria’s Secret. Hier ga ik helemaal voor.’
Het leven lacht je toe. ‘Je hoort mij niet mopperen. Maar vlak voor Holland’s Next Top Model werd uitgezonden, is mijn oma overleden. Ik had een hele speciale band met haar. Daardoor voelde het allemaal een beetje dubbel. Ze heeft mij niet op tv kunnen zien. Maar ik heb haar wel alles verteld. Ze was er supertrots op.’ 17
HOREN & ZIEN
18
UNTIL MORNING
LEGO BATMAN 3: BEYOND GOTHAM
GEWOON WAT EEN STUDENTJE ’S AVONDS EET
Er mag nog wel even een redacteur overheen, want Guiseppe Raudino zit er weleens naast op het toetsenbord (think voor thing en aver in plaats van over), maar verder is Until Morning best te pruimen. Geen hoogstaande literatuur, geen zinderende taal, maar het Engelstalige boek leest lekker weg. De verhaallijnen, die zijn gesitueerd in Finland, Italië en Nederland, komen uiteindelijk keurig bij elkaar. In, jawel, Groningen! Niet voor niets draagt Hanzedocent Raudino het werk op aan z’n buitenlandse studenten, want over hen gaat dit werk. Raudino kleurt het leven van deze Groningse studentensubcultuur natuurgetrouw in, zij het wat stereotiep. Zuid-Europese jongens zijn op seks belust, Amerikaanse meisjes te dik óf te dun en ga zo maar even door. Tot een iets diepere karakterschets komt het slechts in één geval. De liefdesgeschiedenis van de Italiaanse student Luca en de late dertiger Roona uit Finland toont de heftige verwarring waaraan een adolescent ten prooi kan vallen. Maar ook dit alles vindt plaats in een sfeer van luchtigheid. Té luchtig, naar mijn smaak, maar oké. Until Morning is wat de Fransen een good read noemen: redelijk spannend (hoe zou het verdergaan?), een slimme plot en een happy end.
LEGO haalt tegenwoordig meer winst uit de games dan uit de kleurrijke steentjes. Met LEGO Batman: Beyond Gotham lijken ze de koers door te zetten. Het hele register van DC Comics wordt opengetrokken. Bekende en minder bekende helden en schurken passeren de revue, waaronder vintage Batman Adam West. Zoals alle LEGO-games ziet het er allemaal natuurgetrouw uit. Voor zover je dat kunt zeggen over dingen die uit bouwsteentjes bestaan. Wat ik daarmee bedoel is dat het allemaal erg tactiel aandoet. Het plastic glimt op de manier zoals het hoort te glimmen, en bouwsels hebben de karakteristieke kleine kiertjes tussen de onderdelen. Het voelt gewoon allemaal echt aan, en dat is erg leuk. Beyond Gotham is bij vlagen pittig. Genoeg om vraagtekens te zetten bij de leeftijdskwalificering van 7+. Toen ik met een vriend de eerste twee uur van de game in co-op speelde, zaten we een paar keer flink vast. Twee mannen van rond de dertig die moeite hebben met een game voor kinderen. Dan klopt er iets niet. Het is soms niet helemaal duidelijk wat je moet doen, met doelloos rondrennen tot gevolg. Beyond Gotham zet in op een soort campy lol, maar slaat de plank soms mis. Bijster spannend wil het niet worden, en de humor is te kinderlijk om echt leuk te zijn.
Leonie ter Veld (24) studeerde Interactieve Media aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze is geen profkok, ze was zelfs niet eens een kookfanaat. Maar haar dagelijkse Facebook-posts over simpele en lekkere maaltijden oogsten veel likes bij haar Facebookvrienden. Leonie kreeg de smaak te pakken en begon een blog: gewoonwateenstudentjesavondseet.blogspot.nl. In september 2011 verscheen haar eerste recept online. Na anderhalf jaar ging haar blog viral op Facebook: van 1.600 naar 25.000 volgers in één weekend. Inmiddels staat de stand op 56.057 vind-ik-leuks. Een boek met haar allerlekkerste recepten is net verschenen. Er zijn van die recepten die zo’n beetje iedere student moet kennen. Een voorbeeld: Leidse Kots. Het klinkt vies, maar het is gewoon een heerlijk maaltje van pasta met roomkaas, kip, zalm of spekjes en spinazie en/of champignons. De icoontjes bij ieder recept: idiot proof = heel makkelijk. De bereidingstijd (Leidse Kots = tien minuten). Eén, twee of drie afwasborstels: spreekt voor zich. Het aantal euro-tekens geeft aan of je het moet maken als je stufi net binnen is of juist niet. En een wortel geeft aan dat je het je vegavriendje of -vriendinnetje kunt voorschotelen. Een lekker kookboek waarmee iedere idioot binnen een half uur een fantastische maaltijd op tafel tovert.
BO ♥♥♥
JMX ♥♥
LV ♥♥♥♥
EUROSONIC
GEEN KAARTJE, WEL MEEFEESTEN?
Foto: Bart Heemskerk
En weer was Eurosonic/Noorderslag binnen een poep en een scheet uitverkocht. Maar niet getreurd, er is ook ontzettend veel live-muziek te bewonderen als je geen kaartje hebt! Vooral lokaal talent krijgt een prominente plek op de gratis podia. Een overzicht van wat er in de Groninger binnenstad valt te zien op woensdag 14, donderdag 15 en vrijdag 16 januari. Grunnsonic (georganiseerd door POPgroningen en Eurosonic Noorderslag) is een gratis toegankelijk onderdeel van Eurosonic op woensdag, donderdag en vrijdag. De volgende Groningse acts treden op: Abbeye, Ambivalenz, Animal Antics, DJ Irie, Edo de Vlieger & Eva Waterbolk, Fenn, Harm's Fork, Harry van Lier, Hoist the Colours, I Took Your Name, Jasper Staal, Joëlle Smidt, Martyn Ell,
MC Prophet, Meadowlake, Model Depose, Mulu, North to the Night, Oes, Ordure, Rum & Skunk, Sascha Elisah, Sporadisch, Sprokkelhout, Stuart Mavis, The Black Cult, The Blind Roofers, Fake O’s, The Given Horse, The Rising Sun, Uhgah? Wugah!, View for a Day, Vikings in Tibet, Vincent Kenter en White Shep. De line-up van de Energy stage, hosted by GasTerra, is door POPgroningen geprogrammeerd en bestaat uit de volgende Groningse acts: A Liquid Landscape, Audio Adam, Avery Plains, Eisenhower, MakeBelieve, Menhir, Mongoose & The Boombox, Mulu, Orange Skyline, Posij, Reverse Cowgirls, Sexton Creeps, Sprokkelhout, Stuart Mavis, Swinder, The Blind Roofers, The Tightropes, Town of Saints en WOLVON. Het programma van de Energy stage is gratis toegankelijk op het Ebbingekwartier in Groningen.
Het podium wordt gesponsord door GasTerra, dat onder de titel ‘Energizing local talent’ getalenteerde lokale acts ondersteunt. Nog niet genoeg gratis vertier? In 3Gezusters en De Kast kun je ook talloze lokale acts vinden tijdens Altersonic. Kijk voor het volledige schema op altersonic.nl. Ook in kroegen als O’Ceallaighs en De Kult, koffiebar Coffee Company en platenzaak Plato vind je tijdens Eurosonic intieme optredens van bands die ook geboekt staan voor Eurosonic en/of Noorderslag. Of er, zoals in voorgaande jaren, ook weer een Eurosonic Air op de Grote Markt zal plaatsvinden, was nog niet bekend toen deze editie naar de drukker ging. Maar grote kans dat je daar tijdens Eurosonic gratis en voor niets enkele grote Nederlandse acts kunt zien! 19
20
LOCO Luuk Steemers
TWEEDEJAARS COMMUNICATIE JOSÉ VAN GIJSSEL (23) IS DOL OP DANSEN ‘Ik heb CIOS in Heerenveen gedaan. Bij het turnen kreeg ik last van blessures. Om het bewegen op muziek niet te hoeven missen, heb ik in september 2009 auditie gedaan bij Sport- en Dansschool SDM. Een half jaar later was ik al dansdocent. Zo heb ik van mijn passie mijn werk gemaakt. Daarnaast dans ik in het oudste demoteam van SDM: Pressplay, een heel hechte groep met uiteenlopende persoonlijkheden. In augustus zijn we naar het WK in Glasgow geweest en tiende geworden. Overdag de studie op de Hanze en ’s avonds dansen, voor mij de perfecte afwisseling!’
22
[email protected]
Lieve Loes, Nadat ik bij de open dag geholpen had, stond ik bij de bushalte even te kletsen met een heel leuk meisje. Ik ben nogal verlegen en durfde haar nummer niet te vragen. Maar die nacht droomde ik van haar, het was echt een prachtige droom. Ik ben nogal spiritueel ingesteld en denk dus echt dat dit iets te betekenen heeft. Ik wil haar dus heel graag weer zien. Maar ik weet niets van haar, alleen dat ze op de open dag in de Marie KamphuisBorg was en met de trein naar Assen moest. Misschien heb jij een idee hoe ik haar kan vinden? Jonathan Beste Jonathan, Dat lijkt zoeken naar een speld in een hooiberg. Maar je weet genoeg voor een gerichte zoekactie. Laten we ervan uitgaan dat ze in het laatste jaar van de middelbare school in Assen zit. Even googlen levert het volgende resultaat: twee havo’s in Assen en acht in een straal van 23 kilometer om Assen. Het Dr. Nassau College, de grootste in Assen, heeft bijvoorbeeld een Facebookpagina. Ik kan me het bijna niet voorstellen, maar als je digitale Sherlock Holmes-speurwerk niets oplevert, denk dan maar: als jullie zijn voorbestemd voor elkaar, zal ze jouw pad weer kruisen. Gezellige feestdagen Jonathan! En een geestverruimend 2015! Lieve Loes, Ik zie enorm op tegen de kerstvakantie. Niet tegen de twee weken vakantie, dat is natuurlijk geweldig, maar tegen de plichtmatige gezelligheid. Verplichte bezoekjes aan familie, oudjaar vieren met de suffe aanhang van
vrienden… Het liefst ga ik gewoon lekker twee weken gamen en relaxen, maar er lijkt een taboe te heersen op alleen Kerstmis en Oud en Nieuw vieren. Dan denkt je omgeving immers meteen dat je zielig bent of dat er iets aan de hand is. Hoe kan ik de gezelligheid omzeilen zonder lastige vragen? Gameboy Hoi Gameboy, Ik ben ook geen fan van verplichtingen met de feestdagen. Niet dat ik twee weken met FIFA 15 onder de wol kruip, maar niets is lekkerder dan met kerst in een smoezelige pyjama naar sentimentele films kijken. De gezelligheid omzeilen zonder lastige vragen én zonder smoesjes is onmogelijk. De enige manier waarop ik ooit onder de feestdagen met de familie ben uitgekomen, is door naar een warm exotisch oord te vliegen en pas na oudjaar weer terug te keren. Een oude koude oliebol en een bodempje champagne op 2 januari… heerlijk! Mijn advies luidt als volgt: probeer de verplichtingen zoveel mogelijk te beperken. Stel je grenzen en stel dat niet uit tot 25 december. Als je altijd beide kerstdagen en oudejaarsavond met je familie viert, zijn twee familieverplichtingen minder al een winst van ruim 66 procent! Ik vier oudejaarsavond sinds mijn achttiende zonder familie en ik sla suffe uitnodigingen van vrienden af. Daar hebben ze nooit lastige vragen over gesteld. Ik vier maar één kerstdag met mijn familie, over die andere hebben ze ook nooit moeilijk gedaan. Water bij de glühwijn Gameboy! Polderen, schikken en plooien! En bedenk: het kan altijd erger, bijvoorbeeld: gescheiden ouders én gescheiden schoonouders. Relaxte feestdagen en een chill 2015!
HANZE
MAG
LIEVE LOES
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je docent en kun je je niet meer op je studie concentreren? Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
REDACTIE-ADRES Zernikeplein 7 T0.01 / T0.02, Groningen POSTADRES Postbus 30030 9700 RM Groningen telefoon: 050 5955588 e-mail:
[email protected] REDACTIE Chris Wind - hoofdredacteur 050 5955585
[email protected] Boudewijn Otten - (eind)redacteur 050 5955582
[email protected] Loes Vader - (bureau)redacteur 050 5957184
[email protected] VORMGEVING & ART DIRECTION Jean-Maxim van Dijk
[email protected] www.jmxcorp.net MEDEWERKERS Tymo Grijpma (illustrator cover) Luuk Steemers Habon Abdulahi Nicole Aldershof Jolien de Vries Blanca Gispert Hernandez Jennifer Hecht Pilar Rodríquez Mata Jana Keiša Pepijn van den Broeke (fotograaf) Annie Smetanenko (fotograaf) Yoni Bakker (illustrator) Ype Driessen (fotostrip) Rick van Duuren (cartoonist) Sam Peeters (cartoonist) Leo van der Reest (cartoonist) PRODUCTIE Redactie HanzeMag & Grafische Industrie De Marne B.V. Oplage: 7.000 ADVERTENTIES Bureau Nassau 020 6230905
[email protected] 23
‘THE MONEY WILL COME, BUT WHEN?’ Pilar Rodríquez Mata
Erasmus students are struggling to make ends meet while they are waiting for their grants to be released.
‘I got pretty lucky with my grant,’ Spanish Erasmus student Elsa (21) says. ‘I get the Spanish ministry grant, which is 350 euros a month for the Netherlands, I also get 250 euros from the Andalusian provincial government and, finally, as a scholarship student, I get an extra 100 euros, which totals up to 700 euros a month. Obviously, it’s an incredible sum, and, yet, I’m having a horrible time making ends meet because I haven’t received a cent of it yet.’ It is 27 October, Elsa has been living in Groningen since 28 August. She is not the only one in trouble. Estela, a 24-year-old Swedish student, received her grant weeks ago. Other students from Italy, Germany, Spain and Portugal, just to mention a few, have not received any grant money at all: they are only able to make both ends meet thanks to their parents. ‘The worst thing is that we have no idea when the money will be coming’, says Mariana (20) from Portugal. ‘The government and our university don’t give us any information, no matter how often we inquire.’ On 11 December 2013, a new regulation for the Erasmus program, Erasmus Plus, was agreed upon. From 1 January 2014, not only has the name of this programme changed but also its budget and its influence. Now, the Erasmus programme also aims at people from thirteen to thirty years of age, by combining different kinds of exchange programmes. There’s a larger budget, more students to be involved and it also includes some sports programmes. 8int
But the new programme has also led to problems. Whereas some countries have offered to pay the grants that aren’t covered by the EU, others do not offer the same deal. And the students who decided to start a full-year programme are also in trouble, since the EU now only offers a grant for five months. The grants are currently distributed in three sections depending on which country the student is going to. A distribution that, in certain cases, has been very much criticised. The general idea is that an Erasmus student can get 200 to 300 euros a month. A sum that, if not complemented by other grants, is insufficient to afford living abroad. ‘I pay 96 pounds a week for my accommodation in the outskirts of London’, Bella, a 22-year-old Italian student says. ‘If my parents hadn’t been able to spend some more money this year, I could never have afforded to come to Groningen.’ ‘I got my grant when I had already been back for a month’, former Spanish Erasmus student Luisa, says laughing. ‘You just have to get used to the idea that you pay for the Erasmus and, afterwards, you get the money back. Sometimes it will be close to what you spent, but most times, you will have spent a lot more than what you are finally given.’ But what do students do who cannot rely on others for support? ‘Not everyone’s parents can raise the money for a study abroad’, German student Sarah (21) explains. ‘I had some friends that actually had to go back home when they realized the grant wasn’t coming any time soon. And it’s terrible, what’s the point in having grants if they aren’t going to help you when you actually need the help?’ Asking questions will end up in a blame game. The EU blames the countries, the countries’ governments blame the universities, and then, the universities blame the governments and the EU. No one really gives answers and everyone just asks students to have patience. Sometimes a comforting: ‘The money will come’ is added. Until they get their grants, students will keep trying their best to make ends meet and they might reply: ‘Yes, the money will come. But when?’
LEGAL ALIEN
‘What does an American student miss most in the Netherlands? I don’t have to think long: the taste of a real cheeseburger! Other than that, I am really enjoying my exchange semester here.’ ‘My study schedule gives me the opportunity to have long weekends and travel around Europe. An especially memorable trip was to a fascinating but not so popular destination among American tourists: Stockholm. I enjoyed the beautiful city and its fun nightlife. Another unique moment was when I played the piano at the airport of Prague, with a crowd of thirty to forty people who even tipped me with some euros.’
Jana Keiša
‘Actually, travelling is what I am busy with during weekends back home as well. I’m part of the college hockey team and play games in different parts of the country. Besides my studies, I am also involved in a fraternity. The main activities involve organizing charity events and parties. I’ve heard of a similar organization in Groningen, but I think it would not be the same.’
ROBERT BREGE EXCHANGE STUDENT OF INTERNATIONAL BUSINESS SCHOOL
‘When staying here in Groningen, I spend my free time with my mates from the Winschoterdiep student house. I like that it is easy to knock on other people’s doors and hang out with them, just like in the US. The only difference is that in the dormitory back home we have a meal plan, which is not the case here. But I see the positive side of having to cook for myself for the first time, it’s my next step in growing up.’
UNITED STATES OF AMERICA 237 TIMES THE SIZE OF THE NETHERLANDS
Photo: Annie Smetanenko
‘If I had to compare my Accounting and Finance studies in Chicago with the International Business School here, first thing that comes to my mind is the amount of group projects here. It is exciting, but if it were my fourth year, I would probably have gotten sick of it.’
9int
STARTING POINT GRONINGEN, DESTINATION WORLD Jennifer Hecht
6int
In the age of cheap plane and bus tickets, fast trains and carpooling platforms, hitchhiking (the cheap travelling option of our parents’ generation) has lost its popularity. But there are still students who enjoy adventure and hitchhike their way through Europe.
Today, at the official hitchhiking spot in Groningen, there is no big crowd of travellers. The spot is located right next to the train station, at the Emmaviaduct, the access to the two highways A7 and A28. The official pick-up spots for hikers were introduced when hitchhiking was still very popular in the Netherlands. Six of them remain in the bigger cities until today, one of them in Groningen. Hikers here can expect to get a lift in basically all directions: west to Leeuwarden, east to Germany, or south to Assen, Zwolle and eventually Amsterdam or further destinations. At the spot, we meet Daniel, a 39-year old local, who is not hiking but simply waiting for his ride with a friend. He has hitchhiked before, though. Daniel looks much younger than his age with his long, bushy orange beard and friendly face. He started to hitchhike only two years ago. ‘I think it is an interesting, different way of travelling. Trains are very expensive here, so it is a good alternative. It is also very creative, you meet people in lots of situations. That’s why I like it.’
AN ENERGIZING EXPERIENCE
Some time after Daniel has disappeared in his friend’s car, Steven arrives at the spot. He looks like a hitchhiker prototype with his signboard saying Utrecht in large, easily readable letters. Steven is rather short and lean, with a short beard and longish brown hair. His friendly
Photo: Jennifer Hecht
appearance makes it easy to get involved in a conversation with him. ‘I hitchhike a lot actually, once a week I would say. I go to Berlin or Antwerp and to cities around the Netherlands. Today, I came to Groningen to meet up with a girl and now I’m heading home to Utrecht.’ The 26-yearold freelancer says that he always reaches his destination: ‘Hitchhiking is really energizing. It is very exciting to know that you just have to want it, that getting to your destination is not a question of if you’re going to make it, but it’s a question of when you will be picked up! It is really awesome to meet all these kinds of people on your way who all have different stories to tell.’ Vania, an exchange student from Jakarta, Indonesia, has also used the hitchhiker spot to start her hike to Amsterdam. ‘I heard that hitchhiking is very popular in Europe, so I tried it out when I came here. I went to Amsterdam and it was great. One guy even made a detour for me! He was actually going to Rotterdam, but he took me all the way to Amsterdam.’
A NICHE MEANS OF TRAVELLING
Asking other international students at Hanze about hitchhiking leads to very different opinions. Pili from Spain has never hitchhiked before. ‘It scares me’, she says. ‘Because you don’t know who is stopping for you, who they actually are, or if they can drive well.’ Bastiaan from
the Netherlands adds that there is a difference between boys and girls in hitchhiking. ‘For me personally, it depends on the situation. I have never done it before. I would only do it if I had no money and my OV-card was broken’, he laughs. This shows that hitchhiking is a niche means of travelling, particularly in the Netherlands where students get a free travelling card for trains and buses. Miglé from Lithuania, a second-year student of international communication, does not have this free public transportation card, so she hitchhikes quite often. She has an interesting approach. ‘I don’t really like to ask people because I feel that I am forcing them. I do that only if I am in a hurry. But mostly, I wait with my sign at the exit of the service area. Like that, it is the people’s choice to take me with them or not.’ Miglé always hikes on her own, all the way from Groningen to her hometown in Lithuania and back. Vania went all by herself to Amsterdam. ‘I heard that it is much easier for a girl on her own to catch a ride. I am not afraid because I believe in karma. So if I don’t do something bad to people, people will not do something bad to me. I don’t know why, but I just feel safe to hitchhike here. Maybe I am too naive but I think Dutch people are nice! So far, I didn’t have bad travel experiences. So I am very optimistic about hitchhiking!’
JUST GO FOR IT, DON’T BE PICKY
Steven also thinks it is no problem to travel alone. ‘You always have to trust your gut feeling, of course. Once in a while, I reject a ride because it doesn’t feel right. But I have never been in dangerous situations while hitchhiking.’ Asked about tips for hitchhiking, Daniel suggests not being too picky: ‘My tip is to take the opportunity and act quickly. Don’t reject a ride because it is maybe not perfect. Just go for it! Like that, you will make it easily to your destination.’ Steven advises others to always have a sign stating your destination and to make eye contact with the drivers. Hitchhikers should also make sure to have a lot of time. ‘Like that, you can relax because you are not in a rush’, he says.
THE ESN THUMBS UP COMMITTEE Students in Groningen who would like to try out hitchhiking themselves can join the local ESN group. The ESN ‘Thumbs up Committee’ organizes several hitchhiking battles to different European cities each year. Teams of two (always including one male) can sign up and try to be the first arriving at the goal destination. To combine fun with help, ESN also arranges for the possibility of joining a social or environmental project there. Check out esn-groningen.nl/hitchhiking-battles 7int
LIFE BEHIND THE RED LIGHTS Blanca Gispert
4int
Photo: Blanca Gispert
Bianca is 23 years old and comes from Cluj-Napoca, Romania. She works as a prostitute in the red light district of Groningen. ‘When I do it, I don’t feel anything at all.’
ONLY HER SISTER KNOWS
‘I studied Fashion Design in my country. When I got my bachelor’s degree I found a job related to my studies but I quit after half a year. My boss was very strict: I had to work long hours and my salary was only 300 euros per month. It wasn’t worth it. I was stressed and I couldn’t survive with this money. Then I started to work as a waitress in a night bar but I only lasted three weeks because the environment of drunk people was awful. It was then, when a friend who I had known since high school, suggested to me to come to the Netherlands and work as a prostitute. In those days, she was already working in Haarlem and earning enough money to live comfortably. Last December I decided to move and try it out. I felt I didn’t have anything to lose. My parents didn’t know anything about what I was going to do in the Netherlands. Although I have always wanted to tell them the truth, I haven’t done so yet. I think that my mother could understand me, we are really close and we talk every day. Actually, only my sister knows that I left home to work as a prostitute.’
MOVING AROUND HOLLAND
It’s two o’clock on a sunny Sunday afternoon in Groningen. For women who work in De Nieuwstad in the Groningen red light district, it’s just another day at work. They may be reading a book, talking on their phone, or just posing while random strangers pass by and stare. After being turned away from the rooms of two women, I knock on a young one’s door and she lets me in rapidly. Inside the red box, we greet each other. We shake hands and I feel her jelly-like fingers. Blonde and skinny, she is dressed in sensual black underwear and plastic Playboy high heels. Without closing the curtains, we start talking about her life and her much-maligned job: prostitute.
‘The first day in Haarlem I was scared. The prostitute agency took me to a club where everybody was naked. Men and women were touching each other, even having sex in public. I wanted to go home. I didn’t want to take my clothes off or have sex without a condom. The agency warned me that I wouldn’t earn money if I left. I didn’t care. I have my limits. This wasn’t for me. When I arrived at my room I cried for hours. I told my friend I wanted to go back home. I decided to stay in The Netherlands for a few days just to visit the country. Three days later my friend received a call from another agency. There was a man who wanted two girls in his hotel room. She persuaded me to do it together. She helped me and showed me how the prostitution world worked. After this sexual experience, I realized that this job isn’t dangerous if you’re careful.’ ‘Three weeks later, I started working in Haarlem’s red light district and since then I have been moving all around Holland. I have been working
in Eindhoven, Amsterdam and now I’m in Groningen. I hate staying for a long time in the same place, because I don’t want people to recognize me. I’m not saying that Holland is an unsafe country, quite the opposite. Legalizing prostitution is a really great decision. Here, I feel safe, there are police officers in the streets, I have an alarm in my room, I can go to the doctor for free... and people in the streets aren’t crazy. And what’s best, I earn two thousand euros every month.’
TO ME SEX IS A SUPERFICIAL ACT
‘But well, I don’t like this work. Being a prostitute is not a normal job even if it is legalized and we pay taxes like the rest of the citizens. The early stages were hard. Now I am used to doing it. It’s always the same profile of men who come to me: mostly men between forty and fifty years. Some of them are married. I think that they feel the necessity to try different things, they got bored with their wives. I can understand them. I don’t consider paying for pure sex as infidelity. Infidelity is having a love relationship when married. That’s why my girlfriend and I don’t have any problem with this kind of work. We just consider sex as a superficial act. In my case, I can have sex with between four and seven men on a normal day. When I do it, I don’t feel anything at all. I calm down, I use gel and that’s it. At moments that I have no clients, I listen to music or talk on the phone with friends… And well, now I am studying to get my driving license.’ ‘I have been doing this routine every day for the last ten months. I work every day of the week. That’s why I’m here in the Netherlands. Only occasionally I take a day off. Women who work as prostitutes are able to work whenever they want. The rooms are open 24 hours a day throughout the year. We just have to pay 120 euros each day for the room. My intention is to continue working as a prostitute for two more years and then stop. My life is not all about money. I would like to live in the Netherlands working in another job. I can’t understand women who enjoy being prostitutes. Of course, I do it because I need money to live.’ 5int
2int
Photo: Luuk Steemers
FORGOTTEN GROUND, SHOCKING TIMES Boudewijn Otten
Earthquake after earthquake, even in the city we can feel them nowadays. Groningen moves and its inhabitants move too, but the government remains silent. Sadly, according to Derwin Schorren, board member of the Groningen Soil Movement.
‘I'm not hoping it will happen. It’s not something you want people to suffer from, but I think nothing will really happen until the city is hit by a more severe earthquake than the ones so far. Or if there are fatalities. It sounds harsh, but we are basically waiting for it.’ Derwin Schorren is sure: if the Dutch oil and natural gas company NAM continues to extract large amounts of natural gas from the province of Groningen, we will be increasingly affected by earthquakes. ‘That is not an opinion, but a fact. The State Supervision of Mines (SodM) predicts this, and that is the main advisor for the national government in this field: the probability of severe earthquakes increases, the affected area will be bigger and then the government will be unable to avoid taking action.’
AN ABANDONED COLONY
Derwin Schorren (48), project manager at Hanze UAS (currently he is working on the realization of the Zernike Advanced Processing Facility), is a member of the board of the Groninger Bodem Beweging (Groningen Soil Movement). ‘It has already become the largest association of the province. Around three thousand members, Well, actually three thousand families. The movement is doing well and I think it will only get bigger.’ He shakes his head. ‘It is sad, very sad.’ Schorren would much rather bring an ode to Groningen, but he cannot hide it: Groningen seems to have become forgotten land, abandoned and left for dead. ‘It has been treated like a colony: take everything of worth and leave. That’s how the national government approaches the area around
the city of Groningen, which is actually the oldest cultural landscape in Europe. Flat land, as far as the eye can see, with a little bump here and there, and you know: here, every bump, every tiny hill has a history.’
CRIPPLING UNCERTAINTY
Schorren cannot remain silent about present and future. ‘I can visualize Groningen very easily. The beautiful Wadden Sea; the young, lively and creative city; the surrounding district with its endless space and rough nature; and vibrant industry in the Northern part. We have lots to offer, it’s a unique combination. If we develop more green industry and lively up the canals and waters in the province, Groningen can become a great economic and tourist attraction. ‘ What prevents the 600 thousand inhabitants of Groningen (200 thousand Stadjers in the city and 400 thousand people in the rest of the province) from making that happen? ‘The uncertainty, because it paralyzes. A lot of people feel trapped. Even though you would never consider moving, the fact that you really cannot move because no one wants to buy your house, gives you a feeling of being trapped. Combine that with the fear that your house might collapse during the next earthquake and the fear that your children and loved ones will be harmed. Then surely you understand that people here are deeply worried? ‘
A MINISTER’S IDLE TALK
The personification of the incomprehension is Henk Kamp, the Dutch Minister of Economic Affairs, who does not seem to overflow with empathy. ‘He looks at this issue in a purely financial way, simply as a cost-benefit analysis. How much money can we make with the gas, and how much do we lose by compensating the damage of the earthquakes? It's that simple. But so far, the profit seems way more important than the compensation. That may change if there is a rebellion, or when people die. But hey, that didn’t happen yet, the minister seems to think. Yes, it is that harsh and he is allowed to think like that, but then he should admit that wholeheartedly. But no, Kamp chose idle talk instead of telling the truth. Like, if we're going to cut down on gas extraction, you will not be able to warm up your house this winter. But if you talk like that, you don’t take us seriously, everyone knows that the lion's share of the natural gas extracted in Groningen is sold abroad. Less gas extraction does not mean that there will be a shortage of gas, it only means that the state will have less gas revenues.’
AMAZINGLY INDIFFERENT
Schorren studied History at the University of Groningen and when he finished, he moved to Stitswerd, a village in the North of Groningen. ‘Eighty inhabitants, 24 houses, lots of space and incredible skies. Endless skies. The first time I came to Stitswerd to visit a friend, I immediately knew: I want to live here. Very strange, maybe. But that’s really how it felt. Now I have been living there for exactly twenty years. No Dutchman has a higher zip code number than us: 9999 XL. Extra-large, that’s how I experience all that empty space surrounding the village.’ Schorren can hardly imagine that some people might not like Groningen. But he is even more surprised by the indifference that many people show. ‘Even the inhabitants of Groningen city don’t seem to care much that the province is going to hell. Isn’t that weird? As if the city people and the people living in the countryside have nothing to do with each other. The mission statement of Hanze UAS speaks about the importance of the region for the university. But do words help the people whose safety is at risk? Okay, Hanze now educates people on earthquake-resistant construction and more, I know. But all the efforts of Hanze have so far focused on the effects of the earthquakes, not on the cause: the gas extraction.’
A BIG SHOCK FOR THE CITY
It is dead simple: when it comes to safety, extracting less gas is the only option. ‘It's the only thing that helps. You see it in the village of Loppersum. NAM decided to extract less gas there and immediately the quakes lessened. But NAM also immediately began to extract more gas in the peripheral areas, so there the earthquakes increased. To put it mildly: that shows very little respect for the residents of the city and countryside. ‘ Schorren thinks the voice of the people is not loud enough yet. Even the Groninger Soil Movement has not yet really raised its voice. According to Schorren this will change when more people join. ‘After the September 30 earthquake, which many people in the city also felt, we got hundreds of new members. But that is still not enough to really make a difference, unfortunately... Of course, we continue to talk with everybody. But there are limits; they are not going to make fools out of us. Time will tell, but so far the predictions we made when we founded the movement in 2009 all came true: an increase in tremors and an increase in political interest. But the politicians still don’t take action. It only seems a matter of time before a big earthquake will hit the city.’ 3int
MAG
HANZE FEAR OF EARTHQUAKES IN GRONINGEN LIFE BEHIND RED LIGHTS
3
10 december 2014 editorially independent magazine of hanze university of applied sciences
IN TE EDRN IT AT IO IO N NA L
WHERE'S MY ERASMUS MONEY?