Beste leerkracht U gaat met uw kinderen kijken naar de theatervoorstelling Het Laatste Kind. Hieronder vindt u een aantal opdrachten ter verdieping van de inhoud. Er zijn drama opdrachten, schrijfopdrachten, beeldende opdrachten, discussie-‐ opdrachten… Genoeg om voor elke leerkracht een ingang te vinden om de kinderen op voorhand voor te bereiden of om achteraf mee aan de slag te gaan. Veel plezier met de opdrachten en de voorstelling! Hartelijke groet Hanneke Paauwe (schrijver en regisseur van Het Laatste Kind)
1
Inhoudsopgave KORTE KADERING VAN DE VOORSTELLING
3
MOGELIJKE LESOPDRACHTEN ROND DE VOORSTELLING
5
OPDRACHTEN VOORAFGAAND AAN DE VOORSTELLING 1) OPWARMING (VOOR TOVENAARSGROET) 2) DRAMA OPDRACHT 3) DRAMA OPDRACHT: IN GROEPJES VAN 2 KINDEREN 4) DENKOPDRACHT OVER MENS 5) BEELDENDE OPDRACHT 6) DRAMA EINDOPDRACHT WAARIN ALLE VOORAFGAANDE OPDRACHTEN SAMENKOMEN 7) INVENTARISOPDRACHT 8) DRAMA OPDRACHT: WEG MET DE MENS 9) SCHRIJFOPDRACHT 10) VARIANT: BEELDENDE OPDRACHT 11) DRAMA OPDRACHT OPDRACHTEN VOORAFGAAND EN/OF NA DE VOORSTELLING 1) VRAAGGESPREK 2) FILOSOFEEROPDRACHT 3) FILOSOFEERVRAGEN 4) STELLINGEN OM OVER NA TE DENKEN EN TE DISCUSSIËREN OPDRACHTEN NA DE VOORSTELLING 1) HET TOVERELIXIR 2) MENSENKENNIS -‐ FILOSOFEERVRAGEN 3) STRAFFEN -‐ FILOSOFEERVRAGEN 4) BEPERKINGEN/PESTGEDRAG -‐ FILOSOFEERVRAGEN
5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 9 9
FILOSOFISCHE VRAGEN OVER ANGST, TOVEREN, HET VERSCHIL TUSSEN MENS EN DIER, WAT IS EEN MENS, WANNEER IS EEN MENS SLECHT? (ILSE DAEMS) 10
2
KORTE KADERING VAN DE VOORSTELLING (Dit is alleen bedoeld voor de leerkrachten en zeker niet om op voorhand aan de kinderen te vertellen!) Mijn motivatie voor het creëren van deze voorstelling is het aanhoudend gruwelijke wereldnieuws waarin wreedheden, moorden, grenzeloze gewelddadigheden aan de orde van de dag zijn. Een mensenleven lijkt niks meer waard. Compassie lijkt een vergeten woord. Ik wilde onderzoeken welke ‘koude ingrediënten’ deze menselijke ellende, horror, barbaarse gruweldaden kunnen veroorzaken, maar ook welke ‘warme’ eigenschappen hier iets aan zouden kunnen doen. Wat maakt ons menselijk? Wat doet ons verschillen van de dieren? Wanneer worden mensen erger dan de beesten? Wat maakt dat een mens ontspoort, horrordaden kan begaan? Welke rol spelen liefde en affectie hierin? Het bracht me bij een aantal personages. Elk personage en elke ontmoeting in de voorstelling bieden Kim, het jonge meisje dat per ongeluk haar babybroertje kwijtraakt aan een stel tovenaars, een kans: ze kan kiezen voor het negatieve of voor het positieve. Twee personages wil ik even toelichten. Ten eerste Angst (Pierre de la Peur). Hij is het eerste personage dat Kim ontmoet in het bos. Hij probeert haar te ontmoedigen, te doen afwijken van haar keuzes en op allerlei mogelijke manieren bang te maken. Het Angstpersonage zit in de voorstelling omdat angst voor mij een enorm sterke emotie is, die ons kan aanzetten tot oorlogen, intolerantie, hebzucht, racisme, genocide, milieumisbruik enzovoort. We leven in een tijd waarin angst voor veel zaken een negatieve drijfveer is. Maar angst biedt ons de mogelijkheid onszelf te overstijgen en moedig, weerbaar te worden. Een individu te zijn/worden in plaats van een meeloper met de massa. Je kan (meestal) zelf kiezen: laat ik mij leiden door angst of kies ik voor iets anders? Je kan altijd je gedrag (proberen) ombuigen. Die keuzemogelijkheid, dat besef, die wil en gedrevenheid is voor mij een belangrijk element dat ons menselijk maakt. Het laatste personage in de voorstelling is de beul genaamd Niemand. Hij is een jongen die gepest wordt, afgewezen op veel vlakken. Hij zingt prachtig, maar krijgt geen kansen omdat anderen jaloers zijn op zijn stem en omdat iedereen hem vreemd vindt, vanwege de rode vlek in zijn gezicht. ‘Niemand’ is zeer teleurgesteld dat geen enkel mens hem ziet, hoort of accepteert en stopt met zingen. Op een dag leert hij Pierre de la Peur kennen. Pierre biedt de jongen de mogelijkheid om Iemand te worden. Daarvoor moet hij op een heel bijzondere manier zijn hart volledig pantseren. Zo hoeft hij niks meer te voelen. De mensen kunnen niet van hem houden, maar ze kunnen hem wel vrezen. De jongen Niemand luistert naar Pierre, hij doet wat Angst hem voorstelt en hij raakt alle gevoel, compassie, spijt enzovoort kwijt. Hij begint te oefenen in pesten, wreedheden, kleine
3
gruweldaden. Zo wordt hij langzamerhand een bloeddorstige beul die de wereld afreist en wreedheden begaat, de pijn van zijn slachtoffers ziet, zonder dat het hem iets doet. Kim, het meisje in het bos, ontmoet de beul, en zal op allerlei mogelijke manieren moeten proberen de beul toch weer aan gevoel te helpen. De beul staat symbool voor de mens die zijn hart afsluit, voor het wrede in elk van ons, voor onze drang kost wat kost iemand te willen zijn, gezien te worden, geaccepteerd te worden Ook al gaat dat volledig ten koste van anderen. De conclusie van het ravenpersonage in de voorstelling, ‘Iemand die geen kennis maakt met de liefde, wordt maar moeilijk een mens’, vind ik een mooie. Liefde, empathie en compassie maken dat we kunnen handelen als gewetensvolle en liefdevolle mensen. Gelukkig wordt niet iedereen die een moeilijke jeugd heeft, weinig kansen krijgt, niet aanvaard wordt, gepest wordt e.d.: een beul, een IS strijder, of een ander harteloos voorbeeld. Kim ontmoet de beul. Kevin is het baby-‐halfbroertje van Kim, waar ze het zo moeilijk mee heeft, die ze eigenlijk niet om zich heen wil hebben, waar ze jaloers op is en als een concurrent ziet in de liefde van haar moeder. De goede verstaander kan zich wellicht voorstellen dat Kevin ook de kant van de beul zou kunnen opgaan, als hij op geen enkele manier welkom wordt geheten in het leven. Voilà, tot hier een beetje het kaderen van de inhoud, het verhaal. Beginsituatie in de voorstelling: Een tovenaarsechtpaar krijgt klachten over hun creatie: De mens. Ze besluiten tenslotte dat er geen kinderen meer bij mogen komen, en de laatste baby, de kleine Kevin, toveren ze om tot een diepvrieskind. Hun museumstuk. Maar een van de tovenaars krijgt spijt. Hij geeft het halfzusje van baby Kevin, Kim, de kans op zoek te gaan naar warme menselijke eigenschappen, voor een toverelixir waarmee de kleine baby weer ontdooid kan worden.
4
MOGELIJKE LESOPDRACHTEN ROND DE VOORSTELLING Benodigdheden: • doeken • verkleedkleren • schmink • grote rol papier • stiften • schaar • plakband • touw • karton • post-‐its • (optioneel: ecolineverf, per kind een waterfles, penselen, papier voor etiketten, plakkaatverf, stiften, klei/plasticine)
OPDRACHTEN VOORAFGAAND AAN DE VOORSTELLING 1) OPWARMING (VOOR TOVENAARSGROET)
Je staat met z’n allen in een kring, een kind doet een beweging voor, de rest doet dit na. Iedereen komt een keer als aangever aan de beurt. Dan beweging met geluid erbij. Beweging en geluid mogen versterkt worden. Versnellen is ook leuk. 2) DRAMA OPDRACHT
Tovenaarsgroet: In groepjes van 2 à 4 kinderen: Maak samen een tovenaars/heksengroet: iedereen kiest een beweging en geluid (meer bewegingen en geluiden, of herhalingen mogen ook). Je zet in je groepje deze bewegingen in een spannende volgorde. (Je kan dit ook in een grote groep doen en dan een paar bewegingen/geluiden kiezen, en gezamenlijk de groet leren, of er op voorhand zelf een in elkaar steken). 3) DRAMA OPDRACHT: IN GROEPJES VAN 2 KINDEREN
Jullie zijn een tovenaarsduo. Jullie gaan de beste creatie ooit toveren, namelijk de mens! En je hoopt daarmee een prijs te winnen. Kleed je om tot een zo vreemd mogelijke tovenaar/tovenares, of kleedt elkaar aan. Schminken mag. Kies een tovenaarsnaam. (Je kan die naam op een stuk karton laten schrijven, met een geheim teken erbij, inkleuren en met een stukje touw door een gaatje, ofwel met plakband vastplakken, en omhangen) 4) DENKOPDRACHT OVER MENS
Maak met zijn tweeën een lijstje: hierop schrijf je wat volgens jullie een mens is. Stel je voor dat je aan een groep aliens moet uitleggen wat de mens is, hoe zou je dat dan uitleggen? Noteer dit op je papier. Ter inspiratie kan je ook met de kinderen kijken naar de verschillen tussen mens en dier: Heb je al eens een varken een foto op Facebook zien posten?
5
Een kip een liefdesbrief zien schrijven? Ze noteren wat de verschillen zijn, en maken een grappige zin: ‘Heb je al eens…?’) 5) BEELDENDE OPDRACHT
Per twee: Teken een mens op ware grootte (of trek een silhouet met een stift langs het lichaam van een kind dat op een groot vel papier ligt). Teken ogen, neus, mond, oren enzovoort. Noteer op het lichaam alle menselijke eigenschappen die je mooie menselijke eigenschappen vindt. Kies de tien beste, mooiste eigenschappen eruit. 6) DRAMA EINDOPDRACHT WAARIN ALLE VOORAFGAANDE OPDRACHTEN SAMENKOMEN
De wedstrijd om de gouden bokaal: de mooiste mens. De rest van de groep speelt tovenaars (mv) die in een zaaltje zitten te wachten op hun eigen menscreatie. Een tovenaarsduo komt op en krijgt (verplicht) een enorm applaus van de rest. Ze doen hun groet en gaan opscheppen over hun nieuwste creatie: de mens. Ze leggen uit wat dat is en rollen hun tekening uit en tonen hun schets van de mens en leggen uit wat voor een prachtige eigenschappen hun creatie heeft. Einde: buiging, gevolgd verplicht applaus van de rest.
We zijn 100 jaar verder in de tijd: de mens bestaat nu al 100 jaar: 7) INVENTARISOPDRACHT
Maak een inventaris met de kinderen, in groepjes: welke eigenschappen/kanten van de mens zijn niet aangenaam (‘koude’ eigenschappen). Laat hen denken aan dingen uit hun eigen leefomgeving, maar ook aan het wereldnieuws, krant, tv, internet: wat voor negatieve, ‘slechte’ dingen doen mensen, hoe gedragen ze zich op een negatieve ‘foute’ manier? Laat hen denken aan de geschiedenis. Wat heeft de mens al veroorzaakt op deze aardbol dat niet goed, aangenaam, enzovoort is? 8) DRAMA OPDRACHT: WEG MET DE MENS
Elk tovenaarsduo mag opnieuw een korte scène spelen; waarin ze een tirade geven over de mens: waarom moet het gedaan zijn met de mens? Ze mogen dit staand op de tafel, stoelen doen, ze mogen de boel flink ophitsen. Waarom mogen er geen kinderen bijkomen? Alle andere tovenaars mogen (zoals bij de vakbondprotesten en evangelische bijeenkomsten) hun vuist opsteken, ‘yeah’ roepen, joelen, ‘weg met de mens’… roepen. (dat oefen je best even op voorhand) 9) SCHRIJFOPDRACHT
Schrijf aan de tovenaars een klacht over de mens. Welke klachten heb jij over de creatie De Mens? Doe ook een voorstel hoe dit verbeterd kan worden, volgens jou. De ideeën kunnen in de hele groep uitgewisseld worden. Bespreek de overeenkomsten, verschillen, gradaties. Wat is de belangrijkste klacht? Wat vind je van de verbeteringen?
6
10) VARIANT: BEELDENDE OPDRACHT
Wat kunnen mensen leren van de dieren? Teken, schilder, bouw een nieuwe mens, die onderdelen, eigenschappen van dieren heeft, die van hem een mooier, beter mens maken. Verzin een nieuwe naam voor dit wezen. 11) DRAMA OPDRACHT
Presenteer op een ‘mensenbeurs’ jouw verbeterde mens. Maak zoveel mogelijk reclame, en gebruik bv een wc rolletje als micro.
OPDRACHTEN VOORAFGAAND EN/OF NA DE VOORSTELLING 1) VRAAGGESPREK
• • • • •
Welke omschrijving van de mens is een goede, interessante omschrijving? Wat zijn verschillen tussen mensen en dieren. Wat zijn overeenkomsten? Welk groepje heeft de ‘beste’ argumenten voor het einde van de mensheid? Waarom? Ben je het met de tovenaars eens dat er geen mensen meer mogen bijkomen of niet? Waarom? Welk elixir met menselijke eigenschappen gaat volgens jou het beste werken om het laatste kind te ontdooien? Waarom?
2) FILOSOFEEROPDRACHT
Kim komt aan op de begraafplaats in het bos. Ze leest de grafopschriften, dat wat mensen schrijven over hun geliefden, in steen, bij het graf. Stel: je bent 103 jaar, we maken dus een grote sprong in de tijd. Hoe wil jij herinnerd worden? Wat zou jij fijn vinden dat anderen over jou zouden schrijven? 3) FILOSOFEERVRAGEN
• • • • • • • • • • • • • •
Kun je altijd kiezen hoe je wil zijn? Hoe je wil worden? Kun je altijd kiezen hoe je je gedraagt of zijn er ook mensen, omstandigheden, zaken die bepalen hoe je wordt als mens? Leg uit. Maak een lijst van mensen die belangrijk zijn voor jou. Welke mensen hebben een invloed op jou, bepalen (mee) wie je bent en wordt? Zijn er omstandigheden die ook beïnvloeden hoe iemand wordt? Bestaan er mensen zonder gevoel? Ken je zo iemand? Zou jij iemand kunnen worden zonder gevoel? Als jij het van gevoel angst een personage zou moeten maken (bijvoorbeeld in een tekenfilm) hoe zou jij dat doen? Hoe zou ‘Angst’ eruit zien en zich gedragen? Heb jij wel eens ergens spijt van gehad? Wanneer hebben mensen spijt? Kun je spijt beter ‘inslikken’ of kun je er beter met anderen over praten? Leg uit. Is er een moment waarop spijt te laat is? Als jij moet bewijzen dat je een mens bent, hoe zou je dat doen? Wat kunnen mensen wat dieren niet kunnen en andersom? Hebben mensen dierlijke eigenschappen, en hebben dieren menselijke eigenschappen? Bestaan er mensen die alleen maar ‘koude’ (onaangename) eigenschappen hebben?
7
• • •
Of mensen die alleen maar ‘warme’ eigenschappen hebben? Kunnen ‘goede’ mensen ‘ slecht’ worden? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet? Kunnen ‘slechte’ mensen ‘goed’ worden? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet?
4) STELLINGEN OM OVER NA TE DENKEN EN TE DISCUSSIËREN
• • • • •
Stelling 1: Als ik me slecht voel, is dat ‘de schuld’/door toedoen van iemand anders. Stelling 2: Als ik me goed voel, is dat ‘de schuld’/door toedoen van iemand anders. Stelling 3: een baby is bij de geboorte goed/slecht. Stelling 4: Goede ouders krijgen altijd goede kinderen. Slechte ouders krijgen slechte kinderen. Stelling 5: Een ‘goed’ mens kan een ander doden. Of doen enkel ‘slechte’ mensen zulke dingen?
Ga in groepjes zitten en denk na over de stellingen. Ben je het er mee eens of oneens, waarom? Probeer eens een stelling te verdedigen waar je het niet mee eens bent.
OPDRACHTEN NA DE VOORSTELLING 1) HET TOVERELIXIR
Er is een algemeen tovenaarsbesluit genomen: er mogen geen kinderen meer bijkomen en een laatste kind hebben ze ingevroren. Als museumstuk, bijvoorbeeld. Een van de tovenaars krijgt stiekem spijt, wil dit kind toch nog een kans geven. Het kind kan eventueel nog ontdooien, maar daarvoor is er een toverelixir nodig. In dat elixir moeten sterke en mooie warm-‐menselijke elementen zitten. Welke ingrediënten moeten er volgens jullie in? Je kan hier een beeldende opdracht van maken: de kinderen nemen een waterfles mee, Maken een mooi etiket, daarop schrijven ze de ingrediënten, ze mogen het versieren. Je kan er een druppel ecoline (bij girowinkels te verkrijgen) bijvoegen (voor de kleur van het elixir). Met klei/plasticine kunnen ze een mensenhoofdje/dopje maken en beschilderen. Als ze een glazen potje meenemen, kunnen ze dat beschilderen met glasverf. De kinderen mogen er op voorhand takjes of blaadjes (…) instoppen waardoor het wat geheimzinnigs krijgt. Ook leuk als ze er met een zaklampje dooreen mogen schijnen Dat geeft een magisch effect, wel de gordijnen sluiten, of het moet al donker zijn buiten. Tussendoor/achteraf kan je dingen bespreken en/of uitwisselen: eventueel aan de hand van een tentoonstelling van de mensenfiguren en/of de elixers. 2) MENSENKENNIS -‐ FILOSOFEERVRAGEN
In de voorstelling komt er een raaf voor. Hij is de mensenkenner. Hij bestudeert de mensen. • Kan je mensen helemaal kennen, of is er toch altijd iets dat je niet weet?
8
•
• • •
Heeft iedereen een geheim, een verborgen kant? Gaat dat dan over warme eigenschappen, mooie kanten aan de mens, of juist over koude eigenschappen, de minder mooie kanten aan de mens? Hoe bewaar je het beste een geheim? Zijn er geheimen die het beste mee het graf gaan? Zijn er geheimen die absoluut geen geheim mogen blijven?
3) STRAFFEN -‐ FILOSOFEERVRAGEN
In de voorstelling is er een beul. Hij deelt lijfstraffen uit, doodt mensen, martelt ze enzovoort. In een aantal landen op de wereld zijn er nog altijd beulen werkzaam. • Zijn straffen altijd goed/altijd slecht? • Zijn lijfstraffen altijd goed/altijd slecht? • Vroeger gaven ouders en onderwijzers kinderen ook lijfstraffen. Is dat een goed idee om nu weer in te voeren? • Waarom moeten kinderen/volwassenen straf krijgen? • Kun je ook wel eens iets fout doen, zonder dat je straf verdient? ‘Per ongeluk’? • Het zijn altijd de ouders, juffen, meesters, volwassenen die de kinderen straffen. Waarom is dat, denk je? • Zou het een goed idee zijn dat kinderen eens straffen mochten uitdelen aan volwassenen? • Aan wie zou jij wel eens een straf willen geven? Waarom? 4) BEPERKINGEN/PESTGEDRAG -‐ FILOSOFEERVRAGEN
De beul wordt enorm gepest vanwege de rode vlek in zijn gezicht. • Zijn er andere beperkingen of redenen waarom mensen gepest worden? • Is pesten menselijk of zouden dieren dat ook doen? Zo ja, hoe denk je dat dieren dan doen? • Wat kan een pester doen ophouden met pesten? • Wat kan een slachtoffer doen om het pesten te doen stoppen? • Wat kunnen omstanders of kinderen/volwassenen doen om het pesten te stoppen? • Vind jij pesters laf of moedig? • Wie is er zieliger, de dader of het slachtoffer van pesten? • Wie over dit onderwerp meer wil weten kan het jeugdboek ‘Wonder’ lezen. Dat gaat over geboren worden met een afwijking.
9
FILOSOFISCHE VRAGEN OVER ANGST, TOVEREN, HET VERSCHIL TUSSEN MENS EN DIER, WAT IS EEN MENS, WANNEER IS EEN MENS SLECHT (door Ilse Daems, leerling-‐tovenaar in filosoferen met kinderen) 1) ANGST
-‐ wanneer ben je bang? -‐ hoe weet je dat je bang bent? -‐ zijn kinderen vaker bang dan grote mensen? -‐ bestaan er dingen waarvoor iedereen bang is ? -‐ zijn er verschillende soorten ‘bang zijn’? -‐ is het goed om bang te zijn? -‐ kun je bang zijn van jezelf? -‐ kunnen dieren bang zijn? -‐ wat zou er gebeuren als niemand meer bang zou zijn?
2) TOVEREN
-‐ wat is toveren? -‐ bestaan er mensen die kunnen toveren? -‐ welk gevoel geeft toveren? -‐ is iemand die kan toveren slecht? -‐ zou de wereld er beter uitzien als iedereen kan toveren?
3) HET VERSCHIL TUSSEN MENS EN DIER
-‐ wat is een dier? -‐ wat is een mens? -‐ kunnen dieren praten? -‐ kunnen dieren denken? -‐ kunnen dieren gevoelens hebben? -‐ kunnen dieren weten wat goed en slecht is? -‐ kunnen mensen weten wat goed en slecht is? -‐ bestaan er goede of slechte dieren? -‐ wat is het meeste waard: het leven van een dier of dat van een mens? -‐ mogen mensen met dieren doen wat zij willen?
4) WAT IS EEN MENS
-‐ hoe weet je dat iemand een mens is? -‐ wat maakt mensen verschillend? -‐ als een mens niet kan denken, is hij dan nog een mens? -‐ als een mens geen armen heeft, is hij dan nog een mens? -‐ wanneer is een mens geen mens meer? -‐ wat is het verschil tussen een mens en een dier? -‐ waren de mensen die voor ons leefden evenveel mens als wij? -‐ zijn sommige mensen meer mens dan andere mensen? -‐ een mens die veel kan, is die meer mens dan een mens die weinig kan?
10
-‐ wat zou je veranderen aan een mens [toevoegen of verwijderen] om van een mens een betere mens te maken? 5) WANNEER IS EEN MENS SLECHT
-‐ wanneer is iemand slecht? -‐ als je iets slechts doet, ben je dan een slechte mens? -‐ kan een goede mens soms slecht zijn? -‐ is een slechte mens altijd een slechte mens? -‐ kan een slechte mens soms goed zijn? -‐ als je iets slechts denkt, maar je doet het niet, ben je dan ’n slechte mens? -‐ kun je geboren worden als een slechte mens? -‐ kan iedereen een slechte mens worden? -‐ kun je gelukkig zijn als slechte mens? -‐ weten slechte mensen van zichzelf dat ze slecht zijn?
FILOSOFISCHE DOE-‐ACTIVITEIT: WAT MAAKT DAT JIJ JIJ BENT? 1) OPDRACHT
-‐ deel de kinderen in in tweetallen -‐ geef elk duo een handspiegel en deze opdracht: ‘kijk in de spiegel naar je buur en schrijf op wat je bij hem/haar ziet’ [sommige kinderen zullen typische uiterlijke kenmerken opschrijven, anderen dingen als ‘ziet er goedgezind uit en lacht’ ] 2) MOGELIJKE DOORVRAAGVRAGEN
-‐ wat bepaalt jouw identiteit? -‐ kan je zelf je identiteit veranderen? -‐ kan iemand je identiteit van je afpakken? -‐ kan je een mens zijn zonder identiteit? -‐ bepaalt je uiterlijk je identiteit? -‐ ken jij jezelf beter dan andere mensen jou kennen? -‐ kan je jezelf zijn als je jezelf niet kent? -‐ hoe kan je jezelf leren kennen? -‐ kan je iemand anders of iets anders dan jezelf zijn? -‐ waar zit jouw ik ergens? -‐ kun je jouw ik verliezen?
11
FILOSOFISCHE DOE-‐ACTIVITEIT: ALS ER IETS AAN JOU VERANDERT, VERANDERT JE IDENTITEIT DAN OOK? 1) OPDRACHT
-‐ breng een speelgoedautootje of een foto mee van een fiat 500 -‐ vertel met verve het verhaal van je nonkel Jan die garagist is en graag old timers herstelt | zijn lievelingsautootje is een fiat 500 die hij ‘Fientje’ heeft genoemd [naar zijn vrouw] | het liefste wat hij doet is bij andere fiat vijfhonderds betere onderdelen weghalen en die dan bij ‘Fientje’ installeren | op een dag zegt zijn zoon Tom tegen hem ‘ maar papa, deze auto is al lang niet meer Fientje, want alles wat je eraan kon veranderen en vervangen heb je gedaan, dit is intussen een compleet ander autootje geworden.’ -‐ geef ieder kind de doorsnede van een fiat 500 [zie bijlage] en een rode en een blauwe stift. -‐ vraag om met rood de onderdelen te kleuren die volgens hem/haar NIET vervangen mogen worden anders is Fientje niet meer dezelfde Fientje. -‐ vraag om met blauw de onderdelen te kleuren die volgens hem/haar WEL vervangen mogen worden. -‐ bespreek en vergelijk de resultaten 2) MOGELIJKE DOORVRAAGVRAGEN
-‐ heeft een binnenkant altijd een buitenkant en omgekeerd? -‐ als je er schoon uitziet van binnen, zie je er dan ook schoon uit van buiten? -‐ kun je je lelijk voelen van binnen en toch schoon zijn van buiten? -‐ kun je de binnenkant van iemand zien? -‐ heeft iedereen dezelfde binnenkant? -‐ lijken alle kinderen met dezelfde voornaam op elkaar?
Tot zover een hele reeks opdrachten. Varieer, selecteer, en inspireer naar believen! Verdere info: http://www.destudio.com/production/1995/het-‐laatste-‐kind http://www.hannekepaauwe.be
12