Handreiking Jongerenparticipatie
Maart 2010 In opdracht van:
Contactpersoon:
Werkgroep Educatie en Draagvlak, project ‘Laat je niet flessen!’ Mevrouw C. van de Kerkhof Chantalle
[email protected] (073) 614 17 74
Voorwoord Jeugdigen barsten van de talenten en goede wil. Het actief betrekken van jeugd is zowel een uitdaging als een vaardigheid waar je verschillende tools voor kunt gebruiken. Met deze handreiking bieden we een hulpmiddel voor het betrekken van jongeren bij duurzame participatie. De opbouw van deze jeugdmanual is als volgt: Allereerst kun je een quickscan invullen om zo te ontdekken waar je al staat als gemeente. Daarna beschrijven we verschillende fases van een participatietraject met te ondernemen acties daarbinnen. Uiteraard kun je in je project de fases stapsgewijs doorlopen, maar de handreiking is zo opgebouwd dat je ook onderdelen uit kunt voeren. Ten slotte geven we wat uitgebreidere informatie over Jeugdparticipatie. We hopen je met deze jeugdmanual een handvat te bieden om binnen de lokale activiteiten van ‘Laat je niet flessen’ aan de slag te gaan met jongeren.
Redactie K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken Mevrouw C. van de Kerkhof Mevrouw A. van Beek De heer J. Weyers Mevrouw C. Kneepkens GGD Mevrouw R. Horbach SRE, project Laat je niet flessen (www.ljnf.nl) Mevrouw M. Stokkermans
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
2
Een Quickscan: Jeugdparticipatie Wanneer je snel aan de slag wil met jeugdparticiaptie kan het helpen om deze quickscan in te vullen zodat je een focus kunt aanbrengen. Na het invullen van de scan kan je zelf bepalen waarover je nog extra geïnformeerd wilt worden. Je kunt hiervoor het stappenplan hanteren.
1. Wat is voor jou de intentie van de participatie van jeugdigen: o We leren jeugdigen hoe het lokale bestuur werkt. o We geven jeugdigen in onze gemeente invloed op het beleid. o We gaan de expertise van jeugdigen gebruiken in de beleidsontwikkeling. o We willen ons beleidsproces toetsen aan de beleving van jeugdigen o We willen ons gerealiseerd beleid toetsen aan de beleving van jeugdigen. o We willen ons als moderne kindvriendelijke gemeente profileren door ons te richten op jeugdigen*. o We willen weten of jeugdigen tevreden zijn met hun gemeente. 2. Is deze intentie ook te realiseren door jeugdigen zelfgekozen maatschappelijke activiteiten te laten ontplooien? (Maatschappelijke participatie) o ja, beterrr! o nee, daar gaat het ons niet om o ja, maar dan moeten we herschrijven o nee, niet mogelijk o misschien met extern advies 3. Waarop moeten jeugdigen zich richten? o het gehele beleidsterrein jeugdgezondheidszorg o het jeugdbeleid o jeugdbeleid plus relevante onderdelen van verkeer & vervoer, RO, grijs & groen, onderwijs, sport en recreatie o jeugd bepaalt dat zelf (als het gemeentelijk beleid betreft) o jeugd bepaalt dat zelf (ook buiten beleidsverantwoordelijkheid van de gemeente) o afgebakende onderwerpen, nl.:
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
3
4a. Wat moet het concrete resultaat zijn van de inspanningen? o informatie o beleidsadvies o beleidsinvloed o een praktisch resultaat o overleg o een oordeel o inzicht bij jeugd o kennis bij de gemeente/politiek 4b. Is het een project of een structuur? o eenmalig project o eenmalig maar groeiend naar een vaste structuur o voorlopig structureel o structureel 5. Wanneer moet dit resultaat zichtbaar / gerealiseerd zijn? o komende week o komende maand o dit kalenderjaar o komend kalenderjaar o deze zittingsperiode 6. Welke middelen krijgen de jeugdigen? o ze doen dat met een budget o ze krijgen ambtelijke ondersteuning o ze krijgen ondersteuning van school o dat moeten ze zelf organiseren o ze krijgen ondersteuning van het welzijns-/jongerenwerk o één of meer lokale politieke partijen komen te hulp o de wethouder gaat met ze aan de slag 7a. Om welke jeugdigen moet het gaan? o een groep leerlingen van het VO o een groep leerlingen van het BO o 8-min o 8-12 jarigen o 12-16 jarigen o 16-18 jarigen o 18-plus o wijkgericht o themagericht o representatieve groep o willekeurig o minstens ….. (aantal) o alle jeugdigen o werkende jeugd o op etniciteit: …… o werkloze jeugd
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
4
7b. Gaat het om een vaste groep of steeds andere jeugdigen o steeds andere jeugdigen o vaste groep jeugdigen o open groep, wie wil mag blijven 8. Heeft u gedachten over de gewenste vorm: o jeugdpanel [relatief vaste groep jeugd reageert op vragen] o jeugdraad [relatief vaste groep jeugdigen volgt het beleid] o jeugdparlement [gekozen groep jeugdigen heeft formeel vastgelegde rechten] o jeugdambassadeur [geïnstalleerde jeugdigen vormen een verbinding tussen jeugd en politiek] o onderzoeksgroep [jeugdigen onderzoeken elementen van beleid] o jeugddebat [jeugdigen debatteren met politici] o gesprek op het gemeentehuis o project op school of bij het welzijnswerk o op straat, bij iemand thuis, waar ze maar willen
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
5
Inleiding Deze jeugdmanual is ontwikkeld om jou als beleidsambtenaar handvatten te geven voor het betrekken van jongeren bij het project ‘Laat je niet flessen’. Daarnaast kun je de manual gebruiken bij andere projecten waarbij je Jeugdparticipatie in wilt zetten. De jeugdmanual is ontstaan op initiatief van de werkgroep Educatie en Draagvlak en is samengesteld door K2. De Jeugdmanual bevat informatie, handreikingen en voorbeelden waarmee stap voor stap een participatietraject kan worden doorlopen. Het stappenplan Jeugdparticipatie is opgedeeld in 4 fasen:
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
6
Leeswijzer De jeugdmanual bestaat uit een viertal fases die onderverdeeld zijn in verschillende stappen. Bij elke stap horen bijlagen met uitgebreide achtergrondinformatie. Schematisch ziet de jeugdmanual er zo uit:
Fase Initiatief en definitie
Ontwerp
Uitvoering
Stap 1.
Beschrijf de huidige situatie binnen de gemeente op de volgende onderdelen: - Alcoholgebruik - Huidig beleid en activiteiten - Huidige betrokkenheid jongeren
2.
Formuleer een visie op Jeugdparticipatie voor het project Laat je niet flessen
I. Algemene informatie Jeugdparticipatie
3.
Benoem de doelgroep(en), samenwerkingspartners en hun onderlinge relatie
II. Jeugd en ontwikkelingen
4.
Schrijf een projectplan met daarin in ieder geval de thema’s: - Uitgangspunten - Evaluatiecriteria - Werkvormen - Tijdspad en activiteiten - Risico’s - Communicatie - Financiën
IV. Format communicatieplan
5.
Maak een wervingsplan
V. Wervingscirkel en tools voor jongerenmarketing
6.
Beschrijf de wijze waarop je het project wilt coördineren Geef uitvoering aan het projectplan en denk daarbij ook aan: - Startbijeenkomst en eindevent
7.
Projectevaluatie
Bijlage
8. 9.
Evalueer het participatietraject Formuleer aanbevelingen voor - Duurzame participatie - Toekomstige participatietrajecten
10.
Leg verantwoording af
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
VI. Werkvormen
VII. Duurzame participatie
7
Fase 1: Initiatief en definitie
De initiatieffase en definitiefase starten met het verzamelen van informatie. Eventueel wordt er een projectteam gevormd. Het is de kick-off van het ontwikkeltraject.
Deze fase valt uiteen in twee stappen.
Fase
Stap
Initiatief en definitie
1. Beschrijf de huidige situatie binnen de gemeente op de volgende onderdelen: - Alcoholgebruik - Huidig beleid en activiteiten - Huidige betrokkenheid jongeren
I. Projectinformatie Laat je niet flessen
2. Formuleer een visie op Jeugdparticipatie voor het project Laat je niet flessen
II. Algemene informatie Jeugdparticipatie
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
Bijlage
8
1. Beschrijf de huidige situatie binnen de gemeente op de volgende onderdelen: -
Alcoholgebruik; Huidig beleid en activiteiten; Huidige betrokkenheid jongeren.
Het steeds jonger, steeds vaker en steeds meer drinken van jongeren was de aanleiding voor het project ‘Laat je niet flessen’. Elke gemeente in Zuidoost-Brabant kampt met deze problematiek en ondersteunt het project. Om de problematiek scherp te krijgen wordt in de eerste stap de lokale situatie in beeld gebracht. Alcoholgebruik Maak zoveel mogelijk gebruik van beschikbare onderzoeksgegevens (GGD) om alcoholgebruik inzichtelijk te maken. Probeer daarbij op dorp- of wijkniveau en per leeftijdsgroep een beeld te krijgen. Door middel van eigen aanvullend onderzoek (of gebruik van reeds bestaande onderzoeken in je gemeente) kan verder gespecificeerd worden waar, wanneer en bij welke doelgroep(en) de problemen zich het meest manifesteren. Door het gericht bevragen van jongeren kan naast een cijfermatig beeld, ook een belevingsbeeld verkregen worden. Jeugd betrekken als doelgroep kan hier al heel erg goed. (Ga voor meer informatie naar bijlage I. Projectinformatie ‘Laat je niet flessen’) Huidig beleid en activiteiten Het is zeer waarschijnlijk dat jouw gemeente al tal van projecten en activiteiten heeft, gericht op jeugd en alcoholgebruik. In deze stap wordt het beleid en de daaruit voortkomende projecten en activiteiten geïnventariseerd. Kijk daarbij naar beleidsterreinen als jeugd, gezondheid en veiligheid. Maar mogelijk dat ook andere beleidsterreinen raakvlakken hebben met jeugd en alcoholpreventie. Wellicht zijn er regels met betrekking tot het schenken van alcohol in sportkantines en gemeenschapshuizen. Kortom kijk zo breed mogelijk! Huidige betrokkenheid jongeren Breng in beeld hoe jongeren in jouw gemeente betrokken worden bij beleid, projecten en activiteiten. Het gaat dus om meerdere niveaus. Praten ze bijvoorbeeld mee over het beleid, is er een kinderraad of jongerenraad? Zijn er projecten waarbij jongeren actief worden betrokken? Hebben kinderen invloed bij de inrichting van speelplekken?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
9
Een handig hulpmiddel bij het bepalen van het niveau is de participatieladder
F.
E.
1
Zelfbeheer Groepen nemen zelf het initiatief om in eigen beheer voorzieningen tot stand te brengen en te onderhouden. Politiek en bestuur zijn hier niet bij betrokken.
(Mee)beslissen Politiek en bestuur laten de ontwikkeling van en de besluitvorming over het beleid over aan de betrokkenen, waarbij het ambtelijk apparaat een adviserende rol vervult. De politiek neemt de resultaten over, na toetsing aan vooraf gestelde randvoorwaarden. Rol participant: medebeslisser
D.
Coproduceren Politiek, bestuur en betrokkenen komen gezamenlijk een agenda overeen, waarna samen naar oplossingen gezocht wordt. De politiek verbindt zich aan deze oplossingen met betrekking tot de uiteindelijke besluitvorming. Rol participant: samenwerkingspartner
C.
Adviseren Politiek en bestuur stellen in beginsel de agenda samen, maar geven betrokkenen gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren, waarbij deze ideeën een volwaardige rol spelen in de ontwikkeling van beleid. De politiek verbindt zich in principe aan de resultaten, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan(beargumenteerd) afwijken. Rol participant: adviseur
B.
Raadplegen Politiek en bestuur bepalen in hoge mate zelf de agenda, maar zien betrokkenen als gesprekspartners bij de ontwikkeling van beleid. De politiek verbindt zich echter niet aan de resultaten die uit de gesprekken voortkomen. Rol participant: geconsulteerde
A.
Informeren Politiek en bestuur bepalen zelf de agenda voor besluitvorming en houden betrokkenen hiervan op de hoogte. Zij maken geen gebruik van de mogelijkheid om betrokkenen een inbreng te geven in de beleidsontwikkeling. Rol participant: toehoorder
(Voor een overzicht van voor- en nadelen gekoppeld aan participatieniveau zie bijlage IV wervingscirkel en tool jongerenmarketing)
1
Het schema is overgenomen uit Spanning in Interactie, Instituut voor Publiek en Politiek, december 1998
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
10
2. Formuleer een visie op Jeugdparticipatie voor het project Laat je niet flessen
Het formuleren van een gemeentelijke visie doe je niet alleen! Betrek collega’s die betrokken zijn op andere beleidsterreinen maar wel een relatie hebben met jeugd en alcoholpreventie en dus ook een belang hebben. Bijvoorbeeld medewerkers betrokken bij thema’s zoals: gezondheid, onderwijs, veiligheid, openbare ruimte, sport, WMO, accommodatiebeleid etc. Denk ook aan lokale professionals zoals de jongerenwerker en de GGD. Stel vervolgens gezamenlijk de volgende vragen: 1. Waarom wil je jeugd betrekken? Dit is een inhoudelijke vraag. Voor welk probleem wil je een participatietraject starten? 2. Met welk doel wil je jeugd betrekken? Het is belangrijk om vooraf helder te krijgen met welk doel je jeugd wilt betrekken. Hierin zijn globaal vier verschillende richtingen: Informatie van en aan jeugdigen Het gaat om inzicht in de leef- en belevingswereld van jeugdigen te verkrijgen en inzicht te geven in de beleidsvoornemens en gemeentelijke organisaties. Raadplegen van jeugdigen Hier gaat het om het achterhalen van de mening van jongeren om deze te toetsen aan het voorgenomen beleid. Medezeggenschap van jeugdigen Jeugdigen krijgen een stem bij beleidsvoorbereiding en besluitvorming. Sociale en politiek actie van jeugdigen Jeugdigen nemen zelf het initiatief tot beïnvloeden van beleid of het opzetten van activiteiten en voeren deze zelf uit. (Ga voor meer informatie naar bijlage II. Algemene informatie Jeugdparticipatie) De geformuleerde visie vormt het startpunt voor de volgende fase. Projectstructuur Na het vaststellen van de visie moet je een aantal praktische zaken regelen voor de ontwerpfase kan starten. Wie is verantwoordelijk voor het project en welke medewerkers worden verder hierbij betrokken? Welke rol wil de bestuurder spelen en welke positie krijgen externe partijen? Kortom, hoe ziet de projectstructuur eruit? Zorg voor voldoende capaciteit om de verschillende activiteiten verder vorm te geven en uit te voeren. Een mogelijkheid die de minste organisatie vergt is aansluiting bij bestaande projectstructuren, bijvoorbeeld een stuurgroep jeugdbeleid of lokaal gezondheidsbeleid.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
11
Fase 2: Ontwerp
In de vorige fase heb je al informatie verzameld en een eerste aanzet gemaakt voor een projectplan Jeugdparticipatie. In deze fase werk je het plan verder uit.
De fase kent de volgende drie stappen
Fase
Stap
Ontwerp
Bijlage
3. Benoem de doelgroep(en), samenwerkingspartners en hun onderlinge relatie
III. Jeugd en ontwikkelingen
4. Schrijf een projectplan met daarin in ieder geval de thema’s: - Uitgangspunten - Werkvormen - Tijdspad en activiteiten - Tijdsinvestering - Risico’s - Aansturen en bijsturen - Communicatie - Financiën 5. Maak een wervingsplan
IV. Format communicatieplan
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
V. Wervingscirkel en toolsvoor jongerenmarketing
12
3. Benoem de doelgroep(en), samenwerkingspartners en hun onderlinge relatie
De eerste stap in deze fase is het benoemen van de doelgroep(en), samenwerkingspartners en hun onderlinge relatie. Doelgroep Op wie wil je beleid, projecten en activiteiten richten en in welke mate ga je de doelgroep onderscheidden? Vergeet niet: de jeugd bestaat niet! Jeugdigen kunnen onderscheiden worden naar leeftijd, sekse, afkomst, achterstand/achterstelling, jeugdcultuur. Het is goed om op de hoogte te zijn van de leef- en belevingswereld van jeugdigen. Per categorie kunt u een andere gradatie aanbrengen. De indeling in categorieën kan per gemeente verschillen. Zo zijn er in plattelandsgemeenten specifieke groepen, evenals in steden of wijken van steden. De uiteindelijke activiteiten kunnen dus per groep verschillen. Binnen het participatietraject krijg je dus te maken met verschillende werkvormen en methodieken. Dit vraagt van gemeenten een goede sturing en coördinatie! (Ga voor meer informatie naar bijlage III. Jeugd en Ontwikkelingen) Samenwerking Bij Jeugdparticipatie hebben we te maken met drie verschillende actoren: Jeugdigen, gemeente en intermediairen. Alle drie de actoren zijn verschillend en hun wereld verschilt. Om Jeugdparticipatie te laten slagen is het van belang te weten wat de mogelijkheden en de beperkingen zijn per actor.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
13
4. Schrijf een projectplan met daarin in ieder geval de thema’s: -
Uitgangspunten Evaluatiecriteria Werkvormen Tijdspad en activiteiten tijdsinvestering Risico’s Aansturen en bijsturen van het project Communicatie Financiën
In een projectplan worden de belangrijkste thema’s beschreven. Uitgangspunten De motieven, doelen, doelgroep, verschillen en mogelijkheden van actoren zijn nu duidelijk. Formuleer deze voorwaarden helder. Het vormt het kader waarbinnen de komende tijd gewerkt gaat worden. Op basis van deze voorwaarden maak je ook de volgende keuzes: - Welke huidige mogelijkheden heb ik binnen mijn gemeente om met Jeugdparticipatie te starten? - Zijn de mogelijkheden voldoende om mijn doelen te bereiken? . - Stem ik mijn doelen af op de mogelijkheden of pas ik mijn mogelijkheden aan? - Welke doelgroepen kies ik op basis van mijn mogelijkheden? Op welke termijn wil ik beginnen en hoe lang mag het duren? - Wie zijn betrokken bij de opzet en de uitvoering van het plan? - Wat moet ik zelf doen en wat kan ik uitbesteden aan intermediairen? jongerenwerk)? Evaluatiecriteria Participatie is een doorlopend proces. Daarom is het goed om tussentijds het projectplan evalueren en bij te sturen. Vragen die je hierbij kan stellen: Is de vorm toegesneden op jeugdigen? Zijn de eindresultaten herkenbaar voor jeugdigen? Wat hebben jeugdigen er zelf aan? Is de vorm voldoende veilig? Kunnen ze het gevraagde wel aan? Is het ook hun participatieproces? Werkvormen A. Beleidsparticipatie B. Maatschappelijke participatie C. Maatschappelijke stage D. Cliëntenparticipatie E. Task-force (Ga voor meer informatie naar bijlage Vll)
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
14
Tijdpad en activiteiten Het stellen van heldere doelen betekent vaak veel tijdwinst en geeft het gevoel controle en overzicht te houden over het werk. Door heldere doelen geef je sturing aan de activiteiten en het tijdpad. . Maak een overzicht met taken die gedaan moeten worden. Geef ook aan door wie de taken worden uitgevoerd en wanneer deze klaar moeten zijn. Stuur de tijdsplanning regelmatig bij. Tijdsinvestering Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van de tijdsinvestering van de betrokken professionele partijen zoals het jongerenwerk Wanneer je jongeren betrekt hoeveel tijdsinzet verwacht je van de jongeren. Zijn het korte eenmalige klussen of worden de jongeren betrokken bij het hele proces? Risico’s Daarnaast zijn er ook juridische mogelijkheden en risico’s. In bijvoorbeeld de APV(algemene plaatselijke verordening) staat waarschijnlijk iets opgenomen over alcoholgebruik. Daarnaast zijn er tal van landelijke ontwikkelingen die erop gericht zijn om overlast en met name ook alcoholgerelateerde overlast aan te pakken. Inventariseer deze en breng ook eventuele risico’s in beeld: waar liggen de grenzen van lokaal beleid? (Ga voor meer informatie naar bijlage IV. Alcoholbrief kabinet) Aansturen en bijsturen Welke methoden wil je inzetten om het project bij te sturen. Wil je een projectteam oprichten? Maak je gebruik van een convenant om afspraken met externe vast te leggen? Communicatieplan Maak een afzonderlijk communicatieplan. Neem hierin op: - inleiding - analyse; wat en wie wil je wanneer bereiken? - communicatiestrategie? - doelgroepen; jeugd kent diverse subculturen; iedere groep gebruikt hun eigen kanalen - boodschap; wat wil je overbrengen? - planning; wanneer doet wie welke activiteiten? - organisatie; wie is er verantwoordelijk voor de activiteiten? - kosten;is er een budget? - evaluatie (Ga voor meer informatie naar bijlage V. Format communicatieplan) Financiën Vooraf dient helder te zijn welke financiële mogelijkheden beschikbaar zijn om jeugd te betrekken en projecten uit voeren. Denk daarbij aan kosten voor huur van ruimte, communicatie, materiaalkosten en budget voor het uitvoeren van activiteiten. Dit is een belangrijk kader voor verdere stappen.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
15
6. Maak een wervingsplan
De werving van jeugdigen is natuurlijk de belangrijkste voorwaarde voor het slagen van een Jeugdparticipatietraject. Dit is tegelijk ook de moeilijkste opgave!Jongeren zijn namelijk een lastige groep om te betrekken. Dit komt door de hiervoor aangehaalde verscheidenheid van de groep en het gegeven dat deze leeftijdsgroep veel alternatieven heeft om hun vrije tijd in te vullen. Meedenken en meepraten met de gemeente staat dan niet bovenaan hun ‘favoriete activiteiten lijst’. Een goed wervingsplan is daarom erg belangrijk. Denk daarbij aan de verschillende doelgroepen. Want het is bij dit van belang om breed in te zetten. De wervingscirkel en jongerenmarketing zijn een beproefd instrument om gericht jongeren te interesseren en te betrekken.
Welke type jongeren zoek je?
Waar wil je jeugd voor werven?
Wat wil je vragen? Wat heb je te bieden?
Hoe ga je het organiseren? Wat is het budget?
Waar kun je de jeugdigen bereiken? Via welke kanalen kan je ze bereiken?
(Ga voor meer informatie naar bijlage IV. Wervingscirkel en Tools voor jongerenmarketing)
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
16
Fase 3: Uitvoering
Dit is de fase waarin je de activiteiten ten uivoer brengt. Vaak is dit de meest intensieve fase. Misschien heb je besloten de uitvoering voor een gedeelte uit te besteden. Het is in ieder geval belangrijk goed contact te houden met de partners die betrokken zijn bij de uitvoering van het project Laat je niet Flessen. Door regelmatig terug te koppelen, kun je het project tijdig bijsturen.
Fase
Stap
Uitvoering
6. Beschrijf de wijze waarop je het project wilt coördineren 7. Geef uitvoering aan het projectplan en denk daarbij ook aan: - Startbijeenkomst en eindevent
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
Bijlage
VI. Werkvormen
17
6. Beschrijf de wijze waarop u het project wilt coördineren
De eerste vraag die je moet stellen is of je de projectcoördinatie in eigen hand wilt houden of extern wilt laten invullen. Geef aan hoe je het project wilt coördineren: - Bewaken tijdsplanning; - Bewaken communicatie; - Aansturen projecten; - Bijsturen projecten.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
18
7. Geef uitvoering aan het projectplan en denk daarbij ook aan: -
Startbijeenkomst en eindevent
Startbijeenkomst Om bekendheid te geven en draagvlak te genereren onder deelnemers is het aan te raden een startbijeenkomst te organiseren. Ook kun je aansluiten bij een bestaand evenement. Organiseer voor de verschillende leeftijdscategorieën verschillende activiteiten. Sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de beleving van jeugdigen. Geef tijdens de startbijeenkomst de problematiek weer, benadruk het belang van de betrokkenheid van de doelgroep en geef kort aan wat er staat te gebeuren. De startbijeenkomst leent zich uitstekend om het logo en het motto van de campagne te onthullen. Samenwerking Het is goed om regelmatig de samenwerkingsafspraken te bespreken. Samenwerkingsafspraken met externe partijen kun je regelmatig terug laten komen tijdens een netwerkbespreking. - Welke acties zijn afgesproken? - Wie is verantwoordelijk? Wie is eindverantwoordelijk? - Waarom wordt er afgeweken van de afspraken? Wanneer je bij het participatietraject meerdere afdelingen betrokken hebt is het belangrijk om de interne aansturing van het project vast te leggen. Activiteiten Dit een van de belangrijkste stappen, hier worden activiteiten ontwikkeld samen met de jongeren. Laat het actieplan vaststellen door een stuurgroep of college. Dan kunnen ook beschikbare gelden worden vrijgemaakt. Zorg bij deze stap dat de besluitvormers niet alleen geïnformeerd worden over de inhoud van het activiteitenaanbod, maar ook over het te doorlopen proces, om aan te geven dat het van onderop komt! Benoem ook de gewenste resultaten (SMART) En vervolgens: aan het werk! (Ga voor meer informatie naar bijlage VII. Werkvormen) Eindevent Naast een goede start is een goede afsluiting van belang. Dit is het moment om resultaten te presenteren, maar ook om de jongeren te bedanken voor hun inzet. Ook hier geldt dat aansluiting bij de beleving van jongeren voorop moet staan. Laat ze ook zelf meedenken over de invulling. Belangrijk bij het event is dat de jongeren zich gehoord voelen. Als gemeente is het belangrijk om de resultaten terug te koppelen maar ook de vervolgstappen. Wat wordt er gedaan met alle informatie die de jongeren hebben aangeleverd? Kunnen de jongeren nog acties verwachten? Welke en op welk termijn? Worden jongeren nog betrokken bij activiteiten? Kunnen jongeren zich opgeven voor activiteiten etc. Zorg voor een goede doorlopende promotie van de boodschap.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
19
Fase 4: Projectevaluatie
Ieder project is uniek. In alle projecten zijn leerpunten te benoemen. Daarom is het belangrijk om een project aan het eind met de werkgroep/projectgroep te evalueren.
Fase
Stap
Projectevaluatie
8. Evalueer het participatietraject 9. Formuleer aanbevelingen voor - duurzame participatie - toekomstige participatietrajecten
Bijlage
VII. Duurzame participatie
10. Leg verantwoording af 11. Kennisdelen binnen het project ‘laat je niet flessen’
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
20
8. Evalueer het participatietraject
De nadruk van evaluaties moet liggen op bijzonderheden: wat ging goed? Wat ging fout? Wat kan beter of anders? Wat ging dermate goed dat anderen er ook iets aan kunnen hebben?
Aspecten/ onderwerpen voor een evaluatie - Samenwerking; - Behaalde resultaten; - Projectleiding; - Beheersaspecten: tijd, organisatie, middelen, etc,; - Evaluaties klanten; - Afwijking van het plan?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
21
9. Formuleer aanbevelingen voor -
-
duurzame participatie; toekomstige participatietrajecten.
De leerpunten uit de evaluatie zet je om in aanbevelingen zodat collega’s iets kunnen leren van het project wat jij al doorlopen hebt. Op basis van leerpunten stel je het basisplan bij. Misschien zijn je doelen te ambitieus of sluit je te weinig aan bij de doelgroep.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
22
10. Leg verantwoording af 11. Kennisdelen binnen het project ‘laat je niet flessen’
Voor duurzame verankering in het beleid is het van belang dat de gemeente, als regievoerder en bewaker van het algemeen belang, verantwoording aflegt over de wijze waarop zij jeugd hebben betrokken bij het alcoholproject. Door verantwoording af te leggen maakt de gemeente enerzijds aan overige burgers duidelijk wat de meerwaarde is van het betrekken van deze specifieke doelgroep. Anderzijds laten zij met deze verantwoording aan jeugdigen zelf zien welke inbreng zij hebben gehad en dat met hun ideeën ook daadwerkelijk iets is gebeurd. Hierbij moet de gemeente zich wel realiseren dat jongeren gericht zijn op successen op de korte termijn. Een evenwicht in resultaten op de korte en op de lange termijn is dan ook gewenst.
Kennisdelen Wanneer je bezig bent met de afsluiting van het project en ook tijdens de uitvoering is het belangrijk om stil te staan bij de ervaringen die je heeft opgedaan. - Wat ging er goed - Welke activiteiten verliepen moeizaam - Wat heb je gedaan om het project bij te sturen - Hoe wil je je ervaringen delen met andere betrokkenen binnen het project ‘laat je niet flessen’. - Zijn de resultaten overdraagbaar; kunnen ze opgenomen worden in de toolkit?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
23
Bijlagen
I.
Algemene informatie Jeugdparticipatie
II.
Jeugd en ontwikkelingen
Ill.
Tools (wervingscirkel/ marketing)
lV.
Format Communicatieplan
V.
Werkvormen en praktijkvoorbeelden
Vl.
Duurzame Participatie
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
24
l. Algemene informatie Jeugdparticipatie
Veel gemeenten vinden Jeugdparticipatie belangrijk. Dat blijkt uit tal van initiatieven op dit gebied. Maar er zijn ook veel vragen. Wanneer kies je voor Jeugdparticipatie en wat is de rol van jeugdigen? Kunnen jeugdigen dit allemaal wel? Wat is de status van de inbreng van jeugdigen? Er zijn pilots ontwikkeld hoe een gemeente de burgers kan laten meedoen en meedenken in het kader van de Wmo. Veel gemeente hebben gekozen voor een Wmo-raad. Maar is dat nu ook de juiste manier om jongeren te betrekken en te bereiken? A. B. C. D.
Wat is Jeugdparticipatie; Categorieën Jeugdparticipatie; Motiveren van jongeren; Wat levert het op?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
25
A.
Wat is Jeugdparticipatie
Er zijn verschillende definities van Jeugdparticipatie. Een definitie alleen gericht op beleidsparticipatie hanteert de wikipedia: Jeugdparticipatie is de participatie, dus een actieve betrokkenheid door jeugd en jongeren in zaken die anders alleen door volwassen worden geregeld, zoals het openbaar bestuur. Als bovenste leeftijdsgrens wordt doorgaans 20-25 jaar aangehouden. Een bredere omschrijving van Jeugdparticipatie is het actief betrekken van kinderen en jongeren bij beslissingen over en vormgeving van de samenleving, gemeentelijk, provinciaal of landelijk beleid of welke instelling dan ook. Het impliceert het serieus nemen van kinderen en jongeren. Daarbij zijn verschillende 2 vormen te onderscheiden, die elkaar kunnen aanvullen: structureel, projectmatig, beleidsmatig en uitvoerend. Volgens hoogleraar M. de Winter, participatiepedagoog is Jeugdparticipatie (Smit-Kruidenberg) zoeken en invullen van mogelijkheden om kinderen, tieners en jongeren actief te betrekken bij (besluitvorming ten aanzien van) hun leefomgeving. Dit is niet los te zien van de sociale competenties die de jongeren nodig hebben om maatschappelijk te participeren. Argumenten en motieven voor het inzetten van Jeugdparticipatie zijn uiteenlopend en de verwachting over het verloop van het participatieproces eveneens. Jeugdparticipatie biedt de mogelijkheid om de eigen beeldvorming van de beleidsvoorbereider te toetsen aan die van jeugdigen. Participatie is daarmee een vorm van wederzijds leren.
2
Wmo-handreiking jeugd 2007, Provincie Noord-Brabant; K2
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
26
B.
Categorieën Jeugdparticipatie
Er zijn veel verschillende vormen van Jeugdparticipatie. Drie van deze soorten participatie komen in de praktijk vaak naar voren: Beleidsparticipatie Manieren waarop beleidsmakers jeugdigen betrekken bij het (jeugd)beleid. Dit kan op lokaal, provinciaal en landelijk niveau. Bottom up: jeugdigen benaderen als kritische burgers (bijvoorbeeld klanttevredenheidsmetingen) Top down: jeugdigen denken mee met beleid. Maatschappelijke participatie Bij maatschappelijke participatie gaat het vaak om participatie van jongeren in hun eigen leefomgeving en deelname aan allerlei voorzieningen. Bottum up: geef jeugd de ruimte en ondersteuning om eigen talenten te ontwikkelen,cultuur te beleven, thema’s te onderzoeken en eigen belangen te behartigen. Top down: programmatisch aanbod, nodig jeugd uit tot deelname. Cliëntparticipatie Bij cliëntenparticipatie gaat het om twee niveaus van participatie nl: 1. Betrekken van jongeren op organisatieniveau bijvoorbeeld binnen de jeugdzorg 2. Betrekken van jongeren binnen het (overheids)beleid ten aanzien van een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld gehandicaptenraad).
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
27
C.
Motiveren van jongeren voor participatie
Jongeren moeten meedoen in de samenleving. Dan oefenen ze vast met verantwoordelijkheid nemen en raken ze niet van het rechte pad. De samenleving voedt jongeren op tot betrokken burgers. Doen jongeren uit zichzelf niet mee of hebben wij er geen oog voor? 3 “Zij hebben geen tijd en zijn vooral egocentrisch, materialistisch en gaan gebukt onder prestatiedruk”. We hebben opvattingen of vooroordelen over de jeugd van tegenwoordig. Maar in hoeverre weten wij als volwassenen en beleidsmakers echt wat over jongeren? Te vaak komen we niet verder dan graven in eigen herinneringen of refereren we aan onze kinderen. Of dat nou representatief is of niet. Je kunt ook kijken naar wat de jongeren belangrijke waarden in hun leven vinden. Opkomen voor vrienden, eerlijkheid en rechtvaardigheid, vriendschap, zorgzaamheid, verantwoordelijkheid en respect.Als volwassene vinden we doorgaans bepaalde normen en waarden belangrijk, ook al hebben we soms moeite om ernaar te handelen. Voor jongeren zijn normen ook belangrijk, maar omdat ze nog veel in nieuwe situaties en dilemma’s belanden, moeten ze het bijbehorende gedrag nog met vallen en opstaan ontwikkelen. 4
Uit gegevens van een onderzoek uitgevoerd door Qurius in 2005 jeugd en maatschappelijke betrokkenheid blijkt dat jongeren zich wel druk maken over grote maatschappelijke thema’s maar deze vertalen naar hun eigen leefomgeving. Op die schaal kunnen ze er immers iets aan doen. En jongeren doen liever iets, dan erover te praten. Kortom de formule Norm + Thema = Match Een vlinderstruik route in de wijk aanleggen, maatschappelijke stages, ambassadeur jeugdbeleid, Dance4Life: succesvolle bewijzen van betrokken, verantwoordelijke jongeren. Deze activiteiten hebben een kop en een staart. Het zijn geen projecten waarbij ze voor het karretje van volwassenen worden gespannen (netter gezegd: waar de doelstellingen en maatstaven van de volwassenen leidend zijn). Volwassenen komen er niet op, het zijn ideeën van jongeren. De belevingswereld en de capaciteiten van jongeren zijn uitgangspunt. 5
Andere onderzoeken onderschrijven dit ook. Uit een onderzoek uit 2008 , blijkt dat jeugdigen het erg belangrijk vinden om betrokken te worden bij hun eigen leefomgeving. Jongeren zijn het meest bereid om mee te denken en mee te praten wanneer de onderwerpen hen direct aanspreken ( thema’s als vrije tijd, sport en welzijn). Om gemotiveerd te raken en te blijven is het belangrijk dat de jongeren zien wat er met hun reacties gedaan 6 wordt .
3
Inleiding: jongeren en actief burgerschap tijdens de conferentie welzijn versterkt burgerschap november 2006 K2 T.Dowit
4
Jongeren 2005: het speelveld verandert, Querius 2005 Jeugdparticipatie, hoe organiseer ik dat? Dordrecht, 2008
5
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
28
Behoeften en motivatie van jongeren ten aanzien van maatschappelijke betrokkenheid.
Jongeren hebben diverse motieven om vrijwilligerswerk te doen. Motieven voor jongeren komen voor een deel overeen met motieven van volwassenen, toch zijn er ook verschillen te zien. Het gedrag van jongeren zal over het algemeen bepaald worden door een combinatie van motieven. Bridges-Karr onderscheidt zeven 7 categorieën van functies die vrijwilligerswerk kan hebben voor jongeren: 1. Pleziergerichte motieven: door vrijwilligerswerk ervaren jongeren plezier en genot. De pleziergerichte motieven zijn van groot belang, vooral onder jongeren. 2. Carrièregerichte motieven: vrijwilligerswerk biedt een kans om ervaringen, vaardigheden en contacten op te doen die de toekomstige carrière op de arbeidsmarkt kunnen bevorderen. 3. Normatieve motieven: vrijwilligerswerk is een manier waarop mensen voor hen belangrijke normen en waarden uit kunnen dragen. 4. Sociale motieven: vrijwilligerswerk kan bestaande sociale contacten verdiepen of versterken en geeft een kans om in activiteiten mee te doen die belangrijk zijn voor significante anderen; 5. Leermotieven: vrijwilligerswerk biedt een kans nieuwe (leer)ervaringen op te doen en bestaande kennis en vaardigheden te oefenen en te vergroten. 6. Kwaliteitsmotieven: vrijwilligerswerk biedt kansen voor persoonlijke groei en een verhoogde levenskwaliteit. 7. Beschermingsmotieven: vrijwilligerswerk kan een manier zijn om negatieve omstandigheden, ervaringen of gevoelens te ontlopen of te verminderen.
7
Auteur: Linda Bridges Karr, PhD,
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
29
D.
Wat levert Jeugdparticipatie voor de jeugdige op? Participatie stimuleert betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Participatie stimuleert het zelfvertrouwen van jeugdigen. Participatie stimuleert het zelfstandig denken en handelen van jeugdigen. Participatie biedt jeugdigen een oefenterrein om zich te ontwikkelen tot volwaardige burgers. Hiervoor hebben ze sociale ruimte nodig, waarin ze de benodigde vaardigheden kunnen oefenen. Participatie betekent niet dat jeugdigen overal hun zin in krijgen, maar dat ze vaardigheden opdoen, met elkaar en met volwassenen, om inzicht te krijgen in wensen van anderen. Ze leren dat eigen ideeën niet alleen zaligmakend zijn. Participatie is leren dat het om gezamenlijke beslissingen gaat.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
30
III.
Jeugd en ontwikkelingen
Om aan te sluiten bij de jongeren is het handig om rekening te houden met hun belevingswereld en hun specifieke wensen. A. Wie zijn z;e B. Leeftijdscategorieën; C. Trends en ontwikkelingen.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
31
A.
Wie zijn ze
Landelijke demografische cijfers 8
Momenteel zijn er ongeveer 1.950.00 jongeren in de leeftijdscategorie 15-25 jaar . Jongeren vormen daarmee 12% van de totale bevolking.
Provincie Noord Brabant Leeftijdscategorieën 0-12 jaar 12-16 jaar 16-20 jaar Bron: Provinciale Jeugdbalans 2008
Provincie Noord Brabant
Regio Zuid-Oost 339.995 119.190 145.882
107.905 38.004 45.578
Culturele achtergrond van jongeren Van alle jongeren in Nederland is een steeds groter deel van allochtone afkomst. Het aandeel jongeren met een niet-Nederlandse achtergrond is onder de totale populatie jongeren groter dan het aandeel allochtonen onder de totale bevolking van Nederland. Bijna 24% van de jongeren tussen de 15-25 jaar (470.000) was in 2005 allochtoon.
leeftijd 15-20 jaar 20-25 jaar totaal
1
ste
de
genereatie
Niet Westerse afkomst 0-20 jaar
9
2 generatie 76.975 121.501 198.476
totaal 143.224 125.244 268.468
Provincie Noord Brabant
220.199 246.745 466.944
Regio zuid-oost 61.123
18.728
Bron: Provinciale Jeugdbalans 2008
8
Verovering van de jongerenmarkt; Civiq 2006 (bron CBS, 2005) Onder allochtoon, verstaat Civiq: jongeren van de eerste en tweede generatie. De eerste generatie is nog zelf in het buitenland geboren; van de tweede generatie is ten minste een ouder in het buitenland geboren.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
32
B.
Leeftijdscategorieën10
Jongeren van 12-15 jaar De jongeren krijgen te maken met heel veel veranderingen zowel lichamelijk als psychisch. De groepsdruk is bij deze groep het grootst. Volgens Kolbergh, grondlegger van de morele ontwikkelingstheorie, zitten jongeren in deze leeftijdsfase op het conventioneel redeneren. Belangrijk thema binnen hun moreel besef is dat de jongeren vooral bezig zijn met het thema: ’iedereen doet het’. Dit stadium kenmerkt zich door het losmaken van de ouders en volwassenen en anderzijds het bij de leeftijdsgenoten willen horen. De identiteit die de jongere zich aanmeet is vaak afhankelijk van de groepsnorm. Erbij willen horen is belangrijker dan een eigen identiteit ontwikkelen.
Jongeren 16-18 jaar Deze jongeren richten zich veel meer op de ontwikkeling van hun eigen identiteit. Ook deze jongeren verkeren in de fase van conventioneel redeneren maar redeneren veel meer vanuit de gedachten van maatschappelijk belang en maatschappelijke orde: “Stel dat iedereen de Wet of regels overtreedt, dan zou het een chaos zijn”. De ontwikkeling van de eigen identiteit staat voorop. Jongeren hebben de behoefte om zich meer te onderscheiden en uitdrukking te geven aan hun eigen kledingstijl, waarden en normen. Jongeren bouwen een sociaal netwerk op en zijn vaak drukbezet.
Jongeren 19+ (studenten en starters) Vanaf deze levensfase zijn de verschillen in levensstijl goed zichtbaar. Je heb jongeren die tot de beroepsgroep gaan behoren en je hebt een groep jongeren die verder gaat studeren. De identiteitsontwikkeling is in deze fase nog in ontwikkeling. De situatie waarin jongeren verkeren is zeer divers (denk maar aan het verschil tussen thuiswonende en uitwonende studenten).
Starters 19-23 jaar Geheel nieuwe levensfase voor jongeren. Zij gaan voor hun eigen inkomen zorgen, gaan vaak samenwonen etc. Doordat ze in een consumptiefase zitten komen zij steeds verder af te staan van de voorliggende fase terwijl ze wel tot de jongerencultuur behoren. In dit stadium komt het besef dat er verschillende opvattingen en overtuigingen zijn ten aanzien van goed of slecht is. Daarnaast is er de relativering van bepaalde waarden.
10
Verovering van de jongerenmarkt; Civiq; 2006 (bron CBS, 2005)
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
33
C.
Trends en ontwikkelingen
Binnen de leefwereld van jeugdigen zijn er vele trends en ontwikkelingen. Hier onderscheiden we trends binnen de jongerencultuur en ontwikkelingen binnen het onderwijs. Trends binnen de jongerencultuur Onlangs werd er in Nederland de conferentie Jongerenmarketing gehouden. Daarbij werden door allerlei onderzoeksbureaus de nieuwste jongerentrends aangegeven.
Let’s talk Nails! – Niet alleen felle kleurtjes, maar ook opplaksteentjes, strass, thema’s, stickers en reliëf zijn terug te vinden op nagels. In tijden van recessie steken ook jongeren meer geld in kleine lu xe. My first Netbook – Altijd en overal connected én betaalbaar voor jongeren. Een Netbook is een goedkoop en handzaam alternatief voor een laptop. Slimming – Wat nou comazuipen? Steek een met wodka doordrenkte tampon in je vagina en word supersnel dronken zonder dat iemand het merkt of ruikt. Populair onder Amerikaanse tieners. Punk is terug – Niet alleen de Dr. Martens, maar ook gescheurde panty’s, studs, snoeiharde muziek en ruige feestjes op onconventionele locaties. Met It-girl en model Daisy Lowe als icoon. Primark & Uniqlo – H&M en Zara, eat your heart out. Modeketen Primark uit Ierland opende onlangs een winkel in Rotterdam en het Japanse Uniqlo komt eraan met ijzersterke campagnes en vestigingen in Parijs, NY en London. Mixtapes – Is een album niet gewoon een verzameling losse mp3’s? Met software en gedownloade liedjes maken jongeren zelf remixes en mixtapes die ze via blogs delen. Muziek = soc iaal. Zombies! – Niet alleen meer zombiefilms zoals Dead Snow, maar ook meer zombiegames zoals Left 4 Dead. Zelfs je Barbie kun je do-it-yourself in een zombie veranderen. Zombies zijn springlevend in 2009. Instant krabbelen – Een sociaal netwerk zonder vage vrienden, slechte artiesten en ongebruikte profielpagina’s. In 2009 gaan jongeren Twitteren met hun mobieltje. Dofus – Gratis fantasy Massive Multiplayer Online Role Playing Game met 10 miljoen leden en een 1 enorme potentie. Razend populair in Frankrijk en in 2009 ook hier. Sinds 1995 presenteert Marketing Tribune een overzicht wat jongeren beweegt in het komende jaar. Dit gebeurt door internationale onderzoeken naar gedrag en trends onder jongeren te extrapoleren. Hieronder de trends die zij hebben aangegeven voor 2009:
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
34
De twaalf hoofdtrends voor 2009 1.
Less = more
2.
Obama: time for change
3.
Drugs en staatsbemoeienis
4.
Mediagebruik: liever 1 vriend in de kroeg, dan 100 op het web
5.
Retro: behoefte aan bescherming
6.
1 + 1 = 3: viva hedonia
7.
Muziektrends: begin jaren 80, comebacks
8.
Self defence en allochtonen
9.
Hang naar nostalgie
10. Favoriete merken: de soosh als anker 11. Neo anorexia 12. Mcsex
De trends met een link naar genotsmiddelen en drugs toegelicht : - Drugs en staatsbemoeienis Of een tiener jong gaat drinken wordt ook al genetisch bepaald, bewees recentelijk promovenda Evelien Poelen (NRC, 2/9/’08). ‘Europees onderzoek wijst uit dat Nederlandse jongeren naar boven uitschieten in alcoholgebruik. Ze staan bekend als de zuiplappen van Europa en starten er ook nog eens ontzettend vroeg mee’, aldus Poelen. Haar oplossing: die drank weghouden bij jongeren. Want ‘bij een jongere met aanleg is het kwaad al bij het eerste glas geschied’. Op de vraag ‘Welke alcoholmerken ken je?’, noemen jongeren van 12 tot en met 15 jaar gemiddeld vijf biermerken en twee merken sterke drank of mixdranken, zo blijkt uit onderzoek door de Universiteit Twente samen met stichting Stap. De oplossing van Stap: beperk alcoholreclame. - 1+1=3: Viva Hedonia Uit onderzoek van Kairos Future in zeventien landen naar levensstijlen van de jeugd, komt naar boven dat jonge Europeanen vooral happy spenders zijn (bron: Marketing Online). Ze vinden het leuk om geld uit te geven. Jongere vrouwen doen dat vooral om er hun eigen stijl en identiteit mee te creëren, jonge mannen zijn volgens Kairos meer merkgeoriënteerd. Het bureau beschrijft Europese jongeren als hedonisten (mensen die streven naar zoveel mogelijk genot). Trends binnen het onderwijs Een belangrijk kanaal om jongeren te bereiken is school. Daarom is het handig om een globaal overzicht te hebben van het onderwijssysteem van Nederland. Wat zijn de trends: Ruim 50% van de leerlingen volgt een opleiding binnen het Vmbo. Jongeren leren steeds langer door en hun onderwijsniveau wordt steeds hoger. Huidige onderwijs richt zich meer op de zelfwerkzaamheid van leerlingen. Een portfolio opbouwen met daarin sociale competenties is in het onderwijs steeds belangrijker geworden. In 2011 moet de maatschappelijke stage zijn ingevoerd binnen alle onderwijsinstellingen.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
35
Generatie kenmerken Jeroen Boschma en Inez Groen spreken van de ‘Generatie Einstein”. Ze hebben jarenlang jongeren gevolgd en hun socialisatieproces vastgelegd. In hun boek vergelijken ze generatie Einstein met de voorgaande generaties. Onderstaande tabel geeft een overzicht met kenmerken:
Babyboomers
Generatie X
Generatie Einstein
1945 - 1955 protest geen merken bevlogen gewend aan veranderingen belang van de groep voorop sociale en ethische normen wederopbouw vol met idealen andere toekomst
1960 - 1985 negatief opkomst merken relativeren continuïteit eigenbelang traditionele normen depressie weinig ideologie geen vertrouwen
na 1985 positief veel merken serieus verandering is natuurlijk belang van maatschappij eigen normen alle kansen traditionele idealen toekomst is maakbaar
Generatie Einstein hecht waarde aan het collectief (trouw, loyaal, lange termijn) integriteit en oprechtheid. De nieuwe generatie kenmerkt zich door natuurlijk netwerkgedrag. Generatie Einstein houdt niet van hiërarchie, maar voelt zich thuis in netwerkorganisaties. Ze willen meepraten en serieus worden genomen. In een team met babyboomers en werknemers uit Generatie X zullen Einsteiners zorgen voor verrassende, creatieve oplossingen dankzij hun grote associatieve vermogen en enorme virtuele voorsprong. De kenniswerkers zullen hierbij van nature voor de diepgang zorgen. Enkele kernpunten van de Generatie Einstein voor wat betreft communicatie: mediasmart; communicatie professionals; continu in contact ; verticaal gesegmenteerd, op basis van hobby's en interesses, ongeacht leeftijd of nationaliteit; gewend aan lezen en direct reageren.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
36
IV.
Wervingscirkel en tools voor jongerenmarketing a. Wervingscirkel; b. Jongerenmarketing; c. Betekenis voor het betrekken van jongeren.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
37
d.
Wervingscirkel11
Deze cirkel bestaat uit vijf stappen die u kunt doorlopen om uw wervingscampagne systematisch op te zetten.
Stap 1 Stap 5
Stap 2
Stap 4
Stap 3
11
Methodiek; De nieuwe vrijwilliger; 2002; uitgave K2 Brabants kenniscentrum jeugd, Zet en Sportservice
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
38
Stap 1: Werven met en voor een doel Werven doe je niet zomaar. Je werft voor specifieke taken of projecten. Het doel van je wervingsactie zou bijvoorbeeld kunnen zijn: Ik wil minimaal twee jongeren vinden met verstand van moderne media, die minimaal twee dagdelen per maand beschikbaar hebben (af en toe ook in het weekend) en het leuk vinden om de website voor jongeren te onderhouden.
Het wervingsdoel Voor welke taken of projecten zoek je een jongeren ? Voor kortere of langere tijd? Voor hoeveel uur/dagdelen? Wat moeten ze kunnen?
Stap 2: Wie wil je bereiken, de doelgroep Wat voor mensen zoek je en waar zitten ze? Heb je het algemene profiel van de ‘jongere’ zoveel mogelijk ingevuld met de kenmerken van je specifieke doelgroep? Dan is de volgende vraag hoe groot die groep is en waar ze te vinden is. Probeer daarover zo veel mogelijk informatie te verzamelen. De doelgroep Maak een profiel van het type jongere dat je zoekt. Waar zitten deze jongeren, hoe groot is de doelgroep?
Stap 3: Wat is je boodschap, wat hebt je te bieden? In de boodschap vertaal je het wervingsdoel naar je doelgroep. Het bedenken van de boodschap is een creatief proces. Of je nu mondeling jongeren gaat benaderen, of schriftelijk met een folder of advertentie. In alle gevallen gaan we als het ware op de stoel van de doelgroep zitten en bekijken de wereld vanuit diens ogen. Een prikkelende boodschap spreekt meer aan dan een droge mededeling. Maak in je boodschap duidelijk wat je vraagt en wat je te bieden hebt. Hoeveel tijd gaat het kosten? Stap 4: Kanalen en middelen Een boodschap moet ook nog verzonden worden. En op zo’n manier dat het werkelijk binnenkomt bij de doelgroep. Daarvoor is in de eerste plaats een middel nodig (bijvoorbeeld een website, een poster, een folder of een gesprek). Om de doelgroep te bereiken is in de tweede plaats een kanaal nodig, de weg waarlangs die informatie gaat (internet, tijdschrift, bulletinbord op een muziekfestival). Het kanaal bepaalt voor een deel het
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
39
resultaat. Een folder die je op een muziekfestival uitdeelt, bereikt andere mensen dan een folder die bij de bank ligt. Door goed te bedenken wat je doelgroep ziet, hoort, leest en waar de doelgroep komt kun je de beste kanalen vinden. Soms zoeken organisaties het te ver van huis. Het belangrijkste kanaal is het eigen netwerk. De beste manier van werven is nog steeds via persoonlijke contacten in de eigen achterban. Die klassieke manier van werven kun je aan de hand van de wervingscirkel wel ‘slimmer’ gaan gebruiken. Door mensen gerichter te benaderen met een boodschap die aansluit bij hun eigen beleving.
Hoe kies je de kanalen en middelen die jouw doelgroep bereiken? Nog beter: laat dit doen door enkele mensen uit de doelgroep die je wilt bereiken.
Stap 5 Organisatie Eindelijk ben je klaar voor het organiseren van de werving. Je zorgt voor de praktische randvoorwaarden om de werving soepel te laten verlopen. Belangrijk is daarbij het budget en de planning . Het budget: Hoeveel kun je uitgeven aan de werving? Wie gaat de kosten betalen? Bij de planning gaat het om vragen als: Wanneer moet het materiaal klaar zijn? Wanneer is het een goede tijd om een mailing de deur uit te doen? Wie gaat schrijven, voorbeelden zoeken? Dit is het moment waarop je stilstaat bij de praktische haalbaarheid van alle creatieve ideeën, en de investeringen die het vraagt om ze te realiseren. Dit is ook het moment waarop je de actie eventueel op onderdelen bij moet stellen.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
40
i.
Jongerenmarketing
Er zijn veel verschillende methodieken om jongeren te betrekken. Het toepassen van marketingprincipes is een effectieve methode om duidelijk te krijgen wat de wensen en behoeften zijn van jongeren. Uitgangspunt hierbij is bekijken met welk aanbod je jongeren kunt bereiken en via welke kanalen. Om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van jongeren is het van belang om eerst een algemeen beeld te krijgen over jeugdigen: wat is hun belevingswereld en met welke trends hebben wij te maken ten aanzien van de huidige generatie? Deze zijn in het vorige deel beschreven. Centrale vraag tegenwoordig bij marketing is wat de organisatie of het merk te bieden heeft aan de doel- of publieksgroepen. In de situatie van Jeugdparticipatie in het lokale jeugdbeleid: Wat heeft de gemeente te bieden aan de klanten, in dit geval de jongeren? Om jongeren te betrekken bij beleidsontwikkeling of projectuitvoer kan je een plan ontwikkelen op basis van marketingprincipes. Centrale vragen bij marketing:
12
Klantwaarden: wat heb ik de jongeren te bieden? Hoe kunnen we zo goed mogelijk inspelen op de behoeften van de klant? Merkwaarden: hoe kan de instelling een herkenbare vertrouwensrol vervullen? Merkwaarden is het toegevoegde verhaal aan het fysieke product. Om jongeren te trekken moet je aansluiten bij de merkwaarde van je project. (Laat je niet flessen, staat voor….). Identiteit: is de persoonlijkheid van de organisatie. Het totaal van symbolen, communicatie en gedrag dat een organisatie gebruikt om zich te profileren Imago: hoe denkt of kijkt een persoon naar je organisatie? welke beelden roept het op? Een organisatie met een krachtig imago en identiteit kan veel bereiken bij verschillende doelgroepen. Een sterk imago heeft een motiverend effect op doelgroepen. Unique selling points: wat zijn je verkoopargumenten waarmee je je voor de specifieke doelgroep jeugd onderscheidt van de concurrenten? Met andere woorden: waarom willen jongeren meewerken aan gemeentebeleid of aan het project laat je niet flessen i.p.v van in hun vrije tijd met vrienden op stap te gaan?
12
Verovering van de jongerenmarketing; uitgave Civiq 2006
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
41
De 5 P’s: Product, Prijs, Plaats, Personen en Promotie
De marketingmix is een van de belangrijkste instrumenten uit de marketing en is voor een marketeer een handige houvast bij het uitzetten van zijn marketingplan. De marketingmix is een uitgekiende combinatie van vijf met elkaar samenhangende marketinginstrumenten om de markt mee te bewerken, namelijk: Product, Prijs, Promotie, Plaats en Personen. Het geeft een helder beeld van wat er goed zit en wat verbetering kan gebruiken. Product:
Wat levert de instelling/de organisatie?
Prijs:
Welke prijs betalen jongeren om mee te doen aan dit project (denk hierbij ook aan tijdsinvestering)?
Plaats:
Waar kan ik jongeren vinden? Welke plekken moet ik bezoeken om jongeren te vinden en/of contact te leggen?
People:
Wie vormt mijn organisatie? Wat is het imago?
Promotie:
Van welke middelen/kanalen maken wij gebruik om onze dienst aan te bieden of jongeren te betrekken in het project?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
42
Een handig hulpmiddel om de promotie duidelijk te krijgen is toepassing van de AIDA-Formule;
13
Attention: Hoe kan je ervoor zorgen dat je de aandacht krijgt van jongeren? Hoe kan je je onderscheiden ten opzichte van de rest? Interest: Als je de aandacht hebt van de jongeren moet je ook iets interessants te beiden hebben. Desire: Belangrijk om aan te sluiten bij de behoeften van de jongeren Action: De jongeren moeten in beweging komen. Je wilt dat jongeren zich actief gaan inzetten voor de campagne ´Laat je niet flessen.’
13
Website Carrièretijgers;auteur Mariëlle de Groot
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
43
MOMENTOPNAME WAT ZIJN DE 5 P’S IN JOUW ORGANISATIE ?
UNIEK!
WAT KAN BETER…
HOE KAN BETER?
HET
Waar zijn we goed in?
Waar zijn we niet zo goed in? En waarom?
Hoe kunnen we dit punt concreet verbeteren?
ACTIE
V OORBEELDEN
Wat ga ik hier de komende maand aan doen?
P RODUCT Wat heeft de organisatie jongeren te bieden? Welke activiteit kan de jongere ondernemen en wat krijgt hij terug voor zijn inspanning?
P RIJS Welke (tijd)inspanning, welke moeite moeten jongeren ervoor over hebben?
P LAATS Waar vindt de activiteit plaats? Welke locatie/virtueel, reisafstand
P EOPLE Wie komen ze tegen in de organisatie? (leeftijdsgenoten, anderen)?
P ROMOTIE Hoe proberen we op dit moment jongeren te werven en te bereiken?
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
44
MediaMix Om jongeren te bereiken en je boodschap over te brengen kun je het beste gebruik maken van een mediamix. De jongere bestaat immers niet! De verschillende leeftijdscategorieën hebben andere behoeften en zijn weer gericht op andere mediakanalen. Om jongeren te betrekken binnen je project of binnen je beleid is het belangrijk om de marketingmix te vertalen naar een duidelijk communicatieplan waarbij je gebruik maakt van een mediamix zoals die hier boven is beschreven
Keuze Participatieniveaus14 Informeren Presentatie over onderwerp speciaal voor jongeren Lespakket
Voordeel
Nadeel
☺ speciaal afgestemd
☻ éénrichting, onduidelijk
op jongeren
☺ lage drempel
bereik
☻ overvragen van scholen
Folder, flyer of poster
☺ school is makkelijke
☻ klein effect
vindplaats Peer education
☺ groot effect
☻ intensief traject
Dagje gemeentehuis
☺ leuk dagje uit
☻ veel organisatie nodig
Mening geven
Voordeel
Nadeel
Prijsvraag
☺ nodigt uit tot
☻ klein bereik
creativiteit Jeugdpanel
☺ verdieping rond een
☻ intensief traject
thema Peilen tijdens activiteit
☺ aansprekend, laagdrempelig
14
☻ organisatie, gevaar eenzijdig bereik
CMO Primo;2009
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
45
Digitaal forum
☺ breed toegankelijk, ruimte voor discussie
Opstel op school
☺ creatief, ruimte voor
☻ geen persoonlijk contact
☻ afhankelijk van school
eigen beleving Schouw: met een groep jongeren op een locatie over een gerelateerd onderwerp praten
☺ actief, toegepast
Ideeënbus
☺ makkelijk te
er met resultaten gedaan
realiseren, goedkoop Ronde tafelgesprekken
☻ begeleiding, wat wordt
☻ ouderwets, lage respons
☺ snel meningen peilen, ☻ werving intensief kostenefficiënt
Enquête
☺ goede opstap voor vervolgtrajecten
Digitale enquête
☺ makkelijk in te vullen en verwerken
☻ korte antwoorden, grote tijdsinvestering
☻ afhankelijk van emailbestand, niet alle jongeren hebben toegang tot internet
Interviews
☺ verdieping
☻ intensief
Jongerendebat
☺ levendig, nodigt uit
☻ niet representatief,
tot discussie
beroepsjongeren
Verantwoordelijkheid geven
Voordeel
Nadeel
Project
☺ duidelijk, afgebakend, ☻ niet structureel resultaat
Zelf activiteiten opzetten
☺ leerzaam en leuk
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
☻ intensief
46
Vorm
Doel
Voordeel
Nadeel
Website voor en door jongeren
informeren/mening
☺laagdrempelig
☻onderhoud
E-mails of sms informeren/mening
informeren/mening
Lunch/diner met de wethouder
informeren/mening
☺informeel
☻klein bereik
Jongerenloket
informeren/mening
☺structurele
☻hoge
voor veel jongeren
☺laagdrempelig voor veel jongeren
intensief
☻weinig informatie
oplossing
kosten, formeel
☺uitwisseling
☻organisatie,
‘Meet en greet’ jongeren en raadsleden
informeren/mening
Jongerencafé of meetingpoint in het stadsdeelkantoor
informeren/mening
Radioprogramma voor en door jongeren
informeren/ verantwoordelijkheid
☺veel ruimte
Burgerinitiatief voor jongeren incl. uitvoering van het idee
mening/ verantwoordelijkheid
☺veel ruimte
goede regie, afspraken waarmaken
☺ontmoeting laagdrempelig
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
voor eigen input, belevingswereld voor eigen inbreng, draagvlak
☻continuïteit, bemensing
☻intensief, kostbaar
☻organisatie, kostbaar
47
Jongerenconferentie
Jongeren(advies)raad
Kindergemeenteraad
mening/ verantwoordelijkheid
☺alle
informeren/ mening/ verantwoordelijkheid
☺vast
informeren/ mening/ verantwoordelijkheid
☺aanspreek-
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
jongeren komen aan bod
aanspreekpunt voor gemeente
punt voor gemeenten
☻voorbereiding intensief
☻continuïteit vergt energie
☻continuïteit, intensieve begeleiding
48
D.
Betekenis voor het betrekken van jongeren
De hiervoor beschreven trends en ontwikkelingen waar jeugd mee te maken heeft en waar zij zich in begeven, hebben betekenis voor de wijze waarop je jeugd betrekt. Samenvattend kunnen we het volgende constateren over trends en ontwikkelingen onder de huidige generatie jongeren. Communicatie Jongeren zijn door de huidige techniek in staat om altijd en overal te netwerken. Zij hebben veel verschillende mogelijkheden om hun nieuwtjes uit te wisselen en elkaar snel op de hoogte te brengen van de allerlaatste ontwikkelingen. De huidige jongeren hebben een breed scala aan technische mogelijkheden om hun informatie uit te wisselen. (MSN, SMS, Gamen,Hyves,Twitter, etc). Jongeren doen aan Multi-tasking: zij passen diverse informatiekanalen tegelijk toe. Daarnaast hebben jongeren steeds meer media ter beschikking. De kanalen via de traditionele media voor jongeren zijn ook toegenomen. Denk hierbij aan de speciale jongerenzenders zoals TMF; BNN. Multimediagebruik Jongeren adopteren als eerste de nieuwste technieken daar waar het gaat om communicatie. Zij zijn immers gewend aan Multi-tasking en zijn gericht op het uitbreiden van het sociaal netwerk. Vrijetijdsbesteding Jongeren zijn druk bezet. Naast de studie en bijbaantjes hebben jongeren gemiddeld 6 uur vrije tijd per dag te besteden. Deze vrije tijd brengen zij door achter hun computer: gemiddeld 12 uur per week zitten jongeren achter hun computerscherm. Vooral jonge tieners(12-15 jaar) en hoger opgeleiden nemen deel aan het verenigingsleven. In totaal neemt 52% van de jongeren deel aan sportactiviteiten. Zinvol Jongeren willen vooral dingen doen waarbij ze het idee hebben een zinvolle bijdrage te hebben geleverd. Jongeren willen experimenteren en nieuwe dingen ontdekken. Leeftijdsspecifiek Om jongeren van 12 tot 15 jaar te bereiken moet je er rekening mee houden dat zij nog niet goed abstract denken. De spanningsboog is kort, er moet veel afwisseling plaatsvinden. Deze jongeren experimenteren met stijlen, gedrag en meningen. Jongeren 16-18 jaar zijn goed in staat hun mening te vormen en te geven, groepsactiviteiten zijn zeer geschikt voor deze groep. Deze jongeren zijn vaak moeilijk bereikbaar vanwege de beperkte vrije tijd. De groep studenten is zeer divers. Studenten zijn verder volop bezig met carrièreplanning, in je aanbod kun je hier rekening mee houden. Via het verenigingsleven zijn studenten vaak bereikbaar. De groep starters is het moeilijkste te bereiken en te mobiliseren om deel te nemen aan activiteiten. Probeer aan te sluiten bij hun dagelijkse problemen en behoeften (bijvoorbeeld woningnood).
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
49
V.
Format communicatieplan
Format communicatieplan 1. Inleiding 2. Analyse 3. Strategie
4. Doelgroepen
Beschrijving van het project Aanleiding Kennis Houding Gedrag Primair Secundair intermediair
5. Boodschap 6. Middelen 7. Doelgroepmiddelenmatrix 8. Planning
Actieplan Communicatie-actieplan
9. Organisatie samenwerken 10. Kosten 11. Evaluatie
Doelgroep Middelenmatrix Middelen 1. 2.
Doelgroep 1
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
Doelgroep 2
Doelgroep 3
50
Voorbeeld communicatie-actieplan Doelgroep
Vul hier het type jongere in die je wilt bereiken. Jongeren die thuis indrinken
Boodschap en doel
Vul in wat bereikt wordt met communicatie. Jongeren die thuis indrinken worden geïnformeerd over de risico’s van overmatig alocohol. Jongeren herkennen signalen van overmatig alcohol Hoe wil je de boodschap overbrengen Bijv. Via school, via de sportclubs, via hyves
Middel
Moment Wie
Wanneer vindt het communicatiemoment plaats . Vul in wie verantwoordelijk is
Opmerkingen
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
51
VI. Werkvormen a. b c. d. e.
Beleidsparticipatie; Maatschappelijke participatie; Maatschappelijke stage; Cliëntenparticipatie; Task-force.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
52
A.
Beleidsparticipatie
Beleidsparticipatie door jeugdigen vraagt om het nemen van een doordacht besluit. De gemeente heeft plannen of is zelfs al een weg ingeslagen. Maar de praktijk leert dat veel vragen beantwoord moeten worden. Wat is voor jou de intentie van de participatie van jeugdigen? Is deze intentie ook te realiseren door jeugdigen zelfgekozen maatschappelijke activiteiten te laten ontplooien? (Maatschappelijke participatie) Waarop moeten jeugdigen zich richten? Wat moet het concrete resultaat zijn van de inspanningen? Is dat een project of een structuur? Wanneer moet dit resultaat zichtbaar / gerealiseerd zijn? Welke middelen krijgen de jeugdigen? Wat levert het proces op voor de participerende jeugdigen? Wanneer moet dat resultaat zichtbaar zijn? Wat is je eigen rol als gemeente? Wie is de gemeente? De antwoorden kunnen meegenomen worden in de uitwerking van een basisplan.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
53
Voorbeeld beleidsparticipatie
BOXTEL - Ze houden vanavond hun allereerste editie van B-Sound in het nieuwe jongerencentrum in Boxtel. Door Domien van der Meijden. zaterdag 14 maart 2009 | 03:41
En dus is het wel spannend hoe dat verloopt. Suze van Dijk en Sabine Hobbelen uit Boxtel hebben alles uit de kast gehaald om de house-electric- avond tot een succes te maken. ,,We hebben Jeepee, Johnny Woo en Royal Red op het programma staan. Die kennen we, want die draaien ook regelmatig in de Bibs (Hart van Boxtel op de Markt). " Concurrentie is er volop. Ook in De Adelaar staat een muziekavond met scratch gepland en daarnaast is er in dansschool Denziz ook een evenement. ,,Daarom moeten we flink publiciteit zoeken. We hebben een eigen Hyvessite gemaakt onder de titel www.b-sound-boxtel.hyves.nl. Daar bereik je veel jongeren mee", vertellen Van Dijk en Hobbelen. ,,Maar ook hebben we veel flyers uitgedeeld. Bij het NS- station en bij scholen. Op het Jacob Roelandslyceum mochten we geen flyers neerleggen." De twee meiden van Next Generation van B-Town ondervinden veel hinder met het plakken van posters. ,,Dat mag bijna nergens. En de plekken waar het wél mag, die borden waar ook altijd de posters hangen van de gemeenteraadsverkiezingen, staan op verkeerde plekken. Daar bereik je geen jongeren en daar moet je bovendien met de keukentrap naar toe. Anders kun je daar geen posters plakken." Ze hebben onlangs bij een avond van de PvdA/GroenLinks de situatie aangekaart. En ze hopen dat de politiek dit nu oppikt en gaat werken aan het realiseren van aanplakzuilen op de Markt en bij het NS- station.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
54
B.
Maatschappelijke participatie
Bij maatschappelijke participatie gaat het vaak om participatie van jongeren in hun eigen leefomgeving en deelname aan allerlei voorzieningen. Vrijwilligerswerk is bij uitstek de werksoort waarbij burgers zich betrokken voelen bij de publieke zaak Voorbeelden van de burgerbetrokkenheid en specifiek van betrokkenheid van jongeren zijn maatschappelijke stages en maatjesprojecten waarin jongeren zich vrijwillig inzetten om andere jongeren of volwassenen te ondersteunen Voorbeelden van aantrekkelijk vrijwilligerswerk voor jeugdigen: * Sport, bijvoorbeeld jeugdtrainers; * Kindervakantiewerk (jeugdleiders); * Scouting; KPJ, Jong Nederland; kadervorming; * Open jeugd en jongerenwerk (zelfstandig activiteiten leiden).
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
55
C.
Maatschappelijke stage
Het huidige kabinet (Balkenende-IV) heeft de verplichte maatschappelijke stage ingevoerd. De maatschappelijke tendens van individualisering en prestatiegerichtheid heeft er voor gezorgd dat jongeren zich minder bij de maatschappij betrokken voelden. De invoering van de verplichtte maatschappelijke stage past prima binnen de huidige politieke waarden van eigen verantwoordelijkheid en solidariteit. Jongeren moeten al op zeer jonge leeftijd burgerschapscompetenties opdoen zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige actieve burgers met gemeenschapszin. Wie zijn er allemaal bij betrokken? De stagebieders dit zijn non-profitorganisaties of maatschappelijke organisaties die stageplaatsen aanbieden aan de jongeren. De stagebieder begeleidt de jongeren op de werkvloer. Het onderwijs is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de leerlingen, het opstellen van een invoeringsplan ten aanzien van maatschappelijke stages, de begeleiding van de scholieren om een stageplaats te vinden en het reflecteren van de stage met de jongeren. De stagemakelaars zijn organisaties en personen die bemiddelen tussen vraag en aanbod van maatschappelijke stages, zoals steunpunten vrijwilligerswerk. De gemeente kan ook de rol van stageaanbieder op zich nemen en binnen haar eigen organisatie maatschappelijke stageplaatsen creëren. Het programma ‘Laat je niet Flessen’ zou een project kunnen zijn die vanuit deze gedachten inbedding kan krijgen binnen de gemeente. Wat houdt een maatschappelijke stage in? Het concrete plan van aanpak voor de maatschappelijke stage is in 2007 ontwikkeld. Onder de naam Samen leven kun je leren is dit officiële plan van aanpak in november 2007 gepresenteerd en op 24 januari 2008 besproken in de Tweede Kamer. De kern van dit plan is als volgt: Richtlijnen Maatschappelijke stage Leerlingen die vanaf schooljaar 2011-2012 instromen in het voortgezet onderwijs, voeren tijdens hun middelbare schooltijd een of meerdere maatschappelijke stages van minimaal VWO 72 uur, HAVO 60 uur en VMBO 48 uur uit. Scholieren maken kennis met de samenleving en leveren hieraan een onbetaalde bijdrage. Het is een onderdeel van het onderwijsprogramma, net zoals ander vakken. De taak om leerlingen te begeleiden, bij het zoeken, vinden en uitvoeren van een maatschappelijke stage, ligt bij de school. De stage-uren kunnen ook verdeeld worden over meerdere schooljaren. 15
Uit diverse onderzoeken blijkt dat Leerlingen die een maatschappelijke stage hebben gedaan vele aspecten van burgerschap hoger scoren dan leerlingen die geen stage hebben gelopen. Dat leerlingen op verschillende manieren betrokken zijn bij de maatschappij. Leerlingen vertalen hun betrokkenheid niet altijd naar een maatschappelijke context en ervaren ook dan volwassenen hun betrokkenheid niet altijd erkennen. Leerlingen kijken over het algemeen goed terug op een maatschappelijke stage. Wanneer een leerling zelf een keuze kan maken in het zoeken naar een stage zijn de ervaringen positiever.
15
Movisie; stand van zaken MaS 2008
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
56
Maatschappelijke stages hebben een sterker verband met burgerschap als leerlingen de stage ervaren als leerzamer, nuttiger, gezelliger, uitdagender, als de stage beter past bij de interesses en talenten van de leerlingen en als leerlingen zich meer gewaardeerd voelen. Leerlingen die meer keuzevrijheid krijgen zijn achteraf wel positiever over hun stage, maar hebben nauwelijks hogere scores op burgerschap. Beoordeling van maatschappelijke stages met een punt lijkt de intrinsieke motivatie te ondermijnen. De verbanden tussen burgerschap en de maatschappelijke stage zijn niet systematisch sterker of zwakker onder specifieke groepen leerlingen. Het lijkt niet zo te zijn dat leerlingen die door hun sociale herkomst eerder met vrijwillige inzet in aanraking komen meer profiteren van de maatschappelijke stage.
Voorbeeld Maatschappelijke Stage Tim Pijs, loopt een maatschappelijke stage bij de gemeente Nuenen. Over zijn ervaringen schreef hij een brief.
Maatschappelijk stage bij de Gemeente Nuenen Mijn naam is Tim Pijs, als maatschappelijke stage voor mijn HAVO opleiding aan het Lorentz Casimir Lyceum te Eindhoven, heb ik gekozen voor het project “Laat Je Niet Flessen”. Een van de doelen van het project is, de beginleeftijd van alcoholgebruik van kinderen en jongeren omhoog te halen naar 16 jaar. Dit project sprak mij aan, omdat het jongeren betreft van mijn leeftijd. Aan dit project werken 21 gemeenten uit de regio ZuidOostBrabant, waaronder Nuenen, de gemeente waar ik woon. De projectleiding ligt in handen van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. In Nuenen liep ik stage bij het oudercomité van ‘Laat Je Niet Flessen”, om ons doel te bereiken stond ik met hen met een stand op markten, mocht ik ouderavonden op basisscholen mee organiseren. We hebben laatst met een stand bij de opening van de nieuwe jongerenhuiskamer gestaan. Wij geven tips, delen folders, flesjes water en ander informatiemateriaal uit, om jongeren en ouders bewust te maken, van wat de nadelige gevolgen zijn van alcoholgebruik. Als maatschappelijk stagiar ben ik ook betrokken bij vergaderingen en bij voorlichtingen over alcohol. Belangrijk vond ik, dat er naar mij geluisterd werd en naar mijn mening werd gevraagd. Ook kwam ik met andere partijen in contact die aan het project meewerken, zoals GGD Zuidoost-Brabant, Novadic-Kentron, K2 Brabants kenniscentrum jeugd, Politie Brabant Zuid-Oost, waardoor ik nog meer over dit jongerenprobleem te weten kwam. Voor het vak Nederlands heb ik een presentatie/discussie gehouden over het alcoholgebruik bij jongeren. Ik vond het erg leuk om te doen, omdat je het project van achter de schermen kan volgen, zo word je er nog meer van bewust. Het was ook moeilijk voor mij, gezien mij leeftijd, veel leerlingen in mijn klas lachten mij uit, omdat zij het stom vonden etc.., maar d’r waren er ook die mij steunde en het een goed initiatief vonden. Ik raad het zeker aan om dit project als maatschappelijke stage te doen. Groetjes Tim Pijs
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
57
D.
Cliëntparticipatie
De gemeente zorgt voor algemeen toegankelijke voorzieningen, waar iedereen inlichtingen kan krijgen over het gemeentelijke aanbod en andere voorzieningen die van belang zijn voor zelfstandigheid of maatschappelijke participatie. Een ander proces op gemeentelijk niveau is het betrekken van cliënten bij het tot stand komen van het gemeentelijke beleid: cliëntenparticipatie. Jongeren zijn vaak moeilijk te bereiken als het gaat om beleidsvorming. Om jongeren of vertegenwoordigers van jongeren te betrekken bij cliëntenparticipatie moet de gemeente er rekening mee houden dat deze doelgroep minder gemobiliseerd is. Jongeren en ouders met 16 hulpvragen betrekken bij beleidsvoering vergt een specifieke aanpak. .
16
Handreiking Wmo en jeugd ; provincie Noord-Brabant,2007.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
58
Voorbeeld cliëntenparticipatie Een mooi voorbeeld van jongeren en cliëntenparticipatie is het project van de Gemeente Veldhoven. ‘Uit de shit’: Veldhovense jeugd helpt.
‘Maar veel jongeren verbergen hun sores, schamen zich ervoor en weten de weg naar hulp niet te vinden. En dat is precies waar het project ‘Uit de shit’ voor is bedoeld. Zestien Veldhovense jongeren tussen de twaalf en achttien jaar oud gaan de komende weken, met een videocamera in de hand, op zoek naar leeftijdsgenoten die op de een of andere manier in de rotzooi zitten. Zij hebben inmiddels een cursus gevolgd om de interviews goed af te kunnen nemen. Elk van de jongeren moet drie gesprekken opnemen, dus 48 in totaal. Van de gefilmde gesprekken gaan ze een montage maken. Die jongeren aanbieden aan het gemeentebestuur. Wat willenze daarmee bereiken? Lotte neemt het woord: „Wij hopen dat er iets mee wordt gedaan en dat de problemen waarmee jongeren zitten zichtbaar worden.” De interviewers denken dat veel jongeren vluchten in drank en drugs of rellerig gedrag omdat anderen dat ook doen en vooral omdat ze de achterliggende oorzaken van hun gedrag niet onder ogen willen zien. Een sterfgeval in de directe omgeving, echtscheiding van de ouders, problemen op school, pesten. Het kan soms zo pijnlijk zijn, dat het moeilijk is daarover te praten. Dan is rotzooi trappen een stuk makkelijker. ‘ Signaalgedrag’ noemt begeleider Karel van Geel van jongeren- en cultuurcentrumOdeon dat. Hulpverleners zijn er genoeg, weten de jongeren. En sinds kort werken die ook goed samen binnen de stichting Stimulans voor tiener jeugdwerk. Maar de jongeren zelf weten de weg naar de hulpverlening nog maar bar slecht te vinden’ fragment uit Eindhovens Dagblad 2007
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
59
E.
Task-Force
Op drie plekken in Noord-Brabant voerde K2, in samenwerking met het lokale jongerenwerk, het peeronderzoek ‘Uit de shit’ uit. Startpunt hierbij waren de jongeren zelf. Het is belangrijk dat jongeren zelf de ruimte krijgen hun beleving onder woorden te brengen. Volwassenen hebben - volgens veel jongeren - de neiging te snel een eigen interpretatie te maken over jongeren en niet in contact te blijven.
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
60
Task-Force De inhoud van het onderzoek behelst beleving van problemen en het feitelijk zoekgedrag van jeugdigen: waar en hoe zoeken zij ondersteuning en hulp bij vragen of problemen?. Het gaat over hùn ‘shit’, hùn ervaringen daarmee en hùn visie over gewenste hulp. Jongeren bevragen –met camera- leeftijdsgenoten over het soort problemen, dat ze ervaren; de beleving daarvan en over hoe ze daar weer uit komen. Dat levert belangrijke informatie op omdat jongeren opener tegen leeftijdsgenoten vertellen. Bij de jeugdige interviewers leidt het project tot verdieping in hun nadenken over problemen en hulpverlening. Ze denken na over het gehoorde, over de eigen ervaringen en vormen zo een eigen mening over hoe het beter kan. De eerste gemeente waar Uit de Shit is uitgevoerd is Veldhoven. Hierbij is het jongerenwerk van de lokale welzijnsinstelling Stimulans betrokken. Na afloop van het peeronderzoek wilde het jongerenwerk en de jongeren graag verder: voor hun was Uit de shit een opmaat naar meer. Samen hebben ze de Task-Force Uit de shit opgericht. Doel is om blijvend aandacht te vragen voor jongeren, hun ‘shit’ en de reactie van professionals daarop. Alles om te bereiken dat er toegankelijke hulp is waarbinnen de jongeren centraal staan. De Task-Force komt ongeveer eens per drie weken bij elkaar in Odeon, het jongerencentrum in Veldhoven. Onder begeleiding van het jongerenwerk (jongerenwerker Karel van Geel) voeren de jongeren een aantal activiteiten uit. Zo maken ze regelmatig een muurkrant, zijn er informatiebijeenkomsten voor docenten en leerlingen op het voortgezet onderwijs en heeft de Task-Force onlangs een ‘uit de shit’-tegel uitgereikt aan een aantal Veldhovense organisaties. De tegel is een soort van keurmerk die organisaties van de Task-Force ontvangen wanneer ze zich commiteren aan het serieus omgaan met vragen en klachten van jongeren. Ook heeft de Task-Force al verschillende keren gesprekken gevoerd met Veldhovense ketenpartners. De Task-Force is er dus voor jongeren en wordt uitgevoerd door jongeren. De kracht van hun inzet zit vooral in de authenticiteit: jongeren zijn vaak recht voor hun raap. Dus niet altijd politiek correcte of sociaal wenselijke uitspraken, maar daarmee wel duidelijk. Door gebruik te maken van jongerenparticipatie sluit je direct aan bij hun belevingswereld en heb je als professionals meer toegang tot jongerennetwerken. Karel van Geel geeft aan dat hij zelf ervaart dat de jongeren een goed klankbord zijn voor hem als professional. Daarnaast zijn zij degenen die (kritische) vragen stellen aan de ketenpartners en daarmee mede de criteria voor verandering stellen. In de praktijk merkt Karel dat het lastig is uitvoerend professionals te beïnvloeden. Zij denken ook vanuit hun eigen referentiekader, de Task-Force merkt dat het nog maar mondjesmaat lukt professionals echt kritisch naar zichzelf te laten kijken. Toch is er wel de indruk dat er wel naar de jongeren uit de Task-Force wordt geluisterd: de meeste hulpverleners zijn wel echt bij hun doelgroep betrokken en krijgen graag handvatten om hun werk goed te doen. In die zin levert het voor professionals ook winst ook: ondersteuning van het project en de TaskForce betekent ook toegang tot de netwerken van jongeren en mond op mond-reclame. Successen van de TaskForce zijn onder andere het peeronderzoek ‘uit de shit’ en de DVD, klassenpresentaties door de jongerenwerken, de tegelleggingen en een training weerbaarheid die een aantal jongeren momenteel volgt (met als doel andere jongeren te kunnen ondersteunen). Het echte succes is dat het een project voor en door jongeren is dat geleidelijk zijn weg vindt binnen Veldhoven, en dat het ook serieus genomen wordt door volwassenen (hulpverleners, werkers en docenten). Knelpunten zitten met name in continuïteit van de vrijwilligers (het kost soms moeite om de jongeren te blijven boeien), contact met de ketenpartners (ooit wel eens lastig om afspraken te maken vanwege drukke agenda’s) en het contact met de doelgroep (de vraag blijft in hoeverre alle jongeren nu worden bereikt door middel van de Task-Force).
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
61
VIII. Duurzame participatie Eén van de problemen bij het betrekken van jeugd is dat volwassenen het moment, de inhoud en de vorm van het traject bepalen. Aandacht voor jeugd en voor de opgroei- en opvoedkwaliteit van een dorp, wijk of stad dient duurzaam te zijn. Niet alleen tijdens het intensief werken aan dorps- of wijkontwikkeling, maar ook tijdens het realiseren van de acties en daarna (stap 1 – het betrekken van jeugd, waarom?) Gezien de dynamiek van de doelgroep is een regelmatige update van belang. Voor duurzame betrokkenheid moet minimaal door middel van een ‘jeugdparagraaf’ zichtbaar zijn op welke wijze de kwaliteit voor jeugdigen in de plannen is verankerd Voor het monitoren van deze duurzame betrokkenheid en de effecten van beleid op de opvoed- en opgroeiomgeving van jeugdigen staan de volgende vragen centraal: Is er daadwerkelijk sprake van verbetering, ook voor deze doelgroep? Sluiten huidige ambities en visie nog aan bij de praktijk? Welke groepen ouders en jeugdigen dreigen in de knel te komen? Wat zijn stappen voor in de toekomst? Hoe borgen we de kwaliteit voor de komende generatie kleuters, schooljeugd, tieners en jongeren? Hoe blijven de jeugdigen in beeld, actief en/of passief? Er zijn een aantal werkvormen waarmee jeugd op de langere termijn onder de aandacht en betrokken blijft bij beleidsontwikkelingen: Een lokaal sleutelfiguur met hart voor jeugd nodig. Deze persoon kan regelmatig de gemeente wijzen op gemaakte afspraken en het belang van het betrekken van jeugd. Bepalen van een toetsingskader In dit toetsingskader kunnen gewenste opgroei- en opvoedingskwaliteit geformuleerd en onderzocht worden. Periodiek (extern) onderzoek Voor deze onderzoeken kan gebruik gemaakt worden van de in stap 3 a omschreven vormen van onderzoek. Portefeuillehouder jeugd in dorps- of wijkraad. Door betrokkenheid blijft de portefeuillehouder op de hoogte van huidige ontwikkelingen en pikt signalen op om mee te nemen in beleid. Permanente input vanuit het jeugdbeleid Actieve rol voor het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het CJG is de verzamelplaats voor vragen en signalen uit de gemeenschap. Registratie van deze signalen levert beleidsinput. Instellen van een jeugdpanel of –raad. Een jeugdpanel of – raad inzetten voor het leveren van feedback op plannen of voor het uit zichzelf aankaarten van thema’s. Monitoren (bij voorbeeld de Jeugdmonitor) K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
62
Bronvermelding ste
Boschma & Groen; Generatie Einstein, slimmer, sneller, socialer communiceren met jongeren uit de 21 eeuw; 2007. Nelis & Sark; Puberbrein binnenstebuiten; 2009. Doorn; Maken van een communicatieplan; 2007. Movisie; Verovering van de jongerenmarkt, marketing om jonge vrijwilligers te vinden en te binden; 2006. Bridges Karr, L., Bosch, A. van den (2008). Ze zijn geweldig! Maar waarom eigenlijk? Brochure Movisie. K2 Brabants Kenniscentrum jeugd, Sportservice Noord-Brabant en Stichting Zet; De nieuwe vrijwilliger 2003. Kerkhof, van de, Broeders, A., Zwerink, F. e.a. Wmo en jeugd: handreiking voor gemeenten in Noord-Brabant. Uitgave van provincie Brabant, samengesteld door K2 Brabants Kenniscentrum jeugd. Ministerie OCW; Samen leven kun je leren: plan van aanpak voor de invoering van de Maatschappelijke Stage in het voortgezet onderwijs; 2007. Movisie; stand van zaken MaS 2008 Prof.dr. Winter,M.; Samenvatting van de inleiding door Hoogleraar Micha de Winter; Conferentie ‘Jong mee doen gaat verder’;2008 T.Dowit ;K2; Inleiding: jongeren en actief burgerschap tijdens de conferentie welzijn versterkt burgerschap; 2006 Querius; Jongeren 2005: het speelveld verandert, 2005 Gemeente Dordrecht; eugdparticipatie, hoe organiseer ik dat? 2008 Pijs T.; Maatschappelijk stage bij de Gemeente Nuenen; 2009 Wikipedia; Jeugdparticipatie 2009 Hart; Primo; participatieladder, 2006 Primo; Participatieniveaus,; 2009. Groot, de M. ;Website Carrièretijgers GGD; Gegevens uit de Jeugdmonitor; 2008 K2; Gegevens uit Jeugdbalans; 2009
K2 Adviesbureau voor Jeugdvraagstukken
63