HANDLEIDING Rapportering Gemeentelijke Sanering
april 2015
Jaarlijks bevraagt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de gemeentelijke en intergemeentelijke rioolbeheerders over de financiële en ecologische aspecten van het gemeentelijk rioolbeheer. Het financiële luik gaat dieper in op de opbrengsten en de kosten voor het aanleggen en het onderhouden van de gemeentelijke saneringsinfrastructuur en alles wat daarbij komt kijken. Het ecologische luik tracht aan de hand van de performantie-indicatoren de werking van de gemeentelijke saneringsinfrastructuur te beoordelen. Opdat deze rapportering zo efficiënt mogelijk zou verlopen, heeft de Vlaamse Milieumaatschappij een online uitwisselingsplatform ontwikkeld (https://www.vmm.be/water/riolering/financiering/rapportering). De gerapporteerde gegevens zijn op deze manier permanent raadpleegbaar en worden automatisch gevalideerd. Daarnaast wordt de beveiliging van de gegevensuitwisseling geoptimaliseerd, zo wordt de identiteit van de gebruiker via eID gecontroleerd.
SINDS 2012 IS DEELNAME AAN DE RAPPORTERING VERPLICHT.
! DE UITERSTE INDIENDATUM IS 15 JULI.
In de volgende paragrafen wordt de werking van de online toepassing stap voor stap toegelicht. Zo wordt kort aangestipt waarvoor de voornaamste knoppen dienen en welke onderdelen in ieder tabblad voor u belangrijk zijn. HANDLEIDING ..................................................................................................................................................... 1 Rapportering Gemeentelijke Sanering april 2015 ...................................................................................... 1 1.1 Inloggen .................................................................................................................................................. 2 1.2 Vragenlijsten laden................................................................................................................................. 3 1.3 Financiële informatie, Kostendrijvers en Performantie indicatoren invullen ........................................ 4 1.4 Projecten invullen .................................................................................................................................. 5 1.5 Controleren ............................................................................................................................................ 5 1.6 Terugkerende knoppen en handelingen ................................................................................................ 6 1.7 Herschikking van het onderdeel ‘Resultaatsverwerking’ ....................................................................... 7 1.8 Optionele vragen in het kader van de benchmark................................................................................. 8
!
BIJ VRAGEN, CONTACTEER
[email protected]
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
1
1.1 Inloggen Stap 1
Ga naar de VMM-website (U vindt de toepassing hier) en druk vervolgens op de knop “Start het rapporteringsinstrument".
Stap 2
Kies bij “Aanmelden als” voor “medewerker van een lokaal bestuur of provincie administratie” als u voor een gemeente werkt en voor “partner van de Vlaamse overheid” als u voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband werkt.
Stap 3
Kies vervolgens bij “Aanmelden met” voor “identiteitskaart”.
Stap 4
Klik op “Verdergaan” en geef de pincode van uw eID in. De eigenlijke toepassing wordt geopend.
2
3
!
VOORALEER U KUNT INLOGGEN EN DE TOEPASSING GEBRUIKEN, DIENT DE LOKALE BEHEERDER U GEBRUIKERSRECHTEN TOE TE KENNEN. MEER INFORMATIE OMTRENT HET GEBRUIKERSBEHEER VINDT U OP DE VMM-WEBSITE.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 2
Rapportering Gemeentelijke Sanering
1.2 Vragenlijsten laden Stap 5
Selecteer de rioolbeheerder en de gemeente/stad waarvoor u de vragenlijsten wilt invullen en druk vervolgens op de knop “Laad vragenlijsten”.
Stap 6
Onderaan wordt per gemeente een statusoverzicht weergegeven. Controleer welke vragenlijsten u (nog) dient in te vullen.
7 5 7
6 … … …
… … …
Bovenaan iedere pagina ziet u zes tabbladen. Het tabblad “Overzicht” geeft een overzicht van de in te vullen vragenlijsten en de betrokken diensten. Ook de aangewezen contactpersonen bij eventuele vragen worden hier vermeld. Het tabblad “Info VMM” bevat de gegevens die jaarlijks door de watermaatschappijen aan de VMM worden gerapporteerd. Dit tabblad is enkel informatief en dient dus niet door de gemeente/rioolbeheerder ingevuld te worden. Stap 7
Gelieve deze informatie door te nemen vooraleer u start met invullen.
In de tabbladen “Financiële informatie”, “Kostendrijvers”, “Projecten” en “Performantie indicatoren” vindt u vervolgens de afzonderlijke delen van de vragenlijst.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
3
1.3 Financiële informatie, Kostendrijvers en Performantie indicatoren invullen Stap 8
Selecteer het tabblad “Financiële informatie”. Het invullen van de vragenlijst kan gestart worden. Ter indicatie vindt u linksonder telkens het antwoord van vorig jaar.
Stap 9
Bij bepaalde velden kunt u via de ja/nee-knop aangeven of u over detailinformatie beschikt.
9 8 11
10
11
13
11
Stap 10 Na (tussentijdse) invullen bewaart u de gegevens via de knop “Bewaren”. Stap 11 Valideren is de volgende stap. De ingevulde gegevens worden gecontroleerd a.d.h.v. enkele validatieregels. Bij eventuele validatiefouten verschijnt er in de toelichtingskolom één of meerdere opmerkingen. Het aantal opmerkingen wordt onderaan weergegeven. Stap 12 Gelieve te controleren of u al dan niet het juiste bedrag ingaf. Stap 13 Indien de ingevulde gegevens correct en volledig zijn, druk op de knop “Voltooien”. Het tabblad wordt definitief bewaard en doorgestuurd naar de VMM.
!
VUL ZO VEEL MOGELIJK DE DEFINITIEVE BEDRAGEN EXCLUSIEF BTW IN. INDIEN DE BEVRAAGDE WAARDE NIET GEKEND IS, LAAT U HET VELD LEEG. VUL ZO VEEL MOGELIJK DE TOELICHTINGSVELDEN IN. DIT HELPT BIJ HET VERWERKEN VAN DE GEGEVENS EN MAAKT HET ACHTERAF OPVRAGEN VAN VERDUIDELIJKING ONNODIG.
De voorgaande stappen gelden ook voor de tabbladen “Kostendrijvers” en “Performantie indicatoren”. U dient elk tabblad afzonderlijk te bewaren, te valideren en te voltooien. De knoppen zijn enkel van toepassing binnen het actieve tabblad. \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 4
Rapportering Gemeentelijke Sanering
1.4 Projecten invullen Stap 14 De reeds gerapporteerde projecten worden door de VMM telkens opnieuw weergegeven. Gelieve de ontbrekende informatie (bv. de opleveringsdatum, de reële investeringsuitgaven, …) aan te vullen. Stap 15 Vervolledig vervolgens deze lijst met nieuwe projecten die dit of vorig jaar startten. Het aan- en invullen van het tabblad “Projecten” kan op twee manieren gebeuren: In de toepassing zelf; In een CSV-bestand dat u kunt exporteren, bewerken en weer importeren. Opgelet: Als u een CSV-bestand wilt importeren, moeten zowel reeds gerapporteerde projecten als nieuwe projecten hierin opgenomen zijn. Als u enkel de nieuwe projecten importeert, worden de reeds gerapporteerde projectgegevens verwijderd.
15
14
!
ENKEL DE NIET-GESUBSIDIEERDE PROJECTEN VANAF 2007 WORDEN OPGEVRAAGD. OM FOUTEN BIJ HET IMPORTEREN TE VERMIJDEN, RESPECTEERT U BEST DE GETALNOTATIE ZOALS IN HET GEËXPORTEERDE CSV-BESTAND. GEBRUIK GEEN SCHEIDINGSTEKEN VOOR DUIZENDTALLEN. VERGEET NIET TE VOLTOOIEN.
1.5 Controleren Stap 16 Controleer in het statusoverzicht op het eerste tabblad of de ingevulde gegevens bewaard zijn en alle vragenlijsten voltooid zijn. \\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
5
1.6 Terugkerende knoppen en handelingen Knoppen op alle tabbladen De toepassing afsluiten. Opgelet: Vergeet niet te bewaren vooraleer u afsluit. De handleiding openen. Knoppen bij “Financiële informatie”, “Kostendrijvers” en “Performantie indicatoren” De ingevulde vragenlijst bewaren. Opgelet: Enkel de gegevens van het openstaande tabblad worden bewaard. De ingevulde vragenlijst controleren. De gegevens worden getoetst a.d.h.v. enkele validatieregels. Bij eventuele validatiefouten verschijnt er één of meerdere opmerkingen in de toelichtingskolom. Dit houdt het voltooien van de vragenlijst evenwel niet tegen. Het invullen van de vragenlijst voltooien. Door te voltooien bevestigt u dat de gegevens volledig en correct ingevuld zijn. Opgelet: Aanpassingen zijn niet langer mogelijk, hiervoor kunt u nog wel de verantwoordelijke VMM-medewerker (zie stap 7) contacteren. De aangebrachte wijzigingen ongedaan maken. Hierdoor worden de recent aangebrachte wijzigingen ongedaan gemaakt en vervangen door de laatst bewaarde gegevens. De vragenlijst afdrukken. Het openstaande tabblad verschijnt in een afdrukbaar formaat, dat u ook kunt bewaren of in Excel openen. Knoppen bij “Projecten” Een nieuw project toevoegen. Een project in de lijst selecteren. Hierdoor verschijnt een formulier waarin u de projectgegevens kunt aanpassen. U kunt dezelfde functionaliteit ook aanroepen met een dubbelklik op de projectregel. Een project in de lijst verwijderen. Een project in de lijst opzoeken. De projectnaam, het projectnummer, het investeringstype, de begin- of einddatum van een project vormen mogelijke zoekcriteria. De zoekcriteria wissen. De ingevulde projectlijst voltooien. De projectlijst afdrukken.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 6
Rapportering Gemeentelijke Sanering
1.7 Herschikking van het onderdeel ‘Resultaatsverwerking’ Ten opzichte van de voorgaande jaren is er een herschikking van de vragen met betrekking tot de resultaatsverwerking (velden 3.24 tot en met 3.26) doorgevoerd, dit om eventuele onduidelijkheid te vermijden over waar en met welk teken de gevraagde bedragen ingevuld dienen worden.
De velden 3.24 en 3.26 zijn automatisch berekende velden. Het veld 3.25 wordt vooraf ingevuld, maar kan overschreven worden. In principe is het overgedragen resultaat van het vorige boekjaar gelijk aan het over te dragen resultaat dat het voorgaande jaar gerapporteerd werd. In de velden 3.26a tot en met 3.26e wordt gerapporteerd hoe het bekomen resultaat verwerkt werd. Het totaal van deze velden is altijd gelijk aan het te bestemmen winstsaldo of het te verwerken verliessaldo.
!
GELIEVE OOK DE ONDERSTAANDE RICHTLIJNEN IN ACHT TE NEMEN: GEMEENTEN RAPPORTEREN EEN TUSSENKOMST VANUIT DE ALGEMENE MIDDELEN IN HET VELD 3.26D INTERGEMEENTELIJKE RIOOLBEHEERDERS RAPPORTEREN EEN TUSSENKOMST VAN DE GEMEENTEN EVENEENS IN HET VELD 3.26D, ENKEL EEN TUSSENKOMST VAN DE GEMEENTEN TER FINANCIERING VAN SPECIFIEKE PROJECTEN WORDT GERAPPORTEERD IN HET VELD 2.7. Ingeval van OVERGEDRAGEN OF OVER TE DRAGEN WINSTEN, TOEVOEGINGEN AAN HET KAPITAAL OF DE RESERVES EN VERGOEDINGEN VAN HET KAPITAAL/BESTUURDERS/GEMEENTEN WORDEN POSITIEVE BEDRAGEN GERAPPORTEERD. INGEVAL VAN OVERGEDRAGEN OF OVER TE DRAGEN VERLIEZEN, ONTTREKKINGEN AAN HET KAPITAAL OF DE RESERVES EN TUSSENKOMST VAN HET KAPITAAL/BESTUURDERS/GEMEENTEN WORDEN NEGATIEVE BEDRAGEN GERAPPORTEERD.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
7
1.8 Optionele vragen in het kader van de benchmark In de vragenlijst “Financiële informatie” werden enkele vragen toegevoegd, het betreft meer bepaald de velden 3.1a en 3.1b, 3.2a en 3.2b, 3.8a en 3.8b, 3.9a en 3.9b. Deze vragen zijn optioneel, maar we raden ten zeerste aan om deze velden in te vullen. Op die manier kan u immers deelnemen aan de benchmarking ‘gemeentelijke rioolbeheerders’ en krijgt u van ons een resultaatsfiche (hieronder vindt u een voorbeeld) met uw eigen kernindicatoren in vergelijking met het sectorgemiddelde. U verwerft zodoende een verder inzicht in de eigen werking op het vlak van rioolbeheer en krijgt een duidelijk beeld van de sterke en zwakke punten inzake kosten en uitgaven in vergelijking met de andere rioolbeheerders. Meer informatie over de benchmark vindt u hier. Aansluitend op de benchmarkanalyse kan u elk moment instappen in het leertraject Rio-leren door u in te schrijven via
[email protected]. Via dit leertraject brengen we u in contact met andere rioolbeheerders en ondersteunen we de uitwisseling van goede praktijken aan de hand waarvan iedere rioolbeheerder de eigen kostenefficiëntie kan verbeteren.
Daarnaast werd ook het veld 3.27 toegevoegd. Aan de hand van dit veld bevragen we de kosten van de onderhoudswerken en herstellingen aan straatkolken, dit als onderdeel van de totale exploitatiekosten (veld 3.17). Deze kosten werden in de voorgaande jaren meegenomen in het veld 3.12 (Riolen) maar worden nu dus afzonderlijk bevraagd.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 8
Rapportering Gemeentelijke Sanering
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
9
BIJLAGE Verschillende vragenlijsten Hieronder wordt louter ter informatie en om het invullen van de online rapportering eventueel te vergemakkelijken een oplijsting gemaakt van de verschillende vragenlijsten: Financiële informatie, Kostendrijvers, Projecten en Performantie-indicatoren. Het invullen zelf van de vragenlijst kan uitsluitend via het online rapporteringsinstrument.
Financiële informatie Nr.
Vraag
Opbrengsten 2.1 Totaal bedrag van bijdrage en vergoeding
2.3
Andere dienstprestaties
Toelichting vraag
Eenheid
Het totaal bedrag van de opbrengsten afkomstig van de bijdrage en vergoeding (meestal de transportfacturen en eindafrekening t.a.v. de watermaatschappij). UITZONDERING: Indien de gemeente voor het euro systeem van '3de betaler' heeft gekozen (zie 1.51), blijft dit veld leeg. - AR 71 - NIEUW BBC: AR 700/7 (VERKOPEN EN DIENSTPRESTATIES) Opbrengsten die het gevolg zijn van andere dienstprestaties. - AR 71 euro - NIEUW BBC: AR 700/7 (VERKOPEN EN DIENSTPRESTATIES)
Fiscale opbrengsten 2.2
Aansluitingen
2.4
Andere fiscale opbrengsten
De opbrengsten die de rioolbeheerder genereert voor nieuwe aansluitingen van onroerend goed op riolering, IBA's en KWZI's. - AR 70120 (GEMEENTELIJKE VERHAALBELASTING), AR 70130 euro (GEMEENTEBELASTINGEN OP PRESTATIES VAN OPENBARE HYGIËNE) - NIEUW BBC: AR 7310 (AANSLUITING RIOLERING) Leggen riolen, onderhoud rioolnet, op rioolnet aangesloten en aansluitbare gebouwen, afkoppeling hemelwater, andere (voor zover euro toewijsbaar aan de saneringsactiviteiten) - AR 70120 - 70130 NIEUW BBC: AR 7322 - 73300 - 73301 - 73304
Financiële opbrengsten 2.5
In resultaat genomen kapitaalsubsidies
2.6
Andere financiële opbrengsten Andere operationele opbrengsten 2.7
De investeringssubsidies worden gespreid a rato de afschrijvingstermijn op activa. - AR 76780 (VERREKENINGEN VAN ONTVANGEN INVESTERINGSSUBSIDIES, GIFTEN EN LEGATEN) euro - NIEUW BBC: AR 7530 (IN RESULTAAT GENOMEN KAPITAALSUBSIDIES EN SCHENKINGEN) Andere dan in 2.5 opgenomen financiële opbrengsten. - AR 75 euro NIEUW BBC: AR 75
Bijpassing gemeente
euro
Andere operationele opbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten
Dit zijn o.a. meerwaarden en diverse bedrijfsopbrengsten. – AR 71, AR 73 – NIEUW BBC: AR 74
2.9
Terugnemingen van afschrijvingen en waardeverminderingen. – AR 77100 (UITZONDERLIJKE OPBRENGSTEN VAN DE GEWONE DIENST), AR 772, AR 773 – NIEUW BBC: AR 763 (MEERWAARDE OP DE REALISATIE VAN FINANCIËLE, MATERIËLE EN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA) Som van de velden 2.1 tot en met 2.9.
2.8
2.10
Uitzonderlijke opbrengsten
Totale opbrengsten
euro
euro
euro
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 10
Rapportering Gemeentelijke Sanering
Kosten (Afschrijvings)kosten van investeringen -
Is de opsplitsing van de investeringskosten beschikbaar?
3.1
3.1a
Nieuwbouw en renovatie van saneringsinfrastructuur waarvan afschrijvingen nieuwbouw en renovatie van saneringsinfrastructuur - leidingennet
3.1b
waarvan afschrijvingen nieuwbouw en renovatie van saneringsinfrastructuur - grachten
3.2 3.2a
Overgenomen infrastructuur waarvan afschrijvingen overgenomen infrastructuur - leidingennet
3.2b
waarvan afschrijvingen overgenomen infrastructuur - grachten
3.3
Activa nodig voor de exploitatie Aansluitingen
3.4 3.5 3.6
Inventarisaties / modelleringen / studies Oprichtingskosten
3.7
Totaal investeringen
euro euro euro euro euro euro euro
De jaarlijkse (afschrijvings)kost van inventarisaties, modelleringen en euro studies. euro
3.8a
Som van de velden 3.1 t/m 3.6. Enkel indien de opgegeven opsplitsing niet gekend is, kan dit veld overschreven worden. Per saldo in te vullen, totaal van de toevoegingen en de Waardeverminderingen terugnemingen. - AR 66 - NIEUW BBC: AR 63 waarvan waardeverminderingen leidingennet
3.8b
waarvan waardeverminderingen grachten
3.9
Voorzieningen voor risico's en kosten
3.8
euro
3.9a
Per saldo in te vullen: toevoegingen verminderd met de bestedingen/aanwendingen en de terugnemingen. - AR 66621 - AR 66622 - AR 77111 - NIEUW BBC: AR 6370 - AR 6371 waarvan voorzieningen - leidingennet
3.9b
waarvan voorzieningen - grachten
euro euro euro euro euro euro euro
Financiële kosten 3.10
Rentelasten op leningen en andere financiële kosten Exploitatie
Rentelasten op leningen aangegaan ter financiering van de gemeentelijke saneringsactiviteiten en andere financiële kosten. - AR euro 65 - NIEUW BBC: AR 65
-
Is de opsplitsing van de exploitatiekosten beschikbaar?
3.11
Pompstations
3.12
Riolen
3.13
Aansluitingen
3.14
IBA
3.15
KWZI
3.16
Grachten
3.27
Straatkolken
3.17
Totaal exploitatie
3.18
Indirecte personeelskosten Overhead
3.19
Alle kosten van onderhoud, herstellingen en uitbating van de pompstations. Alle kosten van onderhoud en herstellingen aan het rioleringsstelsel (DWA, RWA en drukriolen). Enkel indien de uitvoering van aansluitingen deel uitmaakt van de gewone dienst.
euro euro euro euro euro
Alle kosten van onderhoud en herstellingen van alle waterlopen in beheer van de gemeentelijke rioolbeheerder (ook de buffer- en infiltratievoorzieningen), incl. doorgerekende kosten van Polderbesturen/ Wateringen.
Som van de velden 3.11 t/m 3.16. Enkel indien de opgegeven opsplitsing niet gekend is, kan dit veld overschreven worden. De indirecte personeelskosten toe te wijzen aan de afvalwatersaneringsactiviteiten. - AR / NIEUW BBC: AR 62 Alle andere indirecte kosten toe te wijzen aan de afvalwatersaneringsactiviteiten.
euro
euro euro euro
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
11
Andere operationele kosten 3.20
3.21
Aanmoedigingspremies
Andere
3.22
Uitzonderlijke kosten
3.23
Totale kosten
Alle toegestane premies / werkingssubsidies die de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting aanmoedigen. - AR 63 - NIEUW BBC: AR 649 (TOEGESTANE WERKINGSSUBSIDIES) Andere bedrijfskosten / operationele kosten die het gevolg zijn van de afvalwatersaneringsactiviteiten - AR 63 - NIEUW BBC: AR 64 (MINDERWAARDEN, DIVERSE WERKINGSKOSTEN) Alle uitzonderlijke kosten toe te schrijven aan de afvalwatersaneringsactiviteiten. - AR 67 - NIEUW BBC: AR 66 Som van de velden 3.7 t/m 3.10 en de velden 3.17 t/m 3.22.
euro
euro euro euro
Resultaat Verschil tussen 2.10 en 3.23 Totaal opbrengsten totaal kosten 3.25 Overgedragen winst / verlies vorig boekjaar 3.26 Te bestemmen winstsaldo In de velden 3.26a t/m 3.26e dient aangegeven te worden hoe het positieve of negatieve resultaat verwerkt is. / te verwerken verliessaldo Resultaatverwerking 3.24
3.26a
3.26b 3.26c 3.26d
3.26e
Toevoeging / onttrekking aan het kapitaal en uitgiftepremie Toevoeging / onttrekking aan de reserves Over te dragen winst / verlies Vergoeding / tussenkomst De tussenkomsten vanuit de algemene middelen (van de gemeentevennoot) van het kapitaal/bestuurders/geme enten Andere
euro euro euro
euro
euro euro euro
euro
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 12
Rapportering Gemeentelijke Sanering
Kostendrijvers Nr.
Vraag
5.1
Aantal meter weg riolering
5.2
Aantal pompstations
5.3
Aantal IBA's
5.4
Aantal KWZI's
5.5
Aantal meter grachten
5.6
5.7 5.8
Percentage van de totale rioleringslengte dat werd geïnventariseerd Percentage van de totale rioleringslengte dat werd gemodelleerd Aantal aansluitingen onroerend goed
Toelichting vraag Het aantal lopende meter weg, dus niet de totale lengte van de buizen. Het totaal aantal pompstations aanwezig in het werkingsgebied van de rioolbeheerder. Het totaal aantal IBA's aanwezig in het werkingsgebied van de rioolbeheerder. Het totaal aantal KWZI's aanwezig in het werkingsgebied van de rioolbeheerder. Het totaal aantal meter grachten aanwezig in het werkingsgebied van de rioolbeheerder. Percentage (o.b.v. het aantal inwoners) dat aangeeft welk deel van de riolering in het werkingsgebied van de rioolbeheerder geïnventariseerd werd. Percentage (o.b.v. het aantal inwoners) dat aangeeft welk deel van de riolering in het werkingsgebied van de rioolbeheerder gemodelleerd werd. Het totaal aantal aansluitingen aanwezig in het werkingsgebied van de rioolbeheerder.
Eenheid m # # # m %
% #
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
13
Projecten Nr.
Vraag
-
NIS-code
4.1
Naam
4.2
Projectnummer
4.3
Type investering
4.4
Totale afstand
4.5 4.6
4.7
Toelichting vraag
Eenheid
De werknaam van het project zoals het in de gemeente is gekend. Dit kan ook de straatnaam zijn waar de werken worden uitgevoerd. Het nummer van het project zoals het bij de rioolbeheerder is gekend. Dit is een uniek nummer. Op die manier beschikt de VMM voor elk project over een unieke identificatie. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen “uitbreidingsinvesteringen” en “vervangingsinvesteringen”. Bij gemengde projecten dient het type gekozen dat het grootste aandeel inneemt. 4.3.1 Uitbreidingsinvesteringen Elke investering met betrekking tot de gemeentelijke saneringsinfrastructuur waarbij voorafgaandelijk geen gemeentelijke saneringsinfrastructuur aanwezig was. 4.3.2 Vervangingsinvestering Hieronder wordt begrepen elk investeringsproject waarbij (een deel van) de bestaande infrastructuur in zijn geheel wordt vervangen. Het aantal lopende meter weg (dus NIET de totale lengte van de m buizen) uitbreiding of vervanging.
Aantal nieuwe Het aantal nieuwe aansluitingen dat een project omvat. # aansluitingen gerealiseerd Aantal nieuwe IBA’s Het aantal nieuwe IBA’s dat een project omvat. # geplaatst Alle aangerekende bedragen – van studie en metingen tot en met de laatste vorderingsstaat / factuur – voor werken aan gemeentelijke saneringsinfrastructuur en desgevallend het herstel van bovenbouw in oorspronkelijke toestand of de aanleg van nieuwe bovenbouw (GEEN bijkomende verfraaiing van het wegdek). Reële investeringskost euro In het geval van een verkaveling waarbij de verkavelaar de kosten van de rioleringen op zich neemt, moet dit project ook genoteerd worden, maar dan met 0€ aan reële investeringsuitgaven. Hier horen ook de beschikbaarheidsvergoedingen ingeval van een PPS- of DBFM-constructie thuis.
4.8
Datum begin project
De datum waarop de uitvoering van het project start.
4.9
Datum einde project
De geraamde of werkelijke datum van oplevering van het project.
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 14
Rapportering Gemeentelijke Sanering
Performantie-indicatoren
INDICATOR 1: CORRECTE INZAMELING VAN AFVALWATER 1.1. Uitvoeringsgraad Toelichting: De zoneringsplannen geven een toekomstvisie voor het totaal te rioleren gebied. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de huidige verwezenlijking hiervan. o Vraag L0,1,1: Huidig aantal IE aangesloten op riolering (rioleringsgraad): dit gegeven wordt ingevuld door VMM. o Vraag L0,1,2a: Gepland aantal IE op riolering/zuivering volgens het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014): dit gegeven wordt ingevuld door VMM.
1.2. Gemeentelijk beleid huisaansluitingen Toelichting: Volgens Vlarem is er een aansluitingsplicht en zou iedereen die woont in een gerioleerde straat ook effectief moeten aangesloten zijn. Deze indicator beoordeelt het gemeentelijke beleid m.b.t. huisaansluitingen op het vlak van procedure en opvolging. o Vraag L1,1,0: Wie realiseert de huisaansluitingen? Rioolbeheerder Particulier met controle rioolbeheerder Particulier o Vraag L1,2,0: Bestaat er een formeel huisaansluitingsreglement? Ja, beschikbaar via website Ja, niet beschikbaar via website Nee o Vraag L1,3,0: Bestaat er een standaard procedure voor de aanvraag en uitvoering van een huisaansluiting? Ja, en automatisch opgestart bij aanvraag bouwvergunning Ja, maar niet automatisch opgestart bij aanvraag bouwvergunning Nee o Vraag L1,4,0: Welke inspectiemogelijkheden worden standaard voorzien bij een huisaansluiting? Apart toezichtsputje voor enkel afvalwater (voor elke waterstroom tussen woning en openbaar domein) 1 toezichtsputje voor afvalwater en regenwater samen Geen
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
15
1.3. Zuiveringsgraad Toelichting: De zoneringsplannen geven een toekomstvisie op het aansluiten van vuilvracht op een zuivering. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de huidige verwezenlijking hiervan. Indien van een gemeente de inwoners aangesloten zijn op verschillende RWZI’s/KWZI’s dan wordt hiermee rekening gehouden. o Vraag L0,1,3: Huidig aantal IE van de gemeente aangesloten op RZWI of KWZI (zuiveringsgraad): dit gegeven wordt ingevuld door VMM.
1.4. Dimensionering pompstations Per type pompstation wordt het aantal gevraagd. o Vraag L0,1,4a: Totaal aantal gemeentelijke pompstations: dit aantal wordt automatisch berekend o.b.v. de ingevulde gegevens per type pompstation bij de vragen L0,1,4b t.e.m. L0,1,4f. L0,1,4a is dus een read only veld en kan niet manueel aangepast worden. o
Vraag L0,1,4b: Pompstations voor gemengde afvoer
o
Vraag L0,1,4c: Pompstations alleen voor DWA
o
Vraag L0,1,4d: Pompstations alleen voor RWA
o
Vraag L0,1,4e: Andere pompen (sifonpompen, leegpompen buffer- en/of bergingsbekkens, …)
o Vraag L0,1,4f: Pompstations horende bij drukriolering Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, wordt onderstaande vraag automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,38,0: Gegevens pompstations beschikbaar? Ja Nee
1.4.1. Beschikbare kennis werking pompstations Toelichting: Pompstations zijn kritische elementen in een rioolstelsel. Daarom is het van belang dat de hydraulische werking gekend en onderbouwd is. Deze indicator beoordeelt kwalitatief de beschikbaarheid van deze kennis en onderbouwing. Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,5,0: Is het pomptype van de geïnstalleerde pompen gekend? Ja, inclusief pompkarakteristiek Ja, enkel type zonder pompkarakteristiek Nee o Vraag L1,6,0: Zijn de aan- en afslagpeilen gekend? Ja Nee o Vraag L1,7,0: Zijn de karakteristieken van de persleiding (diameter, ligging, lozingspunt) gekend? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 16
Rapportering Gemeentelijke Sanering
o
Vraag L1,8,0: Is er een lijst beschikbaar van alle pompstations met hun ligging? Ja, digitaal Ja, analoog Nee
1.4.2. Goede dimensionering van pompstations Toelichting: Pompstations zijn kritische elementen in een rioolstelsel. Daarom is een goede dimensionering van het pompstation van groot belang. Deze indicator beoordeelt kwalitatief de dimensionering van de gemeentelijke pompstations. Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,9,0: Is de hydraulische werking van de pompen gekend? De werkingspunten zijn gekend Pompcapaciteit bij benadering gekend Niet gekend o Vraag L1,11,0: Voldoet de minimale cyclustijd aan de Code van goede praktijk? 20 min < minimale cyclustijd 5 min < minimale cyclustijd < 20 min Minimale cyclustijd < 5 min
1.5. Operationele werking pompstations 1.5.1. Beschikbare operationele middelen m.b.t. werking pompstations Toelichting: Voor de pompstations waar geen metingen beschikbaar zijn, kan de beoordeling op een kwalitatieve manier worden uitgevoerd. Hierbij wordt nagegaan welke maatregelen worden getroffen en welke procedures beschikbaar zijn om te verzekeren dat de werking van het pompstation zo optimaal mogelijk verloopt. Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,12,0: Is er een operationeel SCADA-systeem beschikbaar? Ja, inclusief sturing op afstand Ja, maar enkel gegevens opvragen Neen SCADA is een acroniem voor: “Supervisory Control And Data Acquisition”, het verzamelen, doorsturen, verwerken en visualiseren van meet- en regelsignalen in een centrale eenheid. o Vraag L1,13,0: Is er een alarmering voorzien (hoogwater, pompuitval, stroompanne, …)? Ja, hydraulisch en mechanisch. Indien uitgerust met SCADA: communicatie Ja, enkel hydraulisch of enkel mechanisch of communicatief Nee o Vraag L1,14,0: Is er een uitgeschreven onderhoudsplan voorzien? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
17
o
o
o
Vraag L1,15,0: Is er een logboek aanwezig? Ja Nee Vraag L1,16,0: Zijn de nodige keuringsdocumenten (elektrische installatie, hefinrichting, ...) beschikbaar? Ja Nee Vraag L1,17,0: Wordt een reservepomp voorzien (bv. 1+1, 2+1, ... opstelling)? Ja, met dezelfde capaciteit Ja, met een lagere capaciteit Nee
1.5.2. Inspecties pompstations Toelichting: Pompstations zijn kritische elementen in een rioleringssysteem en moeten dan ook regelmatig worden geïnspecteerd. Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, wordt onderstaande vraag automatisch uitgeschakeld. o Vraag L0,1,5: Aantal reguliere inspecties van de gemeentelijke pompstations per jaar en per pompstation.
1.5.3. Falingen / incidenten op pompstations Toelichting: Voor pompstations waarvoor geen detailmetingen beschikbaar zijn, maar waar er wel informatie is over de werking van het pompstation (bv. draaiuren van de pompen), kan een beoordeling gebeuren op basis van de tijdspanne waarbij het pompstation niet operationeel is omwille van faling. Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, wordt onderstaande vraag automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,18,0: Aantal kalenderdagen gemeentelijke pompstations niet operationeel?
1.6. Dimensionering leidingen 1.6.1. Beschikbare ontwerpmiddelen m.b.t. dimensionering leidingen Toelichting: Het is belangrijk dat iedere leiding in het afwateringssysteem naar behoren gedimensioneerd is om wateroverlast en onderhoudsproblemen te minimaliseren. Deze indicator maakt een beoordeling van de ingezette middelen voor het ontwerp. o Vraag L1,19,0: Werd een hydrodynamische modellering van het rioleringssysteem uitgevoerd? Ja, voor het volledige grondgebied Enkel voor bepaalde gebieden Nee o Vraag L1,20,0: Hoe oud is de hydrodynamische modellering van het rioleringssysteem? Minder dan 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Ouder dan 10 jaar of onvolledig Nvt
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 18
Rapportering Gemeentelijke Sanering
o
Vraag L1,21,0: Werd het zelfreinigend vermogen van de leidingen nagegaan? Ja, voor het volledige grondgebied Enkel voor bepaalde gebieden Nee
1.6.3. Performantie van de leidingen Toelichting: Het is belangrijk dat iedere leiding in het afwateringssysteem naar behoren gedimensioneerd is om wateroverlast en onderhoudsproblemen te minimaliseren. Deze indicator maakt een beoordeling van het ontwerp m.b.t. de capaciteit en het zelfreinigend vermogen via vragen gebaseerd op de vereisten uit de Code van goede praktijk. o Vraag L1,22,0: Voldoet de capaciteit van het rioleringsstelsel aan de richtlijnen uit Code van goede praktijk? Ja Niet overal, maar nieuwe ontwerpen voldoen wel Nee o Vraag L1,23,0: Voldoet het zelfreinigend vermogen van het rioleringsstelsel aan de richtlijnen uit Code van goede praktijk? Ja Nee, maar voor alle leidingen die niet voldoen is er een onderhoudsplan Niet overal, maar nieuwe ontwerpen voldoen wel Niet overal, maar nieuwe ontwerpen hebben onderhoudsplan indien niet voldaan Nee
1.7. Operationeel onderhoud leidingen 1.7.1. Beschikbare operationele middelen m.b.t. onderhoud leidingen Toelichting: Het is belangrijk dat iedere leiding in het afwateringssysteem naar behoren onderhouden wordt om wateroverlast en overstortgebeurtenissen te minimaliseren. De Code van goede praktijk bevat ook een deel m.b.t. onderhoud. Deze indicator maakt een beoordeling van het gemeentelijk beleid m.b.t. operationeel onderhoud en inspecties van leidingen. o Vraag L1,24,0: Wordt er voorzien in preventieve ruiming van riolen?
o
Vraag L1,25,0: Wat gebeurt er met het slib bij ruiming?
o
Ja, op basis van een jaarplanning Ja, op basis van korte termijn planning Nee Het wordt altijd opgezogen en afgevoerd Het wordt soms doorgespoten Het wordt altijd doorgespoten
Vraag L1,26,0: Welk percentage van de riolen wordt jaarlijks onderzocht d.m.v. een cameraonderzoek (CCTV: Closed-circuit television)?
Meer dan 10 % Tussen 10 % en 5 % Tussen 5 % en 1 % Minder dan 1 %
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
19
o
o
o
o
Vraag L1,26,0a: Welk percentage van de riolen wordt jaarlijks onderzocht d.m.v. een putcamerainspectie? Meer dan 20% Tussen 10 en 20 % Tussen 2 en 10% Minder dan 2 % Vraag L1,26,0b: Worden deze cameraonderzoeken en putcamerainspecties conform de Code van goede praktijk voor visueel rioolonderzoek uitgevoerd? Ja Nee Vraag L1,27,0: Hoe vaak wordt voorzien in een cyclische ruiming van straatkolken? 2 keer per jaar of meer 1 keer per jaar Minder dan 1 keer per jaar Vraag L1,28,0: Is er een uitgeschreven actieplan voor calamiteiten? Ja Nee
1.7.2. Inventaris calamiteiten m.b.t. leidingen Toelichting: Het is belangrijk dat iedere leiding in het afwateringssysteem naar behoren onderhouden wordt om wateroverlast en overstortgebeurtenissen te minimaliseren. Deze indicator maakt een beoordeling van de voorgekomen calamiteiten via een vragenlijst. o Vraag L1,29,0: Wat is het jaarlijkse aantal verzakkingen/instortingen van riolen per 100 km riool? 1 of minder Tussen 1 en 5 Meer dan 5 o Vraag L1,30,0: Hoeveel overstromingen op privédomein worden jaarlijks per 1000 woningen vastgesteld? 1 of minder Tussen 1 en 2 Meer dan 2 o Vraag L1,31,0: Wat is het jaarlijkse aantal verstoppingen van riolen per 100 km riool? 2 of minder Tussen 3 en 10 Meer dan 10 o Vraag L1,32,0: Wat is het jaarlijkse aantal verstoppingen van huisaansluitingen per 1000 woningen? 2 of minder Tussen 3 en 10 Meer dan 10
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 20
Rapportering Gemeentelijke Sanering
1.8. Beschikbare kennis overstorten Toelichting: Voor de overstorten waar geen metingen beschikbaar zijn, kan de beoordeling op een kwalitatieve manier worden uitgevoerd. Hierbij wordt nagegaan welke maatregelen worden getroffen en welke procedures beschikbaar zijn om te verzekeren dat de werking van het overstorten zo optimaal (minimaal) mogelijk is. o Vraag L1,33,0: Kent de gemeente de ligging van de overstorten? Ja, inclusief lozingspunt Ja, maar niet alle lozingspunten Nee o Vraag L1,34,0: Kent de gemeente de karakteristieken (type, drempelpeil, breedte) van de overstorten? Alle informatie beschikbaar Informatie beschikbaar voor merendeel van overstorten Sporadische informatie beschikbaar Geen informatie o Vraag L1,35,0: Zijn er overstorten aanwezig die lozen op kwetsbare waterlopen? Nee Ja, maar geen redelijke alternatieve locatie mogelijk en uitgevoerd als verbeterde overstort Ja, alternatieve locatie mogelijk, maar wel uitgevoerd als verbeterd overstort Ja, niet uitgevoerd als verbeterde overstort, maar geen redelijke alternatieve locatie mogelijk Ja, niet uitgevoerd als verbeterde overstort en alternatieve locatie mogelijk o Vraag L1,36,0: Is er een berekening van de overstortfrequentie beschikbaar? Ja, o.b.v. een hydrodynamische berekening of alternatief overeenkomstig de code van Goede Praktijk Niet o.b. v. een hydrodynamische berekening of alternatief overeenkomstig de Code van Goede Praktijk Nee o Vraag L1,37,0: Zijn de gegevens van de overstorten digitaal beschikbaar (coördinaten, karakteristieken, …)? Ja Nee
1.9. Gestructureerd onderhoud/toezicht Toelichting: In de Code van goede praktijk is er nu ook een deel m.b.t. onderhoud toegevoegd. In dit kader werden een aantal vragen m.b.t. gestructureerd onderhoud opgenomen. o Vraag L1,39,0: Gegevens kritieke doorvoerpunten (knijpleidingen, wervelventielen, …) beschikbaar? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
21
o
Vraag L1,41,0: Wat is de frequentie aangaande het reinigen van pompenkelders? Minder dan 1 keer per 2 jaar 1 keer per 2 jaar Jaarlijks 2 keer per jaar Als L0,1,4a (= totaal aantal gemeentelijke pompstations) = 0, wordt bovenstaande vraag automatisch uitgeschakeld. o Vraag L1,42,0: Met welke frequentie worden de wervelventielen gecontroleerd? Niet 1 keer per jaar 2 keer per jaar 3 keer per jaar 4 keer per jaar Nvt o Vraag L1,43,0: Met welke frequentie worden de knijpconstructies gecontroleerd? Niet 1 keer per jaar 2 keer per jaar 3 keer per jaar 4 keer per jaar Nvt o Vraag L1,44,0: Met welke frequentie worden de overstorten/terugslagkleppen gecontroleerd? Niet 1 keer per jaar 2 keer per jaar 3 keer per jaar 4 keer per jaar Nvt o Vraag L1,45,0: Bestaat er een inspectieplan voor de riolering? Nog niet beschikbaar minder dan 10% tussen 10 en 24 % tussen 25 en 49 % tussen 50 en 99 % Voor het gehele stelsel
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 22
Rapportering Gemeentelijke Sanering
INDICATOR 2: AFKOPPELING VAN NIET-VERONTREINIGD WATER 2.1. Afkoppelingsbeleid, inclusief buffering en vertraagde afvoer Toelichting: Om wateroverlast langsheen de waterlopen te vermijden, moet afstromend regenwater vertraagd worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. De principes hiervan staan beschreven in de Code van goede praktijk. Deze indicator beoordeelt in hoeverre de gemeente deze principes hanteert en toekijkt op de toepassing ervan. o Vraag L2,1,0: Worden nieuwe gemeentelijke rioleringen aangelegd als gescheiden stelsel? Ja, altijd Ja, meestal Soms Nee o Vraag L2,2,0: Geeft de gemeente subsidies voor afkoppelingsprojecten op privédomein (regenwaterputten, infiltratiebekkens, …) of bekostigt de gemeente de private werken? Ja Nee o Vraag L2,3,0: Voorziet de gemeente in technische ondersteuning voor afkoppelingsprojecten? Ja, door de aanwezigheid van een afkoppelingsarchitect Ja, door gemeentelijke ambtenaren Nee o Vraag L2,4,0: Worden grachten maximaal opengehouden in het kader van de aanvraag voor toegang tot percelen? Ja, enkel breedte oprit mag worden dicht gelegd Nee o Vraag L2,5,0: Worden er door de gemeente projecten uitgevoerd m.b.t. buffering en/of infiltratie? Ja, bij elk project Ja, voor de meeste projecten Ja, sporadisch Nee
2.2. Aansluiting gescheiden riolen 2.2.1. Controle op aansluitingen bij gescheiden riolen Toelichting: Bij gescheiden systemen is het van groot belang dat er geen regenwater wordt aangesloten op de DWA-leiding. Verder is het van belang dat het gescheiden riool een volledige scheiding betreft op straatniveau, inclusief alle aansluitingen en niet een hybride situatie. Volgens het Algemeen Waterverkoopreglement is sinds 01/07/2011 bij nieuwbouw of bij grote werken aan het leidingnet voor de afvoer van afval- en/of regenwater een keuring van de privéwaterafvoer verplicht. o Vraag L2,6,0: Wordt een controle van de (gescheiden) aansluiting op privédomein voorzien? Ja, altijd Ja, altijd sinds 01/07/2011
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
23
o
o
Ja, meestal Enkel een administratieve controle op papier Nee Vraag L2,7,0: Wordt er bij de aanleg van een gescheiden riolering verplicht aan alle bewoners om de bestaande gemengde aansluiting te ontdubbelen? Ja, altijd Ja, maar niet altijd Nee Vraag L2,17,0: Bestaat er een inventaris van de aangesloten verharde oppervlakte? voor alle oppervlakken gekend enkel voor de grote oppervlakken EN openbaar domein gekend enkel voor de grote oppervlakken OF openbaar domein gekend niet beschikbaar
2.2.2. Percentage gescheiden riolering Toelichting: Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de huidige verwezenlijking van het aanleggen van gescheiden riolering. Vraag L2,0,1: Aantal IE aangesloten op de gescheiden riolen
2.3. Parasitair water Toelichting: De toekomende parasitaire debieten op de RWZI van de zuiveringszone(s) waarin deze gemeente ligt, worden begroot op basis van de instromende debieten in de RWZI. Indien een gemeente aangesloten is op verschillende RWZI’s/KWZI’s wordt de verdunning hiervan à rato van het aantal aangesloten inwoners meegeteld. Indien meerdere gemeenten aangesloten zijn op dezelfde RWZI dan wordt een identiek parasitair debiet genomen voor elk van deze gemeenten. o Vraag L2,8,0: Berekende hoeveelheid parasitair debiet ter hoogte van de RWZI(‘s) t.o.v. theoretisch DWA-debiet?: dit gegeven wordt ingevuld door VMM.
2.4. Bemalingswater Toelichting: Op bouwterreinen met hoge grondwaterstand of werken op grote diepte, is de aanwending van een droogzuiging meestal noodzakelijk. Volumes hoger dan 10m³ per uur mogen niet geloosd worden in openbare rioleringen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie behoudens de uitdrukkelijke schriftelijk toelating van de exploitant van deze installatie (cfr Vlarem). o Vraag L2,11,0: Wordt in de afgeleverde bouwtoelatingen vermeld dat op bemalingswater artikel 5.53.6.1 van toepassing is? Ja Nee o Vraag L2,12,0: Wordt er in waterzieke gebieden en/of bij grote bouwwerken ter plaatse gecontroleerd of bemalingswater niet op de riolering is aangesloten? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 24
Rapportering Gemeentelijke Sanering
2.5. Interactie met natuurlijke watersysteem Toelichting: De VMM voert knelpuntanalyses uit, waarbij de volgende categorieën gehanteerd worden: Beperkte huisaansluitingsgraad Achterwaartse lozingen Aanwezigheid van septische putten Aansluiting van waterloop Aansluiting van gracht(en) Aansluiting van draineringen Aansluiting van verharde oppervlakte(n) Aansluiting van onverharde oppervlakte(n) Aansluiting van verharde en onverharde oppervlakte Aansluiting van rooster Aansluiting van bron(nen) Aansluiting van overloop van vijver Helder debiet waargenomen Slechte toestand van de riolering(en) Slechte werking van de rioleringsinfrastructuur Slechte werking van pompstation Verkeerde werking van overstort Uitvoering niet conform TP Aansluiting van RWA op DWA Aansluiting van DWA op RWA Eenvoudig op te nemen lozingspunt Nog op te nemen lozingspunt Storende werking bedrijf Lokale vervuiling vastgesteld Geen van bovenstaande o
Vraag L2,9,0: Aantal gekende knelpunten in de gemeente: dit gegeven wordt ingevuld door VMM.
o
Vraag L2,13,0: Aantal knelpunten gedefinieerd door de gemeente of de intergemeentelijke entiteit.
o
Vraag L2,14,0: Aantal knelpunten opgelost
o
Vraag L2,15,0: Aantal knelpunten waarvoor een actie voor remediëring is goedgekeurd
o
Vraag L2,16,0: Hoeveel overstromingen op openbaar domein worden jaarlijks binnen de gemeente vastgesteld?
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
25
INDICATOR 3: GLOBAAL BEHEER 3.1.
Dienstverlening
3.1.1. Klantenondersteuning Toelichting: Als lokaal beheerder van de rioleringsinfrastructuur en verantwoordelijke voor de rioolaansluitingen, is het de taak van de gemeente om de ‘klanten’ van deze diensten (dit zijn de burgers) te ondersteunen in vragen en problemen de zij hebben met de infrastructuur. Deze indicator beoordeelt de graad van klantenondersteuning door de rioolbeheerder. o Vraag L3,1,0: Wat is de doorlooptijd van de procedure voor het aanvragen van een huisaansluiting? Minder dan 2 weken Minder dan een maand Minder dan 2 maanden Langer dan 2 maanden o Vraag L3,2,0: Beschikt de gemeente over een telefonisch meldpunt / infonummer? Ja, 24/24 en 7/7 bereikbaar Ja, maar buiten kantooruren enkel via e-mail Ja, maar enkel telefonisch bereikbaar tijdens kantooruren Nee
3.1.2. Inventaris van meldingen, problemen en responstijden Toelichting: Als lokaal beheerder van de rioleringsinfrastructuur en verantwoordelijke voor de rioolaansluitingen, is het de taak van de gemeente om adequaat te reageren op meldingen en problemen die ‘klanten’ van deze diensten ondervinden. Deze indicator beoordeelt hoeveelheid en de correcte afhandeling van meldingen. o Vraag L3,3,0: Hoeveel procent van de schriftelijke vragen en meldingen (brief/fax/e-mail) worden binnen de week beantwoord? Meer dan 90% Tussen 75% en 90% Tussen 50% en 75% Minder dan 50% o Vraag L3,4,0: Hoeveel bedraagt het aantal jaarlijks ontvangen meldingen (inclusief telefonisch)? Minder dan 1 per 1000 woningen Minder dan 1 per 500 woningen Minder dan 1 per 100 woningen Minder dan 1 per 50 woningen o Vraag L3,5,0: Wordt er een logboek bijgehouden m.b.t. de (telefonische) meldingen? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 26
Rapportering Gemeentelijke Sanering
o
Vraag L3,6,0: Voert de gemeente een bevraging uit bij de bevolking over de rioleringen? Ja, jaarlijks Laatste keer 2 jaar geleden Laatste keer 3 tot 5 jaar geleden Laatste keer meer dan 5 jaar geleden Nog nooit
3.2. Gegevensbeheer 3.2.1. Algemene beschikbaarheid van gegevens Toelichting: Deze indicator beoordeelt het beheer van de infrastructuur, omdat bij een goed beheerd systeem de kans op ecologische calamiteiten vermindert. Het omvat het goed beheer van de nodige gegevens, omdat deze van cruciaal belang zijn voor het indicatorenkader. Deze indicator wordt op het einde van de analyse berekend en houdt dus rekening met alle subindicatoren!
3.2.2 Inventarisatiegraad gemeentelijke infrastructuur Toelichting: Deze indicator beoordeelt de kennis over de gemeentelijke infrastructuur, omdat dit een eerste stap is bij een goed beheer. o Vraag L3,10,0: In welke mate is de afwateringsinfrastructuur geïnventariseerd?
o
Geen inventaris Minder dan 10% Tussen 10% en 24% Tussen 25% en 49% Tussen 50% en 89% Tussen 90% en 100%
Vraag L3,11,0: Wat is het leeftijdsprofiel van de gemeentelijke leidingen? L3,11,1: <5 jaar (%) L3,11,2: 5-9 jaar (%) L3,11,3: 10-24 jaar (%) L3,11,4: 25-49 (%) L3,11,5: 50-75 (%) L3,11,6: >75 jaar (%) L3,11,7: Niet gekend (%) De som van L3,11,1 t.e.m. L3,11,7 dient gelijk te zijn aan 100%.
3.2.3. Inventarisatiegraad aansluitingen en privé-infrastructuur Toelichting: Deze indicator beoordeelt de kennis over de aansluitingen en toestand op privédomein. o Vraag L3,7,0: In welke mate zijn de huisaansluitingen (ten opzichte van het totaal aantal woningen) geïnventariseerd?
Tussen 90% en 100% Tussen 50% en 89% Tussen 25% en 49% Tussen 10% en 24% Minder dan 10% Geen inventaris
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
27
o
o o
o
Vraag L3,7,0a: In welke mate worden de huisaansluitingen voor nieuwbouw en grondige renovaties sinds het in werking treden van het Algemeen WaterVerkoopreglement geïnventariseerd? Altijd Soms Nooit Vraag L3,7,0b: Wat is het totaal aantal huisaansluitingen in de gemeente? Vraag L3,8,0: Is er een inventaris van alle IBA’s? Ja Nee Vraag L3,9,0: In welke mate zijn de aangesloten verharde oppervlakken geïnventariseerd? Allemaal Tussen 90% en 100% Tussen 50% en 90% Minder dan 50%
INDICATOR 4: ZUIVERING OP LOKAAL NIVEAU o
Vraag L4,4,0: Aantal gemeentelijke KWZI’s
o
Vraag L4,5,0: Behandeld aantal IE door gemeentelijke KWZI’s
o
Vraag L4,19,0: Wordt door de gemeente de aanleg van septische putten en/of bezinkingsputten opgelegd? Altijd Soms Nooit
4.3. Uitbouw individuele zuiveringsinfrastructuur 4.3.1. Uitbouw van IBA’s Toelichting: De zoneringsplannen geven een toekomstvisie over het totaal aantal te plaatsen IBA’s. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de huidige verwezenlijking hiervan. o Vraag L4,1f,0: Toekomstig aantal IBA’s te voorzien volgens het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014): dit gegeven wordt ingevuld door VMM. Als L4,1f,0 (= toekomstig aantal IBA’s volgens het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014)) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L4,1g,0: Totaal aantal IBA’s gebouwd o
Vraag L4,1h,0: Hoeveel van de IBA’s voldoen aan het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014)?
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 28
Rapportering Gemeentelijke Sanering
o
Vraag L4,18,0: Subsidieert de gemeente de aanleg van IBA’s? Gemeente installeert ze zelf op haar kosten Volledig Gedeeltelijk Niet
4.3.2. Opvolging uitbouw IBA’s Toelichting: Het is de taak van de gemeente de IBA’s op het grondgebied van de gemeente op te volgen. Deze indicator geeft een kwalitatieve beoordeling van de inspanningen die de gemeente doet om deze opvolging te verzekeren. Als L4,1f,0 (= toekomstig aantal IBA’s volgens het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014)) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L4,27,0: Bestaat een formele procedure voor de opvolging van de goede indienststelling van IBA’s in de gemeente? Ja Nee o Vraag L4,27,0a: Hoeveel IBA’s voldeden aan een eerste controle van indienststelling? o Vraag L4,29,0: Wie beheert de IBA’s? Gemeente of intergemeentelijke entiteit altijd Gemeente en particulier gedeeltelijk Particulier altijd
4.3.3. Kwaliteitsgarantie IBA’s Toelichting: IBA’s met een capaciteit tot 50 IE zijn in België verplicht voorzien van een CE-markering. Bovendien kunnen IBA’s het vrijwillige BENOR-keurmerk of VLAMINOR-keurmerk dragen. Meer informatie over die keurmerken vind je terug op de website van de certificatie- en keuringsdienst Certipro, op www.certipro.be. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de certificering van de IBA’s in de gemeente. o Vraag L4,21,0: Aantal IBA’s die voorzien zijn van een keurmerk (BENOR of gelijkwaardig)?
4.4. Controle individuele zuiveringsinfrastructuur 4.4.1. Controle werking IBA’s Toelichting: Het is de taak van de gemeente de IBA's op het grondgebied van de gemeente op te volgen. Als L4,1f,0 (= toekomstig aantal IBA’s volgens het ontwerp van het herziene zoneringsplan (zoals in openbaar onderzoek gelegd op 09/07/2014)) = 0, worden onderstaande vragen automatisch uitgeschakeld. o Vraag L4,28,0: Bestaat een formele procedure voor de periodieke opvolging van de goede werking van IBA’s in de gemeente? Ja Nee o Vraag L4,30a,0: Hoeveel van de IBA’s voldeden aan de periodieke opvolging van de goede werking?
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
29
o
Vraag L4,32,0: Hoeveel installaties hebben een controleputje afwaarts van de eigenlijke IBA waar een objectieve staalname kan gebeuren? 100 % > 90 % > 75 % > 50 % < 50 %
4.4.2. Controle lozingsnormen IBA’s Toelichting: IBA’s moeten voldoen aan bepaalde lozingsnormen voor het effluent. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. het uitvoeren van controles door de beheerder. o Vraag L4,22,0: Totaal aantal IBA’s gecontroleerd m.b.t. de lozingsnormen?
4.4.3. Conformiteit lozingsnormen IBA’s Toelichting: IBA’s moeten voldoen aan bepaalde lozingsnormen voor het effluent. Deze indicator geeft een stand van zaken aan m.b.t. de conformiteit aan de normen van de IBA’s in de gemeente. o Vraag L4,23,0: IBA’s die voldoen aan de lozingsnormen?
4.5. Toezicht op ingedeelde inrichtingen 4.5.1. Organisatie controle ingedeelde inrichtingen Toelichting: Gemeenten zijn volgens het handhavingsbesluit belast met het toezicht op ingedeelde inrichtingen van Klasse 2 en 3 en de technische controle van alle ingedeelde inrichtingen op hun grondgebied. Deze controles moeten uitgevoerd worden door gemeentelijke ambtenaren die beschikken over de nodige bekwaamheidsattesten. Deze indicator beoordeelt de conformiteit met dit aspect van de wetgeving. o Vraag L4,13,0: Beschikt de gemeente over een ambtenaar met de nodige bekwaamheidsattesten voor toezicht en controle van ingedeelde inrichtingen, zoals beschreven in het handhavingsbesluit? Ja Nee o Vraag L4,14,0: Bestaat een formele procedure voor de uitvoering van toezicht op ingedeelde inrichtingen Klasse 2 en 3? Ja Nee o Vraag L4,15,0: Bestaat een formele procedure voor de uitvoering van technische controle op de ingedeelde inrichtingen op het grondgebied van de gemeente, zoals beschreven in het handhavingsbesluit? Ja Nee
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ 30
Rapportering Gemeentelijke Sanering
4.5.2. Kwantificering van de controles Toelichting: Gemeenten zijn volgens het handhavingsbesluit belast met het toezicht op ingedeelde inrichten van Klasse 2 en de technische controle van alle ingedeelde inrichtingen op hun grondgebied. Deze indicator beoordeelt de frequentie waarmee de gemeente deze controles uitvoert. o Vraag L4,6,0: Totaal aantal ingedeelde inrichtingen op grondgebied van klasse 2 o Vraag L4,16,0: Aantal controles per jaar bij bedrijven van klasse 2 of klasse 3?
\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\\ Rapportering Gemeentelijke Sanering
31