Handleiding Onderwijskwalificaties Radboudumc
Handleiding Onderwijskwalificaties Deze handleiding Onderwijskwalificaties is bedoeld voor docenten die interesse hebben in het behalen van een onderwijskwalificatie binnen het Radboudumc. Hierin wordt uitgelegd waarom er onderwijskwalificaties zijn, voor wie deze gelden en wat een docent moet ondernemen om een onderwijskwalificatie te behalen. Alle informatie en benodigde materialen (formulieren, formats, etc.) zijn online beschikbaar via www.radboudumc.nl/docentprofessionalisering. Wanneer er in deze handleiding wordt gesproken over “online” of “de website”, dan wordt deze link bedoeld.
2
Inhoudsopgave Handleiding Onderwijskwalificaties ........................................................................................... 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 3 1. Waarom zijn er onderwijskwalificaties? ............................................................................. 4 2. Welke onderwijskwalificaties zijn er binnen het Radboudumc? ....................................... 4 3. Wie moet welke onderwijskwalificatie behalen? ............................................................... 4 Basiskwalificatie .................................................................................................................. 4 Uitgebreide Kwalificatie ...................................................................................................... 5 Volledige Kwalificatie .......................................................................................................... 5 4. Welke eisen gelden er?....................................................................................................... 5 5. Hoe behaalt u een onderwijskwalificatie? ......................................................................... 6 6. De weg naar een onderwijskwalificatie .............................................................................. 6 Toelichting bij de stappen in het traject naar een onderwijskwalificatie .......................... 7 7. Meer informatie ............................................................................................................... 10
3
1. Waarom zijn er onderwijskwalificaties? In 2008 hebben alle Nederlandse universiteiten de overeenkomst getekend omtrent wederzijdse erkenning van de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). De landelijk vastgestelde BKO-eisen kunnen qua uitwerking enigszins verschillen per instelling of zelfs per faculteit. Over de uitwerking en wederzijdse erkenning van een Seniorkwalificatie Onderwijs (SKO) worden momenteel afspraken gemaakt. Op basis van de landelijke eisen is binnen het Radboudumc een eigen systeem van onderwijskwalificaties ontwikkeld. Hierbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de medisch academische onderwijspraktijk. Dit vertaalt zich in de mogelijkheid om ook op basis van klinisch praktijkonderwijs een onderwijskwalificatie te kunnen behalen.
2. Welke onderwijskwalificaties zijn er binnen het Radboudumc? Het Radboudumc kent een Startkwalificatie als een algemene opstapkwalificatie binnen het onderwijs. Deze is verplicht voor alle docenten. Vanuit de Startkwalificatie kan worden toegewerkt naar drie kwalificatieniveaus: - Basiskwalificatie - Uitgebreide Kwalificatie - Volledige Kwalificatie Deze onderwijskwalificaties kunnen worden behaald in drie onderwijslijnen: - Theoretisch Onderwijs - Praktisch Klinisch Onderwijs - Begeleiden van Onderzoeksstages Veel docenten zijn betrokken in meerdere onderwijslijnen. Het is dan ook mogelijk om in meerdere onderwijslijnen een kwalificatie te behalen, maar dit is niet verplicht 1. In welke onderwijslijn u uw onderwijskwalificatie behaalt, hangt af van het zwaartepunt in uw onderwijspraktijk.
3. Wie moet welke onderwijskwalificatie behalen? U besluit in samenspraak met uw afdelingshoofd in welke onderwijslijn(en) u een onderwijskwalificatie wilt behalen, en welk kwalificatieniveau voor u wenselijk is. De kwalificatieniveaus zijn cumulatief: een Basiskwalificatie is een voorwaarde is voor het kunnen behalen van een Uitgebreide Kwalificatie, een Uitgebreide Kwalificatie is een voorwaarde voor het kunnen behalen van een Volledige Kwalificatie. Basiskwalificatie Voor alle docenten van het Radboudumc van de wetenschappelijke staf in vaste dienst zijn (> 0.2 FTE) is het behalen van een Basiskwalificatie verplicht. Een Basiskwalificatie is een voorwaarde voor benoeming tot Universitair Hoofddocent en Junior Principal Lecturer en voor benoeming in bepaalde centrale onderwijsrollen, zoals blokcoördinator.
1
Dit laat onverlet dat een leidinggevende hierover aanvullende eisen kan stellen.
4
Uitgebreide Kwalificatie Het behalen van een Uitgebreide Kwalificatie is niet verplicht, maar hangt samen met uw individuele ambities en de plaats die de onderwijstaak in uw loopbaanplanning inneemt. Een Uitgebreide Kwalificatie is een voorwaarde voor benoeming tot Principal Lecturer, en voor een topstafbenoeming met een onderwijsprofiel. Volledige Kwalificatie Het behalen van een Volledige Kwalificatie is niet verplicht, maar hangt samen met uw individuele ambities en de plaats die de onderwijstaak in de loopbaanplanning inneemt. Bij het invullen van vacatures voor centrale onderwijsrollen, kan rekening gehouden worden met uw Volledige Kwalificatie.
Voorbeeld 1: U bent als docent korte periodes per jaar betrokken bij het cursorisch onderwijs in de Bachelor Biomedical Sciences, maar u begeleidt het hele jaar door studenten bij hun onderzoeksstage en bent actief in de stageontwikkeling. Voor de hand ligt dat u de Basiskwalificatie Begeleiden van Onderzoeksstages behaalt, maar de Basiskwalificatie Theoretisch Onderwijs is ook mogelijk. U kunt zich ook in beide onderwijslijnen kwalificeren. Voorbeeld 2: U leidt voornamelijk coassistenten op in de kliniek, maar u bent door het jaar heen ook regelmatig betrokken bij het blokonderwijs in de Bachelor Geneeskunde en Biomedical Sciences, en u begeleidt ook enkele studenten per jaar bij hun onderzoeksstage. Voor u ligt de Basiskwalificatie Praktisch Klinisch Onderwijs voor de hand. U kunt ook kiezen voor de Basiskwalificatie Theoretisch Onderwijs, en zelfs voor de Basiskwalificatie Begeleiden van Onderzoeksstages. U kunt ook kwalificaties behalen in twee of drie onderwijslijnen. Voorbeeld 3: U bent in het bezit van een Basiskwalificatie Theoretisch Onderwijs, en u wilt in aanmerking komen voor een benoeming tot Principal Lecturer. De Uitgebreide Kwalificatie Theoretisch Onderwijs is voor u een logische stap.
4. Welke eisen gelden er? Per kwalificatieniveau zijn evalueerbare competenties vastgesteld. Deze competenties hebben onder andere betrekking op begeleiding/onderwijsuitvoering en onderwijsontwikkeling, toetsing en evaluatie, zelfontwikkeling en –reflectie. Voor het behalen van een onderwijskwalificatie tonen docenten aan dat ze zich de vastgestelde competenties eigen hebben gemaakt.
5
5. Hoe behaalt u een onderwijskwalificatie? Om een onderwijskwalificatie te behalen, toont u aan de hand van een portfolio aan dat u aan de vastgestelde competenties voldoet. Uw portfolio wordt gecontroleerd door uw afdelingshoofd en ter beoordeling aangeboden aan de Stuurgroep Docentprofessionaliteit. De Startkwalificatie is een voorwaarde voor het behalen van een Basiskwalificatie. Voor de Startkwalificatie gelden twee eisen: 1. Vakinhoudelijke eis U heeft een voor de medische wetenschappen relevante universitaire opleiding afgerond. 2. Eisen met betrekking tot onderwijservaring U heeft de cursus "Introductie Nijmeegse Curricula" gevolgd, verzorgd door PAOHeyendael. Aanvragen van de Startkwalificatie verloopt vervolgens via een aanvraagformulier, dat ondertekend door u en uw afdelingshoofd ingezonden dient te worden naar het adres dat op het formulier staat vermeld. Denkt u eraan om de vereiste kopieën van de cursuscertificaten mee te sturen! Het aanvraagformulier vindt u op de website.
6. De weg naar een onderwijskwalificatie In figuur 1 wordt het traject naar een onderwijskwalificatie (Basis, Uitgebreid, of Volledig) weergegeven. Bij de verschillende stappen in het traject zijn online documenten beschikbaar, die u kunnen helpen bij het samenstellen van uw portfolio. Deze documenten zijn voor u geordend per onderwijslijn en per kwalificatieniveau. U kunt rekenen op een gemiddelde duur van anderhalf jaar voor het samenstellen van een portfolio. Dit is mede afhankelijk van de mate waarin u bij aanvang van een traject reeds aan de beoordelingscriteria voldoet en de mate waarin u reeds materiaal heeft om dit aan te tonen.
6
Toelichting bij de stappen in het traject naar een onderwijskwalificatie 1. Docent en afdelingshoofd maken afspraak over onderwijskwalificatie(s) In overleg met uw afdelingshoofd wordt afgesproken welke onderwijskwalificatie(s) voor u passend zijn. Het behalen van een onderwijskwalificatie kan uw eigen wens zijn en/of een wens van het afdelingshoofd. Het starten van een traject naar een onderwijskwalificatie wordt altijd eerst overlegd met het afdelingshoofd. 2. Docent benadert een trajectcoach Bij het traject naar een onderwijskwalificatie wordt u begeleid door een trajectcoach. Dit is iemand met wie u op verschillende momenten tijdens het traject uw aanpak doorneemt, uw eventuele knelpunten bespreekt, en vervolgstappen opstelt. U benadert zelf een coach om u te begeleiden bij uw kwalificatietraject.
7
Handreikingen bij de keuze van een coach Een coach dient kennis te hebben van kwalificatietrajecten en van basisprincipes van coaching. Een coach wordt doorgaans gekozen binnen de afdeling of binnen het onderwijsblok, waaraan u meewerkt. Zeker voor hogere kwalificaties wordt soms ook gekozen voor medewerkers buiten de afdeling die ervaring hebben in het onderwijsmanagement. Het belangrijkste bij de keuze van een coach is dat u en de coach elkaar goed liggen en dat de coach van meerwaarde kan zijn voor uw ontwikkeling. U kunt in principe al uw collega’s benaderen om uw coach worden, mits ze aan de volgende twee eisen voldoen: A. De coach is minimaal in het bezit van de kwalificatie die u wilt behalen in de gewenste onderwijslijn. Voor coaches bij een traject naar de Basiskwalificatie geldt er een afwijkende eis: voor deze coaches is een Uitgebreide Kwalificatie verplicht. Als de coach geen Uitgebreide Kwalificatie bezit, dan volstaat in dat geval een Basiskwalificatie, mits de coach: - minimaal 50 uur per jaar ingeroosterde onderwijsactiviteiten heeft; - actief is in het onderwijs in een kernblok; - de cursus ‘Introductie Nijmeegse curricula’ heeft gevolgd. B. De coach heeft de voorbereidingsbijeenkomst voor coaches gevolgd. Deze bestaat uit twee bijeenkomsten van ongeveer 3 uur. Tijdsinvestering van een coach Gemiddeld genomen bestaat een traject uit ongeveer vijf coachgesprekken van 2 uur. Daarnaast kan de coach bijvoorbeeld gevraagd worden om feedback te geven op opdrachten, onderwijsuitvoering of toetsvragen. Deze tijd varieert per coachtraject en er kan daarom geen precieze indicatie van de tijdsinvestering gegeven worden. 3. Docent vult ZRI in en maakt een plan van aanpak Om te bepalen waar u staat in het traject naar de te behalen onderwijskwalificatie, vult u een zelfreflectie-instrument (ZRI) in. De ZRI behorende bij uw te behalen kwalificatie vindt u op de website. Een ZRI bevat concrete gedragscriteria die zijn afgeleid van de competenties, behorende bij iedere kwalificatie. Op deze manier ontstaat een beeld van de competentiegebieden die u reeds kan onderbouwen, en wordt duidelijk waaraan u nog moet werken voordat u uw competenties kunt aantonen. U stelt vervolgens een plan van aanpak op voor uw kwalificatietraject. U bespreekt met uw coach wat reeds voldoende is en hoe u dit aantoont, en wat u nog moet verbeteren en hoe u dit gaat aanpakken. Deze informatie komt in het plan van aanpak te staan, waarbij u leerdoelen formuleert. Dit vormt belangrijke input voor de gesprekken met uw coach. Leerdoelen dienen SMART geformuleerd te zijn, ofwel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden. Een voorbeeld hiervan is online beschikbaar, evenals een leeg format om uw voornemens in uit te schrijven. 4. Docent werkt aan samenstelling portfolio Wanneer u klaar bent met het opstellen van een plan van aanpak en dit besproken is met uw coach, kunt u beginnen met het samenstellen van het portfolio. In het portfolio laat u zien waarom u vindt dat u competenties al voldoende beheerst, en laat u zien hoe u heeft 8
gewerkt aan de leerpunten uit uw plan van aanpak. Het belangrijkste hierbij is dat u door middel van bewijsmateriaal laat zien dat u voldoet aan de beoordelingscriteria, en dat u hierop reflecteert in relatie tot de gevraagde competenties. Online vindt u portfolioformats voor kwalificaties in alle onderwijslijnen, waarin u uw materiaal kunt verzamelen. U dient uw portfolio uiteindelijk digitaal in als PDF. In uw portfolio zijn minimaal opgenomen: een overzicht van de eigen onderwijsactiviteiten (onderwijs CV). een ingevuld Zelfreflectie-instrument (ZRI) plus het bijbehorende reflectieverslag met plan van aanpak bewijsmateriaal voor wat goed is volgens ingevulde ZRI, en voor waar aan is gewerkt tijdens het traject naar de onderwijskwalificatie. Het bewijs hiervoor kan zijn: o voorbeelden van eigen producten o evaluaties/ feedback van studenten o feedback van collega’s (is ook beoordeling onderwijsleidinggevende) eigen reflectie op al het materiaal in relatie tot het competentieprofiel een evaluatieverslag van het traject dat met de coach is doorlopen. Hiervoor kunnen als input de verslagen van de tussentijdse evaluatiegesprekken met de coach worden gebruikt. Met dit verslag laat u zien dat u in staat bent tot reflecteren op het doorlopen traject tot de beoogde onderwijskwalificatie. Het verslag beslaat 1 tot maximaal 2 pagina’s A4. Leidende vragen voor dit korte verslag zijn: o Wat heeft de medewerker gedaan en waar heeft dat toe geleid? o Hoe hebben de evaluatiegesprekken bijgedragen aan het traject? o Wat is het meest zinvol geweest? Bij het bewijsmateriaal in het portfolio gaat het nadrukkelijk om kwaliteit boven kwantiteit. Niet al het ontwikkelde onderwijs dient te worden opgenomen in het portfolio, maar goede voorbeelden waarmee liefst voor meerdere competentiegebieden wordt aangetoond dat eraan wordt voldaan. NB: ook als u volgens uw ingevulde ZRI voldoet aan criteria, dient u dit in uw portfolio aan te tonen. Uw reflectie op het materiaal dat u hiervoor gebruikt in relatie tot het competentieprofiel is hierbij essentieel. Materiaal dat wordt opgenomen zonder eigen reflectie en duiding hierop, kan moeilijk worden beoordeeld. 5. Docent bespreekt portfolio tussentijds met coach Tijdens het traject plant u een aantal keer een tussentijds evaluatiegesprek met uw coach. U dient zelf het initiatief te nemen in het maken van deze afspraken. Tijdens deze afspraken wordt teruggeblikt en gereflecteerd op het tot dan toe samengestelde portfolio, wat er tot nu toe is bereikt en of hier voldoende bewijsmateriaal voor is verzameld. Naar aanleiding van deze reflectie maakt u telkens afspraken over wat er nog gedaan moet worden en wanneer u er nogmaals samen naar kijkt. 6. Docent bespreekt portfolio met coach voor eindevaluatie Wanneer u samen met uw coach constateert dat uw portfolio nagenoeg compleet is, en dat alle bijgevoegde materialen voorzien zijn van uw eigen reflectie erop in relatie tot de gevraagde competenties, evalueert u samen met uw coach het doorlopen traject. Een verslag van deze evaluatie voegt u bij in uw portfolio. Uw coach is uw trajectbegeleider, maar beoordeelt uw portfolio formeel niet; u beslist zelf wanneer u het portfolio aan uw afdelingshoofd kan voorleggen. 9
7. Docent levert portfolio in bij afdelingshoofd Wanneer het portfolio is afgerond, levert u dit in bij het afdelingshoofd. Het afdelingshoofd controleert het portfolio op volledigheid en of het voldoende aantoont dat u over de gevraagde competenties beschikt. Indien het portfolio nog niet als voldoende/volledig wordt beschouwd door uw afdelingshoofd, vult u aan de hand van de feedback van uw afdelingshoofd uw portfolio aan. Als uw afdelingshoofd het portfolio volledig en voldoende acht, dient hij/zij het in ter beoordeling bij de Stuurgroep Docentprofessionaliteit. 8. Afgerond portfolio ter beoordeling naar de Stuurgroep Docentprofessionaliteit Wanneer het afdelingshoofd een positieve beoordeling heeft gegeven, stuurt uw afdelingshoofd een brief met de aanvraag voor de kwalificatie, samen met uw portfolio naar de Stuurgroep Docentprofessionaliteit. Hierbij wordt verzocht om het uiteindelijke portfolio digitaal als PDF op te slaan, en per mail te versturen aan
[email protected]. Dit mag als één bestand, maar bijlagen kunnen ook apart worden gescand en als bijlage worden verzonden. Wanneer de beoordeling van de stuurgroep positief is, wordt de onderwijskwalificatie toegekend. Wanneer uw portfolio nog niet als voldoende wordt beschouwd, nodigt de Stuurgroep Docentprofessionaliteit u en uw coach uit voor een gesprek om te bespreken hoe u op termijn aan de gestelde eisen kunt voldoen. 9. Docent behaalt onderwijskwalificatie Als de Stuurgroep Docentprofessionaliteit uw portfolio als voldoende beoordeelt, wordt u het certificaat van uw onderwijskwalificatie toegezonden. Uw onderwijskwalificatie wordt automatisch geregistreerd in het personeelsadministratiesysteem. Het behalen van een kwalificatie betekent dat u een certificaat hebt behaald dat landelijk erkend is. Het heeft dus toegevoegde waarde op uw CV mocht u bij een ander UMC of een andere Nederlandse universiteit gaan werken. Toegekende onderwijskwalificaties geven geen automatische rechten, maar vormen een voorwaarde voor deelname als docent aan het onderwijs. Ook zijn onderwijskwalificaties nodig in het kader van uw docentloopbaan, bij aanstelling in centrale onderwijsposities en topstafbenoemingen. Het besluit om onderwijskwalificaties te koppelen aan inschaling of salariëring ligt bij de afdeling waar u bent aangesteld.
7. Contact Meer informatie kunt u vinden op: www.radboudumc.nl/docentprofessionalisering. Daarnaast kunt u ook contact opnemen met de coördinator docentprofessionalisering Drs. R. Engbers Radboudumc | Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen (IWOO) Afdeling Evaluatie, Kwaliteit en Ontwikkeling (EKO) Postadres Huispost 306 | Postbus 9101 | 6500 HB Nijmegen Bezoekadres Gerard van Swietenlaan 4 | Route 11 | Kamer -1.54 Telefoon (024 36)6 50 97 bgg (024 36)1 04 56 E-mail
[email protected]
Maart 2014 RE SvdM
10