Handleiding Hulp bij verbindingsinstellingen
Versie 1.3 – 20-04-2015
1
PostBase (Mini) verbindingsinstellingen Deze handleiding zal u stapsgewijs door de verbindingsinstellingen helpen. Dit is een aanvulling op de reguliere installatiehandleiding die u in de doos heeft aangetroffen. Voor het opstellen en op juiste wijze aansluiten van de kabels verwijzen wij u naar de reguliere installatiehandleiding. Afhankelijk van uw type machine kunnen schermafbeeldingen iets afwijken.
Inhoudsopgave: 1. Referentie-informatie voor netwerkbeheerders 2. Eerste Stappen: de PostBase installeren 3. Het opzetten van een Ethernet-verbinding 3.1 - DHCP: wordt het IP-adres automatisch toegewezen? 4. Het specificeren van een proxyserver 4.1 - Het invoeren Proxy Server Settings (indien van toepassing) 5. Handmatige configuratie van een Ethernet verbinding (DHCP uitgeschakeld) 6. Configuratie overzicht
Versie 1.3 – 20-04-2015
2
1 – Referentie informatie voor netwerkbeheerders De volgende sectie geeft een samenvatting van de informatie over de PostBase frankeermachine die een systeembeheerder mogelijk nodig heeft. De PostBase vereist een Ethernet-verbinding, met een minimum van 10 Mbit /sec, om frankeertegoed en updates te downloaden van een FP-server. Ethernet-kabels van klasse CAT5 of CAT5E worden aanbevolen. Hiervoor wordt gewoonlijk TCP/IP (v4 alleen) via een https-verbinding met TLS v1.2 via poort 443 gebruikt. In bepaalde gevallen kan ook gebruik gemaakt worden van een http-verbinding via poort 80. Deze twee poorten moeten dus worden ingeschakeld in een firewall. Er zal geprobeerd worden om een verbinding te maken met nld.francotyp.com en deu.francotyp.com De PostBase kan worden geconfigureerd om DHCP (standaard) te gebruiken, als alternatief kan het geconfigureerd worden met een vast IP-adres, waarbij het IP-adres van de PostBase, subnet-mask, gateway en DNS-server gegevens handmatig ingevoerd worden. Een proxyserver kan ook worden geconfigureerd, waarbij het IP adres en de poort van de proxy nodig zullen zijn. Proxyservers zonder verificatie worden ondersteund, maar de PostBase kent ook 'basic' of 'digest' authenticatie methodes (met behulp van een door de gebruiker te gebruiken naam en wachtwoord, de digest maakt gebruik van een MD5 checksum). NTLM wordt niet ondersteund als een authenticatie-methode. Alle netwerktypes, met uitzondering van een zgn. Ring-netwerk, worden ondersteund. Meer informatie kunt u vinden op onze website www.fp-ruys.nl/helpdesk
Versie 1.3 – 20-04-2015
3
Overzicht PostBase verbindingsinstellingen
Versie 1.3 – 20-04-2015
4
2 – Eerste Stappen: de PostBase installeren. Voor u de PostBase opstart …. Controleer of de netwerkkabel op een werkende netwerk-poort is aangesloten.
Start de PostBase op: Druk op de PostBase knop. Het display en de knop zullen oplichten. De PostBase voert een zelftest uit en zal vervolgens de installatieprocedure starten.
In de eerste stap zal de gewenste taal aan u worden gevraagd. De PostBase zal daarna proberen een verbinding tot stand te brengen om software en instellingen op te halen.
Indien dit geslaagd is, komt u bij de volgende stap:
U zal worden gevraagd of u een verbinding op basis van Ethernet of Modem wilt gebruiken. Modem verbinding is in Nederland niet beschikbaar. U kunt in dit scherm dus [Ethernet] selecteren en bevestigen met [Verder].
Versie 1.3 – 20-04-2015
5
3 - Het opzetten van een Ethernet-verbinding 3.1 - DHCP: wordt het IP-adres automatisch toegewezen? Er zal u worden gevraagd of 'DHCP' connecties kunnen worden gebruikt in het netwerk of niet. DHCP gebruiken vereenvoudigt de configuratie. Daarom adviseren wij u dit te gebruiken indien mogelijk. Als u niet zeker weet of DHCP wordt ondersteund, neem dan contact op met uw IT-netwerk beheerder.
U kunt proberen een verbinding te maken met DHCP. Als dit niet wordt ondersteund, dan zult u een foutmelding krijgen. Hierna kunt u deze verbindingsinstellingen oproepen en alsnog wijzigen. Selecteer de gewenste optie en druk vervolgens op [Verder]. Wanneer u kiest voor DHCP = Uitgeschakeld zal gevraagd worden handmatig het IP-adres voor de PostBase in te voeren. Uw ITnetwerkbeheerder kunt u hierbij helpen. Ingeschakeld, ga naar hoofdstuk 4. Uitgeschakeld, ga naar hoofdstuk 5.
4 - Het specificeren van een Proxy-Server Er zal worden gevraagd naar een 'proxy-server'. Indien uw organisatie hier gebruik van maakt, kunt u deze gegevens invoeren. In de meeste gevallen zal de volgende instelling gebruikt worden: Proxy = Uitgeschakeld Als u niet zeker weet of er gebruik gemaakt wordt van een Proxy-server, kunt u contact opnemen met uw ITnetwerkbeheerder.
Ingeschakeld, ga naar hoofdstuk 4.1 Uitgeschakeld, ga naar hoofdstuk 6
Versie 1.3 – 20-04-2015
6
4.1 - Het invoeren Proxy Server Settings (indien van toepassing) Als uw netwerk een proxyserver gebruikt, dient u de gegevens in te voeren in het volgende scherm. Voordat u dit kunt doen, dient u de benodigde informatie te verkrijgen. U heeft het volgende nodig: Het IP adres van de proxy-server en het poortnummer. Of authentificatie wordt gebruikt, en indien dit gebruikt wordt, de bijbehorende gebruikersnaam en wachtwoord.
1) Voer het IP-adres van de proxy-server in. Een toetsenbord verschijnt op het display. Hiermee kunt u het IP-adres invoeren. Met de CE-toets (onderin rechts) kunt u uw invoer corrigeren.
2) Voer het poortnummer in. Normaal gesproken zal dit de waarde "8080" zijn. Mogelijk kan het een andere waarde zijn, bijvoorbeeld "80". Neem bij twijfel contact op met uw IT-netwerkbeheerder.
3) Als uw proxy-server authenticatie (gebruikersnaam en wachtwoord) nodig heeft, dan dient u dit in te stellen. Kies INGESCHAKELD en voer de gegevens in op de volgende schermen. Neem bij twijfel contact op met uw ITnetwerkbeheerder. Indien de proxy authenticatie nodig heeft dient u mogelijk een speciale gebruiker op te geven voor de naam en het wachtwoord van de PostBase.
Vervolg de handleiding vanaf hoofdstuk 6.
Versie 1.3 – 20-04-2015
7
5 – Handmatige configuratie van een Ethernet verbinding (DHCP uitgeschakeld) Wanneer er in uw organisatie voor is gekozen om met vaste IP adressen voor apparaten te werken, heeft u in hoofdstuk 3.1 gekozen om de automatische toekenning van IP-adressen (DHCP) uit te zetten. In de volgende schermen kunt u handmatig uw instellingen maken. Uw IT-Netwerkbeheerder kan u helpen aan de juiste gegevens. 1) Frankeermachine IP-Adres Een toetsenbord verschijnt op het display. Hiermee kunt u het IP-adres invoeren. Met de CE-toets (onderin rechts) kunt u uw invoer corrigeren. Vergeet de separatie punten niet!
2) Subnet-Mask Op dezelfde wijze als het IP-adres kunt u nu de gegevens van het Subnet-Mask invoeren. (uw netwerkbeheerder kan u helpen aan deze gegevens.)
3) Standaard Gateway Voer wederom de juiste gegevens in, zoals bovenstaand beschreven.
4) DNS server adres Voer wederom de juiste gegevens in, zoals bovenstaand beschreven.
5) Bevestig deze laatste invoer met [Verder], vervolg de handleiding vanaf hoofdstuk 4.
Versie 1.3 – 20-04-2015
8
6 - Configuratie overzicht Tot slot, voor het opslaan van de gegevens, wordt een overzicht getoond van alle instellingen, waaronder het handmatige IP adres en de proxyserver. Controleer deze voordat u klikt op [Opslaan].
De PostBase zal opnieuw opgestart moeten worden voordat de instellingen actief worden. Toets [Verder] om opnieuw op te starten en de verbinding te testen. Als de machine geen verbinding kan maken, zal het scherm verbindings-instellingen weer verschijnen. In dit geval dient u eerst de aansluitingen en vervolgens de instellingen die u hebt ingevoerd te controleren. U kunt ook de instellingen bespreken met uw systeembeheerder. Wanneer alle gegevens correct zijn ingevoerd, zal de PostBase nu verder gaan met de rest van de configuratie ... Indien de PostBase niet kan verbinden, zal het scherm terugkeren naar het beginpunt. In dit geval, dient u opnieuw de aansluitingen en vervolgens de instellingen die u hebt ingevoerd te controleren.
Let op! Er kan gevraagd worden om uw machine specifieke R-PIN nummer in te geven. Deze kunt u terugvinden in de e-mail welke eerder aan u werd toegezonden.
Versie 1.3 – 20-04-2015
9