Eerste Hulp bij Sportongevallen
SC Aarschot
Voorwoord Sporten is leuk en gezond! Helaas zijn er ook sportblessures… je vermijdt ze best, maar als het je toch niet meezit, weet je toch maar best waar je aan toe bent en wat in eerste instantie moet gebeuren. Een goede en snelle Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen (EHBSO) kan echter vaak erger voorkomen. De algemene benadering vormt de basis waarop eerste hulp geboden wordt bij ongevallen, zowel bij levensbedreigende als bij niet-levensbedreigende situaties. Dit geldt ook voor sportongevallen. Eerste hulp verlenen bij een sportongeval of sportletsel is de onmiddellijke zorg toedienen in afwachting van gespecialiseerde hulpverlening. Naargelang van de ernst van het letsel kan het zijn dat je een hulpdienst (112 of 100) oproept of het slachtoffer zelf naar een arts laat gaan. Het is van bijzonder belang dat sportongevallen van bij het begin doelmatig verzorgd worden. Dit om de gevolgen van het sportletsel zo beperkt mogelijk te houden, de hersteltijd te verkorten en de schade op langere termijn te helpen beperken. De algemeen aanvaarde standaardprocedure voor de eerste zorgen bij acute letsels aan de onderhuidse weefsels (verstuiking, kneuzing, spier- en peesscheuren, verrekking) kan worden samengevat in één sleutelwoord: ICE. Verder bespreken we hier de meest elementaire en eenvoudige eerste hulp bij sportongevallen zodanig dat je weet wat te doen bij…
Tandletsels Snijwonden Blaren Bloedneus Schaafwonden Oogverwonding Hoofdletsel Bewusteloosheid Botbreuk en/of ontwrichting Flauwvallen/duizeligheid Hersenschudding Letsel aan geslachtsdelen Kneuzing en verstuiking Kramp Spierscheur Steken in de zij …….
Zonder EHBSO-materiaal kom je meestal niet ver. Het is een taak van het bestuur van elke vereniging om er voor te zorgen dat bij elke training, wedstrijd en elk evenement een complete EHBSO-koffer aanwezig is. Deze mag niet op slot zitten of achter slot en grendel staan. De inhoud van de EHBSOkoffer moet regelmatig gecontroleerd en aangevuld
Na een eerste behandeling steeds doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp.
Algemene leefregels Groei. Omdat jeugdspelers volop in de groei zijn moet de sportbelasting steeds worden afgewogen tegen de belastbaarheid. Tijdens de groei komen nogal eens overbelastingsblessures voor, omdat enerzijds de trainingsintensiteit groot is en anderzijds de spiergroei pas plaatsvindt na uitgroei van de botten. Tijdens de “groeispurt” zijn de spieren relatief zwak. Krachttraining is in die fase dan ook volledig uit den boze. Bij overbelastingsblessures van de knie worden springen; sprinten en explosieve bewegingen zoals hard schieten ook ontraden, omdat dit in feite krachttrainingvormen voor de knie zijn.
Verhouding arbeid-rust. Een juiste frequentie en intensiteit van trainen verhoogt de prestatie. Wordt er te vaak of te zwaar getraind, of neemt men onvoldoende rust, dan leidt dit tot verminderde prestaties. Men spreekt dan van “overtraining”. Dit verschijnsel kan ook optreden bij ziekte en psychische overbelasting (problemen thuis of op school In die situaties is overleg tussen ouders, trainer en/of de schoolverantwoordelijke bijzonder nuttig.
Enkele tips:
Ga op de avond voor een wedstrijd niet uit en ga op een normaal tijdstip (zoals andere dagen) slapen. Om in je normale dagelijkse ritme te komen, is het ook aanbevolen om op de wedstrijddag niet extra lang uit te slapen.
Voeding. Onze energie leverantie is afkomstig van vetten en koolhydraten. Koolhydraten zijn de meest efficiënte leveranciers van calorieën. Na ongeveer een uur sporten is de voorraad koolhydraten in het lichaam op en wordt er overgeschakeld op vetverbranding. Dit kost extra zuurstof, zodat de prestatie afneemt. Het is daarom nodig om vooral veel koolhydraten te eten. (aanwezig in bvb. macaroni en spaghetti ). Eiwitten vertragen de maagontleding. Het is daarom onverstandig om voor het sporten vlees te eten of melk te drinken.
Enkele tips:
Dagelijks kiezen voor gezonde voeding. Hoedt u voor vette tussendoortjes (chips, chocoladerepen, Mars e.d.) Bij warm weer is tijdig drinken van groot belang. Wacht dan niet tot je dorst krijgt, maar handel preventief.
Steken in de zij Bij forse en langdurende inspanningen kan een sporter steken in de zij voelen. Meestal zit deze pijn links onder de ribbenboog (ter hoogte van maag/milt) of rechts in de leverstreek. Het vermoeden bestaat dat de steken worden veroorzaakt door een prikkeling van het middenrif (dat gebruikt wordt bij de ademhaling) of door kramp in het deel van de dikke darm dat zich in de bovenbuik bevindt. Steken in de zij zijn niet gevaarlijk, alleen onprettig. EHBO:
Laat de persoon rustiger sporten en goed doorademen. Laat als dat niet helpt, de persoon even stoppen met sportbeoefening en adviseer hem zich lang te maken (het lichaam uit te rekken) Laat de persoon eventueel op de rug liggen
Voorkomen!
Gebruik geen zware maaltijden vlak voor het sporten.
Doe een goede warming up waarbij de snelheid en intensiteit van de inspanning geleidelijk wordt opgevoerd.
Zonneslag en Hitteslag Zonneslag = ontregeling van het warmtecentrum in de hersenen t.g.v. directe zonnestraling op het hoofd Waarnemen: Ø Ø Ø Ø Ø
Rood aangezicht en droge huid Snelle hartslag Hoofdpijn en duizeligheid Dorst braakneigingen
Handelen: Ø Ø Ø Ø
S.O. uit de zon halen Halfzittende houding Koude kompressen op het voorhoofd leggen Verwittig eventueel gespecialiseerde hulp
Hitteslag = te lang in warm milieu blijven waarbij het zweetproces wordt belemmerd Waarnemen: Ø Ø Ø Ø
Niet meer zweten Vlugge en plotse temperatuurstijging Snelle hartslag Snelle hijgende ademhaling
Handelen: Ø Ø Ø Ø
Trek kledij van het S.O. uit Koel S.O. voorzichtig af Zorg voor vrije luchtwegen Verwittig gespecialiseerde hulp
Reanimatie Het is van het allergrootste belang vooraleer men andere verwondingen bekijkt, eerst de 3 vitale dat wil zeggen levensnoodzakelijke parameters of functies na te gaan. Deze zijn: 1. 2. 3.
Bewustzijn Ademhaling Circulatie, dit is de bloedsomloop welke in stand wordt gehouden door het hart
Bewustzijn: Men kan dit testen door 3 zaken na te gaan: 1 2 3
Kan de patiënt zijn ogen nog openen? Kan hij nog vragen beantwoorden? Kan hij nog bepaalde opdrachten uitvoeren?
Het antwoord op deze testen bepaalt de ernst van het bewustzijnverlies. Als dit bewustzijn gestoord is, kan men in principe hieraan weinig doen. Wel moet men in het oog houden dat de ademhaling en de circulatie behouden blijven. Als deze in orde zijn, kan men de patiënt in veiligheidshouding leggen (zie tekening 1)
Maar: 1
dit mag men nooit doen als het bewustzijnsverlies ontstaan is na en trauma: - men is er dan namelijk nooit zeker van of er geen halswervelfacturist, en dan zou verplaatsing kunnen leiden tot levenslange verlamming. - verder mag men de patiënt met bewustzijnsverlies ook niet rechtop zetten omdat zo de bloedtoevoer naar de hersenen nog vermindert. Ademhaling en circulatie: Bij bewustzijnverlies moet men steeds nagaan of de patiënt nog ademt en of zijn hart nog klopt. De ademhaling kan men zien door het op en neer bewegen van de borstkas en voelen door de uitgeademde lucht. De hartslag kan men het gemakkelijkst voelen in de hals, in de groeve langs weerszijden van de adamsappel. a) geen ademhaling, nog wel hartactiviteit: a. hoofd achteruit leggen en de kin naar boven trekken ( zie tekening 2 ) b. kijk na of er niets in de mond zit. Bijvoorbeeld het gebit, of de tong die naar achter gevallen is. c. Beadem mond op mond terwijl men kijkt of de borstkas naar boven beweegt als men er lucht in blaast. De beademing moet kort en krachtig zijn (1á 1.5 seconden), met een frequentie van ongeveer 12 á 15 beademingen per minuut.
b) geen ademhaling, geen circulatie: a. eerst 2 x beademen zoals hierboven beschreven b. controle van de hartslag: voelen naar hartslag aan de HALSSLAGADER. plaats de vingers op het strottehoofd!!! NIET DE DUIM!!! laat de vingers zijwaarts afzakken tot in de groef tussen het strottehoofd en de spiermassa druk richting halswervels
c.) starten van de hartmassage: 1. men plaatst de hand onderaan de ribbenboog en men zoekt het punt waar de ribben samenkomen. Twee vingers erboven plaatst men de linker hand. De rechter hand legt men op de linker hand en met de vingers van de rechter hand trekt men die van de linker hand omhoog. 2. men zorgt ervoor dat men zijn eigen schouders loodrecht boven de patiënt houdt. 3. dan drukt men met gestrekte armen het borstbeen 4 á 5 centimeter in, zonder het drukpunt los te laten. 4. het ritme is: Je bent alleen:
15 hartmassages voor 2 ademhalingen DUS: 15/2 en dit 3 á 4 x per minuut. na hartmassage terug tweemaal beademen na de vierde cyclus controleren of er geen hername is van de spontane hartwerking
Je bent met twee:
5 maal hertmassage na de vijfde maal hartmassage kan de tweede persoon éénmaal inblazen terug vijfmaal hartmassage (deze persoon kan nu zijn handen op het drukpunt laten staan) na ongeveer één minuut, dien je te controleren op hartwerking
Wondverzorging A. Wondreiniging: Eerst en vooral is het belangrijk de wonde goed te spoelen met water en zeep. Daarbij moet men er wel opletten geen bloedstolsels te verwijderen want dat zou zo opnieuw kunnen gaan bloeden. B. Wondontsmetting: Men kan best ontsmetten met niet prikkelende en niet erg kleurende ontsmettingsproducten. Want bij grote wonden zal men toch naar een arts moeten gaan, en dan is het moeilijk voor hem om te beoordelen of de wondranden nog goed doorbloed zijn of al aan het afsterven zijn als men vooraf ontsmet heeft met erg kleurende producten. · Voorbeelden van niet erg verkleurende producten zijn: HAC, Hacdil-S, Hibitane waterige oplossing, Isobetadine dermicum, Zuurstofwater, Hibidil C. Steriel verbinden van de wonde: · door middel van wondpleisters of eventueel een wondspray (bijvoorbeeld Nobectutane) voor kleine oppervlakkige wondjes · als een hechting nodig is, moet dit zo snel mogelijk door een arts gedaan worden.
De ICE regel Wat is de ICE regel? De algemeen aanvaarde standaardprocedure voor de eerste zorgen bij acute letsels aan de onderhuidse weefsels (verstuiking, kneuzing, spier- en peesscheuren, verrekking) kan worden samengevat in één sleutelwoord:
ICE.
De ICE-regel is een letterwoord waarbij zowel het geheel als elke letter afzonderlijk een betekenis heeft. Als geheel staat het Engelse woord voor ijs. Dit betekent dat we als eerste stap steeds intensief moeten koelen. Elke letter op zich heeft ook een betekenis in de methode, namelijk: I staat voor immobilisatie (onbeweeglijk maken) C staat voor compressie (drukverband) E staat voor elevatie (hoogstand getroffen lichaamsdeel). Het doel van deze eerste hulp is: * verdere beschadiging van de gekwetste weefsels voorkomen; * de reactie van het lichaam beperken: zwelling beperken, inwendige bloeding beperken en pijnstilling. Je kan dus besluiten dat het toepassen van de ICE-regel helpt om de revalidatie te verkorten. Want: hoe sneller de ontzwelling en hoe kleiner de bloeduitstorting, hoe sneller het herstel. Werkwijze ICE regel. Koel direct gedurende 10-15 minuten op de plaats van het letsel. Maak daarbij gebruik van koud water, een zak met ijsblokjes of een Cold Pack. Pas bij het koelen op voor bevriezing van de huid: leg een doekje tussen de huid en het ijs. Het doekje dat tussen het ijs en de huid wordt aangebracht mag lichtjes worden bevochtigd. Op deze wijze vindt de koudegeleiding doorheen de doek vlotter plaats.
Foto: pas bij het koelen op voor vrieswonden
Immobilisatie: hou het lidmaat onbeweeglijk Het gekwetste lichaamsdeel mag in geen geval nog belast worden. Draag of ondersteun het slachtoffer als hij moet verplaatst worden; het gekwetste lichaamsdeel moet zoveel mogelijk onbeweeglijk gehouden worden. Leg een immobiliserend verband aan naargelang de mogelijkheden en de plaats van de kwetsuur.
Blaren Wat zijn blaren? Een blaar is een huidletsel. Het is een ophoping van vocht (plasma) tussen de opperhuid en de lederhuid waardoor we een blaas op de huid zien. Een branderige rode huid is het eerste voorteken. Blaren ontstaan bij sportbeoefening meestal door langdurige of hevige wrijving van de huid. In de sport zal je dus bij wandelaars of lange afstandlopers heel wat blaren op de voeten te behandelen krijgen. In de turnsport en bij racketsporten zal je vooral met blaren op de handpalmen te maken krijgen. Eerste hulp bij een blaar: Het doel van de eerste hulp bij een blaar is 3-voudig Beperken van het infectierisico Verminderen van pijn en ongemak Versnellen van het genezingsproces. Een blaar is een lichte wonde die je als hulpverlener in principe volledig zelf kan verzorgen. We maken een onderscheid naar uitzicht van de blaar tussen: Gesloten blaar: Blaren zijn eigenlijk een tweede graads brandwonde. Ze worden in principe nooit doorprikt tenzij ze hinderlijk zijn.
Gewoon zo laten of afplakken met een tweedehuidpleister wanneer ze niet hindert om onnodig gevaar op infectie te voorkomen.
Wanneer ze wel hindert bij het sporten, handelen als volgt: ontsmet de blaar met een niet prikkelend, niet of slechts licht kleurend ontsmettingsmiddel en laat de huid gedurende een 15tal seconden drogen (niet blazen) Ontsmet de blaar
Prik met een ontsmette of steriele naald in de basis van de blaar op verschillende plaatsen. houd hierbij de naald evenwijdig met de huid. Prik open
Duw met een steriel kompres het vocht uit de blaar.
Ontsmet opnieuw met een ontsmettingsmiddel.
Leg een steriel, drukkend verband aan of dek af met een tweedehuidpleister.
Open Blaar:
Ontsmet de wonde en de omgeving van de blaar. Knip de loshangende huiddeeltjes weg met een steriele schaar.
Ontsmet de wonde met een ontsmettingsmiddel. Dek af met een steriel verband. Knip de huiddeeltjes weg .
Beroerte Men onderscheidt hierbij: A. Hersenbloeding: = bloeduitstorting in de hersenen door het barsten van een bloedvat t.g.v. een ziekte. B. Hersenenembolie: = verstopping van een bloedvat in de hersenen, veroorzaakt door een bloedklonter. C. Hersentrombose: = verstopping van een bloedvat in de hersenen t.g.v. het vormen van een klonter ter plaatse. Ten gevolge van deze aandoeningen wordt een deel van de hersenen niet meer van zuurstof voorzien en sterft af. Waarnemen: · · · · · · · ·
Wankele manier van lopen Plotse hoofdpijn Verwardheid Spierverzwakking of verlamming aan één kant van het lichaam Spraak en gezichtsstoornissen Scheve mond Bewusteloosheid Pupillen kunnen enkelzijdig vergroot zijn
Handelen: · · ·
Zorg voor vrije luchtwegen Controle vitale functies Verwittig gespecialiseerde hulp
Epilepsie
Epilepsie = te wijten aan een tijdelijk abnormale prikkeling van de hersencellen.
Veralgemeende aanvallen / Grand mal: Ø Ø Ø o o o Ø
Voor de aanval kan het S.O. een plotse gewaarwording hebben, voorbeeld geur – smaak – geluid, Gedurende de aanval is het S.O. bewusteloos Aanval in drie fasen: Gespannen Schokkende fase ontspanningsfase als S.O. bij bewustzijn komt, klagen over vermoeidheid, verwardheid
Handelen: Ø Ø Ø Ø Ø Ø
werk de bewegingen van het S.O. niet tegen vermijdt dat het S.O. zich ergens kan stoten en zich zou kwetsen (vooral het hoofd) geen voorwerp tussen de tanden steken zorg na aanval voor vrije luchtwegen en controleer de vitale functies zorg voor een rustige omgeving, overmatige prikkelingen kan nieuwe aanval tot gevolg hebben verwittig gespecialiseerde hulp in volgende gevallen: eerste aanval bijkomende letsels duurt lang voor S.O. bijkomt hartwerking of ademhaling ernstig verstoort
Gelokaliseerde aanval: Ø Ø Ø Ø
beperkt zich tot een deel van het lichaam getroffen lichaamsdeel wordt stijf ritmische schokken let op: deze kunnen algemeen worden
Petit Mal: Ø Ø Ø Ø
meestal bij kinderen plots voor zich uit staren knipperen met de oogleden korte tijd bewegingsloos en afwezig
Flauwte (syncope) Flauwte is een kortstondig, plots bewustzijnsverlies als gevolg van een zuurstoftekort in de hersenen. Flauwte wordt vaak veroorzaakt door: emoties (angst, het zien van bloed…), pijn, plots rechtkomen na een tijdje te hebben neergelegen, lang rechtopstaand, plots stoppen met zware lichamelijke inspanning of lang in een warmwaterbad liggen. Waarnemen: * het slachtoffer voelt zich zwak en onwel. * Het ziet zwarte vlekken voor de ogen. * Het wordt plots bleek, begint te zweten en valt neer. * Het voelt koud aan. * polsslag eerst traag, gaat dan versnellen. Eerste hulp: * leg het slachtoffer op de rug. * Controleer de vitale functies en zorg voor vrije ademhalingswegen. * Breng de benen iets hoger dan de rest van het lichaam. * Maak knellende kleding los en leg eventueel koude kompressen, een vochtig washandje of doek op het voorhoofd en/of in de nek. * leg eventueel koude compressen op het voorhoofd. * Laat het slachtoffer nadat hij is bijgekomen nog een tiental minuten liggen en laat hem dan geleidelijk rechtop zitten wanneer hij bijkomt
Buil Een val of een klap levert nogal eens een onderhuidse bloeding op met een zwelling tot gevolg. Onmiddellijk na de klap en nadien op regelmatige tijdstippen ijs of koude kompressen op de buil leggen helpt om de pijn en de zwelling te verminderen.
Insectensteek Waarnemen: 1. Plaatselijke zwelling 2. Roodheid 3. jeuk ! ! ! Opgelet voor allergische reacties ! ! ! Handelen: 1. tracht de angel met een splinterpincet te verwijderen 2. beperk zwelling en pijn door ijs aan te brengen 3. breng eventueel zalf aan tegen de jeuk
Koudebevanging Waarnemen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
S.O. voelt koud aan Rillen en beven Lusteloosheid Slaap Verminderde lichaamsreacties Trage hartslag en ademhaling, eventueel stilstand / bewusteloosheid
Handelen: 1. 2. 3. 4. 5.
Zorg voor vrije luchtwegen / controle vitale functies Verwijder eventueel natte kleding Wikkel S.O. in een deken Niet te snel opwarmen Verwittig gespecialiseerde hulp
Letsel aan de geslachtsdelen Achtergrondinformatie: Trappen of slagen ter hoogte van de geslachtsdelen zijn altijd zeer pijnlijk. Meestal gaat het om voorbijgaande ongemakken maar er kunnen ook inwendige organen geraakt zijn. Voor de frequentere, minder ernstige letsels bestaan er een aantal middelen om de sporter snel weer op de been te krijgen. Waarneming: * Het slachtoffer valt meestal op de grond, de benen opgetrokken, de handen aan de geslachtsdelen. * Het slachtoffer heeft zeer veel pijn. * Er kan een bloeding en zwelling optreden. Eerste hulp bij letsels aan de geslachtsdelen: * Probeer het slachtoffer zoveel mogelijk te laten ontspannen om de pijnreflexen te onderbreken stel hem gerust. * Laat het slachtoffer een paar keer diep en rustig ademen. * Laat het slachtoffer die houding aannemen waarin hij het minst pijn ondervindt. * In geval van zwelling: koelen. * Andere mogelijkheid om de pijn te verzachten: met de atleet in ruglig en de benen opgetrokken, een lichte druk geven op de benen tot de knieën tegen de borst komen. * Probeer dit niet te doen indien het slachtoffer dit niet wenst. * Laat het slachtoffer urineren. * Raadpleeg een arts bij blijvende pijn of bloedverlies bij het urineren.
Bloedingen a. neusbloeding: bij een neusbloeding moet men het slachtoffer rechtop laten zitten met het hoofd lichtjes voorover. En men moet gedurende 5 á 10 minuten op beide neusvleugels duwen. b. ernstige bloedingen: bij ernstige bloedingen kan men vooraleer naar een dokter te gaan al trachten de bloeding te stelpen op 3 verschillende manieren: 1. rechtstreekse druk op de wonde met een ( steriel ) stuk textiel, gedurende minimaal 10 á 15 minuten. 2. druk op de toevoerende slagader als rechtstreekse druk onmogelijk is, bijvoorbeeld bij zeer uitgebreide wonden of bij open breuken. 3. hoogstand van het lidmaat dat bloedt, BEHALVE als er een ernstige bloeding is in de hals: want dan kan er lucht aangezogen worden in de bloedvaten en dit veroorzaakt dan een zogenaamd luchtembool, wat dodelijk kan zijn.
Schaafwonde Een schaafwonde is een oppervlakkige wonde waarbij enkel de bovenste huidlaag is afgeschaafd. Bij schaafwonden en open wonden bestaat, ongeacht de grootste en diepte, steeds gevaar voor infectie. Was daarom moet je handen voor de wondverzorging, en maak correct gebruik van goede ontsmettingsmiddelen en steriel materiaal. Draag als hulpverlener zo mogelijk wegwerphandschoenen als je een slachtoffer hebt dat bloedt. Waarnemen: puntvormige bloedingen, veel pijn, vaak bevuild. Eerste hulp:
Reinig de wonde (en omgeving) met water, zeep en een proper washandje. Droog de wonde voorzichtig af. Ontsmet de wonde met een ontsmettingsmiddel dat niet prikt en dat niet of slechts lichtjes kleurt. Giet ontsmettingsmiddel op een steriel kompres en wrijf weg van het centrum van de wonde. Gebruik elk kompres slechts éénmaal. Laat de ontsmettingsstof drogen (niet blazen). Dek de wonde indien nodig af.
Ernstige schaafwonden moeten worden doorverwezen naar de arts.
Snijwonden Wat moet u doen met een snijwonde:
Onmiddellijk naar een arts hollen voor een hechting of rustig blijven en de wonde zelf verzorgen? Alles hangt af van de ernst van de wonde en de omstandigheden waarin ze veroorzaakt wordt. Bij snijwonden is er doorgaans geen weefsel weggerukt en zijn de randen glad. Dit onderscheidt snijwonden van schaafwonden. Als de wonde niet ernstig en niet diep is, kan men ze eventueel zelf verzorgen. Als men echter ook maar enigszins twijfelt, wendt men zich best tot een arts. Een diepe of grote snijwonde laat men best altijd door een arts verzorgen omdat hierbij vaak hechtingen nodig zijn. Een grote wonde die niet goed verzorgd wordt, kan nadien een lelijk litteken nalaten. Als de wonde ernstig bloedt, gaat u eveneens best naar de arts. De plaats van de wonde is eveneens belangrijk. Wonden in het aangezicht kunnen spectaculair bloeden, maar doorgaans is dit niet gevaarlijk. Omwille van de kans op littekens gaat men echter met een wonde in het aangezicht best naar een arts. Een snijwonde van een mes is doorgaans niet erg vervuild en kan gewoonlijk ook zeer goed gereinigd worden. Kleine snijwonden kan men dus gemakkelijk zelf verzorgen. In diepe snijwonden die door glas veroorzaakt worden, blijven ondanks goed spoelen vaak kleine glasschilfertjes achter. Deze kunnen nadien tot ontstekingen leiden. Diepe glaswonden worden daarom best radiografisch gecontroleerd op achterblijvende glasscherven. Wacht niet om naar een arts te gaan. Eens de wonde zich gesloten heeft, is het gewoonlijk te laat om nog in te grijpen. Doorgaans laat men een gesloten wonde immers ongemoeid. Als een wonde die men zelf verzorgd heeft tijdens de volgende dagen rood wordt, opzwelt en pijnlijk en warm aanvoelt, is ze ontstoken. In dit geval moet u steeds een arts raadplegen.
Hoe verzorgen?
Het belangrijkste is dat de wonde zuiver is. Alle verontreinigende stoffen moeten steeds verwijderd worden vooraleer een wonde gesloten wordt. Laat de wonde goed bloeden. Houd ze ondertussen onder de kraan en spoel ze goed uit. Eventueel kunt u de wonde en de huid er rond nog ontsmetten, b.v. met Isobetadine® of H.A.C.®
Hoe sluiten?
Een zuivere wonde kan op meerdere wijzen gesloten worden zonder dat ze met naald en draad of haakjes gehecht moet worden. Sommige snijwonden blijven dichtkleven nadat ze even dichtgedrukt worden. Dit heeft voordelen voor de genezing. Hoe kleiner namelijk de bloedklonter in de wonde, hoe sneller ze kan helen. Door de wonde dicht te drukken, kleven de beide wondranden tegen elkaar aan en vormt er zich slechts een minimale bloedklonter. Voor een kleine snijwonde kan deze aanpak al volstaan. Let wel op dat u de wonde nadien niet opnieuw openscheurt. Doorgaans sluit ze daarna niet meer zo goed en vormt zich een grotere bloedklonter. U kunt de wonde beschermen met een kleine pleister, maar wacht tot de wonde goed gesloten en droog is. Als men er onmiddellijk een pleister op tracht te kleven, komt de wonde namelijk vaak terug open. Gebruik een smalle pleister zodat de wonde goed verlucht wordt en de huid onder het wondkussentje niet vochtig wordt en opzwelt. In dat laatste geval komen de wondranden vaak gemakkelijk opnieuw los. Als deze aanpak lukt, is een kleine wonde vaak na enkele dagen reeds genezen.
Als de wondranden de neiging hebben om zich open te sperren, moet men anders te werk gaan. Met een zwaluwstaart kunnen de wondranden vrij eenvoudig tegen elkaar gedrukt worden. Knip daartoe het wondkussentje aan beide zijden van een wondpleister voor één derde weg. (fig. l). Doordat de pleister in het midden tot een dun bundeltje opgerold wordt, is de wonde niet afgedekt. Eventueel wondvocht kan daardoor gemakkelijk wegvloeien. Men kan ook smalle wondpleisters gebruiken, zoals b.v. Leukostrip®, Steri-strip®, enz., die specifiek bedoeld zijn voor het sluiten van wonden. Laat tussen de strips voldoende ruimte zodat eventueel wondvocht ongehinderd kan wegvloeien. Deze strips zijn dun en laten een goede verluchting van de huid toe. Ze passen zich ook zeer gemakkelijk aan de lichaamsvormen aan en hinderen niet bij bewegingen. Het gevolg is dat ze nauwelijks enige huidirritatie veroorzaken. Wanneer moet ik naar de arts? In de volgende gevallen doet u er goed aan niet te wachten en contacteert u best onmiddellijk een arts.
Een wonde waar het bloed uit spuit of die fel blijft bloeden, zelfs nadat u ze gedurende 10 minuten stevig dichtgedrukt hebt (a). Een diepe snede of een diepe puntige wonde, bv. van een nagel, zeker wanneer deze zich aan de handen of de voeten bevindt. Elke bijtwonde, zowel van dierlijke als van menselijke oorsprong. Wonden met rode randen die op een ontsteking wijzen en wonden waaruit etter komt (b). Grote, vuile schaafwonden met verhakkelde, ruwe wondranden. Wonden met loshangende huidflappen die niet met steriele huidstrips gedicht kunnen worden (c). Zeer grote wonden (d). Wonden waaruit het vuil niet weggewassen kan worden, zelfs niet met water en zeep. Wonden met vishaken (laat de vishaak liefst zitten en tracht hem niet zelf te verwijderen). Wonden van waaruit zich rode striemen ontwikkelen. Wanneer de streek rond de wonde gevoelloos lijkt te worden of wanneer er een verdoofd gevoel lijkt te ontstaan. Wanneer er koorts ontstaat enige tijd nadat de wonde veroorzaakt werd. Wanneer de wonde de bewegingsvrijheid begint te hinderen.
Fig. 1: voorbereiding van een pleister tot een „zwaluwstaart‟.
Fig. 2: aanbrengen van de zwaluwstaart.
Kleef de pleister aan één zijde van de wonde vast. Draai het andere uiteinde van de pleister volledig rond.
Trek lichtjes aan dit uiteinde zodat de wonde gesloten wordt, alvorens u het vastkleeft.
Breuken en fracturen 3 tekens wijzen met ZEKERHEID op een breuk: 1. Abnormale stand 2. Abnormale beweeglijkheid 3. Botknarsen of “crepaties” bij bewegen Deze 3 tekens mag men echter nooit proberen op te zoeken omdat ze erg pijnlijk zijn. Verder zijn er nog 3 tekens die mogelijk een breuk doen VERMOEDEN: 1. pijn 2. functieverlies, bijvoorbeeld niet meer kunnen steunen 3. zwelling (deze drie tekens doen slechts een breuk vermoeden, want ze komen bijvoorbeeld ook voor bij een gewone verstuiking). De algemene maatregelen bij een breuk zijn: 1. onbeweeglijk houden van het getroffen lidmaat. 2. niet proberen het bot recht te zetten. 3. bij open fracturen ( dit is wanneer men een wonde ziet ter hoogte van de plaats waar men een breuk vermoedt ) moet men proberen infectie te voorkomen door de wonde zo snel mogelijk steriel af te dekken. 4. zorg steeds dat het slachtoffer niet afkoelt, bijvoorbeeld in de winter een deken over hem leggen.
A) Onderste lidmaat: · meest frequent zijn scheenbeen en enkelfracturen ( waar men een binnen en een buitenenkel heeft ). Bij beiden gelden de algemeen regels zoals hierboven beschreven. Ook kan men best de schoen losmaken maar niet uitdoen.
B) Bovenste lidmaat: · Bij fracturen van het bovenste lidmaat moet men het slachtoffer een draagdoek aandoen, zowel bij boven als onderarmfractuur. Dit zal in ieder geval de pijn verzachten. Men kan op verschillende manieren zo‟n draagdoek aanleggen, eventueel zelfs door de mouw van de jas vast te spelden of door de onderste boord van een trui om te slaan naar boven. Ook is het steeds belangrijk om als het slachtoffer ringenheeft deze zo snel mogelijk uit te doen want hoe langer men wacht, hoe moeilijker het zal worden door de zwelling.
Kneuzingen (contusio) Dit is een kneuzing van de onderhuidse weefsels. Meestal is dit het gevolg van een stoptrauma, zoals bijvoorbeeld een kniestoot tegen de dij. De symptomen zijn zwelling en pijn ( en na enkele dagen dikwijls een blauwe plek). Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie rust ijs: gedurende 10 á 15 minuten afkoelen met ijs ( niet rechtstreeks op de huid want vriesletsels zouden kunnen ontstaan ) compressie: met een stevig verband probeert men steun te geven maar ook verdere zwelling te voorkomen elevatie: dit is hoogstand, dus het omhoog leggen van het getroffen lidmaat
Knieletsels A. Meniscus: De meniscus is eigenlijk een kraakbenig, C -vormige schijfje in de binnen en buitenkant van de knie tussen de 2 grootste botten van de knie, namelijk dijbeen en het scheenbeen. De meniscus zorgt ervoor dat: 1. Het contactoppervlak tussen deze 2 botten groter wordt en dat er dus een betere stabiliteit is van het gewricht. 2. De schokken beter opgevangen worden. Er kan een scheur in de meniscus ontstaan wanneer we een draaibeweging maken met een geplooide knie De symptomen zijn: * Een acute pijn in de knie, ter hoogte van de gewrichtsspleet * Een blokkagegevoel Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie Vaak zal er echter ook een arthroscopie nodig zijn om het meniscusletsel juist te beoordelen en eventueel verder te behandelen.
B. Ligamentaire letsels: 1. Voorste kruisband: Dit is een frequent voorkomend sportlestel. Dikwijls ontstaat het door een rotatiebeweging terwijl de voet blijft staan. Symptomen zijn zwelling, pijn en instabiliteitgevoel. Soms heeft het slachtoffer ook een krak gehoord. De behandeling in het acute stadium is weer RICE. Meestal moet de patiënt ook naar een arts gebracht worden om bloederig vocht uit de knie te puncteren waardoor de spanning en ook de pijn zal verminderen. Deze VKB scheur is dikwijls vergezeld van een meniscusletsel. Meestal zal een arthroscopie nodig zijn om de diagnose te bevestigen en te behandelen.
2. Collaterale bandletsels: Deze banden of ligamenten zijn structuren die langs weerszijden van de knie lopen, en die ook het kniegewricht stabiliseren. Letsels hieraan zijn meestal het gevolg van rechtstreekse traumata ( zie ook de illustratie hier onder ). De symptomen zijn vooral pijn, maar niet ter hoogte van de gewrichtsspleet, zonder veel zwelling en zonder blokkage of instabiliteitgevoel. Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie
Ontwrichtingen Deze kunnen herkend worden: * Er is namelijk een abnormale dwangstand van het gewricht, dat daardoor onbeweeglijk wordt * Wat er gebeurt is eigenlijk dat de gewrichtskop wegschiet uit de gewrichtskom. * Meest frequent is de schouderontwrichting. * Ontwrichting van knie, elleboog, heup of enkel komen minder voor. Men moet NIET proberen om zelf de oorspronkelijke positie te herstellen. Men zou immers bepaalde botten kunnen breken. Dus wat men het best doet, is het gewricht ondersteunen, zoals bijvoorbeeld bij een schouderluxatie een draagdoek aanleggen. En dan natuurlijk zo snel mogelijk een arts raadplegen.
Spier en peesletsels A. Spierverrekking en spierscheur: Deze letsels worden opgedeeld in verschillende gradaties (zie ook de illustratie hieronder) naargelang er een uitrekking of een volledige scheur van de spier is. De symptomen zijn: * Het slachtoffer voelt een plotse hevige pijn ( zweepslag, claquage) * De pijn neemt toe bij gebruik van de spier * Eventueel is er ook een zwelling, soms is er zelfs een inkeping voelbaar ter hoogte van de scheur. Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie Verder mag men ook nooit onmiddellijk massage geven bij een spierletsel want dit kan aanleiding geven tot botvorming in de spier. B. Spierkramp: Dit is een plotse, oncontroleerbare samentrekking van spierweefsel tengevolge van plaatselijk zuurstoftekort. Het slachtoffer voelt een hevige krampachtige pijn en er is ook functievermindering van de getroffen spier. Want men kan doen, is de spier voorzichtig passief op te trekken, zoals op de illustratie hieronder.
De Pees A. Peesscheur: Een spier hecht door middel van een pees aan op bot. Deze pees kan scheuren door een plotse bruuske beweging, maar ook door een chronische overbelasting van de pees waardoor ze ontstoken geraakt en zo verzwakt. De symptomen zijn: * Een plotse, hevige pijn * De functie waarbij de pees betrokken is, kan niet meer uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld bij een achillespeesscheur kan de persoon zijn voet niet meer tegen weerstand naar beneden bewegen. Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie . B. Peesontsteking, tendinitis: Deze peesontsteking ontstaat meestal door overbelasting of door verkeerde belasting ( bijvoorbeeld slecht schoeisel, harde ondergrond ). Er is ook een verdeling in gradaties naargelang de ernst van de tendinitis. In het begin heeft men alleen pijn na de inspanning, later ook tijdens de inspanning en tenslotte ook bij dagelijkse activiteiten. De behandeling is eerst en vooral rust en verder ook ijs ( maximaal 20 minuten per keer ). Verder is ook kinesitherapie nuttig, onder andere met dwarse fricties en ultrasonen.
Verstuiking Een verstuiking is eigenlijk het uitrekken of soms zelfs scheuren van de ligamenten of gewrichtsbanden. Deze structuren verbinden de verschillende botten in een gewricht en zorgen zo voor de stevigheid ervan. Hieronder zie je de belangrijkste ligamenten van het enkelgewricht: De meest voorkomende verstuiking is die van het enkelgewricht. Meestal gebeurt dit door de enkel neer buiten te slaan waardoor de ligamenten langs de buitenzijde van de enkel gekwetst worden. Dit noemt men een inversietrauma. De symptomen zijn een ( forse ) zwelling ( bij een inversietrauma vooral aan de buitenenkel), pijn en functieverlies. Op basis van deze symptomen kan men niet altijd een fractuur uit sluiten, en dus zal dikwijls een RX opname nodig zijn. Bij de behandeling geldt de toepassing van het woord RICE :
Rust – ijs – compressie - elevatie