Handleiding bij “BASsistent Mestproductie 2009” – versie 1.3
Versie 3: 13/01/2009
Waarvoor dient deze handleiding? Deze handleiding helpt u op weg bij het downloaden en het gebruik van het rekenprogramma “BASsistent Mestproductie 2009” – versie 1.3. Met dit programma kan u berekenen hoeveel de dierlijke productie op uw bedrijf bedraagt, hoeveel u bemest door begrazing en hoeveel nutriëntenemissierechten u invult met de opgegeven productie. U kan het programma gebruiken in een reële bedrijfssituatie, maar u kan ook een simulatie uitvoeren om het effect van een veranderde bedrijfsvoering in te schatten. Bij wie kan u terecht voor dringende vragen en meer informatie over het rekenprogramma en deze handleiding? U kunt contact opnemen met contactpersonen van de Mestbank in uw provincie. De gegevens vindt u hieronder: Provinciale afdeling Antwerpen Contactpersoon: Davy Schruers Tel.: 014 25 83 24 E-mail:
[email protected]
Provinciale afdeling Vlaams-Brabant Contactpersoon: Kristof Bauwens Tel.: 016 31 17 74 E-mail:
[email protected]
Provinciale afdeling Limburg Contactpersoon: Vital Vandewaerde Tel.: 011 29 87 37 E-mail:
[email protected]
Provinciale afdeling West-Vlaanderen Contactpersoon: Nathalie Van Wonterghem Tel.: 050 45 90 23 E-mail:
[email protected]
Provinciale afdeling Oost-Vlaanderen Contactpersoon: Luc Gallopyn Tel.: 09 244 86 12 E-mail:
[email protected]
Hoe kan u het programma van onze portaalsite downloaden? U kan het programma “BASsistent Mestproductie” downloaden door te surfen naar www.vlm.be. Klik vervolgens op “land- en tuinbouwers”>Mestbank>Rekenprogramma’s. Het programma heeft u nu gedownload als een sjabloon voor Excel. Als u de BASsistent Mestproductie opent, krijgt u telkens een nieuw, leeg berekeningsblad. Wanneer u gegevens ingeeft in het programma kan u dit opslaan op een locatie en met een naam die u kiest. Wil u daarna de berekening maken voor een nieuwe situatie of een ander productiejaar, kan u een nieuw berekeningsblad openen door het sjabloon te openen en nadien opnieuw op te slaan. De opgeslagen gegevens opnieuw oproepen kan door het zelf opgeslagen bestand weer te openen.
Versiebeheer Bij het gebruik van de BASsistent Mestproductie is het van belang dat u steeds nagaat of u met de laatste versie werkt! Het versienummer kan u terugvinden onder aan het programma. Door dat versienummer te vergelijken met de versie op de portaalsite www.vlm.be, kan u steeds verifiëren of u met de laatste versie werkt. Wanneer u bij het downloaden van de toepassing een actief e-mailadres achterlaat, zal de VLM u steeds op de hoogte houden van nieuwe versies van het rekenprogramma “BASsistent Mestproductie”.
Welke documenten houdt u best binnen handbereik? Voor alle bedrijven: -
uw laatst ingediende verzamelaanvraag
-
uw laatst ingevulde Mestbankaangifte
-
uw laatste briefwisseling over toegekende NER’s
Voor rundveebedrijven: -
een overzicht van de meest actuele dierbezetting op uw bedrijf (eventueel kunt u een kijkje nemen via onze internetapplicatie MIL (http://mil.vlm.be). Beschikt u nog niet over een MIL-paswoord, dan kunt u dit aanvragen bij uw provinciale afdeling.)
-
uw meest recente overzicht van de geleverde liters melk
Voor andere bedrijven: -
uw dierregister
-
veevoederattesten indien u gebruikmaakt van regressierechten of veevoederconvenant voor de berekening van de uitscheiding van uw dieren
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 2 van 16
Hoe gaat u te werk om de dierlijke productie op uw bedrijf te berekenen? In het programma kan u enkel de groen gekleurde vakjes invullen of de juiste mogelijkheid kiezen in de keuzemenu’s. 1. Open het programma van op de locatie waar u het programma op uw pc heeft opgeslagen. Afhankelijk van de instellingen van uw pc kan de onderstaande boodschap getoond worden. Wanneer dit het geval is, gaat u verder naar stap 2. Krijgt u deze boodschap niet, kan u verder gaan met stap 3.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 3 van 16 2. Verander de beveiligingsinstellingen voor Macro’s om alle functionaliteiten van het programma te kunnen gebruiken. Klik op “OK”.
Klik in de menubalk op Extra > Macro > Beveiliging
Klik nu de optie “Gemiddeld” aan en vervolgens ”OK”.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 4 van 16
3. Wanneer u het programma opstart, zal gevraagd worden of u “Macro’s” wenst in te schakelen. U klikt op de knop ”Macro’s inschakelen” om alle functionaliteiten van het programma te gebruiken.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 5 van 16 4. Klik onder aan uw scherm het tabblad “DIERLIJKE PRODUCTIE” aan.
5. Heeft u rundvee op uw bedrijf, klik dan op de knop rundvee en ga verder met stap 6, heeft u geen rundvee dan kan u verder gaan met stap 8.
6. Vul nu het juiste aantal dieren in voor de verschillende diercategorieën op uw bedrijf. Geef tevens aan in welke staltypes deze dieren gehouden worden. Dit gebeurt procentueel. Als alle dieren van eenzelfde categorie in één bepaald staltype gehuisvest zijn, vult u 100 % in voor dat bepaalde staltype. Als een diercategorie verdeeld is over meerdere staltypes, verdeel deze dan percentsgewijs.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 6 van 16 Bijvoorbeeld bij 20 stuks vervangingsvee jonger dan 1 jaar waarvan 15 op stro gehouden worden en 5 op rooster, vult u 25 in “in stallen waar amper stalmest geproduceerd wordt” en 75 in de kolom “in stallen waar uitsluitend stalmest geproduceerd wordt”. De som van de percentages van de staltypes moet 100 % zijn, anders krijgt u een foutmelding. Wanneer de dieraantallen en de procentuele stalbezetting goed zijn ingevuld, berekent het programma de productie in kg stikstof (netto, dus met de N-verliezen uit stal en opslag reeds in rekening gebracht) en kg fosfaat. Enkel als u in de kolom “aantal dieren” een getal hebt ingevuld bij melkkoeien, dan moet u nog verdere gegevens invullen. Hiervoor gaat u verder naar stap 7. Wanneer u geen melkkoeien op uw bedrijf heeft kan u verder naar stap 8.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 7 van 16 7. Duid aan of u derogatie hebt aangevraagd of wil aanvragen in 2009. Dit doet u door met de cursor in het groene vakje te gaan staan en er het juiste antwoord aan te duiden. Vul een schatting in van het aantal liter melk dat u denkt te produceren in (kalenderjaar) 2009. U kunt zich eventueel baseren op de leveringsaantallen van het voorgaande jaar en/of op uw melkquotum. Het programma berekent nu de gemiddelde melkproductie per koe in kg melk/dier, jaar. Ten slotte vult u de hoeveelheid voedergewassen in die u plant te gebruiken. Hiervoor vult u de gevraagde gegevens in. Aan de hand van de ingevulde gegevens over derogatie, geleverde liters melk en de gebruikte voedergewassen berekent het programma nu de uitscheidingscijfers voor de melkkoeien op uw bedrijf.
In de tabel “dierproductie rundvee” wordt nu ook de productie van de melkkoeien weergegeven. De som van de productie voor alle rundvee op het bedrijf wordt gemaakt. Klik op de knop “Terug naar boven” .
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 8 van 16 8. Heeft u varkens op uw bedrijf, klik dan op de knop “varkens” en ga verder met stap 9. Als u geen varkens hebt kan u verder naar stap 10.
9. Specificeer voor elke diercategorie het gebruikte uitscheidingsbalansstelsel. Hiervoor klikt u in de eerste kolom op de pijl in het groene vakje en duidt u uw keuze aan. FF staat voor de forfaitaire uitscheidingscijfers, RR staat voor RegressieRechte en VVC staat voor VeeVoederConvenant. Bij deze laatste hebt u nog eens de keuze tussen VVC P (convenant fosfor), VVC N (convenant stikstof) of VVC P & N (convenant fosfor en stikstof), afhankelijk van welke convenanten de overheid heeft afgesloten met de veevoederfabrikanten voor de verschillende diercategorieën. Voor de diercategorie andere varkens tussen 20 en 110 kg moet u ook nog bevestigen of u gebruikmaakt van tweefaseof driefasevoeder. In de kolom “aantal dieren” vult u de aantallen per diercategorie in. In de twee volgende kolommen, “norm regressierechte kg P2O5” en “norm regressierechte kg N”, vult u enkel de gearceerde groene vakjes in wanneer u gebruikmaakt van regressierechten. Hier vult u het uitscheidingcijfer in dat u heeft berekend aan de hand van het ruw eiwitgehalte en het fosfaatgehalte van de gebruikte voeders. Ten slotte kiest u het juiste staltype door op het pijltje te klikken in het groene vakje in de kolom “kg N verlies/dier/jaar”. De verklaringen van de afkortingen staan naast de tabel. Het programma berekent nu de uitscheidingscijfers per diercategorie en de som van de productie van alle varkens op het bedrijf.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 9 van 16
Klik op de knop “terug naar boven”. Als u de ingevulde en berekende gegevens voor de varkens wil afdrukken klikt u op de knop “varkens” in de rij met printknoppen. 10. Heeft u pluimvee op uw bedrijf, klik dan op de knop “pluimvee” en ga verder met stap 11. Als u geen pluimvee hebt kan u verder naar stap 12. Hiervoor klikt u op de knop “pluimvee”.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 10 van 16 11. Specificeer voor elke diercategorie het gebruikte uitscheidingsbalansstelsel en het correcte staltype In de tabel staan hiervoor bij elke diercategorie de mogelijke staltypes opgelijst, de uitleg van de afkortingen staat naast de tabel. Klik in de eerste kolom, in de rij van het correcte staltype op het pijltje in het groene vakje en duid uw keuze aan. FF staat voor de forfaitaire uitscheidingscijfers, RR staat voor RegressieRechte en VVC staat voor VeeVoederConvenant. Bij deze laatste hebt u nog eens de keuze tussen VVC P (convenant fosfor), VVC N (convenant stikstof) of VVC P & N (convenant fosfor en stikstof), afhankelijk van welke convenanten de overheid heeft afgesloten met de veevoederfabrikanten voor de verschillende diercategorieën. Voor de diercategorieën struisvogels, kalkoenen en ander pluimvee hoeft u deze keuze niet te maken. In de kolom “aantal dieren” vult u de aantallen per diercategorie in. In de twee volgende kolommen, “norm regressierechte kg P2O5” en “norm regressierechte kg N”, vult u enkel de gearceerde groene vakjes in wanneer u gebruikmaakt van regressierechten. Hier vult u het uitscheidingcijfer in dat u heeft berekend aan de hand van het ruw eiwitgehalte en het fosfaatgehalte van de gebruikte voeders. Het programma berekent nu de uitscheidingscijfers per diercategorie en de som van de productie van alle pluimvee op het bedrijf.
Klik op de knop “Terug naar boven”. Als u de ingevulde en berekende gegevens voor pluimvee wil afdrukken klikt u op de knop “pluimvee” in de rij met printknoppen. 12. Heeft u paarden op uw bedrijf, klik dan op de knop “paarden” en ga verder met stap 13. Heeft u andere dieren dan rundvee, varkens, pluimvee of paarden op uw bedrijf, klik dan op de knop “andere”. Als u geen paarden en/of andere dieren dan rundvee, varkens of pluimvee hebt, kan u verder naar stap 14. Klik hiervoor op de knop “paarden” of “andere”. 13. Voor paarden en/of andere dieren hoeft u enkel de juiste aantallen in te vullen.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 11 van 16
Klik op de knop “Terug naar boven”. Als u de ingevulde en berekende gegevens voor paarden of andere dieren wil afdrukken klikt u op de knop “paarden” of “andere” in de rij met printknoppen.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 12 van 16 14. U kunt nu de totale ingeschatte dierlijke productie op uw bedrijf raadplegen in de onderste tabel van het tabblad. Klik hiervoor op de knop “totaal”.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 13 van 16
Hoe gaat u te werk om de bemesting door beweiding op uw bedrijf te berekenen? In het programma kunnen enkel de groen gekleurde vakjes worden ingevuld of kan u de juiste mogelijkheid kiezen in de keuzemenu’s. Dit rekenprogramma kan voorlopig enkel gebruikt worden om de bemesting door beweiding te berekenen van eigen dieren op eigen grond (geen inscharing) en houdt geen rekening met de specifieke bemestingsnormen in natuur. 1. Zorg ervoor dat het tabblad “productie” nauwkeurig is ingevuld. 2. Open het tabblad “beweiding”.
3. U kan nu de bemesting door beweiding berekenen per perceel, perceelsgroep of voor heel uw bedrijf. Als u kiest voor heel uw bedrijf, heeft u voldoende met dit tabblad, anders kan u het Excelbestand meerdere keren opslaan op uw pc, voor elk perceel of elke perceelsgroep eenmaal. 4. Geef de aangegeven oppervlakte van de weide, groep van weides of alle weides van het bedrijf (naargelang u werkt per perceel, perceelsgroep of u gehele bedrijf).
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 14 van 16
5. Bij “diersoort” geeft u de soort begrazer in. Enkel de diercategorieën waarvoor de productie is berekend, worden overgenomen in het valmenu.
6. Bij “aantal dieren in beweiding” geeft u een aantal dieren in. Het aantal dieren in beweiding kan niet groter zijn dan het aantal dieren dat ingegeven werd in tabblad “DIERLIJKE BEMESTING”. 7. Bij “IN beweiding” en “UIT beweiding” kan u de datum invullen waarop de dieren in, respectievelijk uit beweiding gaan. Het invullen van de datum doet u volgens het formaat dd/mm/jj, bijvoorbeeld 01/04/09.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 15 van 16 8. Vervolgens geeft u bij “uren” het aantal uren in dat de dieren per dag op de wei staan. 9. Het programma berekent voor elk dier hoeveel nutriënten terechtkomen op de weide. Het programma neemt hiervoor de uitscheidingscijfers op jaarbasis voor P2O5 en N van de gekozen dieren en herleidt dit tot de reële duur van de beweiding. 10. Bij “totaal op perceel” en “totaal per hectare” kan u de hoeveelheid aan kg P2O5 en kg N uit dierlijke mest aflezen die is opgebracht na beweiding op basis van de ingegeven parameters.
Hoe kan u met het programma een prognose maken van de ingevulde NER’s? Deze prognose is enkel te gebruiken indien het eerste tabblad ‘dierlijke productie’ zo correct mogelijk ingevuld is. Er moeten op dit blad zelf geen gegevens worden ingevuld, deze worden automatisch overgenomen uit het tabblad “productie”. Het programma houdt geen rekening met eventuele herkwalificaties, overnames, … noch met tussenschotten die hierdoor kunnen ontstaan. De bekomen resultaten geven enkel weer hoeveel NER’s ingevuld zijn op basis van de opgegeven productie. De verantwoordelijkheid voor de interpretatie van het berekende getal ligt volledig bij de landbouwer.
Handleiding bij BASsistent Mestproductie - pagina 16 van 16