Handicom
Symbol for Windows
E-mail programma (Versie 4)
© Handicom, 2010, Nederland
Handleiding
SfW E-mail programma
Inhoud 1. Voor u kunt e-mailen... ................................................................................................2 1.1 Persoonlijke gegevens 1.2 Mailservers 1.3 Adresboek
2 2 3
2. Fine-tuning van het programma..................................................................................5 2.1 Bediening 2.2 Spraaksynthese 2.3 Weergave-opties 2.4 Werkwijze (algemeen) 2.5 Sneltoetsen
5 6 6 7 7
3. E-mailen......................................................................................................................... 9 3.1 Een e-mail maken 3.2 Een e-mail beantwoorden 3.3 Een e-mail afbreken 3.4 Schrijven 3.5 Een e-mail in de Uitbox zetten 3.6 Een e-mail bewaren als Concept 3.7 E-mail versturen en ontvangen: uitwisselen 3.8 E-mail lezen of laten voorlezen 3.9 E-mail verwijderen
9 9 9 9 10 10 10 10 10
4. Bijlage: Scan-opties................................................................................................... 11 4.1 Soort schakelaars 4.2 Het aantal en de functie van schakelaars (scantechniek) 4.3 Cursorbeweging (scanstrategie) 4.4 Standaard actie na selectie 4.5 Timerinstellingen
11 12 12 13 14
Inleiding E-mailen met symbolen is onder symboolgebruikers een al lang gekoesterde wens. Het kan ook al een hele tijd – onder andere met de Symbol for Windows Document Maker. Maar niet iedereen die wil e-mailen met symbolen, heeft de Document Maker. De Document Maker biedt veel meer mogelijkheden dan alleen het versturen en ontvangen van e-mails met symbolen. Voor wie al die mogelijkheden niet nodig heeft, maar wel graag wil e-mailen met symbolen, is Symbol for Windows E-mail als los programma toegevoegd aan de Symbol for Windows software.
© 2010 Handicom
Pagina 1
Handleiding
SfW E-mail programma
1. Voor u kunt e-mailen... Zonder de juiste instellingen kan het programma geen e-mails versturen of ontvangen. Kies Instellingen – Instellingen, uit het menu. Er verschijnt een dialoog met verschillende tabbladen. Na het invullen van de persoonlijke gegevens, de gegevens over de mailservers, en het invullen van het adresboek, is het Symbol for Windows E-mail programma klaar voor gebruik. Dit is wat u minimaal nodig heeft om te kunnen e-mailen. In het volgende hoofdstuk komen andere instellingen aan bod.
1.1 Persoonlijke gegevens De persoonlijke gegevens zijn te zien voor ontvangers van de e-mails die u verstuurt. Naam: vul de naam van de gebruiker in, bijvoorbeeld Peter Smit, symboolgebruiker. Als u dat liever wilt mag u hier ook een schuilnaam invullen. E-mailadres: geef het e-mail adres van de gebruiker op. Bijvoorbeeld:
[email protected]. Het antwoord van ontvangers van uw mail die de Beantwoorden-knop gebruiken gaat naar dit adres. Foto van de gebruiker: klik op de knop Bladeren en kies een plaatje, liefst een foto van de gebruiker. Dit zal de ontvanger van een e-mail helpen om de afzender te herkennen. Klik op de Wissen knop om het plaatje weg te halen.
1.2 Mailservers E-mail versturen en ontvangen kan alleen maar als er een verbinding met het Internet is. U heeft naast de apparatuur (modem e.d.) een provider nodig die u toegang geeft tot het Internet, en een e-mailadres. In de documentatie van uw provider vindt u de informatie die u in moet vullen op het tabblad Mailservers (server voor binnenkomende mail, server voor uitgaande mail, gebruikersnaam en wachtwoord). Deze informatie wordt gebruikt om een verbinding met de provider tot stand te brengen. Het is dus erg belangrijk dat deze informatie klopt. De naam van de server voor de binnenkomende e-mail begint meestal met “pop.”. Die van de uitgaande mail begint vaak met “smtp”. Wachtwoord: meestal heeft u maar één gebruikersnaam en wachtwoord nodig om verbinding te maken met de provider en e-mail te verzenden en te ontvangen. Voer het wachtwoord twee keer in. NB: Telkens wanneer u dit dialoog opent, staat er op de plaats van het wachtwoord een rijtje sterretjes. Dit is een extra bescherming. Anderen kunnen hierdoor niet zien wat uw wachtwoord is en ook niet hoe lang het is. Webmail Het E-mail programma is ook zo in te stellen dat u hiermee webmail (bijvoorbeeld een Gmail-account) kunt gebruiken. De instellingen vindt u op de website van het betreffende account. Zo moet u om een Gmail-account te gebruiken u de volgende gegevens invoeren op het tabblad Mailsevers: Binnenkomende mail: Beveiliging: SSL Poort: 995
Pagina 2
Uitgaande mail: Beveiliging: TLS Poort: 587
© 2010 Handicom
Handleiding
1.2.1
SfW E-mail programma
Inbelverbinding
Als u geen permanente verbinding heeft met het Internet, maar een inbelverbinding gebruikt, moet u de optie Inbelverbinding aanvinken en de naam van de Inbelverbinding opgeven. Weet u niet hoe de verbinding heet? U kunt het opzoeken met de Windows Verkenner (rechtsklik op ‘Mijn computer’ en kies Verkennen, om de Verkenner te starten). In de lijst aan de linkerkant vindt u ‘Inbelverbindingen’. Als u daarop klikt, ziet u rechts de namen van de inbelverbindingen. Als het de computer niet lukt om verbinding te maken, zal hij het zo vaak proberen als u wilt. Hoe vaak u wilt, is het aantal dat u hier opgeeft.
1.2.2
Mailafhandeling: symboolmail en andere mail
U kunt opgeven of het programma alleen symboolmail moet ophalen, of alle mail. Als het E-mail programma alleen symbolmail ophaalt, blijft de overige mail bij de provider op de server staan. U kunt die met een ander e-mail programma ophalen. Als het Symbol for Windows e-mail programma alle e-mail ophaalt, kan het de e-mails die niet met dit programma gemaakt zijn, laten zien (als tekst) of verwijderen. Het verwijderen van mail is alleen een goede optie als de gebruiker een eigen e-mailadres heeft en alleen mailt met gebruikers van het Symbol for Windows e-mail programma. Opmerkingen: • Bijlagen zijn niet te openen in de Inbox van dit e-mail programma. Wel is er een paperclipje zichtbaar voor het onderwerp van het bericht. Gebruik een ander e-mail programma om de bijlagen te openen. • De opgehaalde e-mail die niet met het Symbol for Windows e-mail programma is gemaakt, is te openen met een tekstverwerker (bijvoorbeeld het Windows Kladblok). De berichten staan in een map met de naam van de gebruiker, in de submap Application Data (of AppData) en vervolgens in een submap met de naam van de mailbox (Inbox, Outbox (Uitbox), DelItms (Verwijderde mails)). De berichten zijn genummerd en hebben de extensie .msg.
1.2.3
Grootte van prullenbak
U kunt de grootte van de Prullenbak instellen op een maximaal aantal berichten. Wanneer de prullenbak te vol raakt, wordt telkens het oudste bericht definitief verwijderd.
1.3 Adresboek Zonder adressen kan er niet gemaild worden. Vul dus eerst het adresboek via het menu Instellingen – Adresboek.
1.3.1
Een adres toevoegen
Het adresboek heeft zijn eigen menu. Kies Adres – Nieuw en geef de naam en het e-mail adres op. Als u een foto heeft van de ontvanger, kunt u die aan het adres toevoegen. Dit kan de gebruiker helpen bij het kiezen van een adres. Klik op de knop ‘Bladeren’ onder ‘Foto’ en selecteer de afbeelding op uw computer. Geef ook op welk type mail de ontvanger wil ontvangen: symbolen, of tekst, of html (opgemaakte tekst). Als de ontvanger alleen Bliss symbolen kan lezen en het Bliss for Windows E-mail Programma gebruikt, kies dan het mailtype Bliss. Het Symbol for Windows E-mail programma zal de e-mail voor zover mogelijk converteren naar Bliss symbolen. Symbolen die niet naar een Bliss symbool vertaald kunnen worden, worden vervangen door tekst.
© 2010 Handicom
Pagina 3
Handleiding
1.3.2
SfW E-mail programma
Een adres verwijderen
Selecteer in het adresboek het adres dat u weg wilt gooien. Kies dan Adres – Verwijderen uit het menu. Let op: het verwijderde adres wordt gemarkeerd met een rood kruisje en blijft in de lijst staan totdat u het adresboek sluit. Bij het opnieuw openen van het adresboek is het adres verdwenen. Een verwijderd adres terugzetten Zolang u het adresboek niet sluit, kunt u een verwijderd adres nog terughalen. Selecteer het verwijderde adres – het staat nog in de lijst, gemarkeerd met een rood kruisje. Kies Adres – Terugzetten uit het menu.
1.3.3
Een adres wijzigen
Selecteer in het adresboek het adres dat u wilt veranderen. Kies Adres – Eigenschappen uit het menu. Nu kunt u alles wijzigen aan het adres wat u maar wilt.
Pagina 4
© 2010 Handicom
Handleiding
SfW E-mail programma
2. Fine-tuning van het programma U kunt het programma op een heel aantal punten aanpassen. Om te kunnen e-mailen is dat niet strikt noodzakelijk, maar het maakt het programma natuurlijk wel veel gebruiksvriendelijker.
2.1 Bediening 2.1.1
Knoppen
Er zijn vier verschillende knoppenlayouts. Onder Instellingen – Bediening kunt u er één kiezen. (Bij toekomstige updates zullen er meer knoppenlayouts meegeleverd worden.) Nadat u op OK heeft geklikt, worden de knoppen links en rechts van het bericht zichtbaar.
2.1.2
Vocabulaire (selectieset)
Onder het bericht is ruimte voor een selectieset. Onder Instellingen – Vocabulaire kunt u de hoogte en de positie van de selectieset bepalen. Verder kunt u daar aangeven of u wilt dat de symboolnamen zichtbaar zijn, en een lettertype kiezen voor de symboolnamen. Onder Instellingen – Bediening kunt u een selectieset kiezen voor de gebruiker. Een selectieset, ook wel vocabulaire, heeft de extensie .pcc of .mnu. De selectieset wordt tijdelijk vervangen door het adresboek op het moment dat de gebruiker een e-mailadres moet kiezen. De selectieset kan ook worden vervangen door één van de mailboxen; hier zijn knoppen voor te vinden in de knoppenbalken. Verder zijn er nog drie soorten verkenners die de selectieset kunnen vervangen; hierover zometeen meer. De selectieset kan helemaal verborgen worden, via een knop in de knoppenbalk, bijvoorbeeld tijdens het lezen van een e-mail. Verkenners Er zijn drie verkenners die u via het menu kunt openen als selectieset. - De Conceptverkenner bevat alle concepten van één bepaalde database, gerangschikt volgens de Symbol for Windows categoriestructuur. Welke database dit is, kunt u instellen via Instellingen – Conceptverkenner. - De Mapverkenner toont alle plaatjes en de submappen in een bepaalde map op de computer. - De Soundplayer doet hetzelfde als de Mapverkenner, maar dan gaat het om geluidsbestanden. Via Instellingen - Mapverkenner en Instellingen – Soundplayer kunt u bepalen welke mappen de Mapverkenner en de Soundplayer laten zien. Maakt u zelf een selectieset voor een gebruiker? Dan kunt u daarin links maken naar de Conceptverkenner, Mapverkenner en Soundplayer. Instructies staan in de handleiding van het programma waarmee u de selectieset maakt. Vanuit elke verkenner kan de gebruiker altijd terug naar de selectieset. Let op! Via de Mapverkenner en de Soundplayer is het weliswaar mogelijk om plaatjes en geluiden op te nemen in de mail. Maar, de plaatjes en geluiden worden (nog) niet meegestuurd! De ontvanger van de e-mail ziet dus alleen de tekst, tenzij hij of zij op precies dezelfde plek op zijn computer hetzelfde plaatje heeft staan, of wanneer het plaatje op een netwerk staat waarop u beiden bent aangesloten.
© 2010 Handicom
Pagina 5
Handleiding
2.1.3
SfW E-mail programma
Bediening (standaard of scanning)
Kan een gebruiker niet overweg met de standaard muis en het toetsenbord, wijzig dan de invoermethode via Instellingen – Bediening. Klik op de knop Alternatieve bediening en kies Scanning, in plaats van Standaard. Hoe de scan-cursor eruit moet zien, kunt u instellen na het klikken op de knop Cursorinstellingen op het tabblad Bediening. De overige opties voor de Scanning vindt u als bijlage bij deze handleiding.
2.2 Spraaksynthese 2.2.1
Spraaksynthesizer
Kies Instellingen – Spraak, in het menu. U kunt hier één, twee of drie synthesizers selecteren en één, twee of drie stemmen. De eerste stem wordt standaard gebruikt voor het lezen van berichten, de tweede voor het geven van feedback tijdens scanning. Voor feedback kunt u ook de eerste stem gebruiken – vink het vakje aan voor ‘Gebruik eerste stem’. Voor het voorlezen van de namen van knoppen kunt u de eerste of de tweede stem selecteren, of een eigen, derde stem kiezen. Na het selecteren van een spraaksynthesizer kunt u (afhankelijk van de synthesizer) een stem kiezen en de volgende eigenschappen aanpassen: Het volume De snelheid De hoogte De dynamiek De aspiratie Met de Test knop kunt u de stem beluisteren. Het zinnetje dat wordt uitgesproken staat onder op het tabblad. U kunt dat zinnetje veranderen, als u dat wilt.
2.2.2
Selectie van tekst om voor te lezen
Met de Lees volgende en Lees vorige knop kunt u telkens een gedeelte van een bericht laten voorlezen. Geef onder Instellingen – Spraak bij Tekstselectie aan of u wilt dat er telkens een regel of een hele paragraaf wordt voorgelezen.
2.2.3
Knoppen geven feedback bij gebruik van de TAB toets
Is er een spraaksyntheser ingesteld, en wilt u feedback bij de knoppen wanneer de TAB toets wordt gebruikt om naar de volgende of vorige knop te springen? Vink dan hier de optie ‘Knoppen geven feedback bij gebruik van de TAB toets’ aan.
2.2.4
Lees hints
Als onder Instellingen – Algemeen de optie ‘Toon hints’ is aangevinkt, zal er een hint te zien zijn als de muis boven een knop hangt. U kunt de hints ook voor laten lezen (vooropgesteld dat er een spraaksynthesizer is ingesteld), wanneer er met de rechter muisknop op geklikt wordt. Vink onder Instellingen – Algemeen de optie ‘Lees hints’ aan.
2.3 Weergave-opties 2.3.1
Kleur van de mailboxen
Bij Instellingen – Weergave kunt u per mailbox een kleur kiezen, om de verschillende mailboxen beter herkenbaar te maken. Klik op de knop met de naam van de mailbox, kies een kleur en klik op OK.
Pagina 6
© 2010 Handicom
Handleiding
2.3.2
SfW E-mail programma
Regelhoogte
Bij Regelhoogte kunt u aangeven hoe hoog een regel moet zijn wanneer er symbolen in staan en wanneer er tekst in staat. De hoogte wordt aangegeven in pixels.
2.3.3
Cursor
Bij Cursor kunt u de cursor een kleur geven en de dikte van de cursor veranderen. Klik op de knop onder Kleur om een kleur te kiezen. De dikte van de cursor wordt aangegeven in pixels. Let op: het gaat hierbij niet om de cursor die bij het scannen gebruikt wordt! Hoe de scancursor eruitziet kunt u bepalen op het tabblad Bediening.
2.4 Werkwijze (algemeen) 2.4.1
Eerst schrijven, of eerst een adres kiezen?
Wat wilt u dat er gebeurt wanneer de gebruiker de knop Nieuwe e-mail selecteert? Moet de gebruiker eerst een adres selecteren, of eerst het bericht schrijven? Vink de gewenste optie aan onder Instellingen – Algemeen, bij ‘Bij het maken van een bericht’. Als u wilt dat de gebruiker eerst een adres selecteert, wordt direct onder het bericht eerst het adresboek geopend. Na het kiezen van een adres kan de gebruiker gaan schrijven. Als u wilt dat de gebruiker eerst aan het schrijven slaat, en pas een adres kiest als het bericht klaar is, wordt het adresboek pas geopend als de gebruiker de knop Klaar voor verzending selecteert.
2.4.2
Symbolen vervangen door tekst en vice versa
Het e-mail programma kan zowel bij het schrijven als het ontvangen van berichten, tekst vervangen door symbolen. Bij het ontvangen van berichten kan het programma het ook andersom doen en symbolen vervangen door tekst. Onder Instellingen – Algemeen kunt u ervoor kiezen om - De tekst in ontvangen berichten door symbolen te laten vervangen - De symbolen in ontvangen berichten te laten vervangen - Bij het schrijven, tekst door symbolen te laten vervangen. Let op! Bij het vervangen van tekst door symbolen, is het belangrijk dat de juiste taal is ingesteld! U kunt de taal instellen onder Instellingen – Taal.
2.4.3
Vraag toestemming bij afsluiten
Als de optie ‘Vraag toestemming bij afsluiten’ is aangevinkt, zal het programma eerst om bevestiging vragen voordat het definitief afsluit.
2.4.4
Toon hints
Als onder Instellingen – Algemeen de optie ‘Toon hints’ is aangevinkt, zal er een hint te zien zijn als de muis boven een knop hangt. U kunt de hints ook voor laten lezen (vooropgesteld dat er een spraaksynthesizer is ingesteld), wanneer er met de rechter muisknop op geklikt wordt. Vink onder Instellingen – Algemeen de optie ‘Lees hints’ aan.
2.4.5 Citeer de oorspronkelijke tekst bij beantwoorden van een bericht Wanneer de gebruiker de Beantwoorden knop gebruikt om een bericht te beantwoorden, kan de tekst van het oorspronkelijke bericht in de mail worden opgenomen. Wilt u dat, vink dan onder Instellingen – Algemeen deze optie aan.
2.5 Sneltoetsen U kunt het programma besturen via de knoppen, maar ook met het toetsenbord.
© 2010 Handicom
Pagina 7
Handleiding
SfW E-mail programma
Onder Instellingen – Sneltoetsen kunt u per functie aangeven welke toetsencombinatie u wilt gebruiken.
Pagina 8
© 2010 Handicom
Handleiding
SfW E-mail programma
3. E-mailen 3.1 Een e-mail maken Selecteer de knop Nieuwe e-mail. We gaan er hier even van uit dat nu eerst het adresboek wordt geopend. Of dit gebeurt hangt van de instellingen af (zie hoofdstuk 2). Gebeurt het niet, dan wordt het adresboek pas geopend als de knop Klaar voor verzending wordt geselecteerd.
3.1.1
Een adres kiezen
Het adresboek wordt in de vorm van een selectieset zichtbaar onder het bericht. Selecteer een adres. Direct daarna wordt het adresboek weer gesloten. Het gekozen adres staat nu in de regel boven het bericht.
3.1.2
Een bestaand (of concept-)bericht versturen
Een eerder ontvangen of verstuurd bericht kan nogmaals verstuurd worden. Open eerst de mailbox (Inbox, Uitbox, Concepten) waar het bericht in staat en selecteer het bericht. Ga naar het adresboek (via het menu of door de knop Adresboek te selecteren), kies een adres, vul het bericht eventueel aan, en klik op de knop Klaar voor verzending (of vul het bericht aan, klik op de knop Klaar voor verzending en kies een adres). N.B. De mailbox Concepten kan alleen geopend worden met de meest uitgebreide knoppenbalk.
3.2 Een e-mail beantwoorden Om een e-mail te kunnen beantwoorden moet u hem eerst selecteren in de Inbox. Als de Inbox niet geopend is kunt u erheen met de knop Inbox. Klik op de knop Beantwoorden. De afzender van de geselecteerde mail wordt de ontvanger van het nieuwe bericht. Het hangt van de instellingen af of de tekst van de oorspronkelijke mail ook in de nieuwe email komt te staan (zie hoofdstuk 2.4.5).
3.3 Een e-mail afbreken Stel dat u de e-mail toch niet wilt versturen. Dan kunt u stoppen met het bericht door de knop Afbreken te selecteren.
3.4 Schrijven Hoe het schrijven in zijn werk gaat, hangt af van de opties die gekozen zijn voor de bediening. Muis- en toetsenbordgebruikers kunnen gewoon gaan typen. Het hangt van de instellingen af, of de ingevoerde tekst wordt omgezet in symbolen (en van welke symbooldatabase). Scan-gebruikers zullen gebruik maken van een selectieset. Muis- en toetsenbordgebruikers kunnen dat natuurlijk ook doen. Let op! 1. Via de Mapverkenner en de Soundplayer is het weliswaar mogelijk om plaatjes en geluiden op te nemen in de mail. Maar, de plaatjes en geluiden worden (nog) niet meegestuurd! De ontvanger van de e-mail ziet dus alleen de tekst, tenzij hij op precies dezelfde plek op zijn computer hetzelfde plaatje heeft staan, of wanneer het plaatje op een netwerk staat waarop u beiden bent aangesloten. • Bij het vervangen van tekst door symbolen, is het belangrijk dat de juiste taal is ingesteld! U kunt de taal instellen onder Instellingen – Taal.
© 2010 Handicom
Pagina 9
Handleiding
SfW E-mail programma
3.5 Een e-mail in de Uitbox zetten Bent u klaar met schrijven, klik dan op de knop Klaar voor verzending. De e-mail wordt gesloten en in de Uitbox gezet. Had u nog geen adres gekozen, dan wordt nu eerst het adresboek geopend. Na het kiezen van een adres wordt de e-mail alsnog in de Uitbox gezet.
3.6 Een e-mail bewaren als Concept Met de meest uitgebreide knoppenbalk kunt u een bericht Opslaan als Concept om het te bewaren voor later gebruik. De mail wordt dan in de mailbox Concepten opgeslagen en is vandaaruit te openen om hem te bewerken en te versturen.
3.7 E-mail versturen en ontvangen: uitwisselen De e-mails blijven in de Uitbox staan, totdat de knop Uitwisselen wordt geselecteerd. Op dat moment gaat het programma proberen om verbinding te maken met de server Als dat gelukt is, worden eerst de berichten uit de Uitbox verzonden. Daarna haalt het programma nieuwe e-mails binnen. Let op! Het hangt van de instellingen af, of een kopie van de nieuwe e-mails op de server blijft staan. Dat kan heel handig zijn; u kunt de mail dan ook nog met een ander programma binnenhalen.
3.8 E-mail lezen of laten voorlezen Selecteer eerst de knop van de mailbox waar u een bericht uit wilt lezen. Selecteer vervolgens een bericht. Dit wordt direct geopend, zodat u het kunt lezen. U kunt het ook laten voorlezen met behulp van de knoppen Lees volgende en Lees vorige. Het hangt van de instellingen af of het bericht per regel of per paragraaf wordt voorgelezen. Let op! Bijlagen worden niet getoond in het e-mail programma. Plaatjes en geluiden worden niet meegestuurd en niet binnengehaald. U ziet dus alleen de tekst (en/of symbolen – dit hangt onder andere van de instellingen af). Alleen wanneer de afzender en u bijvoorbeeld op hetzelfde computernetwerk zijn aangesloten en het plaatje op dat netwerk staat, zal het e-mailprogramma het plaatje kunnen vinden.
3.9 E-mail verwijderen De grootte van de Prullenbak is gelimiteerd door de instellingen. Maar de Inbox en de Uitbox kunnen behoorlijk uit gaan puilen. En wellicht wilt u ook wel eens een concept-bericht verwijderen. Selecteer eerst de betreffende mailbox. Selecteer het bericht dat u wilt verwijderen. Kies dan E-mail – Verwijderen, uit het menu. Het verwijderde bericht verdwijnt in de Prullenbak. Als de Prullenbak te vol raakt, wordt vanzelf telkens het oudste bericht verwijderd. Overigens kunt u ook zelf de Prullenbak leegmaken door er berichten uit weg te gooien.
Pagina 10
© 2010 Handicom
Handleiding
SfW E-mail programma
4. Bijlage: Scan-opties Scanning stelt eindgebruikers in staat om Symbol for Windows programma’s zoals het Email programma te bedienen, zonder hulp van anderen. Alles wat ze nodig hebben is één of twee schakelaars en de juiste instellingen.
4.1 Soort schakelaars De schakelaars kunnen worden aangesloten op de printerpoort of de seriële (USB) poort van de computer. Joystickknoppen, muisknoppen en toetsen op het toetsenbord kunnen ook als schakelaars gebruikt worden, om daarmee de scan-instellingen te testen. Geef in het dialoog Scanopties aan welke soort schakelaars worden gebruikt.
4.1.1
Schakelaars die aangesloten zijn op de printerpoort
Als u de schakelaars aansluit op de printerpoort, moet het programma het poortnummer weten. Geavanceerd Voor technici: de knop ‘Geavanceerd’ opent een ander dialoogje waarmee het soort aansluiting voor de invoer via de schakelaar(s) kan worden ingesteld. Voor elke schakelaar kunt u kiezen uit:
, DNS, OOP. Voor Handicoms printerpoortconnector zijn de instellingen al ingevoerd. Klik als u zo’n connector hebt, op de knop met die naam. De instellingen worden dan automatisch aangepast.
4.1.2
Joystickknoppen
Om joystickknoppen als schakelaars te kunnen gebruiken, moet u het juiste poortnummer opgeven.
4.1.3
Schakelaars op de seriële poort
Als u de schakelaars aansluit op de seriële poort, moet het programma het poortnummer weten. Geavanceerd Voor technici: de knop ‘Geavanceerd’ opent een ander dialoogje waarmee het soort aansluiting voor de invoer via de schakelaar(s) kan worden ingesteld. Voor elke schakelaar kunt u kiezen uit: , RLSD, RI, DSR, CTS. Voor de outputsignalen kunt u DSR en/of CTS instellen. Voor drie connectoren zijn de instellingen al ingevoerd: Handicoms seriëlepoortconnector, Wivik en Chameleon 3. Klik als u één van die connectoren hebt, op de knop met die naam. De instellingen worden dan automatisch aangepast. (De knop voor de Wivik-connector is nog niet te gebruiken, omdat we nog niet alle technische specificaties van dit type connector hebben.)
4.1.4
Toetsen (van het toetsenbord)
Zet de cursor in het vakje en druk dan op de toets die u als schakelaar wilt gebruiken. Opmerkingen: • In de gebruikersstand reageert de Symbol for Windows software alleen op die toetsenbordtoets(en) die als schakelaar is ingesteld. Op andere toetsen wordt niet gereageerd. Uitzondering is de combinatie Alt + F10; daarmee kunt u nog steeds omschakelen naar de instelstand. • Wanneer u tijdens het scannen omschakelt naar een ander programma, wordt de scanning uitgezet.
© 2010 Handicom
Pagina 11
Handleiding
4.1.5
SfW E-mail programma
Muisknoppen
Om muisknoppen als schakelaars te kunnen gebruiken, hoeft u verder geen informatie te geven. Opmerking: Als de muisknoppen als schakelaars gebruikt worden, verdwijnt het pijltje van het scherm. Het programma reageert alleen op de knoppen van de muis, niet op de bewegingen van de muis.
4.2 Het aantal en de functie van schakelaars (scantechniek) Symbol for Windows programma’s zijn te bedienen met één of twee schakelaars. In beide gevallen kunt u uit twee scantechnieken kiezen. Het hangt van de gebruiker af welke scantechniek de beste is. 1 Schakelaar, automatische scan: de cursor beweegt automatisch. De gebruiker moet de schakelaar indrukken als de cursor op de juiste positie is aangekomen. 1 Schakelaar, gebruiker-scan: de gebruiker moet de schakelaar ingedrukt houden om de cursor in beweging te zetten. De gebruiker moet de schakelaar loslaten als de cursor op de juiste positie is aangekomen. 2 Schakelaars, single step: Met de ene schakelaar wordt de cursor stap voor stap voortbewogen. Met de andere schakelaar kan de gebruiker de kolom/de rij/het veld etc. selecteren waar de cursor op staat. 2 Schakelaars, automatische scan: de gebruiker moet de ene schakelaar ingedrukt houden om de cursor in beweging te zetten en hem loslaten als de cursor op de juiste positie is aangekomen. Met de andere schakelaar kan de gebruiker de kolom/de rij/het veld etc. selecteren waar de cursor op staat. Opmerking: Bij de scantechnieken waarbij twee schakelaars worden gebruikt, is niet vooruit te zeggen welke schakelaar welke functie zal hebben. Dit moet blijken tijdens het gebruik.
4.2.1
Optie: gebalanceerde invoer
Voor gebruikers die twee schakelaars hanteren is de ‘gebalanceerde invoer’-methode aan te raden. Deze methode gebruikt één schakelaar per scan-niveau. Normaal gesproken wordt één schakelaar gebruikt om de cursor te bewegen. De andere wordt gebruikt om een selectie te maken of te bevestigen. Met de gebalanceerde invoer-methode wisselen de schakelaars van functie na elke selectie (of bevestiging daarvan). Dan wordt dus de andere schakelaar gebruikt om de cursor te bewegen en de eerste om een selectie te maken of te bevestigen. Deze methode voorkomt overbelasting van één hand (of voet, nek of waarmee de schakelaar ook maar bediend wordt) omdat de gebruiker beide schakelaars ongeveer even vaak moet gebruiken. Klik op het vakje links onder in het scanning-dialoog zodat er een vinkje in staat. De gebalanceerde invoer-methode is dan geactiveerd.
4.3 Cursorbeweging (scanstrategie) De cursor begint altijd met een ronde over de schermonderdelen in het hoofdscherm van het programma. Dit is scanniveau 0. In de Personal Communicator wijst de cursor op scanniveau 0 achtereenvolgens de kaart, de eventuele knoppenbalk en de Leesregel (inclusief schuifknoppen) aan. In Memory staat de cursor op scanniveau 0 eerst op het gebied met de kaartjes, dan op de herstart-knop (als die zichtbaar is) en dan op het gebied van de spelers (als er twee spelers zijn die niet automatisch van beurt wisselen). Niveau 1 tot en met 4
Pagina 12
© 2010 Handicom
Handleiding
SfW E-mail programma
Telkens wanneer de gebruiker iets selecteert (bijvoorbeeld een knop, een rij, een kolom of een vakje) wordt het volgende scanniveau actief. Als een gebruiker van de Personal Communicator op scanniveau 0 de kaart selecteert, beweegt de cursor vervolgens over de kaart. Op ieder scanniveau (hoger dan 0) kan de cursor een andere strategie volgen: 1. Half – het te scannen gebied wordt in twee helften verdeeld, met een horizontale scheiding (kruis deze optie aan als u dat wilt) of met een verticale scheiding. 2. Rijen of kolommen – de cursor beweegt over de rijen of kolommen in het te scannen gebied. Als de optie 'Rij eerst’ is aangeklikt zal de cursor op dit niveau een verticale beweging maken en op het volgende niveau een horizontale beweging. 3. Velden – de cursor eindigt altijd met een lineaire scan, waarbij de cursor alle vakjes in het te scannen gebied afloopt, van links naar rechts en/of van boven naar beneden. Geef voor ieder scanniveau de gewenste strategie aan. Het hangt van de strategie op het vorige scanniveau af welke keuzes openstaan op het volgende scanniveau. Helften nogmaals halveren Als het gebied dat de cursor moet scannen erg groot is, is het misschien een goed idee om de half-scan op twee of meer achtereenvolgende scanniveaus te gebruiken. Stel bijvoorbeeld half-scanning met een verticale scheiding in op scanniveau 1 en halfscanning met een horizontale scheiding op scanniveau 2. De eindgebruiker kan dan eerst de linker- of rechterhelft kiezen en daarna de bovenste of de onderste helft van de gekozen kant. Lineaire scanning volgt altijd op de rij/kolom-scan Als de gebruiker een rij of kolom selecteert, is de logische volgende stap dat er een vakje in de gekozen rij of kolom geselecteerd kan worden. Dus wordt de scanstrategie rij/kolom altijd op het volgende scanniveau gevolgd door een lineaire scan. Maximaal aantal rondes Stel een maximaal aantal ronden in voor ieder scanniveau. Als de cursor het maximale aantal rondes heeft gelopen zonder dat de gebruiker iets heeft geselecteerd, valt de scanning terug naar het vorige scanniveau. Let op: bedenk wat er gebeurt als de gebruiker terug wil keren naar het laagste scanniveau. Als de standaard actie na selectie (zie de volgende paragraaf) de cursor niet terugbrengt naar het laagste scanniveau, moet de gebruiker wachten tot de cursor het maximale aantal rondes op alle niveaus heeft doorlopen.
4.4 Standaard actie na selectie Waar gaat de cursor naartoe, nadat de gebruiker iets heeft geselecteerd? Dat hangt af van de ‘standaard actie na selectie’. De opdracht voor de cursor kan zijn: • Ga op het huidige niveau verder; de cursor blijft op hetzelfde scanniveau en gaat verder vanaf de plek waar de gebruiker een selectie maakte. • Begin op het huidige niveau opnieuw; de cursor blijft op hetzelfde scanniveau en begint op dat niveau van voren af aan. • Ga 1 niveau hoger verder; de cursor gaat terug naar het vorige scanniveau en gaat daar verder vanaf de plek waar de gebruiker een selectie maakte. • Begin 1 niveau hoger opnieuw; de cursor gaat terug naar het vorige scanniveau en begint op dat niveau van voren af aan. • Ga naar het begin; de cursor gaat terug naar scanniveau 0. Dit betekent dat de startpagina weer zichtbaar wordt. • Ga naar het begin en 1 niveau lager; de cursor gaat terug naar scanniveau 1. Dit betekent ook dat de startpagina weer zichtbaar wordt.
© 2010 Handicom
Pagina 13
Handleiding
SfW E-mail programma
4.5 Timerinstellingen 4.5.1
Staptijd (in milliseconden)
De Staptijd bepaalt de snelheid van de cursor. Bij een staptijd van 500 milliseconden blijft de cursor op elk te scannen onderdeel (bijvoorbeeld een vakje, knop…) een halve seconde staan.
4.5.2
Extra scantijd na herstart (percentage)
Voor elke eerste stap op een scanniveau neemt de cursor de staptijd plus de extra scantijd. Als de staptijd 1000 milliseconden is, en de extra scantijd is 100 procent (van de staptijd) dan wacht de cursor bij de eerste stap op elk scanniveau 1 + 1 = 2 seconden.
4.5.3
Tremortijd en Wachttijd na loslaten (in milliseconden)
Met deze instellingen kunt u voorkomen dat het programma reageert, wanneer de gebruiker per ongeluk een schakelaar indrukt (als gevolg van een tremor). Het programma reageert niet wanneer de schakelaar korter dan de tremortijd wordt ingedrukt. Nadat de schakelaar (langer dan de tremortijd) is ingedrukt, reageert het programma nergens op gedurende de wachttijd na loslaten
Pagina 14
© 2010 Handicom