Handicom
Symbol for Windows
Export Programma (Versie 3.1)
© Handicom, 2007, Nederland
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
Inhoud 1. Inleiding......................................................................................................................... 2 2. Een symbool selecteren............................................................................................... 3 2.1 Het selectievenster.................................................................................................. 3 2.2 Zoekmethoden........................................................................................................ 4 3. De bestemming: bestand, klembord of printer.......................................................... 5 3.1 Oorspronkelijk formaat............................................................................................ 3.2 Bitmap..................................................................................................................... 3.3 Metafile.................................................................................................................... 3.4 JPEG....................................................................................................................... 3.5 GIF.......................................................................................................................... 3.6 Opslaan................................................................................................................... 3.7 Kopiëren naar het klembord.................................................................................... 3.8 Printen.....................................................................................................................
5 5 5 5 5 6 6 6
4. Instellingen voor symbolen......................................................................................... 7 4.1 Grootte.................................................................................................................... 7 4.2 Positionering tekst en symbool................................................................................ 7 4.3 Tekst....................................................................................................................... 7 4.4 Rand toevoegen...................................................................................................... 7 4.5 Kleur........................................................................................................................ 7 4.6 Lettertype................................................................................................................. 7 4.7 Lengte-breedte-verhouding..................................................................................... 8 4.8 Zwart-wit of kleur..................................................................................................... 8 4.9 Tegenovergestelde betekenis.................................................................................. 8 5. Instellingen voor Bliss-symbolen............................................................................... 9 5.1 Grootte.................................................................................................................... 9 5.2 Symboolschaling..................................................................................................... 9 5.3 Positionering symbool.............................................................................................. 9 5.4 Matrix..................................................................................................................... 10 5.5 Indicator................................................................................................................. 10 6. Het menu..................................................................................................................... 11
© 2007 Handicom
Pagina 1
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
1.Inleiding Het Symbol for Windows Export Programma exporteert communicatiesymbolen uit Symbol for Windows databases naar: - een bestand (bitmap, metafile, jpg of gif) - het klembord of - de printer. Boven of onder elk symbool kan het programma de bijbehorende tekst exporteren. U kunt deze tekst bewerken. Met dit programma heeft de gebruiker toegang tot elke Symbol for Windows database waar hij een gebruikslicentie voor heeft. Er zijn verschillende Symbol for Windows databases, waaronder Bliss, PCS, Beta, COMPIC, Beeldlezen, Pictogram en Onderwerpfoto’s. Voor Bliss geldt: zowel symbolen die officieel zijn goedgekeurd, als symbolen die met de Bliss Symbol Editor zijn gemaakt, kunnen met het Export Programma worden geëxporteerd. Het programma is verkrijgbaar in veel verschillende talen, waaronder het Nederlands. Handicom Oranjelaan 29 3843 AA Harderwijk Nederland Tel.: +31-341-412629 Fax: +31-341-430602 E-mail:
[email protected]
Pagina 2
© 2007 Handicom
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
2.Een symbool selecteren Direct na het opstarten van het Symbol for Windows Export Programma wordt het symboolselectiedialoog zichtbaar. Het lijkt sterk op het Symbol for Windows selectiedialoog dat ook in andere Symbol for Windows programma’s wordt gebruikt. Het enige afwijkende is de knop Exporteer… Hoe dit venster werkt staat verderop in dit hoofdstuk beschreven. Bovenaan staat een menu. Een lijst van de opties en instellingsmogelijkheden in het menu is te vinden achterin deze handleiding.
2.1 Het selectievenster Voordat een symbool geëxporteerd of uitgeprint kan worden, moet het eerst worden geselecteerd. Dit kan in het hoofdvenster van het Export Programma.
2.1.1 Conceptnamen en synoniemen De lijst in het midden bevat concepten, geen symboolnamen. Het is eigenlijk een lijst betekenissen. Van elke database kunnen één of meer symbolen gekoppeld zijn aan een concept. Als er bijvoorbeeld meerdere symbolen zijn die ‘huis’ betekenen, zijn ze allemaal gekoppeld aan het concept ‘huis’. We noemen ze ‘synoniemen’. Zodra u op een concept klikt, wordt het eerste symbool uit de gekozen database getoond dat gekoppeld is aan dat concept. Zijn er in deze database meerdere symbolen gekoppeld aan dat concept, dan staat het aantal synoniemen onder het getoonde symbool. Met de knoppen Vorig synoniem en Volgend synoniem kunt u de synoniemen een voor een bekijken.
2.1.2 Databases Rechts staat een vakje met de naam van de geselecteerde database. U kunt een andere database kiezen als u op het kleine pijltje rechts van dit vakje klikt. Het dialoogvenster ‘onthoudt’ welke database geselecteerd was toen het gesloten werd. Die database verschijnt ook weer als eerste in beeld. En als u bent begonnen met typen, wordt het symbool in die database gezocht.
2.1.3 Categorieën Links staat de Symbol for Windows categoriestructuur. Zodra er geklikt wordt op de naam van een categorie, wordt de lijst in het midden gevuld met alle concepten die voorkomen in die categorie (in de gekozen database). Als er een plusje [+] staat voor de naam van een categorie, dan heeft die categorie subcategorieën. Klik op de [+] om de categorie open te vouwen. Daarna kunt u de inhoud van de subcategorieën bekijken. Opties Onder in het dialoog staan twee opties die betrekking hebben op de categoriestructuur. Deze opties kunnen het zoeken in de categorieën makkelijker maken. 1. De eerste optie is ‘Inclusief concepten in subcategorieën’. Als deze optie aan staat, wordt de lijst in het midden telkens gevuld met de concepten die in de gekozen categorie of in een subcategorie staan. Hoe dieper u afdaalt in de structuur, hoe korter de lijst wordt. Dit is altijd zo bij de hoofdcategorie; als u die selecteert, wordt de conceptenlijst gevuld met alle concepten uit alle categorieën. (Let op: als een concept niet in de gekozen database voorkomt, komt het niet in de lijst.) 2. De tweede optie is ‘Verberg kleine categorieën en plaats de inhoud een niveau hoger’. Als er relatief weinig symbolen staan in een symbooldatabase, zullen veel categorieën leeg of bijna leeg zijn. Wanneer deze optie aan staat, worden de categorieën waar tien of minder concepten in staan, verborgen. Ze zijn dan dus niet meer zichtbaar in de categoriestructuur. De inhoud van die categorie wordt een niveau hoger geplaatst. Op het moment dat er een andere database wordt gekozen, wordt de categoriestructuur opnieuw opgebouwd.
© 2007 Handicom
Pagina 3
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
2.2 Zoekmethoden In de lijst in het midden van dit dialoogvenster kunt u heel snel zoeken door te typen in de typregel boven de lijst. Zodra u een letter typt wordt in de lijst automatisch het eerste symbool opgezocht dat met die letter begint; typt u een tweede letter dan springt de lijst naar het eerste symbool dat met dezelfde twee letters begint, enzovoorts. (Klik voor u begint met typen eerst in de lijst of in het vakje boven de lijst.)
2.2.1 Zoek-knoppen U kunt de knoppen Zoek, Zoek volgende en Zoek vorige gebruiken om te zoeken naar een woord of een gedeelte van een woord. Het (deel van het) woord wordt gezocht in alle categorieën. Als er een conceptnaam gevonden is waarin het (deel van het) woord voorkomt, dan laat de categorielijst zien in welke categorie het concept thuishoort door de naam van die categorie een grijze achtergrond te geven. NB: Onthoud vooral dat de naam van een concept kan afwijken van de naam die in een symbooldatabase aan een symbool is gegeven. En, als u op zoek bent naar een bepaald symbool, vergeet dan niet de synoniemen te bekijken!
2.2.2 Andere taal kiezen Het kan helpen om een de categorieën en concepten in een andere taal te zien. Kies Opties – Taal en selecteer de gewenste taal. Let op: de gekozen taal wordt ook gebruikt voor het tekstvakje in het Export-dialoog.
Pagina 4
© 2007 Handicom
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
3.De bestemming: bestand, klembord of printer Heeft u een symbool uitgekozen, dan kunt u het exporteren: kies Bestand - Exporteren in het menu, of klik op de knop Exporteer. Links boven in het ‘export-venster’ moet u eerst een bestemming kiezen, rekening houdend met de manier waarop u het gekozen symbool wilt exporteren: naar een bestand, naar het klembord of naar de printer.
3.1 Oorspronkelijk formaat Plaatjes in het oorspronkelijke formaat zijn niet anders dan de plaatjes die de database gebruikt. Het is niet mogelijk om er kleur of tekst aan toe te voegen of de grootte te veranderen.
3.2 Bitmap Bitmaps zijn ‘complete’ tekeningen, die altijd een achtergrondkleur hebben. U kunt tekst invoeren die wordt opgenomen in het plaatje. Als bitmaps vergroot of verkleind worden, zijn de resultaten vaak niet optimaal. Op afdrukken zijn dan kleine blokjes te zien in plaats van vloeiende lijnen. Exporteer bitmaps daarom zoveel mogelijk op de (voor u) juiste grootte.
3.3 Metafile Metafiles zijn schaalbaar. Dat betekent dat u geen grootte voor het plaatje hoeft kiezen. U kunt ook geen tekst invoeren. De metafile bevat alleen de opdrachten voor de computer voor het tekenen van de lijnen die samen het symbool vormen. Als zo’n bestand gebruikt wordt in een ander programma, heeft het geen invloed op de achtergrond waarop het getekend wordt en het kan zonder probleem verkleind of vergroot worden.
3.4 JPEG JPEG-plaatjes zijn gebaseerd op de Bitmap. Het verschil is compressie, die ervoor zorgt dat de bestanden een stuk kleiner worden.
3.4.1 Instellingen Klik op de knop Instellingen om een compressiefactor te kiezen, tussen de 1 en 100. Hoe kleiner de compressiefactor is, des te kleiner wordt het bestand. Compressiefactor 100 betekent eigenlijk: geen compressie. Waar u op moet letten is dat naarmate de compressie kleiner wordt, de kwaliteit van het plaatje ook minder wordt. Geleidelijke codering (progressive encoding) is de manier waarop het plaatje op het beeldscherm wordt getekend. Als u dat aan heeft, ziet u eerst een wazig beeldje dat beetje bij beetje scherp wordt. De andere mogelijkheid (geleidelijke codering uit) is dat het regel voor regel op het beeldscherm wordt getekend. Als u JPEG’s naar de harde schijf exporteert, is het beter om ‘geleidelijke codering’ uit te zetten, dat werkt namelijk sneller.
3.5 GIF GIF bestanden gaan ook uit van de Bitmap. Het verschil tussen JPEG en GIF is dat GIF’s altijd een vaste compressie hebben en maximaal 256 kleuren. De kleuren in een nieuw plaatje worden dus altijd teruggeschaald naar 256 kleuren of minder.
3.5.1 Instellingen Klik op de knop Instellingen; nu kunt u kiezen hoeveel kleuren en welke kleurpatronen u in een plaatje wilt gebruiken. Let op: hoe meer kleuren, des te groter wordt het bestand! U kunt ook gebruik maken van dithering. Als dat aan staat, kan er een soort spikkelpatroon ontstaan. Dat gebeurt in het geval dat het programma niet precies de
© 2007 Handicom
Pagina 5
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
kleuren heeft die voor het symbool nodig zijn. Het gebruikt dan een aantal kleuren die samen het dichtst in de buurt komen van de oorspronkelijke kleur. Soms zijn er echter niet genoeg kleuren en wordt het plaatje korrelig. Er kunnen ook kleuren voorkomen, die niet bij het plaatje horen. Als dithering uit staat, zoekt het programma simpelweg de dichtstbijzijnde kleur. Er ontstaan effen kleurvlaktes. Dit kan het plaatje soms minder duidelijk maken dan wanneer dithering wel aan staat.
3.6 Opslaan Heeft u een bestandstype gekozen, dan kunt u op de knop Opslaan klikken. Er verschijnt een standaard Windows-venster waarin u het bestand een naam kunt geven en bepaalt in welke directory u het wilt opslaan. Tot slot keert u terug naar het hoofdvenster.
3.7 Kopiëren naar het klembord Heeft u een bestandstype gekozen, dan kunt u het symbool ook met de knop Kopiëren kopiëren naar het klembord. Vervolgens kunt u het in een ander programma weer openen door het daarin te ‘plakken’. Daarvoor kunt u meestal gebruik maken van de optie Plakken (Paste) in het menu Bewerken (Edit), of van de sneltoets: Ctrl+V. Tot slot keert u terug naar het hoofdvenster. Problemen bij het ‘plakken’ vanaf het klembord Een metafile-plaatje komt er soms vreemd uit te zien in andere programma’s, direct nadat het daarin vanaf het klembord ‘geplakt’ is. Een van de programma’s waarbij het fout kan gaan is MS-Word. Om dit probleem in Word op te lossen is het voldoende om op het symbool te dubbelklikken. De tekenwerkbalk wordt geopend. Sluit die om terug te keren naar het document. Als u het symbool opslaat in een Metafile op harde schijf of op een floppy, en het daarna opvraagt in een Word document, zal het er normaal uitzien.
3.8 Printen Wilt u het symbool uitprinten, kies dan eerst Printer als bestemming. De exportmogelijkheid Printer biedt dezelfde mogelijkheden als Bitmap, met daarnaast nog enkele andere instellingen, zie hieronder. N.B. Een eventuele tekst heeft geen invloed op de grootte van het plaatje. De tekst staat buiten het plaatje. Dit in tegenstelling tot de andere bestandstypen. Door op de Print-knop te klikken geeft u opdracht het symbool uit te printen. Klikt u op de Opheffen-knop, dan wordt het symbool niet uitgeprint. In beide gevallen gaat u terug naar het symboolselectievenster.
3.8.1 Positie op het papier Er zijn negen mogelijkheden voor de positie van het symbool op het papier: links, in het midden en rechts, op drie verschillende hoogtes (boven, midden, onder).
3.8.2 Printerinstellingen Als u op de Instellen…-knop klikt, verschijnt een standaard Windows dialoog voor de printerinstellingen op het scherm. U kunt hierin een printer kiezen, het papierformaat, de afdrukstand van het papier, enz.
Pagina 6
© 2007 Handicom
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
4.Instellingen voor symbolen Na het kiezen van een bestemming kunt u precies aangeven hoe het geselecteerde symbool geëxporteerd moet worden. Via de instellingen in dit venster wordt bepaald hoe het geëxporteerde symbool eruit komt te zien. Het plaatje aan de rechterkant van dit venster laat zien hoe het eruit komt te zien, en als u voor de Printer als bestemming heeft gekozen, waar het op het papier komt te staan. Het programma ‘onthoudt’ de instellingen en gebruikt ze bij een volgend symbool, totdat u de instellingen weer wijzigt. Ook als u het programma opnieuw opent, zijn de instellingen hetzelfde als de vorige keer dat u het programma gebruikte. Bij Bliss-symbolen zijn de mogelijkheden gedeeltelijk anders; lees meer daarover in het volgende hoofdstuk.
4.1 Grootte U kunt een van de afmetingen kiezen die het programma voorstelt (100 of 200 pixels, just around of vierkant), of zelf de grootte instellen. Doet u het laatste, dan kan het Export Programma u helpen door de optimale breedte voor het symbool te calculeren. Klik dan ‘Automatische breedte’ aan. Is deze optie niet geselecteerd, dan kunt u zelf een breedte kiezen.
4.2 Positionering tekst en symbool U kunt de relatieve positie bepalen van de tekst en het symbool. Het symbool kan boven, in het midden, of onder in de ruimte komen te staan. Voor de tekst zijn de keuzes als volgt: - Geen (geen tekst) - Boven (boven het plaatje) - Onder (onder het plaatje). De positie op papier kunt u alleen bepalen, als u de optie ‘uitprinten’ hebt gekozen. Het symbool kan dan op negen posities komen staan.
4.3 Tekst De tekst die eventueel boven of onder het symbool wordt geplaatst, kan in het veld linksmidden gewijzigd worden. U kunt elke tekst invoeren die u wilt. Bij een te lange tekst (gegeven het lettertype en de grootte) worden sommige delen ervan onzichtbaar. NB: aan wmf’s (metafiles) kan geen tekst worden toegevoegd.
4.4 Rand toevoegen Hiermee kunt u een dunne zwarte rand om het symbool (en de tekst) plaatsen.
4.5 Kleur De achtergrondkleur van het symbool kan gewijzigd worden met behulp van de kleurenbalk aan de linkerkant. Deze kleurenbalk bevat 64 kleuren, waarvan de gebruiker de 16 onderste zelf kan instellen. Dat gebeurt in het kleurenvenster, waar tevens 48 (deels andere) kleuren staan. Daar komt u terecht met een druk op de knop Kleur.
4.6 Lettertype Druk op de knop Lettertype om het lettertype voor de tekst te wijzigen. Het standaard lettertype-dialoogvenster verschijnt. Kies een lettertype, stijl, grootte en, als u wilt, een kleur voor de tekst.
© 2007 Handicom
Pagina 7
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
NB: aan Metafiles kan geen tekst worden toegevoegd.
4.7 Lengte-breedte-verhouding Na een druk op de knop Afbeelding komt een venster tevoorschijn met twee tabbladen. Op het linker tabblad kunt u aangeven of de afbeelding uitgerekt mag worden wanneer de lengte-breedte-verhouding verandert ten opzichte van het origineel, of dat de afbeelding de oorsponkelijke verhoudingen moet behouden. Let op! Als u de instelling uitrekken heeft gekozen, blijft die gelden, ook als u daarna een ander bestandsformaat kiest waar de knop Afbeelding bij zichtbaar is. Alleen via de knop Afbeelding kunt u deze instelling veranderen.
4.8 Zwart-wit of kleur Klik op de knop Afbeelding. Er komt een venster tevoorschijn met twee tabbladen. Op het linker tabblad kunt u aangeven of de afbeelding in zwart-wit of in kleur moet worden weergegeven.
4.9 Tegenovergestelde betekenis Klik op de knop Afbeelding en ga naar het rechter tabblad. Hier kunt u het plaatje precies de tegenovergestelde betekenis geven door een lijn of een kruis in zwart, wit of rood over de afbeelding te plaatsen.
Pagina 8
© 2007 Handicom
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
5.Instellingen voor Bliss-symbolen Als u een Bliss-symbool exporteert, zijn de opties voor instellingen gedeeltelijk anders dan wanneer u symbolen uit andere databases exporteert.
5.1 Grootte U kunt een van de afmetingen kiezen die het programma voorstelt (100 of 200 pixels, oorspronkelijk formaat, vierkant, rond matrix of vierkant rond matrix), of zelf de grootte instellen. Doet u het laatste, dan kan het Export Programma u helpen door de optimale breedte voor het symbool te calculeren. Klik dan ‘Automatische breedte’ aan. Is deze optie niet geselecteerd, dan kunt u zelf een breedte kiezen. Hieronder ziet u vier verschillende opties voor het symbool ‘aap’. Oorspronkelijk formaat
Vierkant
Rond matrix
Vierkant rond matrix
5.2 Symboolschaling De schaling bepaalt hoeveel ruimte binnen het plaatje in beslag wordt genomen door het symbool. Bij een schaling van 100% is het plaatje 2,5 Bliss matrix-eenheden hoog. Bij een standaardschaling van 80% is er in het plaatje meestal nog genoeg ruimte over voor tekst.
5.3 Positionering symbool U kunt de relatieve positie bepalen van het symbool:
© 2007 Handicom
Pagina 9
Handleiding
• • •
SfW Export Programma
december 2007
Boven Midden Onder.
5.4 Matrix Klik op de knop Instellingen. Op het tweede tabblad, Indicator, staat ook een vakje dat u kunt aanklikken als u een matrix achter het symbool getekend wilt zien.
5.5 Indicator Klik op de knop Instellingen. Op het tweede tabblad, Indicator, kunt u een indicator selecteren.
Pagina 10
© 2007 Handicom
Handleiding
SfW Export Programma
december 2007
6.Het menu In het menu Bestand staan de opdrachten voor het uiteindelijke exporteren van symbolen en voor het afsluiten van het programma. • Exporteer... - sla het geselecteerde symbool op als plaatje, print het uit of kopieer het naar het klembord • Einde – verlaat het programma Het menu Zoeken bevat de volgende functies: • Zoek... - zoek een symbool op naam of een aantal letters die voorkomen in de naam • Zoek volgende - zoek het volgende symbool met dezelfde naam of aantal letters • Zoek vorige – ga terug naar het vorige gevonden symbool. Het Opties menu bevat de volgende functies: • Taal – kies de taal voor de tekst bij de symbolen in de bibliotheek • Inclusief concepten in subcategorieën – voeg de inhoud van subcategorieën toe aan de hoofdcategorie • Verberg kleine categorieën – plaats de inhoud van kleine categorieën een niveau hoger en verberg lege In het Help menu vindt u een optie ‘Handleiding’ om direct naar de handleiding te gaan en een optie ‘Info’ voor versie- en licentie-informatie over het Export Programma.
© 2007 Handicom
Pagina 11