Handicom
Symbol for Windows
Vocabulary Maker (Versie 4)
© Handicom, 2011, Nederland
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Inhoud 1. Schermopbouw van de Vocabulary Maker............................................................3 2. Maak of open een gebruikersvocabulaire en sla het op.......................................7 3. Bepaal de standaard opmaak van het gebruikersvocabulaire.............................9 4. Vul de velden......................................................................................................... 11 5. Pagina’s en links................................................................................................... 19 6. Opmaak en type van pagina’s en velden wijzigen..............................................23 7. Commando’s toevoegen aan velden en pagina’s...............................................25 8. Gebruikersvocabulaires verwijderen, hernoemen, kopiëren en printen...........27 9. Bijlage: werkbalkknoppen ...................................................................................28 10. Bijlage: menu-functies........................................................................................ 29
Pagina 1
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Introductie Het doel van de Vocabulary Maker is het maken van aangepaste vocabulaires voor andere Symbol for Windows programma's, zoals Document Maker. Een standaard Symbol for Windows vocabulaire laat in een grafisch menu alle symbolen zien die in één database zitten. De symbolen zijn gerangschikt volgens de Symbol for Windows categorie-indeling. Het is bepaald niet ondenkbaar dat een symbooltaalgebruiker niet uit de voeten kan met deze categorie-indeling en grote hoeveelheid symbolen. Met de Vocabulary Maker kunt u een vocabulaire vullen met symbolen uit één of meer databases, met plaatjes en foto’s die u op uw computer heeft staan, en met stukjes tekst. U kunt de inhoud van het vocabulaire verdelen over verschillende pagina's, op een manier die voor de gebruiker begrijpelijk is. Zo wordt het werken met bijv. de Document Maker een stuk gemakkelijker en efficiënter voor de symbooltaalgebruiker. U kunt ook een aangepast vocabulaire maken met een van de andere Symbol for Windows programma’s, voor zover die met vocabulaires werken. Het verschil met de Vocabulary Maker is dat u in de Vocabulary Maker gemakkelijk kunt kopiëren uit een bestaand vocabulaire; dat kan in de andere programma’s niet. Hoe maak ik een goed vocabulaire? Deze handleiding geeft geen richtlijnen hoe de structuur en de inhoud van het aangepaste vocabulaire eruit moeten zien. Dat zult u per gebruiker zelf moeten bepalen. Er is een aparte handleiding bij het maken van een selectieset: kies Help – Vocabulaire om die te openen. Meer informatie hierover is onder andere te vinden in de Communicatie Start Set, een werkboek bij de Symbol for Windows Personal Communicator. Verder hebben verenigingen zoals ISAAC (International Society for Augmentative and Alternative Communication) expertise op dit gebied. Wat staat er in deze handleiding? In deze handleiding vindt u een uitgebreide gebruiksaanwijzing bij het programma. Als u niet weet hoe te beginnen, kunt u het beste de volgorde van de hoofdstukken aanhouden. N.B. Deze handleiding wordt geopend op de computer wanneer u Help – Handleiding kiest in het menu. Conventies Opties die u kunt kiezen in het menu zijn vet gedrukt (bijv. Bestand - Openen). De namen van knoppen en andere schermonderdelen zijn cursief. De naam van een toets op het toetsenbord staat tussen vierkante haken: [Enter]. De ‘+’ tussen de namen van twee toetsen betekent dat u de twee toetsen tegelijk in moet drukken. Bijvoorbeeld: [Alt]+F.
© 2011 Handicom
Pagina 2
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
1.
Schermopbouw van de Vocabulary Maker
1.1
Titelbalk en menu
De titelbalk is de blauwe balk bovenaan. Hierin staan links de naam van het programma, en rechts drie standaard Windows-knoppen: twee voor het veranderen van de grootte van het venster en de meest rechtse voor het afsluiten van het programma. Het menu, direct onder de titelbalk, is met de muis te bedienen, maar ook met het toetsenbord: in ieder onderdeel in het menu is één letter onderstreept. Drukt u tegelijk op de [Alt] toets en de onderstreepte letter, bijvoorbeeld [Alt] + b, dan verschijnt een submenu (in dit geval onder het woord Bestand). Met de cursortoetsen (de pijltjes) kunt u daar doorheen lopen en met [Enter] een menu-item selecteren. Voor een aantal functies is er bovendien een sneltoets, dat is een combinatie van toetsen waarmee de functie direct wordt opgeroepen. [Ctrl]+S bijvoorbeeld is de sneltoets voor de functie opslaan in het menu Bestand. De sneltoetsen staan in het menu rechts naast de naam van de functie. Een pop-up menu opent u op door rechts te klikken op een onderdeel. Op sommige toetsenborden is hiervoor een speciale toets, die u kunt vinden tussen de rechter Ctrl en Alt toets.
1.2
Werkbalk
In de werkbalk onder het menu staat een aantal knoppen in groepjes bij elkaar. Ze werken net als een sneltoets: je roept er direct een functie mee op. Afhankelijk van de situatie zullen één of meerdere van deze knoppen grijs zijn ten teken dat die functie op dat moment niet beschikbaar is. Voor het activeren van een knop in de werkbalk kan alleen maar de muis gebruikt worden. Al deze functies kunnen echter ook via het toetsenbord (het menu) bereikt worden.
1.3
Kleurbalk
De Kleurbalk (hier links) is een handig stukje gereedschap om snel de achtergrondkleur van velden in te stellen. Maar het kan ook via het pijltje naast de werkbalkknop Kleur. De Vocabulary Maker biedt de keuze uit een kleurenpalet van 64 kleuren, waarvan er 16 instelbaar zijn. Aan elk veld kan een van die 64 kleuren worden toegewezen.
1.3.1 Instellingen voor de Kleurbalk Kies Opties – Kleurbalk, om de plaats en omvang van de Kleurbalk te wijzigen. Met het dialoog dat verschijnt kunt u: - de Kleurbalk tonen of verbergen (dit kan ook met de werkbalkknop Kleur) - de Kleurbalk boven of onder de kaart of links of rechts van de kaart zetten - het aantal balkjes in de Kleurbalk instellen (1 tot 5) - de grootte van de kleurvakjes instellen (16 tot 100 pixels).
1.3.2 Aangepaste kleuren instellen De 48 basiskleuren in het programma zijn vast, u kunt ze niet veranderen. Maar u kunt wel 16 aangepaste kleuren instellen. Kies Opties – Kleurinstellingen… in het menu of klik op de werkbalkknop Kleur. Het standaard Windows Kleur-dialoog verschijnt. Selecteer een vakje onder het label Aangepaste kleuren, kies vervolgens een kleur en klik op Toevoegen aan aangepaste kleuren. De nieuwe kleur vult het gekozen vakje èn wordt (nadat u op OK heeft geklikt) voortaan ook getoond in de Kleurenbalk en in het kleurenpalet onder de werkbalkknop Kies kleur.
Pagina 3
© 2011 Handicom
Handleiding
1.4
SfW Vocabulary Maker
2011
Bronvocabulaire
Het Bronvocabulaire is te vinden op de onderste helft van het scherm. Dit vocabulaire kan u toegang geven tot: - een standaard vocabulaire met alle symbolen in één database (mits u daarvoor een licentie heeft). De symbolen zijn gerangschikt volgens de standaard Symbol for Windows categoriestructuur. - een speciaal gebruikersvocabulaire. - bestanden (zoals plaatjes en geluiden) die op de computer staan, eventueel alleen in een bepaalde map. Tips • Met de Image Manager kunt u nieuwe Symbol for Windows databases maken, inclusief een vocabulaire voor die databases. • Ook met de Vocabulary Maker kunt u een vocabulaire maken voor een nieuwe database. Zie hoofdstuk 2.4, Automatisch een vocabulaire bouwen.
1.4.1 Een Bronvocabulaire openen In eerste instantie is het Bronvocabulaire leeg. Kies in het menu Opties – Weergave en klik vervolgens op Concepten. De COMPIC database wordt dan in het Bronvocabulaire geladen. Wilt u een andere database of een gebruikersvocabulaire zien, ga dan naar Opties – Bronvocabulaire laden. Kies een vocabulaire (een bestand met de extensie .mnu) en klik op OK. Op deze manier kunt u telkens een ander bronvocabulaire laden. Er kan maar één vocabulaire tegelijk open zijn.
1.4.2 Bestanden op de computer bekijken via het Vocabulaire Kies Weergave in het menu Opties en klik op Map bekijken. Het grafisch menu zal, in plaats van het Vocabulaire, de inhoud van een map op de computer tonen – in eerste instantie de plaatjes in de map C:\Program Files\Handicom\Symforwin\Images. Maar u kunt ook een andere map en andere soorten bestanden kiezen en bepalen hoe ze moeten worden getoond (zie hieronder). Sub-mappen worden aangegeven door een omgevouwen hoekje; in het veld worden de eerste twee plaatjes van de onderliggende map getoond. Als u in de betreffende map een plaatje zet met de naam Folder.xxx (waarbij xxx een geldige grafische extensie is: BMP, GIF, JPG, JPEG, WMF of EMF), dan zal dit plaatje worden getoond in plaats van de eerste twee plaatjes in die map. Wilt u stoppen met het bekijken van bestanden op de computer via het Vocabulaire, kies dan Weergave in het menu Vocabulaire en klik op Concepten of Gebruikersvocabulaire om terug te keren naar resp. het standaard of het gebruikersvocabulaire. Keuze van bestanden en mappen Schakel eerst over op Map bekijken (Opties – Weergave). Rechtsklik daarna op een veld in het grafisch menu. Kies Weergave eigenschappen uit het pop-up menu. In het venster dat verschijnt kunt u niet alleen kiezen welke map als eerste zichtbaar wordt, maar ook • Of de gebruiker ook andere mappen kan bekijken. • In welke mappen de gebruiker mag kijken (de gebruiker kan alleen kijken in de opgegeven map en in de mappen die daarin staan). • Of er plaatjes of geluiden worden weergegeven, of eventueel alleen bestanden met een bepaalde extensie.
© 2011 Handicom
Pagina 4
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
•
Welke informatie er verder zichtbaar wordt: de naam van de map, de bestandsnaam, de extensie. Klik ten slotte op OK. De instellingen blijven bewaard, ook als het programma wordt afgesloten. Weergave van de mappen U kunt ook bepalen hoe de mappen en bestanden in het Vocabulaire worden getoond: over hoeveel rijen en kolommen ze worden verdeeld, wat voor achtergrondkleur ze krijgen, enzovoorts. Zorg er eerst voor dat de optie Wijzigen toestaan aan staat. Rechtsklik op een van de velden in het graphisch menu en klik op Wijzigen toestaan in het pop-up menu. Als er een stip voor de optie staat is deze geactiveerd. Rechtsklik vervolgens op een veld en kies Pagina-eigenschappen uit het pop-up menu. Er verschijnt een venster waarin u een groot aantal instellingen kunt wijzigen. Op het tabblad Pagina: • Het aantal rijen en kolommen • De achtergrondkleur van de pagina; deze wordt alleen maar zichtbaar als er een ruimte is tussen de velden • De afstand tussen de velden • De kleur en de dikte van de rand om velden • De achtergrondkleur van velden die verwijzen naar een andere map Op het tabblad Veld: • Achtergrondkleur van velden • Font, plaats en schaalbaarheid van het label (dit is de bestandsnaam) • Schaalbaarheid van het plaatje Ga alle instellingen na en klik ten slotte op OK. De instellingen blijven bewaard, ook als het programma wordt afgesloten.
1.4.3 Bladeren in het Bronvocabulaire Elk vakje in het bronvocabulaire kan (meerdere) symbolen, plaatjes, foto's en tekst bevatten. Wanneer het vocabulaire de inhoud van een map op de computer toont, staat in ieder vakje maar één bestand. Een vakje een omgevouwen hoekje verwijst naar een andere pagina met symbolen of naar een andere map met bestanden. U beweegt zich in dit vocabulaire met de muis of de pijltjestoetsen en de [Enter] toets. Zodra u één van de velden uit het menu selecteert door op [Enter] te drukken c.q. door er met de linker muisknop op te klikken, dan heeft dit als gevolg: • Er gebeurt niets, als het veld leeg is. • Als het veld niet leeg is, wordt de inhoud van het veld toegevoegd aan het gebruikersvocabulaire. • Als het veld verwijst naar een andere pagina of map, wordt de op dit moment zichtbare pagina of map vervangen door de volgende pagina of map. Tip! U kunt snel naar een andere pagina gaan via het Zoek menu. Zorg dat de cursor op het bronvocabulaire staat. Kies ‘Ga naar pagina’ om een pagina te kiezen, ‘Startpagina’ om naar de startpagina te gaan en ‘Vorige pagina’ om terug te gaan naar de pagina waar u vandaan kwam.
Pagina 5
© 2011 Handicom
Handleiding
1.5
SfW Vocabulary Maker
2011
Het gebruikersvocabulaire
Het gebruikersvocabulaire staat op de bovenste helft van het scherm. Het kan minimaal 1 veld, en maximaal 625 (25x25) velden per pagina bevatten. U beweegt zich ook in dit vocabulaire met de muis of de pijltjestoetsen en de [Enter] toets. Ieder veld kan worden gevuld met symbolen, geïmporteerde afbeeldingen/foto’s en/of tekst. Ook kunt u pagina’s toevoegen en velden laten verwijzen naar een andere pagina. De opmaak van de pagina’s is gemakkelijk te wijzigen. Hoe precies, dat is te lezen in de volgende hoofdstukken. Ook in het gebruikersvocabulaire kunt u snel naar een andere pagina gaan via het Zoek menu. Zorg dat de cursor op het gebruikersvocabulaire staat. Kies ‘Ga naar pagina’ om een pagina te kiezen, ‘Startpagina’ om naar de startpagina te gaan en ‘Vorige pagina’ om terug te gaan naar de pagina waar u vandaan kwam.
© 2011 Handicom
Pagina 6
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
2. op
Maak of open een gebruikersvocabulaire en sla het
2.1
Een vocabulaire aanmaken
Telkens als u het programma opstart, staat er een nieuw, leeg gebruikersvocabulaire op het scherm. U kunt een bestaand vocabulaire openen (zie de volgende paragraaf) of het nieuwe vocabulaire vullen. Kies dan Bestand – Opslaan als, in het menu en geef het nieuwe vocabulaire een naam. Vul vervolgens het vocabulaire. Vergeet niet dit tenminste één keer op te slaan, anders bent u het werk kwijt zodra u een ander vocabulaire opent of aanmaakt. Hebt u een ander vocabulaire geopend en wilt u een nieuw vocabulaire gaan maken? • Kies Bestand - Nieuw, of • klik op de werkbalkknop Nieuw, of • druk [Ctrl] + N in op het toetsenbord. Als het geopende vocabulaire gewijzigd is, krijgt u eerst nog de kans om dit op te slaan. Daarna verschijnt een nieuw, leeg gebruikersvocabulaire op het scherm. TIP Wilt u een vocabulaire maken dat sterk op een ander vocabulaire lijkt? Open dan het vocabulaire dat het dichtst in de buurt komt bij wat u wilt maken. Kies vervolgens direct Bestand - Opslaan als, uit het menu, en geef het vocabulaire een andere naam. Voer pas daarna wijzigingen door en sla het vocabulaire nogmaals op.
2.2
Een vocabulaire openen
• Kies in het menu voor Bestand – Openen, of • klik op de werkbalkknop Openen, of • druk [Ctrl] + O in op het toetsenbord. Kies daarna het vocabulaire dat u wilt wijzigen. Voer vervolgens de wijzigingen door en sla het vocabulaire op.
2.3
Een vocabulaire opslaan
Een vocabulaire onder dezelfde naam opslaan is heel eenvoudig: • kies Bestand - Opslaan, of • druk op [Ctrl] + S • klik op de knop Opslaan in de werkbalk. Als u de naam van het vocabulaire wilt controleren of wijzigen, moet u in plaats hiervan Bestand - Opslaan als kiezen.
2.4
Automatisch een vocabulaire bouwen
U kunt ook een nieuwe (Symbol for Windows) database in één keer in een vocabulaire omzetten. Kies Opties – Bouw Basisvocabulaire. U moet nu een aantal voorkeuren opgeven. -
Te gebruiken concepten: kies hier uw eigen database.
-
Bestemming: geef de naam op die het nieuwe vocabulaire moet krijgen, inclusief de directorynaam (bijv. C:\program files\handicom\symforwin\users\prive.mnu).
Kies of u kleine categorieën wilt verbergen; zo ja, dan komt de inhoud van de te kleine categorieën een niveau hoger te staan. Geef het minimum aantal concepten per categorie. Kies het aantal rijen en kolommen en geef aan of hiervan afgeweken mag worden. In het laatste geval zullen er zo min mogelijk rijen en/of kolommen gemaakt worden. -
Pagina 7
© 2011 Handicom
Handleiding -
SfW Vocabulary Maker
2011
Geef aan of u de concepten alfabetisch wilt sorteren en zo ja, van welke taal u daarbij uit wilt gaan.
Klik nu op de knop Bouwen.
2.5 Een Bliss for Windows vocabulaire omzetten naar een SfW vocabulaire Speciaal voor Bliss for Windows gebruikers is in de Symbol for Windows Vocabulary Maker de optie ingebouwd om vocabulaires die met Bliss for Windows gemaakt zijn, om te zetten naar Symbol for Windows. Kies Opties – Vertaal BfW Vocabulaire, in het menu. Gebruik de bovenste knop Bladeren om het Bliss for Windows vocabulaire te selecteren dat u wilt omzetten. Geef in het onderste veld de naam op waaronder het vocabulaire moet worden opgeslagen na het omzetten naar Symbol for Windows. Gebruik eventueel de knop Bladeren om de juiste map aan te geven. Klik vervolgens op Vertaal. Het balkje laat de voortgang zien. Met de knop Sluiten kunt u het dialoogje sluiten.
© 2011 Handicom
Pagina 8
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
3. Bepaal de standaard opmaak van het gebruikersvocabulaire De standaard instellingen worden gebruikt voor elke nieuwe pagina die u toevoegt aan het vocabulaire. Daarom is het zo belangrijk dat u zich, voor u een vocabulaire gaat invullen, afvraagt hoe u wilt dat de meeste pagina’s en de meeste velden in het vocabulaire eruit gaan zien. Hoeveel rijen en kolommen moeten er op een pagina staan? Welke kleur moeten de vakjes hebben? Welke kleur moeten de vakjes hebben die verwijzen naar een andere pagina? Moet er ruimte zijn tussen de vakjes? Welke kleur moet de ruimte tussen de vakjes (de pagina) hebben? Hoe dik moet de lijn tussen de vakjes zijn? enzovoorts. U kunt de instellingen per pagina en/of per veld wijzigen. Maar als u de standaard instellingen zo goed mogelijk aanpast aan uw wensen voordat u het vocabulaire gaat opbouwen, hoeft u misschien niet veel te wijzigen.
3.1
Type pagina’s
Kies Opties – Standaard instellingen. Ga naar het tabblad Pagina. Onderaan kunt u opgeven van welk type de pagina’s zijn. Vocabulaire Voor een pagina van het type Vocabulaire kunt u kiezen uit ‘1 plaatje per veld’ of ‘meerdere plaatjes per veld’. De laatste staat standaard ingesteld. Woordvoorspelling Als een pagina van het type Woordvoorspelling is, wordt de Woordvoorspelling (een onderdeel van FlexLex, de module voor taalkundige ondersteuning) opgestart om deze pagina te laten zien. Dit gebeurt overigens niet in de Vocabulary Maker, maar wel in programma’s waarin het gebruikersvocabulaire wordt gebruikt, zoals de Personal Communicator. Is het onderdeel Woordvoorspelling er niet, dan wordt de pagina gewoon – dus als een Vocabulaire met meerdere plaatjes – getoond. Ook speciale Woordvoorspellingcommando’s, zoals ‘Accepteer woord’, worden dan genegeerd. Grammaticahulp Een pagina van het type Grammaticahulp is geschikt om mee te werken in het onderdeel van FlexLex (de module voor taalkundige ondersteuning). Als een pagina van het type Grammaticahulp is, wordt de Grammaticahulp (een onderdeel van FlexLex, de module voor taalkundige ondersteuning) opgestart om deze pagina te laten zien. Dit gebeurt niet in de Vocabulary Maker, maar wel in programma’s waarin het gebruikersvocabulaire wordt gebruikt. Is het onderdeel Grammaticahulp er niet, dan wordt de pagina gewoon – dus als een Vocabulaire met meerdere plaatjes – getoond. Ook speciale Grammaticahulp -commando’s worden dan genegeerd.
3.2
Standaard opmaak voor pagina’s
Kies Opties – Standaard instellingen. Ga naar het tabblad Pagina. U kunt de volgende instellingen wijzigen. Aantal vakjes: Het minimum aantal rijen en kolommen is één; het maximum aantal rijen en kolommen is 25. Pagina-kleur: Let op: de kleur van de pagina wordt alleen zichtbaar als er genoeg ruimte tussen de vakjes is!
Pagina 9
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Link-kleur: Dit is de standaard kleur van velden die naar een andere pagina verwijzen. Randkleur. Dit is de standaard kleur van de lijnen tussen de velden. Klik op de knop Selecteer om een kleur te wijzigen. Klik daarna op een van de beschikbare kleuren en klik op OK; of definieer een eigen kleur (zie paragraaf 1.3.2, Aangepaste kleuren instellen). Randdikte. Dit is de dikte van de lijnen om de velden. Tussenruimte. Dit is de ruimte tussen de velden. Deze instellingen worden gebruikt voor alle nieuwe pagina’s in het vocabulaire. Al deze instellingen zijn per pagina te wijzigen; zie hoofdstuk 6.1..
3.3
Standaard opmaak voor velden
Kies Opties – Standaard instellingen. Ga naar het tabblad Veld. U kunt de kleur, de label-instellingen en de grafische instellingen wijzigen.
3.3.1 Kleur Klik op de knop Selecteer. Klik daarna op een van de beschikbare kleuren en klik op OK; of definieer een eigen kleur (zie paragraaf 1.3.2, Aangepaste kleuren instellen).
3.3.2 Label Plaats: U kunt de labels weglaten of ervoor kiezen om ze boven- of onderin het vakje te plaatsen. Schaling: U kunt de labels laten verkleinen als ze te lang zijn voor het vakje. Lettertype: U kunt een ander lettertype en grootte kiezen voor het label. Taal U kunt de taal wijzigen waarin de (automatisch gegenereerde) labels worden weergegeven. Kies Opties – Taal en selecteer een taal.
3.3.3 Grafische instellingen Schaling: De in het vakje geplaatste symbolen kunnen hun eigen verhoudingen behouden, of automatisch worden opgerekt zodat er geen witruimte in het vakje is. Lettertype: U kunt een ander lettertype en grootte kiezen voor tekst die in de plaats van een symbool komt. Deze instellingen worden gebruikt voor alle nieuwe pagina’s in het vocabulaire. Al deze instellingen zijn te wijzigen per pagina (zie hoofdstuk 6.1) en per veld (zie hoofdstuk 6.3, Een veld een eigen opmaak geven).
© 2011 Handicom
Pagina 10
Handleiding
4.
SfW Vocabulary Maker
2011
Vul de velden
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de soorten velden en daarna wordt uitgelegd hoe u een veld kunt vullen met symbolen uit een database, eigen plaatjes of foto's, en tekst. In het volgende hoofdstuk staat hoe u pagina’s kunt toevoegen en een veld kunt laten verwijzen naar een andere pagina in het vocabulaire.
4.1
Soorten velden
4.1.1 Statische velden Een statisch veld is zichtbaar op elke pagina in de selectieset, telkens op dezelfde plek (bijvoorbeeld rij 3, kolom 2), tenminste, als er niet op die plek iets anders is gezet. Het is handig, als u de pagina’s gaat vullen, om te beginnen met de statische velden. Een veld statisch maken gaat als volgt. Rechtsklik op het veld en kies Veldeigenschappen uit het pop-up menu. Op het tabblad Inhoud staat de optie Statisch veld, laat zien op elke pagina. Vink deze optie aan.
4.1.2 Links Een veld dat verwijst naar een andere pagina heet een link. De startpagina staat meestal bijna helemaal vol met links. Op de meeste andere pagina’s staan er maar een paar. De verwijzing naar een andere pagina is eigenlijk een instelling van een veld (zie het volgende hoofdstuk). Los van die instelling is het veld te vullen met symbolen, afbeeldingen en tekst (verderop in dit hoofdstuk).
4.1.3 Velden met dynamische inhoud Soms is het beter om in plaats van een aparte pagina een veld met dynamische inhoud te gebruiken. Een veld met dynamische inhoud is te vergelijken met een veld met een stapeltje symbolen. Door zo’n veld te selecteren kan de gebruiker van de selectieset als het ware door het stapeltje bladeren. De inhoud wordt aan het document of de leesregel toegevoegd en verandert telkens mee, totdat de gebruiker het veld verlaat Zo’n veld is heel geschikt voor een kleine hoeveelheid korte uitingen. Een klein setje symbolen zal vaak beter in een ‘veld met dynamische inhoud’ passen dan op een aparte pagina. De gebruiker hoeft dan niet van pagina te wisselen en kan toch een keuze maken uit een wat ruimere woordenschat. Technisch gezien is een veld met dynamische inhoud een veld met een link naar een aparte pagina. De symbolen van die pagina worden één voor één via dat ene veld getoond. Wilt u dynamische inhoud koppelen aan een veld, of die inhoud bewerken, rechtsklik dan op het veld en kies Dynamische inhoud bewerken. Als de pagina die u als dynamische inhoud wilt gebruiken, al bestaat, kunt u het linktype van het veld wijzigen. Zie hoofdstuk Fout: Bron van verwijzing niet gevonden, Fout: Bron van verwijzing niet gevonden. Als er nog geen dynamische inhoud aan het veld gekoppeld was, moet u eerst een naam opgeven voor de pagina die achter het veld ligt. Daarna krijgt u een nieuwe, lege pagina te zien. Alleen eventueel aanwezige statische velden zijn zichtbaar, maar die worden door het veld met dynamische inhoud genegeerd, net zoals links. De velden zijn net zoals die op andere pagina’s te vullen met symbolen, afbeeldingen en tekst. Als u later terug wilt gaan naar de achterliggende pagina, kunt u dat ook doen via de Paginakiezer: zoek in de werkbalk naar de naam van de huidige pagina met een pijltje ernaast; klik op het pijltje en kies de pagina uit het lijstje dat verschijnt.
Pagina 11
© 2011 Handicom
Handleiding
4.2
SfW Vocabulary Maker
2011
Symbolen toevoegen vanuit het symbool-selectiedialoog
Selecteer een vakje in het gebruikersvocabulaire en • kies Bewerken – Symbool selecteren, of • begin te typen (let op dat bij Opties – Typen, de optie Symbool staat aangevinkt), of • klik op de werkbalkknop Selecteer symbool. Let op! Als er al een symbool in het vakje staat en u dit niet wilt vervangen, maar er nog een symbool bij wilt zetten, moet u het anders aanpakken. • Selecteer het veld en kies dan Opties - Veldinstellingen, of • rechtsklik op het veld en kies Veldinstellingen uit het pop-up menu. Ga naar het tabblad Inhoud en klik op de knop Symbool uit database toevoegen. U krijgt nu het symbool-selectiedialoog te zien.
Conceptnamen en synoniemen De lijst in het midden bevat concepten, geen symboolnamen. Het is eigenlijk een lijst betekenissen. Van elke database kunnen één of meer symbolen gekoppeld zijn aan een concept. Als er bijvoorbeeld meerdere symbolen zijn die ‘huis’ betekenen, zijn ze allemaal gekoppeld aan het concept ‘huis’. We noemen ze ‘synoniemen’. Zodra u op een concept klikt, wordt het eerste symbool uit de gekozen database getoond dat gekoppeld is aan dat concept. Zijn er in deze database meerdere symbolen gekoppeld aan dat concept, dan staat het aantal synoniemen onder het getoonde symbool. Met de knoppen ‘Vorig synoniem’ en ‘Volgend synoniem’ kunt u de synoniemen een voor een bekijken. Databases Rechts staat een vakje met de naam van de geselecteerde database. U kunt een andere database kiezen als u op het kleine pijltje rechts van dit vakje klikt. Categorieën
© 2011 Handicom
Pagina 12
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Links staat de Symbol for Windows categoriestructuur. Zodra er geklikt wordt op de naam van een categorie, wordt de lijst in het midden gevuld met alle concepten die voorkomen in die categorie (in de gekozen database). Als er een plusje [+] staat voor de naam van een categorie, dan heeft die categorie subcategorieën. Klik op de [+] om de categorie open te vouwen. Daarna kunt u de inhoud van de subcategorieën bekijken. Opties Onder in het dialoog staan twee opties die betrekking hebben op de categoriestructuur. Deze opties kunnen het zoeken in de categorieën makkelijker maken. 1. De eerste optie is ‘Inclusief concepten in subcategorieën’. Als deze optie aan staat, wordt de lijst in het midden telkens gevuld met de concepten die in de gekozen categorie of in een subcategorie staan. Hoe dieper u afdaalt in de structuur, hoe korter de lijst wordt. Dit is altijd zo bij de hoofdcategorie; als u die selecteert, wordt de conceptenlijst gevuld met alle concepten uit alle categorieën. (Let op: als een concept niet in de gekozen database voorkomt, komt het niet in de lijst.) 2. De tweede optie is ‘Verberg kleine categorieën en plaats de inhoud een niveau hoger’. Als er relatief weinig symbolen staan in een symbooldatabase, zullen veel categorieën leeg of bijna leeg zijn. Wanneer deze optie aan staat, worden de categorieën waar tien of minder concepten in staan, verborgen. Ze zijn dan dus niet meer zichtbaar in de categoriestructuur. De inhoud van die categorie wordt een niveau hoger geplaatst. Op het moment dat er een andere database wordt gekozen, wordt de categoriestructuur opnieuw opgebouwd. 3. De optie ‘Onthoud de momenteel gekozen categorie’ dwingt het dialoog de volgende keer te openen in dezelfde categorie die geopend was toen het dialoog gesloten werd. Zoek-knoppen De knoppen Zoek, Zoek volgende en Zoek vorige zijn er om te kunnen zoeken naar (een deel van) een woord in de conceptenlijst. De hele conceptenlijst wordt doorzocht. Zodra er een woord gevonden is, laat de categorielijst zien in welke categorie het woord het eerst voorkomt. Taal U kunt de taal wijzigen waarin de concepten en categorieën worden weergegeven. Klik op de knop Taal en selecteer de gewenste taal. De gekozen taal wordt ook gebruikt voor de labels in het vocabulaire. Een symbool plaatsen Klik, als u het juiste symbool voor u ziet, op de OK-knop, of druk op [Enter]. Het symbool wordt geplaatst in het geselecteerde veld. Als u het Veldinstellingen-dialoog voor u ziet, moet u nog een keer op OK klikken.
4.3
Symbolen toevoegen vanuit het bronvocabulaire
4.3.1 Een bronvocabulaire laden Voor u symbolen kunt plaatsen vanuit een bronvocabulaire, moet er eerst een bronvocabulaire geladen zijn. Kies Opties – Laad bronvocabulaire. Selecteer het vocabulaire dat u wilt gebruiken. Vocabulaire bestanden hebben de extensie .mnu. Personal Communicator bestanden zijn ook als bronvocabulaire te gebruiken. Deze hebben de extensie .pcc. Zie voor meer informatie over de soorten vocabulaires en het bladeren in een vocabulaire, hoofdstuk 1.4, Bronvocabulaire.
4.3.2 Symbolen plaatsen vanuit het bronvocabulaire Met de muis: slepen Met de muis ‘slepen’ is vooral handig als u verschillende symbolen uit één submenu wilt invoegen in het gebruikersvocabulaire. Klik met de linker muisknop op het
Pagina 13
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
gewenste symbool en houd de knop ingedrukt; beweeg naar het vakje waar het symbool in moet komen te staan; laat de muisknop weer los. ‘Onderweg’ ziet u een rechthoekig wit vlakje bij de muis op het scherm, ten teken dat er een symbool wordt vervoerd. Tip: Wilt u uit een vakje met een link in het bronvocabulaire, alleen de symbolen kopiëren? Houd dan tijdens het slepen de [Ctrl] toets ingedrukt. Belangrijk! Als u wilt dat het symbool aan de inhoud van het veld wordt toegevoegd, dus als u niet wilt dat het de inhoud van het veld vervangt, dan moet u de [Ctrl] toets ingedrukt houden terwijl u sleept. Het pijltje van de muis verandert dan in een vierkantje met een plusje erin. Kopiëren en plakken Selecteer het symbool dat u wilt plaatsen, en • toets [Ctrl] + Insert, of • kies Bewerken - Kopiëren in het menu, of • druk op de werkbalkknop ‘Kopiëren’. Selecteer vervolgens het vakje waarin u het symbool wilt plaatsen en • toets [Shift] + Insert, of • kies Bewerken - Plakken in het menu, of • klik op de werkbalkknop ‘Plakken’. Tip: Een pagina of een hele set pagina’s in één keer kopiëren? Dat kan! Ga in het bronvocabulaire naar het vakje dat verwijst naar de (set) pagina(‘s) die u wilt kopiëren. Sleep dat vakje naar het bovenste vocabulaire. De onderliggende pagina’s worden één voor één aangemaakt. U krijgt daarbij de naam te zien van elke nieuwe pagina en kunt die wijzigen. N.B. Slepen kan alleen vanuit een pagina met raster, niet vanuit een pagina met vrije compositie. Slepen naar een pagina met vrije compositie kan wel, net zoals naar een pagina met raster.
4.3.3 Een symbool zoeken in het bronvocabulaire Eerst zoeken via het zoekmenu Weet u niet waar het symbool staat in het bronvocabulaire? • Klik dan in de werkbalk op de knop ‘Zoeken’, of • kies Zoek - Zoeken uit het menu, of • toets [Ctrl] + F. U kunt nu drie dingen doen. 1 Typ een naam Op het eerste tabblad kunt u het concept typen waar het symbool waar u naar zoekt, bij hoort; u mag ook alleen een paar letters typen, in plaats van het hele woord. 2 Blader door de categorieën Op het tweede tabblad staat de knop ‘Selecteer symbool’, om het symboolselectiedialoog openen. De gebruiksaanwijzing bij dit dialoog staat in de eerste paragraag van dit hoofdstuk. 3 Zoeken op bestandsnaam Zelfgemaakte bronvocabulaires kunnen ook geïmporteerde plaatjes bevatten. U kunt daar alleen naar zoeken als u de exacte bestandsnaam weet. Typ de bestandsnaam in of gebruik de knop Bladeren om op de computer naar het bestand te zoeken.
© 2011 Handicom
Pagina 14
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Let op dat het juiste tabblad op de voorgrond staat wanneer u op [Enter] drukt of op de OK-knop klikt. De zoekmethodes kunnen niet worden gecombineerd. Wanneer u op OK klikt of op [Enter] drukt, wordt het symbool opgezocht in het basisvocabulaire. Het wordt niet automatisch in het gebruikersvocabulaire geplaatst. Verder zoeken via het volgende-zoekmenu Het kan zijn dat het gevonden symbool niet het symbool is dat u zocht; soms zijn er meerdere symbolen met dezelfde naam. • Klik op de knop ‘Volgende zoeken’, of • kies in het menu voor Zoek - Zoek volgende. Is deze knop/functie niet beschikbaar, dan is er geen volgende mogelijkheid gevonden. Teruggaan naar het vorige gevonden symbool Om terug te gaan naar het vorige gevonden symbool, klikt u op de knop Vorige zoeken of kiest u in het menu voor Zoek - Zoek vorige.
4.4
Afbeeldingen importeren
Als u een los plaatjesbestand op de computer heeft staan, bijvoorbeeld een foto, dan kunt u dit in het vocabulaire importeren. Dit kan op verschillende manieren. Als u niet wilt dat de afbeelding de inhoud van de cel vervangt (dus: als hij erbij moet komen in de cel) dan moet u het dialoog Veldinstellingen gebruiken! 1. Vanuit het Bronvocabulaire Dit is de snelste methode, vooral als er meerdere bestanden op de computer staan die u in het gebruikersvocabulaire wilt plaatsen. Zorg er eerst voor dat u via het Vocabulaire de afbeeldingen ziet in een map op de computer. Kies Weergave in het menu Opties en klik op Map bekijken. Zie voor de instellingen – zoals: welke map wordt er zichtbaar en in welke mappen kunt u nog meer kijken - paragraaf 1.4.2, Bestanden op de computer bekijken. De bestanden zijn nu net zo in het gebruikersvocabulaire te plaatsen als symbolen vanuit een gewoon vocabulaire (zie hoofdstuk 4.3.2, Symbolen plaatsen). Overigens, als het geopende bronvocabulaire geïmporteerde afbeeldingen bevat, kunt u die net als de andere symbolen kopiëren naar het gebruikersvocabulaire. 2. Vanuit het dialoog Veldinstellingen Kies Opties – Veldinstellingen, in het menu. Ga naar het tabblad Inhoud en klik op de knop Afbeelding importeren. Selecteer vervolgens het bestand dat u wilt importeren en klik op OK. Het geïmporteerde plaatje wordt toegevoegd aan de inhoud van het veld. 3. Vanuit het menu/pop-up menu Selecteer een veld en… • kies Bewerken – Afbeelding importeren, of • rechtsklik op een vakje en kies Afbeelding importeren, uit het pop-up menu, of • druk op de werkbalkknop Afbeelding importeren. Vervolgens kunt u het bestand selecteren dat u wilt importeren. 4. Met de Windows Verkenner Open de Windows Verkenner (rechtsklik bijv. op het icoon 'Mijn computer' op het bureaublad en kies Verkennen… uit de lijst). Zoek het bestand op dat u wilt importeren, versleep het (met de linker muisknop ingedrukt) naar een veld (laat de muisknop los).
Pagina 15
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Belangrijk! Als u behalve de linker muisknop ook de Ctrl-toets ingedrukt houdt, dan wordt het geïmporteerde bestand toegevoegd aan de inhoud van het veld. Houdt u de Ctrl-toets niet ingedrukt, dan zal het geïmporteerde bestand de inhoud van het veld vervangen.
4.5
Opties per symbool of afbeelding
4.5.1 Tegenovergestelde indicator Elk symbool of plaatje kan getekend worden met een ‘tegenovergestelde’ indicator in de vorm van een kruis of een schuine streep in een van de kleuren zwart, wit of rood. Rechtsklik op een vak en kies Veldinstellingen uit het pop-up menu; ga naar Inhoud en selecteer het symbool of plaatje. Klik daarna op de knop Opties en ga naar het tabblad Tegenovergestelde Indicator. Klik de gewenste vorm aan.
4.5.2 Schaling Rechtsklik op een vak en kies Veldinstellingen uit het pop-up menu; ga naar Inhoud en selecteer het symbool of plaatje. Klik daarna op de knop Opties. Op het tabblad Grootte/Kleur kunt u aangeven of het symbool of plaatje zijn eigen verhoudingen moet behouden of dat het uitgerekt moet worden.
4.5.3 Weergeven in zwart-wit Rechtsklik op een vak en kies Veldinstellingen uit het pop-up menu; ga naar Inhoud en selecteer het symbool of plaatje. Klik daarna op de knop Opties. Op het tabblad Grootte/Kleur kunt u aangeven of het symbool in kleur of in zwart-wit getekend moet worden.
4.6
Tekst toevoegen
Er kan een stukje tekst staan tussen de symbolen en afbeeldingen of in plaats daarvan. 1. De snelste manier om tekst toe te voegen • Klik op het veld waarin de tekst moet komen te staan en begin te typen; let op dat onder Opties – Typen, de optie Tekst moet staan aangevinkt. • Klik op het veld waarin de tekst moet komen te staan en kies Bewerken – Tekstrepresentatie, of druk op Ctrl+R, of klik op de werkbalkknop Tekstrepresentatie. • Rechtsklik op het vakje en kies Tekstrepresentatie uit het pop-up menu. In het dialoogje dat verschijnt kan de tekst worden getypt. Belangrijk! De ingegeven tekst vervangt de inhoud van het geselecteerde veld. Wilt u dat niet, dan moet u tekst toevoegen vanuit het dialoog Veldinstellingen (zie methode 2). 2. Vanuit het dialoog Veldinstellingen Kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Inhoud en klik op de knop Tekst toevoegen. In het dialoogje dat verschijnt kan de tekst worden getypt. De gegeven tekst wordt daarna toegevoegd aan de inhoud van het veld. 3. Vanuit het bronvocabulaire Als het geopende bronvocabulaire vakjes met tekst in plaats van symbolen of afbeeldingen bevat, kunt u die net als de symbolen kopiëren naar de communicatiekaart.
© 2011 Handicom
Pagina 16
Handleiding
4.7
SfW Vocabulary Maker
2011
Een label toevoegen of wijzigen
In elk veld kan een opschrift ofte wel een label staan. Of het label zichtbaar is of niet, en of het boven of onder in het veld staat, hangt af van: • de standaard instellingen (zie hoofdstuk 3.3, Standaard opmaak voor velden) • de pagina-instellingen voor velden (zie hoofdstuk 6.1,), en • de instellingen van het veld (zie hoofdstuk 6.3, Een veld een eigen opmaak geven). Het label wordt automatisch gegenereerd op het moment dat het eerste symbool in het veld wordt geplaatst. Om het te wijzigen kunt u het volgende doen: selecteer het veld waar het label in staat dat u wilt wijzigen, en… • kies Bewerken – Label, of • rechtsklik op het veld en kies Label uit het pop-up menu. In het dialoogje dat verschijnt kan het nieuwe label worden getypt. Alternatief: Het label is ook te wijzigen via het dialoog Veldinstellingen. Kies Opties – Veldinstellingen en ga naar het tabblad Inhoud. Daar kunt u onder het kopje Label het nieuwe label typen. Taal: U kunt de taal waarin automatisch gegenereerde labels worden weergegeven, wijzigen. Kies Opties – Taal en selecteer de gewenste taal.
4.8
(Een deel van) de inhoud verwijderen
Een deel van de inhoud verwijderen Als er meerdere symbolen, afbeeldingen en/of stukjes tekst in een veld staan en u wilt daar één van verwijderen, dan kan dat alleen vanuit het Veldinstellingen-dialoog. Kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Inhoud. Selecteer het symbool, de afbeelding of het stukje tekst dat u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen. Alles uit een veld verwijderen Selecteer het veld en • druk op [Delete], of • kies Bewerken - Verwijderen, of • klik op de werkbalkknop Verwijderen, of • kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Inhoud. Gebruik de knop Wissen om het geselecteerde veld leeg te maken.
4.9
De volgorde binnen een veld veranderen
Als er meerdere symbolen, geïmporteerde afbeeldingen en/of stukjes tekst in een veld staan, is het mogelijk de volgorde daarvan te veranderen. Dit kan vanuit het Veldinstellingen-dialoog, of rechtstreeks met de muis. Met de muis en de Ctrl-toets Klik met de linker muisknop op een symbool, afbeelding of stukje tekst in het veld. Houd de muisknop en de Ctrl-toets ingedrukt en sleep het symbool, de afbeelding of het stukje tekst naar een andere plaats binnen het veld. Laat dan de muisknop en de Ctrl-toets los. Het symbool, de afbeelding of het stukje tekst wordt tussengevoegd op de aangewezen plaats. Vanuit het dialoog Veldinstellingen Kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Inhoud. Selecteer het symbool, de afbeelding of het stukje tekst dat u wilt verplaatsen. Met de Rechts- of Links- knop kunt u het geselecteerde symbool, plaatje of tekstje een stap naar rechts resp. naar links verplaatsen.
Pagina 17
© 2011 Handicom
Handleiding
4.10
SfW Vocabulary Maker
2011
Velden kopiëren
4.10.1 Met de muis (alleen op dezelfde pagina) Met de muis kunt u heel gemakkelijk een veld verplaatsen, door het naar een ander veld te slepen: klik met de linker muisknop op het veld en houd de muisknop ingedrukt; beweeg de muis naar een ander veld en laat de muisknop dan los. Is het veld waar u het veld naartoe sleept, niet leeg, dan wisselen de velden van plaats. Als u de inhoud van een veld naar een ander veld wilt kopiëren, moet u tijdens het slepen en loslaten de Ctrl-toets ingedrukt houden. NB Als in het veld een verwijzing naar een andere pagina staat, wordt de link niet mee gekopieerd! Alleen de grafische inhoud van het veld wordt gekopieerd. TIP Vakjes met een link kunt u net zo van plaats laten wisselen als velden zonder link: selecteer het vakje met de link en sleep het naar een ander veld waar ook een link in staat.
4.10.2 Knippen - kopiëren - plakken U kunt een veld ook verplaatsen of kopiëren door gebruik te maken van de functies knippen of kopiëren, en plakken. Op deze manier kunt u een veld ook naar een andere pagina verplaatsen of kopiëren. Selecteer eerst het veld dat u wilt verplaatsen of kopiëren. Dat kunt u doen door: • er met de pijltjestoetsen naartoe te gaan • rechts te klikken op het veld. Kies nu uit het menu • Bewerken – Knippen (als u het veld wilt verplaatsen) of • Bewerken – Kopiëren (als u het veld wilt kopiëren). Als u met rechts op het veld geklikt heeft, kiest u Knippen of Kopiëren uit het pop-up menu. Ga vervolgens naar de pagina waar u het veld naartoe wilt verplaatsen of kopiëren. Selecteer een leeg veld. (Bij deze methode kunnen twee velden niet van plaats wisselen!) Kies uit het menu Bewerken – Plakken. Als u met rechts op het veld geklikt heeft, kiest u Plakken, uit het pop-up menu.
© 2011 Handicom
Pagina 18
Handleiding
5.
SfW Vocabulary Maker
2011
Pagina’s en links
Het beheren van de pagina's in een kaart is heel gemakkelijk met het dialoog Paginabeheer. Om dit dialoog te openen moet u Opties – Paginabeheer kiezen in het menu. In dit dialoog staat links een lijst met alle paginanamen en rechts een aantal knoppen. Welke knoppen bruikbaar zijn, hangt ervan af welke pagina('s) u selecteert in het lijstje links. NB: 'Links' kunnen niet via het Paginabeheer toegevoegd of verwijderd worden. Een link is een verwijzing naar een andere pagina. Alleen velden kunnen een link bevatten; een link is dus eigenlijk een veldeigenschap. Zie hoofdstuk 5.6 en verder voor uitleg over het toevoegen en verwijderen van links.
5.1
Een pagina toevoegen
Tip U kunt een pagina of een hele set pagina’s in één keer kopiëren vanuit het bronvocabulaire. Zie hoofdstuk 4.3.2, Symbolen plaatsen vanuit het bronvocabulaire. Met de Vocabulary Maker kunt u nieuwe pagina’s maken in een vocabulaire. Dit kan op een aantal verschillende manieren: • selecteer een veld (dit mag leeg zijn maar het hoeft niet) en kies klik op de knop Pagina toevoegen in de werkbalk of kies Bewerken – Pagina toevoegen in het menu. Of: • rechtsklik op een veld en kies Pagina toevoegen, uit het pop-up menu. Of: • open het Paginabeheer (Opties– Paginabeheer) en klik op de knop Maak lege pagina. Er verschijnt een klein dialoogje met daarin een suggestie voor de naam van de nieuwe pagina, bijvoorbeeld 'Pagina 5'. Deze naam is gegarandeerd uniek, maar niet erg informatief als u later wilt weten wat er op de pagina staat. Het is een hele goede gewoonte om de voorgestelde naam meteen in een meer beschrijvende naam te veranderen. Als de nieuwe paginanaam niet uniek is, krijgt u daarover direct een melding en moet u de naam veranderen voor u verder kunt gaan. Had u een veld geselecteerd, dan wordt rechter bovenhoek van het veld ‘omgevouwen’ zodra u op [Enter] heeft gedrukt of op OK heeft geklikt. Bovendien vult de Vocabulary Maker dan automatisch twee veldjes in op de nieuwe pagina. Het vakje linksboven verwijst naar de vorige pagina. Het vakje rechts daarnaast bevat hetzelfde symbool (of dezelfde geïmporteerde afbeelding, of tekst) als het vakje waaraan u de pagina heeft toegevoegd. Dit vakje kunt u zonder problemen leeg maken als u dat wilt. U kunt nu de pagina verder gaan invullen. Via het groene veldje linksboven komt u zoals altijd terug op de vorige pagina. Belangrijk! Wanneer u het Paginabeheer gebruikt om een nieuwe pagina te maken, vergeet dan niet om na het sluiten van dit dialoog ten minste twee links te maken: één naar de nieuwe pagina vanaf een andere pagina in de kaart en één van de nieuwe pagina naar een van de andere pagina's in de kaart. Het type en de opmaak van elke nieuwe pagina – het kleurgebruik, aantal velden etc. – kunt u gemakkelijk wijzigen; zie hoofdstuk 6.1. Het is handig om dit te doen voordat u de pagina verder invult.
Pagina 19
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
5.2 Een apart opgeslagen pagina of Paper Chart Maker kaart toevoegen Apart opgeslagen pagina’s kunt u invoegen in een vocabulaire. De pagina kan afkomstig zijn uit een Personal Communicator kaart. Het kan ook een kaart zijn die vanuit de Paper Chart Maker is geëxporteerd. Hoe gaat dat, een losse pagina of kaart aan het vocabulaire toevoegen? Open het Paginabeheer (Opties – Paginabeheer, in het menu) en klik op de knop Maak nieuwe pagina van sjabloon. Selecteer een bestand met de juiste extensie (.VCP). Het programma doet een voorstel voor een paginanaam; in dit geval is dat de bestandsnaam zonder de extensie. Wijzig die naam eventueel en klik op OK. De toegevoegde pagina wordt eigenlijk gekopieerd in het vocabulaire. Het vocabulaire en het bestandje waar de pagina in stond, staan los van elkaar. Wijzigingen op deze pagina in het vocabulaire hebben dus geen invloed op het bestand waar de pagina in staat, en wijzigingen in dat bestand hebben ook geen invloed op de ingevoegde pagina. Vergeet niet om na het sluiten van het dialoog Paginabeheer ten minste twee links te maken: één naar de ingevoegde pagina vanaf een andere en één van de ingevoegde pagina naar een van de andere pagina's in het vocabulaire. Let op: - Vanuit de Paper Chart Maker wordt alleen de visuele inhoud van de velden opgeslagen. Symbolen, plaatjes, foto’s en teksten en eventueel het kleurgebruik worden overgenomen in het vocabulaire. De overige informatie die vanuit Paper Chart Maker bij een kaart wordt opgeslagen (zoals de maatvoering van de kaart) wordt genegeerd. - Aan een Paper Chart Maker kaart voegt de Vocabulary Maker altijd automatisch een extra rij toe, bovenaan. In het veld linksboven wordt een link naar de “vorige pagina” geplaatst.
5.3
Een pagina hernoemen
De naam van een pagina veranderen kan op twee manieren. 1. Via de Pagina-instellingen. Ga naar Opties – Pagina-instellingen. Ga naar het tabblad Pagina. Onder Naam kunt u de nieuwe naam van de pagina typen. 2. Via het dialoog Paginabeheer; kies Opties – Paginabeheer in het menu. Selecteer de pagina die u wilt hernoemen en klik op de knop Hernoem pagina. Geef de nieuwe naam. De nieuwe naam moet uniek zijn in de kaart.
5.4
Een pagina verwijderen
Een pagina verwijderen kan op twee manieren. 1. Klik op een vakje dat verwijst naar de pagina die u wilt verwijderen. Kies daarna Bewerken – Verwijder pagina… uit het menu. U krijgt de vraag of u deze pagina wilt verwijderen; klik op OK of druk op [Enter]. 2. Kies Opties – Paginabeheer, in het menu; selecteer de pagina die u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen. Als u een pagina verwijdert, worden ook alle links (verwijzingen) naar deze pagina verwijderd.
© 2011 Handicom
Pagina 20
Handleiding
5.5
SfW Vocabulary Maker
2011
Een pagina exporteren
Alleen via het Paginabeheer kunt u pagina’s uit het vocabulaire exporteren als vocabulaire-sjabloonbestand, met de extensie .vcp. Geëxporteerde pagina’s zijn opnieuw te gebruiken in de Vocabulary Maker en de Personal Communicator. Open het Paginabeheer (Opties– Paginabeheer in het menu). Selecteer de pagina die u in een apart bestand wilt opslaan. Klik op de knop Pagina opslaan als sjabloon. Het programma stelt een bestandsnaam (de paginanaam plus de extensie, .VCP) en een directory voor. U kunt de bestandsnaam en de directory wijzigen, maar de extensie moet u ongewijzigd laten. Klik op OK.
5.6
Een link toevoegen
Een link is een verwijzing naar een andere pagina vanaf een bepaald veld. Als u een pagina toevoegt, voegt u eigenlijk ook meteen een link toe aan een vakje. In plaats van naar een nieuwe pagina, kunt u een vakje ook laten verwijzen naar een reeds bestaande pagina. Dit kan op twee manieren. 1. Via het menu Ga naar het vakje dat moet verwijzen naar de nieuwe pagina. Dit vakje mag eventueel leeg zijn, maar het mag niet al een verwijzing naar een andere pagina bevatten. Voeg nu de link toe: • klik op de knop Link toevoegen in de werkbalk’ of • kies Bewerken – Link toevoegen (of rechtsklik op het veld en kies Link toevoegen uit het pop up menu). U krijgt nu een lijst te zien van alle pagina’s die er zijn in het vocabulaire. Kies een pagina uit de lijst en klik op OK of druk op [Enter]. Zodra u dit gedaan heeft wordt de rechter bovenhoek van het veld ‘omgevouwen’. Als het leeg was, wordt het bovendien gevuld met het eerste symbool dat op de pagina staat waar het vakje naar verwijst. 2. Via het dialoog Veldinstellingen Ga naar het vakje dat moet verwijzen naar de nieuwe pagina. Dit vakje mag eventueel leeg zijn, maar het mag niet al een verwijzing naar een andere pagina bevatten. Kies nu Opties – Veldinstellingen en ga naar het tabblad Links. Kies de juiste linksoort. De standaard linksoort is ‘Ga naar pagina…’. Als u deze linksoort kiest moet u vervolgens op het kleine pijltje onder ‘Link naar pagina’ klikken en de juiste pagina kiezen uit de lijst. Klik daarna op OK of druk op [Enter].
5.7
Soorten Links
Op het tabblad Link in het dialoog Veldeigenschappen kunt u een Linktype kiezen. Er zijn verschillende soorten links: • Ga naar pagina – dit is een verwijzing naar een andere, vooraf aangewezen pagina. Dit is het standaard type. • Ga naar de startpagina – deze link brengt de gebruiker naar de startpagina. • Ga naar de vorige pagina – deze soort link brengt de gebruiker terug naar de pagina waar hij vandaan kwam. Om dit mogelijk te maken houdt het programma bij welke pagina's de gebruiker bezoekt. • Blijf in het geselecteerde veld – het veld verwijst naar zichzelf. Dit is een handig linktype voor velden die meestal een paar keer achter elkaar geselecteerd worden, bijv. velden die als volumeknoppen fungeren. • Schakel om naar Concept browser – als de gebruiker deze link volgt wordt vervolgens de COMPIC database getoond (concepten ingedeeld volgens de Symbol for Windows categoriestructuur). Wilt u standaard een andere database laten zien, of wilt u de instellingen wijzigen van bijvoorbeeld het aantal rijen en kolommen, dan moet u dit doen via een andere applicatie (Document Maker of Personal Communicator).
Pagina 21
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
• Schakel om naar Folder explorer – als de gebruiker deze link volgt worden bestanden op de computer getoond. De instellingen, bijvoorbeeld het aantal rijen en kolommen, kunt u alleen wijzigen via een andere applicatie (Document Maker of Personal Communicator). • Schakel om naar Sound player – toon geluidsbestanden op de computer met een speel- en stop-knop. De instellingen, bijvoorbeeld het aantal rijen en kolommen, kunt u alleen wijzigen via een andere applicatie (Document Maker of Personal Communicator).
5.8
Een link verwijderen
U kunt een link naar een andere pagina verwijderen, zonder dat u de pagina zelf daarmee verwijdert. Dit kan op twee manieren. 1. Via het menu Ga naar het vakje met de verwijzing naar een andere pagina en • klik op de knop ‘Link verwijderen’ in de werkbalk’ of • kies Bewerken – Verwijder Link, in het menu. 2. Via het dialoog Veldinstellingen Ga naar het vakje met de verwijzing naar een andere pagina en kies daarna Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Links en klik op Geen link. De link wordt verwijderd, maar de pagina waarnaar het veld verwees, blijft bestaan!
5.9 Extra optie voor links: voeg inhoud toe aan document, kaart of leesregel Een vocabulaire wordt gemaakt voor gebruik in andere Symbol for Windows programma’s (bijvoorbeeld in de Paper Chart Maker, Personal Communicator en Document Maker). Wanneer de gebruiker op een veld klikt dat naar een andere pagina verwijst, wordt de andere pagina getoond. Standaard wordt de inhoud van zo’n veld niet toegevoegd aan het document, de kaart of de leesregel. Maar dit kunt u veranderen. Rechts-klik op het veld dat naar een andere pagina verwijst en kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Link en vink op die tab de optie Voeg inhoud toe aan uitvoer aan. Als deze optie is aangevinkt, werkt het veld niet alleen als link. Wanneer de gebruiker nu in een ander programma het veld selecteert, wordt de andere pagina getoond en wordt de inhoud van dat veld aan het document, de kaart of de leesregel toegevoegd.
© 2011 Handicom
Pagina 22
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
6.
Opmaak en type van pagina’s en velden wijzigen
6.1
Een ander type pagina instellen
U kunt per pagina het type van de pagina wijzigen. Kies Opties – Paginainstellingen. Onderaan kunt u opgeven van welk type de pagina is. Zie voor uitleg over de mogelijke typen hoofdstuk 3.1, Type pagina’s.
6.2
Een pagina een eigen opmaak geven
U kunt per pagina de opmaak wijzigen. Kies Opties – Pagina-instellingen.
6.2.1 Pagina-instellingen Op het tabblad Pagina kunt u het aantal vakjes, de pagina-kleur, de link-kleur, de randkleur, de randdikte en de tussenruimte wijzigen. Zie voor uitleg over de instellingen voor de layout van de pagina, hoofdstuk 3.2, Standaard opmaak voor pagina’s.
6.2.2 Instellingen voor alle velden op een pagina Op het tabblad Veld kunt u de kleuren, labelinstellingen en grafische instellingen wijzigen voor alle velden op de pagina. Wat deze instellingen precies inhouden kunt u lezen in hoofdstuk 3.3, Standaard opmaak voor velden.
6.3
Een veld een eigen opmaak geven
Ten slotte kunt u elk veld op elke pagina een opmaak geven die afwijkt van de standaard instellingen (zie hoofdstuk 3.3, Standaard opmaak voor velden) en van de pagina-instellingen (zie 3.2, Standaard opmaak voor pagina’s).
6.3.1 Veldkleur Vocabulary Maker biedt de keuze uit een kleurenpalet van 64 kleuren. Daarvan kunnen er 16 door de gebruiker zelf worden gekozen (zie paragraaf 1.3.2, Aangepaste kleuren instellen). U kunt de achtergrond van elk veld een van deze 64 kleuren geven, via het menu of via de Kleurenbalk. Via de Kleurenbalk Zorg er allereerst voor dat de Kleurenbalk zichtbaar is. Als dat niet zo is, druk dan op de knop Kleur in de werkbalk of kies Beeld - Kleurenbalk in het menu. Activeer nu een kleur door op een kleur te klikken. De actieve kleur wordt gemarkeerd met een kruisje. Als u nu op een veld op de kaart klikt, dan verandert of de rand, of de achtergrond van dat veld in de actieve kleur. Als u nieuwe symbolen op de kaart zet, en u heeft een kleur geactiveerd, dan neemt het veld waarin u een symbool plaatst, automatisch de actieve kleur aan. Om de kleur te deactiveren klikt u nogmaals op die kleur in de Kleurbalk, of op een andere kleur. Bent u klaar met het kleuren van de velden, dan kunt u het beste de Kleurbalk verbergen, of de actieve kleur deactiveren (zorg dat er nergens een kruisje staat in de Kleurbalk). Doet u dat niet, dan krijgt een veld de actieve kleur, zodra u erop klikt of een symbool plaatst. Via de werkbalk Klik op het kleine pijltje rechts naast de werkbalkknop voor de kleurkeuze. Onder de knop verschijnt een rechthoekje met daarin dezelfde kleuren als in de Kleurenbalk. Pagina 23
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Wanneer u een kleur heeft gekozen wordt die kleur toegepast op de achtergrond van het geselecteerde veld; het kleurenpalet verdwijnt. Opmerkingen: • Geïmporteerde symbolen kunnen wel eens hun eigen achtergrondkleur hebben. Het zou zo kunnen zijn dat u die niet kunt wijzigen. Bitmaps (.BMP bestanden) hebben altijd hun eigen achtergrondkleur. • Bliss symbolen en tekst zijn op papier altijd zwart of wit, afhankelijk van welke kleur het beste contrast geeft met de achtergrondkleur.
6.3.2 Labelinstellingen Selecteer het veld en kies Opties – Veldinstellingen, uit het menu (of Veldinstellingen uit het pop-up menu). Ga naar het tabblad Veld. U kunt hier de labelinstellingen wijzigen: Plaats: U kunt de labels weglaten of ervoor kiezen om ze boven- of onderin het vakje te plaatsen. Schaling: U kunt de labels laten verkleinen als ze te lang zijn voor het vakje. Lettertype: U kunt een ander lettertype en grootte kiezen voor het label. Taal U kunt de taal wijzigen waarin de (automatisch gegenereerde) labels worden weergegeven. Kies Opties – Taal en selecteer een taal.
6.3.3 Grafische instellingen Selecteer het veld en kies Opties – Veldinstellingen, uit het menu (of Veldinstellingen uit het pop-up menu). Ga naar het tabblad Veld. U kunt hier de grafische instellingen wijzigen: Schaling: De in het vakje geplaatste symbolen kunnen hun eigen verhoudingen behouden, of automatisch worden opgerekt zodat er geen witruimte in het vakje is. Lettertype: U kunt een ander lettertype en grootte kiezen voor tekst die in de plaats van een symbool komt.
© 2011 Handicom
Pagina 24
Handleiding
7.
SfW Vocabulary Maker
2011
Commando’s toevoegen aan velden en pagina’s
Sommige Symbol for Windows programma’s kunnen commando’s uitvoeren wanneer de gebruiker een veld in het Vocabulaire selecteert (Document Maker, Personal Communicator) of wanneer de gebruiker een pagina binnenkomt of verlaat (Personal Communicator). Commando’s die het programma niet begrijpt, zal het negeren.
7.1
Commando’s linken aan velden en pagina’s
Om commando’s toe te voegen aan een pagina moet u naar de pagina gaan en dan Opties – Pagina-instellingen kiezen. Ga naar het tabblad Commando’s. Wilt u commando’s aan een veld koppelen, • Rechtsklik op het veld en kies Veldinstellingen uit het pop-up menu, of • Selecteer het veld en kies Opties – Veldinstellingen. Ga naar het tabblad Commando’s. Klik op de knop Bewerken. Er verschijnt een dialoog waarin u commando’s kunt kiezen uit het geopende commando-bestand. Als er geen Commando-bestand is geopend, moet u er eerst één openen: klik op de Laad knop en selecteer een commando-bestand (met de extensie .cmds). Opmerking: Het Commando-bestand hoeft niet aanwezig te zijn op de computer van de eindgebruiker. Wanneer u eenmaal de commando’s heeft geselecteerd en op OK heeft geklikt, worden de commando’s gekopieerd naar het veld of naar de pagina. Het bestand waarin de commando’s staan (het .cmds bestand) is dan niet langer nodig.
7.2
Commando-bestanden
Commando-bestanden worden gemaakt met de Command Editor. De volgende Commando-bestanden worden altijd meegeleverd met Symbol for Windows: -
Voor de Document Maker: DMcmds.cmds; ook de commando’s in Scanning.cmds, Speaker.cmds, Feedback.cmds en Speaktime.cmds kunnen in de Document Maker gebruikt worden.
-
Voor de Personal Communicator (Light versie): Democmds.cmds, SentenceBar.cmds, Speaker.cmds, Feedback.cmds, Speaktime.cmds, Scanning.cmds.
-
De commando’s in de volgende Commando-bestanden kunnen alleen gebruikt worden in de Standaard versie (dus de volledige versie) van de Personal Communicator: Local_keyboard.cmds, Local_mouse.cmds, Serialkeys_keyb.cmds, Serialkeys_mouse.cmds, VirtualKeyboard.cmds, en alle Commando-bestanden waarvan de naam begint met Gewa_.
De bestanden zijn standaard te vinden in de directory c:\program files\handicom\symforwin\support.
7.3
Details over commando’s
Enkele commando’s behoeven wat uitleg. Hieronder staat die uitleg, per groep commando’s:
Pagina 25
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Applicatie Delay1000 betekent: wacht een seconde. Een seconde is 1000 milliseconden. Delay500 betekent dus: wacht een halve seconde; enzovoorts. Met de Command Editor kunnen andere versies van dit commando gemaakt worden om het programma langer of korter te laten wachten (de tijd wordt altijd in milliseconden gegeven). Go to Page 1: met de Command Editor kunnen varianten op dit commando worden gemaakt, die refereren naar andere pagina’s. SfW Switch to… (Document Maker, Personal Communicator): Met de Command Editor kunnen varianten op dit commando worden gemaakt, om naar andere Symbol for Windows programma’s te schakelen. System ShutdownSystem en PowerOffSystem kunt u allebei gebruiken om Windows af te sluiten. Wanneer ShutdownSystem wordt gebruikt, moet de gebruiker nog wel de Aan/Uit-knop van de computer indrukken. Wanneer PowerOffSystem gebruikt wordt, moet de optie “Reboot after power loss” in de BIOS uit staan, anders herstart de computer direct! Sentence Bar Print all Sentence Bar lines: print alle regels uit het geheugen van de Leesregel plus de regel die op het scherm staat Save: Sla de inhoud van de Leesregel op in een te selecteren veld op de kaart Scroll Down: ga naar de volgende regel in het geheugen van de Leesregel Scroll Up: ga naar de vorige regel in het geheugen van de Leesregel.
© 2011 Handicom
Pagina 26
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
8. Gebruikersvocabulaires verwijderen, hernoemen, kopiëren en printen De gebruikersvocabulaires kunt u beheren via de Windows Verkenner. Start dus eerst de Windows Verkenner; dat kan bijvoorbeeld door tegelijk de Windows toets en de ‘e’ in te drukken, of door met de rechter muisknop te klikken op het icoontje Mijn computer (op het bureaublad) en Verkennen… te kiezen uit het lijstje dat dan verschijnt. Ga daarna naar de Symbol for Windows directory in uw computer (standaard is dit c:\program files\handicom\symforwin). U zult zien dat daar een subdirectory (of ‘map’) Users is. In die subdirectory staan bestanden met de extensie .mnu. Dit zijn vocabulaires.
8.1
Een vocabulaire verwijderen
Stel: u bent therapeut van Bart. Bart verhuist en u heeft voortaan zijn gebruikersvocabulaire niet meer nodig. Hoe verwijdert u dit vocabulaire? Volg de algemene procedure (zie de inleiding op dit hoofdstuk). Klik in de subdirectory Users op het gebruikersvocabulaire dat u wilt verwijderen; kies daarna Bestand – Verwijderen uit het menu of druk op de [Delete] toets.
8.2
Een vocabulaire hernoemen
Een typfout, even wat onduidelijkheid of het nu Marian of Marjan is, en het gebruikersvocabulaire dat u heeft aangemaakt draagt een verkeerde naam. U verandert een gebruikersnaam als volgt: Volg de algemene procedure (zie de inleiding op dit hoofdstuk). Klik in de subdirectory Users op het vocabulaire waarvan u de naam wilt wijzigen. Kies daarna Bestand – Hernoemen of druk op F2. Typ de gewenste naam en druk op [Enter]. De oude naam wordt nu vervangen door de nieuwe. Let op: de extensie (.mnu) moet hetzelfde blijven!
8.3
Een vocabulaire kopiëren
Het kan voorkomen dat u een vocabulaire wilt maken dat sterk op een ander vocabulaire lijkt of dat precies hetzelfde is. U kunt het bestaande vocabulaire openen en opslaan onder een andere naam (zie hoofdstuk 2.1, Een vocabulaire aanmaken). Maar u kunt ook het bestaande vocabulaire kopiëren: Volg de algemene procedure (zie de inleiding op dit hoofdstuk). Klik vervolgens op het vocabulaire dat u wilt kopiëren. Kies Bewerken – Kopiëren en daarna Bewerken – Plakken. Er komt nu een kopie van het vocabulaire in dezelfde directory te staan. Geef de kopie de naam van de gebruiker voor wie u de kopie wilt gebruiken. Let op dat de extensie hetzelfde blijft (.mnu). Daarna kunt u het vocabulaire met de nieuwe naam in de Vocabulary Maker openen en eventuele wijzigingen doorvoeren.
8.4
Een vocabulaire afdrukken
U kunt een vocabulaire geheel of gedeeltelijk uitprinten. Kies Bestand – Afdrukken. U kunt nu kiezen of u alleen de huidige pagina, of de huidige pagina met de onderliggende pagina’s, of het hele vocabulaire uit wilt printen. Vervolgens kunt u kiezen tussen 3 stijlen met 1, 2 of 3 pagina’s per vel. Eventueel kunt u de printerinstellingen aanpassen voor u op OK drukt, via de knop Printerinstellingen. Dit kan ook via Bestand – Printerinstellingen.
Pagina 27
© 2011 Handicom
Handleiding
9.
SfW Vocabulary Maker
2011
Bijlage: werkbalkknoppen
De functie van de verschillende knoppen in de werkbalk is als volgt: Nieuw vocabulaire. Begin met het maken van een nieuw gebruikersvocabulaire. Vocabulaire openen. Open een bestaand gebruikersvocabulaire. Vocabulaire opslaan. Opslaan van het huidige vocabulaire onder dezelfde naam. Knippen. Verwijder de veldinhoud en plaats deze op het klembord. Kopiëren. Kopieer de veldinhoud naar het klembord. Plakken. Plak de veldinhoud vanaf het klembord in het gebruikersvocabulaire, in het geselecteerde vakje. Verwijderen. Verwijder de veldinhoud. Zoeken. Opent het zoek-dialoogvenster. Volgende zoeken. Deze knop is alleen te gebruiken wanneer de zoekactie meer dan één symbool oplevert, om naar het volgende symbool te gaan. Vorige zoeken. Ga naar het vorige gevonden symbool. Selecteer symbool. Selecteer een symbool om dit in het veld te plaatsen. Importeer afbeelding. Selecteer een plaatjesbestand om dit in het veld te plaatsen. Bewerk tekst. Typ tekst in het veld. Kleur. Kies een achtergrondkleur voor het veld.
© 2011 Handicom
Pagina 28
Handleiding
10.
SfW Vocabulary Maker
2011
Bijlage: menu-functies
Een overzicht van de functies in het menu: Nieuw: Maak een nieuw vocabulaire. Openen…: Open een bestaand vocabulaire. Heropen...: heropen een recent geopend vocabulaire. Opslaan: Sla het huidige vocabulaire op onder dezelfde naam. Opslaan als…: sla het huidige vocabulaire op onder een andere naam. Het vocabulaire onder de oude naam blijft bestaan. Printerinstellingen...: wijzig de instellingen van de printer. Afdrukken...: druk het huidige vocabulaire af. Einde: sluit het programma af. Knippen: Knipt een symbool en plaatst het op het klembord. Kopiëren: Kopieert een in het basisvocabulaire geselecteerd symbool naar het klembord. Plakken: Plakt het symbool vanaf het klembord in het gebruikersvocabulaire, in het geselecteerde vakje. Verwijderen: Verwijdert het geselecteerde symbool uit het gebruikersvocabulaire. Selecteer symbool: Voor het plaatsen van een symbool uit een database. Importeer afbeelding...: Voor het importeren van een losse afbeelding of foto. Wijzig tekstblok: Voor het invoegen van tekst in plaats van een symbool. Label: Voor het wijzigen van het opschrift. Pagina toevoegen: Voeg een nieuwe pagina toe aan het gebruikersvocabulaire. Het geselecteerde vakje wordt de link naar de nieuwe pagina. Pagina verwijderen: Verwijder de pagina waar het geselecteerde vakje naar verwijst. Link toevoegen…: Maak van het geselecteerde vakje een link naar een andere pagina. Link verwijderen: Verwijder van het geselecteerde vakje de link naar een andere pagina. Zoeken: Opent het zoek-dialoogvenster. Zoek volgende: Deze knop is alleen te gebruiken wanneer de zoekactie meer dan één symbool oplevert. Het volgende symbool met dezelfde betekenis wordt getoond. Zoek vorige: ga naar het vorige gevonden symbool Ga naar pagina…: Kies een pagina om naartoe te gaan in het vocabulaire of in het bronvocabulaire (afhankelijk van waar de cursor staat).
Pagina 29
© 2011 Handicom
Handleiding
SfW Vocabulary Maker
2011
Laad Bronvocabulaire: Open een vocabulaire om daaruit te kopiëren. Weergeven: Toon in het venster van het bronvoculaire een gebruikersvocabulaire, een map op de computer, of één symbooldatabase (conceptbrowser). Instellingen: wijzig de instellingen waarmee het venster van het bronvocabulaire mappen op de computer, of symbooldatabases weergeeft. Cursor…: verander het uiterlijk van de cursor. Typen: wanneer u begint te typen, krijgt u naar keuze standaard het symbool-selectiedialoog, of tekst. Kleurinstellingen...: voeg kleuren toe. Kleurenbalk...: wijzig de instellingen voor de kleurenbalk. Taal...: wijzig de taal die gebruikt wordt voor standaard labels bij symbolen en voor het symboolselectiedialoog. Standaard instellingen…: kies de instellingen (kleuren, aantal vakjes e.d.) voor alle pagina’s en alle velden in het hele vocabulaire. Pagina-instellingen…: kies de instellingen (kleuren, aantal vakjes e.d.) voor de huidige pagina. Veldinstellingen…: kies de instellingen (kleur, inhoud e.d.) voor het geselecteerde veld. Vertaal vocabulaire...: vertaal alle symbolen in de kaart van één symbooltaal naar een andere symbooltaal. Bouw Basisvocabulaire…: Maak een vocabulaire op basis van een (met de Image Manager) zelfgemaakte database. Vertaal BfW vocabulaire...: zet een met Bliss voor Windows gemaakt voculaire om naar een Symbol for Windows vocabulaire. Handleiding opent de handleiding van het programma in Word. Info...: Toont de naam van het programma, de versie en uw licentienummer.
© 2011 Handicom
Pagina 30