HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015
Fysieke leefomgeving en veiligheid
1
Vastgesteld bij collegebesluit van dinsdag 16 december 2014 2
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
Inhoud 1. Inleiding
2. Actuele ontwikkelingen
2.1 Communicatie 2.2 Brand Kelders/wonen boven winkels 2.3 Toezicht bij coffeeshops
3. Integrale samenwerking
1.1 1.2 1.3
Aanleiding en doel Verhouding tot de Kadernota Handhaving Leeswijzer
3.1 Samenwerking rond evenementen 3.2 Samenwerking rond prostitutiebedrijven 3.3 Toezichtsmodel binnenstad
4. Uitvoering per handhavingsdomein 4.1 4.2 4.3 4.4
Naleefgedrag Koppeling budget Prioritering – risicoanalyse Meldingen en handhavingsverzoeken
5. Wabo-domeinen 5.1 5.2 5.3 5.4
Bouw Brandveiligheid Inrichtinggebonden milieu Bodem
6. Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 6.1 6.2 6.3
Fysieke openbare ruimte Bijzondere wetten Veiligheid
5
5 5 5
6
6 6 6
7
7 8 8
9
9 9 9 9
10
10 11 13 15
17
17 19 22
BIJLAGE 1: Beschikbare handhavingscapaciteit per handhavingsdomein 24
3
4
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Het Handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna: HUP) komt voort uit de Kadernota Handhaving, Fysieke leefomgeving en veiligheid (hierna: Kadernota). De Kadernota is op 31 maart 2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) is het verplicht te beschikken over een afgestemd handhavingsbeleid (Kadernota) en een jaarlijks vastgesteld uitvoeringsprogramma (HUP) en jaarverslag.
1.2 Verhouding tot de Kadernota Handhaving Leeuwarden heeft gekozen voor programmatisch handhaven. Hierin wordt beleidsvaststelling gevolgd door uitvoering. De uitvoering wordt steeds gevolgd, geëvalueerd en bijgesteld. Deze fasen maken deel uit van een zich herhalend, cyclisch proces. De verschillende stappen staan in onderstaande figuur.
Bij herziening van de Kadernota is sterk gestuurd op efficiëntie en terugdringen van het aantal beleidsstukken. Direct gevolg daarvan is de samenvoeging van de HUP’s Wabo en Bodem en Bijzondere wetten, Fysieke openbare ruimte en Veiligheid, tot één integraal uitvoeringsprogramma. Een ander direct gevolg van de Kadernota is per handhavingsdomein het jaarlijks beoordelen van de gestelde risico’s op actualiteit. Dit omdat de kijk op risico’s in de loop van de jaren kan veranderen. Daarmee kan beter ingespeeld worden op onverwachte ontwikkelingen en politieke speerpunten. Het HUP gaat over de uitvoering van toezicht en handhaving op het gebied van: Bouw, Brandveiligheid, Inrichtinggebonden milieu, Bodem, Bijzondere wetten, Fysiek openbare ruimte en Veiligheid. Onder deze handhavingsdomeinen valt een breed scala aan landelijke en gemeentelijke regelgeving zoals de Woningwet, Wet ruimtelijke ordening, Wet milieubeheer, Wet bodembescherming, Algemeen Plaatselijke Verordening (APV), Parkeerverordening, Drank- en horecawet en Prostitutiebeleid.
Fig. 1 Programmatisch handhaven
In de bovenste lus wordt het handhavingsbeleid geformuleerd. De laatste stap in de beleidslus wordt gevormd door het HUP. Het HUP is een sturingsdocument dat jaarlijks wordt vastgesteld. In het HUP wordt aangegeven op welke onderwerpen de handhaving zich richt, welke handhavingsdoelen worden beoogd, welke aanpak daarbij is gekozen en welke menskracht de uitvoering van deze aanpak vraagt. De onderste lus is de uitvoeringslus. Hierin staat de feitelijke handhaving in de praktijk centraal. Via monitoring en effectmetingen worden gegevens verzameld die op hun beurt de input vormen voor de volgende jaarcyclus.
1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat een omschrijving van actuele ontwikkelingen, gevolgd door hoofdstuk 3 integrale samenwerking. Hoofdstuk 4 bevat een nadere toelichting op de uitvoering per domein. In de hoofdstukken 5 en 6 worden de domeinen verder uitgewerkt. Door de verschillende (wettelijke) achtergronden zijn de uitwerkingen per domein verschillend. Doelstelling bij elk domein is echter hetzelfde, namelijk inzicht te verschaffen in de werkzaamheden voor 2015. Tot slot is in de bijlage een nadere toelichting gegeven op beschikbare uren.
Hoofdstuk 1: Inleiding 5
2. Actuele ontwikkelingen Dit hoofdstuk gaat in op een aantal actuele ontwikkelingen die van belang zijn voor 2015. Daarbij wordt stilgestaan bij communicatie, de brand Kelders / wonen boven winkels en het toezicht bij coffeeshops.
2.1 Communicatie Voor 2015 is één van de speerpunten structureel aandacht te blijven besteden aan communicatie met de burger en/ of bedrijven over toezicht en handhaving. In dit kader heeft Stadstoezicht al in 2013 een eigen twitteraccount gekregen (@Toezicht_Lwd) met inmiddels bijna 1.000 volgers. Via twitter worden onder meer (handhavings-)acties aangekondigd en de resultaten daarvan gepresenteerd. Naast de hoofdzakelijk aanbod-gerichte informatie die verspreid wordt via twitter en de webpagina, wordt ook vraag-gerichte informatie verzonden aan bijvoorbeeld wijkpanels, wijkverenigingen en melders. Op basis van wensen, klachten en meldingen voert Stadstoezicht controles en toezicht uit, waarbij zo nodig handhavend wordt opgetreden. Ook bij de andere handhavingsdomeinen is communicatie een belangrijk speerpunt. In 2015 gaan we bekijken hoe we de informatie over het doen van meldingen op de website kunnen verbeteren. Dit geldt voor o.a. meldingen over geluid bij evenementen. In alle gevallen wordt indien nodig samenwerking gezocht met de afdeling Communicatie.
Hoofdstuk 2: Actuele ontwikkelingen 6
2.2 Brand Kelders/wonen boven winkels Naar aanleiding van de brand op de Kelders is een extra budget van € 150.000,00 beschikbaar gesteld. Om de doelgroep bewust te maken van brandveiligheid en de daarbij behorende regelgeving zullen we voorlichting geven middels brieven en een informatiebijeenkomst organiseren. Daarnaast zullen we steekproefsgewijs 10 bouwwerken controleren. Doel hiervan is om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de brandveiligheid bij deze woonfuncties. Op basis van de uitkomsten van de steekproeven zullen we onze prioritering de komende jaren mogelijk aanpassen en een keuze maken uit welke instrumenten we hierbij willen inzetten.
2.3 Toezicht bij coffeeshops Per 2015 wordt het toezicht op coffeeshops uitgebreid. Voorheen controleerde politie Noord Nederland, district Fryslân, samen met de Belastingdienst de coffeeshops. Vanaf 2015 voegen de handhavers van de gemeente zich bij dit team. De gemeente gaat de vergunningsvoorwaarden van de exploitatievergunning controleren. De politie controleert de naleving van de gedoogvoorwaarden (geen affichering; geen harddrugs; geen overlast; geen verkoop aan jeugdigen onder de 18 jaar, hoeveelheden per transactie kleiner dan 5 gram) en de Belastingdienst blijft de aanwezige administratie controleren.
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
3. Integrale samenwerking Bepaalde onderdelen van handhaving kunnen doelmatig en effectief worden uitgevoerd door taken onder te brengen binnen een cluster van enkele medewerkers. Samenwerking vindt dan ook plaats op tal van onderwerpen (zoals aanpak ernstige vervuilde woningen) en bij tal van gelegenheden (zoals een milieuproject op provinciaal niveau). Daarnaast bestaan er structurele samenwerkingsprojecten zoals het Toezichtsmodel binnenstad, zie paragraaf 3.3. Daar waar mogelijk ondersteunen toezichthouders elkaar en voeren gezamenlijk een controle uit en/of vervullen oog- en oorfunctie voor elkaar. Dit om de toezichtlast voor bedrijven / burgers te verminderen en een eenduidige communicatie richting betrokkenen na te streven. Bij samenwerkingsverbanden brengt elk domein haar eigen specialisme in. Via het Coördinatieteam Handhaving worden bijvoorbeeld diverse handhavingscasussen multidisciplinair besproken en aangepakt. Onderstaand een aantal voorbeelden van samenwerkingsverbanden / -projecten, die in 2015 zullen plaatsvinden of hun doorloop in dat jaar hebben.
3.1 Samenwerking rond evenementen In de gemeente worden veel evenementen georganiseerd, variërend van relatief kleine wijkactiviteiten tot grote evenementen met landelijke uitstraling en (tien-) duizenden bezoekers. Om deze evenementen zo goed mogelijk te laten verlopen, is in 2013 begonnen met de invoering van integrale samenwerking. Deze werkwijze is in 2014 besproken en aangescherpt en wordt ook in 2015 voortgezet. Vooral de grotere evenementen vergen veel inzet van de betrokken sectoren Juridische en Veiligheidszaken, Grond Economie en Vastgoed, Vergunningen & Leefomgeving,
Bouwen Wonen en Milieu en Wijkzaken (Stadstoezicht). Voorafgaand aan het plaatsvinden van het evenement vindt de voorschouw plaats, wordt de opbouw gecontroleerd en toezicht gehouden op de naleving van de verleende vergunningen en ontheffingen. Tijdens het evenement kunnen onder meer geluidsmetingen plaatsvinden, worden aankomende en vertrekkende publieksstromen nauwlettend gemonitord en vindt controle plaats of minderjarigen alcoholhoudende drank verstrekt krijgen of drinken. Tijdens het evenement vindt bovendien toezicht buiten het evenemententerrein plaats. Er wordt gecontroleerd of het evenement tijdig stopt, of de afbouw volgens plan verloopt en tijdens de naschouw wordt gekeken of er beschadigingen aan het terrein zijn en of zwerfafval achterblijft. Deze grote inzet voor, tijdens en na evenementen vraagt om overleg, afstemming en samenwerking. Het zijn overigens niet alleen gemeentelijke sectoren die betrokken zijn bij het toezicht en handhaving bij evenementen. Er wordt nauw samengewerkt met politie, GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio), brandweer, beveiligingsinstanties en de evenementenorganisatie. Eén en ander komt samen in het evenementenoverleg voorafgaand en na afloop van het evenement. Tijdens het evenement zijn vertegenwoordigers van de betrokken organisaties vertegenwoordigd in een Veiligheidsteam. Daarbij kan gedacht worden aan medewerkers van Juridische en veiligheidszaken (openbare
Evenement op het Wilhelminaplein
Hoofdstuk 3: Integrale samenwerking 7
orde en veiligheid), bouwtoezicht (constructie podia), inrichting gebonden milieutoezicht (geluidsaspecten), handhavers van Stadstoezicht, politie en de evenementencoördinator. Bevindingen worden in dit team besproken en vervolgens wordt eventuele inzet, ingrijpen en/of handhavingsactie bepaald. Afhankelijk van de constateringen wordt handhavend opgetreden door de betrokken sectoren voor zover het de eigen handhavingsdomeinen betreft. Om duidelijkheid te verschaffen aan de evenementenorganisatie over het verloop van het evenement, wordt na afloop van het evenement een integrale brief verzonden waarin de bevindingen van de verschillende deelnemende partijen wordt meegenomen. In aanloop naar Culturele Hoofdstad 2018 is de verwachting dat het aantal evenementen de komende jaren toeneemt. Dit vraagt om een professionele en daadkrachtige organisatie. Dit groeiende aantal evenementen zal gevolgen hebben voor de nodige inzet van gemeentelijke handhavers (Stadstoezicht, handhavers op het gebied van constructie podia en geluid) en de capaciteit die daarbij hoort. Hier zullen we de komende jaren op moeten sturen/anticiperen. Eén van de mogelijkheden die in dit kader in 2015 wordt onderzocht is de mogelijkheid voor het technisch gerichter sturen van geluid en het werken met een meetsysteem dat continue het geluidsniveau meet. Een dergelijk systeem zou een stap in een modernere manier van toezichthouden zijn. In paragraaf 5.3 staat hierover meer bij het onderdeel geluid.
Hoofdstuk 3: Integrale samenwerking 8
3.2 Samenwerking rond prostitutiebedrijven De controles bij de prostitutiebedrijven zijn gericht op het bestrijden en voorkomen van mensenhandel, het verbeteren van de veiligheid, gezondheid en de werkomstandigheden van prostituees. Dit doel proberen we onder andere te bereiken door op jaarbasis 6 controles uit te laten voeren door zowel een handhaver van Stadstoezicht als een bouwinspecteur, die elk punten vanuit hun eigen discipline meenemen. Daarnaast wordt er samengewerkt met de GGD, van wie we jaarlijks een rapportage ontvangen van de hygiënische toets en worden misstanden doorgegeven aan de ketenpartners.
3.3 Toezichtsmodel binnenstad Doorlopend wordt bij toezicht en handhaving de samenwerking gezocht. Zo is in de binnenstad van Leeuwarden het Toezichtsmodel van kracht. Hierin zijn politie, Stadstoezicht, particuliere beveiliging en straatcoaches vertegenwoordigd. In het model zijn afspraken vastgelegd tussen de verschillende toezichthouders. Centraal staat: • communicatie/het uitwisselen van informatie; • het in beeld brengen van ontwikkelingen/problemen en op basis van de probleemanalyse gezamenlijk prioriteiten stellen; • het eenduidig optrekken bij het aanpakken van de vastgestelde en geprioriteerde problemen.
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
4. Uitvoering per handhavingsdomein 4.1 Naleefgedrag Door het eigen verantwoordelijkheidsgevoel van de doelgroepen, waar we op toezien, te vergroten, stimuleren we hun betrokkenheid en bewustzijn van eigen handelen. Hiermee proberen we het naleefgedrag op (lange) termijn structureel te verbeteren. Controles in het veld hebben tot doel om het naleefgedrag van betrokken doelgroepen te stabiliseren waar het goed gaat, dan wel te verbeteren daar waar het beter kan. Op deze manier kan gericht worden ingezet op behoud of verbetering van het nalevingsniveau en wordt stapsgewijs toegewerkt naar een hoger niveau van naleving. Gedurende het jaar volgen we wat de mogelijke effecten van onze inzet zijn op het naleefgedrag bij de diverse doelgroepen. De uitkomsten hiervan nemen we mee in onze jaarlijkse evaluatie.
4.2 Koppeling budget Om tot een gericht en realistisch handhavingsprogramma te komen zijn de onderwerpen per domein uitgewerkt. Er staat per domein omschreven op welke onderwerpen de handhaving zich richt, welke doelen worden beoogd en welke aanpak daarbij is gekozen. Op grond daarvan wordt jaarlijks de evaluatie uitgevoerd (jaarverslag). Per domein zijn er uren en middelen gekoppeld (zie bijlage 1). De uren per domein zijn niet uitwisselbaar. Bovendien heeft elk domein zijn eigen specialistische werkzaamheden, wat ook vanuit praktisch oogpunt uitwisseling niet mogelijk maakt. Omdat er echter bij bepaalde onderwerpen toch vanuit diverse domeinen raakvlakken zijn, zijn er samenwerkingsverbanden en -projecten, waarbij elk domein haar eigen specialisme inbrengt, zie hoofdstuk 3. Het totaal beschikbare budget is gebaseerd op de programmabegroting. De programmabegroting is gekoppeld aan de reguliere jaarlijkse planning- en controlcyclus, zodat de gemeenteraad op de hoogte is van het totale handhavingsbudget.
4.3 Prioritering – risicoanalyse Als bevoegd gezag kunnen en willen we niet alle bouwwerken, inrichtingen, doelgroepen al dan niet periodiek controleren. Daarom maken we een prioriteitsstelling. We leggen de aandacht op die plaatsen waar we weten / verwachten dat er een grote kans is op overtredingen waardoor sterk ongewenste of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Deze aanpak vraagt om een scherpe prioritering in de te controleren onderwerpen. Daarvoor wordt jaarlijks een risico-analyse uitgevoerd.
De risico-analyse is uitgevoerd conform de aanpak die door het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie is ontwikkeld in het kader van programmatisch handhaven. In deze aanpak wordt voor het bepalen van het risico de volgende formule gehanteerd: Risico = kans op niet-naleving x negatief effect De uiteindelijke risico score is bepaald door de volgende stappen te doorlopen. Per handhavingsdomein zijn handhavingsonderwerpen gekozen waaraan scores zijn toegekend met betrekking tot de ‘kans op niet-naleving’ (hoe groot is de kans dat een doelgroep de regels niet naleeft) en het ‘negatief effect’ (hoe groot zijn de negatieve gevolgen als de regels niet worden nageleefd). Beide worden gescoord op een 5 puntschaaf, waarbij een maximale score van 25 is te behalen. De scores per handhavingsdomein zijn uniek en gebaseerd op de inschatting van de betrokken handhavers en zijn onderling niet te vergelijken. De uitkomsten van de risico-analyse zijn geordend op aflopend risico. Meer informatie over de risico-analyse staat omschreven in de Kadernota Handhaving en in het verslag Risico-analyse Fysieke leefomgeving - 2014. Voor het handhavingsdomein Veiligheid is een Menukaart Veiligheid met daar onderliggend een uitvoeringsprogramma voor 2015 en 2016 opgesteld. Hierin staat een analyse op dit beleidsveld en de daaruit voorvloeiende keuzes voor inzet in de komende jaren. Dat is ook de reden dat dit domein niet in de risico-analyse ten behoeve van dit HUP is meegenomen. In paragraaf 6.3 staat meer informatie over dit handhavingsdomein.
4.4 Meldingen en handhavingsverzoeken De risico-analyse is bedoeld als leidraad om toezicht en handhaving in te zetten op de meest risicovolle onderwerpen. Vanwege de gelimiteerde capaciteit wordt aan diverse onderwerpen in de lagere prioritering in principe geen aandacht besteed. Wanneer naar aanleiding van meldingen of handhavingsverzoeken toch inzet nodig blijkt, kan de inzet ten koste gaan van de gerichte inzet op prioritaire onderwerpen. De gemeente Leeuwarden heeft als doelstelling elke melding af te handelen. We streven naar een hoge klanttevredenheid. Dit bereiken we door snel contact op te nemen met de melder. We streven er naar dat derden (particulieren en bedrijven) zich meer bewust worden van de eigen verantwoordelijkheid om risico’s te onderkennen en te voorkomen.
Hoofdstuk 4: Uitvoering per handhavingsdomein 9
5. Wabo-domeinen Onder de WABO-domeinen vallen Bouw, Brandveiligheid, Inrichtinggebonden milieu en Bodem. Voor deze domeinen heeft de gemeente een wettelijk opgedragen taak op het gebied van toezicht en handhaving. Bij elk domein vinden er aanvullende werkzaamheden plaats zoals de juridische afwikkeling van handhavingstrajecten, in- en externe coördinatie en samenwerking, administratief toezicht, beleidsontwikkeling, advisering vergunningen, opstellen van wettelijke verplichte rapportages en programma’s, externe veiligheid en rampenplan. Naast de controles is er vooral ook aandacht voor het afhandelen van meldingen en handhavingsverzoeken van burgers/omwonenden.
5.1 Bouw Bij Bouw kunnen de volgende handhavingsonderwerpen onderscheiden worden. Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
Constructieve veiligheid evenementen
16
2
Omgevingsvergunningen activiteit bouwen
13,2
3
Monumenten en beschermd stads- en dorpsgezicht
12
4
Sloopwerkzaamheden, inclusief asbest
9
5
Bestaande panden
8
6
Strijdig planologisch gebruik bouwwerken
8
De controles zijn gericht op veiligheid, zoals constructieve veiligheid, bouwkundige risico’s en brandveiligheid. Het toezicht op welstand en energie-prestatienormen zijn tevens belangrijke aandachtspunten, die meer gericht zijn op leefbaarheid. De werkwijze is om na bestudering van de omgevingsvergunning op de diverse activiteiten (bouwen, slopen en monumenten) controles ter plaatse uit te voeren. Alleen door feitelijk ter plaatse te inspecteren kan niet-naleving geconstateerd worden. Bij strijdigheden voert de inspecteur overleg met de vergunninghouder en / of bouwkundig aannemer. Als bij hercontrole(s) blijkt dat de strijdigheid niet is opgeheven worden er sancties opgelegd. Constructieve veiligheid evenementen Deze taak betreft het houden van toezicht op bouwkundige constructies bij evenementen waarvoor een evenementenvergunning is verleend. Op basis van de omvang (meer dan 5.000 bezoekers) of dat een evenement op een bijzondere locatie is, vindt er controle plaatst op basis van een goedgekeurde constructieberekening. In 2015 worden er ca. 25 te controleren evenementen verwacht. Omgevingsvergunningen activiteit bouwen Deze taak gaat over het houden van toezicht op werken waarvoor een omgevingsvergunning activiteit bouwen is verleend. In 2015 gaan we ervan uit dat er ca. 700 Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 10
vergunningen verleend zullen worden. Daarnaast zullen er eerder vergunde werken in uitvoering zijn. In 2015 zullen er naar verwachting 17 grote, voor publiek toegankelijke, gebouwen in uitvoering zijn, evenals circa 150 middelgrote bouwwerken (veelal verbouwingen van publiek toegankelijke gebouwen en verbouwingen in de binnenstad). Voor het toezicht houden we voor 2015 rekening met de gereedmelding van ca. 400 woningen. Dit betreft ongeveer 60 vergunningen voor het oprichten van woningen. In 2012 is gestart met metingen van luchtdichtheid in woningen. Bij de woningen die gecontroleerd zijn is gebleken dat niet werd voldaan aan de EPG–eisen (Energieprestatie van gebouwen). Bij de eindcontrole van woningen zal dan ook extra aandacht uitgaan naar de EPG–normering en of de daarbij benodigde maatregelen daadwerkelijk en correct zijn uitgevoerd. De EPG geeft aan hoe energiezuinig een gebouw (en de daarbij behorende installaties) is. Er worden 5 steekproeven uitgevoerd waarbij in de woning daadwerkelijk wordt gemeten op luchtdichtheid. Na realisatie van een bouwwerk wordt de vergunninghouder schriftelijk op de hoogte gebracht van tekortkomingen, waarna hercontrole plaatsvindt en zo nodig een sanctie wordt opgelegd. Toezicht op kleine werken vindt slechts plaats als de constructieve veiligheid in het geding is. Verder wordt niet actief gecontroleerd. Daarnaast zal er in 2015 nog een aantal kunstwerken in uitvoering zijn. Hierop zal steekproefsgewijs toezicht worden gehouden. Monumenten en beschermd stads- en dorpsgezicht Deze taak betreft het houden van toezicht op werken waarvoor een omgevingsvergunning activiteit wijzigen monumenten is verleend. Voor 2015 zullen er naar verwachting 40 vergunningen verleend worden. Toezicht heeft hierbij als doel om de gebouwen te beschermen en de bijzondere zichtbepalende waarde te behouden. Dit realiseren we door alle sloop- en (ver)bouwmeldingen die betrekking hebben op monumenten te controleren, te reageren op meldingen van illegale werkzaamheden bij monumenten en door direct handhavend op te treden bij dreigende onomkeerbare schade aan de monumentale waarde van het monument en bij dreigende aantasting van het beschermd stads- en dorpsgezicht. Sloopwerkzaamheden inclusief asbest Deze taak betreft het houden van toezicht op werken waarvoor een sloopmelding is verleend. In 2015 worden er circa 400 meldingen verwacht. Een groot deel (ca. 80%) van de asbest sloopmeldingen wordt administratief HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
afgedaan. Het accent van het toezicht op sloopmeldingen ligt op die gevallen waar de veiligheid en gezondheid in het geding is. Met name in dicht bebouwde gebieden wordt toezicht gehouden op de slooplocatie. Speerpunten zijn dan geluid, trillingen en de bepalingen uit het asbestverwijderingsbesluit. Bestaande panden Toezicht vindt plaats op basis van meldingen. Dit betreft dan vooral locaties waar de leefbaarheid in het geding is. De volgende aspecten zijn bij controle aan de orde: achterstallig onderhoud en vervuiling en verloedering van een bouwwerk. Voorbeeld hiervan zijn vervuilde woningen (hygiënisch ontoelaatbaar).
in samenwerking met de eigenaren en het Kenniscentrum Aanpak Funderingsherstel (KCAF) projectmatig aangepakt. Strijdig planologisch gebruik bouwwerken Dit onderwerp gaat over gebruik van bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan. We zien hier niet actief op toe. We hebben beperkte capaciteit gereserveerd voor het afhandelen van vragen, meldingen en handhavingsverzoeken. Inwoners en ondernemers vragen om verschillende redenen of een bepaalde activiteit toegestaan is, maken melding van een illegale situatie of dienen een verzoek tot handhaving in. Hierdoor worden we in kennis gesteld van strijdig gebruik. Voordat wordt overgegaan tot een handhavingsactie wordt eerst onderzoek gedaan en een controle uitgevoerd naar de noodzaak hiertoe. Een specifiek onderdeel van planologisch strijdig gebruik is de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Nu een deel van de voormalige gemeente Boarnsterhim tot het grondgebied van de gemeente is gaan behoren, krijgt de gemeente ook te maken met onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. Op welke wijze hier handhaving zal worden ingezet zal begin 2015 vastgesteld worden.
5.2 Brandveiligheid Bij Brandveiligheid kunnen de volgende handhavingsonderwerpen onderscheiden worden.
Vervuilde woning
De inspecteur assisteert de GGD bij het bezoek van ernstig vervuilde woningen. Op basis van het protocol hygiënische woonoverlast worden de controles uitgevoerd. Meervoudige problematiek wordt in het overleg ‘woonoverlast’ besproken met de afdeling JVZ (Juridische en Veiligheidszaken) en het MOL (Meldpunt Overlast). Hierbij is sprake van een integrale aanpak. Bijzondere aandachtspunten bij de bestaande gebouwenvoorraad zijn balkonproblematiek en funderingsproblematiek. In 2014 is gestart met het informeren van VVE’s (Vereniging van Eigenaren) van flats die in de risicocategorie van balkonproblematiek vallen. Inmiddels zijn de eerste VVE’s bezig om een onderzoek te starten. De voortgang hiervan wordt door ons gemonitord. Alvorens handhavend wordt opgetreden, wordt eerst geprobeerd de VVE’s te stimuleren tot het aanpakken van eventuele tekortkomingen. Dit door hen te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. De funderingen van de woningen in de Noorderdwarsstraat in Grou zijn een acuut probleem. Deze problematiek wordt
Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
Logiesfunctie
13,6
2
Woonfunctie voor zorg
12,8
3
Woonfunctie voor kamergewijze verhuur
12
4
Woonfunctie boven winkels
12
5
Onderwijsfunctie (basisonderwijs)
10,4
6
Kinderdagverblijven
9,6
7
Winkelfunctie
9
8
Onderwijsfunctie (voortgezet onderwijs)
8,8
9
Bijeenkomstfunctie*
8,4
10
Kantoorfunctie
8
11
Sportfunctie
8
12
Gezondheidszorgfunctie met bedgebied
7,2
13
Celfunctie (PI Leeuwarden)
3
* Bouwwerken waar grote groepen mensen bijeenkomen, zoals kerkgebouwen, WTC expo, Cambuurstadion, de Harmonie.
Naast controles in het veld bestaat het toezicht voor een belangrijk deel uit actieve voorlichting om doelgroepen bewust te maken van brandveiligheid en de daarbij behorende regelgeving. We proberen hen daarbij te motiveren in het nemen van maatregelen om de brandveiligheid in een gebouw of pand te stabiliseren of te verbeteren. Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 11
Logiesfunctie Bij dit onderwerp gaat het om bouwwerken met een logiesfunctie met bedrijfsmatig nachtverblijf voor meer dan 10 personen. Niet alle geplande controles in 2014 zijn afgerond. Voor 6 hotels zal de uitvoering in 2015 doorlopen. Daarnaast zullen in 2015 de overige 7 hotels, die in 2014 wel op niveau zijn gebracht, gecontroleerd worden op de voorschriften voor brandveilig gebruik. Het doel van deze jaarlijks terugkerende controles is om bij de eigenaar en gebruiker te sturen op bewustwording van de brandveiligheidsregels. Woonfunctie voor zorg Het gaat hier om bouwwerken met nachtverblijf voor meer dan 10 personen. Tijdens periodieke controles uitgevoerd in 2014 is geconstateerd dat bij alle 13 verpleeg- en verzorgingstehuizen tekortkomingen zijn. Het nemen van maatregelen om deze tekortkomingen te verhelpen zal een doorloop hebben tot in 2015. Alle 13 verpleeg- en verzorgingstehuizen zullen dan weer bezocht worden. Woonfunctie voor kamergewijze verhuur Dit onderwerp gaat over bouwwerken met een woonfunctie voor kamergewijze verhuur met meer dan 4 wooneenheden. In 2014 zijn de resterende kamerverhuurpanden met 7 of meer wooneenheden en een aantal met 5 of 6 wooneenheden gecontroleerd en op het vereiste niveau qua brandveiligheid gebracht. De nog overgebleven 108 kamerverhuurpanden met 5 of 6 wooneenheden worden in 2015 gecontroleerd. Tijdens de controle wordt gekeken of er wordt voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit 2012. Tijdens de brandveiligheidscontroles wordt sterk gestuurd op bewustwording van de brandveiligheidsvoorschriften bij zowel de eigenaren als de huurders. In 2015 is het doel om inzichtelijk te krijgen wat het percentage niet-nalevers is van deze 108 nog te controleren panden. In samenwerking met de Veiligheidsregio Fryslân en Leeuwarden Studiestad wordt de doelgroep studenten middels voorlichting bewust gemaakt van brandveiligheidsvoorschriften. Woonfunctie boven winkels Naast de woonfunctie boven een winkel kan het ook gaan om een andere gebruiksfunctie dan een winkelfunctie, waar bij de woonfunctie sprake is van slechts één vluchtroute (portiek). Naar aanleiding van de brand op de Kelders is hiervoor een extra budget van € 150.000,00 beschikbaar gesteld. Om de doelgroep bewust te maken van brandveiligheid en de daarbij behorende regelgeving zullen we zullen voorlichting geven middels brieven en een informatiebijeenkomst organiseren. Daarnaast zullen we steekproefsgewijs 10 bouwwerken controleren. Doel hiervan is om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de brandveiligheid bij deze woonfuncties. Bij controleaspecten kan gedacht worden aan of er sprake is van houten vloeren en oude brandwerende scheidingen. Op basis van de uitkomsten van de steekproeven zullen we
Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 12
onze prioritering de komende jaren mogelijk aanpassen en een keuze maken uit welke instrumenten we hierbij willen inzetten. Onderwijsfunctie (basisonderwijs) Dit onderwerp gaat over basisscholen waarin onderwijs gegeven wordt aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar. Alle 57 basisscholen zijn reeds gecontroleerd. De schoolbesturen zijn hierover geïnformeerd en er is opnieuw aandacht gevraagd voor het doen van ontruimingsoefeningen. Per school wordt gekeken op welke wijze de brandveiligheidssituatie in de school verbeterd kan worden. De aanpak is primair gericht op veilig vluchten (denk in dit verband aan het gebruik van gangen voor lesdoeleinden, zodat de vluchtroute is geblokkeerd) en secundair op de beheersbaarheid van brand (schadebeperking, bedrijfscontinuïteit). Kinderdagverblijven Het gaat hier om kinderdagverblijven met dagverblijf aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar. Alle 35 kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zijn reeds gecontroleerd en een groot aantal daarvan is reeds op het vereiste niveau gebracht qua brandveiligheid. De uitvoering van de te nemen maatregelen bij de overige kinderdagverblijven zal nog doorlopen in 2015. In 2015 worden de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, die reeds op niveau zijn gebracht opnieuw gecontroleerd op de voorschriften voor brandveilig gebruik. Het doel van deze jaarlijks terugkerende controles is bewustwording van brandveiligheid onder deze doelgroep. Ontwikkeling 2015 – Systeem toezicht Landelijk wordt door zorginstellingen gekeken of het mogelijk is een veiligheidsmanagementsysteem zo in te richten dat het voor het bevoegd gezag aannemelijk is dat voldaan wordt aan de brandveiligheidseisen. Hierdoor zou overgegaan kunnen worden op systeemtoezicht. Dit betekent dat er geen fysieke controles uitgevoerd worden, maar dat het systeem wordt gecontroleerd. De gemeente is hierover met één zorginstelling in gesprek om te kijken hoe we hier eventueel verder inhoudelijke invulling aan kunnen geven. Samenwerking 2015 Samen met de gemeenten Tytsjerksteradiel, SúdwestFryslân (en waarschijnlijk op korte termijn ook De Friese Meren en Smallingerland) werkt de gemeente Leeuwarden aan een betere informatie-uitwisseling tussen de gemeenten om kennis te delen. Dit met als doel dat er een meer eenduidige aanpak voor brandveiligheid ontstaat, juist ook over de gemeentegrenzen heen. Betrokken gemeenten hebben allemaal de toetsing en controles in kader van brandveiligheid (al of niet deels) in eigen huis. Indien van toepassing wordt de Veiligheidsregio Fryslân ook bij deze samenwerking betrokken.
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
Vanwege de gelimiteerde capaciteit wordt aan diverse onderwerpen in de lagere prioritering geen of minder aandacht besteedt. Zie paragraaf 4.4 voor een nadere toelichting.
5.3 Inrichtinggebonden milieu Bij Inrichtinggebonden milieu kunnen de volgende handhavingsonderwerpen onderscheiden worden. Het gaat bij dit domein primair om de naleving van milieuwetgeving bij bedrijven of bedrijfsmatige activiteiten. Brandveiligheidsaspecten, zoals brandwerendheid van muren en deuren, die voortvloeien uit de milieuwetgeving of daaraan gekoppelde veiligheidsrichtlijnen zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
(Externe) veiligheid (brand-, explosiegevaar, giftige stoffen, waarborgen veiligheid)
20
2
Geluidsoverlast
19
3
Afval (afgifte/opslag (gevaarlijke) afval- stoffen)
16
4
Indirecte lozingen (vetafscheiders, olie-benzine afscheider, giftige stoffen)
16
5
Bodemverontreiniging (bodem warmte/koude opslag)
12
6
Geuroverlast
9
7
Luchtverontreiniging (ammoniak stoffen die de ozonlaag aantasten, stofoverlast)
7,2
8
Trillingsoverlast
6
9
Lichthinder
6
10
Energie (energieverspilling, energiebesparing)
6
11
Voorkomen verstoring/bedreiging Flora en Fauna (voorschriften in de omgevingsvergunning)
2
Bovenstaande onderwerpen zijn de speerpunten bij de uitvoering van onderstaande controles. Zo worden bij de reguliere en opleveringscontroles alle thema’s uit de risico-analyse meegenomen. Bij de projectmatige controles kunnen de controles gericht zijn op één thema. Hierbij kan gedacht worden aan het thema brand- en explosiegevaar als een bedrijf een gasflessenopslag heeft of het thema geluidsoverlast bij een horecabedrijf. De keuze voor projectmatige controles is op volgorde van meest risicovol onderwerp. FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) Evenals in 2014 zullen in 2015 de taken die vermeld staan in het basistakenpakket uitgevoerd worden door de FUMO. Basistaken betreffen vergunningverleningsen toezichtstaken waarvan door diverse overheden, (gemeenten, provincie en rijk) is afgesproken deze te laten uitvoeren door een omgevingsdienst. De gemeente
Leeuwarden is hierin opdrachtgever, bevoegd gezag en het aanspreekpunt voor de inrichtingen die gecontroleerd worden of waarvoor een vergunning wordt verleend. De gemeente Leeuwarden stelt op basis van de risico-analyse haar doelstelling vast en maakt op basis daarvan een planning voor 2015. De FUMO zal dit verwerken in haar eigen handhavingsuitvoeringsprogramma. Reguliere controles milieu-inrichtingen De controles worden uitgevoerd bij bedrijven die potentieel risicovol zijn en/of een slecht naleefgedrag vertonen. Daarnaast valt hieronder het in behandeling nemen van klachten van inwoners over bedrijven, bedrijfsmatige activiteiten en grote muziekevenementen.
Onjuiste opslagvoorziening gevaarlijke stoffen
Onder potentieel risicovolle bedrijven worden bedrijven verstaan met: • risicovolle activiteiten zoals de opslag, productie of verwerking van of met behulp van gevaarlijke stoffen. Dit zijn bijvoorbeeld de BEVI bedrijven (bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen zoals LPG-tankstations) en de bedrijven die een opslag hebben waar aanvullende veiligheidsrichtlijnen, vanuit de PGS-15 (publicatiereeks gevaarlijke stoffen), van toepassing op zijn. Voor wat betreft de BRZOinrichting(en) (bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen, zoals het Gascentrum Noord Nederland in Grou) waarvoor de gemeente Leeuwarden bevoegd gezag is, wordt de controle uitgevoerd door de FUMO. Dit is een taak die valt onder het basistakenpakket. • grotere kans op incidenten, overlast en overtredingen omdat ze de milieuregels slecht naleven. • grotere kans op niet-naleving van de milieuregels omdat ze al langere tijd niet gecontroleerd zijn. Op basis van de aanwezige kennis van de milieuinspecteurs en de informatie uit het bedrijveninformatiesysteem is een lijst samengesteld van potentieel risicovolle bedrijven die in 2015 bezocht zullen worden. Bij al deze bedrijven wordt een integrale controle uitgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn: (LPG/aardgas)-tankstations, autospuiterijen, bedrijven waar gevaarlijke (vloei)stoffen en/ of afvalstoffen worden opgeslagen.
Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 13
Projectmatige controles Elk jaar worden er projectmatig enkele themagerichte controles uitgevoerd. We controleren de geselecteerde branche niet op de volledige breedte van de milieuwetgeving, maar op slechts één of enkele aspecten. Hierbij kan gedacht worden aan de jaarlijkse interne controle van de vloeistofdichte vloer van een wasplaats of het legen van de vetafscheider bij een horecabedrijf. Het kan ook zijn dat een bepaalde straat of gebied in de gemeente Leeuwarden centraal staat bij een projectmatige aanpak. Benadrukt wordt dat de veiligheids- en milieubelangen steeds centraal zullen blijven staan bij de controle. Een voorbeeld van een themagerichte controle zijn de bovengrondse tanks. Uiterlijk 1 januari 2015 moeten alle bovengrondse tanks die vallen onder de PGS 30 (tanks met brandbare vloeistof) voorzien zijn van een installatiecertificaat. Dit betekent dat bestaande installaties moeten worden gekeurd, zodat alsnog een installatiecertificaat kan worden afgegeven of dat deze installaties moeten worden vervangen. Dit zal voor 2015 een aandachtspunt zijn. Opleveringscontroles Aan de hand van de uitkomsten van de risico-analyse wordt een keuze gemaakt welke van de nieuwe of overgenomen bedrijven (die een melding hebben ingediend) we gaan controleren. Zo worden exploitanten van bijvoorbeeld cafés en discotheken altijd uitgenodigd voor een intakegesprek (aspect geluid) en wordt beoordeeld of eventueel maatwerkvoorschriften (gedragsvoorschriften) moeten worden opgelegd om overlast te voorkomen. Ook worden bedrijven die voorzieningen moeten treffen, zoals een afzuiging voor de bakdampen, een olie- benzineafscheider, vetafscheider, vloeistofdichte vloer of een brandwerende kluis, bezocht na de start van het bedrijf. Zo kan een bedrijf tijdig worden aangeschreven als dit soort voorzieningen niet getroffen zijn. Inventarisatie van bedrijven en/of bedrijfsmatige activiteiten Om adequaat te kunnen reageren op meldingen en zicht te houden op risicovolle bedrijven dient het bedrijveninformatiesysteem actueel te zijn. Niet ieder bedrijf doet uit zichzelf een melding of vraagt een vergunning aan. Daarom wordt regelmatig het bedrijvenbestand geïnventariseerd. Soms wordt er projectmatig een volledige inventarisatie uitgevoerd in een geselecteerd gebied, zoals een bedrijventerrein. Meestal worden wijzigingen bijgehouden door tijdens reguliere controles scherp in de gaten te houden of er nieuwe bedrijven in de omgeving zijn bijgekomen. Bedrijven die niet in ons bedrijvenbestand staan worden nagetrokken. Dit kan zijn via het inwinnen van informatie over het bedrijf via internet en/of de Kamer van Koophandel. Op basis hiervan wordt bepaald of het
Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 14
bedrijf een melding in moet dienen, een vergunning aan moet vragen en/of moet worden bezocht. In 2013 zijn de bedrijventerreinen Hemrik en Leeuwarden-West geïnventariseerd. In het HUP 2014 is de inventarisatie van het bedrijventerrein in Grou opgenomen. In 2015 zullen het bedrijventerrein Hemrik en de binnenstad van Leeuwarden worden geïnventariseerd. Geluid Toezicht op geluidsoverlast vindt plaats bij horecagelegenheden en grote muziekevenementen. Omdat geluid vaak gaat om beleving is het niet altijd mogelijk om overlast te voorkomen. Veel overlastsituaties vinden plaats buiten kantooruren omdat horecagelegenheden tot in de nachtelijke uren geopend zijn en omdat grote muziekevenementen vaak in de weekenden worden georganiseerd en ook deze doorgaan tot laat in de avond/ nacht. Daarnaast kan het uitvoeren van geluidmetingen in horecaconcentratiegebieden lastig zijn vanwege het stoorgeluid (meerdere geluidsbronnen, stemgeluid, verkeer etc.). Daarom worden, om het toezicht te vergemakkelijken, bij horecagelegenheden vaak maatwerkvoorschriften (gedragsvoorschriften) opgelegd. Een voorbeeld van zo’n voorschrift is het gesloten houden van ramen en deuren tijdens het ten gehore brengen van muziek. Meldingen van geluidsoverlast kunnen ingediend worden bij het callcenter van de gemeente Leeuwarden of digitaal via de Melddesk van het Meldpunt Overlast (MOL). Daarnaast zijn er korte lijnen met de politie en Stadstoezicht voor wat betreft de uitwisseling van informatie over horecagelegenheden. De eigen capaciteit wordt zo gericht mogelijk ingezet. Eventueel worden controles bij horecagelegenheden gecombineerd met een controle van een groot muziekevenement. Controles worden zowel aangekondigd als onaangekondigd uitgevoerd. Ook voor 2015 worden uren vrijgemaakt om bij grote muziekevenementen geluidscontroles uit te voeren. Het doel hiervan is de geluidshinder voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Dit willen we bereiken door: • spontane naleving te simuleren door vooroverleg met de organisatoren te voeren en goede afspraken te maken; • het uitvoeren van geluidmetingen tijdens grootschalige muziekevenementen; • de eindtijden van deze grootschalige muziekevenementen te controleren. In 2014 is de Beleidsregel geluid bij evenementen in de open lucht in de gemeente Leeuwarden vastgesteld en is afgesproken dit beleid gedurende 2 jaar te monitoren. In die tijd zullen de eigen ervaringen, de ervaringen van organisaties en de meldingen van burgers worden bijgehouden. Indien nodig zal het beleid worden
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
aangepast. Het kan hierbij gaan over bijvoorbeeld eindtijden van evenementen, rusttijden en het opleggen van aanvullende vergunningvoorschriften aan organisatoren over meetmethodes.
metaal, de autoschadeherstelbedrijven, de rubber- en kunststofindustrie, commerciële datacenters, gezondheidsen welzijnszorginstellingen, overheidskantoren (inclusief defensie) en onderwijsinstellingen.
Aandachtspunt in 2015 is het onderzoek naar de mogelijkheid voor het technisch gerichter sturen van geluid en een meetsysteem dat continue het geluidsniveau meet. Voordeel van een dergelijk systeem is dat voor zowel de toezichthouder als de evenementenorganisator continue inzichtelijk is wat het geluidsniveau is. De evenementenorganisatie kan dan in geval van overschrijding van de geluidsnormen zelf ingrijpen. Indien van genoemd systeem gebruik zou worden gemaakt zou dit een eerste stap zijn die past bij bij een ‘modernere’ manier van toezicht houden bij evenementen en daarbij het meer neerleggen van de verantwoordelijkheid bij de organisator. Deze werkwijze zou goed aansluiten bij de ‘nieuwe overheid’.
Het is de verwachting dat medio 2015 de wijziging in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling zijn doorgevoerd. Zodra de aanpassing van het Activiteitenbesluit en de bijbehorende regeling een feit is, zullen wij, net als dat nu ook al het geval is, dit aspect betrekken in het milieutoezicht bij de bedrijven in de gemeente Leeuwarden.
Ontwikkeling 2015 – Energiebesparing en handhaving Als gevolg van de afspraken uit het Energieakkoord voor duurzame groei zijn wijzigingen voorgesteld voor de verplichting voor energiebesparing. In het Energieakkoord voor duurzame groei zijn afspraken gemaakt over het treffen van energiebesparende maatregelen die in maximaal 5 jaar zijn terugverdiend. Ruim veertig organisaties, waaronder werkgevers- en werknemersorganisaties, natuur- en milieuorganisaties, maatschappelijke organisaties en financiële instellingen hebben hiermee hun bereidheid getoond om zich hiervoor in te zetten. De wijzigingen hebben een belangrijke invloed op de verplichting om energiebesparende maatregelen te treffen. Ze zijn vooral gericht op het verduidelijken van de verplichting in artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit. De uitvoeringspraktijk moet op een eenvoudige manier energiebesparing realiseren. Ook het toezicht op energiebesparing moet eenvoudiger worden. De verplichting om energie te besparen zal gepaard gaan met het treffen van maatregelen door concrete technieken toe te passen. Op dit punt zal de verplichting worden verduidelijkt en zullen specifieke erkende maatregelen voor energiebesparing aangewezen worden via de Activiteitenregeling. Ook wordt hierdoor de uitvoering vereenvoudigd. Dan is tenslotte duidelijk met welke maatregelen bedrijven direct aan de regelgeving kunnen voldoen. In overleg met branchepartijen en koepelorganisaties zijn voor meerdere bedrijfstakken overzichten ontwikkeld met erkende maatregelen voor energiebesparing. Het gaat om erkende maatregelen voor de metaalelektro, MKB-
5.4 Bodem
Controle besluit bodemkwaliteit te Grou
Bij Bodem kunnen de volgende handhavingsonderwerpen onderscheiden worden. Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
Sanering ernstige gevallen van bodemverontreiniging (ontstaan voor 1987)
17,6
2
Toepassen grond en baggerspecie op of in de bodem
16,8
3
Zorgplicht saneringen (ontstaan vanaf 1987)
16
4
Opslag van grond, bagger en bouwstoffen
14,4
5
Nazorgmaatregelen op locaties waar na sanering restverontreiniging is achterge¬bleven
9,6
6
Toepassen van bouwstoffen (menggranulaat, asfaltgranulaat, betonklinkers e.d.)
6
In 2003 is de gemeente Leeuwarden op eigen verzoek bevoegd gezag geworden voor de Wet Bodembescherming. Daarmee werd deze taak overgenomen van de Provincie Fryslân. De Wet Bodembescherming bevat onder andere regels voor het uitvoeren van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Daarnaast is de gemeente Leeuwarden bevoegd gezag voor het Besluit Bodemkwaliteit. Het Besluit Bodemkwaliteit stelt onder andere regels aan het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen. De gemeente Leeuwarden is verantwoordelijk voor het houden van adequaat toezicht met betrekking tot de Wet
Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 15
Bodembescherming en het Besluit Bodemkwaliteit. De gemeentelijke aanpak is sinds 2003 conform de landelijk vastgestelde Handhaving Uitvoeringsmethode Wet Bodembescherming (HUM WBB) en de Handhaving Uitvoeringsmethode Besluit bodemkwaliteit (HUM BBK). Ook in 2015 zal deze aanpak worden gecontinueerd. Het toezicht binnen het domein Bodem bestaat uit administratief toezicht en controles in het veld.
Opslag van grond, bagger en bouwstoffen Het aantal keren dat sprake is van depotvorming ligt rond de 60 keer per jaar. Het naleefgedrag ligt rond de 75%. We streven ernaar om dit percentage in 2015 te verbeteren naar 80% door onder andere het controleren van alle meldingen voor depotvorming, surveillance om niet gemelde depots op te sporen en het geven van voorlichting omtrent WBB en BBK aan betrokken partijen.
Sanering ernstige gevallen van bodemverontreiniging (ontstaan voor 1987) Op grond van gegevens van voorgaande jaren is de verwachting dat er in 2015 in de gemeente Leeuwarden door diverse markpartijen rond de 12 bodemsaneringen worden uitgevoerd. Door vooroverleg en controle tijdens de saneringen ligt het naleefgedrag voor dit onderwerp al enige jaren boven de 90%. Voor 2015 willen we dit percentage boven de 90% houden door onder andere alle saneringslocaties ten minste één keer te bezoeken.
Infrastructurele werken Naast de geprioriteerde onderwerpen zal er in 2015 in het kader van Leeuwarden Vrij Baan nog een aantal grote infrastructurele werken in uitvoering zijn die extra aandacht vragen. Hierbij kan gedacht worden aan het Aquaduct Drachtsterweg.
Toepassen grond en baggerspecie op of in de bodem Het aantal toepassingen van grond en/of baggerspecie in de Gemeente Leeuwarden ligt rond de 160 toepassingen per jaar. Het naleefgedrag van de daarvoor geldende regelgeving ligt rond de 75%. We streven ernaar om dit percentage in 2015 te verbeteren naar 80% door onder andere het controleren van alle meldingen en toepassingen, surveillance om niet gemelde toepassingen op te sporen en het geven van voorlichting omtrent WBB en BBK aan betrokken partijen.
Samenwerking Leeuwarden participeert samen met onder meer de andere Friese gemeenten, de Provincie, Wetterskip Fryslân en de politie in het project ‘Ketentoezicht grondstromen’. Dit project streeft naar een betere informatie-uitwisseling tussen verschillende handhavingspartners om zo beter grip te krijgen op grondstromen over de gemeentegrens heen. Vanwege de gelimiteerde capaciteit wordt aan diverse onderwerpen in de lagere prioritering geen of minder aandacht besteedt. Zie paragraaf 4.4 voor een nadere toelichting.
Zorgplicht saneringen (ontstaan vanaf 1987) Per jaar worden ongeveer 4 zorgplichtsaneringen uitgevoerd. Het naleefgedrag is vergelijkbaar met dat van de saneringen van gevallen die voor 1987 zijn ontstaan en ligt boven de 90%. Voor 2015 willen we dit percentage boven de 90% houden.
Hoofdstuk 5: Wabo-domeinen 16
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
6. Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid In dit hoofdstuk staat de beschrijving van de handhavingsdomeinen Fysieke openbare ruimte, Bijzondere wetten en Veiligheid. Het onderwerp evenementen bevat elementen van alle 3 de handhavingsdomeinen in dit hoofdstuk. Per domein staat dan ook een korte toelichting hierover opgenomen. Het toezicht richt zich op alle grote(re) vergunningplichtige evenementen.
6.1 Fysieke openbare ruimte Stadstoezicht handhaaft en houdt toezicht in de fysieke openbare ruimte en heeft hierbij negen vaste taakvelden. Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
Parkeercontrole
20
2
Afvalcontrole
14,4
3
Hondencontrole
14,4
4
Gebruik openbare ruimte
9
5
Ligplaatsen
5,6
6
Reclame
4,4
7
Graffiti en zwerfafval
4,4
8
Groen en bomen
2
9
Ambulante handel
1,2
De wettelijke grondslag voor toezicht en handhaving zijn onder andere de Algemene plaatselijke verordening (APV), de Afvalstoffenverordening en het gemeentelijk beleid. Voor parkeren geldt als grondslag naast de gemeentelijke ook de landelijke wet- en regelgeving. Bij de taakvelden honden, parkeren en afval wordt uitsluitend strafrechtelijk gehandhaafd. Bij geconstateerde overtredingen wordt een bekeuring uitgeschreven. Bij de overige taakvelden wordt bestuursrechtelijk opgetreden. Daar wordt een last onder dwangsom of bestuursdwang opgelegd om een overtreding te beëindigen. In 2015 wordt in het kader van de brede inzetbaarheid van handhavers van Stadstoezicht onderzocht of strafrechtelijke handhaving (meer) ingezet kan worden bij de overige taakvelden. Parkeercontrole Leeuwarden kent betaald parkeren, vergunninghouderparkeren en blauwe zones. In deze gebieden wordt doorlopend gesurveilleerd (prioriteit in de binnenstad) met als doel de naleving van wet- en regelgeving te verbeteren en de betalingsbereidheid te verhogen. Speerpunten zijn het (fout)parkeren op en rond het Jacobijnerkerkhof en de pleinen en pijpen, venstertijden en lengtebeperking. Daarnaast wordt ook aandacht besteed
aan fietsers in voetgangersgebied en het negeren van inrijverboden. Nieuw binnen het taakveld parkeren is de het uitlezen van de verkeerscamera die aan het Ruiterskwartier is geplaatst voor controle van het inrijverbod. De uitvoering van de Wegsleepregeling valt ook binnen dit taakveld. Naast het bekeuren (fout parkeren, parkeren zonder vergunning) vindt handhaving plaats door middel van het opleggen van naheffingsaanslagen (parkeren zonder betaalbewijs). Wanneer daarvoor gegronde redenen zijn kan een voertuig worden weggesleept. Binnen het taakveld valt ook het verwijderen van verkeerd gestalde fietsen, weesfietsen en wrakken. Uit het stationsgebied worden weesfietsen en verkeerd gestalde fietsen verwijderd. Wrakken worden verwijderd uit de gehele stad. Voor 2015 wordt de hele binnenstad van Leeuwarden aangewezen als gebied waar weesfietsen verwijderd mogen worden. Door het uitbreiden van de betaalmogelijkheden op straat met pin en betalen met de mobiele telefoon zien we een afname van het aantal overtredingen. Immers het niet of onvoldoende muntgeld bij de hand te hebben is nu niet meer een probleem. Ook zien we een verschuiving van straatparkeren naar garageparkeren conform beleid, waardoor er per saldo minder auto’s op straat staan. Door dit veranderend parkeergedrag en de daarmee samenhangende afname in overtredingen is er niet langer de noodzaak om met een formatie van 12 fte de parkeercontrole uit te oefenen. Voor 2015 is de formatie daarom verlaagd naar 10 fte. Afvalcontrole Binnen het taakveld afval worden bijzet van huishoudelijk afval naast containers en grofvuildumpingen in de openbare ruimte tegen gegaan. Cruciaal bij de aanpak hiervan is de goede samenwerking met onze afvalinzamelaar Omrin. Handhavers van Stadstoezicht trekken tweemaal per week op met medewerkers van Omrin om te controleren en zo mogelijk te handhaven. Er vindt regulier overleg plaats tussen Omrin (het netheidsteam) en Stadstoezicht over de verwijdering, aanpak en het voorkomen van verkeerd geplaatst afval. Het aantal gedumpte zakken en de hoeveelheid illegaal gedumpt grofvuil worden maandelijks gemonitord. Dit resulteert maandelijks in een top 20 van locaties waar
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 17
de bijzet en dumping het meest voorkomt. Op deze top 20-locaties , de zogenaamde hotspots, wordt extra inzet gepleegd met de “projecten bijzet”. Hierbij worden omwonenden van hotspots direct aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Omwonenden worden eerst schriftelijk geïnformeerd, vervolgens wordt huis-aan-huis aangebeld en gevraagd of men wil meewerken aan een schone en nette leefomgeving. Daarnaast wordt er in het gebied extra gehandhaafd op het bijzetten van afvalzakken en het dumpen van grofvuil. Naast de hotspots uit de projecten bijzet worden ook hotspots gecontroleerd op basis van meldingen en eigen constateringen. Deze hotspots worden meegenomen in de reguliere surveillancerondes en met het afdoen van (afval gerelateerde) meldingen. Voor dumplocaties waar de projecten bijzet en overige acties geen verbetering opleveren, volgen we de voortgang rond de juridische mogelijkheden om cameratoezicht toe te passen. Hondencontrole Op grond van de APV is het laten loslopen van honden verboden, behalve in de aangewezen losloopgebieden. Daarnaast is het opruimen van uitwerpselen verplicht en mogen honden onder andere niet op speeltuinen, speelweiden en stranden komen. Toezicht en handhaving richt zich op verbetering van het naleefgedrag, met als resultaat schonere wijken en parken. Binnen dit taakveld ligt prioriteit bij het op laten ruimen van uitwerpselen. Speerpunten zijn bovendien seizoensgebonden toezicht in recreatiegebieden zoals de Groene Ster en vogelbroedgebieden. Gebruik openbare ruimte Toezicht en handhaving binnen het taakveld gebruik openbare grond heeft tot doel (potentieel) gevaarlijke situaties in de openbare ruimte te beëindigen om zo een veilige leefomgeving te creëren. Aandachtspunt binnen dit taakveld zijn bouwsteigers en kraanwagens die de verkeersdoorgang hinderen. Ook wordt opgetreden tegen gevaarlijke voorwerpen op of boven de weg zoals bijvoorbeeld een hekwerk met prikkel- of schrikdraad op een hoogte dat kinderen zich kunnen verwonden. Andere voorbeelden zijn speeltoestellen in de openbare ruimte, aanhangwagens die op de weg worden gestald, en autowrakken. De binnenstad van Leeuwarden, het stationsgebied en de Schrans hebben prioriteit wat toezicht en handhaving betreft. Speerpunt in 2015 zijn (losse) speeltoestellen van burgers in de openbare ruimte. Veelal voldoen deze toestellen niet aan de hoge veiligheidseisen die aan algemeen toegankelijke speeltoestellen worden gesteld en worden deze wel op gemeentegrond geplaatst.
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 18
Ligplaatsen In Leeuwarden zijn naast de APV ook het Ligplaatsenbeleid en het Aanwijsbesluit Ligplaatsen, kaden en wallen van kracht. Omdat op dit beleidsveld nog niet tot harmonisatie van beleid is gekomen, geldt het ligplaatsenbeleid van voormalig Boarnsterhim nog steeds. Dit bemoeilijkt toezicht en handhaving. Het vergt inzet om bekendheid met het beleid van de gemeente Boarnsterhim en de uitvoering daarvan te krijgen. Jaarlijks wordt gecontroleerd op naleving van de ‘1 november regeling’. Pleziervaartuigen in het aangewezen gebied mogen na die datum en tot 1 april het volgende jaar niet in die gebieden liggen. Prioriteit wordt gegeven aan de binnenstad en vervolgens de heringerichte kades. Ook calamiteiten en excessen worden opgepakt. Toezicht en handhaving richt zich op het verhogen van het naleefgedrag en heeft vooral betrekking op illegaal ingenomen ligplaatsen. Reclame De APV, de WABO en het reclamebeleid zijn grondslag voor handhaving. Veel voorkomende overtredingen zijn gevelreclame zonder of in afwijking van een (omgevings-) vergunning en uitstallingen en losse reclameborden bij winkelbedrijven. Daarnaast wordt opgetreden tegen bijvoorbeeld ‘wildplak’, sandwichborden en reclamevoertuigen in de openbare ruimte. Het reclamebeleid wordt in 2015 geharmoniseerd. Het vergt extra inzet om bekendheid met het beleid van de gemeente Boarnsterhim te krijgen en de uitvoering daarvan en vervolgens ook het nieuwe (geharmoniseerde) beleid op te stellen. De binnenstad van Leeuwarden heeft voor toezicht en handhaving de hoogste prioriteit. Daarna volgen (doorgaande wegen binnen) de bebouwde kommen van Leeuwarden en Grou. In de overige gebieden vindt toezicht plaats naar aanleiding van meldingen. Prioriteit in 2015 heeft gevelreclame. Er wordt doorlopend aandacht besteed aan het tegengaan van verloedering door ‘wildplak’ en reclameborden. In 2012 is gestart met het project Gevelreclame binnenstad. Het project is een samenwerking tussen de sectoren Wijkzaken en Bouwen, Wonen en Milieu. Doel van het project is verbetering van het aanzien van de binnenstad van Leeuwarden door het tegengaan van excessen. Het project wordt in 2015 voortgezet.
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
Graffiti
Graffiti en zwerfafval Om het uiterlijk aanzien van de gemeente te verbeteren zijn vanuit het Verpakkingsconvenant middelen beschikbaar gesteld voor het tegengaan van bijvoorbeeld graffiti en zwerfafval. Twee maal per jaar vindt een graffiti-schouw plaats. Naar aanleiding van de bevindingen uit die schouw wordt bijvoorbeeld graffiti verwijderd. Om de wijken en buurten van Leeuwarden schoon te houden en aandacht te vragen voor het tegengaan van zwerfafval, wordt ieder jaar in een wijk de Grote Schoonmaakactie georganiseerd. Handhavers van Stadstoezicht dragen bij aan schouw- en schoonmaakactie, door bijvoorbeeld burgers en bedrijven te informeren hoe om te gaan met hun (huishoudelijk) afval en hoe zwerfafval te voorkomen. Daarnaast maakt ook informatievoorziening - bijvoorbeeld bij middelbare scholen - onderdeel uit van dit taakveld. Groen & Bomen In voorkomende gevallen zorgt overhangend (particulier) groen voor onveilige (verkeers-) situaties en/of belemmert dit het onderhoud van de weg. Toezicht en handhaving richt zich op het tegengaan van overlast en gevaarlijke situaties door overhangend groen. Om illegale kap tegen te gaan is een kapvergunning nodig voor de kap van houtopstanden (monumentale bomen of 9 of meer bomen). Veelal wordt met het verlenen van een kapvergunning een herplantplicht opgelegd. Controle van verleende kapvergunningen en herplantplicht vindt steekproefsgewijs plaats. Toezicht en handhaving legt zich toe op naleving van verleende vergunningen, controle op uitvoering van de herplantplicht en optreden bij illegale activiteiten en niet-naleving van vergunningvoorschriften. Naast de bestuursrechtelijke handhaving kunnen het opleggen van een herplantplicht of het betalen van een schadevergoeding instrumenten zijn die worden ingezet. Ambulante handel Leeuwarden kent diverse week- en jaarmarkten. Stadstoezicht draagt er zorg voor dat de APV, de Marktverordening en het Marktbeleid en de Beleidsregel
verkoopstandplaatsen worden nageleefd. Dit vindt onder andere plaats door gericht toezicht tijdens de verschillende markten. Toezicht bij op- en afbouw vindt plaats bij de vrijdag- en zaterdagmarkt, jaarmarkt, bloemenmarkt, commerciële markt op Koningsdag en vlooienmarkt. Stadstoezicht voert ook het toezicht (en zo nodig handhaving) op standplaatsen in de gemeente, op basis van de Beleidsregel verkoopstandplaatsen. Handhaving vindt plaats door toepassen van de instrumenten genoemd in de Marktverordening en het Marktreglement: (tijdelijk) schorsen of intrekken van vergunningen. Handhaving door middel van het opleggen van een last onder dwangsom is niet uitgesloten. Evenementen Tijdens evenementen gaat het om de (steekproefs-) gewijze controle van de naleving van diverse vergunning voorschriften: gebruik openbare grond, ligplaatsen, evenementen en reclame. Er wordt ingespeeld op het afhandelen van klachten naar aanleiding van evenementen over bijv. gebruik openbare grond. Tijdens grote evenementen wordt op het evenemententerrein een vooren naschouw uitgevoerd.
6.2 Bijzondere wetten Bij de Bijzondere wetten wordt gehandhaafd volgens het op 7 januari 2014 vastgestelde handhavingsarrangement. Het arrangement bevat beleidsregels over hoe opgetreden wordt tegen overtredingen en is het resultaat van afspraken tussen gemeente, politie en Openbaar Ministerie. In geval van overtreding door minderjarigen worden ook de ouders/voogden geïnformeerd dat hun kind alcohol of softdrugs heeft gekocht. Burgers die overlast of overtredingen melden worden geïnformeerd over de wijze waarop de melding is afgehandeld. De informatie die toezicht en handhaving oplevert, wordt ook betrokken bij de beoordeling van nieuwe aanvragen om een vergunning of ontheffing.
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 19
Het resultaat van de risico-analyse is weergegeven in onderstaande tabel. Daarbij zijn de handhavingsonderwerpen geordend op aflopend risico.
signaleren van misstanden en het doorgeven aan of delen van informatie met ketenpartners, de jaarlijkse hygiënische toets en toezicht en handhaving.
Nr.
Handhavingsonderwerpen
Score
1
Prostitutie- en escortbedrijven
25
2
Discotheken, uitgaancentra
17,6
3
Cafés
16
4
Coffeeshops
14,4
5
Theehuis, cafetaria
13,6
6
Niet-vergunningsplichtige bedrijven (afhaalrestaurants, videotheken)
5,6
7
Wijk- en dorpshuizen
4,8
8
Sportkantines
4,8
9
Slijterijen
4
10
Supermarkten
3,2
11
Horeca overige – met alcohol (restaurant, hotel, kerk, kookstudio, studentensociëteit)
2
Onderstaand wordt omschreven waarop in 2015 de inzet zal worden gepleegd. Prostitutie- en escortbedrijven Leeuwarden heeft 12 vergunde seksinrichtingen. Hiervan zijn 9 gevestigd op de Weaze. Hier wordt inpandige raamprostitutie aangeboden (142 werkkamers). Eén vergunning is verstrekt voor een privéhuis, één voor een massagesalon en één voor een videotheek. Van de vergunde prostitutiebedrijven op de Weaze zijn gedurende het jaar 3 sporadisch open. Het doel van de controles is om een bijdrage te leveren aan het bestrijden en voorkomen van mensenhandel, aan het verbeteren van de veiligheid, gezondheid en werkomstandigheden van prostituees werkend bij prostitutiebedrijven. Dit doel willen we bereiken door het
De prostitutiebedrijven moeten voldoen aan alle voorwaarden gesteld in de vergunning en in de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden. Er zijn alleen prostituees in de inrichtingen werkzaam die de minimale leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. Het is verplicht om te allen tijde een beheerder in het prostitutiebedrijf aanwezig te hebben wanneer deze geopend is voor publiek. Het is dagelijks niet mogelijk om als prostituee en/of bezoeker in een prostitutiebedrijf te verblijven tussen 03:00 uur en 10:00 uur. In 2015 zullen de vergunde bedrijven die open zijn 6 keer worden gecontroleerd, gezamenlijk door een handhaver van stadstoezicht en een bouwinspecteur. Discotheken, uitgaanscentra en cafés Leeuwarden heeft circa 75 discotheken, uitgaanscentra en cafés. De horecabedrijven waarbij de laatste 3 jaar geen overtredingen zijn geconstateerd worden niet meegenomen in de geplande jaarlijkse preventieve controle. De doelstelling is het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden. Specifiek wordt gekeken of alle horecabedrijven beschikken over een geldige Drank- en Horecawetvergunning of exploitatievergunning. Daarnaast dient tijdens de openingsuren altijd een leidinggevende aanwezig te zijn en mag er geen alcohol worden geschonken aan minderjarigen. In 2015 zal er bij 50 bedrijven een preventieve controle plaatsvinden en bij 14 bedrijven wordt er een leeftijdscontrole uitgevoerd.
Horeca Leeuwarden, Doelesteeg
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 20
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
Coffeeshops In de gemeente Leeuwarden zijn maximaal 13 coffeeshops toegestaan. Op dit moment hebben 12 coffeeshops een exploitatievergunning en een gedoogverklaring. De doelstelling is het zo effectief mogelijk reguleren en handhaven om de gezondheidsrisico’s minimaal te houden en de openbare orde en veiligheid te kunnen waarborgen.
Jeugdhonken, wijk- en dorpshuizen en sportkantines Leeuwarden kent circa 110 jeugdhonken, wijk- en dorpshuizen en sportkantines. Als doelstelling voor handhaving geldt het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet, Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden en de paracommerciële verordening.
Coffeeshops moeten voldoen aan de gedoogvoorwaarden (geen affichering; geen harddrugs; geen overlast; geen verkoop aan jeugdigen onder de 18 jaar, hoeveelheden per transactie kleiner dan 5 gram) en aan de voorwaarden gegeven in de exploitatievergunning. Op jaarbasis wordt iedere coffeeshop driemaal gecontroleerd. De politie controleert op het gestelde in de gedoogverklaring, de handhavers op de voorwaarden gegeven in de exploitatievergunning. De Belastingdienst controleert de boekhouding.
De regelgeving verplicht dat alle (para)commerciële instellingen beschikken over een geldige Drank- en Horecawetvergunning of exploitatievergunning. Tijdens de openingsuren dient er altijd een leidinggevende of barvrijwilliger aanwezig te zijn en een lijst met de barvrijwilligers. Schenktijden moeten worden nageleefd. En er mag geen geen alcohol geschonken of verstrekt worden aan minderjarigen. In 2015 worden er 50 preventieve controles en 32 leeftijdscontroles uitgevoerd om te controleren of aan de regelgeving wordt voldaan.
Theehuis, cafetaria Leeuwarden kent 45 cafetaria’s en theehuizen. De doelstelling is het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden. Specifiek wordt gekeken of de bedrijven beschikken over een geldige Drank- en Horecawetvergunning of exploitatievergunning. Daarnaast dient tijdens de openingsuren altijd een leidinggevende aanwezig te zijn en mag er geen alcohol worden geschonken aan minderjarigen.
Slijterijen In de gemeente Leeuwarden zijn circa 17 slijterijen. De doelstelling is het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet. Alle slijterijen moeten beschikken over een geldige Drank- en Horecawetvergunning. Tijdens de openingsuren dient er altijd een leidinggevende aanwezig te zijn en er mag geen geen alcohol worden verstrekt aan minderjarigen. In 2015 worden er 17 gecombineerde leeftijd- en preventieve controles uitgevoerd.
In 2015 zal er bij 20 bedrijven een preventieve controle plaatsvinden en bij 10 bedrijven wordt er een leeftijdscontrole uitgevoerd.
Horeca overig Leeuwarden heeft circa 185 bedrijven die onder de categorie horeca overig vallen. Hiermee wordt bedoeld: restaurants, hotels, kookstudio’s, koffiezaken etc. De doelstelling is het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden. Alle bedrijven beschikken over een geldige Drank- en Horecawetvergunning of exploitatievergunning en er is tijdens de openingsuren altijd een leidinggevende aanwezig is. In 2015 worden er 50 preventieve controles uitgevoerd.
Supermarken en niet-vergunningsplichtige bedrijven Leeuwarden heeft circa 34 supermarkten (Lidl, Super de Boer, Albert Heijn etc.) met landelijke naamsbekendheid, maar ook supermarkten met minder naamsbekendheid zoals Al Yasmin supermarket, Ulu Camii Marketi etc. Ook vallen er veel bedrijven onder detailhandel. Hiermee worden bedrijven bedoeld waar men eten kan afhalen of laten bezorgen, of waar men diensten verleent (internetwinkel, videotheek etc.). Deze bedrijven hebben geen vergunning nodig van de gemeente. De doelstelling is het bevorderen van de naleving van regels van de Drank- en Horecawet en de Algemene Plaatselijke Verordening Leeuwarden, zodat er geen alcohol wordt geschonken of verstrekt aan minderjarigen. In 2015 zullen er bij deze bedrijven 48 leeftijdscontroles worden uitgevoerd. Bij de zogenaamde ‘hot spots’ wordt het bestrijden van jeugdoverlast gecombineerd met leeftijdscontroles naar de verstrekking van alcohol.
Evenementen Tijdens evenementen worden controles gehouden op de drank en horecawetgeving. Op het evenemententerrein en/of in de directe omgeving worden controles gehouden op het nuttigen van alcohol door jongeren. Daarnaast worden gedurende grote evenementen ook controles uitgevoerd bij bedrijven die alcohol verstrekken, zoals supermarkten en cafés. Er wordt dan specifiek gekeken naar de alcoholverkoop aan jongeren, middels leeftijdscontroles.
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 21
6.3 Veiligheid Op 24 november 2014 heeft de gemeenteraad van Leeuwarden het nieuwe Veiligheidsmenu 2015-2018 vastgesteld. Als gemeente willen we dat Leeuwarden in 2018 een stuk veiliger is. Oftewel Leeuwarden scoort in 2018 een 7,5 op de wijkveiligheidsindex. Veiligheidsbeleid vraagt altijd om maatwerk. Het beleidskader maakt de uitvoering mogelijk. Toezicht en handhaving wordt daarbij in toenemende mate belangrijker om de orde en veiligheid in wijken en dorpen te waarborgen. Het veiligheidsdomein wil slagvaardige instrumenten die snel, integraal, efficiënt en effectief optreden mogelijk maakt. Voortvloeiend uit de doelstelling van het veiligheidsbeleid zijn voor het HUP de volgende onderdelen op het gebied van veiligheid opgenomen. Toezichtsmodel binnenstad Het toezichtsmodel is een samenwerkingsverband tussen politie, gemeente (handhavers stadstoezicht) en het beveiligingsbedrijf Trigion waarbij gezamenlijk toezicht leidt tot betere signalering en handhaving van de openbare orde. Vanwege mogelijke effecten van strenger en intensiever toezicht in de binnenstad wordt onderzocht om dit gebied uit te breiden naar randgebieden van de binnenstad. Zie ook paragraaf 3.3. Cameratoezicht Het instrument cameratoezicht draagt bij aan de afname van geweld tijdens het uitgaan, verhogen van het veiligheidsgevoel van inwoners en crowd control bij evenementen. Er worden 12 camera’s structureel ingezet die door de eenheid Stadstoezicht live worden uitgekeken tijdens uitgaansuren. Het live uitkijken vindt plaats op donderdag-, vrijdag- en zaterdagnacht van 22.00 uur tot 06.00 uur. Daarnaast op Koningsnacht/dag, 5 mei, 2e Kerstdag en oud en nieuw. Dit instrument is onlosmakelijk verbonden met de effectieve aanpak van veiligheid en vindt in nauwe samenwerking met de politie plaats. Overlast gevende jeugdgroepen De aanpak van jeugdoverlast wordt geregisseerd door de gemeentelijke Taskforce Jeugdoverlast. Toezicht en handhaving vindt plaats vanuit de ketenaanpak en wordt uitgevoerd door straatcoaches, politie en handhavers in samenwerking met ambulant jongerenwerk. Handhavers controleren actief op de overlastlocaties zoals vastgesteld door de Taskforce Jeugdoverlast en treden waar nodig handhavend op. Hiervan worden rapportages opgemaakt die gebruikt worden in de ketenaanpak, de persoonsgerichte aanpak in het VHF (Veiligheidshuis Fryslân), de disciplinegesprekken met politiechef en burgemeester of een bestuurlijke maatregel (gebiedsverbod samenscholingsverbod). Goede
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 22
dossiervorming is cruciaal. Daarnaast vinden gerichte controles plaats naar aanleiding van verzoeken van JVZ, MOL of politie. Vanaf 2015 worden de straatcoaches ondergebracht bij de eenheid Stadstoezicht, waar ook de coördinatie van deze werkzaamheden plaatsvindt. Meldpunt Overlast Leeuwarden (MOL) Het MOL is binnen de gemeente Leeuwarden het team waar alle klachten (sociale overlast) en meldingen binnen komen. Via het MOL worden meldingen van overlast in wijken doorgegeven aan onder meer Stadstoezicht. De aanpak van Stadstoezicht is afhankelijk van de aard van het probleem en omvat vaak meerdere intensieve controles. Geschat aantal MOL-meldingen voor Stadstoezicht op jaarbasis is 38. Algemeen toezicht Het algemeen toezicht vindt plaats in de gehele gemeente, overdag en in de avond- en nachtelijke uren. De inzet voor het toezichtsmodel valt hier buiten. Algemeen toezicht omvat meerdere handhavingsonderwerpen; gedacht kan worden aan gerichte controle op met JVZ besproken prioriteiten, Melddeskmeldingen op veiligheidsgebied, controle op samenscholingsverboden, individuele verblijfsverboden en andere ge- en verboden. Inzet in het Weazegebied en controles op vuurwerk worden ook vanuit dit toezicht ingezet. Doelstelling van dit toezicht is om overlast en het aantal meldingen te doen dalen. Deze flexibele inzet maakt het mogelijk bij allerhande incidenten snel en adequaat te kunnen optreden. Dit soms ook ter ondersteuning van politieacties; wel uiteraard ieder in zijn eigen discipline. Horecatoezicht Handhaving van het horecabeleid wordt integraal gereguleerd in deze HUP. Dagelijks toezicht en handhaving op straat zijn hiermee onlosmakelijk verbonden. Toezicht en handhaving zijn noodzakelijk om de openbare orde en veiligheid te waarborgen binnen de etablissementen en de terrassen. Horecatoezicht vindt plaats in de gehele gemeente, in de avond en nachtelijke uren van donderdag tot en met zaterdagnacht. Controles worden ingezet ten behoeve van sluitingstijden, controle horecabedrijven, aanwezigheid van alcohol op de openbare weg, terrassen etc. Toezicht opkopersregister Vanaf 2013 is uitvoering gegeven aan het plan van aanpak woninginbraken en heling. Onderdeel van dit plan van aanpak is het controleren van de registerplicht van handelaren in tweehandsgoederen en de bestuurlijke handhaving hiervan. In overleg met de politie worden de te controleren handelaren geselecteerd. In 2015 worden er 3 grote controles gehouden waarbij onder andere
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
gecontroleerd wordt of de goederen die in de winkel aanwezig zijn ook daadwerkelijk in het register staan. Daarnaast worden 30 kleine controles uitgevoerd, waarbij gecontroleerd wordt of het opkoopregister op een goede wijze wordt bijgehouden. Toezicht wedstrijden Cambuur De thuiswedstrijden van Sc Cambuur trekken veel publiek; het stadion is meestal uitverkocht. Bij risicowedstrijden is de druk in en rond het stadion groot en worden extra maatregelen getroffen om de veiligheid te waarborgen. Aan de hand van een risico-inventarisatie wordt ook in 2015 in samenspraak met JVZ en politie de inzet van de handhavers bepaald. De inzet richt zich vooral op het algemeen toezicht in de openbare ruimte rondom het stadion en het toezicht in algemene zin op overtredingen van de APV (zoals parkeerexcessen).
Evenementen Bij de inzet voor evenementen door de handhavers van Stadstoezicht wordt ook een bijdrage geleverd aan crowd controle en veiligheid. Indien nodig wordt cameratoezicht ingezet ten behoeve voor grote evenementen. Bij grote evenementen, ca. 25, vindt er algemeen toezicht plaats op en rondom het evenementen terrein en vindt de inzet plaats afhankelijk van de grootte van het evenement.
Horeca Leeuwarden, Kelders
Hoofdstuk 6: Fysieke openbare ruimte, bijzondere wetten en veiligheid 23
BIJLAGE 1: Beschikbare handhavingscapaciteit per handhavingsdomein Handhavingsdomein Wabo-domeinen
Beschikbare uren Bouw
7.100
Brandveiligheid
3.100
Inrichtinggebonden milieu
6.500
Bodem
1.900
Evenementen
Totaal uren
550 19.150
Bijzondere wetten
Toezicht Bijzondere Wetten Evenementen
1.895 320 2.215
Fysieke openbare ruimte
Parkeercontrole
13.500
Afvalcontrole
5.981
Hondencontrole
2.457
Reclame
560
Graffiti en zwerfafval
115
Gebruik openbare grond
350
Groen en bomen
100
Ligplaatsen
200
Ambulante handel Evenementen
1.168 215 24.646
Veiligheid
Toezichtsmodel binnenstad
3.681
Algemeen toezicht
3.674
Horecatoezicht
2.496
Cameratoezicht
2.608
Overlastgevende jeugdgroepen
3.298
Toezichtverzoeken Meldpunt Overlast
190
Toezicht op het opkopersregister
112
Extra inzet bij Cambuurwedstrijden Evenementen
320 1.500 17.879
24
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid
25
27
28
HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2015 Fysieke leefomgeving en veiligheid