Kennispublicatie
Geo voor fysieke veiligheid Geografische data verkrijgen, beheren en gebruiken
Infopunt Veiligheid
Door het belang van de factor locatie in openbare orde en veiligheid is geo-data onmisbaar voor hulpverleners. We zitten momenteel midden in de revolutie van de digitalisering van kaartmateriaal. Deze kennispublicatie geeft hulpverleners een overzicht van hoe je slim geo-data kunt verkrijgen, beheren en gebruiken. Scope van de publicatie Voor hulpverleners gaat de kernvraag altijd over locatie: waar is het en wat komen we tegen? Een juist inzicht in de locatie en de omgeving van een incident is van cruciaal belang voor de beeldvorming, oordeelvorming en besluitvorming. Hoe beter dit inzicht, hoe doeltreffender veelal de hulpverlening. Niet voor niets heeft daarom een concept als Netcentrisch Werken zo’n grote vlucht genomen de afgelopen jaren. Situational awareness (omgevingsbewustzijn) dat slim met de betrokken, relevante functionarissen gedeeld kan worden, redt levens en voorkomt onnodige schade. Actueel en betrouwbaar kaartmateriaal is misschien gewenst, maar nog zeker niet vanzelfsprekend. Menigeen kent het beeld van brandweerlieden die met verouderde bereikbaarheidskaarten naar een incidentlocatie moeten rijden. Het op orde krijgen en houden van kaartmateriaal of geografische data (kortweg genoemd: geo-data) vereist dan ook de nodige inspanning. Deze kennispublicatie geeft een overzicht van wat er zoal aan de orde komt bij het verkrijgen, beheren en gebruiken van geo-data. De volgende vragen komen hierbij aan bod: • Geo-data: waar hebben we het over? • In welk hulpverleningswerk is geo-data van belang? • Welke geo-data komt er specifiek vanuit de overheid beschikbaar? • Geo-data: hoe te verkrijgen? • Geo-data: hoe te beheren en actueel te houden? • Geo-data: hoe te gebruiken?
Geo-data: waar hebben we het over? Strikt gesproken zijn alle gegevens met een locatiecomponent aan te duiden als geo-data: je kunt die immers een plek geven op een landkaart. Maar eigenlijk valt hier bijna alles onder. In de praktijk bedoelen we met geo-data een verzameling gegevens die te tekenen is als een beeld van een stukje terrein, gecombineerd met allerlei thematische gegevens die het inzicht in dat terrein vergroten. Dus ook adresgegevens en populatiegegevens over een bepaald gebied zijn te beschouwen als geo-data.
2
Van handgetekend naar digitaal Bij geo-data denken we al snel aan een al dan niet thematische kaart. Waar kaarten tot ver in de 20e eeuw vooral met de hand werden getekend, worden deze vandaag de dag vrijwel altijd vanuit digitale bestanden samengesteld en vervaardigd. Inmiddels zijn door de digitalisering wereldwijde standaarden voor digitale geografische bronbestanden afgesproken, zodat digitale geo-data goed uitwisselbaar is en blijft. Internationaal zijn standaarden ontwikkeld voor het digitaal modelleren van geo-data, voor zowel het uitwisselen van geo-data als de betekenis van de gebruikte termen. In heel Europa wordt hetzelfde bedoeld zodra we het hebben over termen als: wegen, panden, functionele en registratieve gebiedsindelingen. In Nederland is hiervoor de IM-Geo standaard gemaakt. In Nederland is Geonovum het loket voor geografische standaarden. Dit loket beheert tevens het Informatiemodel Openbare Orde en Veiligheid (IM-OOV), dat op basis van IM-Geo is uitgewerkt voor de hulpverleners in Nederland. Zie ook www.geonovum.nl. Wat maakt OOV nu zo bijzonder dat er een speciale standaard voor nodig is? IM-OOV Datasets: groen, blauw en rood Hulpverleners hebben te maken met drie typen geo-data die in het IM-OOV respectievelijk groen (terrein), blauw (koud) en rood (warm) zijn gekleurd. • Groen: dit zijn de kaarten die het terrein /de ondergrond weergeven oftewel de werkelijkheid. Voorbeelden hiervan zijn: de topografische kaart, luchtfoto en GBKN. Deze gegevens zijn relatief statisch, ze veranderen niet van dag tot dag. • Blauw: de preparatieve kaartgegevens. Hieronder vallen onder meer de thematische gegevens van de risicokaart zoals: dijkringen, bereikbaarheidskaarten, WAS palen (de sirenemasten die elke eerste maandag van de maand van zich laten horen). Dit noemen we ook wel ‘informatie vóór het incident’. • Rood: de repressieve kaartgegevens, of ‘informatie dóór het incident’. Dit zijn actuele, tijdelijke (dynamische) gegevens die op de kaart te plotten zijn, zoals brongebied, effectgebied, locaties, overstromingsgebied, hulpverleners, locaties slachtoffers, locaties niet-zelfredzame mensen en locaties ramptoeristen. 3
Deze opsomming illustreert dat een kaartbeeld laagsgewijs wordt opgebouwd met onderop de groene kaart, daar bovenop komen de blauwe gegevens en bij een incident daar nog weer bovenop de rode gegevens. Zie het als transparante vellen, die je als het ware over elkaar legt.
In welk hulpverleningswerk is geo-data van belang? Het IM-OOV maakt duidelijk dat geo-data in vrijwel alle schakels van de veiligheidsketen wordt gebruikt. proactie
voorlichting, terreinverkenning
preventie
preparatie
advisering vergunning, inspectie
opleiden, trainen, oefenen
repressie
incidentbestrijding
nazorg
herstel normale situatie, leren
In de proactie zien we de risicokaart, die de diverse risicogevende en risicoontvangende objecten in kaart brengt. In de preventie en preparatie komen we de bereikbaarheidskaart tegen, die de veiligheid op het niveau van een pand helpt waarborgen. In de repressie zien we het belang van geo voor de meldkamer, en bij opgeschaalde situaties het situationele beeld voor Netcentrisch Werken. In de nazorgfase is kaartmateriaal relevant voor het afhandelen van schade (eigendomsgrenzen, effectgebied). Het belang van goed kaartmateriaal voor de geneeskundige hulpverlening is duidelijk, ambulances moeten een adres altijd kunnen vinden.
4
Kortom, hulpverleners zijn voor hun werk afhankelijk van actueel en betrouwbaar kaartmateriaal. Maar het organiseren daarvan is nog niet zo vanzelfsprekend. Gelukkig komt er vanuit de overheid steeds meer kaartmateriaal beschikbaar.
Welke geo-data komt er specifiek vanuit de overheid beschikbaar? Thuis zijn mensen gewend aan gratis Google Maps of Bing Maps. De belasting betalende burger verwacht van de overheid hetzelfde. Gelukkig speelt de overheid hier steeds meer en beter op in. De volgende ministeries zijn op dit gebied in het bijzonder actief: • Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). Dit is een samenvoeging van VROM en Verkeer & Waterstaat. Met name het Kadaster als uitvoerende organisatie is bekend vanwege de kadastrale eigendomskaarten en de topografische kaarten, en sinds kort ook de Basisregistratie Gebouwen en Adressen (BAG). Ook Rijkswaterstaat als uitvoerende dienst beheert een aantal belangrijke kaarten, zoals het Nationaal Wegenbestand en het Actueel Hoogtebestand. • Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Zij beheert veel thematisch kaartmateriaal over economie en landbouw. Sinds enkele jaren organiseert de overheid het thema Geo via het inter departementale GI-beraad, dat wordt voorgezeten door het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dit heeft geresulteerd in: 1. Een sterke doorontwikkeling van geo-data in het Stelsel van Basisregistraties. Een bespreking van basisregistraties overstijgt de reikwijdte van deze kennispublicatie, maar hieronder vallen onder meer betrouwbare, landelijk dekkende registraties voor: personen, bedrijven, adressen, gebouwen en dus ook kaarten. Zie ook www.stelselbasisregistraties.nl 2. De bundeling van overheidsdiensten op geo-gebied in de vorm van het overheidsinitiatief Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) met het Nationale Georegister als loket voor kaartdata. Het PDOK initiatief biedt steeds meer geografische datasets aan. Een releaseplanning is te vinden op: www.pdok.nl 3. De trend is dat steeds meer geografische overheidsdata kosteloos beschikbaar komt en vrij gebruikt mag worden. We noemen dat Open Geo-data. Zo is de topografische kaart van het Kadaster (Basisregistratie Topografie) sinds 2012 kostenloos digitaal verkrijgbaar. Dat geldt ook voor de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), die nu - ook als 5
maandelijks abonnement - voor publieke partijen kosteloos beschikbaar is. 4. Naast de genoemde ‘groene’ ondergrondkaarten komt ook meer ‘blauwe’ geo-data voor pro-actie, preventie en preparatie beschikbaar. Het bekendste voorbeeld is de provinciale risicokaart, die beschikbaar is in een burgerversie en een professionele versie. Zie ook www.risicokaart.nl
Geo-data: hoe te verkrijgen? Bedenk vooraf goed waarvoor je geo-data wilt gebruiken en welke GIS-software (Geografisch Informatie Systeem) hiervoor nodig is. Hoewel geo-data steeds goedkoper wordt, blijft de software prijzig. Voor het bekijken van een kaartbeeld is een webservice voldoende. Dit is een stukje kaart, dat je kunt opvragen via een webserver. Veel GIS-applicaties kunnen tegenwoordig kaarten als een webservice opvragen en als kaartlaag tonen. Alles wat je feitelijk nodig hebt is een URL (websiteadres). Het merendeel van die adressen is te vinden op www.nationaalgeoregister.nl of het dataportaal van de Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK). Veel voor hulpverleners relevante kaartlagen komen naar verwachting beschikbaar via een centrale LCMS-voorziening (Landelijk Crisis Management Systeem). Het project Netcentrisch Werken heeft hierover op landelijk niveau afspraken gemaakt met de bronhouders en het PDOK, zodat niet iedere regio dit zelf hoeft te organiseren. Zie www.crisisplein.nl voor meer informatie. Voor het zelfstandig uitvoeren van complexe berekeningen met geo-data en het op de eigen manier opmaken van de kaart volstaat niet alleen een webservice, maar zijn ook nog de brongegevens nodig. Dat zijn in de regel forse bestanden die een grote hoeveelheid opslagcapaciteit (geo-server) vragen en een krachtige verwerkingscapaciteit (krachtige computers). Bepaal dus eerst welke geo-data in welk formaat je in huis wilt hebben. Tot voor kort leverden bronhouders de geo-data aan in softwareleverancierspecifieke bestandsformaten, maar steeds vaker wordt geo-data alleen nog in internationale open standaardformaten zoals: XML-, GML- of GeoTIFF-formaat geleverd.
6
Een aantal voorbeelden hoe geo-data wordt aangeleverd: • Top10NL, onderdeel van de Basisregistratie Topografie en leverbaar in GML-formaat. Het landsdekkende bestand is 22 Gigabyte groot. Updates: jaarlijks. • BAG Extract, basisregistratie gebouwen en adressen. Dit is leverbaar in XML- en GML-formaat (inclusief pandcontouren). Bestand Nederland is 14 Gigabyte groot. Updates: maandelijks. • Luchtfoto’s Nederland. Deze worden jaarlijks bijgewerkt, zijn leverbaar in GeoTIFF-formaat, grootte (landsdekkend) tussen 850Gb en 2500Gb, afhankelijk van de gewenste resolutie. • Nationaal Wegenbestand. Wordt jaarlijks bijgewerkt door Rijkswaterstaat. Inclusief richtingduiding en maximum snelheid per wegdeel. Leverbaar in Shapefile-formaat. De analysemogelijkheden hangen verder voor een belangrijk deel af van de kwaliteit van de GIS-software die voor de analyses wordt gebruikt. Er bestaat een gratis Open Source GIS zoals de QuantumGIS (zie www.qgis.org), maar ook zijn er dure GIS-pakketten, waaronder de ESRI ArcGIS suite en MapInfo. In alle gevallen is een bepaalde geo-expertise vereist; de software is namelijk van een heel andere orde dan die van bijvoorbeeld een Office pakket. Een GIS-opleiding is dus aan te bevelen. In het algemeen geldt: kiezen voor een Open Source vraagt om een grotere investering in het eigen maken van de specialistische kennis. Kiezen voor marktsoftware betekent meer investeren in licenties.
De conclusie voor het verkrijgen van geo-data is, dat de basisdata steeds vaker kosteloos beschikbaar komt. Wel is GIS-kennis vereist om daar een betekenisvol beeld van te maken. Verrijkte geo-data (bijvoorbeeld pandgegevens inclusief WOZ- waarde) kost in het algemeen meer. Kijk dus altijd goed of de meerprijs in verhouding staat tot de complexiteit van de verrijkingsslag.
7
Geo-data: hoe te beheren en actueel te houden? Veel organisaties hebben onbedoeld meerdere kaartsets op meerdere plekken in de organisatie beschikbaar, met alle overbodige licentiekosten van dien. Het loont een overzicht op te stellen dat inzichtelijk maakt waar en wanneer precies in de werkprocessen geo-data wordt gevraagd. Die geo-data kan dan in één keer organisatiebreed worden beheerd. Hiervoor is niet altijd een speciale geo-beheerafdeling nodig, soms volstaat het beheren van een geo-server via de IT-beheerafdeling. Bedenk vooraf goed welke geo-data fysiek op die eigen geoserver aanwezig moet zijn, en welke geo-data realtime bij de bronhouder kan worden betrokken. Hierbij gelden de volgende vuistregels: 1. Geo-data die licht (geen tientallen gigabytes) is qua opslag en geen realtime gegarandeerde beschikbaarheid vereist, kan het beste bij de bronhouder gehaald worden, vaak in de vorm van een webservice. Denk bijvoorbeeld aan een webservice van de provinciale risicokaart. 2. Het is af te raden te vertrouwen op de beschikbaarheid van een publiek netwerk voor geo-data die realtime gegarandeerd beschikbaar moet zijn. Dit betreft vooral ‘rode’ (dynamische, repressieve) incidentdata, maar het kan ook van belang zijn voor een BAG-Extract van een incidentlocatie. Beheer zulke geo-data dus bij voorkeur zelf. Dit kan in de vorm van een lokale kopie van (een stukje van) een landelijke server. Dit vereist in veel gevallen wel extra eigen investeringen in de kwaliteit van de gebruikte netwerkinfrastructuur. 3. Geo-data die veel ruimte in beslag neemt (zoals gedetailleerde luchtfoto’s van vaak tientallen gigabytes) kan beter zelf in beheer worden gehouden. Dit om de publieke netwerkinfrastructuur niet overbodig te belasten. Het gaat hier vaak om een kopie van een landelijk bestand, dat bijvoorbeeld jaarlijks wordt geactualiseerd. In het algemeen geldt dat de kosten van het beheer van geo-data niet zozeer in de gegevens zelf zitten, maar meer in de (licenties van) GIS-software en de ondersteunende infrastructuur.
8
Een belangrijk aspect van het beheer van geo-data is het maken van afspraken met de bronhouders van gegevens of met partijen die verrijkte gegevenssets aanbieden. In eerste instantie lijkt het logisch om voor de benodigde basisgegevens afspraken te maken met het PDOK. Vanuit het landelijk project Netcentrisch Werken zijn er echter al veel afspraken met geo-bronhouders gemaakt die gelden voor de deelnemende partijen in de veiligheidsregio’s. Ook het landelijk project Digitale Bereikbaarheidskaart lift zogezegd mee op de gemaakte bulkafspraken. Dat betekent dat de afspraken voor veruit de meeste basis geo-data zijn geregeld. In samenwerking met het PDOK levert het project Netcentrisch Werken ook een Landelijke Voorziening voor kaartservices. Voor de doctrines in de veiligheidsregio’s in de veiligheidsketen is de geo-data als volgt geregeld: • Netcentrisch werken (opgeschaalde situaties): Kaartdata (IM-OOV groen, blauw) wordt geserveerd via de Centrale LCMS-voorziening, op basis van afspraken met een variëteit aan bronhouders. “Rode” kaartdata wordt geserveerd via de meldkamer, CoPI, etcetera. • DBK (reguliere situatie): Kaartdata (IM-OOV groen, blauw) wordt geserveerd via de Centrale LCMS-voorziening; de kaartlaag DBK komt uit de DBKgegevens van de regionale (geo)dataservers. “Rode” kaartdata is bij DBK in principe niet van toepassing. De meldkamer vormt een bijzondere gebruiker van geo-data vanwege het tijdkritische karakter waarmee een grote variëteit aan kaartmateriaal beschikbaar moet zijn. Deze speciale eisen vallen echter buiten de scope van deze kennispublicatie.
Geo-data: hoe te gebruiken? Aangezien een plaatje vaak meer zegt dan duizend woorden, kan het slim gebruik van kaarten grote voordelen opleveren in het veiligheidswerk. Daarbij is het goed om onderscheid te maken tussen groen gebruik, blauw (koud) gebruik en rood (warm) gebruik, net zoals bij het IM-OOV. • Groene geo-data (de basis oftewel realiteit/werkelijkheid). Slim gebruik van deze geo-data houdt vooral in: het goed bedenken welk detailniveau voor welke toepassing nodig is. Een gedetailleerde GBKN-kaart met alle vluchtheuvels is niet in alle gevallen relevant. Bijvoorbeeld in evacuatiescenario’s voor overstromingen is een goede stratenkaart belangrijk, maar dat hoeft geen GBKN te zijn. Vaak wordt hier Top10NL (BRT) gebruikt.
9
•
•
•
Blauwe geo-data (preparatief). Slim gebruik van preparatieve geo-data betekent het vergroten van inzicht voor planvorming of het risicoprofiel. Door bijvoorbeeld de kazernelocaties te koppelen aan de BAG-pandlocaties en het Nationaal Wegenbestand, kan per pand een inschatting / benadering gemaakt worden van de opkomsttijden van de brandweer. En door berekeningsmodellen voor natuurbranden te koppelen aan campinglocaties, kan een preventiecampagne beter worden voorbereid. Rode geo-data. De netcentrische waardeketen geeft aan dat een goede besluitvorming afhangt van een juiste oordeelsvorming. Deze hangt vervolgens weer af van een goede beeldvorming, waarbij een goede situational awareness cruciaal is. De opleidingen tot Informatiemanager CoPI (Coördinatieteam Plaats Incident) en Informatiemanager OT (Operationeel Team) zijn van toenemend belang. Daarbij helpt het om uit te gaan van landelijke symbolensets en landelijk vastgestelde definities van begrippen (betekenis, semantiek). Zoals de meldkamer inmiddels landelijk vastgestelde meldingsclassificaties heeft, zo komen er ook gestandaardiseerde begrippenlijsten voor het (netcentrische) kaartbeeld. Combinaties van blauwe en rode geo-data. Door bijvoorbeeld historie van locaties van wijkbranden te analyseren, kunnen incidentpatronen worden ontdekt die van belang kunnen zijn voor het politieonderzoek over sociale veiligheid en de voorlichtingscampagnes van de brandweer over brandveiligheid.
Andere wetenswaardigheden • Luchtfoto’s zijn kosteloos verkrijgbaar als webservice via het PDOK, de provinciale risicokaart en naar verwachting op termijn ook via de Centrale LCMS Voorziening. • De GBKN wordt momenteel geconverteerd naar de BGT, de Basisregistratie Grootschalige Topografie. Deze komt naar verwachting in 2015 beschikbaar (via PDOK). • De Top10NL is de meest gedetailleerde dataset van de Basisregistratie Topografie en is sinds 2012 kosteloos als open geo-data beschikbaar.
10
Er is echter nog veel conversiewerk nodig om de geleverde data in een GIS-pakket te kunnen gebruiken. Technisch experts kunnen hiervoor terecht op: www.nlextract.nl • De BAG, de Basisregistratie van Adressen en Gebouwen, wordt maandelijks bijgewerkt. Een abonnement is verkrijgbaar via het Kadaster. Hiervoor geldt dezelfde conversieslag als voor GIS-pakketten. Een gratis tool om een BAG Extract te converteren naar Shapefiles is te vinden op: www.geon.nl • De Provinciale Risicokaart ondergaat in 2012 en 2013 een forse verbeterslag en gaat alle locaties conform de BAG registreren. • Het project ‘De Witte Kaart’ bereidt een basisregistratie zorgaanbod voor, waarmee naar verwachting alle zorginstellingen als extra kaartlaag op het LCMS-scherm beschikbaar zullen komen. • Vrij te gebruiken rasterkaarten van veiligheidsregio’s, politiegebieden en OOV-ketenpartners zijn te downloaden via de website van de auteur: www.imergis.nl/asp/44.asp. Infopunt Veiligheid heeft een speciaal dossier samengesteld over Geografische Informatie met actueel nieuws en kennisverwijzingen naar geografische gegevens.
Nederland overstroomd. Samengesteld beeld van oktober 2010 door Imergis, met overstromingsdata uit www.risicokaart.nl
Colofon Uitgave van Infopunt Veiligheid, mei 2012 Tekst en beeld: Jan-Willem van Aalst (Imergis) De samenstellers hebben de grootst mogelijke zorg aan de inhoud van deze kennispublicatie besteed. Aan de inhoud van deze kennispublicatie kunnen echter geen rechten worden ontleend en de samenstellers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid die zou kunnen voortvloeien uit de inhoud van deze kennispublicatie.
11
Infopunt Veiligheid Infopunt Veiligheid, onderdeel van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV), is hét centrale vraag- en informatieloket op het gebied van fysieke veiligheid. Beroepsbeoefenaars kunnen hier hun vragen voorleggen aan vakspecialisten. Dat kan telefonisch, per e-mail of via een webformulier. De toegang tot de informatieservice en informatiebemiddeling is laagdrempelig en kosteloos. Actuele dossiers Infopunt Veiligheid biedt ook inzage in een online kennisbank met dossiers die actueel worden gehouden door een redactieteam van kennismakelaars en deskundigen uit de praktijk. U hebt 24 uur per dag toegang tot enkele duizenden kennisdocumenten verdeeld over meerdere kennisgebieden. Een belangrijke kennisbron voor veiligheidsregio’s, hulpverleningsdiensten, landelijke, provinciale en gemeentelijke overheden en organisaties in de vitale sectoren. Kennispartners Om meer doelgroepen van dienst te kunnen zijn en de kennis verder te verbreden, werkt Infopunt Veiligheid samen met kennispartners zoals: het Centrum Industriële Veiligheid (CIV), GHOR Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Het informatiepunt wordt ondersteund door een gebruiks vriendelijke, interactieve website: www.infopuntveiligheid.nl
Infopunt Veiligheid Kemperbergerweg 783 Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 0900 235 112 112 (lokaal tarief) F 026 351 50 51 E
[email protected] www.infopuntveiligheid.nl
juni 2012
Als veiligheid ook úw punt is!