Consument is steeds minder trouw aan zijn adviseur > 4
20
Nr.
Jaargang 35 13 december 2013
Adviseur krijgt rol in verkoop woningen > 5
Interview PE-examen of niet, Adfiz zet in 2014 de lobby onverminderd voort. Bijvoorbeeld voor een gelijk speelveld: “Aanbieders zouden niet moeten mogen adviseren”, zegt directeur Hanneke Hartman. 8
Halvering werkgelegenheid dreigt in financiële branche
De bedrijfstak heeft de PE-toets aan zichzelf te danken, vindt Dik van Velzen van Bonden vrezen na opleider Nibe-SVV. 3
Achmea meer Transparante kredietbeoordelingen van reorganisaties
verzekeraars zijn ook in het belang van het De zware reorganisatie intermediair, zegt Standard & Poor’s 14 die Achmea de komende Advocaat pleit voor schadevergoeding bij reeds afgeronde rechtsbijstandzaken 24 Intermediair steekt weinig tijd en geld in het informeren van de klant 27 Deze editie van AM bevat een selectie van artikelen uit de AMPlus-special over zorg- en inkomensverzekeringen. Daarin onder meer een interview ‘Kwaliteit is het medicijn’ met Ab Klink, aanstaand bestuurslid bij VGZ, uitleg over wetswijzigingen in het kader van de WGA en een vergelijking tussen de verschillende regels op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Draai AM om en lees de selectie achterin dit nummer. 103e jaargang 13 december 2013 nr.
13 special
drie jaar doorvoert, lijkt het startsein voor een verdere inkrimping van het aantal banen in de verzekeringsbranche. De vakbonden vrezen dat de werkgelegenheid de komende vijf jaar halveert. Door Rob van de Laar
Opinies en achtergronden voor de financiële professional
Een blik in de keuken van UWV
Visies op de inkomensmarkt 2014
Nieuwe financiële prikkels voor werkgevers
Ab Klink
De massale reorganisatie bij Achmea is de grootste in de serie banenreducties die de grote verzekeringsconcerns in ons land sinds het begin van de economische hebben doorgevoerd: er vervallen 4.000 van de 19.000 banen. Naar schatting 3.000 medewerkers krijgen gedwongen ontslag. Bekend was al dat er in 2016 bij verzekeraars zeker 7.500 minder arbeidsplaatsen zullen zijn dan in 2008. Inclusief de plannen van Achmea loopt het banenverlies op tot minimaal 11.500. De banken meegerekend komt de personeelskrimp in de laatste vijf jaar uit op ruim 35.000. Laat Volgens Ike Wiersinga, onderhandelaar namens CNV Dienstenbond, is Achmea geen voorloper, maar juist een laatkomer: “De zeer forse ingreep is het gevolg van een
doorgaande digitalisering van de diensten die Achmea aanbiedt. Hoewel deze ontwikkeling al jaren aan de gang is, hakt het bedrijf pas nu de knoop door en gaat in relatief korte tijd fors krimpen. De medewerkers dreigen hier nu de dupe van te worden.” Waar de klappen vallen in het concern, wordt pas over een paar maanden duidelijk. Eind 2011 nam Achmea nog vergelijkingssite Independer over, volgens insiders voor een bedrag van € 100 mln. Het wist twee jaar geleden al dat iedereen internet op ging, zegt Wiersinga dan ook. “Medewerkers hadden toen nog de tijd gehad om aan duurzame inzetbaarheid te werken.” Volgens Wiersinga is de vorige saneringsoperatie, toen 2.500 fte’s kwamen te vervallen, voor een groot deel zonder gedwongen ontslagen verlopen: “Van die groep is 65% tot 70% intern herplaatst. Maar dat zie ik nu niet gebeuren. De blik moet nu naar buiten worden gericht.” Met de
hoge herplaatsingsscore onderscheidt Achmea zich wel van andere verzekeraars, zegt Wiersinga. Nog meer ontslagen Wiersinga denkt dat de komende tijd nog veel meer mensen hun baan kwijtraken in de branche. “De concurrentie van Achmea heeft twee jaar terug al een slag gemaakt. Sinds 2008 zijn er al zo’n 50.000 arbeidsplaatsen in de financiële dienstverlening verdwenen. De verwachting is dat er de komende vijf jaar nogmaals sprake zal zijn van een uitstroom van soortgelijke omvang, waardoor er van de oorspronkelijke 150.000 werknemers nog 50.000 overblijven.” Hoge salarissen Organisatieadviseur Astrid van de Bovekamp ziet een knelpunt in de relatief hoge salarissen in de bedrijfstak. “De beloning ligt 15% hoger dan gemiddeld bij Nederlandse bedrijven. Als je daar niets
[ A D V E R T E N T I E ]
ZZZ¿QDYLVWDQO
2
Theo van Vugt/
Onderzoek
20 13 dec 2013
e VBdag was een succes. We hadden 2.100 mensen in huis en het is lang geleden dat we er zoveel hadden. Jammer was alleen dat bij de presentatie van de AM Barometer door GfK maar een tiental mensen zat. Zijn de uitkomsten te confronterend? Willen we helemaal niet weten hoe de consument over ons denkt?
Rubrieken in dit nummer:
13
Stuurlui aan wal
17
Kantoor in beeld
22
Column
23
AMusant
26
StAMgast
28
Recht
31
Persoonlijk
32
Web
Eerst dan maar het slechte nieuws: de negatieve trend in de beoordeling van het intermediair blijft zich voortzetten. In een tijdsbestek van 7 jaar is die met een volledig punt gedaald (van 6,9 in 2006 naar 5,9 in 2013). 23% van de ondervraagde consumenten geeft aan dat ze verwachten dat intermediairs gaan verdwijnen in de komende 5 jaar. Zelfs bij personen die producten via een intermediair hebben afgesloten, is dit 17%. De gemiddelde Net Promoter Score (beveel je deze persoon/dit bedrijf aan bij anderen?) van het intermediair is -26. Dat betekent dat er meer personen zijn die ontevreden zijn over hun intermediair (39%) dan personen die hun intermediair aanbevelen (13%). In 2005 was de rol van de intermediair belangrijker dan nu. Zo liet 45% van de huishoudens zich indertijd eerst informeren door een intermediair en gaf 42% aan dat de rol van een intermediair altijd nodig zal zijn. Anno 2013 laat slechts 23% zich vooraf informeren en zal de rol van de intermediair volgens 32% altijd nodig zijn. En dan het positieve nieuws: op een groot aantal aspecten onderscheidt het intermediair zich van andere kanalen. De kenmerken ‘oog voor de persoonlijke situatie’, ‘onafhankelijkheid’, ‘persoonlijk contact’ en ‘flexibiliteit’ zijn volgens de Nederlandse huishoudens het meest typerend voor het intermediair. De twee eerstgenoemde aspecten worden door de consument erg belangrijk gevonden en dus is het voor een intermediair van belang zich hier op te profileren. Personen die producten via een intermediair hebben afgesloten, vergelijken een intermediair vaker met een belastingadviseur, een makelaar, een accountant en een huisarts. Conclusie: de spoeling wordt dunner, steeds minder mensen zoeken de hulp van een intermediair, maar voor wie zich sterk profileert als onafhankelijk adviseur en de financiële huisarts voor de consument wil zijn, is er ruimte. En dat advies kregen slechts een paar mensen op een drukke dinsdagmiddag in het Beatrix Theater in Utrecht. Jammer. Hoofdredacteur AM
[email protected] @theovanvugt
Nieuws
Assurantiekantoor Waterman uit Apeldoorn haakte in op de ontslag en plaatste een bord voor Centraal Beheer.
aan doet en de omzet blijft dalen, dan hou je een probleem.” Verzekeraars kunnen bovendien nog een slag maken in het vereenvoudigen van de administratieve processen, vindt Van de Bovekamp, al denkt zij niet dat het aantal banen zal halveren. Volgens haar heeft Achmea het verkeerd aangepakt. “Dat kan niet anders als je 4.000 mensen moet ontslaan. Dat is monsterlijk.” Het concern riskeert dat de kwaliteit van het personeel terugloopt: “Er zullen werknemers uit zichzelf weggaan, maar meestal zijn dat de betere krachten die een goede kans hebben op de arbeidsmarkt.” Tijdbom Ruud Dekker, marketingconsultant bij werving- en selectiebureau Brunel, zegt dat de arbeidsmarkt in de financiële dienstverlening al een tijdje “een potentiële tijdbom” is. “Er is sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. Tegenover een behoorlijke uitstroom staat een zoektocht naar goede mensen. Bij ons is het nu drukker dan ooit. Veel medewerkers zijn niet meer nodig, maar er is ook grote vraag naar tijdelijke krachten en er zijn moeilijk vervulbare vacatures.” Dekker ziet de uitstroom vooral bij administratieve krachten, terwijl de vraag naar specialisten groot is. “Dan gaat het natuurlijk wel om kleinere aantallen.” Flexibele schil Dekker verwacht niet dat het aantal medewerkers in de financiële dienstverlening de komende jaren zal halveren. “Dat zou wel heel drastisch zijn. Ik mag hopen dat de grote slag inmiddels wel geslagen is. Maar er komen zeker nog partijen die hun capaci-
teit gaan inperken. Dat past ook in de trend die wij al langer zien: bedrijven kiezen voor een vaste kern met een grote schil flexibele medewerkers eromheen. Werknemers die je alleen bij topdrukte nodig hebt, gaan verdwijnen.” Financiële partijen vragen bij Brunel steeds meer om structurele samenwerking. “Voorheen kregen wij de vraag of we een of twee medewerkers konden leveren. Nu praten we met HR-afdelingen structureel over de planning voor het komende jaar. De samenwerking is meer projectgericht.” Andere concerns Vorig jaar kondigde Nationale-Nederlanden aan dat 1.350 van de 6.000 banen verdwijnen in een periode van twee jaar. Bij SNS Reaal moeten in drie jaar tijd 750 van de 6.700 medewerkers op zoek naar ander werk. Aegon heeft de afgelopen twee jaar 300 van de 2.900 banen geschrapt. Delta Lloyd is geleidelijk afgeslankt: sinds het begin van de economische crisis is het personeelsbestand met 25% gekrompen tot 5.400 werknemers. Jaarlijks daalt het aantal mensen op de loonlijst met ruim 200. Bij ASR is 18% van de banen vervallen; het personeelsbestand telt nu 3.800 werknemers. Banken De banken halen de broekriem nog veel steviger aan: Achmea-aandeelhouder Rabobank schrapt tot eind 2016 grofweg 8.000 van de 20.000 banen. ABN Amro kondigde in 2009 al een reductie met ruim 4.000 van de 23.000 banen aan en bij het bankbedrijf van ING verdwijnen tot eind volgend jaar 1.000 mensen. De afgelopen jaren verloren al duizenden ING’ers hun baan.
Nieuws ‘Branche te afwachtend bij PE-probleem’ Minister houdt vast aan PE-toets “De beroepsorganisaties hadden veel sterker gestaan in hun strijd tegen het PE-examen als zij al jaren geleden zelf het PEprobleem hadden opgelost.” Dit zegt Dik van Velzen, adviseur van opleider Nibe-SVV, in reactie op het besluit van minister Dijsselbloem om vast te houden aan het examen. Volgens Jurjen Oosterbaan Martinius van D&O is er niet alleen tijd verloren. “Het hele onderwerp ‘deskundigheid’ heeft een negatieve lading gekregen.” Door Alex Klein In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Dijsselbloem van Financiën aangegeven onverkort te blijven vasthouden aan de PE-toets. Er komen wel wat versoepelingen, waaronder een verlenging van de overgangstermijn van 1,5 naar 2 jaar en de mogelijkheid om goede en actueel gehouden diploma’s toe te voegen aan de gelijkstellingenlijst. De diplomahouder dient vervolgens nog wel een PEplusexamen af te leggen voor de relevante beroepskwalificatie(s). Voor een examen wordt een leges geheven van € 46. Als de Tweede Kamer akkoord gaat, zal er vanaf januari dus een diplomaplicht met periodieke PE-examens voor de individuele adviseur bestaan. Foutje Dik van Velzen, Nibe-SVV, vindt het standpunt van de minister wat betreft de PEexamens niet echt verrassend. “De Tweede Kamer had de motie tegen PE-examens al verworpen en de minister heeft van meet af aangegeven niet echt open te staan voor een alternatief. Wat de minister betreft zat de speelruimte in de zwaarte. De protesterende belangenorganisaties roepen dus wel terecht dat de minister niet bereid was een
geheel open overleg te voeren, maar eigenlijk was dat omgekeerd ook zo. Voor die organisaties gold ongeveer het spiegelbeeld: zij wilden juist niet praten over een systeem mét PE-examens.” Van Velzen constateert overigens een klein foutje in de brief van Dijsselbloem aan de Tweede Kamer: “De minister legt uit dat je het PE-Plusexamen Consumptief krediet niet hoeft te doen als je ook het PE-Plusexamen Hypothecair krediet doet. Daarbij legt hij uit dat je met de diploma’s Wft-Basismodule, Wft-Consumptief krediet en Wft-Hypothecair krediet dan allebei de nieuwe adviseursdiploma’s krijgt. Maar dat is niet helemaal waar. Je hebt óók ten minste het diploma WftLeven Algemeen nodig.”
probleem zouden hebben opgelost. “Sinds 2009 wordt er gesproken over wettelijke PEexamens. Als je daar zo tegen bent, dan had je de afgelopen jaren ook echt kunnen laten zien dat een ander systeem werkt. Dat is overtuigender dan mooie plannen op papier. Daarnaast is het natuurlijk ook veelzeggend dat een aantal partijen en organisaties die zelf veel aan vakbekwaamheid en kwaliteit doen, in het geheel niet aan tafel zaten. Denk aan de RMiA, RAiA, RPA, en dergelijke. Kennelijk hebben die niet zoveel moeite met dit systeem.”
men aan belangrijke kritiek in de markt. De beroepsorganisaties zijn echter van mening dat het ministerie onvoldoende uitvoering heeft gegeven aan de motie rond het PE-examen en dat van een gedegen overleg geen sprake is geweest. “In de ogen van de beroepsorganisaties houdt overleg voeren in dat partijen standpunten uitwisselen over mogelijke oplossingen, dat partijen er blijk van geven een goed begrip te hebben van elkaars standpunten, en dat partijen vervolgens bespreken hoe de verschillen tussen standpunten overbrugd kunnen
In een eerste reactie op de brief zegt Jurjen Oosterbaan Martinius, directeur van Bureau D&O, dat de gezamenlijke beroepsorganisaties “kennelijk niet in staat zijn gebleken de minister het gevoel van vertrouwen te geven dat de sector op dit moment voldoende krachtig en integer is om door middel van zelfregulering invulling te geven aan de wens om het niveau van deskundigheid en vaardigheid verder te verhogen”. “Het is te betreuren dat de keuze van de minister in zekere mate ook een rem zet op innovatieve concepten om kennis en vaardigheid te ontwikkelen”, aldus Oosterbaan. Van Velzen vind het overigens wel een verstandige ontwikkeling dat de volmachtdiploma’s voorlopig de ijskast in zijn gegaan. “Hopelijk komen die daar nooit meer uit. En de vraag blijft natuurlijk ook of de komende negen adviesdiploma’s Europa zullen overleven.”
Oosterbaan concludeert dat, ondanks zijn respect voor de inzet van de gezamenlijke beroepsorganisaties om de minster te overtuigen van hun visie, er door deze discussie veel tijd verloren is gegaan. “Door de wijze waarop deze strijd is gevoerd, heeft het hele onderwerp ‘deskundigheid’ een negatieve lading gekregen, terwijl het onderwerp juist een positief onderwerp zou moeten zijn. Door het maatschappelijke besef dat financiële deskundigheid belangrijk is, stijgt het imago van de beroepsgroep.”
Veel tijd verloren Van Velzen denkt dat de beroepsorganisaties (Adfiz, CFD, NVF, NVGA en OvFD) veel sterker hadden gestaan in hun strijd tegen het PE-examen als zij al jaren geleden echt zelf en serieus het PE-
Onvoldoende overleg Uit de overleggen met de beroepsorganisaties heeft het ministerie van Financiën volgens Dijsselbloem veel input gekregen om op onderdelen het vakbekwaamheidsbouwwerk te versoepelen en tegemoet te ko-
worden. Van een dergelijke invulling is nog geen sprake geweest.” Afgelopen woensdag, nadat AM van de pers rolde, stond een overleg gepland waarbij de beroepsorganisaties hun kritiek op de werkwijze konden ventileren aan de Vaste Kamercommissie voor Financiën. Voor dit overleg wilden de organisaties niet reageren op de brief van Dijsselbloem. Oosterbaan wilde wel vooruitlopen op het overleg: “Als de Kamer de minister volgt, dan zit er denk ik niets anders op dan snel invulling te geven aan deze wens. Laten we dan eerst maar een tijdje laten zien dat we dat goed oppakken. Wellicht dat de beroepsorganisaties vanuit die nieuwe situatie met een aantal jaren wel gehoor zullen vinden voor meer vormen van zelfregulering.”
20 13 dec 2013
3
Intermediair PE-examen Minister Overleg
Dik van Velzen: “De belangenorganisaties roepen terecht dat de minister niet bereid was een open overleg te voeren, maar eigenlijk was dat omgekeerd ook zo.”
4
20 13 dec 2013
Intermediair Onderzoek GfK Uurtarief
Nieuws Consument klopt vaker bij meerdere adviseurs aan Ruim 40% denkt nog dat financieel advies gratis is Het provisieverbod en het daaruit voortgekomen uurtje-factuurtje maken dat de consument steeds minder trouw is aan zijn adviseur. De AM Barometer laat zien dat het aantal huishoudens dat bij meer dan twee intermediairs een product heeft gesloten dit jaar is gestegen van 4% naar 7%. Een uurtarief van € 41,23 vindt de klant reeel. Vorig jaar was dat nog € 59. Door Alex Klein De AM Barometer, een initiatief van GfK Panel Services Benelux en AM, laat al meer dan tien jaar zien hoe de consument naar het intermediaire distributiekanaal kijkt. Een bloemlezing van de resultaten wordt ieder jaar gegeven tijdens een van de parallelsessies van de Verzekeringsbranchedag. De zaal wachtte met belangstelling op de terugkerende vraag aan de Nederlandse
consument: ‘Wat bent u bereid te betalen voor het advies van een financieel dienstverlener?’. Dit jaar noemt de consument een uurtarief van € 41,23 een reëel adviestarief. In 2012 was men nog bereid om hier € 59 per uur voor neer te tellen. Gratis advies Een andere opmerkelijke uitkomst van de AM Barometer is dat in 2013 maar liefst 43% van de ondervraagde consumenten denkt dat financieel advies gratis is. Er is onder consumenten een beperkte bereidheid (28%) om te betalen voor echt onafhankelijk advies. “Maar de perceptie is wel dat het intermediair zeker iets kan toevoegen”, aldus Marcel Cools, Research Consultant bij GfK Panel Services Benelux. Kerstrapport Het intermediair krijgt dit jaar van de consument wederom een 5,9 als algemeen rapportcijfer. Ze doen het in de ogen van de consument dus niet slechter, maar ook niet beter dan in 2012. In een tijdsbestek van zeven jaar is het algemene rapportcijfer voor het intermediair met een
volledig punt gedaald. Voor een voldoende kan het intermediair wel vertrouwen op zijn eigen klanten. Zij geven het intermediair een 6,6. Dat rapportcijfer geeft de consument in zijn algemeenheid ook aan de banken (+0,1). Daar geldt overigens wel dat deze vraag is gesteld vóórdat de Libor-boetes werden uitgedeeld. De consument beoordeelt de verzekeringsmaatschappijen in 2013 fors lager. Hun rapportcijfer duikelt van een 6,6 naar een 6,3. Meerdere adviseurs Sinds 2005 hebben steeds minder huishoudens hun verzekeringen via twee of meer intermediairs afgesloten. Het provisieverbod op complexe producten en het daaruit voortgekomen uurtje-factuurtje zorgen dit jaar echter voor een trendbreuk. De consument is minder trouw geworden aan zijn financieel adviseur. Het aantal huishoudens dat in 2013 bij meer dan twee intermediairs een product heeft afgesloten, stijgt dit jaar van 4% naar 7%. Het aantal huishoudens dat bij één intermediair hun ver-
In de AM Baraometer 2013 kreeg het intermediair weer een 5,9 als rapportcijfer.
5,9 5,9 5,9
zekeringen heeft afgesloten neemt met 6% af tot 80%. Verkoper Gemiddeld vindt 37% van de huishoudens in Nederland dat het intermediair het beste te vergelijken is met een verkoper/vertegenwoordiger. Dat is ten opzichte van 2012 een stijging met 7%. Ook op dit vlak moet het intermediair het hebben van zijn eigen klant. Personen die wel product(en) via een intermediair hebben afgesloten vergelijken een intermediair vaker met een belastingadviseur, een makelaar, een accountant en een huisarts. Jongeren (25%) en hoogopgeleiden (30%) zien een intermediair minder vaak dan gemiddeld als een verkoper. 40- tot 49jarigen maken juist vaker de vergelijking met een verkoper (44% versus 37%).
Consument ziet zijn eigen adviseur als: 1. Verkoper/vertegenwoordiger 32% 2. Belastingadviseur 20% 3. Makelaar 16% 4. Accountant 12% 5. Autoverkoper 5%
AM Barometer 2013 Het primaire doel van de AM Barometer is het verkrijgen van inzicht in het denken en handelen van consumenten als het gaat om de keuze voor de verschillende distributiekanalen en die van de onafhankelijke financieel adviseur Voor de AM Barometer 2013 is eind oktober een kwantitatief online onderzoek uitgevoerd, onder de leden van het GfK panel. Er is een brutosteekproef onder 1.800 huishoudens in Nederland gedaan. Van de benaderde respondenten heeft 61% aan het onderzoek deelgenomen. Dit heeft geresulteerd in 1.102 geslaagde enquêtes. Voor informatie over de AM Barometer: mail marcel.
[email protected], researchconsultant bij GfK Panel Services Benelux.
Nieuws Nieuw concept maakt intermediair het ‘gezicht’ van woningverkoop Makelaar mikt op 200 adviseurs Makelaarsbedrijf Boogerman uit Dordrecht heeft een nieuw concept bedacht waarmee het intermediair meer betrokken wordt bij de verkoop en verhuur van woningen. “De adviseur wordt het gezicht van het proces”, zeggen bedenkers Mark Roobol en René van de Giessen. Binnenkort volgt de landelijke introductie van het concept. Door Rob van de Laar “Zowel de makelaardij als de financiële dienstverlening zitten in een lastige markt. Het kopen of verkopen van een huis is voor veel dingen een vertrekpunt. Mensen maken
nieuwe regelgeving die dwingt tot veranderingen, maar houdt vast aan het eigen businessmodel in deze moeilijke markt.” Die markt is vooral veranderd door internet: “Het vraag-en-aanbodspel vindt niet meer bij de makelaar plaats, maar op sites als Funda. Op die sites is het moeilijk om je als makelaar te onderscheiden.” Daarnaast komt bij de klant de keuze voor een makelaar laat op gang, zegt Roobol. “Daarvoor zijn er al beslismomenten geweest. De financieel adviseur is veel eerder op de hoogte van de plannen van de klant. Die laat de klant vervolgens los op een makelaar en hoopt dan dat hij de hypotheek mag regelen. Maar waarom zou de adviseur zelf het aan- of verkooptraject niet doen?” Vaak ontbreekt het eenvoudigweg aan tijd, zo be-
‘De adviseur is veel eerder op de hoogte van verhuisplannen’ dan even de balans op van al hun financiële zaken”, zegt directeur Mark Roobol. Hij heeft daarom samen met zijn collega René van de Giessen een formule bedacht die zich op dat moment toespitst en de financieel adviseur tot spin in het web wil maken. Beiden namen in 2009 een makelaarskantoor over. Roobol had jarenlang ervaring bij Fortis en is zelfstandig intermediair geweest en Van de Giessen was actief in de verkoop van software voor vastgoedpartijen en betrokken bij het opzetten van internetsites voor de makelaardij. Moeilijk onderscheiden “Het businessmodel van de makelaar is halsstarrig”, zegt Van de Giessen. “De makelaar heeft, anders dan het intermediair, geen last van
antwoordt Roobol zijn eigen vraag. “Daarom hebben wij nu een model gemaakt waarmee dat wel mogelijk wordt.” Persoonlijk contact In dat model heeft de tussenpersoon steeds persoonlijk contact met alle betrokken partijen. “En als gespecialiseerde taken aan bod komen, verzorgen wij dat. De tussenpersoon moet ontzorgen, want die heeft al een relatie met de klant. En verhuismomenten zijn voor 90% een financiële aangelegenheid”, zegt Van de Giessen. Het accent in de dienstverlening van Boogerman ligt op de verkoop en verhuur van de bestaande woning. “Zowel bij verhuur als verkoop verzorgen wij het volledige traject. Maar de financieel adviseur blijft het gezicht van het pro-
20 13 dec 2013
5
ces. Die hoeft dus niet de klant naar binnen te duwen bij een andere partij die weer een eigen verhaal heeft. De eindverantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor verhuur, verkoop en beheer ligt bij ons”, zegt Roobol. Als gezicht van het proces zal de adviseur wel bezichtigingen gaan begeleiden. “Dat is essentieel in het model omdat de adviseur op deze manier ook met potentiële klanten in contact komt. Wij geven elke maand een basiscursus verkoop en verhuur voor het intermediair.” Volgens Roobol is de tussenpersoon de geknipte persoon om ook het verhuur- of verkoopproces voor de klant te begeleiden. “Een makelaar is veel minder financieel onderlegd. Bovendien is het onderscheidend vermogen in de makelaardij gereduceerd tot alleen de prijs.”
eigen ICT-systeem waarin alle beschikbare data wordt ontsloten”, zegt Van de Giessen. De adviseur kan in het systeem na invoer van de postcode en het huisnummer alle relevante gegevens zien van een woning. Voor de waardebepaling stuurt Boogerman een lokale taxateur, die de waarde in het systeem zet. “Daarmee halen we het opportunisme uit de markt. De adviseur ziet dan meteen of de woning onder water staat
Intermediair
Tarieven Boogerman werkt inmiddels met circa twintig kantoren samen en is tevreden over de resultaten tot nu toe. “Een kantoor dat het goed oppakt, komt tot zo’n vier contracten per maand. Voor ons is de basis twee per maand”, zegt Roobol. De komende maanden wordt het concept landelijk uitgerold. “Wij mikken op tweehonderd aangesloten kantoren.” Aansluiting kost maandelijks € 50. Daarvoor biedt Boogerman de klant een eigen dossier, dat door de adviseur ook ingezien kan worden. “Wij hebben een
en of er actie nodig is. Onze taxateur zal niet gericht een bepaalde gevraagde waarde gaan opgeven. Wij merken ook dat er op basis van realisme echt wel woningen verkocht worden.” De tarieven van Boogerman liggen vast: € 2.250 (inclusief btw) voor het verkopen van een woning. “Daarvan is het grootste deel voor de tussenpersoon. Bij verhuur komt circa 65% van het tarief ten goede aan de adviseur. Wij leveren de backoffice, voorzien in de marketingactiviteiten en - materialen en moeten het vooral hebben van volume.”
René van de Giessen (links) en Mark Roobol werken al met twintig intermediairs samen.
[ A D V E R T E N T I E ]
tel. 035 - 3031760
Makelaars Woningverkoop Bezichtigingen
6
20 13 dec 2013
Nieuws BLG biedt app rondom wonen Binnenkort ook energievergelijking
Woonbalans BLG Wonen Vergelijken Vijf vragen
BLG Wonen heeft de app Woonbalans geïntroduceerd. Daarmee kunnen klanten hun financiële huishouding inzichtelijk maken en samen met hun adviseur kijken waar besparingen mogelijk zijn. Door Rob van de Laar “Het is een ontwikkeling die past in onze visie Woondenken”, zegt directeur Rein Wispelweij. “Door het provisieverbod is het voor de adviseur nu helemaal duidelijk geworden dat hij er moet zijn voor de klant. Hij kan eenvoudigweg niet alleen
meer over hypotheken en verzekeringen praten.” Met ondersteuning in andere financiële zaken kan de adviseur zijn toegevoegde waarde duidelijk maken en de nota die hij stuurt, verantwoorden. “De adviseur moet eigenlijk adviseren over alles wat met woonlasten te maken heeft. Voor de klant is inzicht hebben in zijn huidige en toekomstige situatie belangrijk, maar ook een probleem. De adviseur kan met onze app een middel bieden om dat inzicht te krijgen.” Wensen voor toekomst De app is een variant op het huishoudboekje, zoals er al meer digitale alternatieven bestaan. “Maar veel van die
Vijf vragen Wie: Seada van den Herik (41) Functie: directeur Leven, Bancair en Hypotheken Bedrijf: Reaal Medewerkers: 600 Plaats: Utrecht en Alkmaar
1
Een vrouw aan het roer bij een leventak. Dat zie je niet zo vaak. Hoe bevalt dat? Prima. Levensverzekeringen zijn een vorm van dienstverlening waarbij klanten een langjarige relatie aangaan met Reaal, om hun nabestaanden bij te staan bij overlijden, of om te kapitaal te vergaren voor een langetermijn doel. Het is mooi om leiding te geven aan een bedrijf met zoveel klanten en gemotiveerde medewerkers. Ga naar een congres of evenement in de branche en het aantal vrouwen is op één hand te tellen. Hoog tijd dus om de vrouwen uit de branche eens in de schijnwerpers te zetten. Vijf vragen aan een verzekeringsvrouw.
2
Heeft de markt voor individuele levensverzekeringen nog wel toekomst? Er zal altijd behoefte zijn aan het afdekken van het overlijdensrisico om zo grote investeringen of leningen aan te kunnen gaan. Dat is een belangrijke bijdrage aan onze economie. Daarnaast geven individuele kapitaalverzekeringen de mogelijkheid om klanten te helpen om hun eigen financiële toekomst zeker te stellen. Zeker nu de overheid zich op het gebied van pensioen en andere zekerheden terugtrekt, komt er weer meer ruimte voor individuele verzekeringen.
oplossingen vinden klanten niet gebruiksvriendelijk. In onze app kunnen mensen ook hun wensen aangeven voor de toekomst. Het is dus niet alleen een overzicht van de huidige financiële situatie. Je kunt bijvoorbeeld ook aangeven dat er binnenkort onderhoud gepleegd moet worden.” De gegevens in de app kan de klant bundelen in een zogeheten Woonboek, dat hij aan zijn adviseur kan geven. Vergelijken In de app kan de klant op termijn zijn gegevens vergelijken met referentieklanten: “Zo kan hij bijvoorbeeld zijn energielasten vergelijken, wat kan leiden tot het advies om te kijken of een andere aanbieder niet goedkoper is.”
Overigens werkt BLG ook aan een module waarmee energieleveranciers vergeleken kunnen worden. Voor de adviseur kan de app inventarisatietijd besparen. “En hij bindt de klant. Ik zou ervan gecharmeerd zijn als mijn adviseur jaarlijks voor me kijkt of ik geen geld kan besparen op energie of internet”, zegt Wispelweij. De app wordt de komende maand via de adviseurs uitgerold. Maar klanten worden ook rechtstreeks benaderd om hen op de app te attenderen. “Die kunnen hun gegevens dan samen met de adviseur invullen.” De app is ontwikkeld in samenwerking met Atos. In eerste instantie is de app alleen voor iPad te downloaden, maar op korte termijn komt er ook een Android-versie beschikbaar.
3
Je hebt twee keer meegedaan aan het WK Roeien en zit in het organisatiecomité WK Roeien 2014. Wat heb je aan die ervaring in je werk? Toproeiers zijn resultaatgericht en het zijn ook teamplayers. Deze eigenschappen zijn een randvoorwaarde om met elkaar door je zuur heen te roeien naar een overwinning. Een belangrijke drijfveer voor mij is ook om alles er uit te halen wat er in zit. En dan natuurlijk het liefste te winnen. Mocht je niet winnen, dan kun je daarvan leren hoe je een volgende keer beter aan de start kunt verschijnen. Ook in het organisatiecomité werken we samen met veel ex-toproeiers, gedreven vrijwilligers. Het is fantastisch dat we in 2014 het WK op de Bosbaan in Amsterdam organiseren. Ik zou zeggen, kom in de laatste week van augustus allemaal genieten van fantastische races op de Bosbaan!
4
Wat vind je het leukste aan je werk en wat het minst leuke? Samen met gemotiveerde collega’s uitdagende resultaten bereiken waar klanten blij van worden, geeft mij een goed gevoel. Veel medewerkers kunnen vaak meer dan ze zelf denken of in hun werk laten zien. Wat is er mooier dan dat tot uiting laten komen? Soms word ik wel eens een beetje deemoedig van het dossier beleggingsverzekeringen. We hebben de afgelopen jaren terecht honderden miljoenen kosten compensatie
teruggegeven aan onze klanten. Daarnaast doen we veel om klanten te activeren om goed naar hun verzekering te kijken en actie te ondernemen. Het is wel lastig om te ervaren dat klanten ons ondanks deze inspanning nog niet helemaal hun vertrouwen geven.
5
Er werken weinig vrouwen op managementniveau in de branche. Hoe kunnen we dat veranderen? In de directie van Reaal zitten we met drie mannen en twee vrouwen. Ook in mijn eigen management team werken we met drie vrouwen en drie mannen samen. Ik geloof in de kracht van diversiteit, zowel in man/vrouw verdeling als ook in competenties en andere factoren. Trouwens ook in de Beleidscommissie Particuliere Markt van het Verbond van Verzekeraars zien we voldoende vrouwen aan tafel zitten. Blijkbaar komt het toch meer voor dan je denkt! En goed voorbeeld doet volgen.
Met alle winden meewaaien? Niet bij DEFAM
Als u als intermediair succesvol wilt zijn, heeft u zekerheden nodig. Een kompas waarop u altijd kunt varen. DEFAM biedt u daarom al meer dan 30 jaar stabiliteit en houvast. Als 100% Nederlandse dochteronderneming van ABN AMRO kunt u bij ons rekenen op een consistent risicobeleid, zeer heldere afspraken en een uitgebalanceerd productaanbod exclusief voor het intermediair. Dus of het nu gaat om de provisie of de kredietvoorwaarden: u weet precies waar u aan toe bent. Nu en in de toekomst. Meer weten? Bel (030) 659 66 15 en we spreken de mogelijkheden persoonlijk met u door. Of kijk op defam.nl voor meer informatie.
Deze advertentie is uitsluitend gericht op kredietbemiddelaars.
8
20 13 dec 2013
Interview
‘Markttoegang volgend jaar hoog op de agenda’
‘Herdink neemt geen blad voor de mond en daarvoor krijgt hij vaak ruimschoots het podium’
9
20 13 dec 2013
Adfiz-directeur Hanneke Hartman is duidelijk over het PE-examen. “We zijn tegen en dat blijven we.” De lobby van de intermediairorganisatie gaat voort. Voor volgend jaar staat markttoegang op het programma: de klant die kiest voor onafhankelijk advies moet toegang hebben tot alle producten. Zonder dubbele kosten. “Aanbieders zouden niet mogen adviseren.” Door Jannie Benedictus anneke Hartman heeft het druk. “Het gaat gewoon door. Eind 2012 zei een adviseur tegen me: wat ga jij nou de hele dag doen als het 1 januari is? Die dacht: dat provisieverbod is er straks, nou dan zijn we wel klaar, toch?” Niets is minder waar zegt Hartman die haar secretaresse vraagt om echt streng op de interviewtijd te letten. “Ik móet de trein halen.” Ruim een jaar geleden interviewden we Hanneke Hartman ook. Ze zei toen dat Adfiz meer toegevoegde waarde moet laten zien, meer betrokkenheid onder de leden moet creëren. Welke stappen zijn daar in gezet? Dat is een vraag waar Hartman wat mee kan. “Ik heb een aantal punten en ik kan ook bij elk punt twee of drie voorbeelden geven”, zegt ze energiek. Volgens haar is de lobby voor leden nog altijd de voornaamste reden om lid te worden en te blijven. En Adfiz wist op een aantal dossiers winst te boeken. Meest in het oog springende onderwerp in die lobby is natuurlijk het vakbekwaamheidsbouwwerk. “Dat is een belangrijk dossier, ja”, zegt Hartman. “Maar niet het enige hoor. Wat dacht je van de Rabobank met haar gratis hypotheekadvies, de generieke zorgplicht, eerbiedigende werking, rechtstreekse benadering, eerlijke prijsvorming, het recht op premie-incasso, markttoegang voor consumenten, brandregres.” Maar toch, het PE-examen is het dossier dat de aandacht trekt. Op het moment van interviewen is nog niet duidelijk wat het definitieve plaatje wordt, al is minister Dijsselbloem ondanks een Kamermotie nog geen centimeter opgeschoven. Hartman wil er dan ook niet te veel over zeggen.
Stel dat het PE-examen er toch komt, is de lobby dan mislukt? “Daar lopen we niet op vooruit. We zijn tegen en dat blijven we. Het is echt onevenredig zwaar wat de minister voorstelt.” Het PE-examen zou weleens een goedkopere variant kunnen zijn voor adviseurs dan het puntensysteem waarbij verplicht bijeenkomsten bijgewoond moeten worden bij geaccrediteerde instituten. “Dat is nog maar de vraag, maar het is zo’n volstrekt verkeerde discussie. Het gaat er om wat het oplevert, om het rendement. Het PE-examen kost óók geld, maar levert niets op. Misschien kost ons alternatief adviseurs meer geld - áls het al zo is, wat ik betwijfel - maar het levert ook wat op. Je investeert in ontwikkeling van je kennis en kunde op een manier dat je klanten er iets aan hebben. Dat is veel meer waard dan een papiertje.” Jullie trekken met vier andere partijen op in dit dossier. De CFD, de club van Edwin Herdink, lijkt vaak de credits te krijgen… “Die discussie vind ik niet interessant. We trekken in dit dossier samen op en proberen samen het beste resultaat te behalen voor de achterban.” Maar Adfiz-leden waarderen jullie het meeste om de lobby zegt u. Dan wil je daar toch de credits voor? “En die lobby voeren we ook. Dat weten onze leden en dat waarderen ze. Zij begrijpen ook wel dat Herdink het niet in z’n eentje kan. Hij neemt geen blad voor de mond, dat zien wij ook. Daarvoor krijgt hij vaak ruimschoots het podium. Wij wegen onze communicatie voortdurend af tussen de korte- en langetermijnbelangen die we hebben. Communicatie moet dienstbaar zijn aan het beoogde lobbyresultaat. Maar de samenwerking verloopt zeer harmonieus.” Zo harmonieus dat we op termijn één branchevereniging kunnen verwachten? Stilte. “Nou, er zijn natuurlijk verschillen. Wij en de CFD hebben over een
aantal zaken verschillende opvattingen. De CFD is ook geen vereniging, maar werkt met donateurs. En de NVGA, ook een van de partijen waar we mee optrekken, zit op een andere plek in de keten. Dus nee. Maar op het moment dat een coalitie meerwaarde oplevert zullen we die altijd opzoeken.” Hoe is het sentiment van de politiek richting de financiële dienstverlener? “Ze zien in Den Haag heel goed het belang van de onafhankelijk adviseur en maken zich ook zorgen over zijn positie. Wij kunnen altijd gehoor vinden. We worden naast het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken uitgenodigd om input te leveren op dossiers. Onlangs nog hingen bezorgde politici aan de lijn naar aanleiding van de Radar-uitzending over markttoegang.” Hartman doelt op de uitzending van het consumentenprogramma waarin werd ingegaan op de markt van financieel advies na het provisieverbod. Die is minder toegankelijk en transparant dan je zou denken, concludeerde Radar. Het probleem: adviseurs hebben lang niet met alle aanbieders een samenwerkingsovereenkomst en aanbieders accepteren het advies van een intermediair zonder aanstelling niet. Adfiz reageerde meteen met een persbericht. De klant die kiest voor onafhankelijk advies, moet toegang hebben tot alle producten, vindt de intermediairorganisatie. “Het is toch raar om de klant van de door hem gewenste dienstverlening uit te sluiten?”, zegt Hartman. “Een klant die gebruikt maakt van de dienstverlening van een onafhankelijk adviseur en vervolgens het beste af zou zijn met een product van een aanbieder waar de adviseur geen aanstelling bij heeft, wordt dus niet adequaat geholpen. Zo’n aanbieder gaat het advies dan overnieuw doen met dubbele kosten tot gevolg.” Hartman wil aanbieders niet meteen verplichten om met alle intermediairkantoren zaken te doen. “Partijen hebben nu eenmaal in beginsel de vrijheid
10 20 13 dec 2013
Interview
om zaken te doen met wie ze willen. Maar wij zijn wel benieuwd naar de obstakels. Waarom krijgen bepaalde adviseurs geen aanstelling? Het is niet efficient om sporadisch zaken te doen, zegt zo’n aanbieder dan bijvoorbeeld. Wij begrijpen dat niet altijd. Waar zit nou precies het probleem? Definieer dat dan. We willen echt niet blind zijn voor mogelijke knelpunten, maar waarom zou de onafhankelijk adviseur niet gewoon namens zijn klant zaken kunnen doen met de aanbieder van diens keuze? Als belangenbehartiger voor de klant. Als die aanbieder het rechtstreeks met een individuele klant kan afhandelen, waar-
moeten onafhankelijk adviseurs óók. Alleen moest bij hen die financiële prikkel er wél uit. Het is eigenlijk onbegrijpelijk. Wij vinden dat aanbieders niet zouden mogen adviseren. Er moet gewoon geen relatie zijn tussen de productaanbieder en de klantadviseur.” Onderscheiden Genoeg lobbywerk op voorraad dus. Maar, van die lobby profiteren ook nietleden. Adfiz wil daarom ook meer diensten leveren die exclusief beschikbaar zijn voor leden, zodat zij zich daarmee kunnen onderscheiden. Ook hier komt Hartman met enkele wa-
Hanneke Hartman (1953) is sinds februari 2011 directeur van Adfiz. Van 2005 tot 2011 was zij werkzaam bij de AFM waarvan de laatste twee jaar als manager Toezichtsgroepen Financiële Dienstverlening. Daarvoor was ze gedurende twaalf jaar zelfstandig organisatieadviseur en een aantal jaren accountmanager zakelijke relaties bij ING. Hartman studeerde Nederlands en stond ook enige tijd voor de klas. In haar vrije tijd mag ze graag wandelen, zingen en meubels maken.
zijn onze leden redelijk onzichtbaar. In vergelijking met banken en verzekeraars hebben ze ieder afzonderlijk weinig kracht om zich digitaal te manifesteren. Maar: met elkaar zijn we wel een groot collectief. Op 1 november is ons klantenplatform finfin.nl live gegaan. Klanten vinden er aan de hand van ‘life events’ informatie die hun helpt om betere financiële keuzes te maken en die helpt bij de overweging om advies in te winnen en bij wie.” Zo kunnen consumenten en ondernemers op finfin.nl anoniem een vraag stellen, vertelt Hartman. “Maximaal drie leden uit het postcodegebied van de vragensteller geven
‘Waarom krijgen bepaalde adviseurs geen aanstelling?’ om dan niet met de onafhankelijk adviseur? We staan open voor reële bezwaren, maar voorlopig lijkt het er op dat bepaalde aanbieders de klant gewoon rechtstreeks willen hebben.” Prikkels Hartman stoort zich aan het feit dat het geven van een prikkelvrij advies kennelijk niet geldt voor aanbieders. “Ik krijg dat tot mijn ergernis maar niet over de bühne. Kijk: het provisieverbod is er gekomen om te zorgen dat adviseurs geen prikkel meer hadden om het product met de hoogste provisie te adviseren. Maar bankmedewerkers hebben nog wél steeds de prikkel om het product te verkopen waar de bank het meest aan verdient, om überhaupt altijd een oplossing in de productsfeer te zoeken. Waarom hoeft die prikkel er dan niet uit? Niet nodig, zegt de AFM dan, bankmedewerkers moeten zich immers houden aan de passendadviesregel. Maar dat
penfeiten: “Je moet denken aan een model samenwerkingsovereenkomst met de aanbieder, het inzichtelijk maken van wet- en regelgeving en diensten die de bedrijfsvoering vergemakkelijken. Op al die terreinen zijn stappen gezet.” Zo ontwikkelde Adfiz een Wft-portaal waar leden snel en op maat kunnen zien aan welke regels uit de Wet financieel toezicht ze met hun bedrijf moeten voldoen. “De systematiek van het portaal volgt de bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld: je neemt een nieuwe medewerker aan: wat moet je dan vanuit de Wft voor deze medewerker regelen? Of: je start een bedrijf, waar moet je dan aan denken?” Het Wft-portaal wordt binnenkort online gezet, zegt Hartman. Internet “En dan is er nog iets groots wat we gedaan hebben”, vervolgt ze. “Consumenten oriënteren zich zoals bekend steeds meer op internet en in die oriëntatie
antwoord en de klant bepaalt of hij met één van die adviseurs verder wil. Ik heb het onlangs zelf uitgeprobeerd met een privékwestie en we kregen zo’n goed antwoord dat we inderdaad met dat betreffende kantoor in zee gaan. Het mooie van finfin is dat we twee netwerken realiseren: tussen leden onderling en tussen leden en consumenten.” Opzeggingen Het aantal Adfiz-leden is gedaald naar 889. “Er is veel consolidatie in de adviesmarkt. Tweederde van de opzeggingen heeft daarmee te maken. Die daling vertraagt wel.” Meer leden werven heeft dan ook de aandacht. Bij voorkeur zijn dat betrokken leden. Hartman: “Dat is een element om succesvol te zijn. Die betrokkenheid heb ik heel duidelijk gevoeld tijdens het gezamenlijk afleggen van de beroepseed in de Grote Kerk in Den Haag in januari. Het jaar had voor ons niet beter kunnen beginnen.”
XL Group Insurance
Van opslagplaats tot opslagplaats – wij verzekeren u Wat u ook vervoert: wij hebben het internationale netwerk dat u wereldwijd dekking biedt. Goederen Zeecasco Molest Logistieke aansprakelijkheid Marine Risk Engineering Sureport (Havens & Terminals) XL WorldPass XL EuroPass Wij verzekeren risico´s. Van alledaags tot zeer complex. Voor middelgrote bedrijven en voor grote internationale ondernemingen. In meer dan 140 landen. Momenteel nemen wij wereldwijd deel aan ongeveer 2200 internationale programma´s en hiervan leiden wij meer dan 75%. Wij hebben de perfecte omvang. Groot genoeg om u bescherming te bieden en klein genoeg RPǍH[LEHOWH]LMQ Neem contact op met uw makelaar of bezoek ons online en ontdek hoe wij u kunnen ondersteunen uw bedrijf verder te helpen. xlgroup.com/insurance
MAKE YOUR WORLD GO , MAKE YOUR WORLD GO, XLWorldPass en XL EuroPass zijn handelsmerken van de XL Group plc. Niet alle producten worden aangeboden in alle rechtsgebieden.S tatus informatie: per 31 december 2012.
12
20 13 dec 2013
Nieuwkomer Nederland Software Schade
ICT Amerikaanse Guidewire actief op Nederlandse schademarkt ‘Verzekeraars missen goede ondersteuning’ Het Amerikaanse softwarebedrijf Guidewire richt zijn pijlen op de Nederlandse schadeverzekeringsmarkt. “De Nederlandse markt is sterk ontwikkeld en kent weinig groei, dat maakt het een uitdaging voor ons.”, zegt Niels Zijderveld, directeur Verkoop Noord-Europa. “Verzekeraars zijn jarenlang onvoldoende ondersteund.” Door Manon Vonk “In Amerika zijn we een bekende speler op de markt. Daarom richten we ons nu sterk op Europa. Dat is voor ons absoluut nog een groeimarkt. En in dat kader zien wij in Nederland kansen. De Nederlandse verzekeringsmarkt is sterk ontwikkeld. Wij richten ons hier puur op schadeverzekeraars, niet op zorgverzekeraars.
tijen allemaal een goede basisondersteuning van het verzekeringsproces. Doordat wij echter een jong bedrijf zijn, is onze technologie modern en innovatief en alleen gericht op schade. Onze focus is belangrijk. Wij hebben driehonderd man continu werken aan de ontwikkeling van onze systemen”, zegt Zijderveld. Als voorbeeld van innovatie noemt hij Guidewire Live. “In dit systeem zitten alle gegevens van verzekeraars die daarvoor ingetekend hebben, maar ook geselecteerde informatie van derde partijen zoals het weer, demografie et cetera. Daarmee zijn we in staat diepgaande informatie te leveren over hun eigen operatie, maar het biedt tevens een ‘benchmark’ met hoe andere verzekeraars het doen. In eerste instantie was men huiverig voor deze aanpak, maar inmiddels is het een succes een jaar na introductie”, zegt Zijderveld. Lokaal Uiteraard ziet hij ook dat lokale partijen juist voordeel hebben bij het feit dat ze lokaal opereren. “Onze toegevoegde waarde zit ook in het feit dat wij een bredere basis hebben dan de meeste lokale partijen en dus stabiliteit voor de langere termijn kunnen bieden. Natuurlijk zoeken wij samenwerking met lokale partners. Voor Nederland is dat bijvoorbeeld Capgemini, IBM of EY. Wij zoeken nadrukkelijk naar de lokale kennis die partners in kunnen brengen.” Modulair De software van Guidewire richt zich op schadeafhandeling, polisadministratie en facturatie (Claim Center, Policy Center en Billing Center). “De focus ligt op de kernprocessen van een schadeverzekeraar. Alles is modulair. Neemt men alles af, dan spreken we van de Insurance Suite. Daarnaast hebben wij nog onze datamanagementproducten. Doordat veel verzekeraars met veel verschillende systemen werken, ontbreekt vaak het overzicht op de klant. Met onze datamanagementproducten bieden wij dat overzicht en inzicht in de klant”, aldus Zijderveld.
Niels Zijderveld: “Verzekeraars zijn jarenlang onvoldoende ondersteund door hun leveranciers.”
Onze toegevoegde waarde zit onder meer in de wereldwijde aanwezigheid, waardoor wij veel kennis en ervaring hebben”, zegt Niels Zijderveld, directeur Verkoop. “Natuurlijk bieden lokale par-
Uitdaging De Nederlandse verzekeringsmarkt is volwassen en er zit nauwelijks nog groei in, zegt Zijderveld. “Nieuwe verzekeraars die nieuwe distributiekanalen aanboren, halen vooral klanten weg bij de ander. Het zijn geen nieuwe klanten meer. Nederlanders zijn bovendien heel goed verzekerd, zo niet oververzekerd. Dat maakt het een
Twee weken na 9/11 startte Guidewire. “Wellicht een aparte tijd voor een bedrijf om te starten, maar de tijd van het ‘snelle geld’ was toen wel voorbij. Dat maakte het ook een goede tijd om te starten”, meent Zijderveld. In 2003 had het bedrijf zijn eerste klant, CNA in Chicago. Inmiddels telt het bedrijf 157 klanten, allemaal schadeverzekeraars verspreid over de hele wereld. Het bedrijf is actief in zeventien landen. In Europa is het onder meer actief in Engeland, België, Finland, Rusland, Italië, Frankrijk, Polen en Duitsland bij meer dan twintig klanten. Zo zijn inmiddels AXA France en AXA Germany klant. Pohjola in Finland, PZU in Polen, Unipol in Italië en Rosgosstrakh Insurance in Rusland. In Engeland heeft het bedrijf Direct Line Group en Zurich Insurance onder meer als klant. Het bedrijf telt wereldwijd ruim 1.100 werknemers en heeft een beurswaarde van $ 3 mld (NYSE).
uitdagende markt voor grote investeringen, waardoor veel verzekeraars grote beslissingen uitstellen. Dat is absoluut een uitdaging voor ons”, zegt Zijderveld. “Als je als Nederlandse verzekeraar niets doet en niet investeert, kom je daar nog wel mee weg. In een land als Rusland, waar de schademarkt groeit, is de dynamiek veel groter op dit gebied. Daarnaast kenmerkt de Nederlandse markt zich door heel veel verschillende systemen voor bijna evenzoveel producten en c.q. markten. Het is erg gefragmenteerd en het is een extreem competitieve markt. Alleen Engeland is nog een graadje erger.” Huwelijk “Wij willen het echt anders gaan doen”, zegt Zijderveld. “Verzekeraars zijn jarenlang onvoldoende ondersteund door hun leveranciers. Wij willen echte waarde leveren voor onze klanten. En ja, ik realiseer mij dat elke leverancier dat zegt. Ons meetpunt is als een systeem live gaat. Niet als we de klant hebben binnengehaald. Wij gaan een langdurige relatie aan, geen transactie. De investering die verzekeraars moeten doen, is niet in een paar jaar terugverdiend. We gaan voor lange tijd samen verder. Zie het maar als de start van een huwelijk.”
Stuurlui aan wal Hoe kijken succesvolle marketeers van buiten de financiële dienstverlening tegen de branche aan? Wat zouden zij doen? En wat niet? En hoe zijn zij verzekerd? Zouden ze voor een verzekeraar willen werken? Buitenstaanders over de branche. In dit nummer de dertiende relatieve buitenstaander, de ervaren marketeer Aad Storm.
1
Wie ben je? En waarom zouden we naar je moeten luisteren? Ik ben Aad Storm en marketeer in hart en nieren. Ik werkte bij toetreders in de telecommarkt zoals Telfort en Ben. En was daarna manager Marketing & Sales bij Eneco waar we als enige oud-monopolist groei van het marktaandeel lieten zien in het eerste jaar na de liberalisering van de markt. Tegenwoordig adviseer ik bedrijven op het gebied van marketing waarbij ik het model van de traditionele consultant wil ‘challengen’ met mijn nieuwe bedrijf 10 Beaufort Marketing Problem Solvers. Ook zit ik in de raad van advies van de startup Monyq. Dat is geen nieuwe bank, maar wat banken hadden moeten zijn…
2
Hoe ben je verzekerd? Tussenpersoon? Direct? Heb je een map met alle verzekeringen of is het de schoenendoos? Van tussenpersoon via RVS nu bij Nationale-Nederlanden terecht gekomen. Als ik ook maar even de tijd heb, stap ik over vanwege de autistische manier waarop zij zijn omgesprongen met mijn woekerpolis. De NN-hypotheek verhuisde ik daarom eerder naar Obvion. RVS had een mooie map waarin ik de meeste zaken nog steeds bewaar.
3
De verzekeringswereld kampt met een groot gebrek aan consumentenvertrouwen. Waar moeten we beginnen om dat te herstellen? Van binnen. Bij de intenties van de organisaties. Daar ligt ook de basis voor de positionering. Marketing in verzekeringsland vraagt verder om balanceren tussen duidelijkheid en empathie. En die balans zit op zijn zachtst gezegd niet in de genen van deze sector.
4
De marges van marketing zijn nauw in verzekeringsland: de toezichthouders zitten er bovenop en weten ook niet altijd wat de implicaties zijn. Hoe ga je daarmee om? Niet anders dan ik gewend was in de energiemarkt. Zie het als een teken dat je bezig bent met iets dat werkelijke maatschappelijke betekenis heeft. Prachtig toch? Als je daar niet van houdt, kun je je beter met de marketing van schoenveters bezig gaan houden. Bij Eneco gingen we proactief in gesprek met de DTE / NMA om duidelijk te maken dat sommige ‘richtsnoeren’ niet in het belang van de klant waren. Door inzicht te geven in marktonderzoek bijvoorbeeld. En energie te steken in
het ontwikkelen en voorleggen van goede alternatieven. Dat leidde geregeld tot nuanceringen. Besef dus dat de toezichthouders ook zoekende zijn en hun best doen om hun rol goed in te vullen. En speel daar op in.
5
Wat is je advies aan verzekeraars? Hoe komen ze nu echt dicht bij die klant? Door integer te zijn. En het dienstverleningsproces als belangrijk marketinginstrument te zien. Juist daarin kun je het verschil maken en klanten positief verrassen. Bij Ben deden we dat consequent. Vanuit het streven om persoonlijk te willen zijn en zaken eenvoudig te maken belden we bijvoorbeeld nieuwe klanten om hen te bedanken dat ze klant waren geworden.
‘Besef dat toezichthouders ook zoekende zijn’ Eigenlijk heel normaal. Dat waren acties met een grote impact op de ‘churn’ later in de ‘life cycle’. Of neem gevallen waarbij de klant zijn telefoon in het bad had laten vallen. We hoefden natuurlijk geen oplossing te bieden, dat begreep de klant ook wel. Maar we deden dat toch door oude voorraad in te zetten en een brief met knipoog te sturen met bijvoorbeeld een badeend erbij. De essentie is om oprecht aandacht te geven.
6
Is er nog een rol voor tussenpersonen in dit werkveld? Alles wat geen toegevoegde waarde levert verdwijnt. Tussenpersonen kunnen waarde toevoegen, zolang de verzekeraars er zelf niet in slagen om integer, transparant en met empathie met klanten om te gaan. Daarop zou ik inzetten. Eigenbelang opzij schuiven en volledig naast de klant gaan zitten en daadwerkelijk het beste advies geven. En dat kan alleen als je accepteert dat de winsten het daglicht moeten kunnen verdragen. De toegevoegde waarde van de tussenpersoon heeft namelijk een herwaardering gekregen.
7
Zou je zelf eigenlijk in de verzekeringswereld willen werken? Als de intenties aan de top zuiver en integer zijn, dan is er een mooie klus te doen.
20 13 dec 2013
13
14
20 13 dec 2013
Kredietbeoordeling
Rating vooral nuttig bij pro Nieuwe ratingmethodiek S&P voor verzekeraars
te leveren. Aan de verzekeringsratings zelf doet de nieuwe methode weinig af. 91 % daarvan is ongewijzigd gebleven.”
Analisten van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) waren in Amsterdam om hun nieuwe ratingmethodiek voor de verzekeringssector uit de doeken te doen. Tegelijkertijd gaven ze ook hun visie op de financiële gezondheid van de branches Leven, Schade en Gezondheidszorg in Nederland. Ook het intermediair heeft volgens S&P baat bij een transparante kredietbeoordeling van de maatschappijen waarmee zaken wordt gedaan.
De voornaamste wijzigingen zijn de introductie van een matrixmodel waarin zowel het zakelijk risicoprofiel als het financiële risicoprofiel zijn opgenomen, de officiële vastlegging van het onderzoek naar het landen- en marktrisico (zogeheten IICRA) dat een verzekeraar loopt en de ‘finetuning’ van bovenstaande ankerpunten door te kijken naar het risicomanagement en de governance van een bedrijf.
Door Robert Paling In de nasleep van de financiële crisis die begon in 2008 en zich de afgelopen jaren voortsleepte met schuldencrises in de Zuid-Europese landen en Ierland kregen niet alleen banken en overheden het op hun brood. Ook de bekende ratingagency’s als Moody’s, Fitch en Standard & Poor’s kregen de nodige kritiek te verduren. Hadden ze in 2008 nog hoge waarderingen afgegeven voor banken die vol zaten met rommelproducten, de afgelopen jaren was er juist het verwijt dat de kredietbeoordelaars de (Europese) schuldencrisis versnelden met hun constante afwaarderingen van landen als Griekenland en Spanje. Vorige week was Nederland aan de beurt. Het ratingbureau verlaagde de kredietbeoordeling van ons land. De triple-A-status is ingewisseld voor een AA+ vanwege de slechte economische vooruitzichten. Nieuwe methodiek In navolging van een Europese verordening die een betere kwaliteit van het ratingproces (en een minder grote afhankelijkheid ervan) voorschrijft, kwam marktleider Standard & Poor’s dit jaar met een nieuwe ratingmethodiek, ook voor de verzekeringsbranche. “Wij hebben onze criteria de afgelopen jaren voor de verschillende sectoren aangepast, inclusief voor staten, banken, gestructureerde producten en verzekeraars”, vertelt Sanjay Joshi, die zich vanuit de S&P-vestiging in Londen richt op de analyse van levensverzekeraars in het Verenigd Koninkrijk, Scandinavië en Nederland, Aegon en Delta Lloyd in het bijzonder. “De drive achter de aanpassing was onze belofte om transparante, wereldwijd consistente en toekomstgerichte opinies over kredietwaardigheid af
S&P greep de presentatie van het nieuwe model aan om voor de drie Nederlande verzekeringsbranches (Leven, Schade en Zorgverzekeringen) een uitgebreid IICRA (Insurance Industry Country Risk Assessment) af te geven. Voor het landenrisico dat verzekeraars in Nederland lopen, stelt Joshi dat “wij rekening houden met een langere periode van zwakke economische groei, huishoudens die ten opzichte van hun bezittingen grote schulden hebben (leverage) en politieke risico’s die vooral implicaties kunnen hebben voor de zorgverzekeraars. Beleggingsverzekeringen De ontwikkeling van het kredietrisico van het Nederlandse levenbedrijf kwalificeert Joshi als neutraal (gemiddeld), maar met een grotere kans een negatieve kant op te gaan dan een positieve. S&P neemt in haar vooruitzichten mee dat verzekeraars weliswaar hun ‘issues’ met unit-linkedbeleggingsverzekeringen aan het oplossen zijn met klanten en andere stakeholders, maar dat daarmee het risico op default van lopende producten nog niet weggenomen is. Bovendien hebben de levensverzekeraars gelet op hun veelal langlopende verplichtingen meer last van de lage rente dan schade- en zorgverzekeraars. Daar staat tegenover dat levensverzekeraars de afgelopen jaren al met succes aan kostenreductie hebben gedaan, wat zorgt voor opwaartse druk op de ‘return on investment’ in deze tak van verzekeren. Een onzekere factor, ook bij de waardering van het Nederlandse schadebedrijf, is de toekomst van ASR, de verzekeringsactiviteiten van overheidsbedrijf SNS Reaal en van ING Verzekeringen na de aangekondigde beursgang in 2014. De gevolgen van een eenzijdige beursgang van ASR voor de kredietwaardig-
heid van de branche zijn beperkt. “Andere opties zouden ratingaanpassingen, positief en negatief, met zich kunnen meebrengen”, stelt Oliver Herbert, die zich namens S&P onder meer richt op de Nederlandse schade- en zorgverzekeringsmarkt. “Als ASR bijvoorbeeld zou fuseren met SNS Reaal, dan ontstaat er een partij met een marktaandeel op verzekeringsgebied van 24%. In een markt die toch al sterk geconcentreerd is, gaan schaalvoordelen dan een veel belangrijkere rol spelen.” Hij wijst erop dat een aantal internationale verzekeraars -waaronder AXA en Aviva - de afgelopen jaren al de Nederlandse markt hebben verlaten. “Bij een overname of fusie met een lokale verzekeraar zijn de gevolgen voor de kapitaalpositie van de koper veel groter, wat een potentiële fusie of overname kan hinderen. Wanneer bedrijven als ING en mogelijk ook andere Nederlandse verzekeraars een beursgang naderen, is er kans op een verschuiving in marktaandeel. Dit kan het concurrentieniveau beïnvloeden in de toch al competitieve Nederlandse verzekeringsmarkt.” WGA-verzekeringen Ook op de Nederlandse markten voor zorg- en schadeverzekeringen, waarvan het gecombineerde land- en brancherisico door S&P wordt ingeschaald op laag, spelen issues die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het kredietrisico. Herbert wijst op de verliezen die de afgelopen jaren zijn geleden met de
duct met verre horizon
20 13 dec 2013
15
Rating Verzekeraars Systematiek Kredietwaardig
WGA-verzekeringen. Weliswaar hebben enige grote verzekeraars zich teruggetrokken van deze markt maar “dat heeft hen nog niet verlost van de financiële erfenis van bestaande klanten met zo’n verzekering. Het is bovendien onze verwachting dat verzekeraars in de toekomst vaker worden aangespoord door de overheid om taken op het terrein van sociale zekerheid op zich te nemen. Zulke initiatieven komen met financiële risico’s en hordes, maar ook met kansen.” Kostenbeparingen S&P stelt dat kostenbesparingen de grootse uitdaging zijn voor de schadesector. Weliswaar heeft deze branche minder last van de lage rente dan het levenbedrijf, maar de concurrentie is scherp, vooral bij de autoverzekeringen. De kredietbeoordelaar denkt dat die prijsconcurrentie de komende jaren alleen maar toe zal nemen door een groei in het aantal vergelijkingssites (aggregators). In Engeland wordt 60% van de autoverzekeringen al afgesloten op sites die doorlopend de meest actuele tarieven uitspugen. Herbert: “Door slim gebruik te maken van algoritmes kun je als verzekeraar zeer kostenefficiënt werken. Aan een laptop heb je bij wijze van spreken al genoeg.” Als het gaat om de Nederlandse visie dat complexe producten niet geschikt zijn voor internetverkoop, trekt Herbert een internationale vergelijking. “In Engeland worden behoorlijk complexe producten als lijfrentes en beschermingsverzekeringen nu al online verkocht.”
Bij de zorgverzekeringen constateert Herbert dat de marges op de basisverzekering dun maar stabiel zijn. “De aanvullende verzekeringen scoren een stuk beter, maar die maken slechts 10% van de verkoop uit.” Het risico voor de zorgverzekeraars is vooral politiek van aard. Afhankelijk van de samenstelling van het kabinet kunnen er budgethervormingen plaatsvinden die van invloed zijn op de basisverzekering of de aanvullende. Grote verzekeraars De geringe mate waarin nieuwe aanbieders zich een plekje kunnen verwerven ziet S&P evenwel weer als een positieve
ven waarbij sprake is van uitzonderlijke steun van de overheid. Ook dan zijn wij genoodzaakt de rol van de verzekeraar te beoordelen en hoe belangrijk die rol is voor de overheid. Bijvoorbeeld bij ASR en SNS, beoordelen wij het eigendom van de overheid als vergankelijk, en passen dus geen positieve beoordeling (uplift) toe op de ratings.” Verzekeringsadviseur De vraag is wat het intermediair met de IICRA-boordeling en –meer specifiekmet de individuele ratings van bedrijven, kan. “Ik denk dat een verzekeringsadviseur bij zijn advies rekening moet houden met issues bij een aanbieder die bij een onwaarschijnlijke gebeurtenis voor
‘Door slim gebruik te maken van algoritmes kun je als verzekeraar zeer kostenefficiënt werken’ factor. Opvallend, ook in het licht van de woorden van DSW-bestuursvoorzitter Chris Oomen die vorige maand nog waarschuwde dat naar zijn mening de zorgmarkt te veel gedomineerd wordt door een paar hele grote verzekeraars die ‘too big to fail’ zijn. Herbert: “Wij beoordelen het kredietrisico van de grootste partijen en doen er geen opslag op alleen, omdat een verzekeraar heel groot is. In theorie, kunnen wij een positieve beoordeling (“uplift”) aan een rating ge-
grote problemen voor zijn klant kunnen zorgen”, aldus Joshi. “Met name bij spaarproducten met een verre horizon, is het belangrijk om te kijken of de verzekeraar een lage rating of zelfs helemaal geen rating heeft. Als een verzekeraar onderdeel is van een buitenlandse holding, zou het erg misleidend kunnen zijn voor de verzekeringsadviseur om alleen te kijken naar de rating die wij voor de moedermaatschappij afgeven; de echte kredietwaardigheid is in feite lager.”
ZO
BREED DAT U ER NIET OMHEEN KUNT Financiële professionals bereiken? Dan kunt u niet om het brede aanbod van AMmedia heen! Ontdek de kracht van AM op
www.amweb.nl/ammedia
• Online adverteren op AMweb • Per e-mail onder de aandacht met AMsignalen of AMnieuws • Offline adverteren in AM en AMplus • Publiciteit op onze events, zoals de Verzekeringsbranchedag • Custom media voor uw eigen uitgaven • Content op maat in samenwerking met AM
Kantoor in Beeld
17
Wie: Havelaar & van Stolk Waar: Rotterdam Sinds: 1745 Medewerkers: 34 Relaties: 14.000 De oorsprong van het Rotterdamse assurantiebedrijf Havelaar & van Stolk gaat heel ver terug. “Mogelijk zijn we zelfs een van de oudste Rotterdamse bedrijven”, zegt directeur Louis van Poppel. In 1745 begon Jan Havelaar als kassier (bankier) met zijn bedrijf, waaronder ook het afdekken van risico’s. Rond 1890 ging hij samen met de Rotterdamse assuradeur Stolk. Na diverse overnames van cargadoor- en averijagenturen ging het bedrijf in 1972 verder als assurantiemakelaar. Havelaar & van Stolk, gevestigd aan de Coolsingel, is een allround financieel dienstverlener en richt zich vooral op de zakelijke markt.”Maar we vergeten natuurlijk ook onze particuliere klanten niet.” Met welke verzekeraars doen jullie allemaal zaken? Hebben jullie volmachten? Er is vrijwel geen verzekeraar te noemen, waar wij geen zaken mee doen. Als makelaar ter beurze doen wij in ieder geval zaken met alle beursassuradeuren. Met onze ‘brokers doen wij ook heel wat zaken op Lloyd’s in Londen. Uiteraard werken we daarnaast veel met provinciaal werkende verzekeraars. Lid van Adfiz of een andere organisatie binnen het intermediair? Wij zijn een zeer actief lid van Adfiz en een van onze managementleden, Rolita Hermelijn, heeft zelfs zitting in het hoofdbestuur van Adfiz. Verder zijn wij lid van VNAB, RPA, RMiA en SEH. Wat zijn de adviesterreinen? Wij richten ons vooral actief op de zakelijke markt. Dat neemt niet weg, dat wij ook onze particuliere klanten niet vergeten. Als je contact hebt met bedrijfsrelaties is het bijna vanzelfsprekend dat je ook de directeur en zijn werknemers privé adviseert. Wij sluiten in dit segment dan ook veel collectiviteiten. Vier van onze medewerkers voldoen ook aan de nieuwe eisen inzake de Wft Pensioenmodule. Wij zijn dus ook in de pensioenmarkt zeer actief. Wat is het voornaamste marktgebied? Wij richten ons vooral op het mkb bedrijf en bedienen onze relaties door heel Nederland.
Zijn er plannen om de dienstverlening uit te breiden? Wij gaan verder groeien in de segmenten, bedrijven en pensioenen. Grootste ergernis in de branche of tijdens het werk? De afschaffing van de brandregresrege-
‘Het provisieverbod leidt tot een mooie klantenbinding’ ling. Ik vind het zorgelijk, omdat dit tot vele ongewenste effecten aanleiding zal geven, tot faillissementen van middenen kleinbedrijven die zich hiervoor niet of niet afdoende kunnen verzekeren. Hier hadden de ‘stakeholders meer gezamenlijk overleg moeten voeren. Hanteren jullie een abonnementensysteem en/of fee of factureren jullie uren? Juist voor de financieel complexe producten hanteren wij sedert 2008 uitsluitend fees en abonnementen. Dit gebeurt ook steeds vaker voor schadeproducten. Zijn jullie blij met het provisieverbod voor complexe producten? Ja zeker, steeds meer komen wij tot het
inzicht, dat dit een mooie klantenbinding met zich meebrengt. De loyaliteit van de klant en het bedrijf richting financiële dienstverlener groeit enorm. Zowel verzekeringnemer als financiële dienstverlener worden steeds meer partners van elkaar. Moet er volgens jullie ook een provisieverbod komen voor schadeverzekeringen? Nee, toch (nog) niet. De particuliere consument is er nog niet mee gebaat en zal het niet snappen. Juist in het particuliere schadesegment is provisie ook nooit een probleem geweest. Wat is het meest opvallende nieuws tijdens de afgelopen maanden? De verhoging van de assurantiebelasting naar 21%. Verder het gebrek aan cohesie tussen aanbieders en financieel bemiddelaars om onze beroepsgroep weer een beter aanzien te geven. Ik ben ervan overtuigd, dat dit in ieders belang is die in deze beroepsgroep werkt. Wie of wat moet er nu aangepakt worden in de branche? Verdere uitbouw van het PE-systeem met examenplicht. Mooie en stevige (buitenwettelijke) opleidingen als branchediploma’s kunnen niet meer gegeven worden wegens gebrek aan cursisten. Hier is dus duidelijk sprake van onderwijsvernieling en dat doet onze beroepsgroep geen goed, omdat dit zal leiden tot kennisverarming.
Rolita Hermelijn en Louis van Poppel.
18
Branchedag
20 13 dec 2013
Verzekeringsbranchedag Foto’s: Maarten van den Berg. Kijk voor meer foto’s op vbdag.nl. Hier zijn ook filmpjes te zien van AMtv.
Op 19 november vond in het Beatrixgebouw in Utrecht de Verzekeringsbranchedag 2013 plaats. Een recordaantal branchegenoten, maar liefst 2.100, bezochten het jaarlijkse AMevenement. De beursvloer was uitverkocht en bij de talloze parallelsessies was het dringen geblazen. Het plenaire programma, gepresenteerd door Mathijs Bouman, was live te volgen op AMweb.nl en ook dat trok veel bezoekers. Voor wie nog even na wil genieten een sfeerimpressie.
Tussendoor werden interviews getoond, onder tmeer met Hanneke Har man van Adfiz.
ssie van PriQels.
ens de parallelse
jiedj Bakas tijd Trendwatcher Ad
Er werd druk getwitterd in #vbdag al tre de zaal. Om nding topic. 10.00 uur wa s
20 13 dec 2013
2013: een topdag in beeld s Bouman leidt Dagvoorzitter Mathij odor KocThe sen tus de discussie (rechts), me Lam tor Vic kelkoren en zijn t me eeg ekr me l die de zaa rantie en ideeën over transpa vertrouwen.
Mathijs Bouman voelt Jack Hommel van Avéro Achmea aan de tand.
De parallelsessie werden drukbezoch
t.
Even netwer
ken.
19
20
Social Media
20 13 dec 2013
Hema-polis in trek op social media November was op social media de drukste maand van het jaar als je kijkt naar de ziektekostenverzekeringen. Niet verwonderlijk: in november en december staat de zorgverzekering traditiegetrouw hoog op de agenda. Vooral over die van de Hema wordt veel gepraat op social media. Door Theo van Vugt Een data-analyse van alle social-mediaberichten van vorig jaar maakt zichtbaar dat ook toen in november en december (zie grafiek) veruit het meest over ziektekostenverzekeringen werd gesproken. Hoewel het jaar 2013 nog niet voorbij is, is de trend dit jaar niet anders. We zien zelfs dat de online ‘buzz. nu al hoger ligt dan in 2012.
de aanvullende verzekering is een bron van ergernis, dezelfde trend is te zien bij de tandartsverzekering. Een analyse van alle berichten over de ziektekostenverzekeringen, maakt duidelijk dat mensen op social media ongeveer vier keer zoveel praten over de prijs (“Het is duur”, “Het is goed betaalbaar”) dan over de kwaliteit (“Ik ben ontevreden”, “De kwaliteit is best in orde”). Er zijn 397 mensen in de laatste drie maanden die dusdanig ontevreden waren dat ze spraken over overstappen. Hier wordt echter in de meeste gevallen niet op gereageerd door de zorgverzekeraar. aanvullende verzekering
3.732 berichten
323 positief
8%
16% 603 negatief
tandartsverzekering
1.111 berichten
88 positief
7%
14% 164 negatief
Onderzoek naar gedrag op social media heeft echter al eens aangetoond dat we ons vaak anders gedragen dan dat we zeggen op social media. Hoe serieus we de ‘dreigementen’ moeten nemen, weten vermoedelijk alleen de zorgverzekeraars.
18 16 14 12 10 8 6 4
2012-01
2012-02
2012-03
2012-04
2012-05
2012-06
2012-07
2012-08
2012-10
2012-11
2012-12
0
2012-09
2
Den Haag Er wordt in Politiek Den Haag amper gehoor gegeven aan de zorgen van de consument. Alleen SP’ers branden hun vingers aan dit onderwerp. Zo neemt Emile Roemer het op voor de ouderen die “fors meer voor de aanvullende verzekering”. “Solidariteit wordt om zeep geholpen.” Fractiegenoot Renske Leijten twittert dezelfde woorden en SP’er Henk van Gerven vindt zelfs dat “zorgverzekeraars publiek moeten worden”. Maar net als veel zorgverzekeraars, lijken ook politici hun ogen te sluiten voor de mening van de Nederlander.
De belangrijkste reden voor de toenemende activiteit is 7 november, de dag waarop het meest ooit over zorgverzekeringen of ziektekostenverzekeringen werd gesproken. De topic cloud (zie onderaan) toont aan waarom er deze dag zo vaak over de verzekering werd gesproken: De meest besproken zorgverzekering van de afgelopen maanden is dan ook die van de Hema De tweede meest besproken zorgverzekering is Menzis, gevolgd door Achmea. Opvallend is dat over Hema erg positief wordt gesproken, maar over Menzis en Achmea negatief. De reden? Bij Achmea omdat ze de aanvullende premies hebben verhoogd en bij Menzis omdat dit nu eigenlijk overbodig is geworden (immers: Hema is ook Menzis-polis). Aanvullende polis Zoals bij Achmea al zichtbaar, is de premie van de aanvullende verzekering een bron van ergernis. Dat blijkt ook uit sentiment van alle social-mediaberichten over de aanvullende verzekering: het merendeel van de social-mediagebruiker praat negatief over de aanvullende premie. Niet alleen zorgverzekeraar in de aanbieding een woordvoerster van kruidvat
een kindvriendelijke tandarts
goedkope verzekering voor ziektekosten winkelketen donderdagochtend eerste winkelbedrijf in nederland daling van de premie
telegraaf
verzekeraar menzis
360 euro
merknaam
me worst
judy op het veld
een winkelketen
zorgverzekering van hema
rookworst
winkels
een testament
vergelijkingssite verzekeringssite
een zorgverzekering
hema
220 euro
89 euro
ziektekostenverzekering
een onderscheident product
verzekeringspas
samenwerking met verzekeraar ohra
notaris winstmarge
honderden aktes
hema zorgverzekering
een goedkope verzekering 10 procent korting zorgverzekeraars nederland
opzichte van dit jaar
gedegen marktonderzoek
kinderzorglijn
alle verzekeraars
klanten
69 euro
notarisservice een gezin
extra omzet
premies voor de basisverzekering winkelketen tesco
een basispakket samenlevingscontract
honderden aanvragen voor hema introductie van de zorgverzekering
drogisterijketen kruidvat
Alle data is gemeten op het Nederlandse sociale web met Coosto; een socialmediamonitoring- en webcaretool. De tool indexeert sociale netwerksites, nieuwssites, blogs en fora en gebruikt daarvoor een speciaal ontwikkeld webarchief dat dagelijks wordt aangevuld met miljoenen berichten vanuit meer dan 400.000 bronnen. Meer informatie: www.coosto.nl.
HAAL HET BESTE UIT UZELF! WERK SAMEN MET VCN. Hoe onderscheidt u zich als intermediair van al die andere concurrerende intermediairs? Bij VCN vinden we dat u zich als intermediair moet bezighouden met de zaken waar uw kwaliteiten liggen. Versteviging en verdere opbouw van klantrelaties, persoonlijk contact en via die weg het rendement verhogen. Voor alle administratieve zaken, uitzoek- en regelwerk zijn wij er en ontlasten wij u graag. Complete ondersteuning voor u als onafhankelijk intermediair, zodat niets u meer in de weg staat om het optimale uit uzelf te halen.
VCN biedt complete ondersteuning voor elke onafhankelijke intermediair. w www.vcn.nl t 040 290 75 77 e
[email protected]
22
Column
20 13 dec 2013
Zoals de waard is... Als marktonderzoeker ben je vaak met behoorlijk wat mensen in gesprek. Met opdrachtgevers uit allerlei organisaties en daaruit voortvloeiend met consumenten die dan weer producten of diensten afnemen van de betreffende organisaties. We zien dat consumenten de laatste jaren behoorlijk achterdochtiger geworden zijn als het gaat om de beloften die bedrijven maken: “Er staan zoveel logo’s op zo’n verpakking, ze kunnen je van alles wijsmaken, ze dekken zich gewoon in.” Of: “Het kan dan wel een bekend merk zijn, dat zegt niet zoveel meer. Die rommelen vaak ook maar wat aan.” Door schade en schande wordt men wijs, zullen we maar zeggen.
Gaby Siera is managing partner bij marktonderzoeksbureau Beautiful Lives.
Opvallend is dat opdrachtgevers een zelfde soort achterdocht tonen als ze meeluisteren naar de feedback van hun consumenten. “Ze zegt dat ze heel prijsbewust is, maar als je dan vraagt wat haar autoverzekering kost, weet ze het niet…” “Ze zeggen dat ze veel met gezond eten bezig zijn, maar dat IKB-logo kennen ze niet eens. Hoe gezond ben je dan?” Het is een tikje treurige paradox. Opdrachtgevers die, vaak onbewust, hun klanten niet serieus nemen, omdat die klanten zich niet in alle gevallen zo consistent gedragen als de opdrachtgever wenst. En klanten die het vertrouwen in merken en organisaties verliezen, omdat ook die zich niet altijd 100% in lijn gedragen met het zorgvuldig gecreëerde merkbeeld.
De oplossing ervan begint wat mij betreft, aan de kant van de opdrachtgevers. Door open te kijken en te luisteren en juist te willen begrijpen wat er achter deze inconsistenties schuilt in plaats van erover te oordelen, is er nog veel te leren en te verbeteren. Want dat een prijsbewuste dame niet weet wat haar autoverzekering kost, kan natuurlijk liggen aan die dame zelf. Maar het zou ook kunnen dat een prijsgeoriënteerde aanbieder van autoverzekeringen nog werk te doen heeft. En dat laatste is volgens veel mij oneindig veel interessanter om te begrijpen, dan het weghonen van een consument. Weg dus met die achterdocht en dat oordeel als u echt wil leren van consumenten. Want alleen met een open houding kunnen we verwachten dat we op termijn ook het vertrouwen omgekeerd weer terugkrijgen!
Gaby Siera PS: Wilt u uw ervaringen of observaties delen? Ik ontvang ze graag per mail:
[email protected].
[ A D V E R T E N T I E ]
DAK daagt het intermediair uit tot betere prestaties. Met de vele innovaties van diensten en tools, kunnen wij u nog meer onder-
Geef uw bedrijfsprestaties een boost
steunen. Met efficiënte werkprocessen, een uitgebreid dienstenportfolio en toegang tot vrijwel de hele verzekerings- en hypotheekmarkt is DAK uw hulp op weg naar operational excellence. Ga de uitdaging aan met de verbeterde diensten van DAK en profiteer onder andere van:
Efficiënte online processen volmachtproductlijn gecombineerd met uiterst scherpe premies. ASP (Application Service Providing) Digitale Polisfaciliteit via DAK Polis Portaal Een breed aanbod van online vergelijkingsen sluittools
DAK is aanwezig op de VB dag in stand B5.
DAK. Verbeter uw vooruitgang. Kijk op www.dak.nl of bel (030) 666 00 00
usant
23 20 13 dec 2013
Toys for boys? Drones zijn hard op weg om de verzekeringsbranche te veroveren, vooral als het gaat om het inspecteren van schade vanuit de lucht. Dat geeft vaak een heel nieuw (vogel)perspectief aan de zaak. Bij CED in Capelle aan den IJssel weten ze dat al een tijdje en daarom vonden ze het ook een goed en ludiek idee om een gratis drone te verloten onder de deelnemers aan de Verzekeringsbranchedag. Je kon de hele dag meedoen aan de verloting door het inleveren van je visitekaartje. Tijdens de afsluitende borrel om 17.30 uur werd de gelukkige winnaar van de drone bekendgemaakt: Wagner da Graca van HDI Gerling. Hij had er blijkbaar zelf niet op gerekend, want hij was al onderweg naar huis… Accountmanager Arie Benard van CED is echter de beroerdste niet en besloot de drone dan maar persoonlijk bij de winnaar op kantoor te gaan bezorgen. Wagner da Graca leek echter een beetje verlegen met de situatie. Dat komt misschien omdat ze bij HDI-Gerling een streng beleid
voeren als het gaat om het aannemen van cadeaus van leveranciers, et cetera. Dat mag gewoon niet. Maar wat te doen als een medewerker tijdens een evenement een prijs wint met zijn visitekaartje? Wagner weet dus nog niet of hij zijn drone wel mag houden. Het voordeel van drones is echter dat je ze snel weer kunt laten terugvliegen naar de afzender...
FBTO Noordkaap Challenge van start Op vrijdag 6 december heeft 3FM-dj Chiel Beelen live tijdens de radiouitzending het startschot gegeven voor de FBTO Noordkaap Challenge, een winterrally, georganiseerd
door FBTO, waarin dertig binnen twaalf dagen ruim 7.000 kilometer afleggen naar het noordelijkste puntje van Noorwegen. Onderweg worden opdrachten uitgevoerd waarmee de deelnemers zoveel mogelijk geld ophalen voor Serious Request 2013, die dit jaar aandacht vraagt voor kindersterfte als gevolg van diarree. De opdrachten die onderweg moeten worden uitgevoerd variëren van een duik in een ijsmeer, het regelen van een kerstboom tot het bezoeken van een lokale sauna. Op 19 december finishen de teams in Leeuwarden, de stad waar dit jaar het Glazen Huis van 3FM staat.
Giel Beelen gaf tijdens de radio-uitzending het startschot voor de FBTO Noordkaap Challenge.
24
20 13 dec 2013
Rechtsbijstand Vrije keus met terugwerkende Verzekeraars varen eigen koers bij afgeronde zaken Nu het Europese Hof van Justitie onlangs het recht van consumenten met een rechtsbijstandverzekering om zelf een advocaat te kiezen heeft bevestigd, blijken de verzekeraars een uiteenlopend beleid te voeren als het gaat om reeds afgeronde zaken. Klokkenluider en advocaat Leendert de Jong pleit voor een schadevergoeding. Door Lia van Engelen Het gaat met name om door een jurist in loondienst afgeronde geschillen, die niet naar tevredenheid van de verzekerde zijn opgelost en die -achteraf gezien- ook en wellicht beter, door een externe advocaat behandeld hadden kunnen worden. Het Verbond van Verzekeraars stelt zich formeel op het standpunt dat deze zaken zijn behandeld en afgesloten ‘onder de voorwaarden die toen golden en volgens de toenmalige interpretatie van de wet’. Reparatie Bij die interpretatie van de wet wringt nu juist de schoen, want die is door het Europese Hof van Justitie onderuit gehaald. De vraag dringt zich dus op of ‘reparatie’ van of ‘compensatie’ voor door consumenten geleden schade nu aan de orde is. De Consumentenbond deed navraag bij verschillende verzekeraars over hun beleid ten aanzien van reeds afgeronde zaken. De reacties liepen nogal uiteen. Ontevreden verzekerden die geen vrije advocaatkeuze kregen via de Stichting Achmea Rechtsbijstand (SAR) kunnen een klacht indienen. SAR beoordeelt deze dan op basis van bewijsstukken en een toelichting. Verzekeraar DAS meldt: “Voor afgesloten geschillen
hangt dit af van de vraag of, en zo ja, op welk moment de verzekerde aanspraak heeft gemaakt op vrije keuze én hoe/of de rechtsbijstandverzekeraar op dat verzoek heeft gereageerd.” SRK stelt dat per zaak goed wordt bekeken of terugkomen op een eerdere zaak “aan te bevelen is.” Schadevergoeding Advocaat Leendert de Jong voerde jarenlang strijd tegen de werkwijze van rechtsbijstandverzekeraars, die de vrije advocaatkeuze niet respecteerden. Samen met zijn confrère Joost Beekers startte hij de zaak Sneller/DAS Rechtsbijstand, waarover het Europese Hof van Justitie onlangs op verzoek van de Hoge Raad
de bewuste uitspraak deed. De Jong pleit nu voor een schadevergoeding voor gedupeerden aan wie de afgelopen twintig jaar geen vrije advocaatkeuze is verleend: “Aan wie in strijd met de wet geen vrije keuze van rechtsbijstandverlener in een procedure werd verleend, is een fundamenteel recht onthouden”, vindt hij. “Bepleitbaar is een immateriele schade per geval van rond de € 5.000. De inbreuk op het recht op vrije keuze is ook gemaakt als de verzekerde niet om een externe rechtshulpverlener heeft verzocht, en de eigen jurist van de verzekeraar een juridische of administratieve procedure voor hem voer-
de. Artikel 4:67 Wft schrijft immers al sinds 1990 voor dat de polisvoorwaarden die vrije keuze uitdrukkelijk dienen te vermelden. Dat is tot nu toe niet gebeurd”, aldus De Jong. “Ook als de rechter of het Kifid in het verleden heeft beslist dat een verzekerde geen vrije advocaatkeuze toekomt, kan waarschijnlijk alsnog een schadevergoeding worden gevorderd. Als al geen sprake is van een opzettelijke verzwijging, is die beslissing immers op grond van ‘valsheid’ in de polisvoorwaarden c.q. in strijd met de openbare orde tot stand gekomen.” Vermogensschade Naast immateriële schade kan ook vermogensschade zijn ge-
kracht en schadevergoeding? De Jong pakt handschoen Pouw op Advocaat Leendert de Jong pakt graag de handschoen op van DAS-directeur Eric Pouw in AM 19 toen hij zijn ongenoegen uitsprak over de hautaine houding van de advocatuur ten aanzien van de kwaliteit van de rechtshulp door rechtsbijstandverzekeraars. “DAS is trots op de aantallen dossiers die haar juristen jaarlijks verwerken. Die hoge aantallen gaan echter ten koste van de kwaliteit van de verleende rechtsbijstand. Loondienstjuristen krijgen onvoldoende ruimte om zich extra in te spannen in complexe of bewerkelijke zaken. Zij ontvangen immers de perfide prikkel om de target van bijvoorbeeld tweehonderd arbeidszaken te halen.” DAS verzuimt verzekerden volgens hem te wijzen op haar belang bij beheersing van de kosten van de juridische bijstand. “Kostenbeheersing geeft het risico van vermindering van de kwaliteit, te meer in complexe of bewerkelijke zaken. Advocaten worden beloond naar de mate van hun inspanning voor de cliënt, zodat hier geen tegenstrijdig belang ontstaat. De rekening van de advocaat kan bovendien op redelijkheid worden getoetst door de Raden van Toezicht van Orde van Advocaten.”
leden, stelt De Jong: “Bijvoorbeeld als er aantoonbare tekortkomingen waren in de
verleende rechtsbijstand door de jurist van de verzekeraar en daarbij kernwaarden en ge-
dragsregels van de advocaat in ernstige mate niet in acht zijn genomen. Vermogensschade is ook denkbaar als de verzekerde na afwijzing van een verzoek om een externe advocaat zelf een advocaat heeft ingeschakeld die hij zelf heeft moeten betalen. Als de verzekeraar dat verzoek afwees, zonder de verzekerde daarbij te wijzen op het alsnog ontstaan van het recht op de vrije advocaatkeuze, zodra de verzekeraar de tijd rijp zou achten voor een procedure, heeft de verzekeraar zijn zorgvuldigheidsverplichting geschonden. Ook dat is in strijd met de kernwaarden en gedragsregels van de advocatuur.” Verjaring Volgens De Jong is het dan wel noodzakelijk dat de verzekerde de zaak eerst bij de verzekeraar heeft aangemeld en een eigen jurist voor de be-
handeling kreeg toegewezen. “Dus dat de dekking van het verzoek om rechtsbijstand op grond van de verzekering was toegekend.” In zijn voorstel begint de verjaringstermijn van een vordering tot schadevergoeding te lopen vanaf de datum dat de verzekerde met zijn schade bekend is geworden (artikel 3:310 BW), dus vanaf 7 november 2013 (uitspraak inzake Sneller/DAS), omdat pas toen vaststond dat de verzekeraar artikel 4:67 Wft overtrad. Op grond van art. 3:306 BW kan de vordering niet ouder zijn dan twintig jaar. “De wettelijke rente over de vordering loopt waarschijnlijk vanaf de datum van de betaling van de factuur van de advocaat van de verzekerde respectievelijk vanaf de datum van het onthouden van de vrije advocaatkeuze”, aldus De Jong.
Wij helpen u graag bij uw fraude, risico en compliance vraagstukken
Contact: (+31) 30 767 0352
[email protected]
www.friss.eu
20 13 dec 2013
25
Schade Uitspraak Europese Hof Vergoeding Divers beleid
26 St 20 13 dec 2013
gast
Antoinette Kalkman is direc-
teur van Nationale Waarborg dat onlangs zijn tienjarig bestaan vierde. Speciaal daarvoor schreef Antoinette het boek Schuld en Boete dat eind vorige maand feestelijk gepresenteerd werd. En ze loopt zelfs al rond met plannen voor een roman. Wat is je achtergrond? Ik kom uit 1964. Ben een echte leeuw (althans dat zegt men). Ik ben geboren in de stoerste stad van Nederland, maar ben niet getogen in Rotterdam. Mijn vader was instrumentmaker en later combineerde hij techniek met zorg en heeft hij pro- en ortheses ontwikkeld waardoor hij gehandicapten weer een zelfstandig leven bezorgde. Mijn moeder runde tientallen jaren een peuterspeelzaal. Voor diverse generaties is mijn moeder hun juffrouw Tonny. Voor welk beroep was je eigenlijk voorbestemd? Vroeger zwalkte mijn beroepskeuze van ergotherapeut, journalist naar politica en weer terug. Uiteindelijk heb ik in vijf verschillende branches gewerkt waar ik toch steeds weer uit kwam bij marketing/PR-gerelateerde banen. Daar heb ik echt wat mee. Ik wil graag iets creëren. En de handelsgeest van mijn familie heeft me uiteindelijk tot ondernemer gemaakt. Met welk dier voel je je het meest verbonden en waarom? Een leeuw! Dat is mijn sterrenbeeld en daarnaast is het mijn natuurlijke houding dat ik me graag ergens in vastbijt. Ik vind het een mooi en trots dier. Maar een koe kan ik ook erg waarderen. Vooral zijn trouwe ogen, die doen mij smelten. In mijn achtertuin loopt een
kudde stoere Galloway-koeien. Daar kan ik uren naar kijken.
ik de laatste weken alleen maar vanaf een afstand naar ze zwaai.
Facebook, LinkedIn, Twitter? Alle drie. Veelvuldig. Ik vind het een perfect medium om aandacht en verbinding tot stand te brengen. Ik heb de afgelopen jaren dat ik mij met social media bezig hou, veel waardevolle ontmoetingen gehad, veel informatie gekregen die ik anders niet had gehad en commercieel heeft het mij zeker ook geen windeieren gelegd. Daarnaast privé ook handig om sociaal bij te blijven in toch een behoorlijk druk bestaan.
Volgende vakantiebestemming? Ik ga medio december een lang weekend naar Vlieland. Mijn favoriete stek in Nederland. Nederland is een mooi land en ik mag er graag doorheen varen. Alleen zit het weer soms wat tegen in de zomer. Als dat zo is, vertrek ik graag naar een ander favoriet eiland; Samos in Griekenland. Heerlijk weer, prachtige natuur en fijne mensen.
Waarvan heb je de laatste keer kippenvel gekregen? Tijdens de boekpresentatie van Schuld en Boete. Zo enorm veel mensen tijdens de boekpresentatie en de warme complimenten daarna: hartverwarmend en overweldigend. Wat is je laatst bijgewoonde massaevenement? Twee weken terug was ik bij het concert van de Simple Minds. Heerlijk een avond uit mijn dak gaan met vrienden. Wat is je leukste of meest bijzondere hobby? Ik schrijf graag. Als ghostwriter of voor mijzelf en bedrijf. En ik heb na het verschijnen van Schuld en Boete wel behoorlijk de smaak te pakken gekregen, dus denk ik er hard over om van mijn hobby maar mijn beroep te maken. Het idee voor een roman zit inmiddels in mijn hoofd. Wat doe je op zaterdagmiddag? Ik ben onderdeel van een samengesteld gezin met vier pubermeiden. De zaterdagmiddag betekent dus meestal wassen, boodschappen en andere logistieke huishoudelijke zaken. Maar vaak ook veel gezelligheid met vrienden, kids, et et cetera. Ons huis heet niet voor niets Villa Kakelbont. En op zondag? Frisse neus in het bos met de honden. Gezelligheid met de meiden en vrienden of gewoon heerlijk in een hoekje op de bank met een stapel tijdschriften en boeken. Dat laatste zou ik veel vaker willen, maar komt er helaas veel te weinig van. De weekends vliegen normaal gesproken veel te snel voorbij. Weleens actief in sportschool? Jaren heb ik een abonnement gehad op de sportschool. En nog een. En nog een. En ik kwam er nooit. Nu heb ik zelf een loopband en roeiapparaat. Er zijn tijden dat ik fanatiek een paar keer per week op die apparaten vertoef, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat
Wat was jouw slechtste beslissing/grootste blunder ooit? Och, er zijn er vele. Soms moet je een gok wagen. Niet alles lukt altijd, maar wie niet waagt, wie niet wint. Ik vertrouw op mijn gevoel. Soms negeer ik dat wel eens. Vaak komt dan later uit dat ik dat niet had moeten doen. Wat is je favoriete drank(je)? Ligt aan het moment. Op een zonnig terras in de zomer Mojito of een rosé. Heerlijk! Een biertje is af en toe ook lekker. Maar dan wel van de tap. Verder leef ik op thee. De hele dag door. Waar heb je een uitgesproken hekel aan? Als mensen wel zeggen, maar niet doen. En hypocrisie. Dodelijk irritant! Wat in de branche had je liever willen missen? Ik heb er een hekel aan hoe de term ‘klant centraal’ wordt gebruikt. Vaak is het nog steeds ‘maatschappij centraal’. Ik vind ook dat je dit niet zou moeten roepen, het zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Dat is het helaas nog altijd niet. Verder vind ik dat momenteel heel veel vooral niet wordt gedaan uit oogpunt van compliance of (privacy) wetgeving. De wetgeving wordt vaak als excuus gebruikt om zaken die goed zijn voor de consument, maar niet te hoeven doen. Als je er goed naar kijkt, blijkt dat het best mag, als men maar wil. En dat is vaak het heikele punt. Doe je iets op het terrein van vrijwilligerswerk? Mag je het ondersteunen van Stichting LEF ook vrijwilligerswerk noemen? Het grootste gedeelte van de verkoopopbrengst van Schuld en Boete gaat naar LEF. En we hebben tweeduizend boeken als cadeau weggegeven in de hoop dat de ontvangers ook een gulle donatie doen aan LEF. Omdat ook uit Schuld en Boete blijkt hoe nodig financiële educatie nodig is. Wat moet je koste wat het kost ooit nog eens doen? Parachutespringen!
Intermediair ‘Klant heeft meer behoefte aan informatie dan adviseur denkt’ Adviseur steekt weinig geld in informeren klant
Advies Duitse hypotheek Informeren Hypotheekrente
Olaf Geysendorpher, eigenaar van consumenteninformatieportaal Wegwijs.nl, schotelde de bezoekers van de Verzekeringsbranchedag een spoedcursus direct marketing voor. En die was hard nodig, afgaande op de informatie die adviseurs nu aan hun klanten zeggen te verstrekken. Door Rob van de Laar Geysendorpher wees de aanwezige intermediairs tijdens de Verzekeringsbranchedag op de noodzaak van goede en gerichte informatie voor de klant. Niet dat de financieel adviseur daar veel energie in wil steken: gemiddeld heeft hij € 5,54 per jaar over voor het op de hoogte houden van zijn klant, zo bleek uit een mini-onderzoek onder de bijna honderd aanwezigen. “Eerder bleek uit ervaring van Factua dat een gemiddeld serviceabonnement € 28,95 per maand kost. De adviseur zou in dit geval 1,59% van zijn abonnementsbudget willen besteden aan het informeren van zijn klant”, aldus Geysendorpher. Op het journaal Bijna 80% van de adviseurs heeft zijn klant niet geïnformeerd over de Duitse hypotheek. Niet verstandig, vindt Geysendorpher. “Het is op het NOS-journaal, dus het zal ook leven in de hoofden van de consument. Wij als Wegwijs hebben hier heel veel vragen over gekregen. Raar dus dat de adviseur het onderwerp links heeft laten liggen. De reactie hierop van één adviseur was treffend: ‘Het is een slecht product. Daar ga ik mijn klant niet mee lastigvallen.’ Deze adviseur had echter niet in de gaten dat zijn klant
20 13 dec 2013
27
Het intermediair heeft zijn klanten onterecht niet geínformeerd over de Duitse hypotheken.
wellicht juist van hem als adviseur had willen horen dat het een slecht product was, waarbij het uiteraard de taak van de adviseur zou zijn om hiervoor de juiste argumenten aan te dragen.” Bovendien bleek dat 35% van de adviseurs zijn klanten afgelopen jaar niet heeft geïnformeerd over de wijzigingen in de aftrekbaarheid van de hypotheekrente. “Dat staat haaks op het feit dat van de adviseurs 40% aangeeft een morele plicht te voelen om de klant te informeren.” Geysendorpher haalt de Stemwijzer van 2012 aan, waarbij deelnemers per onderwerp het belang konden aangeven. “Daarbij valt op dat punt 1 (hypotheekrente) tot en met 6 én daarna 8 en 9, alle te maken hebben met de persoonlijke financiële lasten. Dit geeft aan dat persoonlijke financiële lasten bij alle Nederlanders een belangrijk item zijn en dat informatie hierover (vanuit de adviseur) belangrijk is.” Een van de 1.152 Veel adviseurs (82%) kiezen ervoor hun klant vier tot twaalf maal per jaar met een nieuwsbrief op de hoogte te brengen van relevante informatie. Volgens Geysendorpher vallen ze daarmee in het niet bij andere bedrijven. “Zalando mailt klanten 60 x per jaar. Kom je eenmaal per
kwartaal met een nieuwsbrief, dan ben je een van de 1.152 emails in de mailbox van de klant.” Een tip van Geysendorpher is dat slecht nieuws beter wordt gelezen dan goed nieuws. Belangrijk is ook dat de kop van
een bericht begrijpelijk moet zijn. “Leg uit in kroegstijl. Maak klein groot en groot klein. Rond niet af: afgeronde getallen zijn reclame, denkt de klant. Onafgeronde bedragen worden als waar ervaren door de consument.”
[ A D V E R T E N T I E ]
Afspraken zoeken adviseur m/v
Dankzij een sterk en degelijk merk dat staat voor onafhankelijk en breed financieel advies weet de consument Van Bruggen Adviesgroep te vinden, ook in een turbulente markt. Onze unieke marketingmix genereert ook in beschikbare rayons - waaronder Groningen, Alphen aan den Rijn, Utrecht/Nieuwegein en Maastricht - nieuwe afspraken. Kijk voor overige, vrije rayons op www.vliegendestartingeldzaken.nl. We geven u vast 8 goede redenen voor een kennismakingsgesprek: 1. Financieel gezonde organisatie 2. Resultaten boven marktniveau 3. Kant-en-klare afspraken voor de aangesloten adviseurs 4. Goed verdienmodel van 85/15 5. Bekend van TV Makelaar, radio, internet en de Nationale Hypotheken Krant 6. Open, betrokken en prettige onderlinge samenwerking 7. Adequate ondersteuning en faciliteiten. We doen het samen 8. Betrokken centrale organisatie met visie en slagkracht Bel nu Frank van den Elzen via (055) 580 55 55 of mail naar
[email protected] Ook adviseur van
Centrale organisatie: Kerklaan 6, 7311 AG Apeldoorn
www.vanbruggen.nl
28 20 13 dec 2013
De uitwerking van actuele verzekeringsjurisprudentie in de rubriek AM recht wordt verzorgd door mr. C. Banis, mr. M. Keijzer-de Korver, mr. P.C. Knijp en mr. J.T. Suijdendorp van advocatenkantoor Stadermann Luiten in Rotterdam.
Recht Bestuurdersaansprakelijkheid; termijnoverschrijding bij publicatie jaarrekening Hoge Raad 12 juli 2013, Nederlandse Jurisprudentie 2013 nr. 401 Een vennootschap publiceert haar jaarrekening 28 dagen te laat. Kort daarna wordt de vennootschap failliet verklaard. De curator spreekt de bestuurders van de vennootschap aan tot vergoeding van het tekort in het faillissement ingevolge art. 248 Boek 2 BW. Het tweede lid bepaalt dat indien het bestuur niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit onder meer art. 394 Boek 2 BW (betreffende tijdige openbaarmaking van de jaarrekening) het zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement (tenzij sprake is van een “onbelangrijk verzuim”). Ingevolge het eerste lid kan deze vaststelling leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders voor het tekort in de faillissementsboedel. De bestuurders stellen dat de jaarrekening door een misverstand met de accountant iets te laat is gepubliceerd, zodat sprake is van een onbelangrijk verzuim. Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat geen sprake was van een onbelangrijk verzuim en wijst het de vordering van de curator toe.
Voor meer actuele uitspraken kijk onder Archief en Jurisprudentie op:
De Hoge Raad overweegt dat ook indien het belang bij openbaarmaking in het gegeven geval beperkt is - omdat de vennootschap volgens de bestuurders geen of weinig activiteiten verricht dan wel geen of weinig relaties heeft - de te late openbaarmaking van de jaarrekening op zichzelf wijst op een onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur. Die reden (het beperkte belang) kan derhalve geen grond zijn om een onbelangrijk ver-
zuim aan te nemen. Van een dergelijk onbelangrijk verzuim is wel sprake, indien het niet voldoen aan de verplichtingen als genoemd in art. 248 lid 2 in de omstandigheden van het concrete geval niet erop wijst dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld. Dit is met name het geval indien voor het verzuim een aanvaardbare verklaring bestaat. Daarbij geldt dat hogere eisen moeten worden gesteld naarmate de termijnoverschrijding langer is en voorts dat stelplicht en bewijslast op de aangesproken bestuurder rusten. Het hof had ten onrechte belang gehecht aan het feit dat de door de bestuurders aangevoerde omstandigheden tot hun risicosfeer behoorden. Na verwijzing dient een ander hof alsnog te onderzoeken of sprake was van een aanvaardbare verklaring voor het verzuim. (MK)
Algemene voorwaarden in internationale overeenkomst Hof Amsterdam 7 mei 2013, Nederlandse Jurisprudentie 2013 nr. 457 Een Nederlands bedrijf (A) verkoopt aan een Engels bedrijf (B) legervoertuigen. Zowel op de offerte als op de orderbevestiging wordt door A naar haar algemene voorwaarden verwezen. B wil de legervoertuigen doorverkopen aan een derde partij (C), maar de deskundige van C constateert een gebrek aan de voertuigen en keurt de partij af. C ziet daarom af van de koop, hetgeen voor B aanleiding is om jegens A de ontbinding van de overeenkomst in te roepen en A aansprakelijk te stellen voor de schade. A stuurt vervolgens haar algemene voorwaarden naar B en zij beroept zich op de in die voorwaarden opge-
nomen exoneratie. B start een procedure voor de Nederlandse rechter. Zowel de rechtbank als het hof wijzen de vordering van B toe, onder andere omdat zij het beroep van A op de exoneratie in de algemene voorwaarden niet honoreren. Volgens zowel de rechtbank als het hof heeft A die algemene voorwaarden te laat aan B gezonden. De rechtbank en het hof beroepen zich daarbij op de algemene voorwaardenregeling in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (afdeling 6.5.3 BW). A gaat in cassatie. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, omdat het hof ten onrechte de Nederlandse afdeling inzake algemene voorwaarden hier heeft toegepast. Deze afdeling is op grond van art. 247 lid 2 Boek 6 BW niet van toepassing op internationale koopovereenkomsten, waarvan hier sprake is. De Hoge Raad verwijst de zaak vervolgens terug naar het hof Amsterdam. Het hof Amsterdam dient vervolgens te beoordelen of de algemene voorwaarden van toepassing zijn tussen A en B. Het hof komt tot de conclusie dat dit het geval is, nu B op geen enkel moment om een toelichting heeft gevraagd omtrent de verwijzing naar algemene voorwaarden op de offerte en de opdrachtbevestiging. Ook heeft B niet geprotesteerd tegen die van toepassing verklaring. Daar komt nog bij, aldus het hof, dat B ook de orderbevestiging heeft ondertekend en aan A heeft geretourneerd. Door dit alles heeft B bij A het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat zij instemde met toepasselijkheid van de algemene voorwaarden en dus dat de algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn geworden. Nu B nimmer heeft betwist dat op grond van die algemene voorwaarden (en met name de daarin opgenomen exoneratie) A niet aansprakelijk is voor de schade van B, wijst het hof de vordering van B af. (CB)
Goed verzekerd bij een adviseur in de buurt! Verzekeren. Met of zonder adviseur? Voor ons een uitgemaakte zaak! De lokale adviseur kent zijn klant. Hij biedt de
Dat blijft niet onopgemerkt bij de assurantie-
best passende verzekering én zijn persoonlijke
adviseurs in Nederland. Voor de 8e keer op rij
service. Dat is onze overtuiging.
is Nh1816 Verzekeringen uitgeroepen tot beste schadeverzekeraar van Nederland. Daar zijn we
Nh1816 Verzekeringen is een zelfstandige, onaf-
trots op. Daar werken we hard voor en dat
hankelijke en coöperatieve verzekeraar. Bij ons
doen we SAMEN met u. In het belang van uw
staat het belang van de klant voorop en niet
en onze klanten.
dat van aandeelhouders. Coöperatief verzekeren doe je met en voor elkaar. SAMEN met het inter-
Bezoek ons op onze geheel nieuwe website
mediair ontzorgen door een persoonlijke service
nh1816.nl en overtuig uzelf van de kracht van
en de best passende verzekering.
SAMEN!
Volg Nh1816 op:
nh1816.nl
Deze rubriek bevat actuele benoemingen en functiewisselingen in de bedrijfstak. Berichten en digitale kleurenfoto’s (minimaal 300 dpi en 50 mm breed, liefst JPG-formaat) kunnen gestuurd worden naar
[email protected].
Wim de Bundel (44) is benoemd tot commercieel directeur Zakelijk en Corporate Pensioen van Delta Lloyd. Hij is verantwoordelijk voor de aansturing van de consultants en de marketing- en verkoopteams voor zowel de intermediaire als de corporate markt. De Bundel werkt sinds 1996 bij Delta Lloyd en heeft verschillende commerciële managementfuncties vervuld. Vanaf 2008 was hij verantwoordelijk voor de marketing en verkoop van de intermediaire pensioenmarkt. Eind november is Embla Bouma (43) begonnen als algemeen directeur van het EIFD (Examen Instituut Financiële Dienstverlening), het examenbureau van Dukers & Baelemans. Bouma was operationeel directeur van Lamark, een logistiek dienstverlener voor examenbureaus. Coöperatie Univé heeft begin deze maand Pieter Borsboom (46) tot manager Merk & Communicatie benoemd. Hij volgt hiermee Cornelie de Jong op die deze functie tot 1 november op interim basis vervulde. Borsboom had een eigen bureau, Borsboom IPC, en voerde de afgelopen jaren opdrachten op het gebied van communicatie uit voor uiteenlopende organisaties. Binnen de financiële dienstverlening werkte hij onder meer aan opdrachten voor ING en ABN Amro.
Bij Concordia de Keizer zijn een viertal nieuwe medewerkers begonnen. Linda de Smidt is het team van de Marine-administratie gaan versterken. Zij is afkomstig van Gebr. Sluyter. Justin Pronk is onlangs gestart als productspecialist Technische Verzekeringen. Hij werkte voorheen bij Amlin. Dennis van der Graaf, die de afgelopen vijftien jaar als senior brokingspecialist Casco was bij Marsch, is begin november gestart als manager Marine Broking. In deze functie richt hij zich op het verder uitbouwen van de Marine-afdeling. Op de afdeling Aansprakelijk is Annet Govaert-Proos begonnen als senior specialist Aansprakelijkheid en Overige Varia. Zij is afkomstig van AIG en is specialist op het gebied van (internationale) beroeps- bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen. Edward Blom heeft zich begin december als zelfstandig ondernemer aangesloten bij Ard Korevaar personenschade. Blom, die vanuit de vestiging Hellevoetsluis gaat werken, is ruim twintig jaar werkzaam als letselschade-expert en heeft zowel voor aansprakelijkheidsverzekeraars als voor slachtoffers gewerkt.
[ A D V E R T E N T I E ]
Frank Faber (61) is toegetreden als associate partner bij de Akkermans & Partners Groep. Hij richt zich met name op de ondersteuning van bedrijfstakpensioenfondsen. Daarnaast is hij actief als visiteur voor de Visitatie Commissie Pensioenfondsen, tevens een onderdeel van de groep. Laurens Schoonhoven is als salesmanager in dienst getreden bij Kooijmans software. Sinds maart 2012 was hij als interim medewerker verbonden aan Kooijmans. Daarvoor heeft hij op interim basis commerciële opdrachten vervuld bij verschillende banken en verzekeraars. Eerder was hij franchisenemer bij De Hypotheker.
Edgard Bogers gaat aan de slag voor letselbureau To The Point Expertise. Met de komst van Bogers wordt voorzien in de opvolging van Leon Aelmans en Hein Michels. Deze experts Personenschade en Aansprakelijkheid hebben To The Point Expertise verlaten.
Aan de slag met zorg Zorgverzekeringen zorgen voor extra inkomsten, klantenbinding en vereisen weinig beheer. Nedasco maakt het u makkelijk: Online vergelijken en aanvragen Tot 10% premiekorting Compleet verzorgde eindklantcampagne Gratis vergelijkingsmodule voor op uw website Uw klant regelt alles online in de klantmap
Zo werkt Nedasco. www.nedasco.nl Serviceprovider in schade, zorg en inkomen.
31
20 13 dec 2013
32 20 13 dec 2013
Ditzo-actie roept gemengde gevoelens op Het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis ontvangt € 1 mln van Ditzo. Maar voor niets gaat de zon op: het miljoen voor kankeronderzoek moest via social media bijeengesprokkeld worden door naar een zorgcommercial van Ditzo te kijken. “Een walgelijke actie en dat zal iedereen begrijpen. Marketing bedrijven over de rug van mensen met ziektes”, reageert iemand op AMweb. In haar blog op AMweb stelt Femke de Jong openlijk de vraag of dit maatschappelijk verantwoord ondernemen is anno 2013. “Of is het een smakeloze marketingstunt?” De meningen onder de reaguurders lopen uiteen. De een zegt: “Bizar. Of je doneert geld, of je doet het niet. Maar kom op, hoe kun je het nu koppelen aan het aantal likes? Ik krijg hier een erg naar gevoel van.” De ander: “Het marketingbudget wordt toch wel aan promotie uitgegeven. Naar mijn inzien beter op deze manier zodat er tenminste nog ‘iets’ goeds mee gebeurt.” De consument zelf ging helemaal los: het miljoen was binnen vier dagen bijeengekeken en -gedeeld. De video van John de Wolf werd meer dan 860.000 keer bekeken en er gingen ruim 20.000 tweets rond.
een van de reacties op AMweb. “En de afgelopen jaren dan? Ditzo is geen coöperatie en gaat als geen ander voor pure winst. Neemt niet weg dat dit een geniale marketingzet is, want eerlijk is eerlijk: als verzekeraar heb je een maatschappelijke rol en zo vul je die best
Theodor Kockelkoren: ‘Een intermediair zonder aanstelling kan voor zijn klant het internetloket van die aanbieder gebruiken’ De AFM moet zich helemaal niet inlaten met distributie
34%
Zinloos: zolang er geen level playing field is, betaalt de consument dubbel
33%
Met een aanbrengvergoeding interessant
Hoofdredactie: Theo van Vugt Eindredactie: Jeannette Beentjes Redactie: Jannie Benedictus, Lia van Engelen, Alex Klein, Rob van de Laar, Yvonne Neppelenbroek en Marjon Haan (redactieassistent) Medewerkers: Robert Paling en Manon Vonk Secretariaat: tel. 0172-466 616 Postbus 4, 2400 MA, Alphen a/d Rijn Internet: www.amweb.nl e-mail:
[email protected] Abonnementen: 0900-500 50 60 Uitgever: Nicole Gorseling, 0570-647 102 Marketing: Joris Krabbenborg, 0570-648 910 Fotografie: Fotobureau Roel Dijkstra, Vlaardingen
15%
Alleen met de waarschuwing: ‘U bent zelf verantwoordelijk voor aankoop, passendheid en onderhoud van dit product’
Andermans geld uitgeven “Ze spelen nu erg in op het nieuws dat verzekeraars 30-45 euro uitgeven aan marketing per verzekerde”, lezen we in
AM is een onafhankelijk tijdschrift voor de verzekeringswereld.
goed in.” Daar is een ander het absoluut niet mee eens. “Hoe je het ook wendt of keert: uiteindelijk gaat het om geld van de klanten, wat Ditzo heel genereus verdeelt. Voor dat doel, andermans geld uitgeven, hebben we de overheid al.”
18% 0
5
10
15
20
25
30
35
Social media
Wat twitteren Tweede Kamerleden zoal over de branche? Henk Nijboer van de PvdA (@henknijboer) twitterde onlangs: ‘Heb nooit begrepen waarom in de financiële sector, in onderdelen waar het meeste risico wordt gelopen, de meest beloningsgevoelige mensen werken.’
Volg ons ook op www.twitter.nl/amweb_nl of discussieer mee op de LinkedIngroep van AssurantieMagazine.
Illustraties: Ton Boon, Haarlem Vormgeving/prepress: colorscan Voorhout - www.colorscan.nl Basisontwerp: Staal&Duiker, Haren Druk: Senefelder Misset, Doetinchem
Media Order Services: Anja Wanink tel. 0570- 648 604 e-mail:
[email protected]
Betaald abonnement Voor personen buiten de doelgroep kost het jaarabonnement € 125 (incl. btw). Abonnementen kunnen schriftelijk of per e-mail tot uiterlijk drie maanden voor het einde van de abonnementsperiode worden opgezegd. Bij niet-tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Kluwer legt gegevens van abonnees vast voor uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact opnemen met Kluwer Klantenservice: tel. 0570-673 555. Of e-mail naar:
[email protected].
Gratis abonnement Personen met een functie in de verzekeringsbranche komen in aanmerking voor een gratis abonnement. Een aanvraagformulier staat op AMweb.nl. U kunt contact met ons opnemen via
[email protected] of via 0900- 500 50 60.
Auteursrecht Alle rechten in deze uitgave zijn voorbehouden aan Kluwer. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
Advertentieafdeling: Postbus 23, 7400 GA, Deventer Staverenstraat 32015, 7418 CJ, Deventer Emilie Kars en Gerdien Ruitenbeek, tel. 0570-648 913, e-mail:
[email protected]
opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.
ISSN 0167-3882
13 special
103e jaargang 13 december 2013 nr. Opinies en achtergronden voor de financiële professional
Een blik in de keuken van UWV Visies op de inkomensmarkt 2014 Nieuwe financiële prikkels voor werkgevers
Ab Klink ‘Kwaliteit is het medicijn’
De beste manier om het Woonpakket Plus te adviseren Even in de sloffen staan van uw klant
Bekijk de animatie!
Goed verzekerd zijn begint met goed advies krijgen. Dus als uw klant met een nieuw appartement bij u aanklopt, dan gaat u als het ware even in haar sloffen staan. U denkt mee. Zo wijst u haar op het nieuwe Woonpakket Plus. Deze omvat zeven verzekeringen rondom huis, gezin en reizen. Alleen al de inboedelverzekering is zeer compleet. Uw klant heeft hiermee een all risk dekking, is nooit onderverzekerd en kan heel simpel haar spullen meeverzekeren die ze meeneemt naar buiten. Zoiets hoort zij graag. Zij heeft namelijk wel iets anders aan haar hoofd: wennen aan haar nieuwe stekkie, inrichten, decoreren. In de zekerheid dat haar verzekering, net als haar interieur, 100% oké is. Mooi! Unieke voordelen van onze inboedelverzekering: uw klant is all risk verzekerd garantie tegen onderverzekering (tot € 125.000,-) buitenshuisdekking makkelijk bij te sluiten tot 20% preventiekorting Ga naar www.salesgarant.nl, vraag uw accountmanager of bel 088 299 36 62.
100% dochter ANWB
Colofon
H O O F D R ED ACTIO N EEL
AMplus, hét Verzekeringsblad Opinies en achtergronden voor de financiële professional Hoofdredactie Theo van Vugt E
[email protected] Redactie Jeannette Beentjes, Jannie Benedictus, Lia van Engelen, Alex Klein, Rob van de Laar Coördinatie special Alex Klein Eindredactie Yvonne Neppelenbroek Secretariaat Marjon Haan T 0172 - 466 616 E
[email protected] www.amweb.nl Postbus 4 2400 MA Alphen a/d Rijn Uitgever Nicole Gorseling T 0570 - 647 102 Marketing Joris Krabbenborg T 0570 - 648 910 Abonnementenadministratie Kluwer Customer Service Postbus 878 7400 AW Deventer T 0570 - 673 555 www.kluwer.nl/klantenservice Abonnementsprijs 2013 € 150,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. Losse nummers en specials: € 12,50 excl. btw. Advertenties Emilie Kars en Gerdien Ruitenbeek T 0570 - 648 913 E
[email protected] Media Order Service Toos Schurink T 0570 - 648 685 E
[email protected] Ontwerp Edenspiekermann, Amsterdam Vormgeving Colorscan, Voorhout Fotografie Wilco van Dijen Druk Gewadrupo ISSN 0165-7909 Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen. Alle rechten in deze website zijn voorbehouden aan Kluwer. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, in fotokopie of anderszins zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieen uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB). Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.
Zorg De zorg is een complexe markt. Zoveel is wel duidelijk. Consumenten raken ook de weg kwijt als vergelijkingssites op basis van dezelfde persoon met dezelfde zorgeisen, totaal andere zorgaanbieders presenteren. Met ook nog verschillende prijzen voor hetzelfde pakket. Ik zag laatst Achmea-bestuurder Roelof Konterman op het Avéro Achmea Zorgseminar en hij zei dat je in de zorg niet langer het principe van 100% keuzevrijheid tegen elke prijs kunt handhaven. “Je moet naar ruime vrijheid tegen een redelijke prijs.” In de praktijk betekent dat: een lagere prijs tegen veel minder keuze. Kwaliteit is al langer bij zorgverzekeraars een issue. Maar dan moet je kwaliteit wel inzichtelijk maken. De Achmea-bestuurder zei: “Sinds 2010 weten we al dat slechts 6% van de ziekenhuiskosten echt bewijsbare gezondheidsresultaten oplevert. Dat wil niet zeggen dat de rest onzin is. Maar het is wel nuttig om ernaar te kijken.” Bij Achmea hebben ze elf veelvoorkomende aandoeningen geselecteerd en de koplopers in de zorgverlening gevraagd er behandelstandaarden voor te ontwikkelen. Omdat ze willen dat de hele beroepsgroep die met die aandoening te maken heeft, het beter doet. Het vraagt veel tijd en geld, maar het levert ook veel op. Probleem is alleen dat de zorgverzekeraars de uitkomsten van die excercitie nog binnenskamers houden. De kwaliteit van de zorg in Nederland is goed, maar echt niet overal even goed. Nu krijgt een zorgverlener die niet aan de eisen voldoet, geen contract. Maar veel uitleg over het hoe en waarom zien we niet. Om er echt een markt van te maken en de consument een beredeneerde keuze te laten maken, zou hij veel meer inzicht moeten krijgen in die lijsten van goede en middelmatige zorgverleners. Tegelijkertijd neemt met die marktvorming ook de druk op het systeem van solidariteit toe. Konterman: “Je ziet dat mensen minder aanvullende verzekeringen en een hoger eigen risico nemen. In 2009 had 90% nog een aanvullende verzekering. Dat percentage daalt nu naar 86%. Dat zorgt dat er een groep achterblijft, die genot had van de mensen die wel betaalden, maar niets claimden. Dit mechanisme gaat heel hard spelen en iedereen krijgt ermee te maken.” We zijn dus voorlopig nog niet uit de zorgen. Theo van Vugt @theovanvugt
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
3
Waarom Stad Holland nog steeds uitsluitend via het intermediair werkt? Hoe zit het met tandartskosten?
Wat valt er onder mijn eigen risico?
Op internet is bijna alles te vinden, maar wordt alles er ook altijd duidelijker op?
erschil v t e h s i Wat atura en tussen n tie? restitu
Dit is precies de reden waarom Stad Holland werkt via het intermediair, want wij vinden dat een zorgverzekering een goed advies verdient. Een verzekeringsadviseur is deskundig, persoonlijk en dichtbij. Hier heeft de zorgverzekering een gezicht en waar vind je dat vandaag de dag nog?
De beloning wordt jaarlijks in één keer uitgekeerd
Snelle uitbetaling van declaraties
Al 5 jaar op rij door intermediair uitgeroepen tot beste zorgverzekeraar
Ruime keuze in aanvullende verzekeringen
Scherpe premie
Restitutiepolis voor iedereen
k prestatieonderzoe
201 1
8
2012
2009
200
www.stadholland.nl
6
Hoofdredactioneel
3
Uitgelicht
6
t De maand van André Lucas, HEMA t Achter de schermen 8
Interview met Ab Klink
8
t Kwaliteit als medicijn voor betere zorg tegen lagere kosten
2014
12
t Visies op de inkomensmarkt
16 18
Inkomen
16
t Door de bril van UWV
Ziektewet
18
t Ziektewetinstroom: nieuwe financiële prikkels voor werkgevers
Toegelicht 21
21
t Appels, peren en ander fruit in de arbeidsongeschiktheid
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
5
U I TG E LIC H T
André Lucas, directeur HEMA Financial Services en een week later is de Zorgverzekering gelanceerd. Met het naderen van de deadline voor de introductie van de zorgverzekering bestonden mijn werkzaamheden vooral uit het schakelen tussen de verschillende afdelingen binnen HEMA en de diverse externe partijen.
Wat ging er mis?
Wie ben je en wat doe je? André Lucas, directeur HEMA Financial Services en verantwoordelijk voor New Business. Ik ben getrouwd met Elvire Janssen en we hebben drie kinderen; Emma (15), Jonas (13) en Tobias (10). Mijn hobby is sport in het algemeen, met een voorkeur voor voetbal.
Wat deed je afgelopen maand? De afgelopen maand(en) stond vooral in het teken van twee grote productintroducties. Eerst hebben we de HEMA Notarisservice geïntroduceerd
Dit soort grote introducties zijn niet nieuw voor HEMA en mijn team, dus ik kan met trots zeggen dat er eigenlijk helemaal niets mis is gegaan.
consument’ met onze zorgverzekering een stuk leuker, makkelijker en goedkoper maken.
Wat is je uitdaging de komende tijd? Enerzijds ligt de uitdaging tot het einde van het jaar in het optimaliseren en perfectioneren van de zorgcampagne. Naar mijn mening kunnen wij ons daar ook in onderscheiden, wij hebben tenslotte toegang tot de klant, en dat zullen we in de winkel moeten waarmaken. Anderzijds is de blik ook al weer gericht op 2014 en zijn we al bezig met nieuwe (product)introducties.
Is gelukt wat je van plan was? Tot nu toe is alles volgens plan verlopen. Sterker nog; het loopt zelfs beter dan ik vooraf gepland en gehoopt had. Geholpen door de kracht van het merk, het enthousiasme binnen HEMA en onze partners en de kennelijke behoefte in de ‘zorgmarkt’ voor een frisse benadering, lijkt het er nu al op dat we van een succesvolle introductie kunnen spreken. Ik denk dat we het leven van de ‘zorg-
Wat wil je kwijt aan andere mensen in de verzekeringsbranche? Denk met ons mee. Retail en finance komen meer en meer samen tot retailfinance. De consument accepteert dat al en als we het beste van beide werelden kunnen verenigen, ingewikkelde producten kunnen democratiseren, liggen er voor retail, voor finance en zeker voor de consumenten interessante mogelijkheden in het verschiet.
Een blik door de roze bril van Ab Klink Coördinerend redacteur Alex Klein voor deze special Sociale Zekerheid interviewde Ab Klink, adviseur bij Booz & Company (pagina 8). Het verschil tussen de natura- en restitutieverzekeringen begint zich dit jaar pas echt goed af te tekenen. De premies voor beiden varianten lopen sterker uit-
een en bij de naturapolis wordt steeds meer gestuurd. Sturing door keiharde contractonderhandelingen. Tijdens het interview met voormalig zorgminister Ab Klink wordt duidelijk dat die onderhandelingen lang niet altijd op de juiste onderdelen worden gevoerd. Want stel nu dat de zorgverzekeraars daadwerkelijk alleen nog maar kwalitatief hoogwaardige zorg inkopen volgens het concept dat Klink ons schetst. Wat heeft een restitutiepolis dan nog voor zin? Als zorgverzekeraars bij hun inkoop de voorkeur geven aan kwaliteitsziekenhuizen, dan haal je volgens Klink
6
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
capaciteit en volume weg bij de zorginstellingen die niet voor kwaliteit maar voor omzet gaan. Naar die ziekenhuizen wil de patiënt met een restitutiepolis toch ook niet, zou je denken. Die zal ook geholpen willen worden door de zorgverleners die door de zware kwaliteitsballotage van de naturazorgverzekeraars zijn gekomen. Een ballotage die je als individu onmogelijk zelf kunt uitvoeren. Door de bril van Ab Klink ziet de keuzevrijheid er ineens heel anders uit. Als je gaat voor de beste kwaliteit dan wil je gestuurd worden door je zorgverzekeraar. Nu misschien nog een toekomstbeeld met een kleine roze waas, maar straks wellicht de realiteit.
ONDERTUSSEN IN DE TWEEDE KAMER Minister Schippers van VWS op 30 oktober 2013 tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer: “Het gaat beter doordat zorgverzekeraars steeds vaker kwaliteitseisen, bijvoorbeeld volumenormen en transparantie-eisen, meenemen in hun contractering. In het verleden werd gecontracteerd op prijs, prijs en prijs. Dit verschuift langzaam. In de afdelingen van verzekeraars is men medische kennis aan het opbouwen om daadwerkelijk op medische kwaliteit te kunnen inkopen. Het gaat dus vooruit, maar wij zijn er nog niet. Er moet nog wel wat gebeuren. Ik ben hier optimistisch over gestemd.”
8
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
IN TERVIEW
Kwaliteit als medicijn voor betere zorg tegen lagere kosten Door in te zetten op kwaliteit kan de jaarlijkse groei van de zorgkosten in beginsel worden verlaagd. Zorgverzekeraars kunnen daaraan bijdragen door kwaliteit te belonen en voorrang te geven bij de contractering. Niet de prijs maar de kwaliteit moet doorslaggevend zijn, vindt Ab Klink in zijn laatste interview als adviseur bij Booz & Company. Op 1 januari 2014 treedt Klink toe tot de raad van bestuur van de Coöperatie VGZ. Door: Alex Klein, fotografie Wilco van Dijen
A
l tijdens zijn ministerschap (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) constateerde Ab Klink dat de focus in Nederland meer op de kwaliteit van de zorg moet worden gericht. “De uitspraak ‘saving lives and costs’ (betere zorg tegen minder kosten) van president Barack Obama, is ook in Nederland de grote uitdaging”, zei hij toen. Als bewindspersoon was Klink al onder de indruk geraakt van de deskundigheid en inzet van de zorgaanbieders. “Het meer centraal stellen van de patiënt en diens gezondheid bij de wijze van bekostiging en bij de organisatie van het zorgaanbod is van groot belang en sluit aan bij vele initiatieven in het veld. Bij het ministerie heb ik me ingezet voor gereguleerde marktwerking en transparante kwaliteit in de zorg. De komende jaren staat de gehele zorgsector voor de uitdaging om de volumegroei van de zorg te beheersen, en tegelijkertijd de kwaliteit verder te verhogen.” De eerdergenoemde lijn van ‘saving lives and costs’ voerde Klink door in de VWS-begrotingen. “Aan de uitwerking ben ik als minister op onderdelen toegekomen. Een van de redenen waarom ik in de zorg wilde blijven, was om mee te helpen die agenda vorm te geven. Booz had in Nederland nog geen ‘healthcare practice’. Het aanbod om dit hier voor hen op te zetten, bood mij de mogelijkheid om in een verdringingsmarkt een eigen concept neer te zetten.”
Een jaar na zijn aantreden bij Booz & Company leveren Klink, Sander Visser (principal zorgpraktijk bij Booz) en andere medewerkers de publicatie ‘Kwaliteit als medicijn’ op. Het concept voorziet in een beleid waarin zorgkwaliteit bij de financiering en de organisatie van de zorg leidend wordt. Hierdoor kunnen volgens Klink veel onnodige behandelingen en complicaties worden
De komende jaren staat de gehele zorgsector voor de uitdaging om de volumegroei van de zorg te beheersen voorkomen. “Onze inschatting is dat € 4 tot € 8 miljard van de naar schatting € 30 miljard aan uitgaven in de curatieve zorg te besparen is, door kwaliteitsinitiatieven te stimuleren en in te voeren.” Dat vraagt van zorgaanbieders en zorgverzekeraars wel een andere manier van denken en organiseren, meent Klink.”Zo zou een specialist betaald moeten worden voor de tijd AMplus nummer 13 - 13 december 2013
9
goede afwegingen worden gemaakt, waardoor ongewenste behandelingen, onnodige doorverwijzingen en onderzoeken worden voorkomen. Een goede begeleiding van patiënten zal op den duur leiden tot lagere kosten”, aldus Klink.
Apothekers
AB KLINK Ab Klink (55) werd in 2011 hoofd van de gezondheidszorgpraktijk bij het internationale strategische adviesbureau Booz & Company. Onder zijn leiding heeft het bureau in de afgelopen 2,5 jaar vaste voet aan de grond in de Nederlandse zorgmarkt gekregen. Klink treedt per 1 januari 2014 toe tot de raad van bestuur van de Coöperatie VGZ. Hij gaat deze baan combineren met de werkzaamheden als hoogleraar zorg, arbeidsmarkt en politieke sturing aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Sinds 1985 is hij verbonden aan het CDA, in het verleden onder andere als directeur bij het Wetenschappelijk Instituut, als lid van de Eerste Kamer en van 2007 tot 2010 als minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het kabinet-Balkenende IV.
die nodig is om een patiënt voor te lichten over de voor- en nadelen van operaties en behandelingen, in plaats van de specialist alleen te betalen voor het aantal behandelingen dat hij uitvoert. Hierdoor kunnen samen met de patiënt
Een ander voorbeeld is de apothekers. Die verdienen volgens Klink aan de verkoop van medicijnen, maar zien niet toe op het gebruik ervan. Door die prikkel om te draaien kunnen apothekers dure complicaties en ziekenhuisopnames voorkomen. Daar ontstaat meteen een belangrijk probleem voor ziekenhuizen, erkent hij. “Een ziekenhuis heeft niet direct belang bij minder patienten. Je moet dus bekijken hoe je die barrières kunt wegnemen. Het effect van ketenzorg in de eerste lijn (huisarts) of betere samenwerking binnen een ziekenhuis (tweede lijn) kan betekenen dat je minder behandelingen krijgt. De kernvraag is, hoe kun je een scherpe contractering verbinden aan een verbetering van de zorg. Dat dit mogelijk is staat vast. Maar hoe zorgverzekeraars daarmee in de toekomst omgaan bij het contracteren van zorg zal nog moeten blijken. Het is een belangrijke en mooie, maar geen eenvoudige opgave.”
Omdenken Het onvoldoende opvolgen van een voorgeschreven therapie is een ander veelvoorkomend en hardnekkig probleem in de gezondheidszorg. Deze zogenoemde lage therapietrouw leidt volgens Booz & Company tot gezondheidsverlies, hogere zorgkosten en verloren arbeidsproductiviteit. Om die therapietrouw te verbeteren moet er een betere samenwerking komen tussen alle belanghebbenden: werknemers, werkgevers, beleidsmakers, zorgverzekeraars, artsen en de farmaceutische industrie. Klink: “Behalve samenwerking is het ook noodzakelijk dat gezondheidswinst voor alle partijen
DAPPERE DOKTERS Samen met Bart Meijman (voorzitter huisartsenkring Amsterdam), Marcel Levi (internist en bestuursvoorzitter van het AMC) en enkele andere ziekenhuizen is Klink in de hoofdstad het initiatief Dappere Dokters gestart. Een Dappere Dokter gaat het gesprek aan met zijn patiënten over optimale zorg en durft ook kritisch naar zijn eigen functioneren te kijken. Klink: “Het woord dapper betekent hier dat je bereid bent om de zorg te verbeteren, ook als je daarmee in je eigen vlees snijdt. Minder omzet maken dus. Dat vergt toch wel enige moed. We hebben voor het AMC berekeningen gemaakt waaruit blijkt dat een verbetering van de processen en meer sturing op de inhoud een zorgkostenreductie van 10-15% mogelijk maakt. Kosten dus voor onzinnige en overbodige zorg.” Als voorbeeld noemt Klink de patiënt met een slechte heup. Veel artsen zullen dan snel een prothese adviseren. Maar dat hoeft lang niet altijd de beste oplossing voor die patiënt te zijn. “De praktijk leert dat patiënten die door hun arts goed geïnformeerd worden over de voor- en nadelen van een prothese, minder snel kiezen voor een ingreep. Alleen een goed geïnformeerde patiënt kan zo’n besluit in overleg met zijn arts nemen. In Amerika is men op dit terrein al veel verder. Het aantal knie- en heupvervangingen is daar fors afgenomen.”
10
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
lonend kan worden. Ook dat vraagt om andere manieren van bekostigen, zoals extra beloning voor het stimuleren van therapietrouw door zorgverleners. Klink is van mening dat zorgverzekeraars en huisartsen daaraan een flinke bijdrage kunnen leveren, door bij hun respectievelijke inkoop en verwijzingen de voorkeur te geven aan kwaliteitsziekenhuizen. “Dan haal je capaciteit en volume weg bij de zorginstellingen die niet voor kwaliteit maar voor omzet gaan. Kwaliteitsziekenhuizen en samenwerkingsverbanden die complicaties en overbehandeling voorkomen, worden daarvoor beloond. Het stimuleren van kwaliteit en het verminderen van de zorgkosten gaan dan hand in hand.”
Collectiviteiten Collectiviteiten, zoals we die in Nederland kennen, worden kwantitatief ingevuld. Hoe meer massa hoe groter het voordeel. Klink vindt dat je een collectiviteit beter kwalitatief kunt invullen. In dat geval legt een werkgever of patiëntenvereniging zelf een eisenpakket bij de zorgverzekeraar neer. “In Amerika worden op deze manier al preferred insurers geselecteerd door werkgevers. Instellingen of patiëntenorganisaties kunnen
DE LASTIGE POSITIE VAN ZORGVERZEKERAARS “Zorgverzekeraars zitten in een lastige positie”, zegt André Rouvoet, voorzitter Zorgverzekeraars Nederland, in een reactie op een onderzoek door Veldkamp Marktonderzoek naar de kostenstijging in de gezondheidszorg. “Mensen verwachten van zorgverzekeraars dat ze de premie laag houden, maar dat ze ook zorgen dat de kwaliteit van de zorg goed is en dat de zorg altijd beschikbaar is als mensen die nodig hebben. Gelukkig kan dat ook in de zorg, daar ben ik van overtuigd. Maar dat kan niet door alles bij het oude te laten, er zullen wel dingen moeten veranderen. Daarom ben ik ook blij om te zien dat mensen veranderingen in de zorg acceptabel vinden, als die helpen de kosten te beheersen zonder dat de kwaliteit eronder lijdt. Dat sluit goed aan bij de inzet van zorgverzekeraars, bijvoorbeeld bij de concentratie van complexe spoedzorg, versterking van de eerste lijn en het bevorderen van eHealth.”
ook een stap verder gaan door zelf een polis te ontwikkelen. Vervolgens wordt daar een zorgverzekeraar bij gezocht die de polis wil uitvoeren.“ Gebeurt dit binnenkort ook in Nederland? Klink denkt van wel: “Er wordt door verschillende partijen serieus naar gekeken. Ik heb al een aantal initiatieven voorbij zien komen.”
[ A D V E R T E N T I E ]
“Deskundig, professioneel en betrokken. Onze relaties zijn erg tevreden over de re-integratiespecialisten van Keerpunt en daarmee ook met ons”
Het Verzuimloket: de unieke combinatie van Arbodienstverlening en Re-integratie De beheersing van schadelast is van essentieel belang voor u en uw klanten. In het verzuimloket combineren wij arbo- en re-integratiedienstverlening. Hierbij is begeleiding vanaf dag 1 tot 12 jaar mogelijk. Wij zetten de meest effectieve interventies in en bieden kennis over preventie. Het verlagen van de schadelast begint tenslotte met het voorkomen van verzuim. Ook uw relaties zijn bij deze dienstverlening gebaat: medewerkers gaan weer sneller aan het werk. Kortom: gemak, kostenbesparing en maximale zekerheid.
De medewerkers van Keerpunt zijn mensen die niet alleen beschikken over de kennis, maar die deze ook op zeer doelgerichte manier toepassen. Naast goede kwaliteit zijn wij in staat om nieuwe werkgevers snel en zorgvuldig in te regelen, ook bij hoge volumes.
keerpunt.nl
doelgericht terug naar werk
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
11
INKOMEN
Visies op de inkomensmarkt 2014 De inkomensmarkt is sterk in beweging. Wat gaat deze markt in 2014 doen? We vroegen het een aantal specialisten op het gebied van inkomensverzekeringen.
Arend Jansen (53), manager special deals Inkomensverzekeringen Aegon Nederland
“I
n mijn ogen wordt de markt van inkomensverzekeringen gekenmerkt door een uitdagend jaar voor verzekeraars en een kansrijk jaar voor de adviseur met kennis van zaken. Veel verzekeraars lijden verlies en voor WGA eigenrisicodragen is er één grote concurrent: UWV. Een verzekeraar, die in deze markt wil blijven, verlegt de focus van het aanbieden van losse producten naar integratie van inkomensrisico’s plus schadelastbeheersing en dat is geen sinecure! Maar voor de deskundige adviseur is het een gouden tijd! Eigenrisicodragen Ziektewet: een adviestraject bij uitstek en niet gebonden aan al of niet verzekeren! En denken in 12of 40-jaarsproposities: adviseren over dienstverlening en een financieel vangnet in plaats van polisverkoop en premievoordeel. Wat wil de adviseur nog meer?”
Hendrik Jan van Pelt (47), directeur ENgage Werkgeversadvies
“2
014 zal het jaar van de omwenteling moeten worden. Het door werkgevers in ruil voor verzekeringspremie over de schutting kunnen gooien van re-integratieverantwoordelijkheden is voorbij. Verzekeraars hebben geleerd van hun fouten. WIA-schadelast kost geld, dit besef ontbreekt teveel. Werkgevers kiezen nog vaak voor de korte termijn: premievoordeel. WGA-eigenrisicodragers keren daarom massaal terug naar UWV. Dit is voor korte tijd prettig, maar ook daar zal de schadelast betaald moeten worden.
Verzekeraars en UWV hebben gefaald bij de re-integratie en duidelijk is dat de re-integratie alleen succesvol kan worden gestart bij de bron: de werkgever. Als dit bewustzijn doordringt, dan kan begonnen worden met de enige goede wijze om de hoge WGA-instroom en -kosten te beperken: Gericht beleid en daadwerkelijke samenwerking tussen primair verantwoordelijke werkgever, adviseur en verzekeraar gebaseerd op duidelijke afspraken.”
12
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
Angelo Wiegmans (40), raadgever bij Bedrijf Plus
“V
oor de inkomensverzekeringsmarkt is 2014 een belangrijk jaar door de komst van de Modernisering Ziektewet. Waar volmachtkantoren volop innovatie laten zien, hebben de provinciale verzekeraars een afwachtende houding. De uitdaging voor middelgrote en grote werkgevers vanaf 2014 is nog belangrijker om de schadelastbeheersing goed te monitoren. De premie zal steeds individueler aan werkgevers worden toegerekend. Ik wens deze werkgevers een gezond personeelsbestand toe voor 2014, zodat ze blijvend kunnen ondernemen. En voor diegene die daar niet meteen in slagen, kan ik zeggen: ‘Zonder wrijving, geen glans.’”
Gaston Merckelbagh (41), algemeen directeur VSZ Assuradeuren
“W
e hebben voor u eens geteld hoeveel seminars rondom de Wet BeZaVa er in 2013 zijn gegeven. En wat blijkt? In de top 3 van seminars op het gebied van Inkomen staat BeZaVa op nummer 1. Er is veel behoefte aan advies, vooral bij uw klant, de werkgever. Privatisering ten aanzien van sociale zekerheid zet zich door. Deze ontwikkeling zorgt ervoor dat er prachtige kansen zijn voor de adviseur waarbij kennis een centrale plaats inneemt. Onze ambitie is adviseurs helpen de onderwerpen op het gebied van sociale zekerheid bij hun klant juist en met de juiste kwaliteit te adviseren. Niet voor niets, want volgens ons wordt 2014 een prachtig adviesjaar. Wij wensen u goede zaken!”
Marco Pos (43), manager inkomen Nedasco
“I
k voorzie dat het jaar 2014 een lastig jaar zal worden in de inkomensmarkt. Verzekeraars zijn door de ontstane tekorten op WGA ERD extra voorzichtig om nieuwe klanten te bedienen, maar ook afwachtend als het gaat om nieuwe verzekeringsproducten. De afgelopen maanden ervaren wij dit in de Nederlandse inkomensmarkt. Persoonlijk geloof ik in de totale oplossing door de 12-jaarspropositie voor mkb-bedrijven. Zo kun je alle processen gericht op grip en regie vanaf de eerste ziektedag volledig inzetten en benutten. Daar zit de toegevoegde waarde voor alle partijen. De belangrijkste woorden voor 2014 zijn voor mij: optimale vertaling van visie naar totale proposities waarbij het verschil gemaakt zal worden in de dienstverlening en niet in producten (premie en voorwaarden). Directe toegevoegde waarde leveren en herkennen door kennis en persoonlijk contact.”
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
13
Paul Lammerts (40), jurist sociale zekerheid/werkgeversadviseur
“M
ijn visie op de markt voor verzuimverzekeringen is dat aanbieders die zowel het technische als het re-integratie-aspect van de Ziektewet en de Wet WIA beheersen, een prima toekomst tegemoet kunnen zien. We weten inmiddels dat prijsconcurrentie alléén dramatisch kan uitpakken. Les geleerd. Investeer daarom in optimale ondersteuning van werkgever en werknemer, zowel vóór als ná 104 weken ziekte. Verder: de markt voor private uitvoering van de Ziektewet zit in de lift. Ik voorzie dat meer dan de helft van de nieuwe aanbieders binnen drie tot vijf jaar zal afhaken vanwege gebrek aan volume of verkeerde risico-inschatting.”
Daniël Rijnbeek (37), managing consultant bij Aon Hewitt
“D
e inkomensmarkt is sterk in beweging. Verzekeraars willen risico’s beter kunnen inschatten en werkgevers hebben steeds meer moeite de ontwikkelingen binnen de sociale zekerheid te doorgronden. Vergrijzing, verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en veranderende gezondheidsrisico’s maken het er niet gemakkelijker op. Sterker nog, de risico’s voor werkgevers nemen toe en de impact op de inzetbaarheid van werknemers wordt steeds groter. Schadelastbeheersing wordt een steeds belangrijkere schakel naar duurzame inzetbaarheid. Aandacht voor gezondheid en preventie van verzuim en arbeidsongeschiktheid zullen in 2014 nog hoger op de werkgeversagenda komen te staan. Wij adviseren werkgevers echter niet te wachten, maar hier vandaag nog mee van start te gaan!”
Johannes van der Wal (47), partner bij Arboexpert
“V
oor bedrijven met meer dan 1.000 werknemers is langdurige arbeidsongeschiktheid een zeker risico. Gelukkig krijgen beslissers dat zelf ook steeds beter in de gaten. Door samenvoeging van WGA-flex met WGA-vast zullen de arbeidsongeschiktheidslasten voor deze bedrijven de komende tien jaar verder stijgen, naar niveaus van 1,5% tot 4,5% van de loonsom. Ook verwacht ik dat de inrichting van de claimbeoordeling Ziektewet en de uitvoering van de ZWarborol overgenomen worden bij de WGA. Inclusief het zelf uitkeren van de WGA. Maak daarom bedrijven hiervan bewust. Zoek naar maatregelen om ongeschikt uit dienst te voorkomen, adviseer om niemand ongeschikt in dienst te nemen.”
14
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
Num mer 1 in Ne derla nd
Maar wat weten uw klánten eigenlijk van de nieuwe ziektewet? Natuurlijk, ú weet dat onlangs de Ziektewet is gemoderniseerd.
Wij staan u graag terzijde bij uw advies over
Maar kennen uw zakelijke klanten ook alle ins and outs? Om ze
risicodragen, slimme oplossingen en de
hierin volledig te adviseren, kan VSZ veel voor u betekenen.
uitvoering van sociale zekerheid.
VSZ, dat zijn wij, aangenaam. Gespecialiseerd in sociale zekerheid,
Benieuwd naar de toegevoegde waarde van VSZ?
gebaseerd op bewezen resultaat en uitgebreide data-analyse.
Ga naar vszassuradeuren.nl of bel 020-2602420
Nummer 1 in Nederland op het gebied van schadelastbeheersing.
en vraag naar Marcel Tol.
I N K O M E N S MA R K T
Binnen een hybride WGA-stelsel kunnen private verzekeraars en de publieke uitvoerder elkaar scherp houden. Hoe de vlag er in de private markt bij hangt weten we inmiddels, maar hoe is dat bij de publieke uitvoerder UWV? Aan de hand van zes vragen geeft Jan-Maarten van Sonsbeek, hoofd Fondsenbeheer en Premiestelling bij UWV, een blik in de keuken van de publieke uitvoerder. Door: Alex Klein
Door de bril van UWV Is de keuze voor een hybride financieringssystematiek voor de WGA, waarin publieke en private uitvoering naast elkaar bestaan, achteraf bezien wel de juiste geweest? “Men is destijds niet over een nacht ijs gegaan. In de aanloop naar de WIA is daar goed over nagedacht. Als publieke partij zien wij zeker voordelen in het hybride systeem. Private en publieke partijen houden elkaar daarin scherp. Dat concludeerde het CPB destijds overigens ook, en werkgevers hebben daarin een maximale keuze-
‘Een volledige private markt zou ook wel erg riskant zijn voor de premieontwikkeling’ vrijheid. Een volledige private markt zou ook wel erg riskant zijn voor de premieontwikkeling. Als je ziet wat er is gebeurd op de hypothekenmarkt, dan heeft een publieke speler zeker een belangrijke functie.”
Verschillende private verzekeraars zijn vanwege de enorme verliezen afgehaakt, en anderen overwegen te stoppen met de WGA-portefeuille nu het ziektewetrisico er bij komt. Wat is er misgegaan? “Dat is voor mij als publieke partij een lastige vraag. In het algemeen zou ik niet willen zeggen dat er iets is misgegaan. Het feit dat er gebeurt wat er nu gebeurt, bewijst dat het stelsel werkt, dat het leeft. Private partijen hebben in het begin van de WIA sterk geconcurreerd op prijs om marktaandeel te winnen. Terwijl de premies op de publieke markt vastliggen, hebben de private partijen dankbaar gebruikgemaakt van de vrij16
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
heid om zelf de premies vast te mogen stellen. Dat is een gezonde marktontwikkeling waar ook rekening mee is gehouden. Op het moment dat partijen daarin doorschieten, volgt automatisch een correctie. Omdat partijen nu te kampen hebben met grote verliezen, en anderen overwegen de markt de rug toe te keren, is het te gemakkelijk om te zeggen dat het stelsel niet werkt of het speelveld niet gelijk zou zijn. Het is simpelweg een reactie op zaken die eerder gebeurd zijn. Het hoort er bij. Er zijn eerder ook banken gestopt met het verstrekken van hypotheken.”
Is er sprake van een gelijk speelveld? “Recent onderzoek wijst uit dat er sprake is van een dynamisch evenwicht in het stelsel. Een gelijk speelveld is een kwestie van geven en nemen. De wetgever heeft de voor- en nadelen van een publiek-private markt afgewogen en is tot de conclusie gekomen dat deze elkaar min of meer opheffen. Alleen op de wijze van financiering vond de wetgever dat de publieke partij een compensatie moest doen. Die compensatieregeling is inmiddels afgelopen. Als je naar de premie vraagt, dan is er een groot verschil tussen de publieke en private spelers. Eigenlijk weet niemand wat er precies op de private markt gebeurt bij het bepalen van de premiestelling. Soms krijg je onverwachts een kijkje in de keuken, zoals laatst in de rechtszaak met Delta Lloyd waarin premieverhogingen tot 500% voorbij kwamen. Als publieke speler is UWV daarin wel volledig transparant. In onze laatste premienota leggen we tot ver na de komma uit hoe onze premies tot stand komen. We leggen daarin zelfs een meerjarige verwachting tot 2020 van onze premie neer. Er is geen commerciële partij die dat soort gevoelige informatie op straat legt. Wij zijn in de eerste plaats een publieke partij, in de tweede plaats zijn wij marktpartij.”
Private marktpartijen uiten regelmatig forse kritiek op UWV. Andersom worden er weinig kritische noten gekraakt. Is dat een bewuste keuze vanwege het publieke karakter? “Dat je op een gezonde manier kritiek op elkaar hebt is goed, maar er zijn in het verleden wel grenzen overschreden. Adviseurs die puur onrust zaaiden in de markt bijvoorbeeld. Het is moeilijk om je daar als publieke organisatie tegen te weren. Op onwaarheden zullen we reageren en deze waar mogelijk ontkrachten, maar we kunnen niet op elke aantijging ingaan. Als reagerende partij begin je per definitie altijd met een achterstand. Gelukkig is de markt wel meer volwassen geworden en zie je veel minder excessen op dat gebied.”
UWV zou werkgevers te vaak en ten onterechte ziektewetclaims toerekenen van voormalig medewerkers. Klopt dat? “Dat er bij grote operaties als deze fouten worden gemaakt is evident. UWV kan pas een percentage noemen op het moment dat het gehele traject is afgerond. Maar het percentage fout toegerekende medewerkers zal echt maar een fractie zijn van de cijfers die in de media worden genoemd. Er worden percentages genoemd van 35-50%, dat is echt onzin.”
Welke ontwikkeling kunnen we op korte termijn verwachten op de inkomensmarkt? “Werkgevers komen er nu gaandeweg ook achter hoe de kwaliteit is geweest van de adviezen die zij in het verleden hebben gekregen van hun adviseur. Het is een complexe materie en je moet als adviseur van goeden huize komen om een goed advies bij de werkgever neer te leggen. Die professionaliseringsslag is nu in volle gang. Het aantal adviseurs is daardoor fors uitgedund. De concurrentie op de WGA-markt in het algemeen zal langzaamaan steeds meer gevoerd gaan worden op het terrein waar deze thuishoort in de WGA; kwalitatief goede re-integratie van arbeidsongeschikten. Verder zul je in 2014 twee zaken zien gebeuren. Voor het WGA-risico keren meer werkgevers terug naar UWV, terwijl je bij het ziektewetrisico een omgekeerd beeld gaat zien. We hebben het dan over substantiële aantallen, maar ik verwacht in beide gevallen geen gigantische mutatiestroom, zoals wordt voorspeld door een aantal partijen op de private markt. In termen van marktaandeel zullen het relatief beperkte verschuivingen zijn. Het zal niet zo zijn dat de halve markt ineens iets anders wil.” AMplus nummer 13 - 13 december 2013
17
De overheid kiest ervoor om (middel)grote werkgevers te prikkelen om de forse instroom van ziektewetvangnetters te beperken door hen financieel verantwoordelijk te maken. De kosten voor ziekte en arbeidsongeschiktheid van tijdelijke werknemers worden toegerekend aan de laatste (middel)grote werkgever. Om werkgevers te stimuleren mee te werken aan het terugdringen van de WIA-instroom, wordt de manier waarop de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk) wordt vastgesteld, aangepast. Door: Marjol Nikkels-Agema, specialist sociale wetgeving en directeur CS Opleidingen
Instroom in Ziektewet Nieuwe financiële prikkels voor werkgevers O
p dit moment betalen werkgevers alleen een gedifferentieerde premie WGA voor werknemers met een vast dienstverband (WGAvast). Als een werkgever eigenrisicodrager voor de WGA is, dan hoeft deze premie niet betaald te worden. Vanaf 2014 bestaat de gedifferentieerde premie Whk uit drie onderdelen die ieder afzonderlijk worden uitgerekend: 1. Gedifferentieerde premie WGA-vast (niet voor de WGA-eigenrisicodrager) 2. Gedifferentieerde premie WGA-flex (voor alle werkgevers, ook voor WGA-ERD) 3. Gedifferentieerde premie ZW-flex (niet voor de ZW-eigenrisicodrager)
18
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
(Middel)grote werkgevers gaan een hogere gedifferentieerde premie ZW-flex betalen als een werknemer in het ziektewetvangnet komt. De gedifferentieerde premie WGA-flex wordt hoger als deze vangnetter in de WGA komt. Op een zogenoemde rekenpremie komt een opslag of een korting, afhankelijk van de eigen instromers. En bij een loonsom tot € 3.070.000 telt ook de sectorinstroom.
Welke vangnetters vallen onder het risico? Voor wie loopt werkgever zelf het risico? Het gaat om de ZW-gerechtigden zonder werkgever (los van de uitzendsector):
TO EGELI CHT
t zieke werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is beëindigd en die ziek uit dienst gaan (contract voor bepaalde of onbepaalde tijd); t zieke werknemers die binnen vier weken na einde dienstverband ziek worden onder de zogenaamde nawerking van de Ziektewet (geldt alleen indien ze nog geen WW-recht hebben); t zieke werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd is beëindigd; t oproepkrachten (nul-urencontracten) die in aanmerking komen voor een ZW-uitkering; t werknemers die een fictieve dienstbetrekking hebben, zoals thuiswerkers, stagiaires of provisiewerkers. De uitzendwerkgever is verantwoordelijk voor de zieke uitzendkracht. De inlenende werkgever dus niet.
En welke vangnetters niet? In een aantal situaties betaalt UWV de ziektewetvangnetuitkering en krijgt de werkgever daar geen rekening voor via de toerekening bij de gedifferentieerde premie. Dit geldt o.a. voor: 1. werkneemsters die ziek zijn als gevolg van een zwangerschap of bevalling; 2. werknemers die ziek zijn als gevolg van orgaandonatie; 3. arbeidsgehandicapten/personen met structureel functionele beperkingen die vallen onder de no-riskpolis. De werkgever mag twee maanden na de indiensttreding vragen of de werknemer onder deze regeling valt en de werknemer is verplicht te antwoorden; 4. werknemers die ziek zijn en ooit een Wajonguitkering hebben gehad (voor hen geldt een onbeperkte no-riskregeling); 5. werknemers die in dienst blijven met een WIA-uitkering en recht hebben op een ZWvangnetuitkering indien ze ziek worden binnen vijf jaar na het in dienst houden.
Berekening In de nieuwe berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers in drie categorieën ingedeeld: klein, middelgroot en groot. Binnen iedere categorie komen de premies op een andere manier tot stand (zie toelichting kader Categorieën). Er gelden minimum- en maximumbandbreedtes voor de premies. Duidelijk is dat geldt: hoe groter het bedrijf, hoe groter de invloed van de eigen ZW-instroom. Kleine werkgevers betalen een sectorale premie en worden dus niet direct op hun eigen instroom afgerekend. Overigens is juist voor de hele grote ondernemingen (> € 10 miljoen premieplichtige loonsom) eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet snel aantrekkelijk. Dit komt omdat alleen al voor de
minimumpremie (voor ZW-flex is deze 0,14% in 2014) de hele grote ondernemingen veelal zelf de uitkeringslasten en uitvoeringskosten kunnen dragen. Uiteraard blijft hiervoor een maatwerkanalyse nodig. Voor kleine bedrijven verandert er veel. Ze hebben alleen nog te maken met een sectorale premie. Ook bij de middelgrote bedrijven tot ca. € 1 miljoen loonsom telt de sectorale premie het zwaarst mee. Bij € 1 mio loonsom (ca. 33,5 werknemers op gemiddelde loonsom) wordt er een gewogen gemiddelde berekend waarbij de sectorpremie voor 75% meetelt en de individueel berekende premie voor 25% meetelt. We nemen als voorbeeld een agrarisch bedrijf. De sectorpremie voor een agrarisch bedrijf bij het UWV is 0,65%. Bedrijven tot € 307.000 loonsom betalen dus deze premie ongeacht of ze wel of niet zelf schade hebben gehad. Worden de bedrijven groter, dan gaat er een gewogen gemiddelde komen van sectorale premie en individueel uitgerekende premie. Vanaf € 3.070.000 loonsom geldt alleen nog een individuele premie (= groot bedrijf). Als het bedrijf schade krijgt, ziet u hieronder de gevolgen voor de gedifferentieerde WGA-premie (gebaseerd op de parameters van 2014): loonsom zonder schade met schade € 300.000 0,65% 0,65% € 400.000 0,63% 0,68% € 500.000 0,61% 0,72% € 600.000 0,59% 0,77% € 700.000 0,57% 0,83% € 800.000 0,55% 0,86% Bij nog grotere bedrijven gaat de eigen schade dus zwaarder meetellen en loopt de premie harder op. Bij de verzekeraar is een schade dan juist verzekerd en draagt de verzekeraar dus de schade (inclusief de uitloop over de volle tien jaar).
CATEGORIEËN WERKGEVERS In de nieuwe berekening van de gedifferentieerde premies WGA-vast, WGA-flex en ZW-flex worden werkgevers in drie categorieën ingedeeld. 1. Kleine werkgevers (met een loonsom die gelijk of minder is dan tien keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op sectorniveau – geen individuele toerekening. 2. Middelgrote werkgevers (met een loonsom van meer dan 10 en gelijk of minder dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): gewogen gemiddelde van sectorpremie en individuele premie. (hoe groter het bedrijf, hoe groter de individuele toerekening. De grens middelgroot ligt voor 2013 op € 307.000) 3. Grote werkgevers (meer dan 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer): premie op individueel niveau (voor bedrijven met premieplichtig loon > € 3.070.000).
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
19
Kijkend naar deze resultaten en de effecten van de eigen schade besluiten diverse werkgevers tot circa dertig personeelsleden om terug te keren naar UWV.
de klant bij de belastingdienst de specificatie op welke uitkeringen er gedaan zijn aan de ex-werknemers in het betreffende jaar en controleert of de betaalde ZW-en WGA-uitkeringen correct zijn (zie kader Controle).
Het T-2 principe UWV berekent de gedifferentieerde premie Whk 2014 op basis van de gegevens over 2012. Dit is het T-2 principe. Het jaar T is het jaar waarvoor de premie wordt vastgesteld. Om voor de werkgever het individuele risico vast te stellen, gaat het UWV uit van de instromers in het ZW-vangnet van het jaar T-2 (oftewel twee kalenderjaren eerder). Voor de doorbelasting van ZW-flex en WGA-flex gaat het alleen om de uitkeringen van mensen die na 2012 zijn ingegaan. Dus voor de WGAflex heeft dit betrekking op personen die vanaf 2010 ziek zijn geworden en vanaf 2012 een WGA-uitkering ontvangen. Bij de ZW-flex gaat het om instromers waarvan de uitkering is ingegaan na 1 januari 2012. De ingangsdatum voor de uitkering is bepalend! Niet het moment van ziek worden. Om dit te controleren, vraagt
CONTROLE De uitkeringsspecificatie ZW- en WGA-uitkeringen moet gecontroleerd worden op de volgende punten. t Controleer of de uitkering ZW-flex/WGA-flex daadwerkelijk na 1 januari 2012 is ingegaan. t Controleer of de eerste ziektedag valt binnen het dienstverband of binnen vier weken nawerking ZW. t Controleer of de werknemer eerst WW heeft ontvangen (vanuit de WW over naar de ZW mag niet aan de werkgever worden doorbelast). t Controleer of de werknemer niet bij zowel WGA-vast als WGAflex is meegenomen, dus dat er geen sprake is van een dubbele toerekening van dezelfde schade. t Controleer of er sprake is van een uitkering aan een vangnetter met als reden orgaandonatie of ziekte ten gevolge van zwangerschap of bevalling. t Controleer of de werknemer op het moment van ziek worden korter dan vijf jaar in dienst was en bij de indiensttreding structureel functioneel beperkt was of de status arbeidsgehandicapt had. Dit is bijvoorbeeld van toepassing op personen met een WAO-, WAZ-, Wajong- of WIA-uitkering of met een WsW-indicatie. Voor hen geldt namelijk de no-riskpolis. t Controleer of regres van toepassing is, oftewel is de werknemer uitgevallen als gevolg van een schuldige derde die aansprakelijk gesteld kan worden. Voorwaarde is dat regres succesvol is toegepast binnen de loondoorbetalingsperiode van de werkgever zelf en dat dit ook is doorgegeven aan de belastingdienst (regres kan alsnog met vijf jaar terugwerkende kracht!). t Controleer of de werknemer werkelijk bij de werkgever in dienst is geweest.
20
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
Uitleg premieberekening De belastingdienst informeert werkgevers medio december 2013 over de gedifferentieerde premie Whk. Omdat deze premie vanaf dit jaar uit meerdere onderdelen bestaat, kunnen werkgevers tegen ieder onderdeel van de premie bezwaar maken bij de belastingdienst. De gedifferentieerde premie = rekenpremie + opslag of korting. Voor de berekening van de opslag of korting wordt het individuele risico van de werkgever vergeleken met het landelijke risico en vervolgens nog vermenigvuldigd met een correctiefactor. (De rekenpremies en overige parameters zijn gepubliceerd in het besluit werkhervattingskas 2014 in Staatscourant van 2 september 2013). Dan is de berekening als volgt: Rekenpremie + correctiefactor (?* - landelijk gemiddeld werkgeversrisico) WGA-vast: 0,51% + 1,44 (?* - 0,27%) WGA-flex: 0,18% + 2 (?* - 0,02%) ZW-flex: 0,34% + 2 (?* - 0,10%) *Het vraagteken in deze formule is het individuele risico. Het individuele risico van de werkgever wordt berekend door de toegekende uitkeringen uit het jaar T-2 te delen door de gemiddelde premieplichtige loonsom van de laatst bekende vijf jaar (is jaar T-6 tot en met T-2). Stel, een bedrijf met een gemiddelde premieplichtige € 10 miljoen loonsom heeft een beschikking gekregen voor de ZW-flex waarop ten onrechte een uitkering is toegerekend van € 20.000. Daarmee komt het bedrijf uit op een werkgeversrisico van 20.000/10.000.000 x 100% = 0,20%. ZW-flex: 0,34 + 2 (0,20 - 0,10) = 0,54%. Zonder schade had dit bedrijf de minimumpremie betaald van 0,14%, namelijk: ZW-flex: 0,34% + 2 (0 - 0,10%) = 0,14%. Het verschil is 0,4%. Stel, de loonsom in 2014 bedraagt nog altijd € 10 mio, dan betaalt de werkgever € 40.000 te veel. Kortom de moeite waard om de fout te ontdekken en bezwaar aan te tekenen bij de belastingdienst.
Maak tijdig bezwaar Binnen zes weken na de beschikking moet bezwaar worden aangetekend als er iets niet goed zou zijn. Zet op voorhand de controle op de beschikking als december/januari-actie in de agenda. Is er meer tijd nodig, maak dan binnen zes weken proforma bezwaar dat controle nog niet mogelijk is, omdat de gegevens van de belastingdienst ontbreken.
TO EG E LIC H T
We hebben in Nederland een bekend gezegde: appels met peren vergelijken. In de letterlijke betekenis: twee totaal verschillende dingen vergelijken. In dit geval de vergelijking tussen Ziektewet en WGA-vast, de vergelijking tussen WGAvast en WGA-flex en de vergelijking tussen Ziektewet en WGA-flex. Hebben we het hier over appels en appels, appels en peren of appels en ander fruit? Door: Maudie Derks, algemeen directeur van private uitvoerder Acture
Appels, peren en ander fruit in de arbeidsongeschiktheid E
en eerste onderscheid is te zien in de wettelijke vastlegging van het bepalen van recht, hoogte en duur van de aangevraagde uitkering arbeidsongeschiktheid. In de WGA (zowel vast als flex) bepaalt UWV in alle situaties het recht en de hoogte van de uitkering. Dit besluit wordt met een beschikking aan de belanghebbenden medegedeeld en de belanghebbenden (zowel werkgever als werknemer) kunnen tegen dit besluit bezwaar maken. In de Ziektewet bepaalt UWV het recht en de hoogte van de uitkering daar waar een werkgever geen eigenrisicodrager is. Wanneer een werkgever eigenrisicodrager wordt, bepaalt hij zelf het recht en de hoogte van de uitkering.
Uitbetalen van de uitkering De ziektewetuitkering wordt uitbetaald door UWV. Wanneer de werkgever eigenrisicodrager is, verplicht door de werkgever. De WGA wordt uitbetaald door UWV, meestal ook wanneer de werkgever eigenrisicodrager is, alhoewel dit geen wettelijke verplichting is. AMplus nummer 13 - 13 december 2013
21
De Ziektewet kent een onderscheid in de verblijfsduur wanneer UWV uitvoert en wanneer de eigenrisicodrager uitvoert. De gemiddelde verblijfsduur bij UWV in de uitkering is zo’n 35 dagen, bij eigenrisicodragerschap rond de 9. De instroom in de WGA vanuit de Ziektewet verschilt daarmee ook aanzienlijk, afhankelijk van de uitvoering door UWV of door de eigenrisicodrager. In de WGA is er weinig onderscheid in verblijfsduur tussen UWV en de eigenrisicodrager. De verblijfsduur neemt toe. Wel is er verschil in de instroom tussen WGA-vast en WGA-flex. De WGA-flexinstroom in de WGA is meer dan 50% van de totale WGA-instroom, terwijl de vangnetpopulatie nog geen 20% van de beroepsbevolking uitmaakt.
U ziet, een aantal verschillen vooral gestoeld op dynamiek (verschil in verblijfsduur), wetgeving (rechten en plichten van de werkgever), uitvoering (eigenrisicodragen ZW versus WGA) en arbeidscontracten (flex versus vast). Dus wat hebben we? Appels en appels? Appels en peren?
Spreiding van de uitkering
Inmiddels loop ik een aantal jaren mee in het uitvoering geven aan de sociale zekerheid in Nederland en heb ik een aantal zaken geleerd.
De WGA-vastuitkering wordt over alle sectoren in Nederland uitbetaald en heeft wel enkele hogere risicogroepen maar niet van de omvang zoals we deze aantreffen bij de Ziektewet en de WGA-flex. De data over 2012 laten het volgende zien: totale ziektewetuitkeringen € 606 miljoen. Ruim 50% van deze uitkeringen komen uit slechts vijf sectoren: uitzenden, gezondheidszorg, zakelijke dienstverlening, klein metaal en detailhandel.
Verschil in verblijfsduur tussen ZW en WGA moet leiden tot andere afspraken Dezelfde samenhang zien we bij de uitkeringen WGA-flex: € 459 miljoen uitkeringen, 53% uit dezelfde vijf sectoren als hiervoor genoemd. Alleen al de uitzendsector krijgt in de Ziektewet ruim 25% en in de WGA-flex bijna 20% van de uitkeringslasten toegerekend.
Eigenrisicodragen ZW en WGA In de Ziektewet is de eigenrisicodrager vanaf dag één zelfstandig volledig verantwoordelijk voor de uitvoering en fungeert UWV als controlerende instantie. UWV is degene waar objectief bezwaar kan worden gemaakt en UWV is degene die beschikkingen afgeeft waar zowel de eigenrisicodrager als de uitkeringsgerechtigde mee kunnen werken. 22
In de WGA is de eigenrisicodrager niet verantwoordelijk voor het vaststellen van het recht op de uitkering, noch voor de bepaling van de hoogte. En ook de uitbetaling van de uitkering blijft meestal buiten zijn gezichtsveld. Ook voelt hij zich weinig verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigenrisicodragerschap. Wel moet hij een zelfstandig bestuursorgaan instellen om bezwaar en beroep mogelijk te maken, waar de uitkeringsgerechtigde bezwaar kan maken.
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
Werkmethode De wet verplicht een eigenrisicodrager voor de Ziektewet een aantal taken zelfstandig uit te voeren. Dit leidt tottot directe betrokkenheid en inzicht en vergroot de kans op herstel. Anders dan bij de WGA laat de ziektewetuitvoering door de eigenrisicodrager een significant en continue beter resultaat zien ten opzichte van de publieke uitvoering door UWV.
Vergelijking De Ziektewet heeft per definitie een andere status dan de WGA, voornamelijk veroorzaakt door de dynamiek van de kortere verblijfsduur. Wanneer je de Ziektewet zou willen vergelijken, maak dan de vergelijking met de Wet Verbetering Poortwachter, waar ook de verantwoording volledig bij de werkgever ligt. En maak niet de vergelijking met de WGA.
WGA kan leren van Ziektewet Arbeidsongeschiktheid is gebaat bij aandacht voor de persoon. Wanneer die aandacht niet op persoonsniveau gegeven wordt, neemt de arbeidsongeschiktheid toe. De grootste valkuil waarin we zijn gestapt bij de WGA, is het volledig buiten beschouwing laten van de persoon. Niemand praat meer met de WGA’er zelf. Met als gevolg: toenemende verblijfsduur, geen activatie en een vastzittende situatie. Wetgeving kan de eigenrisicodrager voor de WGA en zijn risicodrager gereedschap in handen geven om die verantwoording wel meer te nemen. Bijvoorbeeld door het vaststellen van recht en hoogte, maar ook de betaling van de uitkering wettelijk bij de ei-
genrisicodrager neer te leggen. Niet alleen de individualisering van de premie maar ook de verantwoording van activiteiten bij de eigenrisicodrager leiden dan tot grotere betrokkenheid,
Grootste WGA-valkuil is het buiten beschouwing laten van de persoon meer zicht op risico’s en meer mogelijkheden om deze zelfstandig op te lossen.
Beperkt aantal sectoren De wetgeving rondom individualisering van premie onder het motto ‘de vervuiler betaalt’ treft slechts een beperkt aantal sectoren. Een sectorale aanpak waarbij eventuele premiebeloningen hoger worden vastgesteld en een incentive wordt in-
gebouwd op het realiseren van minder instroom en uitkeringslasten lijkt mij een toe te voegen instrument specifiek voor deze sectoren. Appels, peren en ander fruit in de arbeidsongeschiktheid, het is zeker aan de orde. Het nastreven van eenvormigheid om efficiëntie te bevorderen is een loffelijk streven. Voorwaarde daarvoor is dat de eenvormigheid er is. Wanneer dit niet het geval is – en dat is mijn conclusie als het gaat om de Ziektewet, WGA-vast en WGA-flex op een aantal belangrijke aspecten – dan kunnen we juist beter op de specifieke verschillen ook verschillend beleid uitzetten. Leren van elkaar is gewenst en noodzakelijk, vanuit een vastgesteld perspectief naar de werkelijkheid kijken een heel andere! We hebben ten slotte nog een ander gezegde: ‘An apple a day, keeps the doctor away!’
jaarboek De verzekeringsmarkt in cijfers
Bestel snel uw eigen exemplaar en ontvang 10% korting* Meer informatie en bestellen: www.amweb.nl/jaarboek
* Geldt alleen op het abonnement en bestellingen vóór 10 december 2013.
AMplus nummer 13 - 13 december 2013
23
/VPPL;PSHCJK 7PPHE7PPHE Het beste medicijn voor zorgverzekeringen
Kwaliteit zoals u dat van Voogd & Voogd gewend bent 75% van de consumenten laat zich niet adviseren bij het afsluiten van een zorgverzekering. Dat gaan we veranderen! Voogd & Voogd biedt u alles wat u hiervoor nodig heeft. Een gebruiksvriendelijke vergelijkingsmodule, unieke producten en
t&FOWPVEJHWFSHFMJKLFO t4DIFSQFQSFNJF t.BSLFUJOHPOEFSTUFVOJOH
een behulpzaam marketingpakket. Met onze tool vergelijkt u op een eenvoudige wijze de producten van vele aanbieders. U kunt de vergelijker ook op uw eigen website plaatsen. Uw klant kan hierdoor op ieder gewenst moment de beste zorgverzekering selecteren afgestemd op zijn wensen. Bovendien zijn de producten zeer scherp geprijsd. Naast kortingen op maatschappijproducten, bieden wij ook de unieke ZorgVoordeelPolis. U kunt hiermee zelfs de concurrentie aan met grote collectiviteiten.
Meer informatie op www.voogd.com/zorgverzekeringen
Nog geen samenwerking met Voogd & Voogd? Neem contact op met één van onze relatiebeheerders.