Halloween De kinderen gaan aan het werk in vrije groepjes. Er zijn een tiental keuzeactiviteiten. Er mogen maximum 6 kinderen per tafel werken. Kinderen die zich misdragen worden aan de kast gezet. We vragen aan de kinderen voorzichtig te zijn met de kaarsen. Op voorhand klaarmaken in een zakje: appel, appelsien, kruidnagels, stiften, kleurpotloden, slijper, lijm
Elk gemaakt knutselwerkje mag direct in de eigen zak worden gestoken.
Op 31 oktober viert men onder andere in Amerika en Canada maar nu ook reeds in onze streken Halloween. Iedereen verkleedt zich zo eng mogelijk en de kinderen gaan langs de huizen voor “trick or treat”, wat zoveel wil zeggen als “als je me geen snoepje geeft haal ik wat met je uit”. Veel mensen maken ook enge hapjes en drankjes, zoals “bloederige milkshake”. Men snijdt enge gezichten uit pompoenen of bieten, waar dan een kaarsje wordt geplaatst en dat noemt men Jack-o’-lantaarns. In oud-Engels was Allerheiligen “All Hallows”. In het taalgebruik werd dat gaandeweg “All Hallows Eve”, “Hallowe-en” en nog later HALLOWEEN.
De Keltische Impuls Halloween vond zo een 2000 jaar geleden zijn ontstaan bij de Kelten, meer specifiek bij de oude druïden, de toenmalige Keltische priesters, die leefden in wat nu Engeland, Frankrijk, Schotland en Wales word genoemd. De moderne versie van deze feestdag vandaag de dag is nog steeds ondergedompeld in de tradities, mythes en legendes van het oude Keltische volk. Zij waren voornamelijk een landbouwers- en herdersvolk en magie had een centrale plaats in hun cultuur. De Kelten vierden hun nieuwjaar, dat Samhain werd genoemd, op 1 november. Dit feest betekende het einde van het seizoen van de zon en het begin van het donkere en koude seizoen. Met een feest, dat soms meerdere dagen kon duren, vierden ze het einde van het seizoen van de zomer, het wegkwijnen van de kracht van de zon. Zo werd Samhain het belangrijkste feest. Samhain bestond als een nacht die buiten de tijd stond. Zo een nacht behoorde noch tot het ene noch tot het andere jaar. De Kelten geloven immers dat alle keerpunten, zoals de tijd tussen de ene dag en de andere, de ontmoeting van de zee en het strand of de overgang van het ene naar het andere jaar, mochten worden beschouwd als magische periodes. De jaarsverandering was de krachtigste van al die keerpunten.
1. De langste appelschil * de leerlingen brengen mee: appel * de leerkrachten zorgen voor: scherpe mesjes, inpakplastiek, appelboor, schillenbak
Appels De godin Pomona was in het oude Rome de godin van het fruit en de tuinen. Voorts stond Pomona als koningin van de oogst ook symbool voor mildheid en vruchtbaarheid. Vandaar dat zij in de kunst voorgesteld wordt terwijl ze op een grote korf van fruit en bloemen zit, met een hoorn van overvloed op haar voet. Anderen meten haar als voornaamste voorwerp het snoeimes toe. Appels waren het gewijde fruit van Pomona. In streken van het Romeinse rijk ontstond met Samhain dan ook al vlug de gewoonte om fruit te eten en weg te geven, uiteraard voornamelijk appels. Het lijdt geen twijfel dat allerhande spelletjes met betrekking tot waarzeggerij, zoals het bijten naar appels, die nu nog met het huidige Halloween verbonden zijn, tot Pomona terug te brengen zijn. De Romeinen roosterden appels en soms ook noten, als symbolen voor de winter op grote vuren. Er bestaan vele rituelen en spelletjes met een appel. Die staan volledig in het teken van het formuleren van voorspellingen en waarzeggerij waarbij vooral de toekomst en het geluk centraal stonden. Als je bijvoorbeeld een appel schilde, kon je aan de lengte van de schil de lengte van je leven aflezen.
De opdracht: Neem je appel, en een mesje. Probeer nu rond je appel een zo lang mogelijke schil af te schillen. Zal jij een lang leven hebben? Wie van dit groepje schilt de langste schil? Als je appel geschild is mag je hem opeten. Nadien maak je je handen proper aan de natte handdoek die op tafel ligt. PS Werk netjes: alle schillen in de afvalbak!
2. Marschmallows op een stokje * de leerlingen zorgen voor: niets * de leerkrachten zorgen voor: spekken, satéstokjes, gesneden stukken plastiek, kleefband op een zware rol, lintjes, een voorbeeldpakje
Bij Halloweenfeesten in Amerika worden Marschmallows op een stokje geprikt. Dan worden die boven een vuur gehouden om ze te ‘roosteren’. Dan smelten ze een beetje. Dat smaakt lekker als het buiten koud is!
De opdracht: Neem een stokje. Je mag er 5 verschillende spekken opprikken. Daarna pak je je stokje in : * neem een stuk plastiek * wikkel dat plastiek rond je stok * doe er een stukje kleefband op * strik dan de zijkanten toe met een lintje PS Om mee naar huis te nemen!
3. Magisch drankje * de kinderen zorgen voor: niets * de leerkrachten zorgen voor: glazen, grenadine, ijsblokjes, fruitsap, rietjes, afwasmiddel, teil, handdoeken, vuilbakje
De overledenen wachtte een heel wat aangenamere thuiskomst. Allereerst mochten zij rekenen op een verlichte ontvangst. Er werden voor hen in elk huis en elke kamer kaarsen gezet om hen naar hun vroegere woonst te leiden. Daarenboven werden ze gunstig gestemd met eten en drinken. Er werd een plaats aan tafel of bij het vuur voorzien. Als voedsel werden vooral zoetheden en cakes geserveerd, terwijl wijn hun dorst moest lessen. Soms werd ter ere van hen een avondmaal gehouden, met levenden en doden rond dezelfde tafel, waarbij niet gesproken werd. De levende gasten hielden zich stil uit eerbied voor de dode, maar ook om zich te bezinnen over de dood als een belangrijk deel van de levenscyclus.
De opdracht: We maken een magisch drankje. Neem een glas. Doe er een ijsblok in. Giet er 2 cm (en niet meer!) grenadine in. Giet nu mooi op het ijsblokje het fruitsap in je glas. Als je dat voorzichtig doet mengt het niet! Smakelijk! PS Nadat je drankje op is moet je het glas proper afwassen. Het rietje doe je in de vuilbak. Er staat een teil met afwaswater klaar. Droog je glas voorzichtig maar wel goed droog af! Zet je glas dan terug op zijn plaats.
4. Theelichtje * de leerlingen zorgen voor: wit potlood * de leerkrachten zorgen voor: sjablonen, scharen, bokaaltjes, velpon-lijm, zwart papier, witte lijm, lijmborstels
De Kelten doofden hun vuren thuis omdat ze naar jaarlijkse gewoonte opnieuw wilden aansteken vanuit een gemeenschappelijk groot vuur. Dit vuur werd door de druïden op een heuvel als een heilig vuur ontstoken door het wrijven met twee stokken. Het doven van de vuren stond symbool voor de donkere helft van het jaar. Het terug aansteken van de vuren was het teken voor het terugkerende leven. De druïden gingen van met kleine kooltjes de gedoofde vuren in de huizen terug aansteken. Om die kolen te vervoeren gebruikte men een Jack-o’-Lantaarn: een uitgeholde pompoen of biet.
De opdracht: We maken ons eigen kleine vuurtje voor thuis. Kies een sjabloon. Teken het met een wit of geel potlood over op zwart papier. Werk zuinig! Teken aan de rand van een blad, niet in het midden, en gebruik restjes als het kan! Knip dan je sjabloon uit. Maak een drietal sjablonen. Neem dan een bokaaltje, en kleef de sjablonen erop met velpon. Pas op: gebruik niet teveel lijm, en sluit de tube na elk gebruik (anders loop te lijm eruit) Lijm nu over de buitenkant van je potje en over je sjabloontjes met witte lijm. Plaats thuis een theelichtje in de bokaal.
5. Stropopjes uit raffia * de leerlingen zorgen voor: niets * de leerkrachten zorgen voor: scharen, raffia, opdracht in boek ‘Kinderhanden’ nummer 20 p 25
Vermits de Kelten een landbouwvolk waren, waren hun feesten steeds heel sterk seizoensgebonden. Ze moesten de Goden gunstig stemmen met het oog op een gezonde veestapel en oogst. Samhain was de laatste oogstperiode van het jaar. Vruchten die na die dag nog aan de bomen hingen, mochten niet meer worden geplukt. Elk gewas dat nog op de velden stond, werd als taboe beschouwd. Het was een offer voor de natuurgeesten. Men was er van overtuigd dat de Puca, een nachtelijk creatuur de vruchten en gewassen zouden vernietigen of besmetten. Maar voor de Kelten als herdersvolk was dit ook de tijd om te slachten. De kuddes moesten van de velden gehaald worden om tot aan de lente in de stallen te leven. Het was een hele karwei om het vee van de zonnige zomerweiden in de bergen naar de lagergelegen dorpen te brengen. De kuddes werden uitgedund en enkel de sterkste kweekdieren werden gespaard. De rest van het vee werd geslacht als voedsel voor de lange winter. Tijdens het oogstfeest werden vuren aangelegd in het dorp en meestal een stropop verbrand. Het verbranden van de stropop erin was voor het verjagen van de koude, maar het betekende ook het doorgeven van de vruchtbaarheid. Het stro was datgene wat nog overbleef van de vorige oogst en om de vruchtbaarheid hieruit los te maken, werd een deel van dat stro verbrand.
De opdracht: Maak je eigen stropopje. Kijk op de kopie hoe je het moet doen. Gebruik niet teveel raffia. Je popje mag niet groter zijn dan 10 centimeter!
6. Kattenslingers * de leerlingen zorgen voor: potlood * de leerkrachten zorgen voor: kattensjabloon, oranje en zwart tekenpapier, scharen
Zwarte katten… Geen enkel dier heeft in de loop van de tijd met zoveel achterdocht en negatieve gevoelens moeten afrekenen als de kat. Het beestje had dan nog de pech om met een zwarte pels door het leven te moeten gaan. Denk maar eens aan het bijgeloof. Wanneer een zwarte kat je pad kruist, brengt dit ongeluk met zich mee. Dit is niet helemaal correct, want het is pas als de kat van je wegloopt dat het bijgeloof dit als een slecht teken beschouwt. Loopt de kat met je mee, dan is er geen enkel probleem. Daarenboven werd de poes de gaven van het voorspellen van het weer toebedeeld. Likte zij zich met de haren mee, dan mocht mooi weer verwacht worden. Likte zij zich evenwel tegen de haren in, dan zou het regenen. Heksen en katten Toen zich dorpen begonnen te ontwikkelen, zochten sommige wilde katten toenadering tot eenzame vrouwen. Katten hadden daarenboven angstaanjagende ogen, zeker wanneer ze in de duisternis rondslopen. Men vond dat die veel leken op uitpuilende heksenogen. In de Middeleeuwen werd de zwarte kat beschouwd als een helper van de heks die betoveringen en bezweringen van de heks kon helpen waarmaken. En als de heks stierf, gaf ze haar macht door aan een kat!
De opdracht: Maak een kattenslinger. Neem een strook oranje of zwart papier. Vouw je strook middendoor, en dan nog eens middendoor. Kies een kattensjabloon. Teken rond het sjabloon op 1 kantje van je strook. Knip dan door de 4 lagen het sjabloon uit. Pas op dat je langs de zijkanten je slinger niet doorknipt! Kijk goed naar het voorbeeld!
7. Heksen en vliegzalf * de leerlingen zorgen voor: kleurpotloden of stiften * de leerkrachten zorgen voor: kleurprenten van heksen
Er bestaan witte heksen en zwarte heksen. De witte heksen zijn ‘goed’ en de zwarte heksen zijn ‘slecht’. Een heks is iemand die meer kan met de dingen uit de natuur dan de gewone stervelingen. Weet je waaraan je een heks kunt herkennen ? In de eerste plaats draagt een heks altijd handschoenen, ja, ze moet wel want ze heeft geen nagels. In plaats van nagels heeft ze dunne , gekromde klauwen als van een kat. Het tweede dat je moet onthouden is dat een echte heks altijd kaal is. Zo kaal als een hardgekookt ei, geen haartje groeit op een heksenschedel. Een echte heks draagt dan ook altijd een pruik om te verbergen dat ze kaal is. Waar kan je een heks nog aan herkennen ? Wel, een heks heeft grotere neusgaten . Dit is zo om beter te kunnen ruiken. Een heks kan zelfs in het stikdonker een kind aan de overkant van de straat ruiken. De ene heks is de andere niet. Er zijn kleine, grote, maar vooral veel lelijke heksen ! De gulzige eet chocoladetaart met aardwormen. De boosaardige is heel lelijk en heeft de knipziekte. Ze knipt van alle dieren die ze tegenkomt de staart af. De onhandige laat alles uit haar handen vallen. De keukenpiet kruidt het eten met ratten of slangen. Heksen worden ’s nachts geboren bij volle maan. Dat gebeurt in de ruïnes van een kasteel, te midden van een donker woud. Heks worden is niet gemakkelijk. Je moet lang en hard studeren voor je diploma : de juiste paddestoelen herkennen (welke gevaarlijk zijn, en welke niet) , koken volgens het recept met de juiste kruiden, je moet netels en onkruid kweken, katten in het rond laten dansen, in evenwicht blijven met je
bezem, alle toverformules uit je hoofd leren, in een vogel of een ander dier kunnen veranderen om niet op te vallen…….
Dit is het recept van een moderne 'vliegzalf': ·
1 potje handcrème
·
1 theelepel plantenvet
·
1/2 theelepel belladonna
·
3 druppels vloeibare zeep
·
1/2 theelepel monnikskapsap
De opdracht: Kies een leuke heksentekening uit, en kleur ze magisch in!
8. Halloween spreuken * de leerlingen zorgen voor: kleurpotloden of stiften * de leerkrachten zorgen voor: kleurprenten Als men met Halloween een masker draagt, zal men het volgende jaar geluk hebben. Men moet rond middernacht met een mond vol water achterwaarts in zijn huis rondlopen. Daarbij moet men over de linkerschouder heenkijken en men zal zijn toekomstige partner zien. Wanneer men op Halloween om elf uur stipt in een put kijkt, zal men de toekomst zien. Wie tarwemeel naast zijn bed plaatst op Halloween, mag hopen dat de geesten er zijn toekomst in zullen schrijven. Om zich te beschermen tegen de boze geesten, moet men al zijn kousen met gaten erin uit het raam hangen. Iedereen moet in alle ingangen en vensters zout of ijzer leggen om de boze geesten weg te houden. Breek de schalen van hardgekookte eieren om heksen te weren.
De opdracht: Kies een leuke halloweentekening uit, en kleur ze in!
9 . De halloweenappelsien * de leerlingen zorgen voor: kruidnagels, sinaasappel * de leerkrachten zorgen voor: mesjes, inpakplastiek, touwtjes om dicht te binden
De naam Jack-o’-lantern komt eigenlijk van ‘Jack of the Lantern’ (= Jack van de lantaarn). * Heel vroeger waren er in Noord Engeland en Ierland nachtwakers op straat. Deze mannen hadden een lantaarn me. Zij werden ook Jack-o’-Lanters genoemd. * Er bestaat een legende van een zekere Jack. Het verhaal gaat over de ontmoeting tussen een dronkaard en het kwade in hoogsteigen persoon van de duivel. * De druïden brachten in uitgeholde pompoenen het vuur van de berg naar de huizen. * Omdat kaarsen in uitgeholde bieten een flikkerend licht voortbrengen werd dit in verband gebracht met de geesten. Om de slechte geesten weg te jagen sneed men een angstaanjagend gezicht uit de biet.
De opdracht: We maken een geurige Halloweenappelsien. Neem je sinaasappel. Snij op de zijkant voorzichtig een griezelgezicht uit. Snij niet te diep, enkel in de schil. Neem voorzichtig met je mes de ogen, neus en mond weg. Prik dan de kruidnagels bovenop je sinaasappel zoals haar. Pak je sinaasappel nu in in een stukje plastiek. Zet je sinaasappel thuis op een schaaltje in de living, hij geurt heerlijk!
10. Vleermuizen * de leerlingen zorgen voor: kleurpotloden * de leerkrachten zorgen voor: het patroon (kinderhanden nummer 35 p 25), grijs vierkant papier
Omdat vleermuizen in het donker op hun prooi jagen, dacht men dat zij over magische krachten beschikten. Als nachtdier, en als bewoner van duistere plaatsen werd de vleermuis voorgesteld als vijand van het licht en als vriend van de kwade geesten. Het was een zoogdier dat eruit zag als een muis, maar kon vliegen als een vogel, en daarom dacht men dat dit dier in staat was om van gedacht te veranderen. In het Nieuwe testament heet de vleermuis ‘de vogel van de duivel’. De christenen zagen de vleermuis als een gedaante van Satan (de duivel) en als een vertrouweling van heksen. De duivel en andere monsters werden afgebeeld met de vleugels van een vleermuis. In de Middeleeuwen geloofde men dat de duivel in de huid van een vleermuis kroop. Duitse boeren spijkerden daarom een vleermuisvorm aan de deur, om de duivel af te schrikken: zo zag hij wat men met hem zou doen als hij kwam! Door die kwade reputatie van de vleermuis ging de vleermuis al snel deel uitmaken van Halloween.
De opdracht: Vouw een vleermuis uit papier. Kijk goed op het plan om de verschillende stappen goed uit te voeren. Teken daarna mond, ogen, oren en pootjes bij op je vleermuis!