Hallo. Dit ben ik, Renze Ytsma. Het zesde kind van Alle Ytsma en Elisabeth Postma. Het waren schaarse tijden, Het land moest opgebouwd worden na de oorlog, en een arbeider verdiende niet veel. Toch heb ik daar niet veel van gemerkt, wij kwamen niets te kort maar onze ouders hebben in die tijd hard moeten werken om eten op tafel te krijgen. En dit is Ettina Blom, dochter van Jacob Blom en Stientje Martje Bijstra. Mijn toekomstige vrouw Maar daar waren wij ons niet van bewust, we woonden maar 45 kilometer van elkaar, maar we moesten nog heel wat reizen om elkaar te vinden . Dit is ons huis. De Wal 266 nu nr 89. Deze foto is van de jaren70. De sloot is al gedempt.
1
Wij hadden ook kippen, niet veel eieren maar dat mocht de pret niet drukken, het gaf veel vertier als we in het gras speelden lag er kippenstront, en als ze op het weiland achter ons kwamen werd de boer boos, terwijl zijn koeien ook wel eens in onze tuin liepen.
De donkere vlek op de muur is het luikje waar de ton uitgehaald werd, als de tonnen wagen kwam en je zat op het privaat, dan trokken ze de ton zo onder je weg. Daar wij een groot gezin hadden, mochten de jongens er geen gebruik van maken om te plassen. Dat moest achter de schuur gebeuren tegen twee schuin tegen elkaar geplaatste planken.
Etty is ondertussen ook al wat gegroeid. Een schattig meisje. Door de woning nood moesten haar ouders tot voor Etty’s geboorte ieder bij hun eigen ouders inwonen. Daarna trokken ze samen in bij de ouders van haar moeder.
2
Ondertussen Ga ik al naar de kleuterschool, ik herinner mij dat deze foto genomen is, ik heb hem samen met Heit opgehaald. De kleuterschool was toen nog op de zolder van de gereformeerde kerk aan “De Zwette”, een smalle trap naar boven en geen vluchtweg. Over brand veiligheid gesproken, daar werd nog niet te veel over nagedacht.
In het “hobbel paard”, Hennie en Tjalling staan er naast, en onze hond Fanny.
3
Ojee, Etty gaat ervandoor, Ze gaan emigreren naar Canada. Hoe moet ik haar daar ooit vinden.
Gelukkig kwamen ze negen maanden later al weer terug.
Een zondagmiddag, ik zal een jaar of zeven geweest zijn. Heit komt naar buiten, Ga je mee jong? Ik met Heit mee op de fiets, en we gaan naar Noordbergum naar de gereformeerde kerk aldaar. Dit heeft ongeveer zes weken geduurd, en onwetend, was dit mijn eerste keer dat ik meedeed aan een protest. Heit ging uit protest naar een andere kerk. Er was een rentenierende boer benoemd tot koster, en Heit vond dat hij dat beter had kunnen doen. Een beeld wat ik zo kan oproepen. Heit knipt de heg en altijd kaarsrecht.
4
Nog een zondag Wij allen in de kerk dominee galmend zijn preek over ons uitstortend. Ik en velen met mij in diepe rust verzonken. Ineens staat Heit op. En galmt nog luider dan de geachte voorganger
“Dominee, Waar zijn die jongens hier, In de kerk of in de kroeg?” Hier denk ik nog vaak aan, en ik vertel het mijn kinderen. Velen ergerden zich aan het gedrag van de jongens, maar er was er maar één die er wat van durfde te zeggen, en dat was mijn Heit.
Dit zijn foto’s van de lagere schooltijd, de eerste drie jaar nog naar de oude school van Veenwoudsterwal. De volgende jaren ging ik naar “De nieuwe weg”, daar leerde ik ook het verschijnsel “schooltandarts” kennen. Dit heeft mijn prestaties zeer negatief beinvloed, daar ik er drie maand van te voren al tegen op zag, en de laatste maand continu naar buiten zat te kijken of de bus al kwam. Zo rond mijn 6e levens jaar kreeg ik een echte postbode tas die hangend over de schouder mij trots deed rondstappen.
5
Na een paar dagen werden er twee kranten ingeduwd, die ik bij de buren mocht bezorgen veel lofzangen waren mijn deel, maar na een week waren het al zes, en een week later een stuk of twaalf Wat eerst niet zo nodig hoefde, werd nu hoogste prioriteit, daar ik ongemerkt gepromoveerd was tot bezorger van het Friesch Dagblad. Ik moest leren fietsen. Van twee oude dames fiets karkassen maakte Heit er een werkende fiets van, die er nog beroerder aan toe was dan de eerstgenoemde donor fietsen, maar het ding werkte, en dus kon ik staande op de trappers een grotere ronde kranten doen, mijn ronde werd de Wal en de Streek, tot ik met klossen van wel 10 cm op het zadel kon zitten, toe kreeg ik de Zwette er ook nog bij.Voortaan was het, uit school eerst de kranten bezorgen. Hoeveel jaar ik de krant bezorgd heb weet ik niet eens meer, het was soms leuk, maar ook wel eens zwaar om door weer en wind de ronde te doen. PTT bussen bij de weg moesten nog uitgevonden worden. In de winter kreeg ik soms een half uur eerder vrij van school om de kranten lopend met een slee te bezorgen.
En Etty die was zich van mijn bestaan nog steeds niet bewust
6
Zaterdagmiddag Een ijskoude winterdag. Na het bezorgen van de krant nog even met het zendingsbusje en De Goede Tijding op stap. Deze ontberingen hoorden er bij, dat vond ik niet zo erg. Wat veel erger was kwam daarna, zo rond een uur of vier. Dan moesten de schoenen gepoetst worden. Veel schoenen. Zittend boven aan de trap, met vingers stijf van de kou zaten Gosse en ik te poetsen. Ik heb nadien geen schoenen weer gepoetst. Werden wij om zes uur in de morgen uit bed gehaald en naar Beppe Geertje gestuurd, Daar zaten wij te wachten tot we naar school moesten. Lopend naar school zagen we de Dokter bij ons huis, en de gordijnen nog steeds dicht. Toen de school om twaalf uur uitging en ik naar huis liep, zeiden een paar meisjes tegen mij:,, Jullie hebben een baby. En waarachtig, thuisgekomen lag daar een baby. Wisten wij veel hoe die ter wereld kwamen. Nooit wat gemerkt. Een paar jaar later herhaalde zich dit op bijna gelijke wijze, alleen nu moesten we naar onze inmiddels getrouwde zuster Geertje. En, weer een baby bij thuiskomst. Dit is Mem met Poppe Jan
7
Na de zesde klas zei meester tegen mij:,, Jij gaat naar de Ambacht school, Dat was dus 12 Kilometer fietsen naar Dokkum, alleen in de winter met de bus.
Ook Etty werd al een hele dame. Maar helaas in 1969 vertrok het gezin Blom naar West Australie. Etty staat hier links op de Foto.
8
Hier ben ik 19 jaar, Het besluit is genomen, Ik ga emigreren naar Australie.
Heit, Mem en Gosse brachten mij naar het station, Gosse ging mee naar Amersfoort, waar ik met een Speciale emigranten trein naar Bremerhaven ging. In Duitsland werd de trein getrokken door een stoomlocomotief. We kwamen in de avond aan in Bremerhaven, en gingen aan boord. De volgende dag voeren we uit. En meteen een zware storm ik heb twee dagen in bed gelegen, daarna nooit weer last van zee ziekte gehad.
Hier zit ik rechts op de foto aan boord van De “Queen Frederica” op weg naar Australie
9