TIJDSCHRIFT VOOR STRUCTUREEL ONTWERPEN IN ARCHITECTUUR EN STEDENBOUW . EEN
UITGAVE VAN ARCHITECTUUR ALS BUUR V . Z . W . (A-B) . JAARGANG l
• MAART
1997 • VIERMAANDELIJKS
• AFGIFTEKANTOOR GENT
X
WOORD VAN OE ONDERVOORZITTER .
l
De architectuur en de stedenbouw bevinden zich vandaag voor een vals alternatief. en PUBLICATIES .
tegelijkertijd voor een uitdaging. Het valse alternatief is er een tussen het krampachtige EEN VALLEl
vasthouden aan oude zekerheden en de onvoorwaardelijke overgave aan het " nieuwe ... IN
BESCHERMING GENOMEN .
We leven in een wereld waarin de grenzen van de ruimte de neiging hebben te vervagen, OE
BAANWINKEL
IN
PERSPECTIEF .
en die dus een afkeer vertoont van elk ruimtelijk ordeningsprincipe. Sedert de jaren '60 verkeert de ideologie van de functionalistische stedenbouw in crisis . Deze was gebaseerd HET
MIDDELHEIM
IS EVEN
op de veronderstelling dat de mens door middel van de rede en van de wetenschap MONOFUNCTIONEEL
de processen van de ontwikkeling en van de beschaving kon controleren en organiseren. ALS
EEN
BAANWINKEL.
IJ
Deze veronderstelling heeft gefaald ten opzichte van de complexiteit van de realiteit, ARCHITECTUURNOTA
ten opzichte van het gevoel van relativiteit die eruit volgde, en van het bewustzijn van NEDERLAND .
14
de onmogelijkheid tot rationele beheersing van het lot van de mens. SCHOOL 4 TE LEUVEN
Reageren op de crisis van het functionalisme door elke poging op te geven om de factoren OVER EEN WITTE
RAAF
te begrijpen die de ruimtelijke ordening bepalen, heeft echter als enig gevolg dat bestaande GESPROKEN .
IS
ongelijkheden bevestigd worden . Evenmin heeft het enig nut om te esthetiseren, om te RSV . GEEN AANZET
streven naar vernieuwing omwille van de vernieuwing. om chaos en wanorde. complexe en TOT ARCHITECTUURBELEIO .
18
AGENDA .
20
hybride vormen op een akritische en aproblematlsche manier als positief te waarderen. Het zou zowel verkeerd zijn om architectuur en stedebouw te willen afsluiten van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen als om ze passief te laten domineren door puur economische eisen. Er is integendeel een derde weg nodig. Dit is de uitdaging waarvoor deze tijd ons plaatst.
( Chrl
HUIS D E B AT
Uansen &Janssen]
De baanwinkel: het fenomeen is algemeen bekend, en bij de meeste planners (zeker vèm het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen) ook onbemind. Moor wat is een boonwinkel preçies? Goot het om een kankergezwel, of heeft het verschijnsel ook positieve aspecten? Waar moet het beleid concreet naartoe, en hoe kunnen architecten er concreet mee omgaan? Het zijn enkele van de vragen die we oan een aantal speciQli$tetl ter:zake hebben voorgelegd. De antwoorden lopen uit elkaar en geven geen definitieve oplossingen, maar schetsen een aantal interessante invalshoeken voor de ruimtelijke ordening van morgen. Met een duidelijke vraag aan de beleidsverantwoordelijken naar concrete richtlijnen.
De baanwin kei: verrijl
Ode aan de mobiliteit
Wat is een baan·winkeP Guy R o bben: 'E e n econ omische entiteit die zich ri ch t o p de e indgebr u iker (det ailhand el, klein h andelszaak) en d ie zich auton oom, los van b estaande kernen, heeft _gevestigd bij een bepaalde (wegen)infrastructu ur.' Tom Lagast ziet niet meteen iets nieu ws : 'Een baanwin kel is een winkelwandelstraat, maar d an voor au to's . D e Antwerpse Meir is ontstaan doord at de mensen daarlangs va n h et station naa r h et cen trum liepen, en d e mid denstand i s gevolgd . Baan winkel concentraties kotn e n er volgens het-
zelfde principe: het commerciële heeft zich als een soort virus op de g rote doorstroonl \:vegen geënt.'
M eer va n h etze lfde, m aa r dan groter. e n aangepast aan de hedendaagse m obili teit: dat is volgens Lagast het enige versch il russen de Gentse Veldstraat en de Boomsesteen weg-. Waarom dan die algemene afkeer voo1· de 'nieuwe' ~n kPism tf'n , vr~::.gt
h ij zich af. Arch itect Dirk Coopman valt h em bij:'Baanwin kels vervull en een econon1ische func tie, en ze ver-
v ullen d ie e rg efficiën t. E en baanw inkelcomplex als de B oom sesteen weg is u n iek in de wereld. Elke bu itenlandse architect, zond er u itzo n dering, staat er paf van. Als ze vragen: "Toon o n s eens iets n1 oois",
dan nemen we ze mee naar de Roomsesteenweg (algemen e hilariteit) . Ook de jongeren vandaag staan heel anders tegenover de baanwi nkel dan vroeger. D e overdreven k rit isc he h oud ing heeft plaats gem aa k t voor enth o usi aste aanvaarding. Wat is dan eigenlijk het probleem>' Su b u rbanisatie
Dat er helemaal geen vuiltje aan de lucht zou zijn, wil er bij de andere gesprekspar tners n ie t echt in. Socio loog W im Ken is: 'Wat is het p robleem? D e bijkom en de belasting voor de tnaatsc happ ij , on1 tnaar iets
te noemen. W ie een baanwin kel b ij PP n
vPrhincii n g"-\VP:B nf>:P:rpnot, ver-
andert hem i n een best emm ingsweg. Op zaterdagen slibt d e weg d icht, er zij n meer ongevallen, hij vervult zijn verbind ingsfunctie niet m eer. Op d en duur heb je nieuwe verbi nd ingswegen nodig, waar dan missc hie n wéér baanwin kels wo rden gevestigd. M oetje die vicieuze ci rkel stim uleren ' lk denk het niet.' Ook llse Loots ziet een aantal bezwaren.'De wildgroei van baanwinkels vreet de wein ige open ruimte aan die er nog is.Akkoo rd: in p rin cipe zijn al die negatieve gevolgen n iet inherent aan de baanwinkel op zich , m aar he t gevolg van een slechte planning. M aar de effecten zijn er wel, d_us m oet er een oplossing voor worden gezo cht. H et is zuiver een kwestie va n efficiëntie: in de stad blijft er een enorm potentieel aan b ebou wde ruimte ongebruikt liggen, en in het platte land wordt de open ruünte aangevreten.' Dat heeft ver-
strek kende gevolgen, beklemtoont W im Kenis. 'Wie krijgt concurrentie van hetWijnegem Shopping Center?
WIE
I S WIE?
DIRK COOPMAN, architect, d ocent archireccuur aan d e hogeschoo l WENK, d e p artement arc hiteccuur, Sint-Lu kas, l3russel.Archirect van twee baan winkels in Loke re n , waar van er al één is gerealiseerd , Foto; PotriOo Von Acker
plaatsen, want dat vloekt met de bedrijfscultuur.' De dood voor de stad?
Boomsesteenweg All Foto: Fro nk Goethals
Niet de handelaars van de gemeente Wijnegem zelf, m aar die uit Antwerpen. D e commerciële functi e van d e stad wordt uitge ho ld, d e middenstand vlucht naar de voorsteden, d e stad w ordt onleefbaar. Ik kan e n ':vil dat niet zon1aar aanvaarden. D e
maatsch appij hee ft honderdenjaren in d e ste d elijke infrastru c tuur geïn vesteerd ~ en
die investe ring tnag nie t
Dirk Coopman: 'Er wordt vaak gezegd dat je baanwinkels moet tegengaan omdat ze de stadskern uithollen. Dat is een vreemd idee.Alsje een stop zee op baanwinkels, zullen ze weer naar het stadscentrum komen. En het effect dat dergelijke winkels op de leefbaarheid van een stad hebben, kun je in elke winkelwandelstraat op de bovenste verdiepingen zien: leegstand en verval. De baanwinkel is niet de dood van de stad geweest, maar juist haar redding.' Want wie in de stad woont, heeft h elemaal geen behoefte aan grote winkelketens in de buurt, vindt Coopman. Stadsbewoners verschille n duidelijk van de rest van Vlaanderen: ze zijn avant- gardistischer, houden van de stedelijke ambiance en het culturele leven, en hebben geen behoe fte aan een winkelkete n naast hun d eur. 'Een commercieel centrum hoort nee zomin in d e stadskern thuis als een fabriek.' Wim Ken is is het daar niet m ee eens. 'De avant-gardistische, " stadse " sted eling is een h eel kle in e g roe p V lam in gen die j e alleen in de b innenstad aantreft - en dan nog: niet iede re bin n enstadsbewoner beantwoo rdt aan die b eschrijving. Maar rond die kernstad heb je een g rote grijze gordel die toch o o k bij de stad h o o rt, en \~aar
de lTle nse n ZO\.vel fll_Ct he t cen-
deren (nsv) wil voor de ruimtelijke ordening een duidelijke planning op de lange termijn verwezenlijken. '.Eindelijk wordt er veeder gekeken dan van dag tot dag', vn·zuchten Wim Ken is en Guy Robben. 'Maar misschien nog niet genoeg. En het is de vraag of het plan in de praktijk zal kunnen worden gebra_cht.' Guy Robben:'Het werd hoog tijd dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (nsv) er kwam. De ruimtel.üke ontsporingen worden toegeschreven aan de baanwinkels, maar het zijn tenslotte de beleidsmense n die het allemaal hebben laten gebeuren. Altijd heeft het ruimtelijk beleid de dagdagelijkse p roblemen opgelost, zonder enige langetermijnvisie. Dan 1n0et j e n iet verbaasd zijn als e r plots tünv assen ontstaan. Als ik e en rammercant w as, en men gaf me de kans -dan zou ik misschien wel net hetzelfde doen.' En de baanwinkel is niet de enige uitwas, vindt Robben: ' Ook in d e stad zijn er spiegelpaleizen te vinden. Her gaat om een hele m entaliteit waaruit de baanwinkel nu toevallig wordt geïsoleerd.Als IGnepol.is e en g igantisch complex ver buiten d e stad optrekt, kraait er ge en !:iaan naar. Z e t op d ezelfde plaats een distributiecen trum, e n ie d e reen be g int over d e verloed ering. Maar de k ern van het pro bleem blijft dezelt~ d e : er is in d e ruimtelijke ordening nooit veel planning g e·we esc.' D e vraag is n atuurlijk: zal het nsv
verlo ren g aan_'
trurn als n"let
de baanv.rinkels ban-
het j are nlange la issez-fahe kunnen
Het zou overigens niet m akke lijk zijn om b aanwinkels naar e en stad te verplaatsen , zegt Guy Robben. ' Die winkels zijn nie t zo maar naar d e bl ed verhuisd. De huur- en grondprij zen z ij n e r w el goedkoper, m aar dat wordt ruimsch o o ts gecomp e nseerd door d e re clan1e die je moet ma ken o m m e nsen te lo kke n . Wie z ic h als baanwinke l vestigt, m aakt d us e en h eel bewust e keuze. H et is een o nderdeel van d e bedrij fsc ultuur: Brantan o vind je altijd lan gs d e weg, d e W ibra altij d in de stad. En j e k unt niet zomaar zeggen dat Brantano zich naar de stad moet ver-
den hebben. Ik ben gee n onvoorw aardelijk ve rdediger van d e mid denstand - maar w aarom zouden alle w inkels per se weg m oeten uit d e stad ? Wil j e d e stad leefbaar h o uden e n stadsvlu cht vermijde n , da n moet je ze o o k economisch o n twikkelen . E n het is b est mogelij k om een ond e rscheid te m aken tussen comm erc iële centra die op h un plaats zijn in ee1J scadsgebied, en cen tra di e buite n moe te n blijven , voor mijn part als baanwin kels.'
doorbre ken? Daar is veel po litieke m oed voor nodig, zegt Wim Kenis, en die kan er pas komen als er een m aa tsch appelijk d raagvlak b estaat. Of dat zo is, kan worden be tw ijfeld. 'Als ik h oor h oe sommige g roep e n b ij he t NCMV reagere n , weet ik h e t wel. fk vrees dat het RSV dezelfde weg zal o p gaan als de gewest plannen : bij de ui tein d elijke inv ulling blee f e r van enige structuur niets m eer over. D e burgem eeste r, d e g rootgro n dbezitter en d e n otaris h adden alles m ooi aa11gepas1. Nee, i k geloof niet dat Vlaanderen rijp is voor planning.'
Eindelijk langetermijndenken
H e t Ruimtelijk Structuurplan Vlaan-
GEERT HAENTJ ENS, arch itect-st e denbo u w kundige en redactielid van R u imte in zich t. We rkt op het studiebureau Techn um, afdeling Plan ologie, Gent, WI M K EN IS , socioloog rne t
speciali-
satie in d e ruimtelij ke orden i ng , medewerker van d e cul tu u rdie nst van h e t NCMV .Advise ert versch ille nde instanties als d eskundige in d e ruimtelij ke o rdening, TOM T.AGAST, arc hitect-sted e n bo uw kundige, d iensthoofd van de afd eling Ruimtelijke Ordening van Lo nderzeel. D oet momenteel voo rbere ide nd onderzoek voor een thesis rond de problematie k AT2 B oom - Antwerpen , ILSE LOOTS, doctor in de p olitie ke en so c iale weten schappen . D oceert milie ukunde aan d e u rA. Schreef samen m e t Er ik van H ove h e t boek Ruimte m aken vo o r d e srad , een studie over de huid ige stad als specifieke sam e nlevingsvorm en haar problem atie ken (G arant, L euven, 1996), GU Y ROBBEN, directe ur van he t Bure au Bedrijfsadvies e n M arketing, dat o nder mee r dist r ib uti eplanologi sch o nde rzoek levert rond de detailh andel , in opdrach t van lokale besture n e n ont\verpers, con D IERC KX , ing enie ur- arc hi tect,
licentiaat stedenb o u w. Werkt o p d e celVerkeer e n Vervoer van het k abi net vanminister B aldewij ns (Ope nbare Werken,Vervoer en Ruimtelijke Orde ning). D oceert verkeerskunde aan de afd eling S ted e nbo u w, so ciale pron1o tie, H ogesch o o l D iep enb eek e n Hog eschool Sint- Lukas B r ussel. M o d e rator va n h e t debat was MAXBO RKA . Bibliografie: DISTRI BUTIE EN MOBJ LITEIT, studiedagverslag, Vlaamse Sti chtingVerkeersk u nde i.s.m . Kultuurdienst NCM v en I nteg raal vzw, Langzaam Verkeer vzw e n de Vere ni g ing van V laamse S teden en Genteenten, 1996 .
Wegwijzers in verschillende richtingen Voorstellen voor een innovatieve aanpok van de boonwinkel
ledereen is het erover eens dot de boonwinkel niet noodzakelijk een negatieve krocht in de ruimtelijke ordening hoeft te zijn. 'Moor wat moeten we er nu mee', vraagt architect Geert Hoentjens zich of. 'Moeten we de boonwinkels don moor uitbreiding loten nemen, of zelfs stimuleren? Of moet er worden afgebouwd? Welke houding nemen we het best tegenover de boonwinkel aan?' Verschillende groepen staan verschillende oplossingen voor, zo blijkt. Aanvaarden en stimuleren
Waarom zouden we de baanwinkel moeten afremmen en wegstoppen? Laten we het fenomeen aanvaarden, verbeteren e n stimuleren, vindtTem La gast. 'Vergelijk het met de w i nkelwandelstraat. Op de Rambias van Barcelona staan er minstens evenveel winkels als op de Meir, maar b et valt niet op: in bet midden flane re n d e m ensen, en de winkels aan de zijkant zijn e r wel, maar niet overmatig prominent. H et is gewoon een gezellig e, drukke straat. Waarom kunnen we van de baanwinkelconcentraties geen R ambias voor auto's maken? Of zoals in To kio: een stad zonder centrum , e n elk subcentrum is gevormd rond een bepaald soort winkel. J e hebt hifi- w ijken, kled ingwijke n , enzovoort.' Ook Di rk Coopman kan zich voor-
'
'-
.·
.
ste lle n dat er van de baanwinkel iets verrassends te maken valt. De beleidsmakers in Vlaanderen nemen nog te vaak een regressieve houding aan tegenover nieuwe fenomenen, zegt hij : 'De baanwinkel past nier binnen de klassieke opdeling stadplatteland, dus de baanwinkel is fout. Maar dat is een verkeerde redenering. Architecten kunnen van de baanwinkel misschien een Interessante overgangszone tussen stad en platte land maken, met een eigen vormgeving. H elaas, dar gebeu rt baast nooit. Het architecturale discours blijft achter op het economische, en de overheid st imuleert geen vernieuwing. Grote bouwwerken worden zelden door talentvolle arc hitecten uitgevoerd, maar door veredelde aannemers die weten ho e ze een werf moeten leiden en hoe ze een timin g moeten volgen. Er zit geen g rein avontuurlijkbeid in , geen enkel concept. Zo grijpt ook elke baanwinkel terug op d e bouwstijl van de industriële loods.'
m.isch positief. Kijk naar bet Cenrre Pompidou,gebouwd om drie- à zevenduizend mensen te ontvangen: het zijn er momenteel 27.000 per dag. M ieldelmatige tentoonstellingen in he t Centre Pompidou worden m eer bezocht dan goede tentoonstellin gen op andere locaties.' Geert Haemjens is er in elk geval voor te vinden dat de baanwinkelconcen traties multifunctioneler en leefbaarder worden. 'je moet evenveel energie stoppen in het verbeteren van de baanwinkel, al s in he t verbeteren van de stad. Pas dan krij g je resultate n. Maar je kunt arc hi tectuur niet zomaar, zonder enig houvast, n eerploffen op een baanwinkelcluster. Dat leid t tot excessen en gevelarch itectu ur.'Wim Kenis is h et daarmee eens, maar volgt ook de redenerin g dat gigantische projeeren als baanwinkels geen banale, doordeweekse vorm mogen krij gen. ' H et probleem: wie zal bepalen wat goede arch itectuur is? Toch niet de architecten alleen, zeker>' Liever ni et, vindt ook Robben: 'j arenlang hebben onze archi tecten d e kans gehad om iets creatiefs te doen , om na te denken over welke richting we uit moeten. En wat heeft h et grote merendeel gedaan' Fermettes gebouwd.' Een gem e ngde jureri ng;commissie voor d e architectura le projecte n zou daar echte r uitko m st kunn en biede n , vindt Coopman.
H et is eigenlijk eenvoudig, zegt Coopman: goeie architectuur kun je overal inplanten. 'Er zijn nu regels dat je niet m ag bouwen in een bos. maar in principe kan een huis ook de bekroning van een landschap zij n. H etzelfde geldt voor de baan w inkel: goed e architectuur kan zo' n cluste r op een hoger n iveau tillen. Goede architectuur werkt zelfs econo-
.
.
'.
.
-:
-
~:.·
.--. .
.
:
.
-
..
Bundelen en uitdoven
H et Ruimtelijk StructuurplanVlaanderen (Rsv) neemt een vrij duidelijk standpunt in tegenover de baanwinkels. Wim Kenis: 'De basisdoel stel ling is d uidelijk: de stad moet meer stad \Vorden, eu h el
pldllt:l~:~ud 1Hee1
platteland. Waar het kan, moeten de baanwinkels worden geïncorporeerd in de stadsagglomeratie om een complementaire, multifunctionele kern te vormen met de stadskern zelf.Ten tweede zijn er de baanwinkelconcentraties buiten het stedelijk geb ied. Die zijn er nu eenmaal, dus moeten ze w o rden gedoogd,gebundeld en ook multifunc tioneler gemaakt. En dan zijn er de apa rte baan w inkels. die niet in clusters zij n gevestigd. Die mo et en via het vergwmingsbeleid worden " uitgedoofd " . Ik kan me daar perfect iri vinden.' Guy Robben: ' Alleen jammer dat het uitdovingsbeleid voor de grote geïsoleerde baanwinkels is teruggeschro efd. Om heel ond uidelijke redenen trouwens. M aar goed , het RSV geeft een bep aald e rich ting aa n waar ik achter sta: e r zijn eindelijk duidelijke g renzen.' Die zijn e r nodig omwille van de economische draagkracht en van de sc haalverhoudingen , vind t Robben. 'Peer is Ie plar pays ten voeten uit: je kunt een steen gooien va n de e ne kant van het dorp naar d e andere . Zo'n plaatsje heeft ni et de draagkracht voor
~: .
-
.._.-::,( .
-
_·:·:.- . .• -::..~··.~·..
.
~
". )
Fofo· Fronk. Goethols
een winkelcentrum van JO.OOO vierka me meter. Toch wordt dat ce ntrum daar neergepoot. op bas1s van een puur economische redenering zonder dat er enig beleid bij te pas komt. Die winkel heeft een bereik rot in Rotterdam: dagelijks komt men van over de grens naar Peer, met alle mobiliteitsproblemen vandien. D aar moet paal en perk aan worden gesteld.Ant'<.verpen kan zo'n winkelcentrum verdragen, Peer niet. leder zinnig mens aanvaardt dat niet ieder dorp een cultureel centrum klasse A kan hebben. Wel , dan moet een dorp ook geen Fenix h ebben.'
dar Mechelen niet zal groeien- bij-
Wim Kenis:'fk ben e r volledig voor
Vlaamse beleid. Zonder regels wordt de economie allesbepalend en wint de kapitaalkrachtigste, die neerpoot wat hij wil en waar hij wil. En dat men nier komt aandraven met economische chantage à la "als we hier niet mogen bouwen, vcrhuizen we naar Tsjechië". De gemeenschap investeert gigantische sommen in de infrastructuur voor baanwinkels, met extra politiebewaking. extra openbaar vervoer, verkeersongevallen, verlaagde mobiliteit - ik vind dar daarvoor ook extra mag worden betaald. Met dat geld kan het economisch ofcultureel patrimonium in stand worden gehouden. In Frankrijk is daar een wet voor gemaakt.'
ge\vonnen orn ondernetners ruinlte
De ruünte en de
te geven. Maar dat w il niet zeggen dat je iedereen maar moet laten doen. We moeren een gulden mid-
eenmaal beperkt, meent ook Robben, en dan moet je kiezen. 'Waarom moet Ikea per se het land verde-
trekje de gren s? Wat is een "goeie'"
den'\veg vinden
het heel
len in vier g rote vestigingen, ln
Win1 Kt>"nlc;; 7ie-r hler Pen rol voor
winkel, e n wat niet' Waarom is Antwerpen een regionaal centrum. en Mechelen subregionaal? Wie zegt
stringente Nederlandse beleid, waar de regels tot op de vierkante meter vastliggen. en het veel te losse
plaats van verschillende kleinere vestigingen te bouwen in de steden zelP. Daar magje zekere normen op-
bepaalde baanwinkelconcentraties weggelegd. 'In de Middeleeuwen had je open plekken in de stad. wei-
Ilse Loots is het er n ier mee eens dar planning noodzakelijk verbetering betekent. 'Je gaar overal stolpjes creëren waarbinnen bepaalde dingen mogen, en andere niet. Waar
Centrum voor megastores te Lokeren FoiO;
Duk Coopmon
voorbeeld door de dynamiek van een baanwinkelconcentratie' De stolpjespolitiek doodt elke dynamiek." Dirk Coopman valt haar bij: 'Neem het Waalse Red u . Een dorpj e met twimig huizen groeit uit tor een boekendorp met een bereik tot ver bui ten de grenzen. Zoiets magj e toch niet fnuiken? Vlaanderen is uniek in de wereld door de dynamiek van zijn KMO's. De baanwinkel is een exponent van die KMO-cultuur, een bij uitstek liberaal fenomeen. Wanneer je dat van bovcri af gaat plannen, vernietigje de dynamiek.'
tussen
infra~tructuur
is nu
leggen, zonder onmiddellijk te zeggen:"h.icr staan we, en dat is ons doel. Want dan ga je tussenstappen overslaan. en waar dat toe geleid heeft, zie je in de winkelwandelstraten. Die zijn van de ene dag op de andere verfraaid, de prijzen zijn gestegen, en de grote filialen waren de enige die dergelijke toplocaties nog konden betalen. Dus: je moet plannen, maar met een zekere voorzichtigheid.' De stad beter omlijnd
De suburbanisatie moet een halt worden toegeroepen, en daarvoor moet de stad weer grenzen krijgen, vinden Robben en Ken is. ' H oe omsluit je stedelijke enriteiten, waarbinnen je dan verschillende functies gaat combineren? Dat is een dringend probleem: nu d ijt alles maar uit.'
lntercity:verkeersknooppunt met infrastructuur Fo1o; Dut:. Coopmon
den en landbou"Wgrond. Maar de stadspoort gaf de begrenzing aan. Sommige baanwinkelconcentraties zouden de nieuwe stadspoorten kunnen worden: de duidelijke grens tussen stad en platteland. Maar daarvoor moeten ze wel multifunctioneel worden, en complementair met de rest van het stede lijke gebied, in plaats van alleen maar op de automobil iteit te spelen, zoals nu . Waar-
om kan er naast het commerciële centrum ook geen cultureel centrum komen> Als het beleid ook in de stadskern voor complementariteit zorgt, hoeft men niet te vrezen voor een leegloop van de stad.' D e mogelijkhe id tot nieuwe k e rn e n
Het huidige discours over ruimtelijke ordening houdt zich nog altijd bezi g met het verleden, vindt D irk
Extract uit de agenda van een architect
Coopman, en te weinig met de krachtlijnen van nu. 'Men prob<'ert d e stad in stand te houden, terwijl die er al lang niet meer is - of n ier meer in deze lfde vor m. Van bedrijven die zich ill Diegem vestigen, wordt gezegd dat ze in Brussel zitten. Maar waarom zijn ze naar Diegem gekomen' Nier vanwege de Grote Markt, maar vanwege Zaventem . Bedrijven vestigen zich rond infrastructurele kernen, en ook de mensen die in de gordel rond de historische stad wonen, vinden allang hun referent buiten de historische kern: ze gaan winkelen in een baanwinkel buiten de stad, om maar iets te noemen. Toch probeert iedereen die nieuwe nederzettingen nog in de stad te incorporeren. Dat is niet nodig: niets zegt dat een stad per se alle functies moet vervullen. De moderne mens is intercontextueeL Hij gaar naar Keulen voor de cultuur, naar Parijs voor het amusetnen t. naar Antwerpen on1 te winkelen, en ga zo maar door. Hij verwacht niet dat hij in één van die steden alles samen vindt.' Coopman heeft de versplintering van de historische kernen doorgetrokken, en pleit voor een aanpassing van bet beleid. 'De oude stede-
me, zijn gemaakt voor voetgangers. Het is waanzin om daar de TGV te laten aankomen.' De dynamische, mobiele elementtn van een maarschappij moeren rond infrastructuren worden gegroepeerd, vindt hijde kruispunten van autosnelwegen. bijvoorbeeld. 'Distributie. kantoren. productie: het kan allemaal worden gegroepeerd in corridors, de autosnelwegen, met tussenschakels, de klaverbladen, die los staan van de middeleeuwse referenten. Zodat de oude stad, niet langer verstoord door TGV en drukke wegen, een cultuurkerngebied wordt zoals je ook natuurkerngebieden hebt.' 'J\1\aar het blijft een kern', vinden Wim Kenis en Guy Robben . 'Er is geen wezenlijk verschil: op den duur worden de nieuwe kernen weer volgebouwd, krijg je weer mobiliteitsproblemen, moet je weer je infrastr uctuur gaan aanpassen. Een vicieuze cirkel die nergens voor nodig is.' Robben: 'Onze infrastructuur is Jlll al te g root. B ehalve de grote centra als Antwerpen en Brussel heb je nog 150 kleinere kernen. Daar is geen koopkracht en geen draagkracht voor- en alles wijst e rop dat die er in de nabije toekomst ook niet zal zijn. Integendeel.' X
lijke kernen hebben een trager rit-
Evolu t ie het ontwerp start in 1994, een principieel akkoord van het College van
Architecten b ureau D irk Coopman
Burgemeester en Schepenen op basis van het voorontwerp (het moet een 'invullingsproîect' qua distributie zijn), een 'interactief bouwdossier ' met technische uitwerking , een 'menu' van de com merciële activiteiten
Baanwinkel Vande Velde Realisatie van een 'megastore' voor behangpapier en tapijten
voor Lokeren, h uuropt ies e n kand idaten wo rden aan de distributiecommissie voorgelegd, de bouwve rgunning wordt in 1995 geleverd, het dossier is momenteel in een procedurele fase, men verwacht
S ite
Ze lebaan I 06. Lokeren.
te starten in september 1997 .
Program ma 1800 m' verkoopsoppervlakte.
Intercity Denkoefening rond de ontwikkeling van 'megaconstructies' op de knoo p-
Evo luti e
het ontwerp start in 1988, de vergunning wordt in hetzelfde jaar geleverd en de uitvoering volgt zeer kort daarop, de opleve ring en
opening vinden plaats in september 1990.
punten van de netwerke n in Midden-Europa. Sites de knooppunten van netwerken van transport (autostrades en viervaksbanen) en communicatie {informatienetwerken).
Centrum voor baanwinkels Ontwikkeling van een multifunctioneel commercieel centrum
Evolutie op deze locaties worden eigenzinnige toekomstbeelden ontwikkeld, gebaseerd op futuristische stellingen als 'de intertextuele mens leeft in
Site hoek Zelebaan en Dijkstraat. Lokeren.
een netwerk', 'een antwoord op grotere schaal voor de netwerke n en de
Kadert in: Gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren; woonzone/KMO-zon e .
megalopolis', 'netwerken opereren superpositioneel tussen alle steden'.