De najaarszon oogt er prettig. Tekenen. Op het terras. Ik heb het op me genomen om mijn licht te laten schijnen over de vormgeving van de huisstijl en menu's van “ons” restaurant.. “Ons” restaurant. Formeel heb ik nog niets besloten, maar die beslissing is eigenlijk al gemaakt. Voor de vorm is het wachten op de oordelen van de experts. Om mijzelf tegen al te domme dingen te behoeden, is het excuus.. Hoewel vormgeving zich alweer sinds mensenheugenis op de computer afspeelt, begin ik nog altijd graag met potlood en papier. Het is te koud buiten. Joce zit in de slaapkamer heel druk te bellen en te mailen. Het wegvallen van de ene ton veroorzaakt een buitenproportionele onrust. Zondag lijkt me niet de meest uitgelezen dag om dit te proberen te regelen. Ze is niet te stoppen. 't Lukt me niet om haar tot morgen te laten wachten. “Lunch? Dee?” Ik heb haar niet aan horen komen. Ze staat opeens achter me. Het is niet de Jocelyn of Blue zoals ik tot nu toe gezien heb. Wel de witte blouse, maar jeans en zwart leren jack. “Ik heb wat voor je, waarvan ik wel zeker weet dat je dat heel leuk gaat vinden. Trek je jack aan.” We lopen rond het gebouw naar een schuur. Er staat een Audi en er staat een auto onder een hoes. Ik herken het silhouet niet zo snel. “Help me even.” We trekken de hoes weg. Waaronder een oude Morgan Plus 8 zich verscholen hield. Leren vliegenierscaps liggen op de stoelen. De sleutel zit in het contact. “Van Patrick, de eigenaar. Er mag stevig mee gereden worden. Als je maar niet crashed.” Ze moet erbij lachen. Het is duidelijk een oude auto. Eigenlijk te sterk voor wat de rij-eigenschappen bieden. Zij wijst mij weg over de ideale bochtige route. Er rammelt veel. De vering piept. De remmen hebben het wat moeilijk. Maar, dit is plezier. Remmen, schakelen, gasgeven, weer terug ddoor de versnellingen. De wijzer van de toerenteller tegen het rode gebied aan. Een achterkant die wegglijdt. Voorwielen die een oment hun greep verliezen. Te dicht langs een boom. Terwijl ik hijg van de opgedamne adrenaline hebben we een bescheiden eettentje bij Fort Augustus bereikt. Burgers, soep, panini's. Eenvoudig, zeker na de uitbundigheid, die we ons de laatste paar dagen hebben laten welgevallen. “Dee, wat gebeurt er nu eigenlijk? Met ons? Misschien heb ik wel een relatie met je. Ik geloof dat ik verliefd ben. Ik ben nog niet eens begonnen met scheiden. Dat is alleen nog maar een plan. Als het lukt met dit restaurant moet ik me helemaal te pletter werken. Dan heb ik helemaal geen tijd . Niet voor jou. Niet voor ons. Jouw plannen worden in de wielen gereden. Je trip wordt nu al door H 03-B v 1.1.4
mij onderbroken. Dit is allemaal niet erg verstandig. Heerlijk. Dat wel. Ik wordt hier heel vrolijk van. Gelukkig. Ik krijg er energie van. Ik zing in de auto. Kan niet wachten tot ik bij je ben. Rij nog harder dan ik meestal al doe om bij je te zijn. Maar het is niet verstandig. Het kan eigenlijk niet. Het is onmogelijk.” “Ja, Jezus, ik weet het ook niet. Voor mij is het enige plan dat doorkruist wordt, dat om binnen Nederland te verhuizen. Maar goed, plannen zijn er om te veranderen. Dat ik hier een weekje blijf, dat. Ik heb een soort reservering op de camper voor een maand of drie, vier. Dus dat komt goed. Dat dingen met je scheiding misschien wat rommeliger worden, daar valt wel uit te komen. Maar je hebt wel gelijk. Een relatie hebben met iemand die je alleen maar kent van de deuk in het kussen. Dat lijkt verre van ideaal.” “Weet je zeker dat je niet je Brits bent? Een deuk in het kussen? Verre van ideaal? Kunt u mij misschien wellicht als het niet ongelegen komt het zout aangeven. Understatements staan je goed. Die Morgan ook trouwens. Maar je bent met mee eens dat dit niet het gedroomde scenario is.” “Lieve Blue. Alles komt altijd goed. Ik heb een paar keer in mijn leven voor situaties gestaan met zoveel haken en ogen dat het allemaal niet te doordenken was, wat de consequenties zouden zijn en wat er allemaal zou moeten gebeuren om het te laten werken. En dan neem je de eerste beslissing. En de consequenties lossen zich vanzelf op. En daar vertrouw ik nu maar op. Het enige dat ik met zekerheid weet, is dat ik nu met jou hier zit met een magnifiek uitzicht op Loch Ness en de komende paar dagen met je doorbreng.” Ik buig me voorover en kus haar op 't voorhoofd. “Ik wou dat ik was zoals jij. Ik ben teveel control-freak. Ik moet weten wat er gebeurt. Ik moet het in de hand hebben. Daarom ben ik zo uit mijn dak van die engerd van eergisteren. Niet alleen dat ik me als hoer gedraag, maar dat dat geld me dan toch door de vingers glipt. Daar. Kan. Ik. Dus. Niet. Tegen.” De melancholische ogen maken nu plaats voor vuurspuwende. Ik kan me voorstellen dat personeel bang voor haar is. Net zoals ik gehoorzaam als ze overdag Jocelyn is. Er wordt een plateau Fruits de Mer gebracht die ik nergens op de kaart heb zien staan. Mijn bier wordt ongevraagd weggehaald en een wijnkoeler met een Sancerre aangeschoven. Jocelyn Q.E.D.. Mijn telefoon gaat. Ik herken het nummer niet. Een Nederlandse 06. Het is zondag, dus een klant zal het niet zijn. “Hallo” “Bert-Jan. Moet je horen. Mia wil nu gaan scheiden, dus alles loopt hier in het honderd en mijn advocaat.” H 03-B v 1.1.4
“Bert. Jan.” breek ik hem af. “Zou je niet eerst even vragen of je gelegen belt!” “Bel ik gelegen?” “Nee dus. Ik zit te lunchen met de mooiste vrouw van de wereld. Dus, zoals de cup-a-soup reclame gaat: Nu Even Niet!” “Oh sorry hoor. Wist ik niet. Kan je me terugbellen? Op dit nummer?” “Is goed.” “Wanneer?” “Vanavond. Goed?” “Waar ging dat over? Je klonk nogal afgezeken.” Ik vertel haar het verhaal over mijn broer en z'n F-type en waar 'm dat gebracht heeft. “Geld, ik wil er ladingen van hebben, maar het maakt ook heel veel kapot. Zei jij “moiste vruuw ta werld” Betekent dat niet Most beautiful woman on the world?“ “Ja, hoe weet jij dat?” “Lang geleden heb ik een Dutchman gedate. Die zei dat ook wel eens. Zei jij dat over mij?” “Ja.” “Ik ga met de minuut meer van je houden. Jij. Vlijer.” Hand in hand zitten we op het terras. Dekens over de knieën. Af en toe kijken we elkaar aan. Soms is geluk zoveel dat je er zo diep van moet zuchten. En dan zijn je longen niet groot genoeg. “Sleutel.” beveelt ze als we bij de Morgan zijn. “Jij rijdt goed, heel goed. Ik rij beter.” Grote glimlach. Ik gooi haar het gevraagde item en stap toch bijna achter het stuur. Verdomde rechtsgestuurde auto's. Ze trekt op en houdt de bordeaux rode bolide in en lage versnelling. Rond de 3500 toeren. “Eerst de olie opwarmen.” Antwoord ze zonder dat het gevraagd heb. De naald van de olietemperatuur kruipt omhoog. En dan gaat het gas erop. Binnenkant bocht zonder zicht. Ze moet deze wegen kennen. De achterkant breekt uit. Meer gas voor een powerdrift. Dubbelclutchen. Gas en rem tegelijk met haar Nikes. Met de handrem neemt ze een negentig graden bocht. Een onverhard weggetje en nu gaat ze helemaal los. De auto lijkt zelden rechtuit te gaan. Als een dronken schaatser glijden we door het bos. Ik van genieten. Hartpompend genot. Het is het late remmen dat de adrenaline tot hoge niveaus drijft. Ik kijk naar haar. Honderd procent focus. Hoofd onbewogen als een standbeeld. Ogen schieten tussen weg, spiegels, meters. Voeten dansen een H 03-B v 1.1.4
tango in het vooronder. Linkerhand verlaat in een flits het stuur om met een achteloze tik van verzet te veranderen. Ze trekt de handrem weer aan als we op een soort zandplaats raken. Driehonderd zestig in de rondte. Vol gas erop en een donut. Stof. De voorkant van de motorkap is niet meer te zien. Ik raak de tel van onze pirouettes kwijt. Gas eraf. Motor uit. Stapt uit en trekt mijn deurtje open. “Wow, dat was lang geleden.” Hijgt ze. We hangen in elkaars armen, ze likt m'n oor. “Hmm, adrenaline. Heb je genoten, schat?” Mijn tong plakt aan mijn verhemelte. Ik kan nog geen woord uitbrengen. Ze stretcht haar benen tegen de auto. Pakt een deken en een fles wijn uit de achterbak. Steekt haar hand uit. “Geef me je zakmes.” We zeigen op de deken. Drinken uit de fles. “Wow, dat was lang geleden.” Haar glimlach is breder dan ik tot nu gezien heb. De donkere ogen spuwen een vuur van feest. Ze gaat liggen. “Je hebt genoten he? Je was niet bang.” “Het was opwindend. Dit kan ik niet. Geweldig. Wat een plezier. Waar heb je dat geleerd?” “Ooit rally's gereden. Lang geleden. Sunbeam. Ford Escort RS 2000. Amateurs. Damesteam. Jammer dat je niet kan navigeren, dan had ik nog een tandje bij kunnen zetten.” We liggen. We drinken. We vrijen. “Rally rijden gaat over controle. Raak de controle kwijt en je ramt een boom. Raak de controle kwijt en hervind 'm en je mist de boom. Gas op de vloer en naar de volgende bocht. Met blind vertrouwen op je navigator. Nu is mijn leven als een circuit-race. Alleen, zonder navigator. Met z'n drieën de bocht door. Ze willen je allemaal raken. Geen genade. Rally rijden hou ik meer van. Racen is waar het nu op lijkt. Racen met mannetjes met kleine lulletjes die je bij elke bocht een tik willen geven.” Ze trekt haar broek aan, trekt me overeind. “Jij rijdt. Rustig. Jij kan toch niet wat ik kan.” Ze pusht me. “Niet remmen, niet remmen, wacht. Nu! Gas. Drie, Vier, rem, tussengas. Drie, tussengas, twee. Hou 'm rond de vijfduizend toeren.” De achterkant breekt uit. “Niet liften. Gas, gas, Tegenstuur. En los.” Een kwartier rijles. Die stopt als we weer asfalt onder de wielen hebben. “Jij hebt morgen nog wat te doen.” H 03-B v 1.1.4
De Morgan is grauw van stof en modder. Ik kook krabscharen die in vriezer liggen van de camper. Pasta. Eenvoudige pastasaus. We kijken tv in bed. “Oh kut, Ik had mijn broer nog moeten bellen.” “Morgen, morgen.” “Goedemorgen, langslaper.” Ze kijkt op van haar laptop. Nog niet opgemaakt. Openhangende badjas. Mobieltjes en calculator keurig ernaast. “Zou je mij nog een kop koffie willen maken?” Ze rijkt haar kopje aan. De Nespresso is uit de camper verhuisd. Ik zal binnenkort toch wat cups moeten halen. Het gaat hard met z'n tweeen. “Oh, ik heb online koffie-cups voor je besteld. Worden morgen bezorgd.” Wat had ik ook anders van een horecavrouw kunnen verwachten. “Zo laat is het toch niet. Kwart voor negen.” Protesteer ik een beetje half. “Moet jij niet weg zo?” “Nee, die afspraak is verzet. Ik moet alleen vanmiddag naar de aannemer voor wat aanpassingen op de begroting. Mijn god, als mensen toch geld beginnen te ruiken…” “Had je een afspraak met een mogelijke investeerder?” “Nee, was met iemand die me kan introduceren bij wat zakenmensen. Zo'n golfclub iets, annex beleggingsclubje. Old boys. Had graag met die man gesproken, maar dat komt van de week wel. 't Lijkt wel of je beter loopt.” “Ja, de eerste ochtend dat ik weer redelijk soepel uit bed kon stappen. Het ergste is wel over denk ik.” Ik zet de koffie naast haar telefoons. “Wet je Blue, dit is nu. Wat. De derde ochtend samen. En het voelt zo vertrouwd. Alsof we dit al heel lang doen. Al jaren.“ Ze knikt en glimlacht. Ze wil antwoorden, maar haar computer zegt ping. De aankondiging van een mail. Ze vloekt zachtjes. “Weer een afspraak afgezegd. Voor morgen. Dit was wel een jongen met geld. Gadver. Ik wordt hier zo ziek van. Dat duwen en trekken. Waarom gaat het niet makkelijker? Ik heb verdomme maar een half miljoen nodig. Ik ben Buckingham Palace niet aan het kopen.” “Definitief afgehaakt?” “Nee, ook doorgeschoven. Einde week. Al wat gehoord van je accountant?” “Nog niet, ik zal zo mijn mail checken.” “En je broer bellen.” H 03-B v 1.1.4
“Oh ja.” “En de Morgan poetsen.” Zo heb ik geen agenda nodig. Er is nog geen mail. Met het tijdsverschil had ik dat ook niet verwacht. En Bert-Jan bellen heb ik nog geen zin in. Ik staar naar haar. Aan de overkant van de tafel. “Wat zit je te kijken? Zie je de mooiste vrouw van de wereld?” “Ja.” “Ach lul niet, je zit gewoon naar mijn tieten kijken. Vieze oude man.” Ze zakt onderuit en ik voel haar voet in mijn kruis. De Morgan vrij snel gewassen. Het interieur is kost meer moeite. Stof en modder op het leer. De chromen spaakwielen kosten nog meer van mijn tijd. “Heb je ook de motor gedaan?” Vraagt Patrick als hij binnen komt lopen voor inspectie. We maken de riemen los en tillen de motorkap eraf. Ook het blok is grijs van de modder. “Hogedrukspuit is genoeg.” legt hij uit. “Als je wel de kleppendeksels en de carburateurhuizen zou willen poetsen, ben ik je dankbaar. Heeft Jocelyn nog gereden?” “Ja, dat heeft ze.” “Ben ik blij dat ik haar in stuk terug heb gekregen.” Ik kijk 'm even verbaasd aan om me dan te herinneren dat auto's, schepen en vliegtuigen in het engels vrouwen. Zijn.” Terwijl ik de gepolijste kleppendeksels van de V8 in de was zet, vetelt Patrick mij de geschiedenis van deze auto. De modificaties die gedaan zijn. En hoe moeilijk het is om seks in een Morgan te hebben. Tussen alle rampen die de verbouwing teisterden, de inventarisatie van de boedel, de vondst van een collectie antiquarisch gereedschap en een paar tekeningen van Schiele op zolder was het mysterie van de auto-onderdelen facturen en de mysterieuze sleutels op de achtergrond geraakt. Totdat Max op een avond bij me kwam eten. En zij eerste tattoo kwam laten zien. Een Fender Stratocaster gitaar. Rock 'n' Roll. Hij informeerde naar de voortgang van de erfelijke wetenswaardigheden. Ik schetste het beeld in wat globale zinnen en meldde terloops het mysterie van de auto-onderdelen. “Heb jij ooit wel eens naar een verzendadres gekeken?” Probeerde hij mee te denken. Nee, dat hadden we niet. Die gedachtengang leek een valide. Een paar dagen later kreeg ik een adres van de enige leverancier die ons al eerder van informatie voorzien had. H 03-B v 1.1.4
En dus gingen Bert-Jan en ik daar kijken op dat. Een oude dame deed open. Klein van stuk. Kunstmatig blond. We legden ons verhaal uit. Tot onze verbazing was ze niet verbaasd. Ze had iets bekends. Ik zal haar vroeger wel eens gezien hebben in het dorp. Toen ze nog mooi was. De schoonheid lekte nog steeds door de rimpels. “Kom binnen.” De communicatie was moeizaam. Ze hoorde slecht. En wat toen volgde. “Ik weet niet goed waar ik beginnen moet.” Haar stem was helder en krachtig. Haaks op haar voorkomen. Frêle, klein, gerimpeld. Ze bewoog zich traag voort met behulp van een rollator. Het was nog maar elf uur 's ochtends, maar zonder te vragen schonk ze ons een witte wijn in. Bert-Jan slaat af. “Dirk, ik heb het altijd jammer gevonden dat het tussen jou en Meerte nooit wat geworden was.” Ze speekt me aan met een vanzelfsprekendheid alsof ik haar al jaren ken. Meerte? Meerte? Toch niet de Meerte die mijn allereerste grote verliefdheid was op de MULO? Jawel, die Meerte. “Nu het zo lang geleden is en jullie moeder toch dood, maakt het niet meer uit. Ik ga jullie alles opbiechten. Gecondoleerd trouwens met Jacob. Ik wist dat deze dag eens moest komen.” Er is iets in mijn herinnering dat me het gevoel geeft dat er nu iets heel interessants moet komen. Ik probeer flarden van herinneringen op te zoeken. Pa heeft wel eens iets verteld. Maar het lukt me niet om dat boven te halen. Ze staat op en probeert haar rug te rechten. Achter haar rollator. Als een geslaagde advocaat aan de balie. “Roel, was de mooiste man van het dorp. En ik de mooiste vrouw.” Haar bruine oogjes schitterden. Ze gaat weer zitten. “Toen we heel jong waren. Ik geloof dat hij achttien was en ik zestien. Ik weet het niet meer precies. Niet belangrijk. Toen hadden we een relatie. Een verhouding. Hoe noemen jullie dat tegenwoordig? Gehad.” Ik ben gefascineerd, Bert-Jan kan het kennelijk allemaal niet schelen. Die wil weten hoe het met de eventuele auto zit. Doe in ieder geval of je interessert, man. Ga wat rechter op zitten en kijk haar aan. “Hij heeft me ontmaagd. Wat ben ik blij dat je tegenwoordig zo over dit soort zaken kan spreken. In onze tijd was dat een onmogelijkheid. Maar hij moest met Johanna trouwen. Ik heb tot de dag van vandaag nooit helemaal begrepen waarom. Jullie moeder, excuseer me dat ik dit zeg, was maar een gewone huisvrouw. Ik geloof niet dat ze ooit iets heeft bijgedragen aan het succes van jullie vader. Dat had ik wel gekund. Ik zou hebben meegewerkt in de zaak.” Ik denk dat ze gelijk heeft. Ma's support is nooit verder gegaan dan te zorgen dat om half een de boterhammen gesmeerd op tafel stonden en om kwart voor zes de warme maaltijd. Bert-Jan hangt H 03-B v 1.1.4
nog steeds onderuit met een “kunnen we even door met die onzin?” uitdrukking op zijn gezicht. Ze rollatert naar de keuken om de fles wijn op te halen. Schenkt ons in. Het glas van Bert-Jan is nu tot de rand gevuld. “Ik zal open kaart met jullie spelen. Nu iedereen dood is maakt het toch niet meer uit. Kan er niemand meer over ons roddelen. “ Bert-Jan kijkt me met een niet begrijpende blik aan. “Roel en ik. Jullie vader en deze mooie vrouw.” Ze recht zich in de stoel en glimlacht trots. “Wij zijn nooit uit elkaar gegaan.” Bert-Jan wordt wakker. Het ontgaat haar niet. “Ja, hoe heet je ook al weer? Daar schrik je van. He?” “We hebben altijd een relatie gehouden. Stiekem. Ik ben altijd zijn vrouw geweest en gebleven.” Alle verrassingen waar we tot nu toe op zijn gestuit worden in een klap gedegradeerd tot sinterklaas surprises. Chocolade paaseieren. Bert-Jan mompelt iets. “Dirk.” Ze richt zich tot mij. “Kan jij je nog herinneren, dat je vader in de weekenden of vrijdagsavonds ging klussen erbij deed in de garage van je oom?” Dat beeld is vaag, maar de mist trekt op. “Beursbezoeken in Parijs, Berlijn of zo?” vraag ik haar. “Ja.” “De gecrashte vrachtwagen in Italië?” “Ja.” “Die vrachtwagen met de vastgelopen motor op de ferry naar London?” “Ja, het waren geen leugens. Maar niet de hele waarheid. Mijn man was makkelijker te bedotten. Die was altijd druk. Dacht dat ik met vriendinnen wegging. Dat was makkelijk. Met je moeder moesten we voorzichter omgaan.” Bert-Jan neemt z'n eerste slok van zijn wijn. Een iets te grote slok. Even vrees ik voor een volgend ziekenhuisbezoek. Zijn rood aangelopen gezicht en tranende ogen hervinden het normale postuur. “Toen mijn man overleed. Tweeëntwintig jaar geleden. Heeft Roel de loods in gebruik genomen voor zijn hobby auto's. Vraag me niet waarom, maar je moeder mocht daar ook niets van weten. Ik denk dat hij bang was, dat ze het zou afkeuren. Er ging nogal wat geld in om. En zij was. Ons bent zunig, he?” “Dus er is een auto? Auto's?” Bert-Jan veert opeens op. H 03-B v 1.1.4
“Ja, er is er nog eentje. Wit met oranje en zwart. Maar sinds zijn benen geamputeerd zijn, kon hij niet meer rijden. Hij …” Ze barst in huilen uit. “Godverdomme Roel, ik mis je zo. Waarom kon je niet wachten met dood gaan totdat ik de pijp uitging?” Ik breng haar een glas water. Sla een arm om haar heen. Die ruw wordt weggeslagen. Met haar hoofd op haar armen ligt ze op tafel te snikken. Bert-Jan probeert wat te zeggen. Ze maakt een “wacht even” gebaar met haar rechterarm. Hervindt zich. Schuifelt naar de keuken en komt terug met een sleutel. “Dit is de sleutel van de loods. Maar er is een afgemuurd gedeelte waar je vader zijn auto's hield. Rechts achter de deur hangt een kastje. Daar zit de sleutel in van zijn garage en daar heb ik geen duplicaat van.” Bert-Jan en ik kijken elkaar aan. De sleutels. We overleggen even. We moeten de envelop gaan halen. We staan op. “Dirk, jij blijft hier, je broer kan dit alleen wel.” zegt ze resoluut. Net als Patrick en ik de leren riemen van de motorkap aantrekken, komt mijn goddelijke Gaia de schuur ingelopen. “Zo, ben je bijna klaar? Ziet er weer prachtig uit. Mooi werk.” Ze hurkt en inspecteert een wiel. “Lunch, Ik heb de lunch bijna klaar. Laat. Toegegeven.” “Gaan jullie maar lekker eten, ik leg haar zelf wel onder de hoes.” wuift Patrick ons glimlachend weg. Het ruikt heerlijk in het appartement. De oven staat aan. Een deksel op een pan wipt. “Een lunch zoals elke man die zich zou wensen. Zit.” Ik doe als bevolen. Ze gaat een paar meter verderop staan. En ze begint de lange jas los te knopen. Als die valt toept ze een uitbundig “Tada.” en spreidt de armen en neemt een pose aan. Zwarte Charles Jourdan pumps. Zwart short. Als ik wil opstaan gebiedt ze me om te blijven zitten. “Je mag kijken. Niet aanzitten. Ik maak het even af.” Elke stap tijdens het afgieten van de groenten is een een danspas. Haar naakte billen wiebelen als ze de salade schudt. Ik sta toch op en ga achter haar staan. Pak haar borsten. Als mijn klaarkomen niet ver meer is, gaat de kookwekker. Ze duwt me zacht maar resoluut weg. H 03-B v 1.1.4
Au. Ze dient op. “Mijn versie van beef Wellington. In bladerdeeg en zalm.” Grijnzend zitten we tegenover elkaar en eten onze lunch. Zij kan koken. Heel goed koken. “Je bent gek, Blue, hartstikke gek, en ik zou het niet anders willen.” We eindigen de lunch in de slaapkamer. De oorlogskleuren worden geschilderd. De blouse streng opgeknoopt. Pak aan. Grote zonnebril. “Ik moet nu naar de aannemer. Deze keer laat ik me niet naaien. Jij bent de enige die dat nog mag.” Ze kust me. Ik hoor de Mercedes met doorslaande wielen wegrijden. Mail checken. Dennis, de restauranthouder uit Maastricht. Het lijkt aardig te kloppen. Maar. Personeelskosten zijn onbegrijpelijk laag. Tenzij ze het Amerikaanse fooiensysteem hanteren of de klanten zelf de bestellingen laten afhalen. Dat laatste kan ik uit ervaring ontkennen. Kan ik nog een menu en wijnkaart met prijzen toesturen? Daar lijkt iets te wringen. Wil naar de verkoopprijzen kijken. En Lieuwe Beste oom Dirk, Ik heb voor mijn vader naar de documenten gekeken. En dan kan ik het volgende concluderen: – De cijfers lijken wat geflatteerd, met name aan de personeelskant. Mijn kennis schiet te kort waar het horeca aangaat. Ik heb dat doorgeschoven naar een collega met meer specialistische kennis. – Het contract heb ik doorgestuurd naar onze afdeling “Legal”. We hebben goede juristen met kennis van de Britse wetgeving. – De stap van de huidige cijfers naar de prognose lijkt nogal optimistisch. Het liefst zou ik een gefaseerde prognose voor de komende drie of vijf jaar zien. Hetzelfde gaat op voor de liquiditeit positie(s). – De reputatie van het opgevoerde accountantskantoor is niet onbesproken. Ze zijn enkele malen voor frauduleus handelen aangeklaagd, maar zijn nooit veroordeeld. – Aan de positieve kant: zelfs als de prognoses voor vijftig procent fictief zou blijken te zijn, dan heb je nog steeds een rendement waar geen bank aan kan H 03-B v 1.1.4
raken. En de beurs is op dit moment ook niet het meest gunstige speelveld. Ik hoop dat je een leuke reis hebt en neem een goede fles Malt voor me mee, dan zal ik je niet voor bewezen diensten factureren. Groeten, Je neef(je) Lieuwe
Ik bedank hem, stuur ook hem menu en wijnkaart met de prijzen en beloof hem de whisky. Wat een verschil met zijn broer, de muzikant. De genen van BJ en Mia in het kwadraat. De telefoon van Bert-Jan staat uit. Bert-Jan was sneller dan verwacht terug met de sleutels. Elke, zo heet ze, heeft herinneringen met me opgehaald over pa. Meer als zeventig jaar heeft hun verhouding geduurd. Zeventig jaar. Zeventig jaar! “Je moeder had hij voor de vastigheid, die hij nodig had. Vaste grond onder de voeten. Mij had hij voor 't plezier. Daarom vond ik het ook zo leuk toen jij met Meerte vree. Dan waren de families wat dichter bij elkaar gekomen. Had het voor je vader en mij een stuk makkelijker gemaakt.” Ik kan me nog vaag herinneren dat pa overmatig enthousiast was bij de komst van Meerte. Een sentiment dat hij bij andere vriendinnen niet altijd tentoon spreidde. Toen we de grote sleutel vergeleken met die van Elke, bleken ze identiek. Twee raadsels lijken in klap opgelost. “Ik loop niet mee. Van de dijk af lukt nog wel. Terug zullen jullie me moeten dragen.” gniffelt Elke. De sleutel paste. De kleine sleutel opende het kastje. Daarin twee pensleutels. Het gemetselde afgeschutte deel van de loods heeft twee grote openslaande deuren. Met vier sloten. Na wat proberen wisten we ze te openen. Het is donker. Langs de muren tastten totdat we lichtknopje vonden. De TL's knipperden aan. Een compleet ingerichte garage. Smetteloos. Witte vloer. Rode gereedschapskasten. Een auto onder een hoes. Uit de contour kan ik niet zo snel herkennen wat het zou kunnen zijn. Imposant is het niet. Een klassieker? Z'n oude Simca 1000 LX? We kijken elkaar aan. We kijken elkaar aan, halen diep adem en trekken de hoes eraf. “Een Daf, een godvergeten Daf. Een truttensleurder. Bretelauto. Met stickers en lampen. En dan H 03-B v 1.1.4
ook nog oranje.” Bert-Jan was zwaar teleurgesteld. “Met een Daf sta je met één been in je graf.” Ik zie iets heel anders. Totaal anders. “Bert-Jan, wat denk je dat je ziet?” “Zei ik: een Daf, een witte Daf, met een zwarte motorkap, te veel lampen en zonder interieur. Een mislukte raceauto.” “Je wordt al warmer. Type?” Ik heb een aardig idee waar we naar staan te kijken en ik ga dit uitmelken. Pesten. “Uh, 55?” “Verder?” “Hoezo verder? Een Daf 55.” “Een 55 Marathon. En waarom heette die Marathon?” “Hou op. Jij weet kennelijk iets, dat ik niet weet en jij wordt hier kennelijk vrolijker van. Goed, het ding zal voor een liefhebber zo'n wel zo'n vijfduizend euro waard zijn. Ik had op wat spectaculairders gehoopt.” We gaan op de werkbank zitten. “In 1968 was er een rally. De London-Sydney Marathon. Daf nam deel met twee auto's. Een met Gijs van Lennep. De ander met de broertjes Vermeer.” Ik wijs naar de auto. Vermeer-Vermeer staat erop met bloedgroepen. In het slechtste geval zitten we naar een goed gebouwde replica te kijken. In het beste geval naar het verloren gewaande exemplaar.” “Hoe weet jij dit allemaal toch? Sorry hoor, je specialiseert je wel in totaal nutteloze kennis.” “In '68 had pa nog niet voor z'n eigen bedrijf. Hij werkte bij een garage waar ze Dafjes, Volvo's en Opels deden. Z'n bazen reden rally. In Dafjes. Dat vond ik toen fascinerend. En toen die LondonSydney rally begon, hield ik een plakboek bij. Verzamelde alles. Krantenartikelen. Lijsten met standen. Stickers. En deed een spreekbeurt op school. Daarom weet ik al die onbelangrijke details. Als ik me goed herinner is deze auto. De Vermeer-auto gecrashed en niet gefinisht. Roger Clark won trouwens. In een Lotus Cortina.” “Jezus wat ben jij vermoeiend. Soms snap ik ook wel dat Mia gek van je wordt. En nu?” “ik ga dit uitzoeken. Serienummers checken. Er zal vast wel een Daf club zijn. Kijken waar we mee te maken hebben. Daarna zien we wel verder.” “Dus dit ding kan wat waard zijn?” “Geen idee. Misschien wel. Misschien ook niet. Wat de gek er voor geeft. Maar vooral; is dit echt? Maar? Gaan we nu zoeken naar papieren en de zaak inventariseren? Of doen we dat later?” We besluiten om daar een andere afspraak voor te maken. De ravage met het huis heeft meer van onze aandacht nodig. H 03-B v 1.1.4
“Elke. Weet jij iets van die auto van pa? Heeft hij daar ooit iets over gezegd? Over verteld?” Niet veel Dirk. Eigenlijk helemaal niets. Over zijn auto's hadden we het bijna nooit.” “Auto's?” “Oh, hij had er altijd wel vier of vijf. Oude wrakken die hij opknapte. Toen zijn benen geamputeerd werden heeft hij alles verkocht. Behalve deze. Dit was te uniek, zei hij. Moest voor de mensheid bewaard worden. Ik weet daar verder niet veel van.” Ik zit buiten een biertje te drinken. Ik hoor de Merc aankomen. Loop haar tegemoet. Ze is blij. Steekt een duim op. We zoenen. Intens. De blouse is wat minder geknoopt. “Vertel. Ging het goed? Wijntje? Biertje? Whisky?” “Nee ik wil een calvados. Bel de bar.” Ze heeft het bedrag van de aannemer fors omlaag weten te praten. “En jij?” “Wil je zakelijk of plezier?' “Doe eerst maar plezier.” “Ik hou van je, ik ben verliefd op je en ik wordt heel gelukkig van je.” Ze kust me. Neemt mijn hoofd in haar handen. “Ik ook. En zakelijk?” Ik vertel haar de kleine bezwaren van mijn adviseurs, minus de reputatie van het accountantskantoor, het positieve nieuws op het rendement. “Gaat er nu niets makkelijk?” Voordat ik kan antwoorden belt ze. “Martin, Ik wil een gefaseerde projectie van de cijfers over de komende vijf jaar en de liquiditeits prognoses daarvan. En kijk de personeelskosten na. Nee, niet morgen einde dag. Als ik morgenochtend wakker wordt, dan ligt dat in mijn mailbox. Nee. Een privé-leven doe je maar eigen tijd.” “Wordt ik als aandeelhouder net zo behandelt als je personeel?” “Oh nee, veel erger. Je wordt vastgebonden. Geslagen met zwepen.” De ober komt met twee glazen, een fles Calvados en twee koppen espresso. “Complimenten van meneer Atcherley.” “Patrick.” verklaart ze. “Goed idee, bedank hem.” Ze draait naar mij. H 03-B v 1.1.4
“Dus als ik het goed begrijp komt jouw beslissing om te investeren aan het einde van de week?” “Daar lijkt het op.” “Ik zie een deadline op me af komen. Ik kan niet eeuwig zaken oprekken. Zou jij eventueel? Als je advies goed is. Bereid zijn om je aanbod te verhogen naar 250K?” De woorden van Lieuwe indachtig en met het fortuin achter me lijkt me dat geen probleem. “Zelfde condities?” “Dat. Of een een ton als lening erbovenop tegen een vast percentage.” Ik loop wel een beetje de zakenman uit te hangen. Ik loop natuurlijk gewoon mijn pik achterna. Een miljoen? Is goed, baby. De houding die me al te vaak in de problemen geholpen heeft. Ze weet de Beef Wellington op te bakken zonder dat het aan smaak inboet. We eten in bed. “Vind je me echt de mooiste vrouw ter wereld? Ik krijg rimpels. Kraaienpootjes. Mijn borsten zakken. Mijn buik wordt dikker. Ik heb armen als een bootwerker. Van het tillen van de vaten bier en de dozen wijn. Mijn billen zullen ook wel niet zo zijn als ze ooit geweest zijn. Maar ik kan ze niet zien.” De powervrouw is onzeker? “Je bent heel erg mooi. Mijn god. Wat ben je mooi.” Ik kus haar en verstom de conversatie met harde stoten. Net als ik houdt ze niet van dichte gordijnen. Maar als ik om kwart over zeven de kamer binnenloop zit ze al paraat achter de laptop. “Ik heb nieuwe cijfers voor je. Ik heb ze gemailed.” Ik kus haar in de nek. Pak haar borsten. “Nu even niet schat. Maak me een yoghurt met fruit. Ik moet zo weg. En een espresso. Dubbel.” Ik hou van de Norwegian Blue. Jocelyn die me als personeel behandelt? Het is een andere vrouw. Die ik bewonder. Waar ik ook van hou. Maar op momenten zoals deze? Gedwee zet ik de koffie en maak het ontbijt. “Tot vanavond Dee. Ik heb een drukke dag. We zoenen. Ik probeer Bert-Jan nog eens te bellen. Verdomd hij neemt op. “Je bent niet echt makkelijk te bereiken, broer.” “Ja, godverdomme, hou op.” Hij klinkt niet echt als mijn beschaafde boekhouders broer. “Vertel.” H 03-B v 1.1.4
“Mia wil scheiden.” “En dat alleen vanwege die Jag?” “Nee, alles wordt er nu bij gehaald. Al lang een slecht huwelijk. De Jag. Overspel.” “Overspel? Jij? De braafste man ter wereld. Ga weg.” “Nou ja. God. Laat ik het je maar vertellen. Wiet en ik hebben een dingetje. En daar is Mia achter gekomen.” “Pfff. Tering hé. Jezus. Dus je neukt mevrouw van der Speck. Koopt de allerduurste Jaguar die maar te vinden is. En ergens haal je een stomme stunt uit zodat het tering-wijf van je er met de helft van je geld vandoor kan gaan.” “En alimentatie.” “Ook dat nog. Ik kan hier vandaan echt niets voor je doen. Als ik thuis was geweest trouwens ook niet.” “Weet ik, weet ik. Jij bent de enige waar ik het even bij kwijt kan. De kinderen durf ik het nog niet te vertellen. Ik moet even m'n ei kwijt.” “Maar Wieteke is getrouwd. Dus daar ligt ook nog een probleempje?” “Die was al bezig met haar scheiding. En je kent haar. Die heeft dat meer onder controle. Ik ben degene die echt in de puree zit.” “Maar je hebt en goede advocaat?” “Ja. Ik heb overmorgen weer een afspraak met haar. Ze schijnt wel heel goed te zijn.” “Wel afblijven, he.” “Nou het is een soort lesbische bulldog. Je wordt al bang van haar als je naar haar kijkt.” “En het mogelijke geld gaat in depot?” “Ja, maar bij een andere notaris. Wiet is er tussen uitgestapt. Zoals je zult begrijpen.” “Snap ik. Maar thuis? Ben je nog in je huis? 't Zal niet echt gezellig zijn.” “Nee, uiteraard niet. Dus ik zit de meeste tijd in een hotel. Op Schiphol. En een enkele keer. Een nachtje bij Wiet. Als haar man bij zijn vriendin is.” “Maar dit wordt dus een heel vervelende rechtszaak? Met alle stress en ellende die erbij hoort?” “Zo ver zijn we nog niet. Er schijnt eerst geprobeerd te worden iets met mediation te doen. Ik zie daar weinig heil in. Maar dat schijnt er tegenwoordig bij te horen.” “Vast wel. Geen idee. Ik ben maar één keer in mijn leven gescheiden en was inmiddels ook alweer vijftien jaar geleden.” “Oh ja, met die Amerikaanse toch?” “Precies. Die.” “Maar hoe zit dat met jou? Jij gaat de horeca in? Met een vrouw?” H 03-B v 1.1.4
Ik leg hem uit hoe het zit. Met hoeden en randen. Het dubbele gevoel wat ik heb bij en mogelijke verhuizing naar Schotland. Mijn twijfels over het welslagen van deze relatie. Haar kwaliteiten als chauffeur. “Als je maar niet in gemeenschap van goederen trouwt.” “Zal ik zeker niet doen. BJ. Zeker niet.” Ik mail de nieuwe cijfers van Jocelyn door naar Lieuwe en Dennis. Draai een was in het hotel. Maak het interieur van de camper schoon. Doe de afwas. Huisman van de werkende vrouw.
H 03-B v 1.1.4