bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 75
Over Bart Moeyaert
‘Als je het begin van alles wil zien moet je erg veel weglaten’ door Mirjam Noorduijn
75 Nienke van Hichtum-prijs
Een goed geschreven verhaal is een onhoorbaar gesprek dat schrijver en lezer als volwaardige partners voeren. Een goed verhaal is een wisselwerking tussen schrijver en lezer. Zonder lezer is er geen verhaal, hoe beeldend of roerend de woorden van de schrijver ook zijn. Het is de lezer die in zijn hoofd betekenis aan de woorden geeft en zo het gesprek met de schrijver aanvangt. Let wel, een gesprek, geen monoloog. Een goede schrijver spreekt zijn lezer niet toe, maar verleidt hem met taal. Met woorden, zinnen en beelden nodigt hij de lezer uit het verhaal te maken. Slechts een enkele schrijver benut de kracht van de taal zodanig dat hij iedere lezer, kind, man of vrouw, met zijn pennenvrucht verleidt. Zij zijn de schrijvers van de verhalen die beroeren en beklijven. En Bart Moeyaert is een van hen. Met een minimum aan woorden schrijft hij romans, novellen, korte verhalen, dichtbundels en poëtische vertellingen, die qua sfeer, emotie en beeld zo indringend en werkelijk zijn, dat ze de lezer pakken en niet meer loslaten. Moeyaert kleedt de taal uit. Hij ontdoet haar van alle overbodige franje en schrapt tot er heldere, korte poëtische zinnen overblijven. Taal is voor Moeyaert niet een middel om te verklaren, verbanden te leggen of gedachten uit te drukken. Als geen ander schrijft hij zinnen die slechts sprekende, meeslepende beelden vormen, waardoor de taal bovenal een krachtige suggestieve werking heeft en de lezer alle ruimte krijgt een eigen betekenis aan de beelden te geven. Die ruimte is Moeyaerts vertrekpunt. ‘Dat wat de lezer en de schrijver zien, zal nooit samenvallen’, vertelt hij in een interview met Jurgen Peeters in De Leeswelp. Het is een gedachte die Moeyaert is ingegeven door de Italiaanse schrijver Luigi Pirandello die in Zes personages op zoek naar
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 76
Over Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
76
een auteur (1921) schrijft: ‘Wij hebben allemaal een wereld in ons, ieder zijn eigen wereld. En hoe kunnen wij elkaar begrijpen, dames en heren, als ik in de woorden die ik uitspreek het begrip en de waarde leg van de wereld die in mij is, terwijl degene die luistert er onvermijdelijk het begrip en de waarde inlegt van de wereld die hij in zich heeft? Wij denken dat wij elkaar begrijpen, wij begrijpen elkaar nooit.’ Een onvermijdelijk gevolg van Pirandello’s visie is dat de mens alleen is en zijn naasten vreemden zijn. Hierover vertelt Moeyaert op onnavolgbare wijze in Blote Handen (1995), waarin een paar uur uit het leven van de jongen Ward wordt beschreven: de laatste winterse koude uren van het jaar, waarin Ward verlangt naar moederliefde, intens treurt om zijn overleden hondje Elmer en hij angst- en haatgevoelens koestert tegen de vreesaanjagende Betjeman (een ‘boom van een man’ met een plastic hand). Pas gaandeweg Blote Handen wordt duidelijk waardoor Ward op de drempel van het nieuwe jaar geestelijk zo gekweld wordt. Want het geven van een inleiding die inzicht in de personages verschaft vindt Moeyaert onnodig. In de realiteit is het niet anders. ‘Je komt situaties tegen waarin je allerlei informatie mist, maar je voelt dat er iets is of gaat gebeuren’, vertelt hij Bregje Boonstra in De Groene Amsterdammer: ‘Zo pak ik in mijn boeken een blok uit de werkelijkheid en confronteer de lezer daar pardoes mee’. Inderdaad val je plompverloren in Wards leven, alsof je met een camera hebt ingezoomd op een beeld dat je fascineert en niet meer loslaat. Plots zijn daar twee angstige jongetjes vluchtend voor een boze man, die zichtbaar een dode eend onder zijn jas heeft. Een zenuwachtig hondje draaft in wijde cirkels om de jongens heen en dampt uit zijn bek vanwege de kou. Moeyaerts beeldende begin verleidt de lezer moeiteloos om de opeenvolgende met woorden geschilderde beelden op te zuigen. Het verhaal krijgt daardoor vorm en betekenis.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 77
Over Bart Moeyaert
77 Nienke van Hichtum-prijs
Het beeld, bijvoorbeeld, van Wards herinnering aan kerstavond laat zien dat Betjeman wellicht de aanstaande van zijn moeder is, verklaart waarom Ward Betjeman vreest en haat en geeft aan Wards ‘u bent mijn vader niet’ uit het eerste hoofdstuk ineens een andere emotionele lading: ‘In mijn hoofd werd licht gemaakt. Eerst voorin, boven de plek waar Betjeman vijf dagen geleden zat. Bij ons aan tafel met mijn moeder en mijn zusje Lorna op kerstavond. Hij glansde in zijn oude witte hemd. De scheiding in zijn haar was met een liniaal getrokken, en hij straalde als hij naar mijn moeder keek. Hij dacht dat ze van hem was, maar ze was van ons.’ Het beeld van Elmer op een krant onder aan de trap bij Bernie thuis, door Betjeman daar eigenhandig gebracht, vertelt dat Elmer wellicht door Betjemans toedoen dood is. En het eenvoudige beeld van ‘een blote kip in een braadslee op tafel’ en een pan op het vuur bij Bernies moeder, maakt Wards verlangen naar thuis en zijn moeder die hij wil vragen wat ze voor oudejaarsavond heeft klaargemaakt intens voelbaar. De vraag is natuurlijk hoe het Ward en Betjeman verder vergaat. Zal Ward Betjeman in zijn leven toelaten? Moeyaert geeft hierop geen eenduidig antwoord, maar suggereert slechts en geeft ons een schrijnend slotakkoord dat bestaat uit een beeld waaruit spreekt dat de werelden van Ward en Betjeman onbereikbaar voor elkaar zijn en onvermijdelijk om hun eigen as blijven draaien. Als de voetzoekers fluiten, cafémuziek de lucht vult en de klok bijna twaalf uur slaat, staan op een weitje Ward, met onder zijn jas de dode Elmer, en Betjeman tegenover elkaar. Ward vreest slaag, maar die blijft uit. Op Betjemans ‘gezicht stond niets te lezen. Geen woord, geen scheldwoord zelfs. Zijn longen waren te klein. Hij hijgde zachtjes, moest de lucht uit de verste hoeken halen. Het scheelde niet veel of hij had de bochel van een oude man. Hij had me niets te vertellen, misschien kon hij niet met een kind praten. “Hij is alleen”, zei Bernies moeder in mijn hoofd.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 78
Over Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
78
Ik ook, dacht ik.’ Het enige wat Betjeman uit kan brengen is ‘in ’s hemelsnaam’. Het enige wat Ward tot Betjeman zegt is, ‘u bent mijn váder niet’, waarna hij Betjeman als een verslagen man met hangende armen en vochtige glanzende ogen achterlaat en wegloopt met Elmer die hij zachtjes toespreekt dat hij veilig bij hem is. Ondanks dat het verhaal vanuit Wards perspectief wordt verteld, is Betjemans eenzaamheid niet minder voelbaar dan die van Ward. Dat is de kracht van Blote Handen. De werelden van kinderen, mannen en vrouwen die onbegrepen door elkaar heenlopen, de daaruit voortkomende beklemmende sfeer, de eenheid van plaats en tijd (een avond, middag of ochtend) en het vertellen aan de hand van filmische beelden zijn de thema’s en stijlmiddelen die Moeyaert, sinds Suzanne Dantine (1989), in 1997 herschreven tot Wespennest, regelmatig laat terugkomen. Terwijl Duet met valse noten (1983), Moeyaerts debuut, en Terug naar af (1986) nog herkenbare jongerenboeken zijn, vermoedelijk met pubers als lezers in gedachten geschreven, is Suzanne Dantine, het boek dat Moeyaert zelf onder invloed van de Britse auteur Aidan Chambers als ‘een resolute ommekeer’ typeert, bedoeld voor iedere lezer, kind, man of vrouw, die zich laat verleiden door het beeld van waaruit Moeyaert het boek schreef en die, zoals hij zegt, zijn ‘woorden weer levend maakt’. Suzanne Dantine/Wespennest, Kus me (1991) en Het is de liefde die we niet begrijpen (1999), drie met elkaar verbonden korte verhalen, zijn, zoals Blote Handen, als een korte film waarin weinig dialoog, maar veel beeld, gebaar en suggestie zit, waardoor de lezer zich geroepen voelt kortstondig en volwaardig mee te spelen. Deze boeken spelen zich af in een paar uur tijd, tegen een zomers decor. In Wespennest ‘kwetteren de mussen’ en ‘zoemt de hitte’ en wordt de zomerse stilte op het plein verstoord door het gebrom van een naderende scooter. In Het
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 79
Over Bart Moeyaert
79 Nienke van Hichtum-prijs
is de liefde die we niet begrijpen neem je plaats in een volgeladen gezinsauto op een stille landweg. ‘De weg loopt tussen velden. Het koren is geel, en de lucht er boven beweegt.’ En in Kus me klim je met Lena, die bijna niet tegen de zon kon inkijken, tegen een helling op, terwijl ‘de hitte uit de lucht sprong’ en niets anders dan kraaiengekras hoorbaar is. De voelbare verstikkende zomerhitte in deze boeken, zoals de voelbare kille winterkoude in Blote Handen, beïnvloedt de sfeer in hoge mate en versterkt het beeld van eenzaamheid, waarmee Moeyaert pijnlijk aantoont hoe ieder mens slechts ‘een prooi’ van het moment is – een rode draad in Moeyaerts werk. Moeyaerts meesterlijk, luchtig geschreven autobiografische Broere (2001) is weliswaar minder beklemmend, maar gaat evenzeer over hoe omstandigheden en tijd de wisselvalligheden van het dagelijkse bestaan bepalen. De poëtische, originele ondertitel ‘de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik’, die treffend duidelijk maakt dat het om Moeyaerts beleving en zijn wereld gaat, is al veelzeggend. ‘Ik’, Moeyaert, is de jongste, een onomkeerbaar gegeven dat allesbepalend is voor zijn doen en laten en hem veelvuldig het gevoel geeft er niet helemaal bij te horen. In ‘De enige weg’ bijvoorbeeld, waarin Moeyaert en de zes naamloze broers een ‘Optimist’ hebben gekocht, vertelt hij subtiel en met humor hoe dat gevoel veroorzaakt wordt. Wanneer Moeyaert zijn broers vertelt dat een Optimist eigenlijk een erg klein bootje is, lachen ze hem smalend uit. ‘Tss, deden ze allemaal tegelijk, om mij het gevoel te geven dat ik nog veel moest leren, heel veel zelfs, eigenlijk nog alles.’ En ondanks dat Moeyaerts gelijk zich openbaart als de Optimist met de zes opvarende broers (Moeyaert viel als laatste broer vanzelfsprekend net buiten de boot) langzaam zinkt, ‘de enige weg die er was ging naar beneden’, blijft het gevoel van groot willen zijn en mee willen doen terugkomen in bijna alle impressionistische schetsen in Broere.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 80
Over Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
80
Het herkenbare verlangen van de jongste die ‘erbij’ wil horen en voor ‘vol’ wil worden aangezien is het fundament waarop Dani Bennoni is gebouwd. De beknopte novelle die nog geen dag uit het leven van de tienjarige Bing Kessels beschrijft in de zomer van 1939, is echter niet alleen verwant aan Broere. Het verhaal dat filmisch opent en zonder aankondiging zomaar inzet, de personages die weinig woorden spreken maar door middel van een enkel gebaar of een kleine beweging toch spreken en veel suggereren, de taal waarmee Moeyaert zijn personages hun gedachten laat verbergen, het voortdurende misverstand en onbegrip tussen mannen, vrouwen en kinderen en de onontkoombaarheid van de tijd, maken Dani Bennoni verwant aan bijna al Moeyaerts romans, maar nog het meest aan Blote Handen. Het is net zo nadrukkelijk, net zo meedogenloos, net zo eenzaam, net zo blijvend, net zo werkelijk, net zo grenzeloos. In de openingsscène van Dani Bennoni zien we Bing gehuld in het ruimvallende voetbaltenue van zijn oudere broer. ‘Ik heb Moon zijn schoenen aan. In de neuzen zitten proppen papier. Het elastiek om mijn kousen spant. Het knelt mijn onderbenen af. […] Ik heb een knoop in de broeksband moeten leggen tegen het afzakken. Ik weet dat er veel stof boven mijn knieën bij elkaar komt, want natuurlijk is ook de trui van Moon mij veel te groot, maar ik ga niet knippen. Dat doe ik niet. We houden alles zoals het is’. Het verlangen om groot te zijn en erbij te horen kan bijna niet beeldender. Dat Bing alles wil houden zoals het is, heeft twee redenen. Ten eerste wil hij, zoals zijn gemobiliseerde broer Moon en voetbalheld Dani Bennoni, een echte voetballer zijn, en daarbij hoort een compleet volwaardig voetbaltenue. Ten tweede mist Bing zijn broer zodanig dat hij met het niet verknippen van de voetbalkleding zichzelf verzekert van Moons terugkomst. ‘We houden alles zoals het is’. Het hevige gemis van Moon en Bings eenzaamheid, ontroerend gevisualiseerd met een beeld van Bing die lig-
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 81
Over Bart Moeyaert
81 Nienke van Hichtum-prijs
gend in de kuil van Moons matras in gedachten met Moon spreekt (‘ik hoor Moon met zijn eigen stem in mijn oor fluisteren dat het goed met hem gaat’) én Bings sterke verlangen zich door de voetbalkunst te bewijzen (‘als mijn broer terugkomt, zal hij trots op mij zijn. Wat jij niet allemaal kan, zal hij zeggen’) bepalen Bings hele doen en laten. Bing heeft Dani Bennoni uitgekozen als voetbalmeester. Bing wil Dani zelfs dwingen hem de voetbalkunst bij te brengen, omdat Dani Bing geld schuldig is voor een seksueel geladen geheim dat gaandeweg het verhaal wordt onthuld. Hiermee chanteert Bing Dani: in plaats van geld, voetballes. Dani echter laat zich niet onder druk zetten, kleineert Bing en weigert hem voetballes te geven, omdat Bing, die goed kan dansen, zingen en knutselen, volgens Dani bij ‘de andere jongens’ en niet bij de voetballers hoort. Maar Bing geeft niet op en plan twee, dat Bing heeft bekokstoofd met zijn manke vriendje Lenny, gaat in werking. Een ingewikkeld manipulatief spel volgt, waarin Martha, die Dani adoreert, door de jongens als troef wordt ingezet. Het spel wordt gespeeld volgens de spelregel: ‘We hebben afgesproken dat we niet gaan liegen. We gaan alleen op tijd zwijgen’. Bing en Lenny zetten de waarheid naar hun hand en regisseren aldus het naderende drama dat eindigt in een fysiek treffen tussen Dani en Bing. Maar het echte, onderliggende drama is de oorlogsdreiging, het lot waaraan niemand kan ontkomen. Een dreiging die tussen de regels voortdurend voelbaar is en ligt opgesloten in kleine gebaren en minutieuze beelden. Martha bijvoorbeeld, die Bing geschrokken vraagt of Dani ‘nieuws’ gekregen heeft. Bing die, nadat hij als eerste en voorlopig enige van de postbode heeft vernomen dat Dani een oproep verwacht, een zelfportret voor hem maakt met naast het portret de tekst ‘Lang zal je leven’, om Dani succes te wensen. Bings zieke moeder die, ondanks dat ze maar twee keer genoemd wordt, toch zo pijnlijk aanwezig is: ‘Ze woont in bed, maar ze slaapt nooit. Drie maanden
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 82
Over Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
82
geleden is ze voor het laatst wakker geworden, denk ik (Bing). Dat was de ochtend dat Moon vertrok.’ Het tijdsgebonden liedje ‘Je suis Swing’, een hit van Johnny Hess uit 1939, dat Bing ten gehore brengt als hij zogenaamd de groeten van Dani aan Martha overbrengt. En de brief waarin staat dat Dani ‘een nummer wordt en een uniform krijgt’. De brief, die het begin van het einde aankondigt van het leven zonder oorlog én van Moeyaerts verhaal waarin het einde met het begin in tijd samenvalt, zodat duidelijk wordt waarom Bing eerder afwist van Dani’s mobilisatie dan Dani zelf. ‘Vanochtend, voor het huis van Dani Bennoni, zie ik de postbode een envelop in de lucht steken, en hij zegt wat erin staat. “Hoe weet u dat?”, vraag ik nog. “In brieven als deze kan niets anders staan,” zegt hij, en hij legt de post op de vaste plek, bovenop de ligusterheg. De postbode vervolgt zijn weg, de lucht in mijn keel staat stil. Ik heb net de zwarte kat gezien. Het ongeluk hangt nog in mijn hoofd. Het duurt een tel vóór ik beslis. Dan geef ik de bovenste brief de tik die hij nodig heeft om naast de heg te vallen’. Als in een gedicht schetst Moeyaert een waarachtig beeld van eenzame volwassenen en kinderen, die in een dreigende wereld het noodlot proberen af te wenden. Of Bing zijn voetbaldroom realiseert mag de lezer zelf uitmaken. Wanneer Bing in het slotakkoord in de kleedkamer van de voetbalclub, waar hij net de doucheruimte uitkomt, zijn getekende zelfportret aan Dani toont, zie je een stervoetballer die een moment verslagen naar de tekening kijkt, de tekening tot prop verfrommelt, deze terugduwt in de neus van Moons schoen, naar Moons bal en kleren knikt en dan de laatste woorden van het boek spreekt: ‘Kom’, zegt hij [Dani], ‘kleed je aan.’ Moeyaert werkt als een schilder die op een grotendeels wit doek met enkele lijnen, een paar klodders en uitgebalanceerde kleuren een blijvend, indringend beeld creëert waarmee iedere kijker, kind, man of vrouw, zijn eigen wer-
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 83
Over Bart Moeyaert
83 Nienke van Hichtum-prijs
kelijkheid creëert. Het is een grenzeloze werkelijkheid die verandert al naar gelang de hoek van waaruit het schilderij bekeken wordt. Dichter kun je de werkelijkheid niet naderen. Vanuit het beeld ontstaat de taal en vanuit de taal ontstaat het beeld waarmee de onzichtbare lezer zijn verhaal maakt. Zelfs in De Schepping, Moeyaerts poëtische hervertelling van het Bijbelse verhaal, visualiseert hij ‘het niets’ en volgt zijn scheppingsverhaal vanuit dat beeld. ‘Als je het begin van alles wil zien moet je erg veel weglaten’. En dat is Moeyaerts kracht en schrijfgeheim. Hij laat heel veel weg, zodat je ‘het begin’, het beeld, de werkelijkheid, steeds duidelijker ziet. Een grenzeloze, voortdurend veranderende, onontkoombare werkelijkheid waarin woord en beeld, proza en poëzie, kind en volwassene samengaan.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 84
Over Bart Moeyaert
Biografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
84
Bart Moeyaert werd op 9 juni 1964 in Brugge geboren. Na de Kunsthumaniora in Gent studeerde hij aan de lerarenopleiding in Brussel talen en geschiedenis. Na zijn afstuderen verhuisde Moeyaert naar Antwerpen, waar hij als journalist voor verschillende tijdschriften ging werken. In 1983 debuteerde hij met Duet met valse noten, dat een jaar later de Prijs van de Vlaamse Kinder- en jeugdjury’s kreeg. Sindsdien verschijnt er een gestage stroom boeken, vertalingen en artikelen van zijn hand. Voor Blote handen (1996) ontving Moeyaert in 1998 de Vlaamse Cultuurprijs voor Jeugdliteratuur; de Duitse vertaling van dat boek werd in hetzelfde jaar bekroond met de Deutscher Jugendliteraturpreis. In 2001 werd aan Moeyaert de Woutertje Pieterseprijs toegekend voor Broere en kreeg hij de Gouden Uil voor jeugdliteratuur voor Luna van de Boom. In de loop der jaren ontving hij voor zijn boeken vijf Boekenwelpen, vier Boekenleeuwen en drie Zilveren Griffels. Zijn meest recente boeken zijn De schepping (2003), Drie zusters (2004) en Dani Bennoni (2004); voor het laatste kreeg hij een Boekenwelp 2005. Bart Moeyaert ontving in 2005 de Nienke van Hichtumprijs voor zijn novelle Dani Bennoni.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 85
Bibliografie Bart Moeyaert
Bibliografie Bart Moeyaert
85 Nienke van Hichtum-prijs
Afzonderlijke publicaties Duet met valse noten. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1983, 136 blz. – Elfde druk. 1997, 151 blz. – Veertiende druk. 2004, 171 blz. Terug naar af. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1986, 96 blz. De wereld volgens Aidan Chambers. Antwerpen, St.-Thomas Instituut, 1987, 147 blz. Het boek van Niete. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1988, 60 blz. [Ill. Joke van Eyck]. Een klap is geen kus. Tilburg, Zwijsen, 1989, 41 blz. [Ill. Ruud Bruijn]. – Tweede druk. 2000, 47 blz. [Ill. Annet Schaap]. Mijn tuin uit. Tilburg, Zwijsen, 1989, 24 blz. [Ill. Annemie Heymans]. Suzanne Dantine. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1989, 131 blz. Een kuil om in te wonen. Tilburg, Zwijsen, 1990, 27 blz. [Ill. Jan Jutte]. Een boot in de mist. Tilburg, Zijsen, 1990, 40 blz. [Ill. Alice Hoogstad]. – Tweede druk. 2001, 47 blz. [Ill. Juliette de Wit]. Kus me. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1991, 79 blz. – Tweede druk. Amsterdam, Querido, 2004, 69 blz. Voor altijd, altijd. Tilburg, Zwijsen, 1992, 59 blz. [Ill. Annemie Heymans]. De man in de maan. Tilburg, Zwijsen, 1992, 23 blz. [Ill. Annemie Heymans]. Echt weg is niet zo ver. Tilburg, Zwijsen, 1993, 58 blz. [Ill. Annemie Heymans]. Die steeg van ons. Tilburg, Zwijsen, 1995, 59 blz. [Ill. Annemie Heymans]. Afrika achter het hek. Amsterdam, Querido, 1995, 33 blz. [Ill. Anna Höglund].
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 86
Bibliografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
86
Blote handen. Amsterdam, Querido, 1995, 94 blz. [Ill. Peter van Poppel]. – Vierde druk. Amsterdam, Querido, 2004, 86 blz. Hij was de baas. Antwerpen, Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, 1996, 15 blz. [Ill. Gerda Dendooven]. Mansoor. Amsterdam, Querido, 1996, 45 blz. De brief die Rosie vond. Antwerpen, Standaard/ Houten, Van Holkema en Warendorf, 1997, 31 blz. [Ill. André Sollie]. Wespennest. Derde, geheel herziene druk van Suzanne Dantine. Amsterdam, Querido, 1997, 128 blz. – Groningen, Wolters-Noordhoff/ Deurne, Wolters Plantyn, 1999, 111 blz. (De jonge lijsters 1999, nr. 4). Eerst zien. Antwerpen, Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, 1997, 15 blz. [Ill. Joke van Eyck]. Grote oma’s. Amsterdam, Querido, 1999, 38 blz. [Ill. Kitty Crowther]. Het is de liefde die we niet begrijpen. Amsterdam, Querido, 1999, 95 blz. Luna van de boom. Brussel, Pantalone, 2000, 32 blz. [Ill. Gerda Dendooven, muz. Filip Bral]. Broere. De oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ik. Amsterdam, Querido, 2000, 127 blz. [Ill. Gerde Dendooven]. – Vijfde, vermeerderde druk. 2002, 167 blz. Rover, dronkeman: toneel. Amsterdam, Querido, 2000, 31 blz. Eerst zien & Mansoor, of hoe we Stina bijna doodkregen. Amsterdam, Querido, 2001, 86 blz. [Ill. Annet Schaap]. [Bevat: Eerst zien (1997) en Mansoor (1996)]. Het beest heet Mona. Tilburg, Zwijsen, 2001, 21 blz. Ongelikt. Gebaseerd op King Lear van William Shakespeare. Amsterdam, Querido, 2001, 60 blz. Thuis: een plaats met vele gezichten/ Feeling at home. St. Niklaas, Rasa, 2002, 41 blz. Voor altijd echt van ons. [s.l.], De Morgen, 2002, 177 blz. [Ill. Annemie Heymans]. (Bevat: Voor altijd, altijd, Echt weg is niet zo ver en Die steeg van ons).
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 87
Bibliografie Bart Moeyaert
Verzamel de liefde. Amsterdam, Querido, 2003, 45 blz. De schepping. Amsterdam, Querido, 2003, 30 blz. [Ill. Wolf Erlbruch]. Dani Bennoni. Amsterdam, Querido, 2004, 84 blz. Drie zusters. Hasselt/Amsterdam, Afijn, 2004, 40 blz. [Ill. Koen Broos]. Vertaalde werken Küss mich. Eine Novelle. Aus dem Flämischen von Mirjam Pressler. Ravensburg, Maier, 1993, 94 blz. (Vertaling van Kus me). Wo ist Mia? Aus dem Niederländischen von Mirjam Pressler. Ravensburg, Maier, 1994, 59 blz. [Ill. Annemie Heymans]. (Vertaling van Voor altijd, altijd). Kyss meg. Novelle. Overs. [fra nederlandsk] av Tormod Haugen. Oslo, Aschehoug, 1994, 68 blz. (Vertaling van Kus me). Afrika bakom staketet. Övers [från nederländskan] Per Holmer. Stockholm, Bonnier Carlsen, 1995, 36 blz. [Ill. Anna Höglund]. (Vertaling van Afrika achter het hek). Blosse Hände. Aus dem Niederländischen von Mirjam Pressler. Hamburg, Carlsen, 1997, 95 blz. [Ill. von Rotraut Susanne Berner]. (Vertaling van Blote handen). A mani nude. Trad. dal neerlandese di Laura Pignatti. Milano, Bompiani, 1997, 127 blz. [Ill. Franca Trabacchi]. (Vertaling van Blote handen). Gole roke. Iz holandsˇcˇine prevedla Mateja Selisˇkar. Ljubljana, Mladinska Knjiga, 1997, 95 blz. [Ill. Ana Kosˇir]. (Vertaling van Blote handen). Leander, Liselot und die Liebe. Aus dem Flämischen von Mirjam Pressler. Wuppertal, Hammer, 1998, 164 blz. (Vertaling van Duet met valse noten). Med bare hendene. Overs. [fra nederlandsk] av Bodil Engen. Oslo, Aschehoug, 1998, 83 blz. (Vertaling van Blote handen). Bare hands. Transl. [from the Dutch] by David Colmer. Asheville, North Carolina, Front Street, 1998, 111 blz. (Vertaling van Blote handen).
Nienke van Hichtum-prijs
87
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 88
Bibliografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
88
Baciami. Trad. dal neerlandese di Laura Pignatti. Milano, Bompiani, 1998, 91 blz. (Vertaling van Kus me). – Milano, Fabbri Editori, 2000. Choshippazure no dyuetto. Vert. uit het Nederlands door Yumi Nishimura. Tokyo, Kumon, 1998, 259 blz. (Vertaling van Duet met valse noten). Afrika hinter dem Zaun. Aus dem Niederländischen von Mirjam Pressler. Hamburg, Carlsen, 1999, 32 blz. [Ill. Anna Höglund]. (Vertaling van Afrika achter het hek). A mains nues. Trad. du néerlandais par Anne-Marie de Both-Diez. Paris, Seuil, 1999, 107 blz. (Vertaling van Blote handen). Im Wespennest. Roman. Aus dem Niederländischen von Mirjam. Weinheim, Beltz & Gelberg, 2000, 147 blz. (Vertaling van Wespennest). Hornet’s nest. Transl. [from the Dutch] by David Colmer. Asheville, North Carolina, Front Street, 2000, 127 blz. (Vertaling van Wespennest). Bare næver. Overs. [fra hollandsk] af Geeske de Witte og Aino Roscher. København, Fremad, 2000, 89 blz. (Vertaling van Blote handen). Fíle¯sé me. Metáfrase¯ [apó ta ollandika] Alíke¯ Mpaláska. Athe¯na, Patáke¯, 2000, 77 blz. (Vertaling van Kus me). È l’amore che non comprendiamo. Romanzo in tre atti. Trad. dall’olandese di Giancarlo Errico. Milano, Salani, 2001, 93 blz. (Vertaling van Het is de liefde die we niet begrijpen). Det er kærligheden vi ikke forstår. Overs. [fra hollandsk] af Geeske de Witte og Aino Roscher. København, Fremad, 2001, 94 blz. (Vertaling van Het is de liefde die we niet begrijpen). Es ist die Liebe, die wir nicht begreifen. Roman. Aus dem Niederländischen von Mirjam Pressler. Weinheim, Beltz & Gelberg, 2001, 110 blz. (Vertaling van Het is de liefde die we niet begrijpen). Kärleken man inte förstår. Övers. [från nederländskan] av Annika Johansson. Stockholm, Rabén & Sjögren, 2001, 112 blz. (Vertaling van Het is de liefde die we niet begrijpen). Duet desafinat. Trad. [del neerlandès] de Ferran Bach. Barcelona, Columna, 2001, 206 blz. (Vertaling van Duet met valse noten).
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 89
Bibliografie Bart Moeyaert
It’s love we don’t understand. Transl. from the Dutch by Wanda Boeke. Asheville, North Carolina, Front Street, 2002, 127 blz. (Vertaling van Het is de liefde die we niet begrijpen). Am Anfang. Aus dem Niederländischen von Mirjam Pressler. Wuppertal, Hammer, 2003, 28 blz. [Ill. Wolf Erlbruch]. (Vertaling van De schepping). Vertalingen Christine Nöstlinger, De nieuwe Pinokkio. Oorspronkelijke titel: Der Neue Pinocchio. Averbode, Altiora/ Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1989, 216 blz. [Ill. Nikolaus Heidelbach]. Gudrun Mebs, De maan draait. Oorspronkelijke titel: Der Mond wird dick und wieder dünn. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1991, 119 blz. [Ill. Annemie Heymans]. Pili Mandelbaum, Het laatste woordje zacht. Bewerking en vertaling van: Histoires au bord du lit. Leuven, Davidsfonds/ Amsterdam, Infodok, 1992, 33 blz. [Ill. Gabrielle Vincent]. Jurij Breˇ zan, Kater Mikosch. Oorspronkelijke titel: Die Abenteuer des Kater Mikosch. Tilburg, Elzenga, 1993, 73 blz. [Ill. Kvˇeta Pacovská]. Catherine Paridans en Carl Norac. Dudde heeft een neus. [Oorspronkelijke titel onbekend]. Averbode, Altiora, 1994, 31 blz. [Ill. Rita van Bilsen]. Gabrielle Vincent, De zomer met Mevrouw. Bewerking en vertaling van: Cet été-là. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1994, 172 blz. Chris Donner, Brieven van mijn boertje. Oorspronkelijke titel: Les lettres de mon petit frère. Amsterdam, Querido, 1995, 62 blz. [Ill. Sylvia Weve]. Rotraut Susanne Berner, Het avontuur. Oorspronkelijke titel: Das Abenteuer. Gent, Ludion, 1996, 32 blz. Valérie Dayre, Ik ruik kindervlees. Oorspronkelijke titel: L’ogresse en pleurs. Amsterdam, Querido, 1996, 30 blz. [Ill. Wolf Erlbruch]. Gerda Wagener, Een beetje held. Oorspronkelijke titel: Vampirchen hat im dunkle Angst. Tielt, Lannoo, 1996, 28 blz. [Ill. Emilio Urberuaga].
Nienke van Hichtum-prijs
89
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 90
Bibliografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
90
Jürg Schubiger, Toen de wereld nog jong was. Selectie uit: Als die Welt noch jung war. Gent, Ludion, 1996, 90 blz. [Ill. Rotraut Susanne Berner]. Chris Donner, Kijk, zo word je rijk. Oorspronkelijke titel: Voilà comment j’ai fait fortune. Amsterdam, Querido, 1996, 76 blz. Frédéric Clément, De wissewaswinkel. Alices wondergoed voor feesten en verjaardagen. Bewerking en vertaling van: Magasin-zin-zin. Amsterdam, Querido, 1997, 59 blz. [Ill. Vincent Tessier]. Jürg Schubiger, Het meisje en het geluk en andere verhalen. Selectie uit: Als die Welt noch jung war. Gent, Ludion, 1996, 90 blz. [Ill. Rotraut Susanne Berner]. Carolyn Coman, Wat Jimmy die nacht zag. Oorspronkelijke titel: What Jamie saw. Amsterdam, Querido, 1998, 78 blz. Rotraut Susanne Berner, Haas en hond: vriendschap op acht poten. Bewerking en vertaling van: Hase Hase! Freundschaft auf acht Pfoten. Amsterdam, Querido, 1998, 75 blz. – Jeugdsalamander. 2001. Jürg Schubiger, Vader, moeder, ik en zij. Oorspronkelijke titel: Vater, Mutter, ich und sie. Amsterdam, Querido, 1999, 78 blz. [Ill. Rotraut Susanne Berner]. Marie Delafon, De goeie broek. Vrij naar een pygmeeënsprookje. Oorspronkelijke titel: Le pantalon de Gaston. Amsterdam, Querido, 1999, 36 blz. Kitty Crowther, Meneer Bas maakt heel wat mee. Oorspronkelijke titel: Trois histoires folles de Monsieur Pol. Amsterdam, Querido, 2000, 60 blz. Chiharu Sakazaki, Mijn hart is een pinguïn. Oorspronkelijke titel: Penguin gokoro. [Vertaling: Japan Foreign-Rights Centre/ Bewerking: Bart Moeyaert]. Brussel, Pantalone, 2002, 64 blz. Carl Norac, Het hart van Tom. Oorspronkelijke titel: Coeur de papier. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2004, 26 blz. [Ill. Carl Cneut].
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 91
Bibliografie Bart Moeyaert
91 Nienke van Hichtum-prijs
Verspreide publicaties in boeken en tijdschriften ‘De grote schuldige: kleine doorlichting van het werk van Aidan Chambers’. In: Documentatieblad Kinder- en Jeugdliteratuur (1990), nr. 15, blz. 17-23. ‘De nar, de koning’. In: Raster (1996), vol. 74, blz. 187-188. ‘Uit de lucht geplukt. Engelen en kinderboeken’. In: nrc Handelsblad, 14 februari 1996. ‘De regel van de warme buik’. In: nrc Handelsblad, 27 september 1996. ‘Krullen zonder betekenis’. In: nrc Handelsblad, 29 november 1996. ‘Geen antwoord. Het verschil tussen de literaturen’. In: Leesgoed (1997), vol. 24, afl. 6, blz. 235-237. ‘Dongemont’. In: Raster (1997), vol. 79, blz. 80-83. Bart Moeyaert et al. Zap! Amsterdam, Querido, 1998, 95 blz. ‘Sober. Over Judith Herzberg’. In: De gids (1998), vol. 160, afl. 8, blz. 593-594. ‘La voix, la voie’. In: Filter (1998), vol. 5, afl. 4, blz. 2-7. ‘Rode konen’. In: Bumper (1998), vol. 17, afl. 3, blz. 28-29. ‘Elmer’. In: Bumper (1998), vol. 17, afl. 3, blz. 30-33. ‘De regel van het televisiespel’. In: Muziek & woord (1998), nr. 282, blz. 6. ‘Een boek vertalen, is een boek herschrijven’. In: Leesidee Jeugdliteratuur (1999), nr. 5, blz. 229-238. ‘last post’. In: Dietsche Warande en Belfort (1999), nr. 6, blz. 749750. ‘Iets eenvoudigs. Feestrede voor Joke van Leeuwen’. In: Literatuur zonder leeftijd (2001), nr. 54, blz. 112-115. ‘Afscheid, altijd afscheid. Annie M.G. Schmidtlezing’. In: Literatuur zonder leeftijd (2001), nr. 55, blz. 262-273. ‘Astrids erfenis’. In: Leesidee (2002), nr. 3, blz. 90-91. ‘Voltooid. Bart Moeyaert over het vertalen van literatuur’. In: Leesidee jeugdliteratuur (2002), nr. 6, blz. 226-227. Bart Moeyaert en Gerda Dendooven. ‘Groeischeut’. In: Dietsche warande en Belfort. Tijdschrift voor letterkunde, kunst en geestesleven (2002), nr. 1, blz. 65-72.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 92
Bibliografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
92
‘Zeven min of meer toegankelijke en niet erg literaire verhalen over literaire kwaliteit en toegankelijkheid’. In: Berichten van Moeder de Gans (2003), afl. 4, blz. 2-4. ‘Hebben en houden’. In: Etcetera, Tijdschrift over theater/dans/opera (2003), afl. 88, blz. 6. ‘Statement, waarheid en poëzie’. In: Parmentier (2004), nr. 2, blz. 112. ‘Het openingsweekend van hca2005’. In: De Leeswelp. Door boeken gebeten (2005), afl. 4, blz. 142-143. ‘Vrijdags tong en andere verhalen over taal’. In: Literatuur zonder leeftijd (2005), afl. 67, blz. 97-107. (Ook in: Filter. Tijdschrift voor vertalen en vertaalwetenschap (2005), afl. 1, blz. 3-12). Publicaties over Bart Moeyaert Sara Stel-van Staalduinen. ‘Schrijver gevonden. Bart Moeyaert’. In: De schoolmediatheek (1995), nr. 3, blz. 13. Peter Jacobs. ‘De innerlijke spanning van de liefde. Bart Moeyaert en kollega’s-jeugdauteurs brengen “Veel liefs” naar het podium’. In: De Standaard, 6 maart 1996. Herman de Graef. ‘Jeugdboeken? Gewoon literatuur!’ In: Leesidee jeugdliteratuur (1996), nr. 4, blz. 128-130. Muriel Boll. ‘Tevredenheid is zoiets als geluk. Vlaming Bart Moeyaert winnaar van Nederlandse Zilveren Griffel’. In: De Stem, 9 oktober 1996. EB. ‘Bart Moeyaert genomineerd voor internationale prijs’. In: De Morgen, 19 augustus 1997. Jan van Coillie. ‘De kracht van de suggestie’. In: Rita Ghesquiere (et al.). Uit de schaduw. Een beknopte geschiedenis van de WestVlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur. SintAndries, Provinciale Dienst voor Cultuur, 1997, blz. 265-266. Rita Ghesquiere, Bart Moeyaert. Kortrijk, vws, 1998, 40 blz. Veerle Vogelaere. ‘Verhalen op de planken’. In: De Morgen, 31 januari 1998. Charlotte Mutsaers. ‘Leve de levende kerstboom’. In: De Gids (1998), nr. 7, blz. 508-509.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 93
Bibliografie Bart Moeyaert
93 Nienke van Hichtum-prijs
Annemie Leysen. ‘De sterke troeven van Bart Moeyaert’. In: Ons erfdeel (1998), nr. 2, blz. 261-266. Casper Markesteijn. ‘Bart Moeyaert’. In: Lexicon van de jeugdliteratuur (1999), nr. 49, blz. 1-6. M. Letterie. [Zonder titel]. In: Lijsterwijzer 1999. Een boekje open over Abbing & Van Cleeff, Thea Beckman, Theo Hoogstraaten, Bart Moeyaert, Jan de Zanger. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1999. [Anoniem]. ‘Kinderangsten. De kwellingen van jeugdauteur Bart Moeyaert’. In: Humo (1999), nr. 40, blz. 154-155. [Anoniem]. ‘Terug naar school’. In: De Morgen, 25 februari 2000. Annemie Leysen. ‘Bart Moeyaert vertelt’. In: Muziek & woord (2000), nr. 306, blz. 16-17. Katrien Vloeberghs. ‘Van de liefde weer terug. Twee polen in het schrijverschap van Bart Moeyaert’. In: Leesidee Jeugdliteratuur (2000), nr. 7, blz. 310-312. Jeroen Vullings. ‘“Hij geeft mij het gevoel dat ik niet alleen ben als ik lees.” De grote liefde tussen Bart Moeyaert en Oscar van den Boogaard’. In: De Standaard, 23 maart 2000. Renate van der Zee. ‘Met verwonderde blik’. In: hp/De Tijd, 6 oktober 2000. André Oyen. ‘Kinderogen zijn geen psychiaterssofa’. In: De vrijzinnige lezer (2000), nr. 1, blz. 146-147. Ruud Kraaijeveld. ‘Een mislukte meesterproef’. In: Levende talen magazine (2000), nr. 1, blz. 33-34. Frits van Oostrom. ‘Juryrapport Woutertje Pieterse Prijs 2001’. In: Literatuur zonder leeftijd (2001), nr. 55, blz. 246-249. [Anoniem]. ‘Moeyaert wint Woutertje Pieterse Prijs’. In: Algemeen Dagblad, 9 maart 2001. Annemieke Hack. ‘Er is geen sluipender gif dan de stemmen van andere mensen. Schrijver/acteur Bart Moeyaert en de grote wereld’. In: Boekblad Magazine, mei 2001, blz. 34-36. Maarten De Pourcq. ‘Schroomvol en impulsief’. In: Poëziekrant (2001), nr. 2, blz. 34-37. Gerda Jacobs. Lezen over Bart Moeyaert. Den Haag, Biblion Uitgeverij, 2001, 43 blz.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 94
Bibliografie Bart Moeyaert
Nienke van Hichtum-prijs
94
Jan Staes. ‘Grote liefde, angst en een mep. Theaterteksten van Gerda Dendooven, Bart Moeyaert en Imme Dros’. In: Leesidee Jeugdliteratuur (2001), nr.1, blz. 40-43. [Anoniem]. ‘Gouden Uil voor Bart Moeyaert, Gerda Dendooven en Philip Bral’. In: Leesgoed. Tijdschrift over kinderboeken (2001), nr. 3, blz. 157. Ton Anbeek. ‘Fictieve grenzen: kroniek van het proza’. In: Neerlandica extra muros (2001), nr. 3, blz. 61-65. Coen Peppelenbos. [Zonder titel]. In: Tzum (2001), nr. 15, blz. 47-48. Barbara Belder. ‘Jongerenschrijver voor volwassenen. Biografische schets Bart Moeyaert’. In: Lyra (2002), nr. 28, blz. 10-16. Marita Vermeulen. ‘Cross-over met Bart Moeyaert. Auteur in de kijker’. In: Leesidee Jeugdliteratuur (2003), afl. 8, blz. 322-324. Raymond Vervliet. ‘Bart Moeyaert’. In: De nieuwe gemeenschap. Driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds (2004), nr. 2, blz. bijlage. Jan van Coillie. ‘Het kortste woord om van elkaar te houden’. In: Poëziekrant (2004), nr. 1-2, blz. 90-92. Vanessa Joosen. ‘Taalcrisis’. In: Jan van Coillie (samenst.). Kinderen jeugdpoëzie na 1980. Speciaal ged. van: Poëziekrant (2005), nr. 1, blz. 41-42. [Anoniem]. ‘Bart Moeyaert: “Opeens wist ik me te doen stond”’. In: Jonas magazine. Spiritueel én maatschappelijk (2005), nr. 92 blz. 20-23. Willem Jan Otten. ‘Willem Jan Otten las Bart Moeyaert’. In: Vrij Nederland, 9 oktober 2004. Recensies en analyses van het werk van Bart Moeyaert Over Duet met valse noten Rik Pareit. ‘Bart Moeyaert: een woord van tederheid...’. In: Knack, 21 november, 1983. Over Het boek van Niete Luc Lannoy. ‘Waarom Niete’. In: Jeugdboekengids (1988), nr. 3, blz. 72.
bw.campert2005
30-11-2005
14:09
Pagina 95
Bibliografie Bart Moeyaert
Over Suzanne Dantine Luc Lannoy. ‘Een vreemde eend die niet bijt’. In: Jeugdboekengids (1990), nr. 1, blz. 6-8. Karin Van Camp. ‘Een jeugdboek wordt volwassen’. In: Leesidee Jeugdliteratuur (1997), nr. 9, blz. 311.
Over Blote handen Muriël Boll. ‘Vrienden Ward en Bernie waren “één paar schoenen”’. In: De Stem, 17 november 1995. Tilly Stuckens. ‘Macht en onmacht van een plastic hand. Bart Moeyaert steekt grens over’. In: Standaard der Letteren, 30 november 1995. Over Wespennest Bregje Boonstra. ‘Onrust in het dorp’. In: De Groene Amsterdammer, 5 november 1997. Over Het is de liefde die we niet begrijpen [Anoniem]. ‘Mededogen voor het leven zelf’. In: De Morgen, 23 september 1999. [Anoniem]. ‘Ik geef me onopvallend helemaal bloot in mijn boeken. Bart Moeyaert over de onbegrijpelijkheid van de liefde’. In: De Standaard, 23 september 1999. Alle Lansu. ‘Alles komt goed. Straks’. In: Het Parool, 8 oktober 1999. Aleid Truijens. ‘Verschrikkingen die iedereen gewoon vindt’. In: de Volkskrant, 17 december 1999. Ingrid Hoogervorst. ‘Meer dan jeugdliteratuur’. In: De Telegraaf, 4 februari 2000. Anne Brumagne. ‘Opnieuw een Boekenleeuw voor Bart Moeyaert’. In: De Morgen, 2 maart 2000.
95 Nienke van Hichtum-prijs
Over Kus me Luc Lannoy. ‘De diepten van de eenvoud. Literair edelsmeedwerk van Bart Moeyaert’. In: Jeugdboekengids (1991), nr. 9, blz. 281282.