HENK VLAMING
HET
ONTSLAG CIRCUS Alles wat je moet weten als je eruit vliegt
������������������
Het ontslagcircus
Henk Vlaming
HET ONTSLAG CIRCUS Alles wat je moet weten als je eruit vliegt
������������������
Het ontslagcircus Eerste druk juni 2008 Uitgeverij Haystack Postbus 308 5300 AH Zaltbommel 0418-680180
[email protected] www.haystack.nl Auteur: Henk Vlaming Corrector: Carolien van der Ven Vormgeving en opmaak: Foxy Design ISBN: 978 90 77881 39 2 NUR 801, 807 © 2008 Henk Vlaming Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaardt schrijver noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.
Inhoudsopgave
Inleiding | 7 1 Geweld, drama en ellende | 11 Het verloren paradijs Morgen ben jij aan de beurt Van ontslag tot knokpartij Werkgever op het kookpunt 2 Naderend onweer | 32 Werkgevers in het nauw De Wet van drie keer P Voortekenen van ontslag Een onoplettende werknemer 3 Hoezo ontslagbescherming? | 59 Ontslagbescherming als loze belofte Het werknemersfort Barsten in de verdediging 4 Aanvallen en verdedigen | 72 Vuile werkgeverstrucs Vuile werknemerstrucs
5 Wetten en regels | 81 Ontslag in soorten en maten Het ontslagproces Een vergunning voor (on)redelijk ontslag (On)redelijk ontslag via de rechter De gouden handdruk 6 De circusartiesten | 122 Zoek de beul De advocaat: onmisbare specialist De personeelsmanager: rechterhand van de werkgever De mediator: licht in de duisternis De onderhandelaar: exclusieve bondgenoot CWI: banen geven, banen nemen UWV: ziekmakend betrokken De kantonrechter: directeur van het circus 7 Hoe nu verder? | 147 Oorlog om het ontslagrecht Ontslag in het buitenland Ontslag in de toekomst 8 Ontslagtips voor werknemers | 169
Inleiding
In mijn hele leven heb ik zes banen gehad voordat ik zelfstandig ondernemer werd. Ik ben ook zes keer ontslagen. Nooit heb ik het ontslag uitgevochten voor de rechter, nooit heb ik een cent ontslagvergoeding gehad. Destijds kwam het niet bij me op om mijn ontslag in twijfel te trekken. Ik was blij dat ik van dat rotwerk af was. Maar tegenwoordig is ontslag niet meer zo eenvoudig als in die vroege jaren tachtig. Was een ontslag toen vooral een administratieve exercitie, tegenwoordig is het een gevecht. Mensen laten zich niet meer zo gemakkelijk ontslaan. Hun hele bestaan komt in het gedrang door een ontslag: geen werk, geen inkomen, geen zekerheid. Hoe moet dat met de dagelijkse boodschappen, met de hypotheek? Een uitkering krijgen is ook niet meer zo gemakkelijk en zeker niet toereikend. Dus verzet je je met hand en tand tegen je ontslag. Werkgevers hebben heel andere zorgen. Die zien de internationale concurrentie dichterbij komen. Kosten laag houden, zo is hun motto, en snel veranderen. Dat kan natuurlijk niet als je een half leger werknemers hebt die niet van hun stoel te branden zijn. Dus schop je die er desnoods met geweld uit. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat ontslagzaken steeds vaker uitmonden in grimmige gevechten tussen werkgevers en werknemers. Het kan er zo hard aan toe gaan dat (vooral) werknemers er letterlijk aan onderdoor gaan. Werkgevers laten geen
7
enkel middel onbeproefd om hun personeel eruit te werken. De menselijke offers zijn dan ook heel groot. In het eerste deel van dit boek laat ik zien welke schade ontslagzaken kunnen aanrichten op het menselijk vlak. Verder laat ik zien dat het jou ook kan overkomen. Ontslagconflicten zijn al lang niet meer die spaarzame zaken waarover je in de krant leest. Ogenschijnlijk valt het aantal ontslagzaken wel mee, maar als je beter kijkt, zo lees je in dit boek, dan is de kans één op tien dat het jou kan raken. Eens in de tien jaar loop je de kans dat je werkgever jou eruit werkt. Ik laat ook zien dat je dit moment niet moet afwachten. Hoewel werkgevers hun best doen om niks te laten merken als je eruit moet, wemelt het van de voortekenen. Je kunt ze allemaal zien, en tijdig je maatregelen nemen. Onverwachte veranderingen in de houding van je bazen en je collega’s, veranderingen in je functie: als het jou overkomt moeten je haren recht overeind gaan staan. Je kunt ook min of meer zien aankomen hoe hard het gevecht met je baas gaat worden als je weg moet. Hoe beter het bedrijf waar jij werkt georganiseerd is, hoe minder oorlog je krijgt. Maar is het een beetje rommelig, dan ontkomt je baas niet aan een smerig en gewelddadig ontslag. Wees maar voorbereid. Jezelf voorbereiden is noodzaak. Heel veel mensen denken ten onrechte dat het wel snor zit met de ontslagbescherming. In werkelijkheid bestaat die niet. Je kunt hooguit je ontslagtermijn een beetje rekken, maar zeker niet afstellen. Deze eeuw is de ontslagbescherming zelfs verslechterd, zo lees je in dit boek. Vooral als je
8
ziek bent, ziet het er slecht voor je uit. De ziekenboeg is niet meer de vluchtheuvel waar je veilig was voor een ontslag. Sta je dan machteloos? Dat ook weer niet. Ik laat zien hoe je veel trucs kunt toepassen om je baan nog een heel lange tijd vast te houden. Maar ik laat ook zien hoe jouw baas jou het leven zuur probeert te maken. Met ethiek en integriteit heeft het niks meer te maken. Het gaat om eigenbelang, om kostenbeheersing, om inkomen, om zekerheid. Ik sta ook uitgebreid stil bij alle regels die er zijn. Saai? Zeker, maar je kunt hier niet heelhuids uitkomen als je niet weet hoe het ontslagsysteem in elkaar zit. Het is een van de moeilijkste systemen ter wereld en jij kunt er elke dag mee te maken krijgen. Zorg dus dat je op de hoogte bent, want voordat je met pensioen gaat, is de kans groot dat ook jij een ontslagaankondiging in de bus krijgt. Verder laat ik je zien wie je bondgenoten en wie je vijanden zijn in het ontslagcircus. Je moet weten wat hun macht is en wat je aan ze hebt. Ten slotte neem ik een kijkje in de toekomst. Je hebt vast gehoord dat er veel te doen is over het ontslagrecht. Je leest in dit boek wie er allemaal aan het ontslagrecht lopen te trekken en te sleuren en waarom. Verder doe ik een boekje open over de wereld om ons heen. Hoe gaan ze in het buitenland om met ontslagrecht? Overal is het anders, zo blijkt, maar nergens is het ideaal. Als Nederland doen we het eigenlijk zo gek nog niet. Toch gaat het allemaal veranderen, dat staat vast. Maar hoe? Ik
9
weet het niet. Toch probeer ik een antwoord te geven. Uiteindelijk laat ik ook zien wat we vooral moeten houden en wat we kunnen weggooien van ons ontslagrecht. Begrijp je het nog? Ik was al bang van niet. Daarom vind je als laatste bijdrage een survivalgids in ontslagzaken: jouw eigen handleiding om te overleven in een ontslagconflict. Alle werkgevers en werknemers in dit boek zijn anoniem beschreven. Ik wens je veel succes – vooral niet bang zijn!
10
1 Geweld, drama en ellende
Het verloren paradijs De vrijstaande bungalow van Harm Vordink is een stukje paradijs op aarde. Een stukje van de weg, daar ligt zijn woning. Aan de voorkant is er een ruim erf met een schuurtje. De dichtstbijzijnde buren wonen een paar honderd meter verderop. Achter het huis is een kleine tuin, afgeschermd door een rij bomen. Daarboven zijn de masten te zien van de jachten uit de nabijgelegen haven. Een korte wandeling, dan ben je bij het meer. Harm wandelt langs de bootjes en de jachten die aangemeerd aan de kade dobberen. Een jaar of tien woont hij hier nu, midden in de rust en de ruimte. Hoewel, rust? Rustig is het geen moment geweest de afgelopen tien jaar dankzij een arbeidsconflict met zijn werkgever. Oog in oog heeft hij gestaan met de rechter en steeds dacht hij dat hij eruit lag. Op onnavolgbare wijze trok hij echter jaren aan het langste eind. Hij had het geluk dat zijn werkgever het verkeerde argument had ingebracht om hem te ontslaan. Dom, dom, dom van zijn baas. Een gelukkig mens dus, die na jaren van onzekerheid zijn baan nog gewoon heeft? Was het maar waar. Het verleden knaagt aan Harm. De spanning, de onzekerheid, de heftige ruzies met zijn werkgever, de gebroken beloften, de beschuldigingen. Altijd dacht hij zijn werk trouw en integer te hebben uitgevoerd, totdat de spanningen kwamen, daarna de beschuldigingen en ten slotte de intimidaties.
11
Zo gaat dat bij ontslag. Als eerste verlies je je zekerheid, daarna word je bitter en cynisch. Wat je vooral kwijtraakt, is je onschuld. Nooit meer geloof je in de veiligheid van een baan. Laat staan dat je een werkgever nog vertrouwt. Harms vrouw Erna schenkt koffie in terwijl zijn oudste dochter binnenkomt. ‘Liesbeth studeert nu rechten,’ glimlacht zij trots. Die studiekeuze is geen toeval, want Liesbeth heeft gezien wat het recht met haar vader heeft gedaan. Bijna gevloerd door een hartaanval. Het gevolg van de stress die de ontslagzaak teweeg had gebracht. Maar hij krabbelde weer overeind. Geholpen door een strijdbare advocaat verzette hij zich met hand en tand tegen het ontslag, en met succes. Getekend en beschadigd Dat is zeldzaam, want het gebeurt slechts sporadisch dat een werknemer na een ontslagprocedure zijn baan houdt. Toch is Harm zijn baan van vroeger kwijt. Dezelfde werkgever, dat nog wel, maar de baan zelf is weg. De afdeling waar hij werkte is verkocht toen hij herstellende was van zijn hartaanval. Harm bleef bij de werkgever achter, zijn vroegere collega’s en bazen vertrokken. Harm kreeg ander werk. Hij zit er tenminste nog, maar getekend en beschadigd, dat wel. ‘Je had Harm vroeger moeten zien,’ zegt zijn advocaat. ‘Een bos haar, breed, tien kilo zwaarder. Een stevige vent. Maar kijk eens hoe grijs en dun zijn haar is geworden. Breed is hij ook niet meer. Dat komt door de spanning. Deze mensen zijn eraan onderdoor gegaan, allebei.’ Harm deelt dat lot met vele duizenden andere werknemers. Jaarlijks slepen werkgevers tienduizenden werknemers voor de rechter om ze te ontslaan. Veel van deze zaken zijn doordrenkt met
12
bittere emoties. Hartaanvallen, maagzweren, burn-outs, hoge bloeddruk, het hoort er allemaal bij in een ontslagzaak. Niet voor niets zeggen deskundigen al jaren dat ontslag een van de drie grote traumatische gebeurtenissen is die een mens kan overkomen. Overlijden binnen de familie is het ergst, daarna scheiden en op de derde plaats staat ontslag. Hoe kan het ook anders? Bazen en hun medewerkers, jarenlang werken ze samen. Tot ze in de rechtszaal elkaars vijanden zijn, bitter en haatdragend. Als je dan het ongelooflijke geluk hebt dat je ondanks het gepest, het liegen en de intimidaties toch kan blijven, hoe gelukkig moet je dan zijn? Je baan blijft, maar je gezondheid en je levensgeluk hebben ernstig geleden. Zeventien procent ontslagen Zijn er dan geen ontslagen die anders gaan? Zeker wel, een heleboel zelfs. Dan vinden ze het allebei wel best, de baas en zijn medewerker. Ze hebben er allebei geen zin meer in. Het helpt als de werknemer al een ander baantje op het oog heeft. Dan gooien ze het samen op een akkoordje en gaan ze lachend uit elkaar. Geen ontslagzaak, geen gevecht, geen gedoe. Maar je moet er niet van uitgaan dat het bij jou straks ook zo zal gaan. Want houd er maar rekening mee dat je nog heel wat keren ontslagen zult worden in je leven. Banen voor het leven bestaan niet. Het gemiddelde dienstverband duurt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek negen jaar. Dat komt neer op vier tot vijf werkgevers in je werkzame leven. Elk jaar zijn er ruim 640.000 mensen die hun baan verliezen, al dan niet vrijwillig, op een werkzame beroepsbevolking van zeven miljoen mensen. Zeventien procent van de werknemers die hun baan verliezen, wordt ontslagen.
13
Ontslag na antidepressiva 35 euro, waar had hij het in vredesnaam voor nodig? Na bijna dertig jaar trouwe dienst werd de winkelbediende door de bedrijfsrecherche ontmaskerd als dief. De directie had alarm geslagen omdat de kas niet klopte. De man biechtte op: één keer twee tientjes en één keer vijftien euro had hij gestolen. Zijn baas had geen medelijden: ontslag op staande voet. Wanhopig vocht de winkelbediende het ontslag aan bij de kantonrechter. Het bewijsstuk: de bijsluiter van de antidepressiva. Hij had last van vergeetachtigheid. De rechter was niet overtuigd. Het ontslag op staande voet was terecht. De werkgever hoefde geen ontslagvergoeding te betalen.
Dat aantal schiet omhoog als de economie omlaag duikt. In 2003, toen het slecht ging met Nederland, verloren bijna een miljoen mensen hun baan, van wie er bijna 170.000 werden ontslagen. De kans dat je minstens één keer in je leven wordt ontslagen, is groter dan vijftig procent. Daar zit niemand op te wachten. Inkomen, bestaanszekerheid, status, toekomstperspectief, alles hangt voor een werknemer af van een betaalde baan. Elke ontslagprocedure laat dan ook sporen na bij een werknemer, zelfs als het ontslag gladjes verloopt, zonder geruzie en met een goede afvloeiingsregeling. Ziek door ontslag Overdreven? Niks daarvan. Uit een onderzoek van de Europese Unie van zes jaar geleden blijkt dat gedwongen ontslagen bij
14
werknemers tot grote problemen kunnen leiden. Je kunt er concentratieproblemen en stress door oplopen, zo ontdekten de onderzoekers. Bijna altijd worden werknemers er onzeker door en daalt hun zelfvertrouwen. Bij sommigen is het zelfs zo erg dat ze hun identiteit erdoor verliezen. En dan hebben we het alleen nog maar over de modale ontslagzaak. De gevolgen van ontslagzaken waarbij de werkgever een advocaat op zijn medewerker loslaat, zijn nog vele malen erger. Voordat de ontslagzaak bij de rechter ligt, is er vaak een lang voortraject. Dat bestaat uit veel breek- en sloopwerk in de vorm van waarschuwingen, sommaties, aanzeggingen, beschuldigingen, ontzeggingen en veel meer nare dingen. Geen werknemer blijft overeind onder zulk geweld. Papieren rompslomp Hoe zoiets werkt? Slinks, stiekem en vooral ongrijpbaar. Een papieren mallemolen, dat is het. Wat doe je tegen een brief waarin heel formeel staat dat je niet meer in de organisatie past? Schelden of verscheuren verandert de situatie niet. Terug naar de familie Vordink, die na de jarenlang slepende ontslagzaak nog steeds niet hersteld is van de schrik. Na de trommel met koek komen de ordners op tafel. De brillen gaan op en daar komen ze dan: de brieven, de verklaringen, de toezeggingen, de aanmaningen, de ontslagaanzeggingen, de tegenwerpingen, de stukken van de advocaten. Erna rommelt in een doos. ‘Die brief van de personeelsmanager, die heb ik hier nog ergens.’ Harm is verdiept in een van de mappen, bladert door de papieren en trekt er een vel tussenuit. Zes jaar geleden, de datum staat bovenaan. ‘Wij bieden u de volgende opties,’ staat er heel formeel. Vordink kon kiezen uit outplacement, ontslag, overplaatsing of te-
15
rug in zijn oude functie. ‘Maar laatste mogelijkheid wordt door alle betrokkenen als niet haalbaar aangemerkt,’ zo staat er ook nog. Ze schieten allemaal in de lach, Harm, Erna en ook de advocaat. Vier mogelijkheden, ja ja. Harm wordt er gewoon uitgegooid. Outplacement en ontslag, dat komt op hetzelfde neer. Overplaatsing naar een andere functie betekent ook dat hij zijn baan kwijt is. En terug in zijn oude functie kan niet, dus blijven is uitgesloten. Maar waarom hij eruit wordt gegooid, staat er niet bij. Gehuichel Zo gaat het maar door, jarenlang. Er zijn kopieën van werkverslagen, beloften van leidinggevenden, vakantieregelingen, werkroosters. Tot in de kleinste details vertellen de mappen met de nauwkeurig gerangschikte documenten de dramatische strijd tussen Harm Vordink en zijn werkgever, een organisatie met zestienhonderd medewerkers. Jarenlange pesterijen, vage beschuldigingen, het gaat maar door. Je vraagt je verbaasd af waarom Harm niet gewoon op straat wordt gegooid als hij zo’n lastig ventje was. Het antwoord ligt begraven in de berg papier op zijn tafel: niks heeft hij verkeerd gedaan. Altijd heeft hij zich gehouden aan de regels van zijn werkgever. Formeel heeft deze nooit een reden gehad om hem eruit te zetten. Dat men dat toch wel graag wilde omdat men vond dat hij moeilijk deed, was geen reden om hem te ontslaan. ‘Wij willen graag dat onze medewerkers kritisch zijn,’ zei een van de directieleden jaren geleden in een interview in het personeelsblad. Prompt stuurde Vordink hem een brief. ‘Ik ben kritisch geweest,’ zo schreef hij. ‘Het gevolg is dat ik monddood ben gemaakt en dat men mij uit de organisatie probeert te werken.’ Het gevolg? Vordink kreeg een kort briefje terug, waarin de direc-
16
teur zei dat hij de klacht had doorgespeeld naar de afdeling Personeelszaken, waar die klacht thuishoorde. Nooit meer wat van gehoord. Intussen ging het getreiter vanuit de organisatie gewoon door. Tot de onvermijdelijke ontslagaanzegging op de mat viel. En die directeur dan? Die bemoeide zich er wijselijk niet mee. Morgen ben jij aan de beurt Zou het echt gebeuren, een werkgever die zijn medewerker helemaal kapot probeert te pesten in de hoop dat hij dan bezwijkt en zijn baan opgeeft? Welke werkgever gaat zo ruw met zijn personeel om? Wen er maar aan, want ook jouw baas kan zo’n beest worden. Bazen die jou weg willen hebben, krijgen hun zin. Als zij daarvoor vuile streken moeten uithalen, dan doen zij dat. Ook al werk je er al jaren, je bent niets meer dan een huurling. Je wordt alleen getolereerd omdat je nodig bent, niet omdat je zo aardig bent. Ben je overbodig, dan is daar het gat van de deur. Ga je niet goedschiks, dan kwaadschiks. Te duur Geen werkgever zal het zo tegen je zeggen, zeker niet als je solliciteert, maar diep in hun hart denken ze er allemaal hetzelfde over. Want weet jij wel hoe duur je bent voor je baas? Elk uur dat jij bij hem in dienst bent, kost je hem gemiddeld 27,41 euro, zoals het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft uitgerekend. Dat was in 2005, maar elk jaar word je ongeveer een euro per uur duurder. In 1997 kostte je nog maar 19,19 euro. Dat betekent dat je per jaar al snel 1200 euro duurder wordt zonder dat je meer oplevert. Zeker weten dat jouw baas vaak met de rekenmachine aan tafel
17
zit om uit te rekenen hoeveel jij kost en wat je precies oplevert. Hoe duurder je wordt, hoe moeilijker het voor jou is om de kosten terug te verdienen voor je baas en hoe groter dus ook de kans dat je baas ontdekt dat je eigenlijk waardeloos bent. Dan heeft je laatste uur als werknemer geslagen. IJskoud Wil je als werknemer niet meewerken aan je vertrek, dan zwaait er wat. Je bent heus niet de enige die op een harde manier ontdekt dat de hartelijke relatie met je werkgever van de ene op de andere dag kan omslaan in een ijskoude relatie. Waar je baas je jarenlang lachend op de schouders sloeg, kijk je opeens in de staalharde ogen van zijn advocaat. Onverholen vijandschap van je baas zonder logische aanleiding, dat is natuurlijk moeilijk te accepteren. En ook moeilijk uit te leggen. Familie kijkt je ongelovig aan als je probeert uit te leggen dat je baas je zomaar heeft ontslagen, om niets. Kennissen informeren heel voorzichtig of je het er niet zelf naar gemaakt hebt. Bazen gooien je toch niet zomaar op straat? De waarheid is dat zij dat uiteindelijk wel doen, zonder wroeging. Wij geloven graag dat onze banen veilig zijn zolang we maar hard werken. Medewerkers zijn immers het kapitaal van de organisatie? Het zijn nota bene de werkgevers zelf die dit van de daken schreeuwen. Werkgevers schoppen er niet zomaar goed functionerend personeel uit, daarmee snijden ze in hun eigen vlees. Denken wij. Feiten en cijfers Maar nu de koele cijfers. Meer dan vijftigduizend keer per jaar stappen werkgevers naar de rechter om werknemers op straat te
18
Hartoperatie: anderhalve ton Na haar hartoperatie probeert haar werkgever haar weg te pesten. De onkostenvergoeding is ingetrokken, telefoongesprekken zonder zakelijke reden worden in rekening gebracht. De opvolger is al aangesteld. De ontslagzaak komt voor de rechter. Daar slaagt de werkgever er niet in de schuld van het ontslag in de schoenen van zijn medewerkster te schuiven. De rechter verbreekt de arbeidsrelatie, waarna de werkgever anderhalve ton schadevergoeding moet betalen.
gooien. Om precies te zijn: in 2006 moesten 54.213 werknemers voor de rechter komen omdat hun baas hen eruit wilde gooien. Dat is de harde manier van ontslaan. Niks CWI, de Centra voor Werk en Inkomen waar werkgevers het ontslag normaal gesproken keurig volgens het boekje regelen. Daar gingen in 2006 nog 48.000 werkgevers naartoe om een ontslagvergunning aan te vragen. Bij elkaar waren er in 2006 dus meer dan honderdduizend ontslagen. Erg? Het is maar hoe je het bekijkt. In Nederland werken ruim zeven miljoen mensen, van wie ruim zes miljoen als werknemers. De anderen zijn kleine zelfstandigen en bazen. Elk jaar wordt ruim anderhalf procent van alle werknemers ontslagen. In tijden van economische neergang gaat dat percentage omhoog naar twee tot drie procent. En dat zijn dan de gedwongen ontslagen, waar een rechter of een CWI aan te pas komt. Dat valt mee, hè? Maar kijk nog eens wat beter naar de cijfers, dan schrik je. Er zijn namelijk ruim een half miljoen flexwerkers, mensen die op tijdelijke contracten werken. Die verliezen altijd hun baan
19
zonder dat zij naar een rechter of een CWI kunnen stappen om hun ontslag aan te vechten. Tel deze mensen mee en het aantal ontslagen is jaarlijks ongeveer tien procent. In tijden van economische neergang is dat logischerwijs hoger. Elk jaar wordt een op elke tien werknemers ontslagen, waarmee dus blijkt dat jij het risico loopt om gemiddeld elke tien jaar de zak te krijgen. Realiseer je dat bij jou in de straat elk jaar een buurman of buurvrouw rondloopt die komend jaar gedwongen werkloos raakt. Machteloos Ook al wil je het niet, je kunt er bijna niks tegen beginnen. Kantonrechters keuren een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst vrijwel altijd goed. In ongeveer twee procent van de gevallen wijst de kantonrechter het verzoek af. Minder dan elfhonderd mensen van al die tienduizenden die bij de rechter knokken, winnen hun zaak. De kantonrechter wil namelijk maar één ding weten: is er voldoende reden voor ontslag? Zodra de werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat hij en zijn personeel niet meer door één deur kunnen, is die aanleiding gevonden. Werkgevers weten dit heel goed. Als zij medewerkers zat zijn, om wat voor reden dan ook, schromen zij niet om hun de hulp van de rechter in te roepen om hun mensen eruit te werken. Zij overtuigen de rechter ervan dat met de werknemers in kwestie niet meer te werken valt. Ze deinzen er daarbij niet voor terug om de meest afgrijselijke verhalen over hun personeel te vertellen, waar of niet waar: dat ze hun werk niet goed doen, dat ze te laat op hun werk komen, dat ze ruzie schoppen, dat ze hun opdrachten niet goed uitvoeren…
20
Wat gemeen, zo denk je van een afstandje, gelukkig is mijn baas niet zo. Maar iedere baas die zijn personeel wil ontslaan, kan veranderen in een monster. Je leven verandert van de ene op de andere dag. Zonder dat je het wilt, kom je in een draaikolk van advocaten, boze brieven en kwade blikken op het werk. Morgen ben jij misschien aan de beurt. Van ontslag tot knokpartij Laten we eens van dichtbij kijken hoe een ontslagruzie zich opbouwt en vervolgens voltrekt. Vanuit het niets is daar opeens de berekenende werkgever die zijn personeel van zich af probeert te schudden. Zolang hij binnen de regeltjes van de wet blijft, is er niks loos, vindt hij. Zo ook bij Harm Vordink. We zijn weer in zijn bungalow, daar vlak bij het meer. Dankzij het meer dan uitstekende dossier dat hij heeft bijgehouden, wordt duidelijk hoe kil zijn baas de ontslagzaak heeft opgebouwd. Waarom? Harm kan er alleen maar naar raden. Toch kun je wel wat vermoeden. Harm was in de ogen van zijn baas een lastpost die steeds maar vertelde hoe fout het zat in de organisatie. Als baas wil je dat niet horen. Met zo’n type wordt het nooit rustig in de tent. Maar laten we beginnen in 1992, toen Harm verhuisde naar die mooie bungalow, vlak bij zijn werk in de haven. Een fijne, vrije baan met eigen verantwoordelijkheid. Harm had de supervisie over een technische afdeling. Hiervoor verkocht hij zijn huis en betrok de huurwoning. Een goede baan op een mooie plek voor de kinderen om op te groeien. Het leven lachte Harm en Erna Vordink toe. Maar algauw hoorde Harm ’s avonds en in de weekends de slijptollen gillen vanuit de werkplaats vlakbij. Collega’s klusten wat bij.
21
Onbevoegden kwamen buiten werktijd het terrein op en lieten zich tegen betaling helpen door Harms collega’s. De volgende dag stonden de toestellen schots en scheef, soms waren er apparaten beschadigd en een enkele keer was er zelfs gereedschap weg. ‘Ik heb er op zich niks op tegen als medewerkers af en toe voor zichzelf klussen, daar ga ik niet over,’ zegt Harm. ‘Maar we moeten er op het werk geen last van hebben, dat is tegen de afspraken. In plaats daarvan raakten er spullen zoek, was er lawaai buiten werktijd en gingen er dingen stuk. Eén keer startten ze in de werkplaats een buitenboordmotor. Heb je wel eens zo’n ding gehoord buiten op het water? Het lijkt wel een raketmotor. Dat kon natuurlijk niet, want in de haven lagen ook de jachten van toeristen. Dat heb ik aangekaart tijdens het werkoverleg. Niet om te klagen, maar om de situatie werkbaar te houden.’ Begin van de ellende Dat klinkt redelijk, maar dit was het begin van jarenlange ellende. Harms collega’s voelden zich verlinkt. Jarenlang konden zij hun gang gaan en zo een centje bijverdienen. Dan komt er opeens een zeurpiet die hun glazen wil ingooien. Natuurlijk ga je dan ontkennen: er klopt niks van wat die Vordink allemaal beweert. Harm laat de werkverslagen zien waarin de beschuldigingen en de ontkenningen over en weer vliegen. Terugkijkend in alle papieren blijkt dat de direct leidinggevende die alle verhalen aanhoort, het slechtste heeft gedaan wat denkbaar is. Hij heeft de zaak op zijn beloop gelaten. ‘Niet te bewijzen,’ zo staat er in het werkverslag. Harm kon praten wat hij wilde, zijn baas keek de andere kant op. Nog steeds is Harm daar boos over. Waar hij rekende op steun van de leiding, gebeurde er helemaal niks, terwijl wellicht onbe-
22
doeld de indruk werd gewekt dat Harm misschien uit zijn nek kletste. ‘Ik zat met de brokken op het werk, maar ik kreeg geen poot aan de grond,’ zegt hij. ‘Ik was de buitenstaander die tegenover een team mensen kwam te staan die goed op elkaar waren ingespeeld. Ik wilde heus geen spelbreker zijn, maar ik wilde wel dat de afspraken over het gebruik van de werkplaats werden nageleefd. Mijn baas liet de zaak echter op zijn beloop, zodat de problemen bleven bestaan. Het was zelfs gevaarlijk, want er kwamen ‘s middags en in het weekend zelfs kinderen mee naar de werkplaats. Onverantwoord gewoon.’ Getreiter Vanaf dat moment is het gedaan met de rust in huize Vordink. Zijn getergde collega’s laten hem voelen hoe ze over hem denken. Opeens regent het klachten over hem: hij zou te laat op zijn werk komen, hij had zijn portofoon niet bij zich, waarmee hij handelde tegen een dienstvoorschrift… Het leidde tot een relletje. ‘Er was een meisje verdronken in het meer, hier vlakbij,’ vertelt Harm. ‘Ik was zogenaamd niet bereikbaar. Maar ze hadden gebeld vanaf een mobiele telefoon. Die had ik niet, ik had een portofoon, want dat zijn de afspraken hier op het werk. We zijn allemaal bereikbaar via de portofoon, en niet via de mobiele telefoon. Ik wilde best een mobiel meenemen, maar dan moesten we daar wel eerst iets over afspreken. Anders weet je toch niet meer hoe je elkaar kunt bereiken?’ Uiteraard werden deze zaken weer uitgevochten in het werkoverleg, zonder dat Harm steun kreeg van zijn baas. Die aarzelde en oogde onzeker. ‘Ik werd door de anderen keihard voor leugenaar uitgemaakt,’ herinnert Harm zich, ‘ik zou zonder iets te zeggen
23
vrij hebben genomen. Niks van waar, maar de leidinggevende zei niks. Zo voelde die groep collega’s zich gesterkt in hun leugens.’ Afknappen Opnieuw rommelt hij in de papieren en trekt er verklaringen uit van een stagiaire en een boekhouder. Stuk voor stuk zijn alle beschuldigingen tegen hem ontkracht, maar toen waren er al maanden voorbij. Al die tijd bleef het conflict tussen Harm en zijn collega’s in de lucht hangen. ‘Hoewel ik zwart op wit kon aantonen dat al die beschuldigingen tegen mij niet waar waren, heeft mijn baas niks gedaan,’ zegt Vordink. ‘Terwijl het op de werkplaats een vrijgevochten bende was. Hij durfde niet op te treden omdat mijn collega’s in de meerderheid waren.’ Na twee jaar pesten en spanningen werd Harm ziek. Griep, dacht hij aanvankelijk. Maar hij was overspannen. Het maakte zijn situatie er alleen maar erger op. Dat was het moment dat de rayonmanager zich ermee ging bemoeien. Aanvankelijk een opluchting voor Harm, die dacht dat hij eindelijk zijn gelijk kon halen. Hij wist nog niet dat de zaken hiermee alleen maar erger zouden worden. De rayonmanager was maar in één ding geïnteresseerd: de zaak weer op de rails krijgen. Dat ging gemakkelijker zonder dan met Harm Vordink, zo werd naderhand duidelijk. Harm stond te boek als dwarsligger en amokmaker. Valse beloften Maar aanvankelijk dacht Harm dat hij gelijk zou krijgen. ‘Ik zie de rayonmanager nog binnenkomen, hij had een bloemetje bij zich. Hij had gebeld en gevraagd of hij langs mocht komen. Toen
24
Soldaten in Indonesië ‘Help me, ik ben bang. Midden in de nacht werd ik gebeld uit Indonesië,’ vertelt beroepsonderhandelaar Ronald Urlus. ‘Er stonden soldaten voor de deur van mijn klant. Hij werd gearresteerd wegens fraude. Vlak nadat hij een ontslagzaak tegen zijn baas had gewonnen. Hij had recht op vier ton schadevergoeding. Zijn exbaas had hem aangegeven bij de Indonesische autoriteiten. Een valse aanklacht, dat wel. Ik heb met zijn baas onderhandeld over het intrekken van die klacht. Dat is gebeurd, maar van die vier ton moesten wij iets af doen.’
hij kwam, heb ik alles verteld, ik heb hem alle papieren laten zien, die ik netjes had bewaard. Ik dacht dat hij een bondgenoot was. Hij beloofde dat de zaak zou worden geregeld op het volgende werkoverleg, waarvoor hij mij uitnodigde.’ Op die bewuste bijeenkomst vlogen de beschuldigingen weer over de tafel. Opnieuw was Harm het mikpunt, ondanks alle toezeggingen. De bijeenkomst leek er eerder op gericht te zijn om Harm op een zijspoor te krijgen dan om hem te rehabiliteren. De overspannenheid ging over in een burn-out. Op dit moment had Harm al kunnen vermoeden dat zijn lot beslecht was. Hij lag niet goed in de groep en hij was niet meer inpasbaar. De werkgever voelde zich voor de keuze staan: het team of Harm, de eenling. Kiezen voor een groep is gemakkelijker dan kiezen voor een dwarsligger. Harm kon beter verdwijnen. Maar omdat er uiteindelijk niks op zijn functioneren viel aan te merken, was een ontslagzaak moeilijk. De kans dat er stevig betaald zou moeten worden of dat het ontslag zelfs niet zou door-
25
gaan, was aanwezig. Geen manager die daar in dit stadium de verantwoordelijkheid voor durfde te nemen. Omdat Harm zijn beklag deed bij de directie, werd hij uitgenodigd door het hoofdkantoor. Hij had de aandacht van de hoogste leiding getrokken. Dat had normaal gesproken zijn redding kunnen zijn, maar het tegenovergestelde bleek het geval. De directeur gaf hem volkomen gelijk, maar de spanning was Harm te veel geweest. ‘Hij kreeg een brief van de directeur waarin hij Harm in het gelijk stelde,’ vertelt Erna. ‘Een dag later lag hij aan de hartmonitor in het ziekenhuis. Al die frustraties, die onrechtvaardigheid, hij was er bijna aan onderdoor gegaan.’ Het begin van het einde Harm herstelde en kwam terecht in een re-integratietraject. Het begin van het einde, zo blijkt achteraf. Hij kreeg een tijdelijke aanstelling op een andere vestiging. Niks aan de hand, als hij het niet aan de stok had gekregen met de rayonmanager. Dat was een breekpunt voor Harm. Erna haalt een brief van de arbodienst tevoorschijn, ook al weer geschiedenis. De arboarts verklaarde daarin dat de rayonmanager van de afdeling geen contact mocht zoeken met de herstellende Harm. Maar uitgerekend toen zocht de rayonmanager hem op. ‘Ik ben naar de werkplaats gegaan om hem te ontlopen, maar hij is mij toch achterna gegaan om met mij te praten,’ vertelt Harm, terwijl zijn gezicht betrekt. Hoewel het al jaren geleden is, liggen de herinneringen nog vers in het geheugen. ‘Ik vertelde hem dat ik niet met hem wilde praten, maar hij ging gewoon door. Ontzettend kwaad ben ik toen geworden, ik had mezelf nog nauwelijks in de hand. Ik heb tegen hem staan schreeuwen. Daar stond de man
26
die bijna mijn dood op zijn geweten had, mijn moordenaar. Voor die woede-uitbarsting moest ik op het matje komen op het hoofdkantoor. Ik ben ervan overtuigd dat ik ter plekke geschorst zou zijn, als ik geen kopie van die brief van de arboarts bij me zou hebben gehad.’ Verstoorde relaties Maar de relaties op het werk leken definitief bedorven. De rayonmanager wilde niet meer met Harm werken. Het ontslag kwam nu snel dichterbij, ook al wist Harm dat nog niet. Op een kwade dag plofte de bewuste brief op de mat bij de familie Vordink. De brief waarin hij de vier mogelijkheden voorgelegd kreeg: ontslag, outplacement, overplaatsing of terug naar de oude werkplek. Dat laatste ging dus niet. ‘Maar waarom mocht ik niet terug naar mijn werk?’ vraagt Harm zich af. Even is de tragiek zichtbaar op zijn gezicht. Na al die jaren heeft hij nog steeds geen idee. ‘Ik heb nota bene een brief van de directie gekregen waarin ik in het gelijk ben gesteld. Wat heb ik misdaan dat ik deze brief heb gekregen? Altijd heb ik geprobeerd mijn werk goed te doen, de regels na te leven, en het heeft mij vooral veel ellende opgeleverd. Waarom ben ik dan degene die zijn plaats moest afstaan?’ Ondanks herhaald aandringen weigerde Harm om een keuze tussen de vier mogelijkheden te maken. Inschakeling van een mediator, een professionele bemiddelaar, loste niks op. ‘Die vrouw werd betaald door mijn werkgever,’ herinnert Harm zich. ‘Het enige waar zij op aandrong in de gesprekken was mijn vertrek, maar daar wilde ik het niet over hebben. Toch drong ze aan, ze was niet onafhankelijk, ze legde haar oor te luisteren bij mijn leidinggevende.’
27
Zwanger? Wegwezen. Nooit had de directeur haar Engelse baas moeten vertellen dat ze zwanger was. Een maand later kreeg ze haar ontslag. Dat pikte ze natuurlijk niet, want ze had altijd vakwerk afgeleverd. Dus eindigde de zaak voor de kantonrechter. Wat bleek? Opeens kwam haar chef op de proppen met een dossier vol leugens over haar vermeende wanprestaties. Gelukkig zag de rechter in dat het bij elkaar verzonnen was. Schadevergoeding: bijna anderhalve ton.
Uiteindelijk hakte zijn baas de knoop door en plaatste Harm over naar een andere afdeling, waarna Harm tegen dit besluit in beroep ging. Het beroep bleef ergens hangen en eindigde in een la. Een hele tijd gebeurde er niks. Maar toen had de leiding geen zin meer in deze raddraaier: in 2004 was het dan zo ver, Harm Vordink werd toch ontslagen. Werkgever op het kookpunt Werknemers zijn niet de enigen die kniezen. Ook werkgevers kunnen van slag raken als zij een medewerker niet weg kunnen krijgen. Zij zien iemand op de loonlijst staan die niets oplevert, maar wel handenvol geld kost. Marius Lange kan erover meepraten. Hij heeft een kleine drukkerij in hartje Amsterdam. Een paar man personeel, met wie hij mooie dingen maakt voor de klant. Een fijne baas bovendien, zo vindt hij zelf. ‘Nooit hoefde iemand bij mij over te werken,’ zegt hij terwijl hij
28
in zijn kopje koffie roert. ‘Ik heb nog een socialistische opvoeding gekregen, en ik vind ik dat je mensen gelijk moet belonen. Mijn medewerkers kregen dan ook bovengemiddeld betaald. Dat vond ik nooit erg, want ik hechtte aan het gelijkheidsbeginsel. Bovendien draaiden we goed.’ Wraakgevoelens Tot het twee jaar geleden helemaal anders werd en Marius het aan de stok kreeg met Frank, die al zes jaar voor hem werkte. Frank is inmiddels alweer een paar jaar weg, maar het heeft maanden geduurd voordat het eindelijk zo ver was. Nog wordt Marius boos als hij erover praat. ‘Er komt misschien een dag dat ik nog eens een vechtjas op Frank af stuur,’ zegt hij plotseling. ‘Ik slaap altijd goed, maar van die ontslagzaak heb ik wakker gelegen. Ik heb een auto bij hem door de muur willen rijden, zo sterk heb ik het me aangetrokken. Als ik hem tegen zou komen, weet ik niet of ik voor mezelf kan instaan. Agressie? Ik heb het niet in me, maar ik als ik denk aan hem dan moet ik wel een paar keer slikken.’ Het verhaal begint als Franks werk slordig begint te worden. Hij is nooit een hoogvlieger geweest, maar hij deed zijn werk toch redelijk. ‘Ik kon hem niet alles laten doen, maar toch was hij een vaste kracht aan wie ik veel had,’ vervolgt Marius. ‘Na een jaar of zes werd dat anders. Frank had wat moeilijkheden in de privésfeer die invloed hadden op het werk.’ ‘Ik praatte er wel eens met hem over, maar dat hielp niet. Hij werd stil, humeurig en teruggetrokken. Zijn concentratie verslapte en hij begon fouten te maken.’ Er leek wat verlichting te komen toen Frank besloot om een paar maanden onbetaald verlof te nemen. Zo kon hij de boel op een
29
rijtje zetten. Dat hielp, want het werd rustiger op de zaak. Maar toen Frank weer terugkwam, begon het liedje van voren af aan. Van kwaad tot erger ‘Frank was er nog hetzelfde aan toe. Misschien had hij psychische hulp moeten zoeken, maar hij kwam aan met een coach. Daardoor werd hij juist nog onhandelbaarder. Hij had geleerd dat hij voor zichzelf moest opkomen. Opeens had hij het idee dat hij de hele wereld aankon. Hij ging spontaan klanten bellen en hij kwam met nieuwe ideeën. Prima, zulke initiatieven, alleen: bespreek ze dan wel met mij. Dat deed hij niet, waardoor klanten in verwarring raakten.’ Marius zag bovendien zijn markt veranderen. De vragen van de klanten werden complexer en de hoeveelheid laagwaardig werk waar Frank zo geschikt voor was, nam af. Marius wilde met Frank om de tafel gaan zitten om te bespreken welke oplossing mogelijk was. ‘Misschien kon hij een dag minder gaan werken, of als freelancer aan de slag. Dan zou ik hem werk toespelen. Maar hij wilde er niet aan. Hij had maar twee dingen die voor hem belangrijk waren: zijn werk en zijn vrouw. Geen denken aan dat hij korter zou werken of zijn baan zou opgeven.’ Vanaf dat moment meldde Frank zich ziek. Laat hem dan maar even uitzieken, dacht Marius nog. Hij had er geen idee van dat hij als werkgever precies het verkeerde besluit nam. Zieke werknemers moet je juist goed begeleiden en re-integreren, maar niet aan hun lot overlaten. ‘Maar dat wist ik allemaal niet als kleine werkgever. Nooit heb ik met zoiets te maken gehad. Ik was naïef en dacht dat het vanzelf wel goed zou komen. Maar Frank kwam gewoon niet meer opdagen. Hij nam de telefoon niet op, de mailtjes die ik stuurde be-
30
antwoordde hij niet. Al die tijd liep zijn salaris maar door. Op een gegeven moment heb ik zijn salaris maar ingehouden. Dan komt hij vanzelf wel weer boven water, dacht ik.’ Inderdaad dook Frank weer op om zijn salaris op te eisen. Dat was voor Marius de druppel die emmer deed overlopen. ‘Ik kon hem wel aanvliegen, maar dat heb ik toch maar niet gedaan. Ik heb een advocaat ingeschakeld, die hem per brief ontslag heeft aangezegd. Een ontslagvergunning kon ik wel schudden, want ik kon nauwelijks aantonen dat ik geen werk meer had voor Frank. Ik heb geprobeerd om er bewijzen voor te zoeken, maar ik had al te veel fouten gemaakt als werkgever. Maanden zou dit kunnen kosten, en al die tijd zou ik Franks salaris gewoon moeten doorbetalen. De snelste manier om van hem af te komen was door hem uit te kopen. Maar inmiddels had Frank ook een advocaat in de arm genomen. Ik ben blij dat die niet al te deskundig was, want anders had Frank nog veel meer geld kunnen vragen dan hij nu heeft gedaan. Ik heb hem uiteindelijk een bedrag betaald waarmee hij genoegen heeft genomen. Van het begin tot het einde van het jaar heeft deze zaak gesleept en al die tijd kreeg Frank salaris zonder dat hij ook maar een euro voor mij heeft verdiend. Eindeloos heeft hij lopen rekken en mij op kosten gejaagd. Alsof hij het opzettelijk deed. Elke keer als ik er nog aan denk, voel ik me genaaid.’
31
HET
ONTSLAGCIRCUS Begint je manager onverwacht te klagen over je inzet? Word je zonder reden overgeplaatst? Twijfel dan niet: het ontslagcircus is in de stad. En jij vliegt eruit. Dit boek laat zien dat ontslagbescherming in de praktijk niet meer bestaat. Als je baas afscheid van je wil nemen, houdt vrijwel niets hem tegen. Weinig werknemers behouden hun baan als ze een ontslag aanvechten. Dit boek beschrijft wat er gebeurt als het ontslagcircus is gearriveerd. Maak kennis met de circusartiesten, lees welke bloedige arbeidsconflicten zich elke dag in de piste afspelen en het leed dat dit veroorzaakt.
Alles wat je moet weten als je eruit vliegt
Lees ook wat je kunt doen als je baan op de tocht staat. Wees voorbereid op de voortekenen van een naderend ontslag en ontdek welke maatregelen je kunt nemen. Henk Vlaming is directeur van het Nederlands Redactie Instituut, hoofdredacteur van het tijdschrift Personeelbeleid en publiceert onder andere in Binnenlands Bestuur, IT Executive en De Accountant. Bezoek ook www.hetontslagcircus.nl I SBN 90- 77881- 39- 5
9 789077 881392